w, geschilderde Janskerk te DE STEDENWET. S,” 1891. Woensdag 28 Januari. ft’? 4437. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. T i De insending van advertentiën kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave. A ft indaKunsten lirecteur der trecht. nts. hel beste vereld. m iekten pa n ibeth, FEUILLETON. Drogist. HOOFDSTUK III. Tot aanstonds, zei de jonge man. plan de gasten hun afscheid Ik «al wat gaan wandelen (Naar het Franech.) SEKSTE GEDEELTE. eel 50 ets. IN, Coiffeur. v. TUIJLL. De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden ia 1.25, franco per post 1.70. Bovendien worden alle Advertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD *t welk des Maandags verschijnt. ir hem ver R1NKMAN. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. tandpijn, ont' onaangename worden zeker lijks gebruik cd herin >nd water, chen 1.76, Dr. POPP’s Ie tanden ge- Tandplom- tegen eiken n. oemen-zeep, 'ransparant- Ml, zeepen, welke weeg brengen. i-Hondwater i tyd. men. Huideelt, 8 dagen tjjd inste pjjn te e gevoeligste lenis der St. mningen enz. srlyk leveni- e Gebroeders goudsche courant. Millette’s nieuwsgierigheid was gaande gemaakt en aangezien hare dosis nieuwsgierigheid niet geringer was dan die bij hare zusters in Eva, wilde zij tot eiken prijs weten, wat Pierrille door het hoofd maalde. Zij had er wel eenig vermoeden van. Vader, zeide zij tot Pascal, terwijl zij mmr toeging, kijk eens naar Pierrille en zie eensjgbe drietig hij er uitziet Ik zie het wel, zei de landbouwerhet is waar, de jongen schijnt bezorgd te zijn. Weet je ook wat hem scheelt? gevraagd, maar hij heeft mij I een geheim, naar het schijnt goede man, hij heeft dus gehei- AD VERTENTIEN worden geplaatrt van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. V/ meriewinkels 8) Een groote tafel was aangericht in den hof, onder den grooten beuk. Millette in het midden der gasten gezeten, had aan haar linkerhand haren Oom, ter rechter zijde den heer Plumardie en Pierrille vlak tegenover haar. Pierrilles moeder was niet gekomen niettegenstaande de Lorins haar zeer dringend door haren zoon hadden laten uitnoodigen. Zij was slechts eenvoudig gekleed, de heldin dezer feestviering, maar zij zag er lief uit, gezond en frisch als een roodwangige perzik. Iedereen maakte haar een kompliment over haar zestien jaren en vroeg haar plagend of ze al spoedig van plan was te trou wen. Zij antwoordde óf niet, óf zeide, dat ze daaraan nog niet dacht. De Lorins glommen van vreugde en de gasten, door den wijn en de lekkere spijzen vroolijk en vriend schappelijk gestemd, maakten der jarige menig vleiend kompliment en wenschten den gastheer en der gast. Ik hebn>\hw men voor juW&yk jj. En waaRwésftiou hij die niet hebben, vroeg Millette, terwijl zij haar oom aanzag, die schalks lachte. Pascal stond een oogenblik in gepeins, wreef zich het voorhoofd en antwoordde ’t Is waar ook 1 Waarom zou hij niet Het heeft ze dus, vervolgde zij, en ik wil ze kennen.... Maak hem aan de praat, mijne dochter. Binnen een half uur zal ik alles weten, vader. Misschien zal hij durven spreken, als al die menschen er niet meer bij zijn. Ben je dan van te geven? Waarom zou ik? met Pierrille vrouw geluk. Slechts twee of drie jonge meisjes onder de aanzittenden bleven in de stiltede buoze tongen beweerden wel te weten waarom. Millette zag er bekoorlijk uit, bekoorlijk genoeg om den najjver op te wekken. Even als die jaloerschen bleef Pierrille zwijgen. Hij schéén verdrietig te zijn, hy zag bleek en ontdaan. De jonge man sprak haast niet, at weinig en dronk nog minder. Er was onge twijfeld iets dat hem hinderde en Millette, die er in het eerst geen erg in had gehad, merkte het ten laatste op en werd er in hare vreugde door ge stoord. Van dat oogenblik af scheen het souper haar lang te duren en wenschte zij dat het afgeloopen ware. Zoodra men van tafel was opgerezen, begaf zij zich naar Pierrille en vroeg hem, waarom hij het hoofd liet hangen, waarom hij niet sprak en zoo afgetrokken was. Pierrille keek haar met eed bedroefde uitdrukking op het gelaat aan. Er zijn te veel menschen Millette, om met je te kunnen praten. Ik wil niet dat anderen hooren zullen wat ik je te zeggen heb. Wat heb je me dan te zeggen vroeg zij. Dat is eene zaak tusschen ons. Ik wil weten wat ’t is. Welnu, ik wil je wel alles zeggen, maar aan jou alleen. Aanstonds zullen we samen