Bultenlandscü Overzicht.
Heden middag werd ten Raadhnixe deier Gemeente
aanbesteed het onderhoud van stukadoorwerken met
het schoonmaken en witten der plafonds in verschil
lende Gemeente-gebouwen. De uitslag was aldus i
Ingeschreven door Clemens. Rozestraten.
Weeshuis
Raadhuis
Gasthuis
Vrouwenhuis
Arti-Legi
Gang Staaserf
Bank van Leening
75.-
- 20.50
-114.—
- 24.75
-v48.70
- 9.60
- 18.50
le Kost. School Patersteeg - 79 50
2e h Nieuwe Haven - 58.75
Tusschenschool Keizerstraat - 54.25
Burgerschool Groeneweg 45.7 5
Bewaarschool Nieuwe Haven - 7.50
Patersteeg - 10.75
Burger Meisjess. v. Cittert. - 44.75
Turfmarkt. - 14.75
School Groenendaal - 19.25
Houtmansgracht - 69.75
Gymnast iekschool - 7.50
Armkamer - 19.75
100.
- 32.—
- 112.
- 31.—
- 55.—
- 10.—
20.—
- 90.—
- 90.—
- 85.—
- 82.—
- 8.50
- 25.—
- '80.—
- 31.—
- 31.—
- 115.
- 12.60
- 23.—
Naar wij vernemen, zal H. M. de Konicgin-
regaafas met H. M. de koningin Wilhelmina in
ApdPfeen bozoek brengen aan Arolsen, en waar
schijnlijk van daar voor een paar dagen naar Zwit
serland gaan. (IV. R. Ct.)
Staten-Generaal. Tweede Kamib. Zitting
van Donderdag 19 Maart.
Behalve een woordenwisseling over de conclusie der
commissie voor de verzoekschriften op het adros van ze
keren Mahieu, een gewezen marinier en ziekenoppasser,
die zich verongelijkt achtte, doordien hem geen pensioen
was verleend, wijdde de Kamer de geheele zittiug aan
de interpellatie-Norman over de passeering van den
zeeofficier Land, lid der Kamer, door den minister
van Marine.
De discussie was natuurlijk zeer woelig, want
dergelijke zaken maken steeds de hartstochten
gaande. De vraag des heeren Norman was, of de
ongeschiktheid van den heer Land voor hoogeren
rang was gebleken gedureude zijn lidmaatschap der
Kamervroeger was er niets in zgne conduite-staten
ongunstig geweest, zoodat het vermoeden voor de
hand lag, dat de min. den volksvertegenwoordiger
had willen straffen. De minister van Marine ant
woordde, dat de al of niet geschiktheid eerst ter
sprake komt als een officier volgens de ranglgst
aan de beurt is en dat gijh houding als volksver
tegenwoordiger daarmede niet had te maken. Men
wilde echter van verschillende zijden meer weten en
de minister scheen vastbesloten niet nioer los te
laten, omdat naar zijne meening de benoeming van
ambtenaren geheel berust bij het uitvoorend gezag.
Een paar leden der rechterzijde met den heer Schim-
melpenninck van der Oije aan het hoofd steunden den
minister in zijne opvatting, doch de groote meerderheid
der sprekers wenschte meer licht ter beoordeeling
van eene ministerieele daad. Zoo de heeren van
der Kaay, Zaaijer, Rooseboom, Borgesius, van Hou
ten enz. Zelfs de heeren Schaepman en A. van
Dedem, de hoofden der rechterzijde, laakten de wijze
van verdediging des ministers.
De heeren Borgesius en Lieftinck zeiden het on
bewimpeld genoeg, op welke gronden men algemeen
zegt, dat de heer Land gepasseerd is, namelijk zijn
courantengeschrijf. Had de Minister dit openlijk
erkend, hg had de stelling kunnen verdedigen, dat
dat geschrijf hom het recht gaf den heer Land on
geschikt te achten voor bevordering. Dan had men
grond kunnen vinden voor een discussie, in hoeverre
die opvatting in verband met geest en bedoeling
der wet te rijmen is. Maar de Minister ontglipte
voortdurend bg eiken aanval en ontweek elk prin
cipieel debat. Op de gansohe Kamqr maakte die
houding blijkbaar een allertreurigsten indr.uk.
