Buttenlandscb Overzlcbt.
willen getroosten. De gelegenheid om dit te doen I
wordt geboden door hot lidmaatschap van do Kamer, j
Tegen een bijdrage van f 12.60 per jaar kan men
lid worden van de Kamer voor oen jaar, of, indien
men dit mocht verkiezen, door storting van 126
lid voor zijn leven.
Er behoeven dus slechts 240 leden le worden ge
vonden, om de oprichting der Kamer van Koophan
del mogelijk te maken. De commissie vertrouwt, en
zeker niet te vergeefs, dat ook in ons land velen
zullen worden gevonden, die het goede doel op deze
wijze willen helpen steunen. Wie lid wil worden,
kan sich aanmelden bij onzen consul, den heer Maas,
40 Finsbury Circus, Londen E. C.
Van een meubelfabrikant te vorderen dat hij de
wereldhistorie in de fijnste puutjes kent, zou zeker
een ongehoorde eisch zijn maar dat hij geen totaal
onbekende zij op hot gebied der historie, voor zoo
ver die met de stijlen aanrakingspunten heeft, is
ongetwijfeld niet te veel gevorderd. Dezer dagen
kwam ons echter een vermakelijk staaltje ter ooreD,
waaruit blykt, dat bij sommige meubelfabrikanten
zelfs deze eisch wel wat kras is. Een meubelfabri-
kant geen baasje, maar een baas van een
onzer grootste steden, bij een klant ontboden en
door dezen gevraagd, hf*e hij het best zijn huis
zou meubelen, kreeg ten antwoord «Wel, u kunt
't krijgen zooals u wiltLouis XIV, veertiende eeuw,
Louis XV, vijftiende eeuw, precies zooals u maar
verkiest Tableau
Gelukkig voor dien meubelfabrikant, dat er geen
•tij 1-Hein rich von Reuss bestaat, want hij zou raar
hebben staan kijken, zoo zijn klant hem een toekomst-
ameubleraent-Heinricb von Reuss XXIV, vier-en-
twintigste eeuw, had besteld [Tijd.)
Een commissionair wilde in een spoorwagen te
Heerenveen een raampje laten zakkfen, dat te hoog
was opgehaald, zoodat het er onderdoor tochtte. Bij
het neertrekken brak het, het raam was te hoog op
getrokken en wilde niet zakken. De hoofdconducteur
vroeg der. commissionair 2 af, welke deze, tegen
ontvangst eener kwitantie, betaalde. Dadelijk wendde
de commissionair zich tot het hoofdbureau te Utrecht
(afdeeling reclame) en spoedig ontving de commissio
nair van den chef te Heerenveen 2 terug. Later
bleek hem, dat de man, te Leeuwarden met het
poetsen der wagens belast, wegens het tg hoog op
halen van het raam met 3 beboet was, en gaf hij
dezen m&n, die 6 's weeks verdient, I terug.
Een deskundige beweerde, dat het glas niet meer
dan 75 cents kost. (Pr. Am. Ct.)
Officieel wordt medegedeeld, dat de geneeswijze,
door professor Liebreich gevonden, bestaat uit de
stelselmatige toepassing van een onderhuidsche in
spuiting van cantharidinzore-kali. Het middel schijnt
niet alleen bij tuberculose, maar ook bij andere in
fectieziekten, indien het juist wordt toegepast, zijn
genezende werking uit te oefenen. De krachtige in
vloed van het middel is buiten twijfel. De proef
nemingen, door de doctoren Frankel en Heimann in
hun kliniekcu daarmede genomen, zijn gunstig uit
gevallen.
Professor Liebreich verklaart, dat hij, voordat zijne
onderzoekingen geheel waren afgesloten, genoodzaakt
werd alles mede te deelen. Juist zoo is het ook
niet, anders keer ik dadelijk om," riep Sol half
lachend, half ernstig.
«Goed, daar gij mij tot cavalier hebt gekozen,
kril ik stil zijn," beloofde hij.
