Bnltenlandsch Overzicht. Ook het Kabinet Mackay wordt heftig bestreden. Allerhande schrikbeeld is aan hot volk voorgesteld van eene regeering der rechtengde. O. a. sou een stelsel van uitsluiting worden gevolgd. Dit heelt echter juist de tegenpartij jarenlang gedaan. Ja Thorbeoke heeft zelfb tal van ambtenaars gedwongen tot heengaan. Daaronder S commissarissen des Ko- niugs in de provincie. Een burgeroorlog tou komen. Maar juist is de bestaande strijd, uit der liberalen schoolstelsel (voortgekomen, voor een goed deel geëin digd. En dit op eene wijse, waarvan Mr. van Gen nep dezer dagen in de Eerste Kamer verklaarde, dat zij gansch niet streed met het liberale beginsel. Van al die sombere voorspellingen is niets uitge komen. Thans is echter de groole grief gebrek aan werkzaamheid bjj dit Kabinet. Terwijl overvloed van werk voorhanden is; tal van maatregelen worden voorbereidde meeste hervormingen reeds vroeger door liberaleu hadden kunnen rijn tot stand gebracht de val van dit Kabinet alleen nieuwe vertraging veroorzaken zal. Ook Mr. Buys getnigt, dat ai mocht dit Kabinet alleen slagen met het oplossen van de schoolkwestie en de militaire kwestie, het aanspraak zal verworven hebben „op een oervollen naam in onze parlementaire geschiedenis" enz. Ook over den geest, waarin gewerkt wordt, kan niet worden geklaagd. Zelfs de wetsontwerpen, die meer eene politieke kleur dragen, kunnen van libe rale zijde worden gesteund. Voor de schoolwet was bet grootste deel der liberalen. De stedenwet werd gesteund door de heeren Veegens, Kerdijk en Van Houten. De vaccinewet strekt om terug te komen tot hetgeen ook de Minister Geertsema wilde, gelijk bet Kabinet zich eveneens op dien liberalen Minister ter zake opheffing der theol. faculteit beroepen kan. Dit alles is niet voleind. De antirevolutionairen hebben juist voortdurend gezegd, dat zij, in tegen stelling van der liberalen eenzijdigheid, eene politiek wenschten te volgen, die voor het gansche volk aan nemelijk was. En als dit Kabinet valt, wat zal dan in de plaats treden? Zelfs in de oppositie hebben de liberalen niet tot eenheid kunnen komen. Hnn ongeschikt heid om straks als Kabinet op te treden wordt dan ook erkend door mannen als Prof. Bays en de heer Kransen v. d. Putte. Treffend is der liberalen ge brek aan eenheid uitgekomen in het onlangs ge houden 6 daagsch debat in de Tweede Kamer. In 1865 waren 5 dagen te weinig om het verschil tnsschen liberalen en conservatieven te vinden, in 1891 waren 6 dagen te kort om der liberalen eenheid te ontdekken. Twee punten, meende Mr. Borgesins toch te kunnen noemen, waaromtrent men het eens was ^progressieve inkomstenbelasting" en „leerplicht." Maar omtrent het eerste werd liij tot de orde ge roepen door den heer Rooseboom, en wat het laatste betreft, bevatte juist de „Tijdspiegel" van Januari een pleidooi van Mr. Egssell tegen leerplicht, met herinnering aan het vóór enkele jaren door de Juristenvereeniging genomen besluit, die zich even eens daartegen had verklaard. De „liberale partij" zal tot ontbinding moeten komen, ons politieke leven zal er bij winnen. Aan ons, antirevolutionairen, heeft men verweten een „monsterverbond" te hebben aangegaand. i. een verbond met verloochening onzer beginselen. Thans echter schijnen do Roomschen juist zich tegen ons te keeren van wege onze onverzettelijkheid. Maar geweest zijn, en moet mij steeds weer vragen, is het geen droom Een droom het geluk