Bultenlanüscb Overzicht.
poetkar en paard op het droge getrokken en de kar
met de postpakketten enz. naa<- Rotterdam verroerd.
Kort daarna werd ook opgeeisoht hot lijk van den
drenkeling en op den wal neergelegd, waar het te
ll'/a uur, onder de oogen van de Ouwerschiesohe
politie, nog lag.
De Wolff was 60 jaar en gehuwd.
Men vermoedt, dat De Wolff zich wel had kunnen
redden, als hij daarin niet verhinderd was gewor
den door de drie zware jassen, die hij aan bad.
Hoe hot paard in het water is geraakt is nog een
raadsel. Men veronderstelt dat het dier is geschrokken,
en door den zwaren mist die er heerschte, van den
weg en zoo in het water is geraakt
Staten-Generaal. Eerste Kamer. Zitting
van Woensdag 18 Februari.
De kamer toont metterdaad, dat zij de Regeering
aan de kiezers endosseert, die dezen zomer hun vier
schaar zullen spannen. De hoofdstukken II (Hooge
collegiën), III (Buitenl. zaken) en IV (Justitie) wer
den zonder stemming aangenomen.
Bij hoofdstuk II wees de heer Verheyen op de
wenschelykheid van eene nieuwe ridderorde, nu de
Regeering geen Eikenkronen en Nassausche leeuWen
tot hare beschikking heeft.
Bij hoofdstuk III herinnerde de heer Cremers den
minister aan diens eigen gezegde van vóór 27 jaren,
dat buitenl. zaken behoorde te worden toevertrouwd
aan een man van ervaring, zaakkennis en tact en
tras toen zoo vriendelijk hem op grond zijnor daden
in zake de Congo en de Surinaamsche grensquaestie
het volkomen gemis te verwijten van die trits van
noodzakelijke eigenschappen. De heer Hartsen bleef
nog al kalm en zeide eenvoudig, dat vertrouwen
zich niet laat opdringen en dat hij moeilijk zoo
voetstoots kon bewijzen in het bezit te zijn der op
genoemde hoedanigheden. Het eigenlijk debat over
ae Congo-zaak werd am de Tweede Kamer over
gelaten, die de stukken gevraagd heeft. De heer
Melvill van Lyndon, die zich geroepen schijnt te
achten telkens als slippendrager der ministers op te
treden, vond het nog eens noodig het door den
minister gezegde te herhalen, schoon de minister
beter op zijn dreef was dan in de Tweede Kamer.
Bij het debat over Justitie rees er een oogenblk
twijfel, of men zich wel in de «kalme atmosfeer"
der Eerste Kamer bevond. Althans de heer Muller
dreigde een oogenblik zijn kalmte te verliezen, toen
de Minister hem in zijn vrijheidsliefde aantastte.
Doch dit was een misverstand dat voorbijging. De
afgevaardigde van Zuid-Holland had het opgenomen
voor de vrijheid op 'tgebied der coöperatie, dat
hjj van ietwat breeder standpunt beschouwde dan
doorgaans door haar bestrijders wordt ingenomen.
School ook op dit meer beperkte terrein een mis
verstand Het was vermakelijk om san te zien,
hoe de minister zijn best deed alle beteekenis te
ontnemen aan de halve toezegging, die hij in de
andere Kamer had gedaan aan hen, die zonder recht
te weten, wat zjj willen of bereiken kunnen, van
staatwege de coöperatieve vereeniging in haar vrij
heid beperkt willen zien. Het was voor den heer
Tan Kempen, die jnist toevallig op de tribune de
vergadering bijwoonde, bepaald hard om te hooren,
al kan de lof hem getroost hebben van den heer
Muller, die 't in dezen bekwamen fabrikant prees,
dat hjj in zijn handel het Eigen-hulp-beginsel zoo
juist toepaste. Overigens liet ook de Minister hem
niet j^heel onvertroost. Hij overwoog nog, maar
zou niet liohtvaardig handelen. Intussohen had zjjn
gansche betoog, met sprekende cyfers gestaafd, de
strekking om aan te toonen, dat ook zonder verkoop
aan derdea, die van zolf zeer sterk afneemt, de
winkelvereenigingen eea hooge vlucht kunnen nemen,
zoodat de gevolgtrekking voor de hand lag, dat ook
het tegengaan van dien vorkoop, afgezien nu van
het ongegronde van zulk een verbod, de nering
doenden weinig zou baten. Er is wel eenige grond
voor 'sheeren Muiters voorspelling, dat zoolang dezo
Minister aan het hoofd van het departement staat,
niets op dit gebied' zal geschieden.