«Nu, dan vooruit!" riep zij vergenoegd, en voor
waarts reden zij stapvoets naar den rijweg toe, die
bnn oen sneller tempo veroorloofde.
«Daar de gelegenheid zoo gunstig is," ving Weiher
na een poosje aan, «moet ik n aan iets herinneren,
dat gij schynt vergeten te zijn. Een kleine wedden
schap, die wij met elkander hebben aangegaan."
«Die geldt niet, viel zij lachend in, «die hebt u
gewonnen terwijl gij vooruit zeker was van uw
zaak."
«Pardon. Gij hebt er op aangedrongen."
«Ja maar, U wist toch., dat u zelf
«Die afschuwelijke baron Weiher was", voltooide
hij lachend baar zin.
«Nu ja," zeide zij diep blozend, «rik kende u
toen niet."
«Weddingschappen gaat men slechts met elkaar
i»n ajg men van zijn zaak zeker is," hernam Weiher.
«Juist daarin ligt het joist! Gy wist zeker,
dat u winnen zou."
«Naiuorlyk. Ieder ander zou het ook gedaan
hebben."
«Nu goed," riep zij uit, bot hart behoort u. «Het
is n natuurlijk hetzelfde of het dit of iets anders is,
waarmee ik mijn schuld afdoe V
«Zou iemand zich in plaats van iets moois iets
prof. Koch gegaan. De minister Von Gossler betoont
ook in deze ontdekking groote belangstelling.
In do dezer dageu gehouden zitting van het ge
neeskundig genootschap verklaarde prof. Liebreich,
laugs welken weg hij tot aanwending van de can-
tharidinzure-kali gekomen was. Hij zeide vorder,
met betrekking tot de werking van het geneesmid
del, dat het, naar hij meende, eene verhoogde soreuse
transfusie te voorschijn riep, waarby de slecht ge
voede cellen werden gevoed, of de bacteriën werden
vernietigd. Bij proeven op raenschen, door middel
van onderhuidsche inspuiting had hij meestal slechts
0,2 milligram aangewendde uiterste hoeveelheid
was 0,6 milligram.
Dr. Heimann gaf verslag van zeer gunstige resul
taten by '27 met Liebreich's middel behandelde
zieken, hij stelde aan de vergadering een zieke voor,
die aanvaukelijk bijna Meramoloos was, doch thans
met heldere stem zong&
Prof. Frankel gaf verslag van 15 gevallen.
Beide geneesheeren zeiden nog, dat alle zieken
gedurende de kuur hunne gewone bezighoden niet
behoeven te staken, en dat aan sommigtn zelfs het
tabakrookeu wordt vergund.
De directeur van de Wetterwarte der «Kölnische
Zeitung," dr. Hermann Klein, spreekt in zijn tijd
schrift «Gaea" over do oorzaak van de buiteugo-
woon lango vorstperiode in dezen winter. De tot
hiertoo opgestelde hypothesen nemen als zoodanig
bf e< ne verandering in den loop van den golfstroom
aan, of eene ophooping van drijfijs en ijsbergen aan
de kusten van Noord-Europa. Terecht wijst hij op
de onjuistheid van beide meoningen. Zeer zonder
ling kliukt vooral de bewering van den Frauschen
onderzoeker Gautbier, dat de golfstroom door eene
onderzeesche vulkanische uitbarsting van richting zou
zijn verunderd. Zulk eene uitbarsting, al ware zij nog
zoo hevig, kau onmogelijk den loop wijzigen van
eene zoo reusachtige strooming, die, gelyk alle
groote zeestroomen, door do heerschende winden in
hare richting wordt bepaald. De gestrengheid of
zachtheid van onze winters is uitsluitend afhankelijk
van de verdeeling van den luchtdruk. Des winters
ligt boven Siberie een gebied van boven luchtdruk,
tengevolge van de groote aldaar heerschende koude.