bereikt te heb ben, waarnaar ik zoolang gezucht en verlangd heb En dan voel ik naar den ring dien gij mij op onze verlovingsdag gaf en die onze trouwring zal worden. Hoe lang zou het geduurd hebben of dit slot zou een nieuwe meesteres in de gade van mijn zoon gevonden hebben, denk dus niet dat ik het met een zwaar hart verlaat. Ik ben er steeds gelukkig ge weest met mijne kinderen en nu krjjg ik een geluk dat ik gedacht had niet meer te zullen bereiken. En nu verbeeld u Hans, dikwijls ben ik voor mijn geluk bang omdat het mjj te groot toeschijnt, en het is mjj alsof het mij slechts geleend is voor korten tjjd, als was de zon opgegaan om plotseling voor mij te verdwijnen en mij in bet donker alleen te laten. Ziet ge, zoo is het in 't leven is men arm, dan wenscht. men zich een schat, en heeft men hem gekregen, dan is men bang hem te verliezen. Dat is misschien op de wijze van een gierigaard, maar gierig wordt men licht als men iets van waarde bezit. Toch is mij het hart te zwaar om te schertsen, zwaarder is het mij evenwel nogom u het waar om te schrijven. Maar het moet zoo zijn, en ik mag het u niet verzwijgen, hoewel ik over alle middelen nagedacht heb, die mij er een grond voor zouden kunnen geven a van het volgende onkundig te laten. de liberaleu loopen gevaar te komen tot wat men ten onrechte ons verweten heeft, als zij den moed blijven missen tot scheiding der heterogene elemen ten over te gaan. Er is iets beters te doen dan maar te strijden, om het eene Ministerie voor, en het andere na, ten val te brengen. Laten wjj ons klaar en duidelijk omtrent onze beginselen uitspreken. Dat doe elke party. Te meer omdat, naar het zich laat aanzien, de eerste jaren telkens Kabinetten op eene coalitie zullen moeten rusten. Niet céne groep kan de meerderheid op den duur vormen. Men spreokt thans ook van een hervormingspartij die moet ontstaau. De «N. Rott. Ct." behandelt deze zaak eenvoudig. Die partij is er' reeds. En wel.... de groote liberale partij! Antirevolutionairen zijn „aartsvijanden" van allen vooruitgang. Tooh sprak Dr. A. Pierson in „Oudere Tjjdgenooten" van „een liberate partij die liefst alles bij het oude laat," Voorts is het wat gevaarlijk in het algemeen eene hervormingspartij te willen zjjn. Het komt er op aan in welken zin. Dezer dagen ried Mr. Van Hou ten aan, de verkiezingen voortaan op Zondag te houden. En als gewezen was op het bezwaar, dat hieruit voor velen volgen zou, zeide straks de ver slaggever van de Amsterdammer op even zuiveren als oppervlakkigen toon, dat slechts de vraag was, wal meer moest wegen, het maagbezwaar van den een, af het gemoedsbezwaar van deu ander. Met zulke hervorming is dezerzijds weinig aan te vangen. Toch dwingt wel het antirevolutionair beginsel voortdurend het oog voor wijziging geopend ta hou den. God is niet een God van stilstand. We heb ben het kleed te veranderon naar gelang van den groei der maatschappij en de ontwikkeling der om standigheden. En zoo moet dan ook door ons gestreden worden voor een sociale vertegenwoordiging, verbete ring van onze sociale toestanden, terwjjl spr. daarbij opkwam tegen de onedele verdachtmaking van het aanstaand sociaal congres door Mr. Kerdijkvoor scheiding van kerk en staatniet, gelijk dezer da gen gezegd is, ter witleder doleerendekerken,maar aanvaard door Groen reed» in 1882 opheffing van de theelogische faculteit aan de Overbeids-univer- siteitec, mede door Groen gewild, en