Bnltenlandsch Overzicht.
Ook het Kabinet Mackay wordt heftig bestreden.
Allerhande schrikbeeld is aan hot volk voorgesteld
van eene regeering der rechtengde. O. a. sou een
stelsel van uitsluiting worden gevolgd. Dit heelt
echter juist de tegenpartij jarenlang gedaan. Ja
Thorbeoke heeft zelfb tal van ambtenaars gedwongen
tot heengaan. Daaronder S commissarissen des Ko-
niugs in de provincie. Een burgeroorlog tou komen.
Maar juist is de bestaande strijd, uit der liberalen
schoolstelsel (voortgekomen, voor een goed deel geëin
digd. En dit op eene wijse, waarvan Mr. van Gen
nep dezer dagen in de Eerste Kamer verklaarde, dat
zij gansch niet streed met het liberale beginsel.
Van al die sombere voorspellingen is niets uitge
komen. Thans is echter de groole grief gebrek aan
werkzaamheid bjj dit Kabinet. Terwijl overvloed van
werk voorhanden is; tal van maatregelen worden
voorbereidde meeste hervormingen reeds vroeger
door liberaleu hadden kunnen rijn tot stand gebracht
de val van dit Kabinet alleen nieuwe vertraging
veroorzaken zal. Ook Mr. Buys getnigt, dat ai
mocht dit Kabinet alleen slagen met het oplossen
van de schoolkwestie en de militaire kwestie, het
aanspraak zal verworven hebben „op een oervollen
naam in onze parlementaire geschiedenis" enz.
Ook over den geest, waarin gewerkt wordt, kan
niet worden geklaagd. Zelfs de wetsontwerpen, die
meer eene politieke kleur dragen, kunnen van libe
rale zijde worden gesteund. Voor de schoolwet was
bet grootste deel der liberalen. De stedenwet werd
gesteund door de heeren Veegens, Kerdijk en Van
Houten. De vaccinewet strekt om terug te komen
tot hetgeen ook de Minister Geertsema wilde, gelijk
bet Kabinet zich eveneens op dien liberalen Minister
ter zake opheffing der theol. faculteit beroepen kan.
Dit alles is niet voleind. De antirevolutionairen
hebben juist voortdurend gezegd, dat zij, in tegen
stelling van der liberalen eenzijdigheid, eene politiek
wenschten te volgen, die voor het gansche volk aan
nemelijk was.
En als dit Kabinet valt, wat zal dan in de plaats
treden? Zelfs in de oppositie hebben de liberalen
niet tot eenheid kunnen komen. Hnn ongeschikt
heid om straks als Kabinet op te treden wordt dan
ook erkend door mannen als Prof. Bays en de heer
Kransen v. d. Putte. Treffend is der liberalen ge
brek aan eenheid uitgekomen in het onlangs ge
houden 6 daagsch debat in de Tweede Kamer. In
1865 waren 5 dagen te weinig om het verschil
tnsschen liberalen en conservatieven te vinden,
in 1891 waren 6 dagen te kort om der liberalen
eenheid te ontdekken.
Twee punten, meende Mr. Borgesins toch te
kunnen noemen, waaromtrent men het eens was
^progressieve inkomstenbelasting" en „leerplicht."
Maar omtrent het eerste werd liij tot de orde ge
roepen door den heer Rooseboom, en wat het laatste
betreft, bevatte juist de „Tijdspiegel" van Januari
een pleidooi van Mr. Egssell tegen leerplicht, met
herinnering aan het vóór enkele jaren door de
Juristenvereeniging genomen besluit, die zich even
eens daartegen had verklaard.
De „liberale partij" zal tot ontbinding moeten
komen, ons politieke leven zal er bij winnen. Aan
ons, antirevolutionairen, heeft men verweten een
„monsterverbond" te hebben aangegaand. i. een
verbond met verloochening onzer beginselen. Thans
echter schijnen do Roomschen juist zich tegen ons
te keeren van wege onze onverzettelijkheid. Maar
geweest zijn, en moet mij steeds weer vragen, is het
geen droom Een droom het geluk bereikt te heb
ben, waarnaar ik zoolang gezucht en verlangd heb
En dan voel ik naar den ring dien gij mij op onze
verlovingsdag gaf en die onze trouwring zal worden.