Soms verschuift dit zich naar het westeu, zoodat
de barometer dau in bet midden en noordwesten
van Rusland buitengewoon hoog staat, en de lucht
druk van daar langzaam afneemt naar Groot-Brit-
tannie en Ierland en Zuid-Europa. In dat geval
waaieu er in Middel-Europa hoofdzakelijk oosten
en zuidoosteuwinden, die ons rechtstreeks de koude
van Rusland toevoeren. Zoo was het in Januari
1838, 1842, 1861, 1872 en 1879, en ook nu, en
wel in sterker mate dan in een dier vorige jaren.
Tengevolge tan deze westelyke uitbreiding van den
hoogen luchtdruk liggen de atlantische depressies
of gebieden met lagen barometerstand allo veel meer
naar het westen dan in normale omstandigheden.
Terwijl die depressies zich nog in October en No
vember herhaaldelijk met groote snelheid van Noord-
Amerika over den Oceaan naar Europa verplaatsten,
bleven ze in December vry dicht bij de Amerikaan-
sche kust. Daar zy het zijn, die den regen aan
brengen, ia hieruit te verklaren, dat in Europa tege
lijk met de droogte groote koude heerschte, terwijl
io de Oostelijke Staten van Noord-Amerika een
i reusachtige regenval plaats had.
Natuurlijk kan men nu verder vragen, waaraan
deza abnormale luchtdruk verdeeling van onzen winter
op hare beurt is toe te sQbryven. Voorloopig is.
dat nog niet uit te maken, daar men nog niet den
geheelen weerstoostand van het noordelijk halfrond
kan overzien. Alleen is het zeker, dat ze niet ge
zocht moet worden in de Noordpoolstreek, maar in
de equatoriale zone. Do sterke verwarming aldaar
geeft den stoot tot alle bewegingen in de lucbtzea
der aarde.
Den 31 sten December werd er bij de Javaschs
bank te Soerakarta ongeveer zestig duizend gulden
aan bankpapier door inlanders tegen zilver gewisseld.
De bank word bestormdwat ook do agent deed
om die inlanders aau het verstand te brengendat zij
dom deden om zooveel zilvergeld le bewaren met
het oog op de ketjoepartijon, het hielp geen zier,
zoodat de heer Keuchenius zich verplicht zag den
resident van hot geval keunis te geven. De aanlei
ding tot deze storm moot geweost zijn eene advertentie
van de directie der Javasche bank betreffende het
intrekken en buiten omloop stellen der door do bank
uitgegeven en nog niet ingewisselde biljetten, behoo-
rende tot de emissiën 182146, 1846—51, 1851—
64 en de biljetten van 50, behoorende tot de
emisie 186466, welke advertentie uit misplaatste
zuinigheid in do te Batavia, Samarang en Soerabaja
verschijnende Hollandsche bladen werd geplaatst. Was
deze advertentie ook in het te Soera-Karta verschijnend
Javaansch blad geplaatst, voorzeker had geen kwaad
willige den inlander kunnen wijsmaken dat alle bank-
jetten op den Sisten December moesten worden
ingewisseld. By den arafioenpachter werd dien dag
50.000 gewisseld tegen agio van \°!w De daling
van het zilvergeld was een op zich zelf staand iets
en eindigde met het opvatten in het Klatenscho van
een paar Chineezen.
Do eene of andere verfrissohing tijdens eone langs
spoorwegrois kan aangenaam zijn, mits niet zoo duur
betaald als door den koopman O., uit Tiflis, wien
zij óp de lijn Eydtkuhneu-Wilna, op zijn terugreis
van Berlijn, een somraotjo van 4000 roebels, benevens
een gouden horloge met ketting kostte G. was
naar Berlijn geweest om zich wegens longaandoening
daar volgens Koch's geneeswijze te laten behandelen,
en keerde in nog zwakken toestand naar Rusland
Urijg. Kort voor Wilna gevoelde hij zich byzondsr
mat, en nam daarom gaarne een hem door een pur
mede-reizigers aangeboden glas wyn ter versterking
of opwekking aan. Reeds spoedig na het gebrsik
van dien wijn, die met een verdoovend middel ver
mengd was, verviel G. in een diepen slaap, om bjj
zijn ontwaken te bemerken, dat hij bestolen was voor
bovengenoemd bedrag. Op dezelfde spoorlijn werd
nog een geestelijke 8000 roebels ontstolen door eene
dame, die zich met hem in dezelfde coupé bevond.