De kamer deed nog eonige kleine ontwerpen af,
waaronder dat op het inkomen der krpon.
Heden voortzetting van hoofdstuk V (munenl.zaken)
waarin men bleef steken. De heer A|berda sprak
over 4e werking der onderwijswetde heer Verheyen
pleitte|voor een tweeden leerstoel voor ho#Fransch aan
een andere universiteit dan Gn^iingenen vooreelihtieuw
Leidsch Museum van Natuurl-tiistorie.Dei
wensen werd gesteund door' den heer Vir|
als Leidenaar allerlei feiten mi practische w
berde bracht. Nog leverde, de heer V*tt
een flink betoog voor het goed recht der
branding, welke in dezen ^minister geen
heeft gevonden.
aatsto
Te Leeuwarden is opgericht eatte Vereehiging
ter bevordering van da fabriekmatige zuivelbereiding
in Friesland. Het doel der vereeniging is, de fabriek
matige zuivelbereiding in Friesland te bevopjlereo,
zoowel door de wijze van bereiding te verbeteren en
meer gelijkvormigheid tej verkrijgen, als door de be
zwaren uit den weg tejruimen, die het makén ran
de hoogste prijzen voor de" oersto waar bemoeilijken.
De vereenigjug trackt;<bpar doel te bereiken door
er leden, en wol door
ng van kennis en mededeelidg van
samenwerking
1. Verbreii
ervaringen.
8. Het wi
brenging van i,
3. Bevordering van den afzet van en den handel
in Friesche fabHeksboter en kaas.
De vereeniging telt thans <1 leden, waaruit
Trjjdag a. s. een bestuur zal worden benoemd.
men van bezwaren, die de voort
in prima fabrikaat bemoeilijken
De waarheid van het gezegde, dat kleine oor
zaken dikwerf groote gevolgen hebben, werd dezer
dagen in de hofstad bevestigd.
In de kazerne der huzaren aldaar waren twee
soldaten aan het stoeien. De een zette den ander
achterna, en hem niet spoedig genoeg kunnende
inhalen, wierp hjj zijn kameraad met een Ijzeren
knoopenschaar. Dit zonder kwade bedoelingen ge
worpen projetiel kwam evenwel niet op zijn bestem
ming, maar bereikte het hoofd van den toevallig
passeerendeu adjudant-onderofficier M. en veroor
zaakte een kleine wond, welke wel pjjnljjk, maar
overigens volstrekt niet gevaarlijk was en den on-
voorzichtigen huzaar op eenige dagen politiekamer
te staan kwam.
Eenige dagen na dit gebeurde vertoonden zich
bjj den getroffene verschijnselen, welko deden denkeq
aan inwendige beleediging, en sedert is de toestand
van den patiënt, die gehuwd is en kinderen heeft,
zoodanig verergerd, dat de in consult geroepen pro
fessoren ernstig beducht zijn voor 's mans leren.
(Amet. Ct.)
Da. C. E. v. Koetsveld schrjjft in (tot «Hsagsch
Dagblad» Nog een kleine bijzondmheid uit het
leven van den Koning. Onder de)«tgave mijner
Toespraken bjj de graven van Oraiw Nassau» op
zoo treurige wjjze vertraagd, kwam my nog veel te
binnen, dat ik in ons Vorstenhui») beleefde, en
daaronder één trek, die zoo geheeljflen' overleden
Koning teekent.
