Bultenlanüscb Overzicht. poetkar en paard op het droge getrokken en de kar met de postpakketten enz. naa<- Rotterdam verroerd. Kort daarna werd ook opgeeisoht hot lijk van den drenkeling en op den wal neergelegd, waar het te ll'/a uur, onder de oogen van de Ouwerschiesohe politie, nog lag. De Wolff was 60 jaar en gehuwd. Men vermoedt, dat De Wolff zich wel had kunnen redden, als hij daarin niet verhinderd was gewor den door de drie zware jassen, die hij aan bad. Hoe hot paard in het water is geraakt is nog een raadsel. Men veronderstelt dat het dier is geschrokken, en door den zwaren mist die er heerschte, van den weg en zoo in het water is geraakt Staten-Generaal. Eerste Kamer. Zitting van Woensdag 18 Februari. De kamer toont metterdaad, dat zij de Regeering aan de kiezers endosseert, die dezen zomer hun vier schaar zullen spannen. De hoofdstukken II (Hooge collegiën), III (Buitenl. zaken) en IV (Justitie) wer den zonder stemming aangenomen. Bij hoofdstuk II wees de heer Verheyen op de wenschelykheid van eene nieuwe ridderorde, nu de Regeering geen Eikenkronen en Nassausche leeuWen tot hare beschikking heeft. Bij hoofdstuk III herinnerde de heer Cremers den minister aan diens eigen gezegde van vóór 27 jaren, dat buitenl. zaken behoorde te worden toevertrouwd aan een man van ervaring, zaakkennis en tact en tras toen zoo vriendelijk hem op grond zijnor daden in zake de Congo en de Surinaamsche grensquaestie het volkomen gemis te verwijten van die trits van noodzakelijke eigenschappen. De heer Hartsen bleef nog al kalm en zeide eenvoudig, dat vertrouwen zich niet laat opdringen en dat hij moeilijk zoo voetstoots kon bewijzen in het bezit te zijn der op genoemde hoedanigheden. Het eigenlijk debat over ae Congo-zaak werd am de Tweede Kamer over gelaten, die de stukken gevraagd heeft. De heer Melvill van Lyndon, die zich geroepen schijnt te achten telkens als slippendrager der ministers op te treden, vond het nog eens noodig het door den minister gezegde te herhalen, schoon de minister beter op zijn dreef was dan in de Tweede Kamer. Bij het debat over Justitie rees er een oogenblk twijfel, of men zich wel in de «kalme atmosfeer" der Eerste Kamer bevond. Althans de heer Muller dreigde een oogenblik zijn kalmte te verliezen, toen de Minister hem in zijn vrijheidsliefde aantastte. Doch dit was een misverstand dat voorbijging. De afgevaardigde van Zuid-Holland had het opgenomen voor de vrijheid op 'tgebied der coöperatie, dat hjj van ietwat breeder standpunt beschouwde dan doorgaans door haar bestrijders wordt ingenomen. School ook op dit meer beperkte terrein een mis verstand Het was vermakelijk om san te zien, hoe de minister zijn best deed alle beteekenis te ontnemen aan de halve toezegging, die hij in de andere Kamer had gedaan aan hen, die zonder recht te weten, wat zjj willen of bereiken kunnen, van staatwege de coöperatieve vereeniging in haar vrij heid beperkt willen zien. Het was voor den heer Tan Kempen, die jnist toevallig op de tribune de vergadering bijwoonde, bepaald hard om te hooren, al kan de lof hem getroost hebben van den heer Muller, die 't in dezen bekwamen fabrikant prees, dat hjj in zijn handel het Eigen-hulp-beginsel zoo juist toepaste. Overigens liet ook de Minister hem niet j^heel onvertroost. Hij overwoog nog, maar zou niet liohtvaardig handelen. Intussohen had zjjn gansche betoog, met sprekende cyfers gestaafd, de strekking om aan te toonen, dat ook zonder verkoop aan derdea, die van zolf zeer sterk afneemt, de winkelvereenigingen eea hooge vlucht kunnen nemen, zoodat de gevolgtrekking voor de hand lag, dat ook het tegengaan van dien vorkoop, afgezien nu van het ongegronde van zulk een verbod, de nering doenden weinig zou baten. Er is wel eenige grond voor 'sheeren Muiters voorspelling, dat zoolang dezo Minister aan