Een motie, die verklaarde, dat 's Ministers in
lichtingen, onvoldoende waren, werd zelf onvoldoende
geacht, omdat de Minister dien stoot toch niet voo-
lon zou. Ten slotte waren er twee motieseen van
den heer Van Houten, waarbg geconstateerd werd,
dat het passeeren van den heer Land op grond van
de wet van 1851 niet was gerechtvaardigd, en een
van den heer Viruly, die eenvoudig de houding
des min. bg deze interpellatie "betreurde. De eerste
motie werd met eon kleine meerderheid verworpen,
misschien omdat velen niet geheel medogingen, met
de interpretatie der wet door don heer Van Houten,
of zioh bij gebrek aan gegevens van een oordeel
wilden onthouden. Maar de Itweede werd metover-
groote meejdorheid (66 tegen 17 st.) aangenomen.
Slechts een gideelte der antirevolutionairen en een
gedeelte der Katholieken met een enkelen liberaal,
stemden tegen. De Minister, ofschoon in parlemen
taire gebruikon niet zeer ervaren, zal de beteeken is
van dit votum wel hebben begrepen.
Voor de arroiidissements-rechtbank te Haarlem
had zich gisteren te verantwoorden I'ieter Cornelia
Marie Walter, oud 25 jaar, laatstelijk koopman te
Haarlem, ter zake, dat hij tusschen 8 en SJ6 Novem
ber 1889, met hot doel zich langs bedriegeljjken
weg te bevrijden van de verplichting tot betaling
eener som van 82,20, die hij voor geleverde
goederen schuldig was aan de firma Beckor en Hen-
schell te Remscheid, op de keerzijde van den ter
acceptatie toegezonden wisselbrief van f 82,20, die
op de onderteekening na geheel was ingevuld, nadat
die door hem op de voorzgde van eene acceptatie
was voorzien,' valschelijk daarop heeft gesteld bij
wijze van endossement de woorden«voor ons aan
den heer W. Grebe" en daaronder eene nabootsing
van de handteekening van een der leden van de
firma Becker en Hensehell en verder bij wijze van
voldaanteekening de handteekening »W. Grebe",
alles met het oogmerk dien vatschen wisselbrief als
betalingsbewijs te gebruiken en verder dat hij van
dat stuk werkelgk gebruik heeft gemaakt toen de
bovengenoemde firma hem aanmaande om den slechts
ter acceptatie toegezonden wisselbrief terug te zenden
en zichlater bij herhaling op het vervalschte stuk
te beroepen en dat hij op 26 November 1839 dit
stuk bij de politie heeft overgelegd tot staving van
eene door hem ingebrachte klacht als zou er mis
bruik zijn gemaakt door derden van den door hem
geaccepteerde en aan de firma Becker en Hensehell
opgezonden wisselbrief.
Reeds in 1885 was deze beklaagde als militair
door den krijgsraad te Arnhem veroordeeld tot 1
jaar en 6 maanden militaire gevangenisstraf in een
zame opsluiting te ondergaan, wegens desertio ge-
paard'met ontvreemding van een anders goed uit de
kazerne en verduistering van equipemeyitstukken.
Uit het getuigenverhoor bleek dat de handteeke
ning op den wisselbrief voorkomende, iu ieder gsvt
niet was van een der firmanten Becker on Henchell,
verder nog dat bekl., tgden* hg kantoorbediende wu
bij den makelaar Poortman, in het bezit was van
een vocht, door de aanwending waarvan geschreven
schrift verdween, dat hij bij dien makelaar wegens
wangedrag, niet voor het in bezit hebben van voor
noemd vocht, was ontslagen, dat tgdens zijn verblijf
op het kantoor een brief, bestemd voor Utrecht, oa
inhoudende een bedrag van 1025, was verdwenen,
dat beklaagde ook nog is gewikkeld in een valsoh-
heid in geschrifte waarbg een firma te Bordeaui is
betrokken en waarin men ook den naam van dn
heer Poortman heeft genoemd, dat de firma Becker
beklaagde heeft .voorgesteld de zaak in der minne
te schikken doch dat deze heoft geweigerd omdat
hij reeds zou betaald hebben en eindelijk nog dat
hij, die getrouwd in, het met een andere vrouw houdt
De beklaagde geeft op, den wissel te hebben vol.
