Aan de Kiezers.
Buitenlandse!] Overzicht.
Hervorming van het samenstel onzer
tot regeling van den krijgsdienst, in
Met.betrekking tot het arbeidsvraagstuk heb
ben wjj in hoofdzaak slechts te herhalen, wat daar
omtrent in ons programma van 1887 werd gezegd.
Onze wenschen le doen luiden
De administratieve rechtspraak worde
De „Liberale Unie" vertrouwtdat deze
denkbeelden bij' de aanstaande verkiezingen door de
liberalen eenparig zullen worden gehuldigd.
"v 1
Vjjf spraken bezongen om strijd het thema der
zware financieele en penoneele lasten, die de nieuwe
legerwet zal leggen op de schouders der natie. Ook
al geen nieuw liedde rraag is maar of onze lerende
strijdkrachten afdoende kunnen verbeterd worden,
zonder de natie nieuwo lasten op te leggen.
De heeren Van Vlijmen, Van Nunen en Guyot hebben
elk hun eigen stelsel, dat niet strookt met dat van
den minister, dooh als men het hunne wel beschouwt,
sollen er wellicht nog grooter lasten noodig zijn voor
de uitvoering. Merkwaardig was althans, dat zij in
sommige opzichten oordeelen, dat de Begeering niet
ver genoeg gaat. De beide eerste sprekers behooren
tot de onverzoenlijke tegenstanders; de heer Guyot
liet zich niet zoo duidelijk uit en kan wellicht door
aan te brengen wijzigingen overgehaald worden de
wet te stemmen.
Vermakelijk waren de redevoeringen der heeren
Domela Nieuwenhuis en De Geer, de eerste om zijne
schromelijke overdrijving, de tweede om zijn komische
uitvallen. De heer Nieuwenhuis is voor la mort
sow phrase, want hij stelde de volgende motie voor
«De Kamer.
Overwegende dat de hoofdbeginselen van dit wets
ontwerp zjjn verhooging van het contingent en ver
meerdering der oorlogsuitgaven
overwegende dat door aanneming daarvan eenbe-
denkelijken stap wordt gezet in de richting van het
militarisme, den kanker, die knaagt aan de welvaart
van alle volkeren
keurt de hoofdstrekking af van dit wetsontwerp,
ondanks het daarin opgenomen rechtvaardig beginsel
van afschaffing der plaatsvervanging,
en gaat over tot de orde van den dag.
De heer De Geer wist, als gewoonlijk, op de lach
spieren te werken der vergadering door allerhande
snaaksche gezegden. Zijn argumenten wiepen anders
op de bestrijders van deze wet waarlijk geen fraai
licht. Want als het waar ia en ontkennen zullen
wjj het niet, dat de toestanden in de kazorne te
wenschen overlaten en, dat de rechtstoestand van een
soldaat treurig is, moet daarin dan een wapen ge
zocht worden tegen deze legerwet, die eindelij- ook
den vermogende den plicht oplegt zjjn vaderland te
verdedigen
Het jaarverslag over 1890 van de stoomvpartmaat-
schappij (Nederland) is verschenen. De resultaten van
het boekjaar 1890 zijn iets minder dan die van het
vorige jaar, doch zij geven stof tot tevredenheid, als
men in aanmerking neemt, dat het verlies te betreu
ren was van een der nieuwste en snelste stoomsche
pen en dat de zeer geringe tabaks- en koffieoogsten
op Java nadeel toe brachten in de thuisvrachten.
Men had volle schepen op de uitreizen een toene
mende rjjstuitvoer van Java stelde eenigzins schade-
deloos voor wat men bjj de bovengenoemde produc
ten mdest dervenhet passagiersvervoer bleef op
ongeveer dezelfde hoogte.
Er blijft een netto winst ƒ680,884.51, waarvan een
uitdeeling veh 9"I0 pCt. kan worden gedaan aan de
deelhebbers, bedragende over het geplaatst kapitaal
van ƒ5,189,000 ƒ503,333.
Het (Ned. Jongelingsverbond) zal zijn aanstaande
jaarvergadering houden op Hemelvaartsdag in het
Loge-gebouw te Arnhem.
