Bultenlandscii Overzicht. PETR0LEUM-N0TEERINGEN deelere°Ste"ing T"n dieD toestel t8 zullen m0<le' Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam i bewijs als herinnering aan desen dag U aan te bieden. Aanvaard dan, mijnheer Huber, dove geschenken als een bewijs onzer achting, als een bewijs van onzen oprechten dank voor al hetgeen wij U verplicht zijn. In dit album vindt U de namen van diegenen, die tot dit doel hebben medegewerkt. Wanneer U dit doorziet, zult U vele namen daarin vinden opgo- teekend, die hetzij voor vijf, tien of vjjftion jaar hier school gingen, en thans wijd en zijd verspreid zijn, doch is thans die band, die ons toen ver- eenigde, verbroken, zeker is het dat allen zich dezen dag in gedachten vereenigen en ongetwijfeld ook, met die hier aanwezig zijn, zullen instemmen met eon hartolijk Leve mijnheer Huber 1 Een artistiek bewerkt buliet en twee praohtwer- ken [Dante's Hel en Jonathan, Waarheid en Droo- men] legden getuigenis af van da hoogachting en erkentelijkheid aan hun oud-hoofdonderwijzer. De heer J. M. Noothoven van Goor sprak namens de Schoolcommissie en het Gemeentebestuur harte lijke woorden van waardeering en hoogachting. Hij sohetste het streven en werken van den heer Huber gedurende het 25 jarig tijdperk, dat hij hier aan 'thoofd stond; en bood hem ook namens het Dagelijksch Bestuur en den gemeenteraad een prach tige pendule met coupes aan. Na iedere aanspraak stond de heer Huber op en dankte met gevoelvolle woorden, woorden uit het hart tot het hart. Hij dankte de onderwijzers voor hun steun bij het onderwijs, voor hun ijver en tact bq dat onderwijs en hoopte nog jaren lang door hen gesteund te worden. Hjj achtte het een geluk voor hem en voor zijn school, dat hjj onder ztllk een verlicht Bestuur met zulk een flinke School commissie san 't hoofd kon samenwerken. Met ge- noegfc merkte hjj op dat onder de oud-leerlingen er hier tegenwoordig waren die als kind bjj hem op school kwamen bij de opening. Hjj kon niets beter wenschen, dan dat het hem gegeven mocht zjjnook hun kinderen te mogen leiden te vormen. Was het waar, dat het zaliger is te geven dan te ontvangen, bjj het onderwijs was dit wel geheel waar, want wel degelijk moesten de leerlingen be seffen dat het zaliger is te ontvangen dan te geven maar toch voor den onderwijzer gold zeker het eerste. Een goochelaar hield daarop de jongens eenigen tijd aangenaam bezigversnaperingen en ververschin- gen werden ruimschoots rondgediend. Allerlei voor drachten gaven aanleiding tot verhooging van de pret. De nitsiag van de verkiezing van een Hoofd-In- goland en een Hoofd-Ingeland-PIaatavervanger voor het 2e district in Schieland is als volgtIn de plaats van den heer Mr. C. J. A. Bichon van IJssel monde is tot hoofd-ingeland gekozen de heer P. Metz te Zevenhuizen en in de plaats van den heer A. van der Spek, die niet meer in aanmerking wenschte te komen, tot hoofd-ingeland-plaatsvervanger de heer A. van den Berg te Bleiswijk. Naar de Tijd is de gezondheidstoestand van den heer Mr. B. M. Bahlman die in zijn woonplaats Botterdam is teruggekeerd zooveel verbeterd, dat hjj weder de zittingen der Kamer zal bijwonen. Hjj zal echter om redenen van gezondheid, die hem elke emotie verbieden, niet deelnemen aan de debatten. Gedoken in een grooten leunstoel, het hoofd op de hand latende rusten, hield Florence haar roetjes voor bet vlammende haardvuur. Nn ik u eenmaal hier heb, houd ik u ook. Ge blijft bjj mij het middagmaal gebruiken; Roland zal u wel thuis brengen. Florence maakte nog eenige tegenwerpingen, maar haar vriendin wilde daar niet van hporen. Ge bebt geen enkele uitnooaiging voor van avond; ik wil niet, dat ge alleen thuis zult zitten. Ik twijfel er niet aan, dat ge u in uw «home" nooit verveelt, maar men verlaat zijn beste vrienden niet, om zich uren lang