Zy bood den geestelijke, die eveneens over eenig
onwelzyn klaagde, haar reukfleschje aan, waarvan hjj
gebruik maakte, om ommiddellyk daarop In een
diepen slaap te vallen en later tot minder aange
name ontdekkingen te komen.
Eene zeker wel buiten bedoeling liggende verwis
seling had dezer dagen aan het Noorder-station te
Parijs plaats, Keizerin Frederik, die daar met den
sneltrein Tan 6*/j ure verwacht werd, arriveerde eerst
leelijks willen laten geven?" vroeg Weiher strak voor
zich uitziende.
«Nu ook goed, het hart behoort u," bracht zij
met half vei stikte stem uit.
«Wie heeft het als prijs vau de weddingschap ge
noemd, gij of ik?" vroeg hij.
«Wilt u mij het nog een paar dagen laten Slechts
zoolang tot ik my in het verlies ervan heb getroost,"
vroeg zij na een kleine pauze.
Met een snelle beweging greep Weiher de kleine
hand die de teugels hield en drukte haar zacht
«Hebt ge werkelijk geloofd, dat ik in ernst sprak?
Neen Sol, gij zult uw hart behouden."
«Het is evenwel uw rechtmatig eigendom," ant
woordde zy en zag hem met hare groote oogen
dankbaar aan.
«Dan bewaart gij het maar, tot dat ik het terug
vraag," antwoordde Weiher, en zijn stem beefde
zonderling terwijl hij sprak.
«En wanneer zal dat gebeuren?" vroeg zij.
«Nooit" riep hij met kracht uit, zonder haar aan
te zien.
«Nooit," herhaalde zy werktuiglijk, en er lag in
dat kleine woordje veel meer dan het scheen toen
zij het uitsprak.
Zwijgend reden zij nu verder en daar waar twee
verschillende wegen naar het slot voerden, sprak
Weiher:
«Rijdt na alleen door het park terug. Sol; ik
keer door het dorp naar huif I"
Zij knikte en reed zwygeüd, zonder groet, den
aangeduiden wegzóó langzaam, dat de meme ver
wonderd den kop schudde, want dat was hdar met
de gravin Sol nog nooit overkomen.
Wei her zag haar na, tot zy tusschen de boomen
van het park verdwenen was.
«Groote God, wat zal daarvan komen?" vroeg
hij zich peinzende af.
Van nu af aan, had de vrije, zorgelooze omgang
tusscben hen beiden opgehouden, wantj zonder dat
ze er een woord over gesproken hadden, wisten qj,
dat zij elkander beminden. En zoo vermeden q
elkaar en hoewel er geen reden voor was, verzwegm
zy hunne ontmoeting in het woud, zoowel voor df
vorstin als voor ieder ander.
De vorstin merkte dit in het eerst niet, toen echt*
viel het haar op, dat hare steeds zoo vroolyke docht»
stil en afgetrokken was.
«Zy zal misschien haar maag bedorven hebben,
meende haar broeder lachend toen zijne moeder «r
over sprak, want hy kon niet denken, dat zijne zot*
ter, die steeds een vroolyke speelgenoot van hm
geweest was, iets ernstigs had, dat haar zoo-stil
maakte.
Het was twee dagen later. Nieuwe gasten waren
op Kircbberg aangekomen en het was in het »wl
weer even druk als andere jaren op denzelfden tyd.
Wordi vervolgd^
te middernaoht. De nieuwsgierigen, die zich by hot
station verzameld hadden, om do moeder van den
Duitsoben keizer te zien, kregen ter vergoeding hun
ner teleurstelling de ex-keizerin Eugenie te aan
schouwen, die terzelfder ure van Boulogno komende,
don trein verliet en plaats nam in het rijtuig van
den stalmoester haars zoons, den heer Rainbeaux,
en daarmee naar diens woning reed, om na een kort
verblijf hare reis naar San Remo voort to zotten.