daan aan een hem onbekend persoon. Toen hij hna
kreeg om het endossement te erkennen beaft hij dit
gedaan en 'hom toen teruggezonden. Hij verklaart
het in handen komen er van aan een onbekend pen
soon hieruit, dat de brief door dien onbekende is
onderschept.
De deskundigen geren nu nog verklaringen vu
hur. onderzoek, waarbg zg wel degelijk gelijkheid
hebben gevonden tusschen het schrift van bekiaagdt
en het endossement, waarop de officier van justitie,
jhr. rar. A. J. Rethaan Macaré, aan het woord koot
tot bet nemen van zijn requisitoir.
In zijn requisitoir begon de officier met op den
voorgrond te stellen dat in deze zaak het bewgs
door getuigen niet te leveren was, omdat het misdrijf
vervalschiug steeds binnenskamers geschiedt, en dus
het bewgs uit aanwijzingen moest worden geput. Als
eerste aanwgzing noemt hij het onwaarschijnlijks
verhaal van beklaagde, dio beweert den ter acceptatie
toegezonden wissel te hebben teruggezonden en diea
wissel te hebben betaald met 65 aan een onbe
kend Duitscher, die geen llollandsch verstond, doch
toch het endossement iu het Nederlandsch had ge
steld. Als) tweede aanwijzing is de verklariug via
de doskunijigon en.de houding door beklaagde aan;
genomen, toen hem het eirste, door hen 'uitgebracht
rapport bekend werd. Hierin stond dat een aantal
letters iu beklaagden handschrift groote overeen
komst hadden met het valsch gestelde endossement
en toen nu beklaagde, die dat wist, oen dictdo moest
schrijven, veranderde hg, of trachtte hij ten minste
te veranderen alle genoemde letters, doch de 3 die
niet genoemd was, veranderde hij niet. Als derde
aanwgzing bracht de officier bij de vlekken op dee
valschcn wissel voorkomende, die daarop waren ge
maakt, doordat beklaagde blijkbaar had gepoogd
me', het vocht dat hg in zijn bezit had, een eent
gesteld ondoaeement te doen verdwijnen, wat wat
geblekeu, doordat de deskundige, de heer Luyter,
reeds eeuige letters had, to voorschijn gebracht. Kea
vierde aanwgzing was het gedrag van beklaagde.
Terwijl hij in dienst waa van den heer Poortmsa
verdween daar f 10,26 uit een briet. Hierop ver
liet hg het land en ging naar Parijsvan waar tal
een vriend van den heer Poortman, welke vrind
te Bordeaux woonde, op naam van den heer P. sa
voor hem geld werd gevraagd langs telegraphischei
weg. De kopij vaQ dit telegram ia van een hand
gelijk aab die van beklaagde. Eindelijk nog heeft
hij zich' ook in België aan feiten schuldig gemaakt
gaan opzoeken, die van nacht de reis met je zou
doenik heb hem plechtig aangekondigd, dat het
bestuur hem aebt-en-veertig uren rust toestond en
hem bovendien nog een louis als gratificatie ver
leende. De arme drommel kou het maar niet ge-
looven, zoo onverwacht scheen hem dpze weldaad
toe. Dit afgedaan zijnde, stak ik mij in de uniform
van den conducteur, en daar bén ik nu
De beide vrienden barstten ifl lachen ujt. Het
middel om tot een sa.menkomst te geraken, vermaakte
Roland zeer.
En nu, beste vriend, vertel mij nu eens, wie
de persoon is, die een tolk zoekt; wat zal ik bij
haar te doen hebben?