met zjjn boeken en zjjn muziek op te sluiten. Dan neem ik het aan, antwoordde Florence glimlachend. Nu nam ook Alice plaats en staarde peinzend naar de brandende takkenbossen, die zich kronkelden on der het aangrijpen van de vlam. Kijk, kindlief, dat is nu voor mij een van de prettigste uren van den dag. Ik heb mijn dagwerk verricht en ben over mijzelve tevreden, omdat ik gedaan heb, wat mij te doen stond. Nu wacht ik hier mijn mar. en mijn broeder af. Er is geen voor stelling van avondik verheug mij reeds bij voorbaat in de oogenblikken, die ik geheel alleen met hen in den vertrouwelijken familiekring ga doorbrengen. Florence zuchtte. Ja, fluisterde zij, liefhebben, geliefd wor den.... dat is het echte leven. Hoe jjdel zijn alle Aan de hoofd-ingenieur bjj den aanleg van Staats spoorwegen te Amsterdam, den heer J. Lejjds, is met ingang van 1 Mei e. k. eervol ontslag verleend wegens „opheffing van bediening", het ontslag is verleend onder dankbetuiging voor de vele en be langrijke diensten den lande bewezen. Do heer Lejjds heeft met Mei een veertigjarigen diensttijd achter den rug. Gedurende de diensttijd in do hoofdstad heeft hjj zich vooral verdienstelijk gemaakt bij den bouw van het Centraalstation, welke geheel onder zjjn leiding geschiede naar de plannen der bouwmees ters en bjj de overkapping van de perrons. Met de aftreding van den hoor Lejjds wordt het bureau van den aanleg der Staatsspoorwegen in het commandantshuis op den Dam opgeheven. Dat ge bouw zal dan, evenals de loods ep het Damrak, gedeeltelijk voor den dienst van post en telegraphie worden ingericht, gedurende den bouw van het nieuwe postkantoor. Eene vrouw van omstreeks 40 jaar, Mietje L., te Roelof Arendsveen, die sedert haar I7dejaar zieke lijk en w ellicht reeds tien jaar bedlegerig is, verloor in November van het vorig jaar geheel en al de spraak, zoodat zij hare huisgenooten, die dag en nacht met haar omgaan, slechts door gebareu hare wenschen beduiden en niet het minste geluid voortbrengen kon. Voor eenige dagen nu heeft zij, naar aan het L. D. wordt gemeld, zonder do minste aanleiding plotseling haar spraakvermogen teruggekregen. Tot groot genoegen van haarzelve en hare omgeving spreekt zjj weer eren gemakkelijk als te voren. Staten-Generaal. Esuste Kuub. zitting van Donderdag 9 April. De stedenwet was aan de orde, doch hoewel door de discussie in de Tweede Kamer en de breedvoe rige schriftelijke behandeling bij de Eerste het onder werp uitgeput scheen, zal er toch nog een tweede zitting aan gewjjd worden. De heer Kappejjne had een grondwettig bezwaar weinig steekhoudend en spoedig door de minister en dpn heer Van Ljjnden wederlegd dat namelijk de grondwet bedoeld heeft, het geheele stelsel der enkel- of meervoudige districten aan een nadere be slissing van den gewonen wetgever te onderwerpen. Maar door den heer Kappeyue, en ook door den heer Vening Meinesz werd een andere grondwettige quaestie ter sprake gebraoht, die aan de aandacht van de Tweede Kamer is ontsnapt en toch van het hoogste gewicht moet worden geacht. Volgens het ontwerp zal de Vraag, in welk district van de ge splitste gemeenten een kiezer zal meestemmen, af hangen van de vraag, welke woning hjj op 15 Febru ari bewoont. Nu doet zich daarbjj terstond de moeilijkheid voor, waarop vooral de heer Meinesz wees, dat het zeer onzeker is wat onder de uitdruk king „een woning bewonen* moet worden verstaan, of het b.v. voldoende is een woning in gebruik te hebben dan wel of men daarin ook nachtverbljjf moet houden. Aangenomen echter, dat men die moeilijk heid overwint, dan staat men voor deze andere moei lijkheid, dat er vele burgers zijn, die ergens kiezer zjjn en toch geen woning bewonen. Hoe zal men hen laten meestemmen? Het gemeentebestuur mag voor ieder gesplitst district alleen hen op de lijst brengen, die