bevordering van vrij booger onderwijs. Nadat achtereenvolgens deze eunten breeder door den sprebker waren toe gelicht eindigde hij met er op te wijzen, dat juist op die wjjze het best de eonheid onder de zonen van hetzelfde vaderland bevorderd worden zou. Staten-Oeneraal. Eehste Kam». Zitting van Zaterdag 21 Februari. Bij de voortgezette behandeling van het ontwerp, vaststellende bepalingen tot bescherming van rijks- waterstaatswerken, betwistte de heer Vlielander Hein de levensvatbaarheid der wet, wjjl daarin niet het regeeringsgezag wordt vastgesteld over de in de wet genoemde objecten. Nadat do heeren L. van Nispen, van Lijuden, van Swinderen en Insinger verschillende bedenkingen hadden geopperd, constateerde de minister van wa terstaat dat deze wet feitelijk den bestaanden toestand sanctioneert. Zjj bejogt geen verscherping van strafDepalingen en zal naar de verzekering des ministers mild en ruim toegepast worden. Voor dijkvallen en oeverafschuivingen in Zeeland Spoedig na mijn aankomst op Kirchberg, als de I eerste, stormachtige vreugde van mijne kinderen j over de terugkeer hunner „oude" moeder voorbij was, nam ik beiden mede in mijn boudoir en ver- I telde hen met een van geluk overvloeiend hart, van I onze verloving. Fred, zette eerst een lang gezicht en groote oogen, maar dit duurde slechts een oogenblik, daarna om armde hij mij en zeide op zijn trouwhartig toon „Geluk ermêe, lief moedertje 1 zult we! het best weten, wat gij doet, niot waar P En een flinke man is de stiefpapa toch zeker. Ja daarvoor meen ik uw goeden smaak te goed te kennen 1" Ik wist dat mijn kind zoo spreken zou, maar tooh maakto zijne woorden mjj gelukkig en lachend 'wendde ik mij nu naar de andere zijde om Sol, mijne dochter, mijn trots, te hooren. Sol echter stond doodsbleek, als vastgeworteld voor mij. Zij zag mij met hare groote oogen aan en voegde mij toon harde, zeer harde woorden toe over de dwaasheid van eene oude vrouw, van de ontrouw der weduwe aan haar dooden man, die zjj in 't leven geacht had, van winzuchtige bedoelingen, die u, u godreven hadden, eene zooveel oudere vrouw te huwen, en In het begin stond ik als verlamd onder deu stortvloed van verwijtende woorden, toen wees ik naar de deur „Gal" sprak ik. En zjj ging, zonder mjj aan te zien en ik had zal de mogelijkheid van exoeptioneele bepalingen worden nagegaan. Het ontwerp werd hierop aangenomen met 28 tegen 15 stemmen. Als naar gewoonte kwamen bij da begrooting van Waterstaat zeer verschillende belangen ter sprake. De heer Prins was het, die uiting gaf aan de klaohten over de exploitatie der spoorwegen. Wjj hoorden daarbjj met reel klem verzekeren, dat de regeling in dezen winter allerellendigst was geweost, en dat die veel beter had kunnen zijn, maar zij kunnen niet zeggen een bjjzonder helder licht over do moei lijkheden te hebben zien opgaan. In het buitenland was het zooveel beter gegaanals do heer Prins het zegt, zal het wel zoo wezen, repliceerde de heer Meinesz sceptisch, die zjjn redenen had niet dieper in het onderwerp in te gaan. Ook wij betwijfelen dio stoute verzekering. Elders neemt bjj gesloten water het spoorvervoer niet zoo enorm toe als bjj ons, omdat elders het vervoer te water zoo groot niet is, maar men behoefHe bjjv.