De ophelderiogen van Jacques waren .kort en
duidelijk. Mevrouw Reeding had bij haar eerste
huwelijk een zeer rijken Amerikaan getrouwd, die
na vier jaar overleed, zijn weduwe met een dochtertje
achterlatende. Niemand twijfelde er aan, dat dit
bestaan haar verveelde en dat zij op haar manier
afleiding zocht. Na pen kort weduwschap, trad zij
met een anderen Amerikaan, een mijnheer Reeding,
in den echt. Deze, niet minder hoffelijk dan zijn I
voorganger, haastte zich op zijn beurt, het tijdelijke
met het eeuwigete verwisselen, en op twee-en-
dertigjarigen leeftijd werd de jonge vrouw voor de
tweede maal weduwe. Van haar eersten echtgenoot
had zij een zeer groot fortuin geërfd, dat gemakke-
lijk dadelijk kon worden losgemaakt. De tweede
daarentêgen bezat uitgestrekte landerijen in het j
Westen van Amerika en een bankkantoor in Indo-
China, midden tusschen de Duitsche kolonies Amoy
en Tien-Tsin.Ten einde giet door haar zaakgelas
tigde bestolen te worden, zag zich mevrouw Reeding
gedwongen te liquideeren en besloot zjj, zelve de
moeilijke reis daarheen te ondernemen. Zijpad be
hoefte aan eon jongen, ontwikkelden en ijverigen
man, die Duitsch en Engelsch sprak. Gedurende
deze uitlandigheid van' zes maanden zou Roland
minstens tienduizend francs krijgen. Daar.hij voor
zichzelven niets had uit te geven, zou bij»eqn groot
deel van deze som mede naar huis brengen. Was
dat piet beter dan eiken avond opnieuw te beginnen
met dat aanhoudend heen en weer trekken van Pa
rijs naar Bazel en van Bazel naar Parijs?
Nu weet ge alles, eindigde Jacques. Maak
geen haast met je antwoord. Je heb nog tijd tot
overmorgen met het nemen van een besluit. Als ge
er niets togen hebt, ga ik wat liggen slapenik val I
om van slaap.
Nu Jacques nadere verklaringen had gegeven,
aarzelde Roland niet meer zoozeer. Waarom zou hij
het aanbod van zijn vriend niet aannemen De reis 1
lokte hem wel aan. Hij gevoelde behoefte zich los
te rukken uit de armzalige omgeving, waarin hij
een plantenleven loidde. De vrije ruimte, het on
bekende, de verrassingen van een verren tocht, lach
ten zijne afgespannen verbeelding toe. tin dan, is
Amerika niet het laatste hulpmidde4 voor hen, die
alles hebben verloren?
De jongeman hoopte, dat bij missohien daar dl
begeerde betrekking zou vinden, die hij in Frankrjjk
vruchteloos had gezocht. Zou hg er dan toe kal-
nen besluiten, zich van Alice te scheiden, haar niet
meer te zien, ver van haar te leven? Helaas, kjj
dacht er met smart aan, dat, indien mevrouw Ree
ding heel spoedig naar Amerika op reis wilde gaal,
hij niet eens tegenwoordig kon zijn bij do huwelijks
voltrekking van zijn lief zusje.
Hij zou haar ten minste twee derden geven vu
de drieduizend francs, die hij vooruit betaald zot
krijgen. Wie was de vrouw, in wier gezelschap k|
maanden lang zou leven? Het verhaal van Jacqun
stelde de altijd wantrouwige fierheid van Roland
gerust. Maar hij vroeg zich af, of het karakter htt
onbekende met het zgne zou overeonstemmsn of ia
dit vertrouwelijk «ataenzijn, dat een tocht over ZM
onvermijdelijk maakt,-geen botsingen zouden voelt,
komen, die hem in een valschen toestand tegenover
elkander zouden brengen Roland verwierp snol
al de bezwaren, die hij zelf opperde. Mpn redeneert
altijd in den zin, dien men wenscht, en hij verlangde
te'vertrekken. Vooral wilde hg zich losrukken van
de gedachten, die hem bezig hielden, van de ge
dachten, djezijn verstand benevelden en in strijd
waren met zijn gewete'n. Hg peinsde den ganschen
nacht over het voorstel van Jacques, en toen hij,
een half uur vóór zij te' Bazel aankwamen, zijn vriend
wekte, zeide hij glimlachend
Ik neem het aan. Wordt tervolgd.)
die van gelijken aard zijn en worden onderzocht,
terwijl ten slotte reeds vroeger door hem ontvreem
ding werd gepleegd.