werkelijk op 15 Februari daar een wo. ning bewonen, maar hoe dan b.v. te handelen met andere genoegens, die men nastreeft, in vergeljjking van de vreugde, die uit het hart komt. Als ge er zoo over denkt, waarom brengt ge uwe daden dan niet in overeenstemming met uw wenschen Ge zjjt lief, rijk en verstandighet kan u dus gemakkelijk vallen, een keuze te doen. Welke man, door u uitverkoren, zou zich. niet gelukkig achten, u te mogen aanbidden? Miss Sidney verborg, met een onverwaohte be weging, het gelaat in de handen. Wat is dat? Wesnt ge? Het is nietshet is belachelijk van mij, mjj niet te knnnen inhoudenVergeef mjj.... vergeven, arm kind 1 Ik zelve heb door een onhandig gezegde bij u zeker eeu droevige herinne ring gewekt Welnu, ja. Reeds meermalen spraakt go mij over een huwelijk en ge weet niet ge kunt niet weten Zij zweeg een oogenblik en vervolgde toen met zachte stem Ik mag niet trouwen 1 Tracht niet, dit to begrijpen Een heilige plicht bindt mij De achting voor mijzelve ontzegt mij het recht, over mijn lot te beschikken, zoolang ik mijn schuld niet heb afgedaan. Indien ik verliefd werd, zou ik naar het andere einde der wereld vluchten, om deze liefde door de vergetelheid te dooden; indien ik laf genoeg ware aan mijn arm hart gehoor te geven, dan zou ik hem haten, die mij afvallig had ge- de schippers, die wel te Amsterdam of te Rotterdam gedomicilieerd zjjn maar er geen woning hebben? Hun wordt, zoo betoogden de heeren Kappeyne en Meinesz, het kiesreoht ontnomen, en dit in strjjd met de Grondwet en de kieswet, waut volgens de grondwet zijn alle inwoners kiezers, die aan zekere bjj de wet gestelde eisohen voldoen, en onder die cisohen is niet opgenomen de thans voor het eerst ingevoerde eisoh, dat zij ook eene woning moeten bewonen. Immers men kan zeer goed ergens inge zeten of inwoner zjjn dat wil zeggen orgens do micilie hebben zonder dat men er werkeljjk een huis bewoont. Met dit bezwaar zat de Minister blijkbaar geheel verlegen, en de eenige verdediger van de wet, de heer Van Lijnden erkende ridderlijk, dat men hier te doen had met een fout, al aohtte hjj die fout ook niet van dien aard dat daarom de wet moest worden verworpen. De Minister wilde het bestaan der fout niet erkennen, maar hiold over dit punt oen zeer lange, vrij ouverstaanbaro redeneering, waarbij hjj er zieh meer en meer inwerkte, zoodat hjj ten slotte dan ook aan den voorzitter verzocht' hom toe te staan zjjn rede heden te vervolgen. Is dit bezwaar dan op zichzelf reeds voldoende om de wet onaancemeljjk te maken, door de heeren Meinesz, Knppeijne en Van Swinderen werden nog tal van andere bezwaren aangevoerd, deels ontleend aan de slechte techniek der wet, deels ook aan de h. i. geheel verkeerde grondgedachte, waarvan de voordracht uitgaat. De Tijd bevat een artikel over verkieeingtprogramt, waarin het blad betoogt, dat het /.bestendigen van den tegenwoordigen toestand in geenen deelo weu- schelijk is, noch voor de katholieko part jj in het bizon der, noch voor het Vaderland in 't algemeen. Want de onafhankelijkheid der katholieke partjj wordt bedreigd door onvoorwaardelijk samengaan met de partjj van Dr. Kuyper; en het vaderland moet noodwendig lijden onder een samenstelling der Kamers, die een onjuist beeld biedt van de gevoelens der bevolking. „Hadden wjj oon kiesstelsel", zegt de Tijd, „dat ge legenheid gaf tot zuiver proportioneele vertegenwoor diging, dan ware aan alle bezwaren een einde. Maar nu wjj zulk een kiesrecht niet bezitten, rjjst voor ons de vraagMogen wjj door onzen steun een samenstel ling der Kamers mogelijk maken, die op kunstmatige en onbilljjke wjjzo een meerderheid verzekert aan wetten, die wjj verderfelp achten en die met ons volkskarakter, met do wenschen der meerderheid van de bevolkipg in strjjd zjjn P.... „Ons dunkt, het antwoord kan niet