Het zal weldra 86 jaren zijn, dat Ih met een paar
vrienden het Idiotengesticht oprichttkjen natuurlijk
van heinde on ver hiertoe de middq)
spreekt van zelf dat wjj daarbjj all
Koning daohten. Zoo mjjn geheugen ll
was toen jhr. de Kook zijn Thesauri
van weldadigheid. Ik vervoegde i
dezen; maar hij zeide mjj dat Zi_
alle kanten was lastig gevallen voof!'
kindergestiohten.i dat Hij
had daaraan nietje te doen.
Ik deehlo dit mjjn vrienden raedeB
grepdn toch niet verantwoord te zijg
gevraagd ha^déni
Ofschoon ik tl
don konihg stoi
MVjAg
heer Ijip
g zelf zou
4en
ijge&ihSWde
"iepen o*i
gaan» |koen dl
en zejde Bik breii|
en ffMijk ik u vool
Weinig teleui
lijk hierin berust
nog niet heen, hi
zeide«Maar h'i
Zjjn Majesteit op 'u
nog id geenerlcf
schreef ik hem,|'
rsoonlijk een
niet, anders,
n gegeven of j
ooi getal van)
zocht. Het
irst aan den
iniet bedriegt
voor Zaken
allereerst tot
jesteit zoo van
jeeshuizen en
Itijd be»loten
art) wjj ber
3W 't niet
^trekking tot'
dvfl de offi.
feuverzocht,
j die ded,
gelfeenwat
jan, niet,
dagen,
vier
hot anti
ld |>el
antw
Dttth
e den
heb ik
brief, mi
inhand tot bet door u vermelde doel te besteden,
mits er nooit een enkel woord over gesproken of iets
van publiek gemaakt worde.
Het couvert bevatto twee biljetten, elk van drie
honderd gulden.
Ik voeg hier nieta bjj, dan dat wjj het geheim
getrouw hebben bewaard. Nu beide mijn vrienden
overleden zijn en ook de koning ia ontslapen, rekende
ik rnjj daaraan niet langer gebonden.'
iij ont-j
j bracht
e coVnmiasie
it afwijzend.»
wij natuur-
Ko ik ging
Len zak en
woi rd van
lid itn den
Wjj ontvingen het eerste nummer van den eersten
jaargang van De Gevleugelde Feu, orgaan derNeder-
landache stenografen vereeniging «Willem Stolze'.
Het blad dat den In van elke maand zal verschijnen,
geredigeerd en uitgogeveu wordt door den heer
J. L. Wéry te 's-Hage, is geheel in het stenografisch
schrift stelsel Willem Stolze geschreven.
Een onzer lezers sohrqft ons dat, volgens zjjn
inlichtingen aan het stationsterrein te Venloo niet
minder dan 1083 goederenwagens te veel aanwezig
zijn, deols ongeladen. Van vele der geladen wagens
zon zelfs de plaats van bestemming onbekend zjjn.
Van zelf rjjst bjj dit bericht de vraag, of zulk
een toestand houdbaar ia. Zulk een buitengewoon
hoog cjjfer voor ééa station, terwjjl elders gebrek
aan vervoermiddelen ia, kan toch niet gehandhaafd
worden. (Bil.)
In de Zuiderzee is nog veel jja. Maandag avond
stoomde de eerate schroefboot van Muiden naar
De streek was verlaten en het was zoo donker,
dat Placide zelfs den kop van zjjne paard niet kon zien.
Coco veroorzaakte al dravend een eentonig geluid.
Somtijds deed zijn hoefslag vonken uit de steenen
spatten.
Eensklaps ble f het paard staan. Placide voelde
dat hat dier trilde onder hem en dat het zjjn kop
met een rak in den nek wierp.
Nu komt het er op aan, dacht hjj. Goed
In hetzelfde oogenblik hoorde hij het geritsel van
bladeren en het doffe geluid van een geweer dat
tegen den schouder wordt gelegd.
Goeden avond, Pierrillehoorde hij de stem
van Jeantonx roepen.