Nu wordt verhaald, dat eene vrouw, die met een
groot bouquet iu de hand keizerin Frederik ten 6
ure stond op te wachton, zich hoel ongelukkig ge
voelde, toen zij hoorde dat de verwachte niet in den
trein was, tot zij op eens iu hare nabijheid hoorde
fluisteren: «1' Impératrice, voila l'Impératrice
Zoodra zij dit vernam, bogaf zij zich naar de als
keizerin aangowozon dame, die in diepen rouw door
een heer aan den arm geleid werd, en drukte deze
de bloemen in do hand. Alzoo ontving de gewezen
keizerin der Franschen wat voor oeno andere keizerin
weduwe bestemd was.
Ten einde jongelingen op te leiden voor don offi
ciersrang buiten de Kon. Mil. Academie, was tot
dusvorre bij wijze van voorbereidend onderwijs bij
elk regiment infantorie eon voorbereidende cursus
gevestigd, welke een jaar duurt.
Bovendien was, in aansluiting met deze voorbe
reidende cursussen, bij den staf van elk regiment
infanterie en bij het instructie-bataljon oen cursus
gevestigd, welke mede uit één studiejaar bestaat.
Eindelijk volgt in rangorde van onderwijs hierop
een hoofdcursus, met twee studiejaren, gevestigd te
Kampen.
Te Haarlem bevindt zich eeno Militaire School,
met twee studiejaren, voorafgegaan door een jaar van
practi8cho vorming bij bet 4de reg. infanterie.
Te Delft bestaat aan den Artillerie-Cursus, van
drie jaar, een gelegenheid tot opleiding voor officier
van de artillerie.
Iu dezen toestand komt voortaan een gcheele ver
andering. Do voorbereidende enrsussen on die bij
den staf van elk regiment infauterie worden vereenigd
tot ééne inrichting met twoe studiejaren, terwijl de
Mitiister nader in verband met het aantal leerlingen
zal regelen, of by elk regt. infanterie zulk oen cur
sus zal bestaan, dan wel of men zicb tot eon kleiner
aantal zal bepalen.
Bij deze cursussen wordt onderwijs gegeven in
wiskundo Noderlandscho en Fransche taal, aardrijks
kunde, geschiedenis, dienst- en exercitiereglementon.
De hoofdcursus blyft gevostigd te Kampen en is
bestemd ter opleiding van officieren van de infanterie
en van de administratio.
Het aantal plaatsen wordt door den Minister ge
regeld, waarby in aanmerking is te nemen dat het
gebouw is ingericht voor 100 leerlingen, terwyl van
het wapen der infanterie het aantal plaatsen niet
meer mag bedragen dan de helft dor vacatures voor
dat wapen aan de Koninkl. Milit. Academie open
gesteld.
Om ain het vergelykend toelatingsexamen deel te
nemen, moeten de adspiranten ten minste 19 en ten
hoogste 25 jaar oud zijn en 3 jaar dienst tellen,
waarvan één als onderofficier. Zy behoeven niet aan
een der cursussen het onderricht te hebben gevolgd,
hoewel dit in den regel wel het goval zal zijn. Het
toelatingsexamen wordt in het openbaar afgenomeu.
Aan don hoofdoursus wordt al dadelijk eene split
sing gemaakt tusschen de adspiranten voor den dienst
in de overzeesche bezittingen en die voor den dienst
hier te lande.
Voor hunne practisohe vorming worden de kwee-
kelingen by een der korpsen van het leger gedeta
cheerd, volgens door den betrokken minister nader
te stellen regelen. Ten opzichtte der leerlingen,
bestemd voor Indië, en voor die der administratie,
kan hiervan worden afgeweken.
Na benoeming tot officier zijn de leerlingen ver
plicht vier jaar in dien rang te dienen. E\enals
voor de cadets is de bepaling gemaakt dat zij, bij
eventueel ontslag, als reserve-officier beschikbaar
moeten blyven.