Hoe lang zou het geduurd hebben of dit slot zou
een nieuwe meesteres in de gade van mijn zoon
gevonden hebben, denk dus niet dat ik het met een
zwaar hart verlaat. Ik ben er steeds gelukkig ge
weest met mijne kinderen en nu krjjg ik een geluk
dat ik gedacht had niet meer te zullen bereiken.
En nu verbeeld u Hans, dikwijls ben ik voor
mijn geluk bang omdat het mjj te groot toeschijnt,
en het is mjj alsof het mij slechts geleend is voor
korten tjjd, als was de zon opgegaan om plotseling
voor mij te verdwijnen en mij in bet donker alleen
te laten.
Ziet ge, zoo is het in 't leven is men arm,
dan wenscht. men zich een schat, en heeft men hem
gekregen, dan is men bang hem te verliezen. Dat
is misschien op de wijze van een gierigaard, maar
gierig wordt men licht als men iets van waarde
bezit.
Toch is mij het hart te zwaar om te schertsen,
zwaarder is het mij evenwel nogom u het waar
om te schrijven. Maar het moet zoo zijn, en ik
mag het u niet verzwijgen, hoewel ik over alle
middelen nagedacht heb, die mij er een grond voor
zouden kunnen geven a van het volgende onkundig
te laten.
de liberaleu loopen gevaar te komen tot wat men
ten onrechte ons verweten heeft, als zij den moed
blijven missen tot scheiding der heterogene elemen
ten over te gaan.
Er is iets beters te doen dan maar te strijden,
om het eene Ministerie voor, en het andere na,
ten val te brengen. Laten wjj ons klaar en duidelijk
omtrent onze beginselen uitspreken. Dat doe elke
party.
Te meer omdat, naar het zich laat aanzien, de
eerste jaren telkens Kabinetten op eene coalitie zullen
moeten rusten. Niet céne groep kan de meerderheid
op den duur vormen.
Men spreokt thans ook van een hervormingspartij
die moet ontstaau. De «N. Rott. Ct." behandelt
deze zaak eenvoudig. Die partij is er' reeds. En
wel.... de groote liberale partij! Antirevolutionairen
zijn „aartsvijanden" van allen vooruitgang. Tooh
sprak Dr. A. Pierson in „Oudere Tjjdgenooten" van
„een liberate partij die liefst alles bij het oude laat,"
Voorts is het wat gevaarlijk in het algemeen eene
hervormingspartij te willen zjjn. Het komt er op
aan in welken zin. Dezer dagen ried Mr. Van Hou
ten aan, de verkiezingen voortaan op Zondag te
houden. En als gewezen was op het bezwaar, dat
hieruit voor velen volgen zou, zeide straks de ver
slaggever van de Amsterdammer op even zuiveren als
oppervlakkigen toon, dat slechts de vraag was, wal
meer moest wegen, het maagbezwaar van den een,
af het gemoedsbezwaar van deu ander. Met zulke
hervorming is dezerzijds weinig aan te vangen.
Toch dwingt wel het antirevolutionair beginsel
voortdurend het oog voor wijziging geopend ta hou
den. God is niet een God van stilstand. We heb
ben het kleed te veranderon naar gelang van den
groei der maatschappij en de ontwikkeling der om
standigheden. En zoo moet dan ook door ons gestreden
worden voor een sociale vertegenwoordiging, verbete
ring van onze sociale toestanden, terwjjl spr. daarbij
opkwam tegen de onedele verdachtmaking van het
aanstaand sociaal congres door Mr. Kerdijkvoor
scheiding van kerk en staatniet, gelijk dezer da
gen gezegd is, ter witleder doleerendekerken,maar
aanvaard door Groen reed» in 1882 opheffing van
de theelogische faculteit aan de Overbeids-univer-
siteitec, mede door Groen gewild, en bevordering
van vrij booger onderwijs. Nadat achtereenvolgens
deze eunten breeder door den sprebker waren toe
gelicht eindigde hij met er op te wijzen, dat juist
op die wjjze het best de eonheid onder de zonen
van hetzelfde vaderland bevorderd worden zou.