Het bijzonder belang dezer vergadering ligt, blij-
het program, in de Wereldconferentie van Jongelings
door waanzin of storing van den geest aan te Voe
ren.... Vroeg of laat zal een stem in zijn binnenste
hem aanklagen; vroeg of laat ontstaat de wroeging,
wordt steeds grooter en verteert hem.... Hij, die
aan niets gelooft, noemt die stem: de vrees; hij,
die aan God gelooft, noemt die wroeginghet geweten.
X.
Miss Sidney wenschte, dat haar huwelijk in allen
eenvoud zou voltrokken worden. Dit eenvoudige
kind haatte alle uiterlijk vertoon.
Waarom zouden wij er zooveel drukte van
maken? zeide zjj op een avond tot Alice. 1 Het
komt mij voor, dat die schitterende plechtigheden
slechts dienen om de jjdelheid der domme wereld
te bevredigen.
Mevrouw Dutac begon te lachen.
Ge hebt volkomen gelijk, zusje. Het zou mij
trouwens ook zeer verbazen, indien wij niet meestal
van hetzelfde gevoelen waren. Maar onthoud wat
ik u voorspelindien gij weigert aan de modp te
gehoorzamen, zal iederoen u dat kwalijk nemen.
O, iedereen 1
Ge denkt, dat ik overdrijf? Men kan wel
zien, dat ge Parijs nog niet kent. De Parijzenaars,
lieve, zijn kinderen en leegloopers. Zij worden boos
op hen, die hun van een verwacht genoegen be-
rooven. i
Het jonge meisje maaktë een bevallige beweging
van ongeduld.
vereen, in Augustus a. s. te Amsterdam te houden.
De voorbereidende werkzaamheden daartoe zijn in
volle gang, en uit Engeland, Zwitserland en Duitsoh-
land komt men zich persoonlijk op de hoogte stellen.
Hei is trouwens een zeer uitgebreid veld. Er gaan
b. v. een dozijn en meer beschjjvingsbrieven naar
Turksch-Azië. Trouwens ook Jeruzalem bezit thans
een Jongelingsveraeniging.
De bovenvermelde vergadering te Arnhem is echter
uitsluitend voor afgevaardigden en leden van Jonge-
lingsvereenigingen bestemd.
Het Maandblad der Nederl. Vereeniging voor
teekenonderwjjs bevat in het gisteren verschenen nom-
mer de volgende mededeeling van den heer W. B. G.
Molken boer.
Van de beoordeeling der ontwerp-reclamekaarten
in zake het oonoours Braudsms, die 11 Maart jl.
te Berlijn plaats had, heeft prof. dr. Julius Lessing,
direoteur van het Koninkl. Kunstindustriemuseum te
Berlijn een protocol opgesteld, dat door prof. Basch-
dorff, die het voorzitterschap in die jury bejcleedde
en verder door alle leden der commissie is onder
teekend.
Daarin wordt van het bekroonde ontwerp het
werk van den kunstschilder M. A. J. Bauer te 's-Gra-
venhage gezegd
«Het ontwerp M. geeft ons in geestige schets een
«optocht te zien van Japanners, die theekannen dra-
«gen, waarvoor een breede schaar Japansohe vrouwen
«eerbiedig neerbuigt.»
«Door een gouden ton aan den linker bovenkant
«wordt zelfs op grooten afstand de aandacht getrok-
«ken; het koloriet is buitengemeen aantrekkelijk.
«De schetsachtig behandelde figuren zouden evenwel,
«om eeue goede uitvoering in druk te verkrijgen,
«nog wat nader moeten afgewerkt worden".
Beeds dadelijk bij de beoordeeling trok te midden
der 170 ontwerpen het werk van onzen landgenoot
de aandacht der op éêu uitzondering na, alle Duitsche
juryleden.
Na de herhaalde schiftingen bleef het ontwerp M.
als vanzelf over als het best gekeurde. Zonder dis
cussie werd toen aan de teekening van den heer
Bauer den eersten prjjs toegekend. Zoodra het be
kend was, dat het bekroonde werk door een Neder
lander was vervaardigd, gaven de Duitsche profes
soren aan de heeren Brandsma en Molkenboer luide
hunne sympathie voor hun landgenoot te kennen.