^in den wintertijd de bladen uit de Rjjnprovinoie slechts in te zien, om overtuigd te worden, hoe ernstig do klachten daar waren over de Staatsexploitatie. De minister stelde in hat licht, dat het onmogelijk is materieel en personeel te hebben, berekend voor het buitengewone verkeer van dezen winter, maar boiendien, dat men in zulke tjjden te worstelen heeft met ziekten van het personeel, waardoor men zjjn toevlucht moet nemen tot minder geoefenden. En zoo ook thans in de verwarring nog geen vol komen orde u gekomen, ia dit ook niet vreemd, daar de fouten lang nawerken, waar het gewone ver keer niet stilstaat. De heer Wertheim kwam met weinig succes op voor het personeel der telegrafie, dat bjj de post ambtenaren achterstaat in de schatting der admi nistratie. Wjj vermelden nog het pleidooi van den heer Nebbens Sterling, die zich sis gemakkelijk spreker deed kennen, voor jjsopruiming op de Nieuwe Mer- wede ten opziohte waarvan de ongekend gunstige afloop der ijsbezetting in dezen winter niet tot zor geloosheid mag stemmee; den aandrang van meer dan óen zjjde met kracht en denkelijk niet vruch teloos gebezigd, om bjj de beperking van Zondagsdienst bjj post en telegrafie niet te ver te gaan; eindelijk een belangwekkende discussie over de verzekering van arbeiders tegen ongevallen bjj rjjkswerkon. Het hoofdstuk werd zonder stemming aangenomen, zoodat voor beden nog de koloniale begrootingen orerbljjven. Men schrjjft u" de Haag aan het Handeltblad Toen in de laatste dagen de pers bjj haar verslag over de tentoonstelling op het Dramak den naam van Dejjsselhof noemde, wiens „vissollen" rn aquarellen eene openbaring schenen, vroeg iedereenwie is die onbekende De Haagsche kroniekschrijver kan daar op antwoord geven. Een twaalftal jaren geleden zag de bekendo kunstschilder jbr. Heemskerk van Beets in Overjjsel ten boerenjongen op een hofstee zulke merkwaardige dingen naar de natuur teekenon, dat bij in die knaap een kunstenaar meendo te ontdekken. Het boertje wildo niets liever dan teekonen, en zoo kwam Dejjsselhof, voortgeholpen door Heemskerk, op het Haagsche Teekenacademie, waar bjj zich be kwaamde voor het diploma M'. (middelbaar onderwijs en het toekenen). Het „boertje" toekende verwonder- een zeer slechten nacht. Van morgen vroeg bracht men mij een briefte van haar van den volgenden inhoud „Ik zal en wil de tweede echtgenoot mjjner moeder nooit zien en verzoek om de toestemming, naar de zuster van mjjn overleden en onvergeteljjken vader te vertrekken. Sol." Ik schreef onder deze regelen met een bedroefd hart „Het verzoek is toegestaan." Verder niets. Weinig tjjd later, rolde het rijtuig dat baar naar het station bracht, uit de poort. Fred, kwam neer slachtig tot mjj en zeide „Zjj is wog, moeder I Eu zij bleef bij haar ge voelen, onveranderlijk, onverbiddelijk 1 Dat is dus voorbjj. Ik heb geen dochter meer, en mijn geluk heeft reeds een offer verlangd. Fred, laat u groeten en u zeggen, hoezeer hjj er naar verlangt u te leeren kennen. Xenia. Hans von Weiber was in welstand naar Kiroh- berg overgekomen, voorloopig onder den titel van gast des huizes, want ter golegenheid van de opening der jacht zou de verloving bekend gemaakt worden .- allee was dus nog een geheim dat alleen maar aan den jongen vorst en zijn zuster bekend was. (Wordt vervolgd.