Staten-Oeneraal. Eehste Kam». Zitting
van Zaterdag 21 Februari.
Bij de voortgezette behandeling van het ontwerp,
vaststellende bepalingen tot bescherming van rijks-
waterstaatswerken, betwistte de heer Vlielander Hein
de levensvatbaarheid der wet, wjjl daarin niet het
regeeringsgezag wordt vastgesteld over de in de wet
genoemde objecten.
Nadat do heeren L. van Nispen, van Lijuden, van
Swinderen en Insinger verschillende bedenkingen
hadden geopperd, constateerde de minister van wa
terstaat dat deze wet feitelijk den bestaanden toestand
sanctioneert.
Zjj bejogt geen verscherping van strafDepalingen
en zal naar de verzekering des ministers mild
en ruim toegepast worden.
Voor dijkvallen en oeverafschuivingen in Zeeland
Spoedig na mijn aankomst op Kirchberg, als de
I eerste, stormachtige vreugde van mijne kinderen
j over de terugkeer hunner „oude" moeder voorbij
was, nam ik beiden mede in mijn boudoir en ver-
I telde hen met een van geluk overvloeiend hart, van
I onze verloving.
Fred, zette eerst een lang gezicht en groote oogen,
maar dit duurde slechts een oogenblik, daarna om
armde hij mij en zeide op zijn trouwhartig toon
„Geluk ermêe, lief moedertje 1 zult we! het
best weten, wat gij doet, niot waar P En een flinke
man is de stiefpapa toch zeker. Ja daarvoor meen
ik uw goeden smaak te goed te kennen 1"
Ik wist dat mijn kind zoo spreken zou, maar tooh
maakto zijne woorden mjj gelukkig en lachend
'wendde ik mij nu naar de andere zijde om Sol,
mijne dochter, mijn trots, te hooren.
Sol echter stond doodsbleek, als vastgeworteld
voor mij. Zij zag mij met hare groote oogen aan
en voegde mij toon harde, zeer harde woorden toe
over de dwaasheid van eene oude vrouw, van de
ontrouw der weduwe aan haar dooden man, die zjj
in 't leven geacht had, van winzuchtige bedoelingen,
die u, u godreven hadden, eene zooveel oudere
vrouw te huwen, en
In het begin stond ik als verlamd onder deu
stortvloed van verwijtende woorden, toen wees ik
naar de deur „Gal" sprak ik.
En zjj ging, zonder mjj aan te zien en ik had
zal de mogelijkheid van exoeptioneele bepalingen
worden nagegaan.
Het ontwerp werd hierop aangenomen met 28
tegen 15 stemmen.
Als naar gewoonte kwamen bij da begrooting van
Waterstaat zeer verschillende belangen ter sprake.
De heer Prins was het, die uiting gaf aan de klaohten
over de exploitatie der spoorwegen. Wjj hoorden
daarbjj met reel klem verzekeren, dat de regeling
in dezen winter allerellendigst was geweost, en dat
die veel beter had kunnen zijn, maar zij kunnen
niet zeggen een bjjzonder helder licht over do moei
lijkheden te hebben zien opgaan. In het buitenland
was het zooveel beter gegaanals do heer Prins het
zegt, zal het wel zoo wezen, repliceerde de heer
Meinesz sceptisch, die zjjn redenen had niet dieper
in het onderwerp in te gaan. Ook wij betwijfelen
dio stoute verzekering. Elders neemt bjj gesloten
water het spoorvervoer niet zoo enorm toe als bjj
ons, omdat elders het vervoer te water zoo groot
niet is, maar men behoefHe bjjv.^in den wintertijd
de bladen uit de Rjjnprovinoie slechts in te zien,
om overtuigd te worden, hoe ernstig do klachten daar
waren over de Staatsexploitatie.
