AF nns LACT 'ER K’s BINNENLAND. EEN ONGELUKKIGE. 1891. Nieuws» en ien Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Dinsdag 10 Maart. K? 4472. uur des namiddags van den dag der uitgave. AP. FEUILLETON. IDE MER S S Jz. De inzending van advertentiën kan geschieden tot êón Afzonderlijke Nommera VIJF CENTEN. ach kun- broeder.... III. II. de augurkjes vormden zulk Bovendien worden alle Ad vertentien gratig opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD ’t welk des Maandags verschijnt. louder L. aeon mej De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden ia 1.25, franco per post 1.70. dagen uit reau dezer ran Prof. TUÜB. of Wrat- in van de ideljjk te rkrpgbaar Pl- l van ne- HOEST, HEID van ke afwen- stoelgang gebruike IDER. .0. ZRL- W. BE- HÜINCK 0, 20, 25 Co., Am- (Aaar het Fransch.} GOUDSCHE courant. AD VERTENTIEN worden geplaatfi. van 1—5 regel» a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Gij noodigt mij dus uit te blijven? Ja. Van avond zullen wij het middagmaal.... z/en familie” gebruiken gunstig bekend gemaakt, van vele waterleidingen. echtheid ii teeda voer- ider ïïhm //Voorkomen is beter dan straffen.” Dit nu geldt niet alleen ten opzichte van het belang der maat schappij in het algemeen, maar ook voor bizondere personen. Wie zorgt, dat hij niet bestolen kan worden, is beter af dan wie later als getuige moet komen verklaren, dat hij bestolen is.1 Want in’t laatste geval loopt hij alle kans, dat zijn eigendom tevens ver dwenen is. Tot hen nu, die niet de noodige voorzorgsmaat regelen genomen hebben mogen zij gerekend worden, die kinderen uitsturen om geld te innen van klanten. Het geval, dat de vorige week voor de Amsterdam- sche rechtbank behandel is, leert het duidelijk. Terecht stond de 20-jarige Bernard Christiaan van Roomburg, beklaagd van le op 14 Febr. 11. het dochtertje van den kruier v. d. Heyden uit de Spiegel straat, dat voor vader kwitanties aan het innen was, f 4 te hebben ontnomen. Hij deed dit door het kind (*t meisje zal ongeveer 12,18 jaar zijn) aan te spreken en baar te vragen of zij uit haar zakje niet een kwartje verloren had en hoewel de kleine zei dit niet te gelooven, wist hij haar toch zoover te brengen, dat zij zich naast hem op een stoep neerzette om haar geld’ te tellen. Toen zij bevond, dat ’t in orde was, zei hij dat hij ’c dan nbg wel eens voor haar oro_na zou tellen en maakte van di^gelegenheid gebruik onderneming heeft hy in het leven weten te roepen, om .uit ’t zakje te.,neme3k^wat j^j^eine meid - j - m i eerst bemerkte, toen de man verdwenen was. Op dezelfde wijs nu is bekl. te werk gegaan op den 16en Febr. toen hij in de buurt van de Heeren- markt een jongen zag loopen, die voor de firma Eygenraam in de Kalverstraat aan het innen van kwitanties was. Ook dit ventje, want meer is deze loopjongen zeker niet, wist hij 5 afhandig te maken, iets wat niet zou kunnen gebeurd zijn, wanneer een oudere bediende, die er niet zoo licht in zou zijn geloopen, met ’t ophalen van het geld belast was geweest. Gelukkig voor den kleinen jongen werd hij ten minste niet zelf verdacht ’t geld te hebben verduisterd wat hem ook nog had kunnen gebeu ren en zag hij juist den volgenden dag den man in de buurt van de militiezaal heen en weer draaien. Nu toonde de jongen, dat bij toch wel een handig ventje is, want hij®liep haastig naar den agent, die GOUDA, 9 Maart 1891. In de laatst gehouden zitting van het Kantonge recht te Woerden zijn o.a. veroordeeld C. v. E. en H. H., beiden te Gouda, wegens het te zamen en in vereeniging bevisschen van een anders vischwater, zonder voorzien te zijn van een bewys van vergunning, huur of pacht van den eige naar of rechthebbende, ieder tot eene geldboete van 8, subs. 4 dagen hechtenis. in de buurt stond, vertelde in ’t kort wat er gebeurd was, en zorgde dat Roemburg gearresteerd werd, waarna ’t der politie al spoedig bleek, dat zij juist den vogel gesnapt had, die eenige dagen te voren de andere kleine had beroofd en die nu al 4 malen in haar handen was geweest. In verband hiermee en met ’t weinig nobele en gevaarlijke van het misdrijf, eischt het O. M. tegen den bekl. twee jaar gevangenisstraf. Doch mr. W. Prins, toegevoegd verdediger, wijst er op dat bekl. het slachtoffer is van zijn zwak gestel, dat hem het werken belet en hij door zijn bekentenis *t bewijs heeft helpen leveren. 