het hoofd van het departement staat, niets op dit gebied' zal geschieden. De kamer deed nog eonige kleine ontwerpen af, waaronder dat op het inkomen der krpon. Heden voortzetting van hoofdstuk V (munenl.zaken) waarin men bleef steken. De heer A|berda sprak over 4e werking der onderwijswetde heer Verheyen pleitte|voor een tweeden leerstoel voor ho#Fransch aan een andere universiteit dan Gn^iingenen vooreelihtieuw Leidsch Museum van Natuurl-tiistorie.Dei wensen werd gesteund door' den heer Vir| als Leidenaar allerlei feiten mi practische w berde bracht. Nog leverde, de heer V*tt een flink betoog voor het goed recht der branding, welke in dezen ^minister geen heeft gevonden. aatsto Te Leeuwarden is opgericht eatte Vereehiging ter bevordering van da fabriekmatige zuivelbereiding in Friesland. Het doel der vereeniging is, de fabriek matige zuivelbereiding in Friesland te bevopjlereo, zoowel door de wijze van bereiding te verbeteren en meer gelijkvormigheid tej verkrijgen, als door de be zwaren uit den weg tejruimen, die het makén ran de hoogste prijzen voor de" oersto waar bemoeilijken. De vereenigjug trackt;<bpar doel te bereiken door er leden, en wol door ng van kennis en mededeelidg van samenwerking 1. Verbreii ervaringen. 8. Het wi brenging van i, 3. Bevordering van den afzet van en den handel in Friesche fabHeksboter en kaas. De vereeniging telt thans <1 leden, waaruit Trjjdag a. s. een bestuur zal worden benoemd. men van bezwaren, die de voort in prima fabrikaat bemoeilijken De waarheid van het gezegde, dat kleine oor zaken dikwerf groote gevolgen hebben, werd dezer dagen in de hofstad bevestigd. In de kazerne der huzaren aldaar waren twee soldaten aan het stoeien. De een zette den ander achterna, en hem niet spoedig genoeg kunnende inhalen, wierp hjj zijn kameraad met een Ijzeren knoopenschaar. Dit zonder kwade bedoelingen ge worpen projetiel kwam evenwel niet op zijn bestem ming, maar bereikte het hoofd van den toevallig passeerendeu adjudant-onderofficier M. en veroor zaakte een kleine wond, welke wel pjjnljjk, maar overigens volstrekt niet gevaarlijk was en den on- voorzichtigen huzaar op eenige dagen politiekamer te staan kwam. Eenige dagen na dit gebeurde vertoonden zich bjj den getroffene verschijnselen, welko deden denkeq aan inwendige beleediging, en sedert is de toestand van den patiënt, die gehuwd is en kinderen heeft, zoodanig verergerd, dat de in consult geroepen pro fessoren ernstig beducht zijn voor 's mans leren. (Amet. Ct.) Da. C. E. v. Koetsveld schrjjft in (tot «Hsagsch Dagblad» Nog een kleine bijzondmheid uit het leven van den Koning. Onder de)«tgave mijner Toespraken bjj de graven van Oraiw Nassau» op zoo treurige wjjze vertraagd, kwam my nog veel te binnen, dat ik in ons Vorstenhui») beleefde, en daaronder één trek, die zoo geheeljflen' overleden Koning teekent. Het zal weldra 86 jaren zijn, dat Ih met een paar vrienden het Idiotengesticht oprichttkjen natuurlijk van heinde on ver hiertoe de middq) spreekt van zelf dat wjj daarbjj all Koning daohten. Zoo mjjn geheugen ll was toen jhr. de Kook zijn Thesauri van weldadigheid. Ik vervoegde i dezen; maar hij zeide mjj dat Zi_ alle kanten was lastig gevallen voof!' kindergestiohten.i dat Hij had daaraan nietje te doen. Ik deehlo dit mjjn vrienden raedeB grepdn toch niet verantwoord te zijg gevraagd ha^déni Ofschoon ik tl don konihg stoi MVjAg heer Ijip g zelf zou 4en ijge&ihSWde "iepen o*i gaan» |koen dl en zejde Bik breii| en ffMijk ik u vool Weinig teleui lijk hierin berust nog niet heen, hi zeide«Maar h'i Zjjn Majesteit op 'u nog id geenerlcf schreef ik hem,|' rsoonlijk een niet, anders, n gegeven of j ooi getal van) zocht. Het irst aan den iniet bedriegt voor Zaken allereerst tot jesteit zoo van jeeshuizen en Itijd be»loten art) wjj ber 3W 't niet ^trekking tot' dvfl