} lük goed, gooobelde de exacte wetonsohappen in etn ommezien in zijn bol en legde een praohiig examen af. Toen hjj terugkwam en men hem vroeg hoe het geweest was, antwoordde hjj leukweg „Best I Daar is niks aan, hoor 1" De vlugge teekenaar werd kort daarop leeraar aan een inrichting van openbaar onderwjjs te Amsterdam en menige zwaarhoofd vreesde reeds, dat de weten schap de kunst verstikt had, toen Dejjsselhof dezer dagen hot tegendeel kwam bewijzen. In het Zondagsblad leest men een huweljjk door de courant is doorgaans nu juist niet iets, zou men zeggen, wat onder poëtische omstandigheden wordt aangegaan. Zielen, die elkander per advertentie moeten zoajten en vinden, kunnen moeiljjk verwant en zullen zeker niet hooggestemd ziju. Maar men kan ook op eene andere, inderdaad voor onzen on-romantischen tjjd nog al poëtische wjjze „door de courant" aan elkander komen. Altijd in het „redactioneel gedeelte." Stel, dat een gevoelvol dichteresje haren arbeid, die onder een paar eenvoudige initialen in het letterkundig gedeelte van het dagblnd of in het weekblad verschijnt, ziet opgemorkt door een oompo- nist, van grooteren aanleg voorloopig nog dan van naam, die zjjn talent aan haar t dent beproeft en hare dichterlijke gedachten op zjjno muziok zet. Vandaar tot een bescheiden bezoek aan het redac tie-bureau is maar óóne schrede. De rol, met het op muziek gezette versje, wordt overhandigd en het verzoek gedaan om als trait d'union te willen dienen tussehen componist en dichter. De initialen worden nnmeljjk eerst als die van „een hoer» opgevat. Op een ingezonden dankbrief der dichteres, on der handhaving der anonymiteit en voorloopig ook van het vermeende masculinum, komt dan al spoedig eene aanvrage om den juisteu naam en het adres te mogen weten. Uit eene aangeknoopte corresponden tie ontstaat eene persoonlijke kennismaking, die beide partjjen eerst oen weinig verrast natuurlijk, doch die medevalt, de luidjes nader tot elkander brengt, al inniger en inniger wordt en ten slotte tot een huweljjk leidt. Zietdaar, slechts in zeer vluehtigen en dorren om trek aangeduid, óók een huwelijk «door de courant", een vrjj zeldzaam exemplaar zeker. Welnu, juist om dezer zeldzaamheid wille vinden we vrjjheid onzon lezers te vertellen, dat we dezer dagou een zeer opgewekten en dankbaren brief kregen van een paartje, dat elkaar op deze wijze in ons Zondagsblad heeft gevonden, een huwelijk dus, waarbij wjj een onbewuste en onschuldige middelaars- rol hebben gespeeld en waarbij we eigenljjk 't heeft aan het paar trouwens niet gelegen 1 als ge tuige hadden moeten tegenwoordig zijn. „Wjj groeten u en uw Zondagsblad, dat ons tot Zondagskinderen heeft gomoakt," dus besloot de bruid haar schrijven. Ondervindingen on brieven van dezen aard zijn te zeldzaam in het leven van een journalist, dan dat hjj 't is zoo zjjn eenige wjjze van zich te kunnen uiten er niet.een berichtje van zou maken, een ditmaal, dat eindigt met eenen harteljjken ge- lukwensch, bjj wjjze van toost op het bruiloftsmaal. Uit Londen wordt van 11 dezer geschreven Gisteren op Vastenavond hier „shrove-tuesday" geheeten is volgens het oude gebruik in alle gezinnen en restaurants de maaltjjd met een schotel pannekoeken besloten. Deze gewoonte is ook in de groote openbare soholen ingevoerd. In de West minster-school bestaat in verband met den Vasten avond een curieus oud gobruik. Nadat de ochtend- schoolljjd ofgeloopeq is, komen alle scholieren in de groote hall bijeen, waar de groote eikenhouten tafel met het zwarto boek en de roede, die tot het straffen der scholieren gebruikt wordt, staat. De „monitors" der school kiezen door het lot twaalf stevige jongens uit, die zich in het midden der hall plaatsen, dicht onder een ijzeren stang, die van