Nopens de jongtfe gebeurtenissen in Endeh ter
Zuidkust van het eiland Floras en de aanleiding
daartoe, wordt door de Javaeche Ct. het volgende
medegedeeld
Terwijl in het gebied van Endeh, waar een post
houder gevestigd is, de kustbevolking het Bestuur
weinig aanleiding tot moeilijkheden geeft, maakt de
bergbevolking er zich dikwijls schuldig aan roof
tochten en andera euveldsden. Een vermaard hoofd
dezer berg-Endehneezen, met name Ata Nggai Ba-
ranoeri, dreef in Juni 1889 den overmoed zbd ver,
dat jiij met een veertigtal gewapenden naar de wo
ning van den posthouder zich begaf, een op last
van dien ambtenaar door den radja van Endeh in
beslag genomen prauw, waarmede clandestien kruit
was ingevoerd, terug eischte, en zich alleen door de
tegenwoordigheid van gewapende Boegineezen liet
terughouden van gewelddadigheden. Kort daarop
werd hem door de hoofden van Endeh het verder
Dus, hernam zjj, Boland en ik zijn veroor
deeld, ons door die menschen te laten aangapen,
alsof wij tooneelspelers waren.
De levendige opgewondenheid van Florence ver
dubbelde Alice's vrolijkheid.
Maar, arm kind, wat zijn wij dan anders dan
comedianten Let wel op, dat ik niet voor mij zelve
spreek, want ik ben dubbele comediante 1 Ziet ge,
het groote geheim van het leven,, om voor .'kwaad
sprekerij zoo goed als bevrijd te blijven ikzeg
zoo goed als is, nooit iets anders te doen dan
hetgeen men van u verwacht. Mijn broeder bekleedt
een hooge betrekking. Gijzelve staat niet minder
hoog. omdat gij tot een der rijkste families uit
Amerika behoort. Hoe zouden de leegloopers, van
wie ik u daareven sprak, kunnen aannemen, dat ge
buiten hen kondt?
Het meisje moest zich wel gewonnen geven. Met
haar helder verstand .oordeelde Alice zeer gezond
over de dingen van hm leven.
Iederoen ^rheugdnzich in het vooruitzicht op
het groote feest, dat Jgevrouw Dutac zou geven bij
het huwelijk van haar broeder. Maar toen men
vernam, dat de bankier Montfranc zijne zaken liqui
deerde en een eenvoudig,rentenier werd, baarde'dit
groot 'opzien. Deze maatschappij «fin de siècle",
die alleen achting en liefde voelt voor het geld,
was zeer verbaasd, en bijna geërgerd1, vooral de
financiers, die altijd hoop hebben iÉbnderen zich
te zien ruïneeren. 71-9?
verblijf aldaar ontzegd en wees het bestuur hem
Koepang als verblijfplaats aan.
Tijdens de resident in het belang van het daar
ingesteld tinonderzoek op Zuid-Flores vertoefde, wist
Baranoeri van Koepang te ontsnappen en naar Endeh
terug te keeren, waar hij bij z|jne vroegere volge
lingen al dadelijk wederom esn sterken aanhang vond.
Aan het hoofd eener talrijke bende berg-Endehnee
zen deed h(j een inval in het gebiod der strand-
kampongs, waar h|j door plundering, brandstichting
en andere gewelddadigheden zoodanigen schrik onder
de bevolking verspreidde, dat velen de vlucht namen
naar Noesa Endeh en de hoofden 's Gouvernement»
hulp inriepen. Zoodra de resident van het voorge
vallende kennis had bekomen, werden 30 gewapende
{lolitiedienaren met hun instructeur naar Endeh ge
zonden en keerde de posthouder die b|j de expedi-
tionnaire colonne op Zuid-Flores zich bevond, naar
zijn standplaats terug, met last om de bevolking
gerust te stellen, den radja aan te sporen Endeh in
staat van tegenweer te brengen en Baranoeri iu
handen te krijgen. Alle daartoe in het werk ge
stelde pogingen bleven echter aanvankelijk vruchte
loos. Wel trok de radja herhaaldelijk met de strand
bewoners uit om Baranoeri, die bij aankomst der
gewapende politiedienaren de wijk naar het gebergte
had genomen, aan te vallen, doch slechts de kampong,
waar hjj zioh had versterkt, werd verbrand Baranoeri
vluchtte naar de op ruim twee uren afstands van
Endeh gelegen, mede goed versterkte kampong Manoe
Ngo-oh, die, besohermd door op goed gekozen pun
ten aangelegde versterkingen, hem een veilige schuil
plaats aanbood, van waar hij herhaaldelijk stroop
tochten naar de strandkampongs ondernam. Onder
deze omstandigheden meende de regeering in Nov.