Om reden van dit alles hield de officier hem
schuldig aan het ten laste gelegde en vroeg zijne
veroordeeling tot twee jaar gevangenisstraf en ont
zegging voor den tjjd van 4 jaren van de rechten
genoemd in artikel 28 burgerlijk wetboek.
De verdediger, mr. H. J. 1). D. Enschedé oor
deelde echter niets bewezen, ook niet door aanwijzingen.
De vlekken die op den wissel voorkomen zjjn
daarop niet gomaakt door beklaagde, maar door
den heer Luyten, die aan den wissel had geknoeid.
De instructie in deze zaak was slecht gevoerd, an
ders zou het bewezen zijn dat voor de delging van
het schrift op de» wissel geen gebruik was gemaakt
van het vocht, dat bij den makolaar Poortman op
het kantoor wordt gebruikt voor schriftdelging, doch
van iets andors, en wat de overeenkomst betrof van
het handschrift van beklaagde en dat van het en
dossement, hg", vordedigor, had het endossement ge
legd naast het haudschrift van den substituut-griffier
en hot was hom gebleken dat ook deze beide groote
overeenkomst hadden. Het was ook hier weder de
oude quaestie: geef mij tien regels schrift van hem,
en ik zie kans hem aan de galg te helpen.
Met vertrouwen drong hg op vrijspraak aan.
Te Nashville (Ver. St.) is het krankzinnigenge
sticht afgebrand, Negen verpleegden kwamen in de
vlammen om. Vijfhonderd anderen worden onder
bowaking naar de groote zaal gobracht, maar toen
de vlammen ook dat deel van het gebouw aantast
ten, ontsnapten zij. Zij kwamen echter weldra torug
of werden terug gebracht, »öp vijf-en-twintig na (bjjna
allen zeer goedaardige ktankztunigen), die nog rond
zwerven.
De Echo te Parit herinnel t naar aanleiding van do
ziekte van Prins Napoleon een zonderlinge drukfout
in den Franschen Maniteur, gedurende de ziekte
randden vador van dci^ prins, koning Jérópno van
Westfalen. Het bulletin omtrent don gaetfndheids-
toestaud van den koning luidde namelijk eensLe
vioux persists(de oude is taai); do zetter had een
V in plaats van een M gezet. Er moest staanLe
mieux persists (de beterschap houdt aan).
Gladstone is tet' Eton, waar hg school gelegen
heoft, ipet veel hartelijkheid ontvangen. Hij hield
er een lezjng ovor Homerus. Die lezing was, zoo
schrgft then, een schoon en indrukwekkend voorbeeld
van m,eeateepeqde geestdrift en de voorèracht van den
"Grand Old Man" was zoo vol frischheid en vuur,
dat zjjn hoorders haast niet konden gelooven, dat
er sedert zjjn inschrijving als leerling van het Eton-
college reeds zeventig jaren verloopen zjjn een
zevende van het bestaan der school,
Uit nader bericht blijkt, dat de stoomboot „Utopia;"
met 800 Italiaanscho landverhuizers aan boord, bij
Gibraltar in botsing met een pantserschip zonk bin
nen 10 minuten. De booten van Engelsche oorlog
schepen, in de nabijheid, trachten de schipbreuke
lingen te redden, maar dit ging zeer moeilijk, daar
de wind hevig was. Een stoombarkas sloeg om en
eenige matrozen verdronken. De aanvaring,-vond in
den avond plaats. Dat nog velen gered werden is
vooral te danken aan de electrische lampen, waar
door het tooneol der ramp geheel kon verlicht wor
den. Men vreest dat 600 personen zijn verdronken.
318 personen zjjn gered en 90 lijkenheeds gevonden.
Indien het Vod. wel is ingelicht, dan is de voor
stelling van zaken In de Amh. Ct, gegeven over de
circulaire van den minister van binnenl. zaken aau
zijne onderhoorige ambtenaren naar amleiding dgr
broohure van don referendaris de Stuers, wel in
hoofdzaak, maar niet ip alle bjjzonderheden juist.