De minister stelde in hat licht, dat het onmogelijk
is materieel en personeel te hebben, berekend voor
het buitengewone verkeer van dezen winter, maar
boiendien, dat men in zulke tjjden te worstelen
heeft met ziekten van het personeel, waardoor men
zjjn toevlucht moet nemen tot minder geoefenden.
En zoo ook thans in de verwarring nog geen vol
komen orde u gekomen, ia dit ook niet vreemd,
daar de fouten lang nawerken, waar het gewone ver
keer niet stilstaat.
De heer Wertheim kwam met weinig succes op
voor het personeel der telegrafie, dat bjj de post
ambtenaren achterstaat in de schatting der admi
nistratie.
Wjj vermelden nog het pleidooi van den heer
Nebbens Sterling, die zich sis gemakkelijk spreker
deed kennen, voor jjsopruiming op de Nieuwe Mer-
wede ten opziohte waarvan de ongekend gunstige
afloop der ijsbezetting in dezen winter niet tot zor
geloosheid mag stemmee; den aandrang van meer
dan óen zjjde met kracht en denkelijk niet vruch
teloos gebezigd, om bjj de beperking van Zondagsdienst
bjj post en telegrafie niet te ver te gaan; eindelijk
een belangwekkende discussie over de verzekering
van arbeiders tegen ongevallen bjj rjjkswerkon.
Het hoofdstuk werd zonder stemming aangenomen,
zoodat voor beden nog de koloniale begrootingen
orerbljjven.
Men schrjjft u" de Haag aan het Handeltblad
Toen in de laatste dagen de pers bjj haar verslag
over de tentoonstelling op het Dramak den naam van
Dejjsselhof noemde, wiens „vissollen" rn aquarellen
eene openbaring schenen, vroeg iedereenwie is die
onbekende De Haagsche kroniekschrijver kan daar
op antwoord geven. Een twaalftal jaren geleden zag
de bekendo kunstschilder jbr. Heemskerk van Beets
in Overjjsel ten boerenjongen op een hofstee zulke
merkwaardige dingen naar de natuur teekenon, dat
bij in die knaap een kunstenaar meendo te ontdekken.
Het boertje wildo niets liever dan teekonen, en zoo
kwam Dejjsselhof, voortgeholpen door Heemskerk,
op het Haagsche Teekenacademie, waar bjj zich be
kwaamde voor het diploma M'. (middelbaar onderwijs
en het toekenen). Het „boertje" toekende verwonder-
een zeer slechten nacht. Van morgen vroeg bracht
men mij een briefte van haar van den volgenden
inhoud
„Ik zal en wil de tweede echtgenoot mjjner
moeder nooit zien en verzoek om de toestemming,
naar de zuster van mjjn overleden en onvergeteljjken
vader te vertrekken.
Sol."
Ik schreef onder deze regelen met een bedroefd
hart
„Het verzoek is toegestaan." Verder niets.
Weinig tjjd later, rolde het rijtuig dat baar naar
het station bracht, uit de poort. Fred, kwam neer
slachtig tot mjj en zeide
„Zjj is wog, moeder I Eu zij bleef bij haar ge
voelen, onveranderlijk, onverbiddelijk 1
Dat is dus voorbjj. Ik heb geen dochter meer,
en mijn geluk heeft reeds een offer verlangd.
Fred, laat u
groeten en u zeggen, hoezeer hjj er naar verlangt
u te leeren kennen.
Xenia.
Hans von Weiber was in welstand naar Kiroh-
berg overgekomen, voorloopig onder den titel van
gast des huizes, want ter golegenheid van de opening
der jacht zou de verloving bekend gemaakt worden .-
allee was dus nog een geheim dat alleen maar aan
den jongen vorst en zijn zuster bekend was.
(Wordt vervolgd.}
lük goed, gooobelde de exacte wetonsohappen in etn
ommezien in zijn bol en legde een praohiig examen
af. Toen hjj terugkwam en men hem vroeg hoe het
geweest was, antwoordde hjj leukweg „Best I Daar
is niks aan, hoor 1"
De vlugge teekenaar werd kort daarop leeraar aan
een inrichting van openbaar onderwjjs te Amsterdam
en menige zwaarhoofd vreesde reeds, dat de weten
schap de kunst verstikt had, toen Dejjsselhof dezer
dagen hot tegendeel kwam bewijzen.