jl. aan den Besident de besohikking te moeten ge
ven over een oorlogsbodem. Daar intusschen het
herstel der orde in het gebied van den radja van
Endeh geacht moest worden iu de eerste plaats de
taak te zijn van den radja, spoorde de resident, die
na afloop der tiuexpeditie op Flores' Noordkust naar
Endeh was vertrokken, den radja en zijne hoofden,
in afwachting van de komst van genoemden bodem,
ten krachtigste aan om met de hun ten dienste
staande middelen Baranoeri op te vatten en nit te
leveren. Het gevolg biervan was dat z|j weder een
groote macht op de been brachten en daarmede uit
rukten, doch zonder eetiig succes. En aangezien
eene verkenning van Baranoeri's schuilplaats aan
toonde, dat van eene bestorming door de gewapende
politiedienaren geen sprake kon zjjn, werd besloten
de komst van den door de Begeering aangewezen
oorlogstoomer af te wachten alvorens tegen Baranoeri
en zvne berg Bndeneezen te ageeren.
De Besident keerde daarop naar Koepang terug,
waar den len Jan. Hr. M. «Java» terftede aankwam.
De 7en dier maand werd de reis naar delpih-baai
in Eideh aanvaard, welke door de «Java» en den
Gouvernementsstcomer «Zwaluw» den volgenden dag
werd bereikt.
Intusschen had Baranoeri en zjjn aanhang de
schorsiog; der vijandelijkheden benut om het aantal
versterkte punten om de hoofdversterkingen aanzien
lijk te vermeerderen, hetgeen den instructeur der
politiedienaren was gebleken, die herhaaldelijk met
een kleine macht verkenningen had gedaan, zonder
te worden aangevallensteeds trokken de verdedigen
bij nadering der patrouilles achter hunne verschan
singen terug. Dat zjj zich daar niet ten onrecht»
Er waren weinig wanklanken in het koor vsn
lofzanger,. Niet, dat eenige goede vrienden de ge
legenheid lieten voorbijgaan om een beetje kwaad
te spreken; maar de links en rechts verspreid»
praatjes waren niet al te giftig. Bjj de genegenheid
die Boland inboezemde,mengde' zich een zeken
vreesen de Parijzenaar heeft alleen ware achting
voor hen, die bij ducht. Wee hen, die beschnldigd
worden van «goedigheid I" Zjj worden aan de wilds
beesten overgeleverd, evenals de onschuldige Chris
tenen uit de Bomeinsche tijden.
Na het bal ter gelegenheid van het teekenen vsa
het contract werd de lof alg^uen, en de dames
verborgen haar opkomende ijverfUt. Zij roemden
om bet zeerst miss Sidney, die;<)^jef en aanvallig
als altijd, nu nog schooner was dotit de zekerheid
van haai; aanstaand geluk. Haar oogen schitterden
van verwachting en van liefdehunne doorschijnende
klaarheid werd nog levendiger door dop helderen
glans, gelijk aan zonnestralen, die in een saphir
schijnen opgevangen en vastgehouden.
Dicht bjj de ruime, met zeldzame planten ver
sierde serre stonden vier of vijf Parijsche dames op
haar gemak te babbelen, terwijl eenige heeren haar
geduldig gehoor verleenden.