twijfelachtig zjjn. „Willen wjj dan dat, bjj algemeenen maatregel, de katholieke kiezers ten eenenmale hun stem weigeren aan de anti-revolutionaire Kamerleden, die tot dusver door hun medewerkiug zitting verkregen in het Par lement? In geenen deele. Waar wjj tegen opko men, wat wjj meenen te moeten bestrijden, is alleen een handhaven van het „monsterverbond" als zoo danig. Het stellen der candidaten blijve allereerst overgelaten aan de wijsheid, het beleid, de erve-, ring der verschillende kiesvereenigingen. Alleen men behoort zich o. i. niet te stellen op het stand punt, waarop in 1888 bij de verkiezingen werd ge. handold. Het overnemen van een onderteekenaar van het anti-revolutionaire Program als eandidaat eener katholieke kiesvereeniging, alleen omdat zulk maakt Alice luisterde met ontsteltenis naar deze raadsel achtige woorden, en aan die ontsteltenis paarde zich een pjjnljjke onrust. Zij zag Florence's leed en zjj vreesde, dat Roland eveneens zou lijden. Het jonge meisje wischte hare tranen af en her nam op smartelijken toon En toch ben ik geboren om een gelukkige echtgenoote, om een gelukkige moeder te worden... Ik ben bestemd om een man, kinderen, een eigen huis, een hnisgeziu te hebben Een huisgezin, ik, die de geliefde wezens, die mij het leven hebben geschonken, bijna niet heb gekend Haar aandoening was hartbrekendzjj barstte in tranen uit en wierp zich aan de borst van Alios, met de onschuldige vertrouwelijkheid van een bedroefd kind. De jonge vrouw trachtte haar tot bedareu te brengen, maar Florence schudde zachtkens het hoofd en vorzette zich met kracht tegen bet denkbeeld, dat men haar ontroostbare smart zou kunnen lenigen. Het arme kind weende langen tijd voort, on terwijl mevrouw Dutac haar gadesloeg, zooht zij naar de oorzaak van deze wanhopige uitbarsting. Het meisje j had blijkbaar een plicht te vervullen, of verbeeldde zich dien te hebben, een plicht die haar belette te trouwen. Zij wenschte onafhankelijk te bljjven, vrij in hare handelingen, zonder door vreemde oogen te worden nagegaan. Wordt vervolgd.) een onderteekening ons eenigen waarborg zou aan bieden, achten wjj niet goreohtvaardigd. Wij achten het zelfs eeu gevaar, waarvan de beteekenis uit het door ons gezegde, hopen wij, onzen lezers duidelijk zal zijn." Met zekerheid bericht men aan het Haagsche Dagblad dat de ambtenaren der voormalige Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappjj niet volgens anciënniteit tusschen do ambtenaren der Maatschappjj tot Exploi tatie van Staatsspoorwegen op de ranglijst zijn ge plaatst, daar zjj, bjj de nu plaats gehad hebbende bevorderingen, allen gepasseerd zijn, hoewel sommi gen feitelijk moer salaris genoten dan de in fang verhoogden. In de Amsterdammer leest men De redactie van Recht voor Allen, heschudigt Bos, die met Tieman het land verlaten heeft, om acht maanden gevangenisstraf te ontloopen, van lafheid, en houdt die beschuldiging vol, ook na de verzeke ring van Bos, dat hjj naar Amsterdam terug zal keeren, indien het hem niet gelukt voor vrouw en kinderen brood te verwerven en de zaak van het socialisme te Antwerpen te dienen. Gelukkig behoeven, wij in dit geval niet partij te kiezen. Moest het, het zou uiterst moeilijk zjjn. „De bekende veroordeeling," zegt Bos, „had plaats on goede partjjgenooten raadden mjj aan Holland vaarwel toe to roepen. Ik heb hier zeer lang over nagedacht, of ik ook in strijd handelde met ons be ginsel en kwam tot de conclusie, dat ik verplicht was als man van beginsel die geön grenzen kent (wat ook ons program aangeeft) aldus te handelen. Wanneer ik in werkelijkheid zoo'n gewichtig per soon ben geweest, ik vraag waarom heeft dan de centrale raad mjj niet ontboden, om mjjn zaken, ter- wjjl ik acht maanden afwezig zou zijn, te regelen ook van de afdeeling Amsterdam word ik niet inge