In het Zondagsblad leest men een huweljjk door
de courant is doorgaans nu juist niet iets, zou men
zeggen, wat onder poëtische omstandigheden wordt
aangegaan. Zielen, die elkander per advertentie
moeten zoajten en vinden, kunnen moeiljjk verwant
en zullen zeker niet hooggestemd ziju.
Maar men kan ook op eene andere, inderdaad
voor onzen on-romantischen tjjd nog al poëtische
wjjze „door de courant" aan elkander komen. Altijd
in het „redactioneel gedeelte."
Stel, dat een gevoelvol dichteresje haren arbeid,
die onder een paar eenvoudige initialen in het
letterkundig gedeelte van het dagblnd of in het
weekblad verschijnt, ziet opgemorkt door een oompo-
nist, van grooteren aanleg voorloopig nog dan van
naam, die zjjn talent aan haar t dent beproeft en hare
dichterlijke gedachten op zjjno muziok zet.
Vandaar tot een bescheiden bezoek aan het redac
tie-bureau is maar óóne schrede. De rol, met het
op muziek gezette versje, wordt overhandigd en het
verzoek gedaan om als trait d'union te willen dienen
tussehen componist en dichter.
De initialen worden nnmeljjk eerst als die van
„een hoer» opgevat.
Op een ingezonden dankbrief der dichteres, on
der handhaving der anonymiteit en voorloopig ook
van het vermeende masculinum, komt dan al spoedig
eene aanvrage om den juisteu naam en het adres te
mogen weten. Uit eene aangeknoopte corresponden
tie ontstaat eene persoonlijke kennismaking, die beide
partjjen eerst oen weinig verrast natuurlijk, doch die
medevalt, de luidjes nader tot elkander brengt, al
inniger en inniger wordt en ten slotte tot een
huweljjk leidt.
Zietdaar, slechts in zeer vluehtigen en dorren om
trek aangeduid, óók een huwelijk «door de courant",
een vrjj zeldzaam exemplaar zeker.
Welnu, juist om dezer zeldzaamheid wille vinden
we vrjjheid onzon lezers te vertellen, dat we dezer
dagou een zeer opgewekten en dankbaren brief kregen
van een paartje, dat elkaar op deze wijze in ons
Zondagsblad heeft gevonden, een huwelijk dus,
waarbij wjj een onbewuste en onschuldige middelaars-
rol hebben gespeeld en waarbij we eigenljjk 't
heeft aan het paar trouwens niet gelegen 1 als ge
tuige hadden moeten tegenwoordig zijn.
„Wjj groeten u en uw Zondagsblad, dat ons tot
Zondagskinderen heeft gomoakt," dus besloot de bruid
haar schrijven.
Ondervindingen on brieven van dezen aard zijn te
zeldzaam in het leven van een journalist, dan dat
hjj 't is zoo zjjn eenige wjjze van zich te kunnen
uiten er niet.een berichtje van zou maken,
een ditmaal, dat eindigt met eenen harteljjken ge-
lukwensch, bjj wjjze van toost op het bruiloftsmaal.
Uit Londen wordt van 11 dezer geschreven
Gisteren op Vastenavond hier „shrove-tuesday"
geheeten is volgens het oude gebruik in alle
gezinnen en restaurants de maaltjjd met een schotel
pannekoeken besloten. Deze gewoonte is ook in de
groote openbare soholen ingevoerd. In de West
minster-school bestaat in verband met den Vasten
avond een curieus oud gobruik. Nadat de ochtend-
schoolljjd ofgeloopeq is, komen alle scholieren in
de groote hall bijeen, waar de groote eikenhouten
tafel met het zwarto boek en de roede, die tot het
straffen der scholieren gebruikt wordt, staat. De
„monitors" der school kiezen door het lot twaalf
stevige jongens uit, die zich in het midden der hall
plaatsen, dicht onder een ijzeren stang, die van den
eenen muur naar den andoren reikt. De klok
luidt en, gevolgd door een kok met een wit voor
schoot voor, treedt de provoost binnen, in zwart ge
waad, met den zilveren sehoolsoepter op den schouder.