Zij ziet er rfiet kwaa<V uit, die kleine, zeide
mevrouw Audeberte de Ganges, een aardige, slanke
brunette, met levendige' gebaren. Alleen bey ik
bang dat zij spoedig oud zal zjjn.,
(.Wordt vervolgd.)
veilig gevoelden, werd den 9 Januari ondervonden,
toen op last van den resident van Timor eene landings-
divisie van dj> Java, in vereeniging met de politie-
maoht en de ongeveer duizend man sterke benden
van den radja (die evenwel niet in het vuur kwamen),
uittrok om de vijandelijke versterkingen, welke te
voren gedurende eenige uren door H. M. Java met
granaatvuur waren beschoten, te tuohtigen en de
kampongs, die Baranoeri's zjjde hadden gekozen, te
noodzaken tot zijne uitlevering. Het scheepsgeschut
bleek weinig uitwerking te hebben gehadde onder
ling verbonden, op steile hellingen van rotsteenen
opgetrokken vijandelijke versterkingen gaven den
daarachter in kuilen opgestelde Endeh neezen gelegen
heid, straffeloos de naderende troepen mot geweer-
en donderbusvuur te1 teisteren, terwijl de op hen af
gevuurde kogels tegen de borstweringen afstuiten.
Van de uitvoering van het gemaakt plan moest
daarom worden afgezien toen na een marsch van
ongeveer een halfuur de meest vooruitgeschoven
verschansing van den vjjand bereikt en deze daaruit
verdreven was, bekwamen toch de troopen bjj eene
verkenning tot het vinden van een weg, waar langs
het reeds zichtbare Manoe Ngo-oh te benaderen zou
zjjn, al dadeljjk een viertal gewonden door het vuur
van den achter zijne verschansingen onziohtbaren
vjjand, en een verdïer voortrukken zou, zonder nut,
ongetwijfeld op aanzienlijke offers te staan zjjn ge
komen.
De overtuiging verkregen zjjnde dat met de be-
sohikbare middelen aan ageeren te land tegen Bara
noeri n iet te denken viel en voor het bombardement
zjjner versterking verder dragend geschut dan van
de Java diende to worden gebezigd, werd Hr. Ms.
sobroefstoomschip le klasse Van Speijk den 12n
Februari naar Endeh gedirigeerd. Daarop werd
Manoe Ngo-oh door de beide oorlogbodems eenige
dagen aohtoreen onder vuur genomen en eindeljjk in
brand gesohoten, hetgeen de onderwerping van do
weerapanningen ten gevolge had. Op den 6den
Maart opende het vjjandige Boa Biki onderhande
lingen over de uitlevering van Baranoeri, die vijf
dagen later tot diens onderwerping leidden. Tevens
kwam tusschen Endeh en het meerendeel der berg
bevolking 43 vrede tot stand.
Deze laatste berichten zjjn ontleend aan een op
12 dezer door den Besident uit de Ipih-baai ver
zouden telegram, waaruit nog blijkt dat Baranoeri
doorhem naar Koepang zou worden medegenomen.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal, voortge
komen uit de verkiezingen van 1888, zal weldra
haro loopbaan hebben volbracht. Nog enkele maan
den en wederom zullen de kiezers geroepen worden
tot samenstelling van dien tak der Vertegenwoordi
ging. Het Nederlandsohe volk heeft zioh dus reken
schap te geven van hetgeen het thans ton einde
spoedend tijdperk voor 's lands belang heeft opge
leverd. Met de daarin opgedane ervaring voor oogen,
zal het hebben te beslissen, in welke richting 's lands
zaken zullen worden bestuurd in de eerstvolgende
wetgevende periode.
Het beleid der tegenwoordige meerderheid heeft
alom teleurstelling gebaard. Bedriegen niet alle tee
kenen, dan wendt het land zich af van partyen, die
getoond hebben zijne behoeften niet te begrijpeB,
veel minder die te kunnen bevredigendan verlangt
het niet anders, dan zijn vertrouwen te hergeven aan
eene waarlijk liberale staatkunde. En voorzeker zal
de natie bereid zjjn dat te doen, wanneer deze staat
kunde bljjjf geeft van haro ernstige begeerte om
zich te wjjden aan het tot stand brengen van de
hervormingen, die het belang van het Nederlandsohe
volk eischt.
Welke die hervormingen zjjn, w»t dus het wacht
woord moet wozen bjj de aanstaande verkiezingen
ons schijnt het niet twijfelachtig.