de offi. feuverzocht, j die ded, gelfeenwat jan, niet, dagen, vier hot anti ld |>el antw Dttth e den heb ik brief, mi inhand tot bet door u vermelde doel te besteden, mits er nooit een enkel woord over gesproken of iets van publiek gemaakt worde. Het couvert bevatto twee biljetten, elk van drie honderd gulden. Ik voeg hier nieta bjj, dan dat wjj het geheim getrouw hebben bewaard. Nu beide mijn vrienden overleden zijn en ook de koning ia ontslapen, rekende ik rnjj daaraan niet langer gebonden.' iij ont-j j bracht e coVnmiasie it afwijzend.» wij natuur- Ko ik ging Len zak en woi rd van lid itn den Wjj ontvingen het eerste nummer van den eersten jaargang van De Gevleugelde Feu, orgaan derNeder- landache stenografen vereeniging «Willem Stolze'. Het blad dat den In van elke maand zal verschijnen, geredigeerd en uitgogeveu wordt door den heer J. L. Wéry te 's-Hage, is geheel in het stenografisch schrift stelsel Willem Stolze geschreven. Een onzer lezers sohrqft ons dat, volgens zjjn inlichtingen aan het stationsterrein te Venloo niet minder dan 1083 goederenwagens te veel aanwezig zijn, deols ongeladen. Van vele der geladen wagens zon zelfs de plaats van bestemming onbekend zjjn. Van zelf rjjst bjj dit bericht de vraag, of zulk een toestand houdbaar ia. Zulk een buitengewoon hoog cjjfer voor ééa station, terwjjl elders gebrek aan vervoermiddelen ia, kan toch niet gehandhaafd worden. (Bil.) In de Zuiderzee is nog veel jja. Maandag avond stoomde de eerate schroefboot van Muiden naar De streek was verlaten en het was zoo donker, dat Placide zelfs den kop van zjjne paard niet kon zien. Coco veroorzaakte al dravend een eentonig geluid. Somtijds deed zijn hoefslag vonken uit de steenen spatten. Eensklaps ble f het paard staan. Placide voelde dat hat dier trilde onder hem en dat het zjjn kop met een rak in den nek wierp. Nu komt het er op aan, dacht hjj. Goed In hetzelfde oogenblik hoorde hij het geritsel van bladeren en het doffe geluid van een geweer dat tegen den schouder wordt gelegd. Goeden avond, Pierrillehoorde hij de stem van Jeantonx roepen. Tegelijkertijd doorkliefde eon lichtstraal de duister nis en werd een knal gehoord, die door het bosch klonk als een donderslag. Placide, die gewond was, uitte een kreet en op goed gelnk aftrekkend, loste hjj zjjn pistool in de richting, vanwaar hjj het geluid gehoord had. Dit alles was zoo snel in zijn werk gegaan, dat het leek als ware er slechts één schot gelost. Placide sprong van zijn paard, dat op de vlucht ging en het bosch doorrende, hinnekend van angst. De brigadier hoorde een geroochel van den kant, waarheen hjj geschoten bad. Hij naderde. In de schaduw wrong en kronkelde zich een mensch onder de laatste stuimptrekkingen van den doodstrijd losse woorden ontsnapten zijnen mondhij sloeg mei de hiejen tegen den grond en kromp ineen als een gewonde slang. Placide kon ternanwornood de zwsrte gedaante zien. Ach I de ongelukkige zeide hjj. Hij riep Jeantonx 1 Jeantonx 1 Hij boog zich over den ztervende heen en voelde een hand, die hem in den arm kDeep. Hjj trachtte zich te bevrijden van dezen greep. De hand trok hem omlaag, om hem ter aarde te werpen het hoofd hief zich op om hem te bjjten. Een oogenblik daarna liet de hand los en werd er geen gelnid meer vernomen. Placide bukte zich over het ljjk en toen, met ontzetting terugtredend, riep hjj uit Het oordeel is voltrokken I Ik beb hem gedood. Doch in dat oogenblik had de wreker een afschuw van zich 2elf. HOOFD8TUK X. Er was een groote beweging op La Queyrie den dag die op dezen nacht volgde. En welk een schrik I Cooo was alleen teruggekomen met een leeg zadel. Men wist niet welk vreoseljjk ongelak er te betreuren mocht zjjn. De oude Pascal zag bleek en Catlssou beefde. Het werd nog erger toen Mathurin kwam vertellen dat men geweerschoton had