Op oen teeken plaatst de kok zioh met de braad
pan, waarin eon bruin gebakken pannekoek blinkt,
voor de ijzeren stang, balanceert zjjn pan een oogen
blik en werpt dan den inhoud over do stang in de
hoogte. Als de koek op den grond valt, werpen de
jongens zioh daaropeen hoop schreeuwende, hoes
tende, veohtende jongens rollen over den vloer. Plot
seling klinkt eene halfverstikte stem „ik heb hem",
en de kluwen ontwikkelt zioh, om deu overwinnaar,
met den koek in flarden gescheurd in de hand, het
opstaan gemakkelijk te maken. Hjj is erg toegetakeld,
precies als de elf, die er met niets zjjn afgekomen,
maar zijne belooning is eene blanke gouden guinje.
De geheele school heeft 's namiddags vacantia.
Bier op de Philippijnen. Volgens mededeeling van
den consul der Vereenigde Staten te Manilla wordt
er op de Philippjjnsohe eilanden tamelijk veel bier
gedronken, daar deze drank, volgens oordeel van de
aldaar wonende Europeanen, een voorbehoedmiddel
is tegen het afmattendo klimaat. Aangezien de zeden
en gewoonten der Europeanen door de hoogere klasse
der inboorlingen worden nagebootst, is het bier ook
daarom zoo gewild, omdat het wegens ziju hoogen
prijs (8 0 .50 per hslve flesch) als een aristocratische
drank beschouwd wordt; iemand die zjjneu gasten
geen bier voorzet, wordt dan ook niet gerekend tot
den boogaren stand te behooren. Het grootste ge
deelte van het geïmporteerde bier komt uit Engeland.
Ongeveer een jaar geleden is op de Philppijnsche
eilanden de eerste bierbouwerij opgericht, waarin
een kapitaal gestoken werd van U 50,000.
Volgens den „Börsen Courier" van Berlijn zal op
de dit jaar plaats hebbende internationale electrioi-
teits-t6ntoonstelling te Frankfort a/M. een groote
kabelluchtbol worden benut om het verschillend ge
bruik aan to toonrn, dat bij do luchtscheepvaart van
de electriciteit wordt gemaakt. De ballon zal ingericht
zij n om tien personen te doen opstijgenhot windas
dat voor het oplaten en neerhalen dient, zal door
electrioiteit worden bewogen, een telefoondraad zal
het schuitje met den grond verbinden en eene elec-
trische lamp zal bij nachtelijke opstijging het om
liggend terrein verlichten, Ook zullen tijdens de
tentoonstelling proeven worden gouomen met het be
sturen van ballons door electriciteit en met het langs
eleetrischen weg bereiden van waterstofgas, zooals
dit thans ook te Meudon in de werkplaatsen van het
Fransche leger plaats heeft.
In Amerika, waar de eleotrische spoor- en tram
wegen reeds een beduidende lengte in kilometers be
slaan, is men in den laatsten tjjd ook op het denk
beeld gekomen, de electriciteit dienstbaar te maken
aan het vervoer van brieven en drukwerken. Te
Boston heeft zich voor dat doel reeds een maat
schappij gevormd, en de voorloopigo resultaten waren
lang niet onbevredigend. De inrichting bestaat uit
tweo boren elkander aangebrachte ijzeren rails, waar-
tusschen de „wagen" op wielen zich voortbeweegt.