De kiesbevoegdheid voor de Tweede Kamer
der Staten-Generaal worde door onbekrompen toe
passing van het voorschrift der Grondwet uitgebreid
ook tot den kring der werklieden, die reeds te lang
daarvan verstoken bleef. De wetgever ga aanstonds
zoover, als eene eerljjke uitlegging der Grondwet
hem veroorlooft. Persoonlijke en geheimh invulling
van het stembiljet in het loluial der stemmiug worde
toorgeschreven.
Detastingen worde met alle kracht ter hand ge
nomen. Niet langer worde gedraald met de invoe
ring eener progressieve directe belasting, die een'
einde maakt aan het. onduldbaar privilege, dat het
roerend vermogen thans geniet. In verband daar
mede moet de patentbelasting hetzij opgeheven, hetzij
vervormd wordepaccijnzen op eerste levensbehoeften
moeten vervallen, de druk der mutatierechten moet
worden verlicht. Zoo noodig worde de successie-
plasting uitgebreid, echter zoodanig, dat, voorzoover
zjj in de reohte lijn wordt geheven, de kleine ver
mogens in geen geval zwaarder worden belast. In
het algemeen worde gewaakt tegen te zware belasting
van den kleinen middelstand en rekening gehouden
met de belangen vad den landbouw, dien gewichti-
gen tak van onze volkswelvaart.
Met deze hervormingen moetenjnaatregelen ge
paard gaan, om de gemeenten in" hare fiuancieêle
moeilijkheden te gemoet te komen.
Woeden onze wenschen vervuld, dan zal, als* traks
de stembus wordt geopend, het aanhangig ontwerp
hoofdbeginselen ongowjjzigd, dank zij de medewerking
van de meerderheid der liberalen, reeds tot wet zijn
verheven.
Mocht dit onverhoopt niet het geval zjjn, dan
neme op het liberale program eene voorname plaats
ineene legerinrichting, in hoofdzaak overeenkomende
met het stelsel, in het ontwerp-Bergansius neerge
legd, eene legerinrichting die gegrond is op het be
ginsel van den persoonlijken dienstplicht, en welke
getuigt, dat Nederland vast besloten is zijne onaf
hankelijkheid en zijne neutraliteit tot het uiterste
te verdedigen.
dat maatregelen worden verordend ter bevorde
ring van veiligheid en gezondheid in fabrieken en
werkplaatsen
dat aan iederen arbeider een wekelijksche rustdag
worde gewaarborgd
dat de verzekering van den werkman tegen onge
lukken worde geregeld en aan voorzieningen bij ziekte,
ouderdom en overlijden krachtig de hand geslagen
worde
dat het vakonderwijs, met name het ambachts-,
fabrieks- en landbouwonderwijs, van overheidswege
op afdoende wijze worde gesteund
dat het arbeidscontract b|j de wet worde geregeld
en de naleving daarvan boter worde verzekerd door
eene ook buitendien hoog noudige vereenvoudiging
van ons procesrecht;
dat tot vertegenwoordiging der arbeidersbelangen
adviseerende arbeidskamers worden georganiseerd.
En bovenal worde leerplicht ingevoerd, waar
aan thans, na beëindiging van den schoolstrijd, geen
beletsel meer in don weg staat.
foo geregeld, dat de burger gevrijwaard is tegen
willekeurige wetstoepassing door de overheid.
De nooden en behoeften binnen eigen grenzen
mogen Nederland niet doen vergeten de dringende
plichten die het heeft te vervullen als koloniale
mogendheid. Ook onze overzeesche bezittingen bieden
een ruim veld van werkzaamheid voor eene voor
uitstrevende staatkunde.
Zoo worde een gedeelte der bestuurstaak in Oost-
Indië van het centraal gezag overgebracht naar de
deelen. Er worde gestreefd naar gestadige vermin
dering van den druk, op de inlandsche bevolking
gelegd door heeren- en cultüurdiensten. Met vasten^
tred worde op den ingeslagen weg voortgegaan en
worden maatregelen genomen, opdat ook de laatst-
overgeblevene der gouvernementscultures aan de vrije
industrie worde overgegeven.
Ten aanzien van het opium vraagstuk trachte men
door eene afdoende regeling het misbruik te keeren.
