10 33 I HOOP met KAPI- aat tót ach- Üen opgang, NZOLDERS ip, waterlei- tande aan de Ce bevragen 990] 91, tri 1891, 'rukte OS sas LASO. iLEN, tten. Radicalen, en Liberalen. Zaterdag 14 Febrnarl. 1891. ft? 4452. ilm’s FEUILLETON. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken* en Zn. 3 en 73*. afging ^AK», Oost- regD.78. 1 1 Medailles. el 50 ets. i, Coiffeur. r. TOIJLL. 1 "wi ^9 door De insendlng Tan advertentiSn kan geschieden tot een uur des namiddags ran den dag der uitgave. n—me oude, afgeleefdejuffrouw, die onbeweeglijk blijft hokken op haar stoofje. Zij laten haar dus aan haar lot over, gaan onder eigen vlagden strijd beginnen en, wat erger is, zjj zullen voor taan de liberalen bevechten en hun zooveel moge- Ijjk den voet dwars zetten. Wjj achten dit bedrijf al even verstandig als dat van den voerman uit bovenstaand sprookje. y HOOFDSTUK V. de hoeve gestuurd, De uitgave deser Courant geschiedt dagelijke met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Aizonderljjke Nommers VIJF CENTEN. eihouligen. Bovendie. worden alle Advertentien grati* opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschjjnt. ran smaak, te bevelen. Kg. ZEIST. Huideelt, dagen tijd iste pjjn te gevoeligste nljjk GOUDSCHE COURANT. JMAN. REUS, So li., Sopraan, or, Hoge; Gouda. r Abendlied, i Lobgesang, oor Sopraan {Haar het franech.) TWEEDE GEDEELTE. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels A 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GROOTS LETTERE worden berekend naar plaatsruimte. van iemand die zich den vinger afbakt om niet te dienen. Dat ia al een heel mooi idee, zeide Placide. De regeering neemt je toch en zendt je voor zeven jaar naar een atrafdepót in Algiers. Dat bevalt je niet. Niet dat Algiers slecht is, goede hemel neen hoor, een land, en een lucht, en hoornen, en alles maar zeven jaar in een atrafdepótdank je. Ik hoop dan ook, dat het geen ernst is wat je daar zei. Neen, bet is steen ernst. Ik weet niet wat ik zeg. Maar zie je, Placide, Millette verlaten, haar verlaten I Dat is een zware slagl En zjj, wat zal zij zeggen, de arme? Ze zal huilen, net als jij, dappere Pierrille. Maar kun je niets anders doen kom, wees flink. Ga naar mijnheer den maire en mijnheer den pastoor en mijn heer den rechter; tracht protectie te krijgen, of een voorschot, weet ik het? Niets is nog verloren, zoo lang je niet den randsel op den rug draagt en het geweer op den schouder. Kom, Pierrille er kan een toeval gebeuren, een geluk. Wat drommel, er is wel gekker gebeurd. Denk eens na. Wat is er nu eigenlijk verloren in dit geval? Pierrille keek Placide verbaasd aan; er was xets ongewoons in de stem van den oud-soldaat. Men zou zoo zeggen, dat hij trachtte niet te veel te zeggen en dat de woorden hem, zijns ondanks, ontsnapt waren, in zijn ontroering. Hij was bleek, hjj glimlachte, hij dwong zich tot kalmte en hoe ongelukkig Pierrille zich gevoelde, hij merkte toch wel op, dat Millette’. broer ontroerd was, meer dan hij wel weten wilde. Zeg, Placide, weet-je zoo iets? Ik weet niet wat er gebeurt; maar je bent heel veranderd. Zeg, wat is er? De oud-soldaat poogde te glimlachen. Niets, werkelijk niets. Wat zou er zjjn Ik zoek je te troosten, dat is alles. Ik zeg dat je nog niet moet wanhopen en dat is de waarheid. Vandaag huil ja, morgen zul je misschien lachen. Ik er is niets. Als er iets was, zou het droefheid zjjn, maar ik beu niet bedroefd, want ik ben er zeker van, dat je niet uit zult trekken. Ik weet wel niet waarom, maar ik heb zoo’n idee.... Pierrille bleef nadenkend en Placide zweeg tot La Queyrie, waar zjj de geheele familie in droefheid en tranen vonden. Zij wisten het nieuws al. Jeantoux had een jongen naar om Millette te gaan vertellen welk nummer haar ver loofde had getrokken. Kjjk, had hij gezegd, je krijgt een stuiver, als je niet vertelt, dat ik je gestuurd heb. Waarom niet, had •Gautier gevraagd. Omdat ik in de oogen van Millette niet den schijn wil hebben een ongeluksvogel te zjjnhoewel ik me verheug bij de gedachte, dat ze het door mij weten zal. Je moet altoos een achterdeux tje openhouden. In zulke oogenblikken was Jeantoux een geslepen rakker. Maar als de hartstocht hem beheerschte was Het is waar, de liberale partij heeft veel op haar geweten. Er is vroeger, toen zjj de meerderheid had, veel verzuimd. Maar wat was daarvan de schuld? De oneenigheid in eigen boezem. De voorhoede en de achter hoede trokken in tegenovergestelde richting, geljjk de paarden van zooeven. Is het wen- schelijk, dat het in de toekomst weer zoo gaat Het is