den eenen muur naar den andoren reikt. De klok luidt en, gevolgd door een kok met een wit voor schoot voor, treedt de provoost binnen, in zwart ge waad, met den zilveren sehoolsoepter op den schouder. Op oen teeken plaatst de kok zioh met de braad pan, waarin eon bruin gebakken pannekoek blinkt, voor de ijzeren stang, balanceert zjjn pan een oogen blik en werpt dan den inhoud over do stang in de hoogte. Als de koek op den grond valt, werpen de jongens zioh daaropeen hoop schreeuwende, hoes tende, veohtende jongens rollen over den vloer. Plot seling klinkt eene halfverstikte stem „ik heb hem", en de kluwen ontwikkelt zioh, om deu overwinnaar, met den koek in flarden gescheurd in de hand, het opstaan gemakkelijk te maken. Hjj is erg toegetakeld, precies als de elf, die er met niets zjjn afgekomen, maar zijne belooning is eene blanke gouden guinje. De geheele school heeft 's namiddags vacantia. Bier op de Philippijnen. Volgens mededeeling van den consul der Vereenigde Staten te Manilla wordt er op de Philippjjnsohe eilanden tamelijk veel bier gedronken, daar deze drank, volgens oordeel van de aldaar wonende Europeanen, een voorbehoedmiddel is tegen het afmattendo klimaat. Aangezien de zeden en gewoonten der Europeanen door de hoogere klasse der inboorlingen worden nagebootst, is het bier ook daarom zoo gewild, omdat het wegens ziju hoogen prijs (8 0 .50 per hslve flesch) als een aristocratische drank beschouwd wordt; iemand die zjjneu gasten geen bier voorzet, wordt dan ook niet gerekend tot den boogaren stand te behooren. Het grootste ge deelte van het geïmporteerde bier komt uit Engeland. Ongeveer een jaar geleden is op de Philppijnsche eilanden de eerste bierbouwerij opgericht, waarin een kapitaal gestoken werd van U 50,000. Volgens den „Börsen Courier" van Berlijn zal op de dit jaar plaats hebbende internationale electrioi- teits-t6ntoonstelling te Frankfort a/M. een groote kabelluchtbol worden benut om het verschillend ge bruik aan to toonrn, dat bij do luchtscheepvaart van de electriciteit wordt gemaakt. De ballon zal ingericht zij n om tien personen te doen opstijgenhot windas dat voor het oplaten en neerhalen dient, zal door electrioiteit worden bewogen, een telefoondraad zal het schuitje met den grond verbinden en eene elec- trische lamp zal bij nachtelijke opstijging het om liggend terrein verlichten, Ook zullen tijdens de tentoonstelling proeven worden gouomen met het be sturen van ballons door electriciteit en met het langs eleetrischen weg bereiden van waterstofgas, zooals dit thans ook te Meudon in de werkplaatsen van het Fransche leger plaats heeft. In Amerika, waar de eleotrische spoor- en tram wegen reeds een beduidende lengte in kilometers be slaan, is men in den laatsten tjjd ook op het denk beeld gekomen, de electriciteit dienstbaar te maken aan het vervoer van brieven en drukwerken. Te Boston heeft zich voor dat doel reeds een maat schappij gevormd, en de voorloopigo resultaten waren lang niet onbevredigend. De inrichting bestaat uit tweo boren elkander aangebrachte ijzeren rails, waar- tusschen de „wagen" op wielen zich voortbeweegt. Die wagen heeft den vorm van een groot projectiel, met een doorsnedo van 25 cM. on een lengte van 3.5 meter. Op afstanden van ongeveor 2 meter zijn over de goheele lengte van de baan draadspoelen van ongeveer 30 cM. doorsnede aangebracht, die ieder 9 kilo koperdraad van 2 mM. dikte bevatten. Door die inrichting