gehoord, ginds naar den kant van het bosch. Ik durf wedden, zol Mathurin, dat Jesntoux do een of andere misdaad begaan heeft. Hij had een geweer gevraagd en ik vrees.... Hoe! riep de landbouwer uit, je wist het en je hebt one niet gewaarschuwd. Ongelukkige. Hjj richtte zieh met drift op, als wilde hij Mathurin te lijf gaanmaar deze had reeda de vlocht genomen. Tegen acht nnr kwam een kleine jongen van de hoeve de Belles-Digues meedeelen aan vader Pascal, dat mjjnheer Placide den naeht bjj hen hnd door gebracht. De grijsaard drukte het kind aan zjjn hart. Midden in den nacht, zei de kleine, heeft mjjn heer Placide bjj ons aangeklopt. Mijn broeder Joanny deed open en wjjl mjjnheer Placide aan den arm gewond was, heeft mama Franqoise hem verpleegd. Hoe, zeide Pascal, is Placide dan gewond. Oh, antwoordde het kind, het is niet erg. Hij heeft gezegd dat het niets te beduiden heeft. Vrouw, zei Pascal, ik ga naar de Bellee-Digues. Dat is goed I zei Millette. Maar was Pierrille niet met Placide? Neen, antwoordde de kleine, die is ginds in de herberg gebleven en hem scheelt niets. Op het oogenblik, toen Pascal op weg zou gaan, verscheen Placide, gevolgd door Joanny, den zoon van den pachter van de Belle-Dignes. Hjj droeg den linkerarm in een draagband. Lorin en Millette snelden op hem toe en omhels den hem. (Slot volgt.) Amsterdam nog door 2 a 21/, palm dik jjs, terwijl de visseherlieden nog op de vlakte aan het visschen waren en gisteren morgen zijn te Muiden drie schepen van Amersfoort bjj den wal langs aangekomen. Van Pampus tot aan doOranjesluizen zit nog zoo goed als eén ijsveld, waarin hier en daar scheuren zjjn. Het ijs is drjjveode, doch het zal nog al moeite en gevaar opleveren om het te breken. De Hoornsche, Enkhuizer en Hnrlinger booten hebben getracht te varen, doch zijn wegens het vele en zware jjs onverrichter zake teruggekeerd. Men schrijft uit Arnhem Naar wij vernemen zijn er alhier valsche bank biljetten van 100 uitgegeven. Deze moeten goed zijn nagemaakt en van do echte niot gemakkelijk kunnen gorden' ondersoheiden. Onder de nagemaakte is er ééni aangetroffen, gemerkt B. L. 1935, (get.) Mees eu .Quack. Aan de ommezijde staat eohter, in plaats' van Staatsblad, Staatsblab. In Nederlandseh-Indië worden door den Inspec tor van den burgerlijken geneeskundigen dienst en j>n do vaccine voor Java en Madura op zijne in- leetiereizen o. a. ook gegevens verzameld tbr be- 'ordeeltaig van de resultaten der koepok-iUenting jjnder de inlandsche en Chineescho bevolking op ava en Madur», Blijkens mededeeling Van den iid-ijispecteur P. J. Cornelissen zijn jlaardbor voor one 'beoordeeling van het nut der koepokinenting aar Vjjelangrijka bijdragen geleverd. J ^kon in j 'de jaren 1885—1890 voor Java en i „als algemeen geldende wet vastgesteld wor- jUt' het nnfctnl pokdaligen onder de beVolking iomgekeerd evenredig was aan het getal met gevolg gevnccineorddh. Tc Batavia on in de ftkon de*er plaats bi v. vindt men onder de 4Un3»che bijvulling, die (Overeenkomstig de bestaande «palingen ott gebrniken (nadat) regelmatig op jeug digen lecftjjdgnvaccineera wordt, ongeveer 80 pet. met goed gevolg gev&ocineerden en 3.6 pet. pok daligen, en tezelfder plaatse onder de Ghineescbe bevolking, die, zooals niet bepaald tegen de vaccinatie gekant, dan toch onverschillig is voor deze zaak en in den regel eerst bij eene dreigende pokkenepide mie tot vaccinatie van bet jongere geslaoht o> er- gaat, slechts 8.5 pot. met goed gevolg gevaccineerden en 2.3 pokdaligen. Bjjna geheel overeenkomstige cjjfers vindt men op tal vnn andere plaatsen in Midden- Oost-Javn. De bovengenoemde «et wordt overal op Java en Madnra bevestigd gevonden. Waar de koepokinen ting onder de bevolking sedert jaren populair is geworpen en met zorg toegepast wordt, vindt men steeds eet groot pTocentisoh