naar buiten gaan Pierrille, dan kun je spreken. wien opgedragen werd ten spoedigste eenc definitieve kieswet te ontwerpen. De goede trouw brengt dus thans mede het geheele kiesrecht te gelijk aan de orde te stellen en niet van een tijdelijk overwicht gebruik te maken om toch zjjn zin door te drijven. Dit nu wil de tegenwoordige rechterzijde on der aanvoering van den minister Lobman en vandaar dat de liberalen zich grootendeels met hand en tand tegen het voorstel zullen ver zetten, dat overigens in beginsel bij verschei den hunner geen bezwaar ontmoet. De heer Gleichman zeide nog onlangs te Amsterdam van het voorloopig wie weet hoe lang nog geldig kiesstelsel «Vastgeknoopt aan het personeel, dat is een belasting wier inrichting verouderd is en die van anomaliën overvloeit, schept het voorloo pig kiesreglement op zijne beurt stuitende anomaliën zonder tal. Het verleent het kies recht aan duizenden, die schrijven noch lezen kunnenhet onthoudt het aan velen, wier geschiktheid en welstand hun aanspraak ge ven op het beleid der zaken invloed te oefe nen. In de eene streek van het land, waar het geheel onbekwamen tot de stembus toe laat, stuurt het met volle zeilen in de richting van het algemeen stemrechtin de andere, waar het ontwikkelde mannen, omdat zij niet in eene afzonderlijke woning of kamer leven, van de stembus weert, doet het de gebreken van den vroegeren census in al hun kracht herleven. Slappe toepassing van de bepa lingen der wet op het personeel werkt hier De algemsene beraadslaging over de staats- 'ebegrooting loopt ten einde. De ministers heb ben reeds gesproken, zoodat men met grond mag aannemen, dat desluizen der welsprekend heid weldra voor eenigen tijd gesloten zullen worden, althans wat de algemeene politiek be treft. Volgens besluit van 13 dezer komt dan het ontwerp aan de orde, door de Regeering met den weidschen naam van «wjjziging der kieswet» bestempeld, in het gewone spraakge bruik echter bekend als «de steden wet.» Vanwaar die naam? Omdat het hoofddoel van het ontwerp is, de verdeeling van het land in enkelvoudige kiesdistricten ook toe te passen op de groote steden, welke tot dusver bij wjjze van uitzondering, ten einde het ge- meenteverband niet te verbreken, als meer voudige kiesdistricten zjjn bljjven bestaan. Gelijk men weet, zijn de voorstanders der Re geering algemeen met dit voorstel ingenomen, terwijl de linkerzjjde er schier even algemeen tegen gekant is. De reden daarvan is, dat de meervoudige districten in den regel libe ralen naar de Kamer zenden, zoodat de rech terzijde niets te verliezen heeft en kans heeft op aanwinst van een paar stemmen, terwijl voor de tegenpartjj de juist andersom is. Zoo oppervlakkig is de zaak dus zeer een voudig men zou zeggen, het is natuurlijk, dat de bovendryvende party gebruik maakt van haar tijdeljjke meerderheid om, onder den Jen overgelaten schjjn van den logischen bouw der kieswet te voltooien, haar eigenbelang te bevorderen. Doch deze zaak heeft een geschiedkundigen achtergrond. Bjj de grondwetsherziening was reeds het denkbeeld geopperd om de enkel voudige districtsverdeeling consequent toe te passen het werd inzonderheid gesteund door dezelfde partjjen, die thans er weder voor ijveren. Maar bjj dezelfde voorloopige regeling van het kiesrecht in de additioneels artikelen, waarbjj deze quaestie ter sprake kwam, was van liberale zjjde geklaagd en met cjjfers aan getoond, dat de groote steden, door het kies recht vast te koppelen aan het personeel, stiefmoederlijk werden bedeeldnaar verhou ding waren er op het platteland veel meer kiezers dan in de steden. Van liberale zjjde stelde men nu voor splitsing der groote ste den gepaard te doen gaan met evenredige vermeerdering van het aantal kiezers aldaar b. v. door het stelsel der zoogenaamde capa citeiten. De rechterzijde was daartoe niet te bewegen, omdat zjj geljjk de uitkomst ge leerd heeft terecht meer heil zag in de bevoorrechting der plattelandsbewoners. Nu weigerde ook de liberale party haar stem aan de splitsing der steden, zoodat de grondwets herziening gevaar liep te mislukken, want twee derden der stemmen waren noodig om haar tot stand te brengen. Men is toen tot een accoord gekomen. Geen der beide denk beelden zouden in de voorloopige kiesregeling worden opgenomen. Beide zaken zouden wor- i aan den gewonen wetgever,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 1