De adspiranten, die aan het eindexamen voldoen
worden benoemd tot 2e-luitenant by het wapen of
dienstvak, waarvoor zij zyn opgeleid.
Het gronddenkbeeld voor de opleiding aan den
artillerie-cursus en de Militaire Sohool was te zoeken
ra de aansluiting aan het onderricht gegeven in de
oe klasse der H. Burgerscholen, om dus ook voor
jongelieden, die eerst op rypon leeftijd lust gevoelen
ra den militairen stand te treden, daartoe alsnog de
gelegenheid aan te bieden.
Voor de verwezenlijking van dit denkbeeld kan,
volgens het nieuwe stelsel, de Kon. Mil. Akademie
dienenook deze instelling toch is te bereiken langs
den weg der Hoogere Burgerscholendoch tevens
na hst doorloopen van de nieuw ingestelde cadetten
scholen. Daarom kunnen de artillerie-cursus en de
militaire school opgeheven worden.
Het voornemen bestaat, de cadettenschool in 1892
te openen, waardoor, in verband met den tweejarigen
cursus, in 1891 voor het eerst de cadets volgens de
nieuwe beginselen aan de Kon. Mil. Academie zullen
worden toegelaten.
Ten gevolge van deze regeling kunnen, in 1891,
1892 eu 1893 nog leerlingen worden opgenomen
aan den art.-cursU# en de Militaire School, zoodat in
1896, of als onkelen een jaar overblijven in 1897,
voor het laatst een officiersexamen van leerlingen dier
inrichtingon worden afgenomen.
Daar in 1894 de Academie volgens de nieuwe
grondslagen wordt geopend, zullen cadets, volgens
het oude stelsel, die op dat tijdstip den officiersrang
nog niet hebben bereikt, alsdan elders, denkelijk te
Delft of Haarlem, hunue vordere opleiding genieten.
Stelt men zich nu ten slotte de vraag, welke
richting van opleiding de voorkeur vordient, dan
springt in het oog, dat de cadetten-school vorrewog
de meeste voordoelen aanbiedt. Eenmaal het toe
latingsexamen met vrucht afgelegd hebbendé, is do
adspirant zoo goed als zeker te zijner tijd den of
ficiersrang te bereiken
Het onderwijs aan die school houdt rekening met
de latere academische opleiding, terwijl de jongelie
den reeds vroeg aan orde en tucht worden gewend,
en onder behoorlijk toezicht worden opgevoed. Vreerad
raag het dan ook hoeten dat zich bij do behandeling
van het welsontwerp zoo vele stemmen tegen deze
instelling verhieven.
Voor jongelieden, wier ouders woonachtig zijn in
plaatsen, waar zich goede H. Burgorscholon of bij
zondere scholen bevinden, kan het overweging ver
dienen, hot ondorwijs aan deze instellingen tot het
eind te volgen, om daarna de Kon. Mil. Academie
te bezoeken. Dit is de meost geweoschto richting
voor jongelieden, bij wie het plan om officier te
worden nog piet volkomen vaststaat, ook voor hen
wier karakter of gezondheidstoestand het geraden
maakt, dat zij zoolang mogolijk onder oudorlijk toe
zicht blijven.
Eindelyk verdient, uit een financieel oogpunt, de
opleiding by de korpsen de voorkeur. Dat geldt
echter slechts tot zekere hoogte, als men let op de
betrekkelijk geringe bijdrage welke voor de cadets
wordt gevorderd, en op het feit dat toch ook de
meeste «cursianen" wol feitelyk eonigo toelagen van
ouders of voogdeu ontvangen. Bovendien is de kans
van niet slagen, bijv. ten govolge van jeugdige on
bezonnenheid, bij den hoofdcursus voelgrooter. Daarom
schijnt hot ons toe, dat do opleiding bij de korpsen
wol zal blyken te zyn een veiligheidsklep voor jonge
lieden, die niet geslaagd zijn by het toelatingsexamen
voor cadettenschool of academie.