cijfer van goed gevac cineerden gepaard gaan met een klein prooentiseh cjjfer pokdaligen, en het omgekeerde treft men aan in landstreken of op plaatsen waar dit eerate niet of in mindere mate het geval is. Zeer leerzaam dion- aangaande waren de geneeskundige inspecties in de residentiën Soerakarta en Djocjakarta (de zooge naamde Vorstenlanden) waar het bestuur over de inlandsche bevolking nog geheel in handen is van de inlandsche vorsten, en waar de koepokinenting dientengevolge nog niet zoo regelmatig plaats vindt en minder goed gecontroleerd wordt dan in de Gonvernementslanden. Zoo vindt men op vele dezer Vorstenlaadsche seholen nog 15 a 20 pet. pok daligen onder de inlandsche sehooljeugd en slechts 40 ii 50 pot, niet goed ontwikkelde vaooineli-tee- kens. In het oogvallend was ook het versohil van de uitkomsten der vaocine-inspectiea in sommige ;edeelten van Madoera, waar de invloed van het éderlandsch bestuur zieh pas korten tijd doet ge voelen, in tegenstelling met die gedeelten van dat eiland waar ons rechtstreekseh gezag en geljjktijdig daarmede eene goede regeling der vaccinatie reeds lang geleden ingevoerd zjjn. In het rjjk van Djambi (Sumatra), dat nog geheel onafhankelijk is, en wnar de koepokinenting nog niet is ingevoerd, zou ongeveer de helft der bevol king pokdalig zjjn. Men neemt zelfs aan, dat ge middeld oen derde der ljjderc aan deze vreeseljjke ziekte bezwjjkt. In andore nog niet aan ons direct gezag onderworpen gewesten van den Indischen Archipel is het niet anders gesteld, en is de pok ziekte dikwijls een der hoofdfactoren van het niet toenemen der bevolking in gntalstrekte. Deze mededeeltngon strekken tot bevestiging van de overtuiging dat de koepokinenting een krachtig middel is om de bevolking te besohermen tegen pokziekte en noodlottige gevolgen daarvan. In tegenwoordigheid ran den rechtercommissaris in het faillissement van de Parjjsohe Bank Maoé, gehouden door Berneau, zjjn dezer dagen de brandkasten geopend, welke de bankier in het «Crédit Lyonnais" ®n in zjjn kantoor had. In de brandkast van het kantoor werd gevonden 489,6000 frank aan bank papier, 80,400 frank aan goud en 1800 frank aan zilrer, samen 530,300 frank. ge Ni In de andere brandkast vond men meest effecten en aandeelen in industrieels ondernemingen, welker waarde op 1,000,000 frank werd geschat. Daarbij worden hier zeer merkwaardige documenten gevon den. Zoo o. a. bevatte de brandkast eon quitantie van 10,000 fr., afgegeven door Berneau, voor het geven van een plan, waardoor de man, die dit be drag betaalde, steeds zou kunnen winnen aan de speelbank. Het geheele bedrag werd ten behoeve van de crediteuren, wier Vorderingen ongeveer 26j000,000 frank bedragen, door den curator in ontvangst genomen. Betreffende de Maandag-middag in de City te Londen gepleegde brutale diefstal in de kantoren van de «National Provincial Bank of England" wordt nader gemeld: Een bediende van de Bank van Schotland kwam aan het loket, ten einde het geld voor een «cheque" te ontvangen en legde, toen hij het geld zou ont vangen, een zak met geld en papieren van waarde naast zich op het loket. Op hetzelfde oogenblik vervoegden zieh twee hebren bij den bediende en vroegen hem een inlichting. Toen de bediendo zich omkeerde om te antwoorden, pakte een per heeren den zak met geld en verdween terstond. Een oogenblik later, toen do bediende den diefstal bemerkto, waren beiden reeds weg. De zak bevatte 11,000 pd. aan bankpapier en 100 pd. st. aan goud, samen ongeveer 150,000. Gisteren was het 30 jaar geleden, dat Gerrit Jan Ter Woord, te Winterswijk woonachtig, wegens zijn heldhaftig gedrag bij de expeditie in de Zuider- en Oosterafd(eling vaa Borneo benoemd werd tot ridder der Militaire Willemsorde 3e klasso, de orde 4e klasse had hjj reeds voor zjjn heldenmoed in de Westerafdeeling