ondenkbaar, dat een groote politieke party, meerderheid geworden zjjnde en zijn vertegenwoordigers hebbende aan de regeeringstafel, niet bestaat uit allerleijnuan- ces. Wanneer het er op aan komt he ialge- meene beginsel te belichamen in wetten en maatregelen, dan komen er onvermijdelijke kleine verschillen aan het licht, die het gevolg zijn van temperament en afwjjkende inzichten omtrent de vraag, hoever men in de practjjk gaan kan zonder de maatschappij aan te groote schokken bloot te stellen. Deze ver schillen moeten leiden tot onderling overleg, de bedachtzamen pleiten voor gematigde vaart, de voortvarende ijvert vóór full speed en uit den smeltkroes der gedachtenwisseling komt men tot een besluit, waarbij allen zich neder- leggen, de eersten gewoonljjk met popelend vurige uitverkorenen alleen den last voort te sleepen. Natuurlijk ging het nu nog minder goedin zjjn drift had hjj vergeten, dat de groote massa zjjner ontslagen paarden, schoon elk voor zich niet zoo ijverig, te zamen eene groote hoeveelheid kracht vertegenwoordigden. De vurige rossen sloofden zich af, tot het schuim neus en borst bedekte, doch de last bleef onbeweeglijk er was nu in ’t geheel geen gang in te krjjgen. Intusschen had de eige naar van het vrachtje, ziende dat hjj met den driftigen eersten aannemer niej vorderde, an dere voerlieden in dienst genomen. Deze zetten de afgedankte knollen weder in ’t gareel en met goed voer en goede woorden kwam men weer wat vooruit, zjj ’took wat minder snel omdat de beste beesten ontbraken. Er was alle kans, dat de zaken allengs meer naar wensch zouden gaan, men schoot al aardig op. Dit stuitte den eersten voerman echter gewel dig tegen de borst. Voortuitgaan en dat zon der hem en zoo langzaamNeen dat mocht niet. En hij kwam fluks met zjjn uitgelezen troep volbloedhengsten aandraven en in arren moe de spande hij ze achter aan den wagen en liet ze trekken in tegengestelde richting. Het resultaat laat zich denken. De last bleef waar hjj was; er was geen verwrikken aan. Wie bewondert niet het verstandig,gedrag van (Jezen onbesuisden voerman? Toen wij dit verhaal lazen in een oud fa belboek, dachten wij aan de radicale partij in Nederland en haar woordvoerder Mr. Treub. Volgens deze heeren is de liberale partij eene 23) Pierrille stond verwezen, aan zijn plaats genageld, en Placide maakte een gebaar van woede, dat hij door een vloek vergezelde. Jeantoux riep vroolijk Nummertje driol Lang zal hij leven I Nu is Millette weduwe nog voor ze getrouwd is. Kom Gautier, jongen, ik trakteer; ik betaal een flesch. Frontignan als je wilt. Kom Gautier. Kom, zeide Pierrille, en nam bedrukt Placide bij den arm, toen zij op den wog naar La Queyrie warenje kunt niet zeggen, dat ik tot de gelukki gen behoor. Het is nu uitalles is uit voor me. De Lorins zijn niet rijk genoeg om een zoo groote som voor me te betalen en de Terrades ook niet. Ik heb niets, dus zal ik moeten gaan. Wie weet, antwoordde Placide. En de keuring Ja, zeide Pierrille, de keuring. Je bent niet van het soort dat men afkeurt. Er zijn oogenblikken, dat ik het begrijpen kan Een voerman moest eens een zwaren last langs een ongebaand en steil pad brengen boven op een berg. Daartoe gebruikte hjj tal van paarden. Deze waren natuurlijk ongeljjk van aard en kracht. Er waren enkele vurige ros sen onder, die niets liever deden dan werken, steeds blakende van denzelfden ijver en die van geen vermoeienis ooit eenig spoor ver toonden. De groote meerderheid echter trok wel, maar kalmpjes aan, als begrepen ze, dat de weg nog, lang was en dat Keulen en Aken niet op één dag zijn gebouwd. Er waren er zelfs eenige, die na de minste krachtsinspan ning behoefte gevoelden een flinke poos uit te blazen, beestjes vol goeden wil maar zwak van lendenen en met weinig spierkracht in de pooten. Onze voerman, voortvareud van aard en heetgebakerd, zag op zijn beste paarden met innig welbehagen neder, ergerde zich voort durend aan den grooten hoop zjjner bezadigde medehelpers en verborg zjjne minachtig niet voor de stumpers, die in de achterhoede kwa men. Een tjjdlang beproefde hjj door allerlei middelen zjjn bespanning te bezielen met het vuur, waarvan hjj zelf gloeide, hjj trachtte gelijkmatigen gang te brengen in den arbeid, doch ten slotte ziende, dat de afgelegde weg niet in verhouding stond tot den besteden tjjd en het aantal aangespannen paarden, werd het hem te machtig. Hjj ontstak in hevigen toorn, zette de trekdieren, die hem niet aan stonden, aan den djjk en beproefde met zjjn

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 1