licht. Dus ik heb naar omstandigheden gehandeld en mjj voor eenigen tjjd verplaatst om te zien of ik hier in 't belang van vrouw en kinderen kan wer ken en ook zeker in 't belang van onze partjj." Vrouw en kinderen aoht maanden onverzorgd, dat is in do grootste ellende achter te latenom daarna het recht te hebben weer brochures of blaadjes te kunnen verkoopen, is een krasse eisoh. Wjj kun nen ons voorstellen, dat Bos bjj zichzelf zegtvoor dat werk zijn nog wol anderen te vinden. Te eer, nu Bos, als man van beginsel, geen grenzen kent. Wij lezen in de Standaard In het Predikbeurtenblad van heden komt een re solutie voor waarmede zich de vergadering vau pre dikanten en ouderlingen der Ned. Herv. kerk uit de classis Amsterdam, verleden week te dezer stede fehoude/1 vereenigd heeft. Vreemd is het niet, dat edoolde resolutie in die vergadering werd genomen, want reeds eenmaal vroeger werd ons vaderland op zulk een resolutio vergast. De thans aangenomene luidt als volgt „Aangezien de Hervormde Christen uitgaat van het beginsel, dat een iegeljjk, ook in 't openbaar leven, dus mede door de Staatsambten, Christus behoort te dienen, en alzoo Zjjn Koninkrijk te doen komen mot bestrijding ran al hetgeen Hem weder staat, en aangezien alle hedendaagsche politieke partyen dat beginsel verloochen, en zelf meer dan ééne van die partjjen onze kerk wil vernietigen zoo mag hjj, wil hjj zioh niet sohuldig maken aan verlooohening van den ohristus zijner belijdenis, met geen der politioke partjjen meedoen, maar moet hjj zich van de stembus onthouden, tenzy hij stemmen kan oPj zulke Protestanten, 't zjj aftredende Kamer leden, t zij voor het eerst gecandideerden van wie hij met zekerheid weet, dal zjj aan zijn beginsel niet bepaald vjjandig zjjn, zich zelfstandig gedragen, en in geen geval medegaan met destructieve liberalen, met die „antirevolutionairen", die medewerken aan de ontkerstening van onzen staat of met de staat kundige leiders van de Roomschen," Het bericht meldt verder dat de vergadering met ge ed en met dankzegging gesloten werkdat het eerste deel der vergadering, waarin meer kerkelijke zaken werden behandeld, word geleid door dr.Lau- rutard, gin het tweede gedeelte, waarin bovenge noemde revolutie werd behandeld door ds. Steenbak ker Morilyon Loysen, predikant te Naarden. Een zestigtal personen woonden de vergadering hjj, en die waren „over den afloop" zoo tevreden dat de „voor zetting» der vergadering „door de aanwezigen wensohelijk en noodig werd gekeurd». Reeds is in enkele bladen gezegd, dat de nieuwe toestel eene verbetering was van den reddingcyhnder, door den Heer Koning, te Texel uitgedaoht. Deze bewoering is nochtans geheel bezijden de waarheid, dewijl beide toestellen al zeer weinig op elkaar gelijken en De Wjjn het zijne, hoewel in zeor primitieven staat, gereed had alvorens die van Koning geëxposeerd werd. Nu is De Wjjn's toestel op 's Rjjks werf te Willemsoord uit staalplaats vervaardigd en van eene oonstructie, welke het tegen de elementen bestand doet zijn. Do staalplaats is 0.16 Engelsche duim of 0 0016 M. dik. De geheele toestel bestaat uit drie hoofddoelen, namelijk uit twee cylinders van 0.30 M. met een middellijn van 0.75 meter, voorzien van randen of zwaarden, om het afdrjjven te voorkomen. Bovendien is elke cilinder voorzien van vijf wieken of schepraderen, om het voortrollen te bespoedigen. In het midden tusschen deze cylin- pers zit een spil of rondsel, waarop de lijn is gerold. Deze kan zioh te allen tijde en onder alle omstandihheden ontrollen, onvorschillig hoe het geheel voortbewogen wordt. Op dit spil of rondsel kan gemakkelijk 1500 meter sterke lijn geborgen worden. Bijde cylinders en het rondsel worden 'aan el kander gekoppeld door een holle stalen as, 'waarom een dunne jjzeren beugel is bevestigd, om te dienen voor roer