BINNENLAND. Vrijdag 13 Maart. /MH. EEN ONGELUKKIGE. IPETU N“ 4475. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 3 ringen FEUILLETON. EEK, lappen, 1 De Unending van advertentlön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. 07, wits. 9 Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. ebben of op SCHOUW; IAPPEN, (Naar het Franech.) IV. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.2b, franco per poet 1.70. Kaashandel. naar bed. Wat is blikje binnen? Bovendien worden alle Advertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD ’t welk dee Maandags verschjjni. RIL 1891, onwmanswo- louwekade to 1 1891, des nanawoning, >1 bg Gouda goudsche courant >per dan lebben of op 2 STIEREN, iet BIGGEN, een HAAN; party MEST, - en MELK- 8 eenen en ZILVER. snide Notaris* en Zn. Goupa. >taris BEVER ADVERTENTIEN worden geplaatrt van 1—5 regels h 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GR00,TE LETTERH worden berekend naar plaatsruimte. bracht. De schouw, die met ongeveer 2000 halve kilo’s kan worden bevracht werd tot zinkens toe geladen en wat toen nog overbleef, werd met krui wagens vervoerd. Uit Rotterdam schrijft men: Dinsdag namiddag te half één uur hield vóór den ingang der Passage op de Korte Hoogstraat de stoet stil, die het lijk van den heer J. C. van Wijk, bouwmeester der Pas sage en directeur der Maatschappij tot exploitatie daarvan, grafwaarts bracht. De Passage was afge sloten, en de brandende lichtdragers waren met floers omhuld. Namens de bewoners der Passage werd een fraaie krans, met het opschrift .Aan onzen directeur de bewoners van de Passage”, aan den lijkwagen bevestigd, on volgden de hoofdbewoners zestien in getal in koetsen het lijk naar dealge- meene begraafplaats. Daar werden een tweetal rede voeringen uitgesproken, waaronder één, die den overledene als lid der vrijmetselarij herdacht. De oudste broeder van den overledene dankte namens de familie. i niet te Uit Vlist schrijft men aan do Sohoonh. Ct.i In onze polders wordt, nu het ijs verdwenen is, veel doode visch aangetroffen. In een by een boerenwo ning gelegen sloot veroorzaakte de rottende visch zulk een ondragelijken stank, dat men de doode dieren in een schouw laadde en naar de mestvaalt GOUDA, 12 Maart 1891. Wy vernemen’ dat Mr. H. Smeenge, lid der Tweede Kamer, Woensdag 18 dezer in enne openbare ver gadering van de Kiesv. «Burgerplicht" alhier zal optreden. De Staatect, bevat, zooals wy gisteren meldden, de statuten van eene «Vereoniging tot oprichting en instandhouding van anti-revolutionaire bladen" (cou ranten, nieuwsbladen en geschriften) te Gouda. Zij bedoelt de oprichting en instandhouding van bladen en geschriften. Haar grondslag is bet program den len Januari 1878 door het centraal-comité van anti-revolutionaire kiesvereenigingen in het licht ge zonden. Uitgangspunt iade overtuiging .dat inden staat gelden moeten deeeowige beginselen vervat in de Heilige Schriftuur en dat deze beginselen door alle geoorloofde middelen moeten worden voorgestaan en verbreid, tegenover het verderfelyk streven naar den revolutionnairen staat, dat zich bij velen open baart." Lid der Vereeniging kan zijn, al wie instemt met haar doel en haren grondslag, en de door de Ver eeniging bij reglement vaat te stellen contributie, aan het lidmaatschap verbonden, betaalt. Aangenomen het beroep bij de Herr. gem. teOp- heueden door ds. J. Kok, te Gouderak. itstekend Het classicaal bestuur van Amsterdam heeft een schrijven gericht aan de kerkeraden, waarin predikan ten en ouderlingen worden uitgenoodigd tot het bij wonen eener vergadering, uitgeschreven tegen den len April a. s. Op die vergadering zal beraadslaagd worden over allerlei onderwerpen, welke de belangen betreffen van het godsdienstig en kerkelijk leven der Staten-G ener aal. Tweede Kamer. Zitting van Woensdag 11'Maart. De suikerwet werd voor de pauze aangenomen, niet zonder/ëdn paar wijzigingen, waarvan de tweede zeer zeker van beteekenis was. De eerste betrof een eerst bij memorie van antwoord aangebrachte bijvoe ging, door de Kegeering noodig geacht, om zich zekerheid te verschaffen voor de invordering van den omslag. Belangrijker, en zeer zeker in ’t belang der schat kist, is de overgangsbepaling, waarmee de Regeering te elfder ure de Kamer verraste. Door die over gangsbepaling toch werd tegemoet gekomen aan het bezwaar, dat de heeren Sanders en Gleichman had- w den doen gelden tegen het uitstellen van de werking gemeenten (volgens art. 40 4o. van het Algemeen der wet tot 1892. Bepaald werd namelyk daarin, I Reglement) voor wier behandeling op de classicale dween. Roland was ten hoogste verbaasd over den brief, die zoo geheel onverwacht kwam. Sedert zij zich in Parijs gevestigd hadden, had de brievenbesteller