Zie de Sigaren-Etalage bij F. GRENDEL. Groote Voorjaars-Opruiming Scheikundig i romans 0 li AFGEPASTE COSTtM Effen en Gewerkte Zwarte Stoffen SCHENK en Zn. MEY's »STOFFWASCHE«, MEY's «STOFFWASCI1E«, ME Y's »STOFF W ASCHE«, IWMfi TiliSTS en Gewerkte Stoffen WOONHUIS, maandag 16 Februari 1891. BINNENLAND. f Openbare Verkooping PAKHUIS en ERF, WOONHUIS en ERF, Tafellakens, Servetten, Handdoeken en Laken Watertwisten 2v£. E'EETIEIEBS Tzil, Wijdstraat V <72, Gouwe C. <3, GOUDA. Aannee m-C o s t u m e s. Firma Wed. BOSMAN. Pakhuis met Bovenwoning, GOUDA, A.v. OS Az., Kleiweg E 73 en73a. Bultenlantlsch Overzicht. 3DE NIEUWE worden gedurende de eveneens tegen vermindei de prijzen UITVERKOCHT. De nog overig zijnde worden beneden FABRIEKSPRIJZEN opgeruimd. is buitengewoon sterk, elegant, in het dragen voortreffelijk öo goedkooper dan ssfo. Gangbaarste modellen. - A Verkrijgbaar te Qouda biji den .Heer C- A. B. BANTZINGER, Korte TiendewegD. 17, J. W. P. van EDE van der PALS, Markt A. 107, df direct bij MET EDLICH, „Veüsand-Gesclitlft", Leipzig-Plagwltz. met daarbjj passende GARNEERING. Geheel nieuwe Sorteering te GOUDA, DROOGLEEVER, op MAANDAG 16 FE BRUARI 1891, des mor gens te 11 aren, in het Koffiehuis «Habkohm, aan de Markt, van: KONINGIN WILHELMINA— Per Stoomboot cEtnas, Kapitein POEDERÖACH, zjjn 11 OCTOBER 1890 ran Bordeaux Terzonden Na aankomst te Amsterdam heb ik de Heeren v. HAMEL ROOS en HARMENS yerzocht die party COGNAC te onderzoeken, waarop ik deze week het onderstaand rapport ontving. Op grond der Chemische expertise, verklaren ondergeteekende dat geenerlei abnormale bestanddeelen geconstateerd zijn, en dat de COGNAC voldoet aan de eischen, welke aan het onvervalsehte handelsproduct gesteld kannen worden. Dr. va* HAMEL ROOS. Amsterdam, 15 November 1890. A. HARMENS Hz*. Het groote sacces, verkregen door het in den handel brengen van Zuivere Onvervalsehte CO ON AC (welke werkelyk Chemisch onderzocht is) gaf mjj aanleiding deze party opnieuw te laten onderzoeken. Importeur van ZUIVERE COGNAC. het waachloon voor linnengoed. wordt na het gebruik eenvoudig weggeworpen, zoodat men altyd nieuwe, uitstekend passende boorden, manchetten en voorhemdjes draagt. vervaardigd uit eene met linnen overtrokken grondstof, is van echt linnen niet te onderscheiden. QOETHE V lil F SCHILLER GOETHE p. dozijn 1.—.57. HERZOG p. dozijn fl. —.(6 AliBION p. dozijn fl.—.44. WAGNEB p. doz.-patr fl. 7 S< SCHILLER COÖTALIA P' doï^n ~'H' p. dozijn fl.-.S«. FRANKTiTI STEPHAN P- dozijn fl. -.M. p. doz.-paarfl#—.75. LINCOLN B J p. doiijn in doozen. Ook J in ZWART zeer geschikt voor Tiendeweg D. 84. ten overstaan van den No taris G. C. FORTUIJN No. 1. Een goed onderhonden, aangenaam gelegen met daarnaast gelegen OPEN PLAATS, KANTOOR, SCHUREN en BERGPLAATSEN voor Kalk en Traa, Steenkolen, Pannen en Houtwaren, en ERVEN, alles staande en liggende aan den Bleekera- singel te Wijk R. Nrs. 212 en 212a en aitkomende aan de Boelekade, met een in die kade staand Wjjk R. No. 162. De perceelen ter 'gezamenlijke grootte van 5 Aren 1 Centiare, welke in óónen koop wor den verkocht (thans gebruikt wordende voor handel in Bouwmaterialen) zjjn zeer gunstig aan de vaart gelegaf en bijzonder geschikt voor allerlei takken van handel en nijverheid. Alles te aanvaarden 1 September 1891. No. 2. Een goed onderhonden, aangenaam gelegen waarin 3 Kamers, Kenken en Zolder, in het Plantsoen, tegenover den Flnweelen Singel te Gouda, wyk C. No. 227. Te aanvaarden 1 Mei 1891. De perceelen zjjn de 3 laatste werkdagen vóór den verkoop, des namiddags van 2 tot 5 nren en op dien dag, van 's morgens 9 tot 11 aren, te bezichtigen. Nadere inlichtingen geeft Notaris FORTUIJN DROOGLEEVER voornoemd. Snelpersdruk van A. BRINKMAN en Zn. Gouda. Ml! GOUDA, 14 Februari 1891, Nu de geliefdkoosde uitspanning voor kinderen, hel touwtjespringen, weer in aantocht is, kan het volgend te Boxtel plaats gehad hebbend geval wel als oen waarschuwing dienen. Terwijl eenige kinderen zich