4) En ge meent daar nu toe gerechtigd te zijn? Maar Dutac werd nu niet meer door verlegenheid. gekweld. Eenmaal van wal gestoken, keerde hij niet meer terug. Beste Roland, ging de ambtenaar voort, voor uw binnenkomst heb ik uw zuster verzocht, mij de eer te willen aandoen mij te trouwen. aZij bracht hier tegen in, dat zij en ik beiden te arm zijn. Dat is waar, sprak Roland zacht. Dat is onwaar! Begrijp dan toch, dat ik het recht moet hebben mij met u beiden te bemoeien, over u beiden te waken, u te hulp te komenZijt gij dan voor de ellende in de wieg gelegd, arme vrienden Ge gelijkt een paar vogels, die van een tak zijt gevallen op een hoop sneeuw. Ik, daaren tegen, ik weet wat beholpen is. Ik ben ncoit rijk geweest, zooals gij. Ge hebt behoefte aan een steun in de beproeving, die u te wachten staat Die steun Te midden van zijn rijkdom herhaalde de ban kier Montfranc altijd met innig welbehagen; Ik laat mijn kinderen degelijk onderwijs geven. Wie weet wat de toekomst nog brengen zalWy leven in onzekere tijden, waarin op den dag van morgen nooit te rekenen valt. Ik wensch, dat mijn zoon en mijn dochter in staat zullen zijn, zelf hun brood te verdienen. Roland was reeds vroeg naar school gezonden en had altijd meesters gehad, die geschikt waren, om een uitstekende opleiding te geven. Op zijn zes tiende jaar had hij reeds zijn eindexamen gedaan, juist op den leeftijd, die hem volgens de reglemen ten toegang gaf tot de Academieen hij legde zich verder met ernst op de wetenschappen toe. Na een welgeslaagd tweeledig examen zou de jonge man het recht hebben gehad zich te vermaken en een vroolijk leven te leiden. Het fortuin van zijn vader, de vriendschapsbetrekkingen, die hij overal aanknoopte, dat alles waren zoovele verleidingen, waaraan hij weerstand bood, hoewel niet zonder strijd. Op deze wijze zette deze millionnair zijn studiën voort en werd candidaat in de letteren. Hij had zich aange geven om zijn dienstplicht te gaan vervullen, maar In de winkelkast van een juwelier te Madrid ligt op dit oogenblik, naar beweerd wordt, de diamanten rivière, die Keizerin Eugénie ter gelegenheid van de opening van het Suez-kanaal van den onderkoning Ismaël-Pacha ontving. Waarom de cx-keizerin hem weg doet, is de vraag; zij heeft een aanzienlijk fortuin en weinig behoeftenzij behoeft niet te sparen haar zoon is dood. De prijs, trouwens, die er voer gevraagd wordt is ook niet hoog, 375.000 francs. Dat geschenken als dit, door een vorst aan eene vorstin vereerd, onder den hamer komen,.is niets zeldzaamsmeer historische herinneringen zijn op die wijze in handen van particulieren geraakt. Nog onlangs werd de sabel van Blücher voor oud ijzer verkochtde ivoren zetel, door de stad Lubeck aan Gustaaf Wasa geschonken, staat nu in een gewonen salon de degen van Washington is wel duur ver kocht -(voor 2400 pond) maar toch verkocht, en onder de Fransche kroonjuweelen, die vier jaar geleden onder den hamer kwamen, waren er ook heel wat belangrijke. Ook de waarde van den collier is niet bijzonder groot, voor een vorstengeschenk. Wat Ismaël-Pacha ervoor betaald heeft, is natuurlijk de vraagwellicht tienmaal zooveel als de rivière waard was. Maar onder In de N. Rott. Ct. leest men het volgende Met leedwezen voorzeker zullen velen het over lijden vernemen van onzen stadgenoot den heer J. C. van Wijk, die zich op zoo velerlei wijze, vooral jegens onze stad, verdienstelijk heeft gemaakt. De overledene was een man van initiatief, en een moedig en werkzaam manmenige belangrijke bouw- De Passage werd naar zijn ontwerp gebouwd’ en hij was ook de ontwerper van het Koningin Emma- plein, dat op den grond der gesloopte buitenplaats van wijlen den heer Anthony werd aangelegd. Van meer beteekenis nog zyn de uitgestrekte handels- inrichtingen, die naar de plannen van den heer Van Wijk en onder zijne leiding aan het spoorwegterrein buiten do Delftsche poort totstand gebracht werden. Ook buiten Rotterdam heeft de heer Van Wijk zijn naam gunstig bekend gemaakt, o. a. door het aanleggen zal ik zijn. Maar, om iets te kunnen uitrichten, moot ik uit uw naam kunnen sproken, met een niet te miskennen recht. Waar ik alleen als vriend niets kan doen, kan ik alles als echtgenoot en Hij sprak met zooveel aandoening, dat Roland de tranen in de oogen kwamen. Alico wendde zich verlegen af, om haar ontroering niet te laten zien. Wy zullen dat gesprek later wel voortzetten! riep zij opeens uit. Voor hot oogenblik zou bot betor zijn, dat wij iets gingen gebruiken; ik, ten minste, heb honger! Arthur voelde zich gelukkig; zij had niet dadelijk z/neen” gezegd I Wat hebt gij van avond te eten, Arthur? vroeg zij. Nu noomde zij hem cok niet meer //mijnheer.” Hij stamelde met gesmoorde stem Ik heb kalfsvleesch met augurkjes, juffrouw. Het kalfsvleesch en de augurkjes vormden zulk een grappige tegenstelling met het huwelijksaanzoek, dat Alice en Arthur in lachen uitbarstten, een lachen zooals alleen schoolkinderen en dichters dat kunnen doen. Zelfs de treurige stemming van Roland ver dween door hunne vroolijkhoid. Brong uw voorraad maar hier, sprak zij lachend. Ik sta" u zelfs toe er twee flesschen wijn bij te doen. Wij hebbon nog rundvleesch en kaas! Wat een rijkdom

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 1