I loor i) Zn. |binn: ENLAND. sen. LAGD EEN ONGELUKKIGE. Zaterdag It April. N? 4499. FEUILLETON. “likte en73“. Zu. 7ERU; rdam. Gouda. tSjöl. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Séance1 SME 'nthullingen i Cafeliostro lomkatische J l I I i J r y 1 cherij 1 1 i T I 1891, VJÜF qENTEN. Dé lui rading van advertentlön kan geschieden tot eén uur des namiddags van den dag der uitgave. a Wepl‘atl vfk j <o. 73. nog niet nen orerwinnen I III. r. Gouda. H PRIJZEN. bljjven en I bewerkt fgeleverd {tiaar het Frantch.) II. ïoning Bovendien worden alle Advertentien gratie opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschjjnt. erven van kenook en, Tafel- t geperst, les, Kan- later, later.... zij mededeel- EMEUBI- l of AL- efst op de heater Boekdruk- Ciendeweg. sorteering •A, 10 April 1891. i Goads naar Maiden W. F. van de Wetering, bijgenaamd de Booij en van Breda naar 1 Goudk T. W. Bertels, beide opzichters le klasse bij het wapen der g< AD VERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. en krachtig goudsche courant. erkentelijkheid te een voldoening zijn, arbeid met welgevallen mag meer moeten dan niet wij, die van uw onderwijs profiteerden en de vruchten daar van genieten, op dezen dag verheugd zijn en van ganscher harte instemmen met de rechtmatige hulde die U dezen dag ten deel valt. Ontvang dan ook, Geachte Heer Huber, onze oprechte en hartgrondige gelukwenschen met dit voor U zoo schoone feest en gaarne voegen wij daarbij den wensch dat de tijd, die U nog als hoofd dezer school zult doorbrengen, U dezelfde lust en yver zal geven om uwe beste krachten aan ’t wel zijn der jeugd te besteden. Ook wij meenden bij deze wenschen een stoffelijk |t)e uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Hommers ERGEN, tsch et Grootste w I 'Reis naar tO^rloj Hi t'Kiïid* j 8, van w SRG'tffo. Maar iemand, die ernstig verliefd is, kan niet met nchzelven redeneeren. In plaats van den hartstocht, dw steeds meer macht over hem kreeg, te matigen, gaf hij er van dag tot dag meer aan toe. Na het eerste bezoek maakte hij een tweede, toen een derde, terwijl hy zijn best moest doen, een behoorleken tijd daartusschen te laten verloopen. Weldra moest hy erkennen, dat de namiddag akelig langzaam voorbij ging, als hij niet naar Passy moest, en er aan den avond geen einde scheen te komen. Geluk kig zyn verliefden rijk in listen, in oude en toch altijd nieuwe listen I Florence was gewoon, telkens wanneer Alice aan de opera moest wezen, in de loge der zangeres te komen. Roland ging er dan ook heen, met een stiptheid, die het ongeduld van zyn hart verried. Mevrouw Ductac bemerkte spoedig de naast haar onluikende liefde. Nooit had zy zich een andere schoonzuster kunnen wenschen, zooveel hield zij van de lieve Amerikaansche. Maar hoe zou zij de ge voelens van Florence voor Roland te weten komen Hare vriendin ondervragen? Dat durfde zij niet. Die fiere en kuische vrouw koesterde een heiligen eerbied voor de ingetogenheid van anderen. En dan had Alice, evenals haar broeder, enkele onverklaar bare dingen opgemerkt in het karakter van de wees. Telkens wanneer het meisje over het huwelijk sprak, zeide zy: Zeker, ik zal wel trouwen, maar Waarop wachtte zij dan? Eens was zaam genoeg om madame Dutac een deel van het geheim, dat haar negentienjarige ziel verborg, te doen vermoeden. De zangeres studeerde sedert een week de rol van 81) Toen Roland het landelijk verblijf te Passy ver bet, werd hij beheericht door een hem nieuw gevoel, een zoo machtige aandoening, dat hij er minder ontsteld dan wel verrast over was. Hij beminde.... Ónmogelijk de keten te verbreken, die hij zichzelven aanlegde en die hem toch gevangen hield. Hij be minde het jonge meisje, dat hy enkele dagen geleden nog niet kende. Dat was zy, de met zooveel ver langen verbeide onbekende op zijn levensweg. Waarom zou zij hem ook niet liefhebben F Hij had een for tuin weten machtig te worden en de wereld aan zich onderworpenhij zou toch wel een vrouw kuu- gearbeid. Ik mocht U leeren kennen en hoogachten I als Hoofd dezer inrichting, als leidsman der jeugd en vooral als vriendschappelijk patroon. Van harte heeten wij U welkom in dit feestlokaal, z Onder medewerking van de collega’s wilden wij onze sym pathie toonen door deze school voor ran daag in feestdos te tooien. Dank zy de hulp van eenige collega’s hebben wij getracht U dezen dag tot een aangenamen herinneringsdag te