De ouders of voogden, die meer ia bijzondorhedon
inlichting zoeken, ook betreffende den omvang der
toelatingsexamens, verwijzen wij naar een handig
werkje van den kapitein Engelbrogf, getiteld: «De
nieuwe regeling van het Militair Onderwijs bij de
Landmacht." Hbl
De meeste der Berlijnsche bladen bespreken de
houding der Fransche Chauvinisten ton opzichto
van het bezoek van keizerin Frederik te Parys en
betreuren zeer don omkeer, die zich in de stemming
te Parijs begint te vertoonen. Men vreest, dat,
indien de Fransche schilders zich van deelneming
aan de Berlynsche tentoonstelling onthouden, hot
mislukken van deze eerste poging tot toenadering
een ongunstigen invloed op de betrekkingen tusschen
Duitschland en Frankrijk zal oefenen. Men zal hier
niet licht vorgeten, dat, indien de Chauvinistische
minderheid zegepraalt over de groote meerderheid
der beschaafde Franschen, daardoor de poging der
Duitsche regeering om althans op het onzydige ge
bied der kunst een verzoening tot stand te brengen,
wordt verijdeld. Zolfs is men niet geheel gerust
over het vertrek der koizerin en hoopt, dat dit al
thans zonder stoornis zal plaats hebben.
Nog enkele dagen in het begin van Maart
en de beslissende slag aan de stembus wordt in
Oostpnrijk geleverd. De toebereidselen voor de al
gemene verkiezingen zyn in vollen gangalle par
tyen! hebben hun candidaten opgesteld en overzien
liet terrein, zich verdiepend in de meest ingewikkel
de kansrekening. Verkiezingsmanifest op verkiezings
manifest volgt, waarin elke nartij beloften en toe
zeggingen opstapelt, welke de Kezers in de meening
moeien brengen, dat hun afgovaardigden hun in den
goeden staat Oostenryk een paradys op aarde willen
bereiden.
Zondag is bet verkiezingsmanifest der jong-Czechen
verschenen, dat door onomwondenheid en stoutheid
zich onderscheidt van de meeste dier merkwaardige
documenten. Zy bestryden met alle macht de reeds
tusschen oud-Czechen en Duitschers overeengekomen
onderdeelen van het Duitsch-Czechisch vergelijk. Niet
van de jong-Czechische afgevaardigden kan men ver
wachten, dat zy deel zullen nemen aan de onvrucht
bare en machtelooze vereenigiug met elementen der
hodondaagsche rechterzyde en regeeriugspartij, welke
geen gerechtigheid kent tegenover de vorderingen
van het Boheemsche volk. In hun manifest verklaren
de jong-Czechen nadrukkelyk, dat zij den rijksraad
binnentreden met het vaste doel de oude rechten der
Bohoemscho kroonlanden op autonomie te herstellen
en te streven naar den federatieven staatsvorm.
Treedt in Boheme, evenals elders in Oostenrijk,
het radicalisme en nationalisme als zeer voornaam
element bij deze algemeene verkiezingen op, in som
mige deelen der der monarchie dringt zich het anti
semitisme met de grootste onbeschaamdheid op den
voorgrond. Iu het district Graz vooral steekt de
anti-semietische beweging zoo brutaal het hoofd op
en nemen zelfs rechterlijke ambtenaren zoo openlijk
daaraan deel, dat het Oberland esgencht" zich ge
noopt heeft gevoeld aan de gerechtshoven on reebt-
bauken in zijn district een circulaire te berichten
waarbij het den rechterlyken organen verboden
wordt zich bij de anti-semietische beweging aan te
sluiten en hun bevolen wordt, bet anti-semitisme,
dat een sociaal-politiek eu.el is, den binnenlaudschen
vrode verstoort, de persoonlijke vryheid bedreigt en
de grondslagen van den slaat ondermijnt, met de
toepasselijke strafbepalingen 9treng tegen te gaan.