hiermede vermaakten, werd dit zooals gewoonlijk een wedstrijd o:n het langst volhouden. Na een hevige inspanning viel het tienjarig doohtertje van 8. eensklaps bewusteloos neer en werd in dien toestand huiswaarts gebracht. {Huisgezin.) Van den onlangs gestorven Koning der Sandwich eilanden, Kalakaua I, wordt een vermakelijk voorval verhaald, hetwelk tijdens zjjn verblijf to Weenen voorviel. Wenschende ook met de vroolijke kant der Europeesoho beeohaving bekend te worden, ver liet de Koning na van de twee Ooatenrijkache ge neraals, die hem door den Keizer gedurende zijn verbljjf aldaar waren toegevoegd, afsobeid genomen te hebben, het hotel Imperial. Ras wipte Kalakaua in een rjjtuig en beval den koetsier naar het derde koffiehuis in den Prater te rijden. Daar werd, bij vrij entróe, gedanst, er. de overzeesche koning ging in eeue loge om het aehouwapel gade te slaan. In den beginne bleef Kalakaua rustig zitten, maar toen het vrij gemengde damospubliek van zijne aanwe zigheid de lucht kreeg, ontbrak het niet aan pogin gen om de aandaoht van den Koning tot zioh te trekken. Toevallig was naast zijne loge eene jonge vrouw gezeten, die wat Engelaoh kon en die het door 's Konings begeleider aangeboden glas cham pagne niet versmaadde. Kalakaua, op haar opmerk zaam gemaakt, verzocht deze feache Wienerin bij hem in de loge te komen, wal voor zjjn govolg het teeken was om den beheeischer van Hawai met zjjne nieuwe kennis alleen te laten. Natuurlijk viel dat tête a tête 'zeer in het oog, wat voor alle bloe menmeisjes eene reden was om haar geurende koop waren den galanten Koning te koop aan te bieden. De Koning kwam zichtbaar in steeds betere luim, en op eens zag het verbaasde publiek koning Kala kaua, met de jonge dame aan den arm, de loge ver laten en de zaal binnentreden, waarbij de bezitter van het café obantant Ronaoher en de dansmeester Rabensteiner de honneurs waarnamen en de noodige inlichtingen gaven, tot groot vermaak van het talrjjke publiek, dat op zjj ging en ruimte maakte. Maar het zon nog grappiger worden, want eensklaps greep de Koning zijne dame om het midden en wierp zich (pet haar in het dansgewoel. Een algemeen hoera ging door de zaal, welke teekenen van goedkeuring door den Koping met eene allerbeleefdste buiging werden beantwoord, waarop bet niet lang duurde of hij was de eenige danser. Daarna begaf de Koning zich weer in zijne loge, maar nauweljjks begon de kapelmeester met een wals van Strauss of Z, M. ver soheen weer in de zaal en engageerde eene nieuwe danseres. Geen wonder dat aan de pret van het pnbliek geen einde kwam, dat voortdurend „hoch Kalakaua!" riep. Door die bewijzen van sympathie zichtbaar gevleid, bleef de Koning in de zaal en bestelde even als elk gewoon sterveling zjjn bier. Ook aan de cotillon uit de nCloches de Corneville" nam Kalakaua deel, en het juffertje tegenover wie hij de voorgeschreven buiging mnaktê, was rood van pleizier over de haar wedervaren eer. Dit ging zoo den nacht door én de zon begon zich reeds in hot Oosten te vertoonen, toen Kala kaua het lokaal verliet en naar zijn hotel terugreed. Ongelukkig spraken de bladen van zjjn naohtelijk avontuur, wat voor den Koning zeer onaangename gevolgen heeft gehad. Want de Keizer, die hem tot dusver als een souverein behandeld had, maakte aan al de hem geschonken eerbewijzen een e'nd en beval dat de schildwachten voor het hotel zouden worden ingetrokken. Ten gevolge daarvan zonden alle personen, die de Karaehameha-orde hadden ontvangen, de erdeteekenen aan Kalakaua terug, en voor den jovialen Koning bleef nieta anders over dan zoo spoedig mogelijk Weenen te verlaten. Misschien herinneren onze lezers zich hoe, «eni gen tijd geleden, ons land hezooht werd door een drietal leden van den Parjjsehen gemeenteraad, de heeren Berry, Catriaux en Paillet, die hier en elders de stelsels van werkverschaffing aan behoeftigen onderzochten, en toen zij de inrichting onzer Maat schappij van weldadigheid leerde kennen, opgetogen waren