Tegelijkertijd doorkliefde eon lichtstraal de duister
nis en werd een knal gehoord, die door het bosch
klonk als een donderslag.
Placide, die gewond was, uitte een kreet en op goed
gelnk aftrekkend, loste hjj zjjn pistool in de richting,
vanwaar hjj het geluid gehoord had.
Dit alles was zoo snel in zijn werk gegaan, dat het
leek als ware er slechts één schot gelost.
Placide sprong van zijn paard, dat op de vlucht
ging en het bosch doorrende, hinnekend van angst.
De brigadier hoorde een geroochel van den kant,
waarheen hjj geschoten bad. Hij naderde.
In de schaduw wrong en kronkelde zich een mensch
onder de laatste stuimptrekkingen van den doodstrijd
losse woorden ontsnapten zijnen mondhij sloeg mei
de hiejen tegen den grond en kromp ineen als een
gewonde slang.
Placide kon ternanwornood de zwsrte gedaante zien.
Ach I de ongelukkige zeide hjj.
Hij riep
Jeantonx 1 Jeantonx 1
Hij boog zich over den ztervende heen en voelde
een hand, die hem in den arm kDeep. Hjj trachtte
zich te bevrijden van dezen greep. De hand trok hem
omlaag, om hem ter aarde te werpen het hoofd hief
zich op om hem te bjjten. Een oogenblik daarna liet
de hand los en werd er geen gelnid meer vernomen.
Placide bukte zich over het ljjk en toen, met ontzetting
terugtredend, riep hjj uit
Het oordeel is voltrokken I Ik beb hem gedood.
Doch in dat oogenblik had de wreker een afschuw
van zich 2elf.
HOOFD8TUK X.
Er was een groote beweging op La Queyrie den
dag die op dezen nacht volgde. En welk een schrik I
Cooo was alleen teruggekomen met een leeg zadel.
Men wist niet welk vreoseljjk ongelak er te betreuren
mocht zjjn.
De oude Pascal zag bleek en Catlssou beefde. Het
werd nog erger toen Mathurin kwam vertellen dat
men geweerschoton had gehoord, ginds naar den kant
van het bosch.
Ik durf wedden, zol Mathurin, dat Jesntoux do
een of andere misdaad begaan heeft. Hij had een
geweer gevraagd en ik vrees....
Hoe! riep de landbouwer uit, je wist het en
je hebt one niet gewaarschuwd. Ongelukkige.
Hjj richtte zieh met drift op, als wilde hij Mathurin
te lijf gaanmaar deze had reeda de vlocht genomen.
Tegen acht nnr kwam een kleine jongen van de
hoeve de Belles-Digues meedeelen aan vader Pascal,
dat mjjnheer Placide den naeht bjj hen hnd door
gebracht.
De grijsaard drukte het kind aan zjjn hart.
Midden in den nacht, zei de kleine, heeft mjjn
heer Placide bjj ons aangeklopt. Mijn broeder Joanny
deed open en wjjl mjjnheer Placide aan den arm
gewond was, heeft mama Franqoise hem verpleegd.
Hoe, zeide Pascal, is Placide dan gewond.
Oh, antwoordde het kind, het is niet erg. Hij
heeft gezegd dat het niets te beduiden heeft.
Vrouw, zei Pascal, ik ga naar de Bellee-Digues.
Dat is goed I zei Millette. Maar was Pierrille
niet met Placide?
Neen, antwoordde de kleine, die is ginds in
de herberg gebleven en hem scheelt niets.
Op het oogenblik, toen Pascal op weg zou gaan,
verscheen Placide, gevolgd door Joanny, den zoon
van den pachter van de Belle-Dignes.
Hjj droeg den linkerarm in een draagband.
Lorin en Millette snelden op hem toe en omhels
den hem.
(Slot volgt.)
Amsterdam nog door 2 a 21/, palm dik jjs, terwijl
de visseherlieden nog op de vlakte aan het visschen
waren en gisteren morgen zijn te Muiden drie schepen
van Amersfoort bjj den wal langs aangekomen. Van
Pampus tot aan doOranjesluizen zit nog zoo goed
als eén ijsveld, waarin hier en daar scheuren zjjn.