Bepaald onjuist is al wat gemeld wordt omtrent de
interventie van een collega van den heer Lohman.
Wat de vermelde circulaire betreft, die niet alleen
aan de hoofden van afdeelingen, maar aan alle amb
tenaren, tot en met de klerken is medegedeeld, zjj
bevatte geen afkeuring tvegens het gebruikmaken
van stukken, maar wegens - hét gebruikmaken van
de kennis en wetenschap, door den heer de Stuers
als ambtenaar opgedaan en wegens het bostrjjdon en
ondermjjnen van de plannen de regeering.
Naar het «Centrum" verneemt worden, dank zij
bemoeiingen en de tusschenkomst van het bestuur
van den «Ned. R. K. Volksbond", zoowel door de
regeering als door de leden der Tweede Kamer de
ijverigste, pogingen in Bet werk gesteld, ton einde
een gunstige wending te geven aan het dreigend
nt der werkliedon van de «Koninklijke fabriek van
stoom- en andere worktuigon" te Amsterdam.
Naar alle waarschgnljjkheid zal de nieuwe com-
inatie, die de fabriek overneemt, daaraan eene
ketelmakerij verbinden, waardoor wederom een aan
tal worklieden kunnen behouden worden, terwijl de
scheepmakers zooveel mogelijk op de landswerf
worden geplaatst.
Verder is het zoo goed als zeker, dat bij het iu
dienst nemen van werklieden in de nieuwe fabriek
niet zal worden gelet op ouderdom, zoodat ook be.
jaarde arbeiders, indien zjj bekwaam en ijverig zijn,
zich niet ongerust behoeven te maken.
Nog andere gunstige maatregelen zijn in overwe
ging, o. a. om de overbodig wordende werkkrachten
zooveel mogelijk op andere rijkswerkinrichtingen te
benutten.
Een en ander is resultaat van de besprekingen,
welke door de heeren Passtoors en Kok, voorzitter
on vioe-voorzitter van den Bond, met verschillende
autoriteiten zijn gehouden. Laatstgenoemde, die zelt
19 jaar op de fabriek heeft gewelkt, heeft zoover
noodig alle gewenschte inlichtingen verstrekt.
Gisteren word te Amsterdam weder de «groote
voorjaarspaardemnarkt» gehouden, zooals zij wordt
genoemd, 't Is echte'f duidelijk gebleken, dat die
naam wel wat erg grootsoheeps is. Er zullen op de
Marktplaats aan het abattoir zoo ongeveer honderd
vijftig paarden aau de lijn hebben gestaan. Maar
welke paarden 1 Meest oude in veeljarigen karren-
dienst vergrjjsde trekdieren, schonkige geraamten met
een huid overtrokken.
Het was lang geen opwekkend schouwspel en be
paald eonigszins pijnljjk als zulk een bouwvallig
paard op de gobruikeljjke manier in beweging werd
gebracht. Telkens sag men zoo'n arm versleten
beest, dat misschien in geen jaren moer versnelden
pas had gemaakt, nog eens zjjn beste beentje voor
zetten en onder luid getier en zweepgeklap aan den
toom loopen.
Het merkwaardigste op zoo'n markt is de woor
denvloed, waarmede de verkoopers de verborgen
deugden en talenten hunner dieren weten aan te
prjjzen, terwijl do koopers alleen oog hebben voor
de zichtbare fouten en nog meer verborgen gebreken
vermoeden dan er inderdaad zjjn. Aan beide zjjden
schromelijke overdrijving, die door het gebruikelijke
spraakwater voortdurend wordt versterkt.
Op alle regels zjjn uitzonderingen, zoo ook hier.
Er waren enkele toonbare paarden, maar in hot land
dhr blinden is éénoog koning, en te midden van
zulk eene verzameling maakt een oud boerenpaard,
dat wat dik in zjjn vleesch zit, werkelijk nog een
goed figuur. (At. c. d. l)ag.)
ii i -i
In het jongste nommer van de Vaderlander, schrjjft
dr. A. W. Bronsveld over politiek en godsdienst
o. a. het volgende
«Op de vraag, welk standpunt door dit weekblad
wordt ingenomen, luidt het antwoord dikwerf
««liberaal in de politiek, orthodox iu don gods
dienst.