van bewondering. Dat was 't, wat Parijs met zjjn tslrijke armen-hevolking, waarvan er toch zoo vele gaauift werken willen maar geen kans hebben weer aei™» slag te komen, noodig had. Een lijvig rapport werd door de drie heeren van hunne bevin dingen opgesteld én thans zal aan den Parijsehen gemeenteraad een som van 60,000 frs. gevraagd worden om daarmee een eerste proefneming te doen. De Assistance publique, het gemeentelijk armbestuur van Parijs bezit in verschillende provinoiën van Frank rijk landgoederen en pachthoeven meerendeels afkomstig van in 1793 verbeurd verklaarde en sinds niet teruggevorderde goederen en daaronder acht hoeven in het Marne-departement, waarvan die van „La Chalmelle» de grootste is. „La Chalmelle» zal nn naar het voorbeeld van onze weldadigheids koloniën worden ingericht. Dit landgoed was tot dusver nogal onvruchtbaar, trouwens slecht door de Assistance publique geculti veerd, onder wier beheer al die goederen, welke der gemeente Parijs behooren, stssn. De grond is moei lijk te bebouwen, doch beeft een uitgestrektheid van 128 hectaren en buitendien nog 15 hectaren bosch- grond. Men deukt er nu een twintigtal kleine huisjes te bouwen, ieder met twee hectaren grond en in ieder zal een behoeftig gezin geplaatst worden, dat eeniger mate voor den landbouw gesehikt is. In het eerste jaar zullen die gezinnen gesteund worden met een klein voorsohot en gereedschappen. Aldus zal „La Chalmelle" zelf, onder directjp van eeil gemeente- ambtenaar, een middenpunt van landbouwexploitatie worden, waar alleenloopendo behoeftigen kunnen ge plaatst worden en waar de bewoners der kleine hoeve onderricht kunnen ontvangen in het landbouwbedrijf. Na verloop van een jaar wordt elk gezin geacht op eigen wieken te drjjven. De centrale hoeve, „La Chalmelle», kan een groot getal ongehuwden herber gen en werk verschaffen. Er zullen ook een potten bakkerij en mandenmakerij aan toegevoegd worden, en zoo deze proefneming lukt zullen de overige be zittingen der „Assistance publiquedie verspreid zijn in de departementen der Seine, Seine-et-Oise, Seine- et-Marne, Eure-et-Loire, Marne, Oise en Calsades, te zamon negentig in getal, tot een waarde van 14 millioen fes. en met een oppervlakte van zes duizend hectaren, op gelijke wijze in oultnur worden gebracht ten behoeve der jjverige armen van Parjjs en ook van de departementen. Er zijn in Frankrijk het land van de twijfelaars lieden die aan don goeden uitslag dezer onder neming twijfelen, zjj die het goede voorbeeld der „Maatschappij van Weldadigheid» voor de oogen hebben, onderstellen dat ook Frankrijk zeer wel kan gelukken, wat hier met zulk een voortreffelijkeu uit slag is ondernomen. {Hbi.) In liet rijdschrift van do Nederlandsohe Maat schappij tot bevordering van nijverheid doet de heer H. Veen mededeeling van de ondervinding, door hem opgedaan van het gebruik van insectenpoeder tegen rupsen. „In het afgeloopen jaar schrijft hij plaatste ik eenige jonge en ook bijna vol- wassen rupsen van Sphinx ligustri met eenige ligus- tertakje8 in eene doos, met het doel ze op te kweeken, I doch reeds na een kleinen halven dag waren allen j dermate onwel, dat de dood er spoedig op volgde. Naar het scheen leden allen aan erge pijn in het j lichaam, te oordeelon naar het draaien en wentelen, i gepaard met eene soort sterke öiarrhee. Berst be- greep ik hier niets van, doch spoedig herinnerde j ik mij, dat in die doos een paar jaar geleden een zakje met insectenpoeder gelegen had, doch dat zij na hot breken van bedoeld zakje door mij leeg geschud en nog al tamelijk goed uitgestoft was geworden. Uit een en ander maak ik de gevolg trekking, dat wellicht een *eer dun mengsel van insectenpoeder en water, op de planten gebracht, een zeer goed middel tot verdelging van rupsen kan zijn j het was eohter te laat in het jaar om er eene //geschikte" proef van te nemen. «En nu nog iets tegen rupsen. In het afgeloopen najaar bevond ik mij te Hilversum en kwam met eftnige tuinbazen