Het ijs is drjjveode, doch het zal nog al moeite en
gevaar opleveren om het te breken.
De Hoornsche, Enkhuizer en Hnrlinger booten
hebben getracht te varen, doch zijn wegens het vele
en zware jjs onverrichter zake teruggekeerd.
Men schrijft uit Arnhem
Naar wij vernemen zijn er alhier valsche bank
biljetten van 100 uitgegeven. Deze moeten goed
zijn nagemaakt en van do echte niot gemakkelijk
kunnen gorden' ondersoheiden. Onder de nagemaakte
is er ééni aangetroffen, gemerkt B. L. 1935, (get.)
Mees eu .Quack. Aan de ommezijde staat eohter,
in plaats' van Staatsblad, Staatsblab.
In Nederlandseh-Indië worden door den Inspec
tor van den burgerlijken geneeskundigen dienst en
j>n do vaccine voor Java en Madura op zijne in-
leetiereizen o. a. ook gegevens verzameld tbr be-
'ordeeltaig van de resultaten der koepok-iUenting
jjnder de inlandsche en Chineescho bevolking op
ava en Madur», Blijkens mededeeling Van den
iid-ijispecteur P. J. Cornelissen zijn jlaardbor voor
one 'beoordeeling van het nut der koepokinenting
aar Vjjelangrijka bijdragen geleverd. J
^kon in j 'de jaren 1885—1890 voor Java en
i „als algemeen geldende wet vastgesteld wor-
jUt' het nnfctnl pokdaligen onder de beVolking
iomgekeerd evenredig was aan het getal met
gevolg gevnccineorddh. Tc Batavia on in de
ftkon de*er plaats bi v. vindt men onder de
4Un3»che bijvulling, die (Overeenkomstig de bestaande
«palingen ott gebrniken (nadat) regelmatig op jeug
digen lecftjjdgnvaccineera wordt, ongeveer 80 pet.
met goed gevolg gev&ocineerden en 3.6 pet. pok
daligen, en tezelfder plaatse onder de Ghineescbe
bevolking, die, zooals niet bepaald tegen de vaccinatie
gekant, dan toch onverschillig is voor deze zaak en
in den regel eerst bij eene dreigende pokkenepide
mie tot vaccinatie van bet jongere geslaoht o> er-
gaat, slechts 8.5 pot. met goed gevolg gevaccineerden
en 2.3 pokdaligen. Bjjna geheel overeenkomstige
cjjfers vindt men op tal vnn andere plaatsen in
Midden- Oost-Javn.
De bovengenoemde «et wordt overal op Java en
Madnra bevestigd gevonden. Waar de koepokinen
ting onder de bevolking sedert jaren populair is
geworpen en met zorg toegepast wordt, vindt men
steeds eet groot pTocentisoh cijfer van goed gevac
cineerden gepaard gaan met een klein prooentiseh
cjjfer pokdaligen, en het omgekeerde treft men aan
in landstreken of op plaatsen waar dit eerate niet of
in mindere mate het geval is. Zeer leerzaam dion-
aangaande waren de geneeskundige inspecties in de
residentiën Soerakarta en Djocjakarta (de zooge
naamde Vorstenlanden) waar het bestuur over de
inlandsche bevolking nog geheel in handen is van
de inlandsche vorsten, en waar de koepokinenting
dientengevolge nog niet zoo regelmatig plaats vindt
en minder goed gecontroleerd wordt dan in de
Gonvernementslanden. Zoo vindt men op vele dezer
Vorstenlaadsche seholen nog 15 a 20 pet. pok
daligen onder de inlandsche sehooljeugd en slechts
40 ii 50 pot, niet goed ontwikkelde vaooineli-tee-
kens. In het oogvallend was ook het versohil van
de uitkomsten der vaocine-inspectiea in sommige
;edeelten van Madoera, waar de invloed van het
éderlandsch bestuur zieh pas korten tijd doet ge
voelen, in tegenstelling met die gedeelten van dat
eiland waar ons rechtstreekseh gezag en geljjktijdig
daarmede eene goede regeling der vaccinatie reeds
lang geleden ingevoerd zjjn.