In 't algemeen gesproken hebben wjj tegon dit
signalement geen bezwaar. Wat er ons in un-
trekt, is allereerst de scheiding, welke hier gemaakt
wordt tusschen politiek en geloofsovertuiging. Niet
genoeg kunuen wjj het betreuren, dat men de vraag:
is hij een «bekwaam" man, heeft hjj kennis van de
zaken, welke hjj geroepen wordt te besturen of te
beheeren heeft samengekoppeld met de vraag
is hjj «orthodox?" Zoo verwisselt en vermengt men
twee zaken, die elk behooren tot een bijzonder ter
rein. Zoo komt men er toe tot betrekkingenwelke
speciale kundigheden en gaven vereischen, mehschen
te benoemen tot wier aanbeveling men slechts dit
eene kan aanvoeren ze zjjn orthodox, ze zijn goed-
katholiek of het omgekeerde daarvan.
Dit kan niet anders dan nadeel strekken zoowel
fau den Staat als van den godsdienst.
De Staat heeft er belang bij, dat hij wordt ge-
regêerd door bekwam'e mannen. Hoo zal koers wor-'
den gehouden, hoe zal de haven worden bereikt,
hoe zullen gevaarlijke klippen ontzeild worden, in
dien het roer is toevertrouwd aan banden, daartoe
ten eenemale onbevoegd
En de godsdienst ljjdt schade door dat samenvoegen
van geloof en politiek, allereerst omdat allicht de
onpprechtheid er door in de hand wordt gewerkt,
en vervolgens, omdat men de verkeerdheden en fei
len, door geïoovigen bedreven, schrijft op de reke-
kening van 'tgeloof zelf. Wie optreedt, omdat hjj e:n
goloevige is, moot wel weten,' dat men voor zjjn doen
en laten het geloof zelf aansprakelijk stolt. Neen
'tgeloof als zoodanig nfoet niet streven naar aardsche
macht. Cristus' Koninkrjjk js niet van deze wereld.
«Geen aardsche macht begeeren wjj. Die gaat wel
haast verloren, zong luther, en wjj zeggen het mot
hom." - -
Dr. B. betoogt verder dat de vrjjzinnige politiek
ib haar wezenlijke gedaante, in haar eigenlijk karak
ter en streven-alleszins is te vereenigen met de be
ginselen van het Evangelie. Hjj wijst er op, dat de
hedepdaagscho vrjjheden ons geschonken zijn door
het liberalisme Na*i*iriyk hebben wij de geweten»-
vryheid te danken aan de hervorming, maar wij ge
nieten nog zoo vele vrijheden bovendien. Wij den
ken aan het vrye woord, aan de vrijheid van ver
gaderen, a. w. aan de atmosfeer vau vrijheid
waarin wy ademen. Vergeten wij niet de scheiding
van Kerk en Staat, de gelijkstelling van alle bur
gers voor de wetde onpartydige recbtsbedeeling
en hoeveel zouden wij hier kunnen noemen en
roemed, dat ons geschonken is door het vrijzinnige
regime, waaronder wij sinds 1848, kleine tusschen-
poozen niet mede gerekend, geleefd hebben.
Hebben wy als christenen daartegen eenig bezwaar9
Genieten wy er niet van allo dagen Ongetwijfeld'.
Wel hebben de liberalen fouten begaan. WS
loochenen nipt, dat zij dikwyls illiberaal hobben ge
handeld. Hun doctrinair optreden is door ons van
meet af veroordeeld. Ook hebbon zg, vooral onder
den invloed van de moderne theologen, vooral in
zako van het volksonderwys, het volk onthouden
wat het recht had te vragen. Maar dit neemt niet
weg, dat de liberale politiek de ware is on dut het
oude regeringsstelsel voor goed is geoordeeld.