wordt de wagen op het oogenblik dat hij met zijn spits toeloopeud oinde in zulk een spoel komt, in den door de rails loopenden eleotrischen stroom gebracht, en zoodra het middeldeel de spoel raakt weder uit den stroomkring gevoerd, met een kracht, die voldoende is om hem tot de volgende spoel te brengen, waar dan weder hetzelfde plaats vindt, zoodat de wagen op die wjjze de geheele baan afloopt. De palen, waarop de rails rusten, ziju slechts 1 tot l'/i meter hoog, zoodat de wogen op elk punt van den wog gemakkelijk te bereiken is. De wagen bevat op yersoheiden plaatsen ijzeren deurtjes, waarin men de postpakketten kan doen. De proefbann te Boston heeft een lengte van 900 M., met verscheiden kronkelingen en hellingen. De wagen legt dien weg af in l'/> minuut, doch men hoopt bjj minder geaccidenteerd terrein de snelheid te kunnen opvoeren tot miestens 3 kilometor per minuut. Tot het leveren van den eleetrischen stroom gebruikt men een dynamomachine, die door een stoommachine van 20 paardenkracht in beweging wordt gebracht. Natuurljjk valt er, als san elke nieuwe uitvin ding, ook hier nog veel te verbeteren en te ver eenvoudigen vóór de eleotrische post algemeen dienst baar kan worden gesteld, doch de ondernemers, met den electro-teohnicus prof. Dolbear aan het hoofd, beweren dat hun uitvinding binnen weinig jaren het algemeen gebruikte middel voor postvervoer zal zijn. (Amst Ct.) Een vjjf-jarig knaapje heeft door zjjn tegenwoor digheid van geest zichzelf en zijne beiden jongeren zusjes bet leven gered. Te Miersdorp bjj Königs- Wusterbausen, was de koetsier Gniidig met zijn vrouw uitgegaan, terwjjl zij hunne kinderen alleen 'thuis hadden achtergelaten. Om den tjjd door te brengen gingen de kleinen aan het knikkeren, en per ongeluk viel daarbij een der knikkers onder het ledikant. Intusschen was de duisternis ingeval len, en hoe hot jongejje ook zocht, hij kon zjju knikker niet terug vinden, Nu had hjj wel eens van zijne ouders gezien, dat die in donker met een brandende lucifer naar iets zochten. Spoedig had hjj het lucifersdoosje bemachtigd, een stokje aange stoken, en hiermee kroop hjj onder het bed, doch daar vatte eenig stroo, dat uit een matras hing, vlam, waardoor zoo'n walm ontstond, dat de knaap bjjna was gestikt. Hjj kroop echter dadeljjk onder het ledikant vandaan, pakte zusje op,, dat metstra- lende oogjes naar de vlammen stond te kijken, en bracht het kind naar buiten. Hierop snelde hjj weer naar binnen om zijn jougste zusje, dat in een kin derwagen lag te slapen, te redden, en toen dit ge lukt was, putte hjj in den tuin een emmertje water om het vuur te blusschen. Inmiddels hadden eenige buren het gevaar bemerkt, en nu was spoedig de vuurgloed gedqpfjl. Een curieuss toepassing van het premiestelsel, werd dezer dagen in Engeland in prnktjjk gebracht. Pearson's Journal, een weekblad, had behoefte aan abonnó's, en deed nu week aan week, aan het hoofd der eerste pagina, de volgende aankondiging ver schijnen „Onze premieeene vrouw en honderd pond rente." Verder in het blad vond men de bij zonderheden. De heer Pearson en zijn vrouw, zelf eeu jong en gelukkig getrouwd paar, wilden het ge luk der menschheid en van hun blad op de vol gende wijze bevorderen. Zij kozen een jong meisje uit, dat inderdaad heel wat physieke en moreele goede eigenschappen bezat; zij vergunden haar een man te kiezen uit de abonnó's en waarborgden haar honderd pond 'sjaars uit de opbrengst