Geen dor partijen gaat volgens haar eigen ver
klaring met zulk een vortrouwep den uitslag der
verkiezingen te gemoet als de «vereonigde Duftsche
linkerzijde Zij heeft zich aan alle kanten, was juist
niet voor haar politieke beginselvastheid pleit, met
hulptroepen versterkt. Iiier is het groot-bezit met
open armen door haar ontvangen, elders liefoogt zij
met het autisemitisme. Misschien met wat te groot
opportunisme berekent zy, dat haar kansen overal
gunstig staan, behalve te VVeenen.
Nergens gaat het bij dezen verkiezingsstrijd zoo
rumoerig toe als in die vroolijke hoofdstad en haar
naaste omgeving. Het meest van al onderscheidt
zich daarbij de voorstad Hernals, waar de bekende
prins Alois Liechtenstein als clericaal antisemiet can
didaat tegenover den democraat Kronawettor, hier
door do Duitsche liberalen gesteund. Bovendien zyn
de antisemieten van zuiver gehalte, de groep Schö-
neror, nog met eon candidaat Hipp voor den dag
gekomen, terwijl oen der Duitsche antisemieten
men ziet het antisemitisme is als politieke partij
rijk aan kleuron in Oostenrijk een eigen candidaat
stelde, on eindelyk de sociaal democraten een tel-
candidaat hebben. Alle vijf candidaten houden da
gelijks verkiezingsbijeenkomstende prins verschijnt
daar in zwarten rok en witte das, wat niet verhin
dert dat die bijeenkomsten gewoonlijk eindigen met
het uit de deur werpen der tegenstanders.
De Engelsche oud-minister Joseph Chamberlain
hield te Birmingham een redovoering over de gevol
gen van den Ierschen partijtwist, de moeilijkheden
waarin Gladstone zich met zijn zelfzuchtige politiek
heeft gebracht en de onmogelijkheid van Home-Rule
voor Ierland in den geest der betuigingen van Glads
tone en zijn volgelingen. Na afloop der rede werd
oen borstbeeld onthuld van John Bright, waarby
Chamberlain nogmaals een toespraak hield en in
herinnering bracht, dat die overleden staatsman het
gewoonlijk in de politiek bij het rechte oiode heeft
gehad. Met Gladstone verschilde hij, toen deze in den
burgeroorlog der Amerikaansche Republiek de zijde
der zuidelijke Staten koos, en toen Gladstone Parnell
ter willo werd in de Iersche politiek wilde John
Bright daar niets mede te doen hebben.
De Engelsche regeering heeft, naar men weet,
besloten over te gaan tot de benoeming van een
staatscommissie ten einde een onderzoek in te stel
len betreffende de betrekkingen tusschen werkgevers
en werklieden.
Wat do regeering met dit besluit beoogt, werd
uiteengezet door den minister van koophandel, baron
de Worms, die in de Carlton club te Manchester
een rede hield. De stryd tusschen arbeid en kapi
taal beeft in den laatsten tyd zulke afmetingen
aangenomen, dat alle groote fabrieksteden en ook de
hoofdstad zelve, daardoor zwaar getroffen zyn. Aan
dezen stryd, die, als hy op zoo groote schaal én met
zoo groote felheid wordt voortgezet, onvermydelijk
tot den ondergang van een dor beide partyen zal
leiden, moet een einde gemaakt worden en het is
de plicht der regeering te onderzoeken, op welke wyze
dit mogelyk is. De middelen hiervoor te vinden
en zoo mogelyk in den vorm van een wetsontwerp
te vereenigen, dit is de taak der Staatscommissie,
welke de regeering weldra zal aanstellen en waarin
alle partyeu en standen vertegenwoordigd zullen
zyn.
Dit voornemen wordt door alle partyen met in
genomenheid begroet, want, hoezeer ook de meeuin-
gen mogen uiteenloopen, een onderzoek wordt door
allen gewenscht. Hoe dit onderzoek zal geschieden,
is nog niet in bijzonderheden vastgesteld. Alleen
is reeds uitgemaakt, dat het onderzoek zoowel den
landarbeid, als den arbeid in de fabrieken zal bo~