Is hot dan zoo verkeerd, een liberaal te kiezen
tot ouzen volksvertegenwoordiger?
Neen, dat is niet verkeerd, Versta ons wel
iemand die de liberale politiek cerlyk voorstaat en
toepassen wil, kan zeer wel ons vertegenwoordigen.
Is hij bovendien oen geloofsverwant, dan is bij ons
des te meer welkom.
Nooit kunnen wij, protestanten, een roomsen ka
tholiek als zoodanig kiezeo. Dit volgt reeds uit de
vorhouding, waarin do roomsch kaïholieko staats
partij zich plaatst tegonover den paus. Nooit kunnen
wij iemand kiezen, die vooruit belooft lid te worden
der anti-revolutionaire Kamerolub, en daardoor zich
do handen bindt. Wy kiezen geen andere dan vrije
mannenmannen en geen marionetten. Oózo chris
telijke, evangelische bolijdenis schrijft ons dat voor.
Omdat wij gelooven zjjn wij liberaal"
Zooals te verwaohtou was, is graaf Taaffe onmid
delijk na don uitslag der verkiezingen voor den Oos"
tenrijk8chen rijksraad aan het onderhandelen gegaan
met de leiders der voornaamste groepen om in den
nieuwen rijksraad een vaste meerderheid te oonstri-
tueeren. Het was een moeilijke arbeid. Conferentie
op conferentie hield de eerste minister met de lei
ders der Duitsch liboralen, die thans hot aanzien
lijkst in aantal zyn, doch» alle beraadslagingen met
de heeren Plener en Chhimecky voerden tot geener
lei resultaat.
Zoodra de pogingen over het vormen eener regee-
ringsmeerderheid bleken zonder gevolg to zullen
olyven, ontstonden opnieuw geruchten over een
miuisterieole crisis. Voor do Duitsche partijen, die
over het mislukken der onderhandelingen dubbel
teleurgesteld zyn, wyl zij zich reeds moester van
den politiekeu toestand top koste van de overige
nationaliteiten in de Oosteorijksche monarchie zagen,
is graaf Taaffe de satan in persoon. Kondon hun
weuschen iets uitwerken, dan, was do minister-presi
dent reeds lang tot de zalige rust ingekeerd, doch
het is algemeen bekend, dfft by in hooge gunst by
keizer Frans Jozef staat ehl dat deze niet dan in
den uitersten *oood de vrjeud zijner jeugd zal
-laten gaan.
In de Montagsrevue laat dan ook de regeering alle
geruchten over een ministrieele crisus tegensproken
en verklaren, dat graaf Taaffe alleen zal aftreden op
den dag, waarop hij verzekerd is niet langer in den
rijksraad een „keizerlyk" meerderheid to vinden,
die besloten is zich krachtig to verzetten tegen de
eischen der uiterste nationale partijen en bereid blyft
de eenheid vau he! keizerrijk te verdedigen.
De commissie uit de Fransche Kamer, aan welke
het onderzoek is opgedragen van het ontwerp tot
verlenging van hot octroöi der Franacha Bank, is
begonnen met de behandeling van de ingewonnen
adviezen dor Kapers van Koophandel. In 'i geheel
zyn van vertegenwoordigers van handél en uyver-
heid ingekomen 140 adviezen en van deze verklaar
den zich 72 voor het ontwerp der Begeering, terwyl
de overigen zich in beginsel verklaarden voor de
verlenging van het octrooi, maar zich toch wol met
de voorgostelde wijzigingen konden vereenigen.
Evenwel stelde de meerderheid het aannemen der
wijzigingen niet als voorwaarde voor bet goedkeuren
van de verlenging. De verlenging van het Bank-
octrooi, in hoofdzaak ovoreenkomstig bet voorstel
der Regeering, kan dus als verzekerd worden be
schouwd. i
De Fransche bladen epreken' natuurlyk alle over
het overlijden van prins Napoleon Bonaparte. De
republikeinsche bladen betcToger, dat de dood van
den priiis geen politieke boteokenis heeft en de meeste
organen der moharctiisten bepalen zich hoofdzakely
tot ongunstige booordeelingent over prins Napoleons
leven.