In het rjjk van Djambi (Sumatra), dat nog geheel
onafhankelijk is, en wnar de koepokinenting nog
niet is ingevoerd, zou ongeveer de helft der bevol
king pokdalig zjjn. Men neemt zelfs aan, dat ge
middeld oen derde der ljjderc aan deze vreeseljjke
ziekte bezwjjkt. In andore nog niet aan ons
direct gezag onderworpen gewesten van den Indischen
Archipel is het niet anders gesteld, en is de pok
ziekte dikwijls een der hoofdfactoren van het niet
toenemen der bevolking in gntalstrekte.
Deze mededeeltngon strekken tot bevestiging van
de overtuiging dat de koepokinenting een krachtig
middel is om de bevolking te besohermen tegen
pokziekte en noodlottige gevolgen daarvan.
In tegenwoordigheid ran den rechtercommissaris
in het faillissement van de Parjjsohe Bank Maoé,
gehouden door Berneau, zjjn dezer dagen de brandkasten
geopend, welke de bankier in het «Crédit Lyonnais"
®n in zjjn kantoor had. In de brandkast van het
kantoor werd gevonden 489,6000 frank aan bank
papier, 80,400 frank aan goud en 1800 frank aan
zilrer, samen 530,300 frank.
ge
Ni
In de andere brandkast vond men meest effecten
en aandeelen in industrieels ondernemingen, welker
waarde op 1,000,000 frank werd geschat. Daarbij
worden hier zeer merkwaardige documenten gevon
den. Zoo o. a. bevatte de brandkast eon quitantie
van 10,000 fr., afgegeven door Berneau, voor het
geven van een plan, waardoor de man, die dit be
drag betaalde, steeds zou kunnen winnen aan de
speelbank. Het geheele bedrag werd ten behoeve
van de crediteuren, wier Vorderingen ongeveer
26j000,000 frank bedragen, door den curator in
ontvangst genomen.
Betreffende de Maandag-middag in de City te
Londen gepleegde brutale diefstal in de kantoren
van de «National Provincial Bank of England" wordt
nader gemeld:
Een bediende van de Bank van Schotland kwam
aan het loket, ten einde het geld voor een «cheque"
te ontvangen en legde, toen hij het geld zou ont
vangen, een zak met geld en papieren van waarde
naast zich op het loket. Op hetzelfde oogenblik
vervoegden zieh twee hebren bij den bediende en
vroegen hem een inlichting. Toen de bediendo zich
omkeerde om te antwoorden, pakte een per heeren
den zak met geld en verdween terstond.
Een oogenblik later, toen do bediende den diefstal
bemerkto, waren beiden reeds weg. De zak bevatte
11,000 pd. aan bankpapier en 100 pd. st. aan goud,
samen ongeveer 150,000.
Gisteren was het 30 jaar geleden, dat Gerrit Jan
Ter Woord, te Winterswijk woonachtig, wegens zijn
heldhaftig gedrag bij de expeditie in de Zuider- en
Oosterafd(eling vaa Borneo benoemd werd tot ridder
der Militaire Willemsorde 3e klasso, de orde 4e
klasse had hjj reeds voor zjjn heldenmoed in de
Westerafdeeling van Borneo verworven in 1857.
Sedert de instelling der orde op 30 April 1815
was het den 18n Februari 1861 voor het eerst.dat
een militair beneden den rang van officier Ter
Woord was sergeant der artillerie tot ridder der
3e klasse bevorderd werd.
Deze buitengewono onderscheiding heeft nog een
maal na dien tijd plaats gehad. Doch die dappere
heeft zjjn bevordering met den dood gekochtbij
kon. besluit (ld. 12 Januari 1889, no. 16, werd nl.
bepaald: «Dat in de registers van de kanselarjj
der beide Orden zal worden ingeschreven de aan
zjjn op het slagveld bekomen wonden overleden kor
poraal der infanterie van het leger in Oost-Indië
P. H. W. 8chordoll, als ridder 3e klasse der Mili
taire Willemsorde.