stempelen. Mocht God U nog jaren lang sparen voor de uwen, voor de Goudsche jeugd en rooi’ ons, Uwe onderwijzers I Nog eens welkom op dezen feestdag I Dit welkom willen de jongelui U toezingen in het Welkomstlied De zangklassen hieven het Welkomstlied aan en daarna trad de jongeheer A. Overboseb op den heer -- HÜ Bene eigenaardige drukte heerschte er dezen mor gen in de le Openb. Burgerschool voor jongens. Het hoofd der school, de heer H. J. W. Huber, herdacht den dag, waarop hij vóór 25 jaren zyne betrekking te dezer stede aanvaardde. Onderwij zers, oud-leerlingen en scholieren, een ieder was al sedert langen tijd in de weer geweest om den lOn April niet ongemerkt te doen voorbygaan. Door de zorg van de onderwyzers waren een drietal lokalen keurig versierd. Groen, bloemen, vlaggen, tropeën, guirlandes, beelden en wapens maakten een schitte rend effecten wie dezen morgen by de plechtigheid tegenwoordig was, zal volmondig moeten beamen, dat de decorateur, de heer van Staveren, alle eer van zijn werk heeft. Hom zy hier dan ook openlijk een compliment gemaakt voor zijn net en beeldig decoratief. Al vroeg waren de jongens op hun post. Met ongeduld werd de komst van den jubilaris verwacht. Te negen uur waren het Comité van oud-leerlingen, de Schoolcommissie en tal van oud-élèves in de versierde lokalen byeen. Onder fanfares kwam de jubilaris met zyne echtgenoote en kinderen binnen. De heer H. E. van der Boer sprak hem namens de onderwyzers op de volgende wyze tos: Geachte Jubilaris I Gedurende het tydvak van 25 jaren, dat gij aan het hoofd dezer school staat, geniet ik het voorrecht 't langst van Uwe onderwyzers met U te hebben Nu klonken de juichtonen frisch en krachtig on treffend was het, waar het uit zoovele kinder kelen klonk En wie hem mint, van harte lieft, Heeft ook de stille bede O God, deel dezen kindervriend Uw rijksten zegen medel Bewaar hem ook voor gade en kind Die hij zoo warm en trouw bemint 1 Zoo trouw bemint Gij hoort zooveel, hoor meê Die beê, die beê. Nu was de beurt aan de oud-leerlingen. De Voorzitter van het Comité, de heer J. van Galen, hield de volgende toespraak Geachte Heer Huber Aan mij is de vereerende taak opgedragen U op dezen dag, bij gelegenheid van uw 25 jarig jubileum als hoofd dezer school, namens zeer velen uwer oud- leerlingen een woord van gelukwensch toe te spreken en gaarne kwijt ik mij van die opdracht Neen, ook wij wenschten en mochten niet achterblyven U op dozen dag onze hulde en brengen. Moet het voor U wanneer U op uwen terugzien, hoeveel te Hnber toe en sprak hem in dichtmaat aan. zeide het volgende Wat is ons schoollokaal vandaag Gesierd met vlag en bloemen, Van leeren komt heden niets, Een feestzaal kan men 't noemen. Ja jongens, wij weten lang reeds wie Er feest vandaag kan vieren, Het is *t hoofd der school Het zilver moot hem sieren. Gelnkgewenscht met dezen dag Hoofd bij ons onderwyzen Wij willen met een stoffelyk blijk U onzen dank bewyzen. Aanvaard uit naam van allen dan Dit nuttige cadeau Uit achting en waardeering toch Schenken wij U dit bureau. (Een sierlijk sohryfbureau met fraaien stoel.) Ophelia in, die zy voor haar tweede debuut had gekozen. Op een middag, toen de repetitie geëin digd was, vond Alice miss Florence in haar victoria gezeten, by den ingang voor de artisten op den boulevard Hausmann. Zijt ge bang voor de kou vroeg de jeugdige Amerikaansche lachend. Gewoonlijk niet erg. Maar ik moet morgen zingen, en ik heb geen lust een verkoudheid op te loepen. Dan zend ik mijn rijtuig weg, en wy gaan loopen. Ik breng u thuis, als ge het goed vindt Gaarne. Al pratende kwamen zij in de avenue Friedland. Ge gaat moe naar binnen, nietwaar? vroeg Alice. Mijn broeder zal wel thuis zyn. Het zal hem zooveel genoegen doen u te ontmoeten. Florence bloosde en volgde mevrouw Dutac. De thee voor mevrouw stond in het boudoir, sprak de kamenier, terwyl zij hare meesteres doorliet. Een helder vuur brandde onder den schoorsteen. Het kalme, vreedzame vertrek, flauw verlicht door een lamp op een zilveren voet, noodigde uit tot rustige droomerijen. Ik heb een verbazenden honger, sprak Alice lachend. En haastig, zonder baar hoed af te zetten, schonk zij de heete thee in do kopjes van oud Sèvres, ter wyl zij met vlugge hand eenige dunne, zaéht ge roosterde sneedjfs brood smeerde. m 1 gouDj de Wetering, bygena Bertels, beide opzichters

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 1