Die wagen heeft den vorm van een groot projectiel,
met een doorsnedo van 25 cM. on een lengte van
3.5 meter. Op afstanden van ongeveor 2 meter zijn
over de goheele lengte van de baan draadspoelen van
ongeveer 30 cM. doorsnede aangebracht, die ieder 9
kilo koperdraad van 2 mM. dikte bevatten. Door die
inrichting wordt de wagen op het oogenblik dat hij
met zijn spits toeloopeud oinde in zulk een spoel
komt, in den door de rails loopenden eleotrischen
stroom gebracht, en zoodra het middeldeel de spoel
raakt weder uit den stroomkring gevoerd, met een
kracht, die voldoende is om hem tot de volgende
spoel te brengen, waar dan weder hetzelfde plaats
vindt, zoodat de wagen op die wjjze de geheele baan
afloopt. De palen, waarop de rails rusten, ziju slechts
1 tot l'/i meter hoog, zoodat de wogen op elk punt
van den wog gemakkelijk te bereiken is. De wagen
bevat op yersoheiden plaatsen ijzeren deurtjes, waarin
men de postpakketten kan doen.
De proefbann te Boston heeft een lengte van 900
M., met verscheiden kronkelingen en hellingen. De
wagen legt dien weg af in l'/> minuut, doch men
hoopt bjj minder geaccidenteerd terrein de snelheid
te kunnen opvoeren tot miestens 3 kilometor per
minuut. Tot het leveren van den eleetrischen stroom
gebruikt men een dynamomachine, die door een
stoommachine van 20 paardenkracht in beweging
wordt gebracht.
Natuurljjk valt er, als san elke nieuwe uitvin
ding, ook hier nog veel te verbeteren en te ver
eenvoudigen vóór de eleotrische post algemeen dienst
baar kan worden gesteld, doch de ondernemers, met
den electro-teohnicus prof. Dolbear aan het hoofd,
beweren dat hun uitvinding binnen weinig jaren het
algemeen gebruikte middel voor postvervoer zal zijn.
(Amst Ct.)
Een vjjf-jarig knaapje heeft door zjjn tegenwoor
digheid van geest zichzelf en zijne beiden jongeren
zusjes bet leven gered. Te Miersdorp bjj Königs-
Wusterbausen, was de koetsier Gniidig met zijn
vrouw uitgegaan, terwjjl zij hunne kinderen alleen
'thuis hadden achtergelaten. Om den tjjd door te
brengen gingen de kleinen aan het knikkeren, en
per ongeluk viel daarbij een der knikkers onder
het ledikant. Intusschen was de duisternis ingeval
len, en hoe hot jongejje ook zocht, hij kon zjju
knikker niet terug vinden, Nu had hjj wel eens
van zijne ouders gezien, dat die in donker met een
brandende lucifer naar iets zochten. Spoedig had
hjj het lucifersdoosje bemachtigd, een stokje aange
stoken, en hiermee kroop hjj onder het bed, doch
daar vatte eenig stroo, dat uit een matras hing,
vlam, waardoor zoo'n walm ontstond, dat de knaap
bjjna was gestikt. Hjj kroop echter dadeljjk onder
het ledikant vandaan, pakte zusje op,, dat metstra-
lende oogjes naar de vlammen stond te kijken, en
bracht het kind naar buiten. Hierop snelde hjj weer
naar binnen om zijn jougste zusje, dat in een kin
derwagen lag te slapen, te redden, en toen dit ge
lukt was, putte hjj in den tuin een emmertje water
om het vuur te blusschen. Inmiddels hadden eenige
buren het gevaar bemerkt, en nu was spoedig de
vuurgloed gedqpfjl.
Een curieuss toepassing van het premiestelsel,
werd dezer dagen in Engeland in prnktjjk gebracht.
Pearson's Journal, een weekblad, had behoefte aan
abonnó's, en deed nu week aan week, aan het hoofd
der eerste pagina, de volgende aankondiging ver
schijnen „Onze premieeene vrouw en honderd
pond rente." Verder in het blad vond men de bij
zonderheden. De heer Pearson en zijn vrouw, zelf
eeu jong en gelukkig getrouwd paar, wilden het ge
luk der menschheid en van hun blad op de vol
gende wijze bevorderen. Zij kozen een jong meisje
uit, dat inderdaad heel wat physieke en moreele
goede eigenschappen bezat; zij vergunden haar een
man te kiezen uit de abonnó's en waarborgden haar
honderd pond 'sjaars uit de opbrengst van Pear
son's Journal.