Sedert het bestaan der Orde hebben bijna 2900
militairen te water en te land beneden den rang
van officier zich het ridderkruis 4e klasse weten te
verwerven; van dezen is Ter Woord de eenige in
de 3e klasse bevorderd. Slechts twee Nederlanders
zjjn in een hoogere (2e klasse), nameljjk de luite
nants-generaal K. van der Heijdou en jhr. G. M.
Verspjjck, beiden ridder 2e klasse of commandeurs
der Militaire Willemsorde; terwjjl er niet meer dan
een 15tal officieren en oud-officioren zijn, (lie met
Ter Woord het ridderkruis der 3e klasse mogen
dragen. (Amt. Ct.)
Sedert drie weken wordt een tienjarig kind te
Breda, dat een kwaal aan een der beeneu heeft (de
doctoren zjjn het niet eens of het beeneter is, dan
vel kliersfoffen zjjn) behandeld naar het systeem
prof. Koch. De inspuitingen hebben in den rug
plaats, en wel om den anderen dag. Zonderling
genoeg, hebben zich nog geen versohjjnselen voorge
daan, hoewel telkenmale de hoeveelheid stof grooter
wordt; met oen milligram begonnen, werden de
laatste maal reeds 10 milligram ingespoten. Het
kind huppelt en springt vroolijk en gaat bjj goed
weer zelfs uit. Het heeft niet den minsten last van
koorts. (Dbl. v. Ned.)
Een storm ran verontwaardigings-verbazing is on
der de vrome zonen en dochteren der katholieke kerk
in België losgebarsten naar aanleiding van het adres
der werkliedenpartij aan de bisschoppen. Is het dan
ook tegenwoordig niet de verkeerde wereld? Voor
heen waron het de bisschoppen, die herderlijke ver
maningen aan de geknielde bevolking richtten, en
thans zijn het de arbeiders, die den bisschoppen
vragen stellen en manifesten aan hon uitvaardigen
Naar mon verzekert, zullen de geestelijken op deze
ongepaste demonstratie, in hun oog en in dat der
goedgcloovige kudde een daad van majesteitschennis,
niet antwoorden, wat de Rtfforme niet beleefd vindt
van deze anders zoo beleefde heeren
Waarom willen de bisschoppon niet antwoorden?
Omdat het niet past, dat deze hoofden der kerk met
gemeene arbeiders in verbinding treden? Maar kar
dinaal Manning dan En koning Leopold die de
werklieden-afgevaardigden joviaal ontving en hun de
hand schudde? Neen, zij zullen niet antwoorden,
omdat hun arbeid niet op politiek terrein ligt; hun
taak is een godsdienstige, met de politiek bemoeien
zij zich niet! Zoo ten minste beweren de clericale
bladen, die er blikbaar niets van weten, dat de ge
heele Belgische regeering eigenlek op den clerus
dryft. Bovendien is het iets anders, wanneer een
priester buiten de kerk zijn politieke meoning ken
baar maakt, dan den godsdienst gebruikt om politiek
te maken! Voor de bisschoppen evenwel is het dit
oogenblik het gemakkelijkst het antwoord schuldig
te blijven op de vraag der werkliedenpartij, en dit
zal dus wel de eigenlijke reden zijn, wanneer zy
werkelijk niet antwoorden.
Omtrent het lot van Janson's voorstel tot grond
wetsherziening valt nog niets definitiefs te voorspel
len. Neemt men den uitslag der stemmingen over
het voorstel in de afdeelingen in aanmerking, dan
staan de kansen niet gunstig. De rechterzijde is
echter verdeeld, de regeering „onthoudt zich" bij deze
hoogst gewichtige kwestie, welke toch belangrijk ge
noeg is, daar zij de grondwet van het land betreft,
dat een regeering zich daaromtrent een vast oordeel
en meening vormt.