van Borneo verworven in 1857. Sedert de instelling der orde op 30 April 1815 was het den 18n Februari 1861 voor het eerst.dat een militair beneden den rang van officier Ter Woord was sergeant der artillerie tot ridder der 3e klasse bevorderd werd. Deze buitengewono onderscheiding heeft nog een maal na dien tijd plaats gehad. Doch die dappere heeft zjjn bevordering met den dood gekochtbij kon. besluit (ld. 12 Januari 1889, no. 16, werd nl. bepaald: «Dat in de registers van de kanselarjj der beide Orden zal worden ingeschreven de aan zjjn op het slagveld bekomen wonden overleden kor poraal der infanterie van het leger in Oost-Indië P. H. W. 8chordoll, als ridder 3e klasse der Mili taire Willemsorde. Sedert het bestaan der Orde hebben bijna 2900 militairen te water en te land beneden den rang van officier zich het ridderkruis 4e klasse weten te verwerven; van dezen is Ter Woord de eenige in de 3e klasse bevorderd. Slechts twee Nederlanders zjjn in een hoogere (2e klasse), nameljjk de luite nants-generaal K. van der Heijdou en jhr. G. M. Verspjjck, beiden ridder 2e klasse of commandeurs der Militaire Willemsorde; terwjjl er niet meer dan een 15tal officieren en oud-officioren zijn, (lie met Ter Woord het ridderkruis der 3e klasse mogen dragen. (Amt. Ct.) Sedert drie weken wordt een tienjarig kind te Breda, dat een kwaal aan een der beeneu heeft (de doctoren zjjn het niet eens of het beeneter is, dan vel kliersfoffen zjjn) behandeld naar het systeem prof. Koch. De inspuitingen hebben in den rug plaats, en wel om den anderen dag. Zonderling genoeg, hebben zich nog geen versohjjnselen voorge daan, hoewel telkenmale de hoeveelheid stof grooter wordt; met oen milligram begonnen, werden de laatste maal reeds 10 milligram ingespoten. Het kind huppelt en springt vroolijk en gaat bjj goed weer zelfs uit. Het heeft niet den minsten last van koorts. (Dbl. v. Ned.) Een storm ran verontwaardigings-verbazing is on der de vrome zonen en dochteren der katholieke kerk in België losgebarsten naar aanleiding van het adres der werkliedenpartij aan de bisschoppen. Is het dan ook tegenwoordig niet de verkeerde wereld? Voor heen waron het de bisschoppen, die herderlijke ver maningen aan de geknielde bevolking richtten, en thans zijn het de arbeiders, die den bisschoppen vragen stellen en manifesten aan hon uitvaardigen Naar mon verzekert, zullen de geestelijken op deze ongepaste demonstratie, in hun oog en in dat der goedgcloovige kudde een daad van majesteitschennis, niet antwoorden, wat de Rtfforme niet beleefd vindt van deze anders zoo beleefde heeren Waarom willen de bisschoppon niet antwoorden? Omdat het niet past, dat deze hoofden der kerk met gemeene arbeiders in verbinding treden? Maar kar dinaal Manning dan En koning Leopold die de werklieden-afgevaardigden joviaal ontving en hun de hand schudde? Neen, zij zullen niet antwoorden, omdat hun arbeid niet op politiek terrein ligt; hun taak is een godsdienstige, met de politiek bemoeien zij zich niet! Zoo ten minste beweren de clericale bladen, die er blikbaar niets van weten, dat de ge heele Belgische regeering eigenlek op den clerus dryft. Bovendien is het iets anders, wanneer een priester buiten de kerk zijn politieke meoning ken baar maakt, dan den godsdienst gebruikt om politiek te maken! Voor de bisschoppen evenwel is het dit oogenblik het gemakkelijkst het antwoord schuldig te blijven op de vraag der werkliedenpartij, en dit zal dus wel de eigenlijke reden zijn, wanneer zy werkelijk niet antwoorden. Omtrent het lot van Janson's voorstel tot grond wetsherziening valt nog niets definitiefs te voorspel len. Neemt men den uitslag der stemmingen over het voorstel in de afdeelingen in aanmerking, dan staan de kansen niet gunstig. De rechterzijde is echter verdeeld, de regeering „onthoudt zich" bij deze hoogst