van Pear son's Journal. Er kwamen een menigte pri tendenten. Gewezen officieren van de zee- en landmacht, gewezen amb tenaren uit Britsoh-Indië, en vooral een overgroot aantal Angükaansche predikanten. Uit do aanvra gers deed de familie Hearson eerst een zekere keus en zond er dan iederen middag een naar het jonge meisje en hare moeder, die in eene voorstad van Londen woonden, om te gaan theedrinken. Hec toliters thee ponden bjj ponden koekjes werden op die wijze verorberd. Maar het meisje kon geen keus vinden; tie volmaakte echtgenoot, dienzij wensebte, kwam niet. Na eenige maanden liot do heer Pearson over den uitslag niet ontevreden, de aankondiging verdwijnen. „Hetgeen mij het meest genoegen doet," zeide hjj, „is, eene volmaakte vrouw ontdekt te hebben, zoo volmaakt, dat geen man harer waardig is." Hetgeen hem nog meer genoegen need, was wellicht, de hon derd pond 'sjaars te kunnen uitzuinigen en het gewenscht aantal abonnó's gewonnen te hebben. Bij de nieuwe leening voor Duitschland en het koninkrijk Pruisen is, voor voover tot dusver bekend, voor dertigmaal het gevraagde bedrag ingeschreven. Gevraagd werden 200,000,000 Mark voor het Duitsche Rijk en 250,000,000 Mark voor het koninkrijk Prui sen. Het grootste gedeelte dezer som werd natuur lijk aangeboden door de Berlijnsche bankiers, die, naar men beweeït, alloen voor twaalfmaal het ge vraagde bedrag inschreven, maar toch toonden ook andere landen groote deelneming, en werd ook in Nederland, België, Engeland en Oostenrijk voor een aanzienlijk bedrag ingeschreven. De inschrijving was op Vrijdag opengesteld van 's morgens 9 tot 's avonds 5 uur. Ten einde in vloed te oefenen op den koers werden te Berlijn de onzinnigste geruchten verspreid. Eerst werd ter Berlijnsche beurze verteld, dat keizer Wilhelm ernstig ziek was geworden en voor geruimen tijd naar Italië ging, terwijl hij het regentschap aan ziju broeder prins Hendrik zou opdragen. Van de beurs drong het gerucht ook door tot het Huis van Afgevaar digden en zoo kwam het ook den minister van finan ciën, den heer Miquel ter ooro. De minister haastte zich om, bij de behandeling der inkomstenbelasting, waarmede de Pruisische Kamer nog bezig is, ter stond zgn afkeuring over dergelijke handelwijzen uit te spreken. Tevens verklaarde de heer Miquel, dat het gerucht geheel ongegrond was. Behalve het gerucht van 's kiezers ziekte, dat ook te Weenen door do »Neue Freie Presse" werd ver spreid, deden te Berlijn nog tal van andere dergelijke praatjes de ronde. Zoo o. a. verspreidde zich ook het gerucht, dat keizerin Frederik te Parijs door het volk beleedigd zou zgn en dat president Gamot zgn ontslag had genomen, Op last van den minister van financiën werden terstond deze geruchten tegen gesproken, maar toch bleven ze niet geheel zonder invloed. Wat de gezondheid des keizers betreft, verzekert de /Nationale Zeitung," dut deze niets te wenschen laat. Trouwens Donderdagmiddag was er diner ten hove, Vrijdagochtend maakte de keizer zijn gewonen rit in den //Thiergarten" en 's avonds woonde hij het jaarlijksche feestmaal bij van de Brandenburgsche prorinciale staten, waar Wilhelm, evenals ten vorigen jare, weer een toespraak hield. Er bestaat dan ook geen twijfel, af het gerucht van 's kiezers ziekte heeft zgn oorsprong aan de leening te danken. Omtrent bovengenoemde rede aan de Branden burgers wordt het volgende gemeld.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2