In afwachting van de beslissing, in deze door de
regoerende partij te nemen, gaat de werkliedenparty
voort alle toebereidselen te maken voor de algemeene
werkstaking, het uiterste middel waarmede zij het
algemeen stemrecht zal trachten te veroveren, wanneer
de heer Woeste en zijn vrienden in hun koppig ver
zet volharden. Bij de progressistische partij vinden
do arbeiders ook bij dit pogen stoun. Zoo namen
de radicalen te Gent het besluit in geval van de al
gemeene werkstaking hun vrienden en party'genooten,
de werklieden, naar beste vermogen te hulp te komen.
De gegoeden onder hen zijn bereid op eigen kosten
gedurende de werkstaking een of meer arbeidersge
zinnen te onderhoudeu. Mipder rijk bedeelden wil
len werkstakenden een plaats aan hun disch inruimen.
Wanneer ook verder in het land tusaohen de pro
gressisten en werkloden zich zulk een vast solidari
teitsgevoel openbaart, zullen zich misschien ten slotte
toch nog de clericalen tweemaal bedenken, alvorens
zy een hervorming, zoo krachtig gewenscht door het
talrijkste deel der bevolking, uit bekrompen partij
belang van de hand wijzen.
Eindelijk is in het Engelsche Lagerhuis de reeds
sedert zoolang aangekondigde interpellatie over Ier
land ter sprake gekomen.
De heer John Morley, een van leiders der liberale
Home-rulersvoerde het woord en verzocht de regee
ring om inlichtingen over hetgeen voor eenige maan
den te Tipperary is gebeurd. Bij de uitzetting van
eenige wnnbetalende pachters had do politie een
volksmenigte, welke den arbeid der ambtenaren be
lemmerde, uiteengedreven. Later werden klachten
ingediend over het optreden der politie by deze
gelegenheid en deze klachten werden niet op de ge
wone wijze, maar door een bijzondere rechtbank,
bestaande uit vijf rechters, onderzocht. Daardoor wer
den deze klachten uitgemaakt, zonder dat de jury
daarbij werd gehoord.
De heer Gladstone steunde de bezwaren van den
heer Morley, welke hij „zeer gewichtig achtte", maar
na de rede van do minister voor Ierland bleef van
de bezwaren niet veel meer over. De minister toonde
aan, dat de rechtbank geheel^pvereenkomstig de wet
was gevormd en de wet bestond uit mannen, vol
komen berekend *oor hun taak, wier onpartijdigheid
zonder grond door de tegenpartij verdacht wordt
Do heer Parnell was wel tegenwoordig, maar nam
geen deel aan de discussie. Namens de nationalisten
voerde de heer M'c Carthy het woord en verklaarde
zich voor het voorstel van den heer Morley om de
handelwijze der regeering af te keuren.
De uitslag van den strijd is reeds medegedeeld.
Met 320 tegen 245 stemmen werd Morley's motie
van afkeuring verworpen.
De commissie van den Pruisischen Landdag heeft
het voorstel der Regeering om ook van de succes
sie in de rechte lyn belasting te heffen met 17
tegen 8 stemmen verworpen.
De onderhandelingen tusschen Portugal en Enge
land over de Zambezi nemen, volgens berichten uit
Lissabon, een gunstigen loop. Men zegt dat is
afgezien van het plan om oen strook land, verbin
dende de oost- met de westkust, aan Portugal te
geven, om Guogunsamaland te neutraliseeren.
De berichten uit Rio Janeiro luiden weer niet
gunstig voor de nieuwe Republiek. Zyn die be
richten wellicht niet volkomen juist, van grond ont
bloot zyn zy zeker niet, wellicht wat overdre
ven. In het leger zou een oproerige geest heer-
schen wegens gebrek aan vertrouwen op de officie
ren. Op verscheiden plaatsen des lands hadden er
onder de soldaten reeds oproeren plaats. Admiraal
Demellus had aan een feestmaal een heftigen toost
uitgebracht, waarin hy zeide, dat het onbedorven
gedeelte der Marine rekende op het onbedorven ge-