gewichtige kwestie, welke toch belangrijk ge noeg is, daar zij de grondwet van het land betreft, dat een regeering zich daaromtrent een vast oordeel en meening vormt. In afwachting van de beslissing, in deze door de regoerende partij te nemen, gaat de werkliedenparty voort alle toebereidselen te maken voor de algemeene werkstaking, het uiterste middel waarmede zij het algemeen stemrecht zal trachten te veroveren, wanneer de heer Woeste en zijn vrienden in hun koppig ver zet volharden. Bij de progressistische partij vinden do arbeiders ook bij dit pogen stoun. Zoo namen de radicalen te Gent het besluit in geval van de al gemeene werkstaking hun vrienden en party'genooten, de werklieden, naar beste vermogen te hulp te komen. De gegoeden onder hen zijn bereid op eigen kosten gedurende de werkstaking een of meer arbeidersge zinnen te onderhoudeu. Mipder rijk bedeelden wil len werkstakenden een plaats aan hun disch inruimen. Wanneer ook verder in het land tusaohen de pro gressisten en werkloden zich zulk een vast solidari teitsgevoel openbaart, zullen zich misschien ten slotte toch nog de clericalen tweemaal bedenken, alvorens zy een hervorming, zoo krachtig gewenscht door het talrijkste deel der bevolking, uit bekrompen partij belang van de hand wijzen. Eindelijk is in het Engelsche Lagerhuis de reeds sedert zoolang aangekondigde interpellatie over Ier land ter sprake gekomen. De heer John Morley, een van leiders der liberale Home-rulersvoerde het woord en verzocht de regee ring om inlichtingen over hetgeen voor eenige maan den te Tipperary is gebeurd. Bij de uitzetting van eenige wnnbetalende pachters had do politie een volksmenigte, welke den arbeid der ambtenaren be lemmerde, uiteengedreven. Later werden klachten ingediend over het optreden der politie by deze gelegenheid en deze klachten werden niet op de ge wone wijze, maar door een bijzondere rechtbank, bestaande uit vijf rechters, onderzocht. Daardoor wer den deze klachten uitgemaakt, zonder dat de jury daarbij werd gehoord. De heer Gladstone steunde de bezwaren van den heer Morley, welke hij „zeer gewichtig achtte", maar na de rede van do minister voor Ierland bleef van de bezwaren niet veel meer over. De minister toonde aan, dat de rechtbank geheel^pvereenkomstig de wet was gevormd en de wet bestond uit mannen, vol komen berekend *oor hun taak, wier onpartijdigheid zonder grond door de tegenpartij verdacht wordt Do heer Parnell was wel tegenwoordig, maar nam geen deel aan de discussie. Namens de nationalisten voerde de heer M'c Carthy het woord en verklaarde zich voor het voorstel van den heer Morley om de handelwijze der regeering af te keuren. De uitslag van den strijd is reeds medegedeeld. Met 320 tegen 245 stemmen werd Morley's motie van afkeuring verworpen. De commissie van den Pruisischen Landdag heeft het voorstel der Regeering om ook van de succes sie in de rechte lyn belasting te heffen met 17 tegen 8 stemmen verworpen. De onderhandelingen tusschen Portugal en Enge land over de Zambezi nemen, volgens berichten uit Lissabon, een gunstigen loop. Men zegt dat is afgezien van het plan om oen strook land, verbin dende de oost- met de westkust, aan Portugal te geven, om Guogunsamaland te neutraliseeren. De berichten uit Rio Janeiro luiden weer niet gunstig voor de nieuwe Republiek. Zyn die be richten wellicht niet volkomen juist, van grond ont bloot zyn zy zeker niet, wellicht wat overdre ven. In het leger zou een oproerige geest heer- schen wegens gebrek aan vertrouwen op de officie ren. Op verscheiden plaatsen des lands hadden er onder de soldaten reeds oproeren plaats. Admiraal Demellus had aan een feestmaal een heftigen toost uitgebracht, waarin hy zeide, dat het onbedorven gedeelte der Marine rekende op het onbedorven ge-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2