voor hen niet veel te doen. Wie kon hun schrijven? Mijnheer Saëton misschien. Het hart van den jongen man klopteals men hem eens terugriep op het instituut Geef hier, ik zal hem lezen, zeide Alice. Zij brak de enveloppe open en las «Mijnheer /-Tien jaar geleden zat ik in groote zorg. Ik was toen bediende bij een koopman en, woonde in Bordeaux. Op een dag van diepe verslagenheid, een van die dagen, waarop men geen uitkomst meer ziet en aan zelfmoord denkt, kwam de ge dachte in my op, my tot mynheer Montfrancs te wenden. Tegenover u behoef ik de altijd gereed zijnde liefdadigheid niet te roemen van den braven man, die nu niet meer onder de levenden is. Zon der mij te kennen, leende hij mij vijftienhonderd francs. En ik was gered. Nu is mynheer Mont- franc dood en zijn kinderen zijn arm; maar myn dankbaarheid is levendig gebleven. Morgen zult ge in een aangeteekenden brief de kleine som ontvan gen, die uw vader mij eertijds geleend heeft....” En terwijl Alice en Roland elkander in verbazing aanstaarden, barstte Arthur Dulac, op zyn kamer gezeten, in tranen uit. Hij had zijn spaarpenningen goed belegd. 7) Was het wel werkelyk een groote opoffering? O zeker, de genegenheid, die zij voor Arthur gevoelde, geleek weinig np dat wat men in de romans //liefde” noemt. Zij zou zich voor haar verloofde niet in de bruisende golven hebben ge worpen, noch voor hem door het vuur geloopen of het schavot getrotseerd hebben; maar zij gevoelde voor hem een zeer groote genegenheid en achting. En dan trof haar vooral de goedhartigheid, die Arthur bij elke gelegenheid aan den dag legde. Gdedhartigheid is het zekerste middel om het hart eeaer vrouw te veroveren. Men kan van een mensch niet vergen dat hij schoon en verstandig is; maar wel dat hij goed is. De terugtocht was zeer vroolijkalleen Arthur toonde zich zenuwachtig en gejaagd. Alice en Roland waren daarover niet heel verwonderd. Beiden meenden, dat hun vriend de terugwerking onder vond van de uiting zijner hartstochtelijke liefde, adden zij hem evenwel opmerkzamer gadegeslagen, dan zouden zij tamelijk zonderlinge verschijnselen hebbon opgemerkt. Zoo zocht de ambtenaar ver scheidene voorwendsels om het thuiskomen in de rue Cardinet nog wat uit te stellen. Hij greep de schoonheid van den avond als reden aan om bij alle banken op den boulevard Malesherbes en de avenue de Villiers stil te houden. *t Is zoo heer- lijk om de frissche lucht zoo met volle teugen in te ademen Een lichte suizing ging door de takken der boomen, die schraal opschoten aan weerszijden van den straatweg. Wandelaars kwamen van den oenen en van den anderen kantdo lichten In de huizen doofden het een na het ander uitin de verte stierf de schrille fluit van de tramwagens in de duisternis weg. Toen werd het tijd om naar huis te gaan. Verjongd door dezen uitgaansdag, liep Roland met luchtigen tred de vijf trappen op, die naar hun zolderkamer voerden. Een brief 1 riep hy, toen hij een wit papier bemerkte, dat onder de deur was geschoven. Als had hij niets gehoord, sprak Arthur haastig. Goeden avond, vrienden. Slaapt welik ga dat? Komt ge nog niet een oogen- UlUUQUi Alice zal wel vermoeid zijn het is beter, dat zij maar gaat rusten. En haastig, als iemand, die het druk heeft, draaide hij den sleutel in zijn deur om en ver- dat als de laatste drie maanden van 1891 minder opbrengen dan de laatste drie ran 1890, en dat verschil in de volgende 9 maanden niet gecompen seerd wordt, het te bereiken bedrag over 1892 met het verschil wordt verhoogd. De eindstemming over de wet kon niet anders dan onzuiver zyn. Radicalen, die mot het bestaande stelsel breken willen, reikten de hand aan de pro- tectionisten, die voor fabrikanten en landbouwers «de vrije hand” verlangden. Zoo kwam het dat met de meeste katholieken ook vrij wat liberalen stemden tegen de wetvan de antirevolutionairen voegden vier zich hierbij. Toch was de meerderheid er voor, en naar het sohynt terecht. Zooals de wet thans luidt, zal men wel voor het eind van 1893 met een nieuw stelsel gereed moeten zijn. Ware zij verwor pen, de kans om er vroeger medo te komen, zou al zeer gering zijn geweest, en inmiddels zouden do fabrikanten en landbouwers zich veel belangryker voordeelen hebben kunnen verzekeren. Bij een volgend wetsontwerp bleef de Kamer ten gunste van don landbouw werkzaam, doch op een meer te billijken wijze, dan bij de suikerwet werd beproefd. Aan den landbouw werd namelijk een vermindering van druk der personeele belasting be zorgd, voor wat den grondslag paarden betreft. Het Begeeringsvoorslel werd inderhaast nog wat geamen deerd, zoodat een uitstel der eindstemming tot heden. Waarom verzocht werd, alleszins gerechtvaardigd was.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 1