en tevens als leinleider. De toestel kan zeer gemakkeljjk in en uit elkander woelen genomen en behoeft dus aan boord, zelfs van de kleinste schepen, maar weinig bergruimte. Voorloopige proeven levorden de beste resultaton en deden zien, dat de toestel bjjzonder luchtig op het water drjjft. Wat nog de waarde der vinding verhoogt is een hermetisch gesloten kokertje, dat in den toestel ge borgen kan worden, om scheepspapieren of stukkon van waarde te redden, of ook wel om medodeelin- gen naar land over te brengen. Om het kokertje overal in 't oog te doen vallen en de bedoeling er van te laten begrijpen, wil de uitvinder er „reporter» op laten schilderen. Eerlang zullen er proeven mede genomen worden XII en Gregorius XVI, doch hjj was niet voldaan fllrï dV daarbÜ 8®*°Igd was, en heeft derhalve die reproductiëu niet openbaar gemaakt Onder de regeering van Pius IX werd opnieuw de lange en moeitevolle arbeid eener facsimile-uito-ave met succes begonnen door de patej-s Vercellone on Oozza, geholpen door hunne assistenten en onder het paussohap van Leo XIII voltooid. Thans hooft pater Cozza door middel der photo- typografie 50 copieën genomen, die elk 400 francs kosten en algemeen verkrijgbaar zjjn gesteld. Reeds zijn bestellingen ingekomen uit Duitsehland, Engeland en Amerika. Een brief van den paus aan den viee-bibliothe- oans prqst de uitvoering van dit work in hooge mate. op zee. In een vergadering van zeeoflicieren heeft De Wjjn onlangs zjjn toestel getoond en mooht over 't geheel oen gunstig oordeel van deskundigen vernemen. Men koesterde de beste verwaohtingen, dat de vinding in de practjjk zou bljjken een der beste van de thans bestaande middelen te zijn, die verbinding tusschen gostrande schepen en de kust mogelijk maken. Moge 't bjjdragen om de weinige zeerampen tot een minimum te beperken I iZondagsbl 00 'JJ afgeloopen jaar in dit blad mel- w. gemaakt van een nieuwen reddingstoe- Wiir ml®evoilden door den loodsschipper J, de Jn z., te Nieuwediep, beloofden wij nader De beroemde Vaticaansche Codex van den Bijbel in het Grieksoh, de oudste van alle bestaande, en dragende het nummer 120jt in den catalogus der pauselijke bibliotheek, is gepholypeerd onder leiding van den paus en door de zorgen van pater Cozza- Luigi, vice bibliothecaris. 'Dit kostbare handschrift is op uiterst fijn perka ment van Egyptisch antilope-leder, in fraaie unciaden, zoo regelmatig geschreven, dat het kan wedjjveren met een gedrukt boek. Elke bladzijde is verdeeld in drie kolommen, zoodat het opengeslagen manuscript telkens zes kolommen vertoont, behalve sommige in dichtmaat gestelde boeken, die in twee kolommen zjjn geschreven. Het bevat den meest authentieken tekst van do vertaling der Zeventigers. Pator Cozza-Luigi deelt aangaande dezen Codex het volgende mede „Sommigen meenen, dat het is een van de vijftig groote bijbels, die, zooals Eusebius verhaalt, op last van keizer Constantjjn en op diens kosten met veel zorg en kunst werden overgeschreven en door hem aan de voornaamste kerken der christenhoid ten ge schenke gezonden, dooh allerwaarschijnlijkst is deze codex nog ouder, gelijk de papyrusrollen van Hercu- laneum, zonder aanteekeningen noch voorrede en met de monogrammen van Christus niet in den X vorm, doch in don nog vroegeren schrijfvorm. Van den tijd van paus Sixtus V af diende deze codex als grondslag van de welbekende sixtijosche editie in het Grieksoh, die als de meest geldende vertaling ook door de protestanten is aangenomen. In den vooruitgang der bijbelsche studiën bleef dit hand schrift al tij d de eerste plaats bekleeden en was het 't voornaamste gezag ten aanzien van de verschillende lezingen, verzameld door de Engelsche geleerden Holmes en Parsons, en blijft ook thans nog voor alle degelijke navorschers die plaats innemen." De volledige reproductie