Er kwamen een menigte pri tendenten. Gewezen
officieren van de zee- en landmacht, gewezen amb
tenaren uit Britsoh-Indië, en vooral een overgroot
aantal Angükaansche predikanten. Uit do aanvra
gers deed de familie Hearson eerst een zekere keus
en zond er dan iederen middag een naar het jonge
meisje en hare moeder, die in eene voorstad van
Londen woonden, om te gaan theedrinken. Hec
toliters thee ponden bjj ponden koekjes werden op
die wijze verorberd. Maar het meisje kon geen
keus vinden; tie volmaakte echtgenoot, dienzij wensebte,
kwam niet.
Na eenige maanden liot do heer Pearson over den
uitslag niet ontevreden, de aankondiging verdwijnen.
„Hetgeen mij het meest genoegen doet," zeide hjj,
„is, eene volmaakte vrouw ontdekt te hebben, zoo
volmaakt, dat geen man harer waardig is." Hetgeen
hem nog meer genoegen need, was wellicht, de hon
derd pond 'sjaars te kunnen uitzuinigen en het
gewenscht aantal abonnó's gewonnen te hebben.
Bij de nieuwe leening voor Duitschland en het
koninkrijk Pruisen is, voor voover tot dusver bekend,
voor dertigmaal het gevraagde bedrag ingeschreven.
Gevraagd werden 200,000,000 Mark voor het Duitsche
Rijk en 250,000,000 Mark voor het koninkrijk Prui
sen. Het grootste gedeelte dezer som werd natuur
lijk aangeboden door de Berlijnsche bankiers, die,
naar men beweeït, alloen voor twaalfmaal het ge
vraagde bedrag inschreven, maar toch toonden ook
andere landen groote deelneming, en werd ook in
Nederland, België, Engeland en Oostenrijk voor een
aanzienlijk bedrag ingeschreven.
De inschrijving was op Vrijdag opengesteld van
's morgens 9 tot 's avonds 5 uur. Ten einde in
vloed te oefenen op den koers werden te Berlijn de
onzinnigste geruchten verspreid. Eerst werd ter
Berlijnsche beurze verteld, dat keizer Wilhelm ernstig
ziek was geworden en voor geruimen tijd naar Italië
ging, terwijl hij het regentschap aan ziju broeder
prins Hendrik zou opdragen. Van de beurs drong
het gerucht ook door tot het Huis van Afgevaar
digden en zoo kwam het ook den minister van finan
ciën, den heer Miquel ter ooro. De minister haastte
zich om, bij de behandeling der inkomstenbelasting,
waarmede de Pruisische Kamer nog bezig is, ter
stond zgn afkeuring over dergelijke handelwijzen
uit te spreken. Tevens verklaarde de heer Miquel,
dat het gerucht geheel ongegrond was.
Behalve het gerucht van 's kiezers ziekte, dat ook
te Weenen door do »Neue Freie Presse" werd ver
spreid, deden te Berlijn nog tal van andere dergelijke
praatjes de ronde. Zoo o. a. verspreidde zich ook
het gerucht, dat keizerin Frederik te Parijs door het
volk beleedigd zou zgn en dat president Gamot zgn
ontslag had genomen, Op last van den minister
van financiën werden terstond deze geruchten tegen
gesproken, maar toch bleven ze niet geheel zonder
invloed.
Wat de gezondheid des keizers betreft, verzekert
de /Nationale Zeitung," dut deze niets te wenschen
laat. Trouwens Donderdagmiddag was er diner ten
hove, Vrijdagochtend maakte de keizer zijn gewonen
rit in den //Thiergarten" en 's avonds woonde hij
het jaarlijksche feestmaal bij van de Brandenburgsche
prorinciale staten, waar Wilhelm, evenals ten vorigen
jare, weer een toespraak hield. Er bestaat dan ook
geen twijfel, af het gerucht van 's kiezers ziekte
heeft zgn oorsprong aan de leening te danken.
Omtrent bovengenoemde rede aan de Branden
burgers wordt het volgende gemeld.