in gesprek over de scKffde, aange richt door rupsen op de rozen (byv. vau Tortrix Berginanniana.) Toen werd mij verzekerd, dat sij een heel best middel kenden om e* van verlost te geraken, doch het 'kostte heel wat moeite om dit te vernemen. Eu waarin bestond het Niets anders dan oen sterk afkooksel van vlier. Ik heb nog geen gelegonheid gehad het te 'beproeven, doch zal het achtereenvolgens doen met afkooksel van vlierbloemen, dan van vlierbladeren en ten slotte van jonge vlier- loteu, welke laatsten, naar men inij bij eene andere gelegenheid verzekerde, een vocht opleveren, dat zelfs voor raenschen doodelijk kan zijn. Natuurlijk kan ik or niets meer van zeggent doch hoop later deu uitslag van mijne proefnemingen mede te kunnen deolen. Zooveel is zeker, dat men op vlierboomen al zeer weinig rupsen aantreftik heb er nooit anders op aangetroffen dan de- rups van Urapteryx Sambucaria, en dan nog zeer zeldsaam, alleen in 't allereerste van het voorjaar, en lator de larve van de vliorbladwesp." Sedert eenige dagen zijn te Brussel geruohten in omloop over do aftreding van den minister van oor log, generaal Pontus. Als grond hiervoor worden opgegeven de mededeelingen, door oenige Belgische generaals in de „Etoile Beige" over den toestond van het leger gedaan, waardoor het beheer van den minister in een zeer ongunstig licht werd gesteld maar anderen zoeken de oorzaak in h«44e laat komen van hot esoadron huzaren, dat prins Hendrik van Pruisen bij zijne komst te Brussel moest geleiden. Hierover zijn tussohen koning Leopold en den i»i- nister scherpe woorden gewisseld, maar toch zal deze reden wel minder invloed hebben geoefend dan de eel]0e „Independence Beige» beweert te weten, dat generaal Pontus zijn ontslag reeds heeft aange vraagd en slechts zoolang het beheer zal blijven voeren, tot een opvolger &1 gevonden zjjn. Het zijl zeker niet c ema'skolijk vallen een nieuwen minister van oorlog te vinden, daar slechts weinige generaals het met de tegenwoordige militaire politiek van het kabinet eens zijn. Wordt duf! de aftreding van den minister bevestigd, dan zou de opvolger van generaal Pontus gezocht moeten worden ouder de leden der Kamer, waarvan velen ala officier hebben gediend. Het zal eohter de vraag zjjn, of ook deze officieren de politiok der regeering willen steunen. Bjj de verkiezing van een lid voor hot Lagerhuis te Northampton (vacature-Bradlaugh) werd gekozen do liberale candidaat Manfield met 5436 stommen. De unionist Germaine verkreeg 3723 stemmen. (Bjj do vorige verkiezing verkreeg Bradlaugh 4353, en zijn unionistische tegenstander 3656 stemmen.) Men begrijpt de droefheid der Gladstonoanen, dat de twist tussohen de Iereh in plaats van bijgelegd nog een beetje grooter geworden is. Dillon en O'Brien zijn, van Boulogne komende, te Folkestone gearresteerd en kunnen nu in de gevangenis kalm den verderen loop der zaak afwachten. Waarom er van do verzoening niets is gekomen? Och, wanneer men do veelheid van woorden wugnoeml, dio lot da eigenlijke zaak niets afdoen, komt men tot de over tuiging, dat Parnoll nooit verzoening heeft gewild maar zich zoo gehouden om tijd te winnen ten einde zijn positie in Ierland, die door hot beruchte proces een weinig geleden had, te herstellen. Dit schjjnt hem ook vrij wel gelukt te zijn, met uitzondering van die plaatsen, waar de Roomsche geestelijkheid veel invloed hoeft Parnell is eenvoudig bij dozelffie eisehen gehleveu, welke hij altijd heeft gesteld en zegt dat Ierland hem niet ïan missen, omdat Glad stone, ondanks alle betuigingen, geen voldoende waar borgen heeft willen geven, dat Ierland volledige Homo- Rule zal verkrijgeu, indien hij weer aan het bewind mocht komen^In een manifest aa i het Iereehe volk verklaart hij«logmaals, dat hij geen oogenblik zijn dierbaar in den steek heeft willen latan en de Iersohe belangen opofferen aan die van de Gladstoneaan- 90 MeiT'ï^st, dat de Vereeniging der Londenaohe

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 3