van dit handschrift werd reeds in de vorige eeuw ondernomen. Kardinaal Maï beproefde ze tjjdens de regeeringon van Leo De centraio afdeeling van de Belgische Kamor kwam weer bijeen om over de Grondwetsherziening te spreken. De president LanGheere las een uit- voerigen brief voor van den Minister-president Beer- naert, waarin het reeds vroeger door hem ontvouwde stelsel op den grondslag der bewoning uiteengezet wordt. De Regeering verklaart zich daarin ten gunste van de toekenning van het kiesrecht voorde volksvertegenwoordiging aan de gomeentelijke kiezers krachtens den census van 10 fra.; vervolgens zou zjj het kiesrecht wepschen te verleenen aan de be woners vau een huis, welks getaxeerde kadastrale opbrengst zoo bepaald zdu worden, dat het kiezers korps tot omstreeks 600.000 zou stijgen. De Mi nister herhaalt zjjn verklaringen omtrent het ver leenen van het recht van toepassing van het refe rendum aan de Kroon, omtrent het mogelijk maken der annexatie van den Kongo, en omtrent het voor- •gf?üd v®,rlof des Konings bjj huwelijken van Ko ninklijke Prinsen. Op voorstel van den voorzitter besloot do centrale sectie den brief te doen druk ken en ronddeelen. Daarop volgde eén verwarde gedachten wisseling. De Gentsohe afgevaardigde Smet 'leJor; die een stelsel van woningcensus ont wikkeld had, verklaarde dat in den grond zjjn stelsel met dat der Regeering overkwam en hjj zioh daarom bi) dit laatste aansloot, behoudens enkele onderdee- len. De heer Janson merkte op, dat in het sohrij- ven van den Minister Beernaert gezwegen wordt van de capaciteitskiezers der wet van 1883, welke voor gemeente en provincie het kiesrecht verleend heeft, aan een categorie van burgers, die bij aanneming van de i 10 frs. census en de getaxeerde huurwaarde als grondslagen, buitengesloten zullen blijven. De heer Frère-Orban handhaafde zijn bezwaren tegen de wijze van werken der centrale seotie, welke, zooals hij zeido, geen systeem hoeft samen te stellen. De volgende bjjeenkomst werd bepaald op Woensdag a. s. De Engelsche regeering is nu gereed met de samen stelling der commissie, welke met het onderzoek van het arbeidsvraagstuk zal worden belast. Vermoedelijk zal de regeering reeds heden in het Lagerhuis de namen der leden mededeelen. Naar alle waarschijnlijkheid zal het dan weer tot een heftige discussie komen, want do heer M'c Carthy is voornemens namens de nationalistische party er tegen te protesteeren, dat de regeoring geweigerd heeft Michael Davitt, den bekenden lerschen leider en redacteur van de Labour World tot lid der oommis- ne te benoemen. De rogeering had zioh gewend tot den leider der partij, den heer M'c Carthy, met het verzoek een zijner partij-leden aan te wjjzen. De heer M'c Carthy wees toen Michael Davitt aan, maar de regeering weigerde dit goed te keuren, daar Davitt een van de heftigste leiders is dor Iersche nationa listen en wegens zjjn verleden niet in aanmerking kon komon. Davitt nam voorheen ijverig deel aan de bekende samenzweringen der fenians en moest hiervoor zelfs eenigen tijd dwangarbeid verrichten. Lord Harrington zal als voorzitter de beraad- slagingen leiden. Tot de onlangs benoemde leden behooren ook de liberale afgevaardigde en oud-mi nister van handel Mundella en de conservatieve afge» vaardigde Sir John Gorst, onder-secretaris bij het departement van koloniën, die Engeland by de JBer- lynsche arbeid-conferentie heeft vertegenwoordigd. Voorts heeft de regeering uit de werklieden, die deel zullen nemen aan de beraadslagingen,* ook gekozen den werkman Henry Tait, den leider van de jongste werkstaking der Schotsche spoor weg- Werklieden. van de Makelaars De markt was heden vast. Loco Tankfustj 7.65. April-levering 7.50. September-, October-, November- fen December- levering 7.75.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2