Namens de,^Liberale U n ie,"
HET vBESTUUR
Mr. E. E. vin RAALTE, Voorzitter.
P. J. de WITT, Secretaris.
Aldus vastgesteld in de Algemeene Vergadering
der Liberale Unie, gehouden te Amster-
dam op 11 April 1891.
P. J. de WITT, Secretaris.
Bij de voortgezette behandeling van de Gewerbe-
novolle in den Duitschen Rijksdag vonden Vrijdag
en Zaterdag zeer interessante discussiën plaats, die
verdienen iets nader in het oog te worden gevat. Door
de socialisten was in den vornl^an een amendement
een voorstel gedaan tot invoering van den maximaal-
arbeidsdag. Zij stelden voor onmiddellijk een arbeids
dag van hoogstens tien uren, te beginnen met jaar
het jaar 1894 een werkdag van negen uren en na
1898 een van acht uren id te voeren. Zonderonder
scheid verklaarden zich alle partijen in beginsel voor
een verkorting van den arbeidsuur, doch toonden
aan, dat zulke betrekkingen reeds krachtens andere
bepalingen der wet kunnen ingevoerd worden. Een
der sprekers, hoofd van een der grootste industrieela
inrichtingen, erkende de wettigheid van de eischen
der arbeiders op dit punt en stemde zelfs toe, dat zy
in het welbegrepen eigenbelang van het meerendeel
der industrieën zyn, wyi een werkman, van wien
geen overmatige arbeid wordt gpvorderd, beter en
meer geregeld zal produceeren.
Edoch, waren alle sprekers het iji beginsel eens,
dat te hoogo eisehen aan werkkracht der arbeiders
worden gesteld beginselen zyn altijd mooie din
gen, vooral voor volksvertegenwoordigers alleen
de sociaal-democratische woordvoerders achtten het
invoeren van een maximaal-arbeidsdag mogelijk. Alle
overige partijen meenden, dat het niet aanging voor
alle bedrijven een gelijken werkdag vast te stellen,
omdat dit niet zou zijn in het belang der industrie,
met het oog op de concurrentie, terwijl bet evenmin
het belang der arbeiders zou bevorderen, daar zij
tengevolge van de daaruit voortvloeiende loonsver
lagingen evenzeer schade zouden leideh. Te vergeefr
wederlegden de sociaal-democratische afgevaardigden
de laatste opvatting, als zou loonsverlaging uit hun
voorstel moeten voortvloeien.
Ten slotte werd het voorstel betrekkelijk den maxi-
maalwerkdag yerworpen met alle stemmen behalve
die der sociaal-democraten. Dit besluit was te voor
zien bet blgft achter een verblijdend verschijnsel,
dat in het Duitsche parlement door alle partijen en
ook door do regeoring de noodzakelijkheid van een
vermindering van den arbeidsduur is erkend. Namens
het centrum verklaarde zelfs een spreker zich ten
gunste van een maximum van arbeidsuren, hoewel
hij thans nog zijn stem tegen het voorstel zou uit
brengen wegens de ernstige en gevaarlijke gevolgen,
welke op dit oogenblik een Vermindering van den
werkdag van 12 op 8 uren zou na zich sleepen.
Wat het standpunt der regeering betreft, de minis
ter Von Berlepsch verklaarde zich tegeu het voorstel,
wijl men volgens hem, iniïjen een maximum van
kerkuren werd vastgesteld, ook een minimum moest
aannemen. Bovendien veroorloofde do toestand der
Duitsche industrie met het oog op de buitenlandsche
concurrentie op dit oogenblik geen vermindering van
den arbeid. Overigens hield de minister zich over-
tuigd, dat de toestand der industrie niet lang meer
een^ betero regeling van den werkdag zou in den
weg1 staan.
Bij de voortgezette behandeling van het wetsont
werp op Zaterdag nam de Duitsche rijksdag voor
vrouwelijke arbeidsters een maximaal-arbeidsdag aan.
Deze werd vastgesteld op 11 uren. Te vergeefs be
proefde een afgevaardigde der volkspartij hem op
10 uur te brengen. Hoewel de miuister Von Ber
lepsch mededeelde, dat ook de regeering een gelijken
korten arbeidsdag wenschte, verklaarde hij toch daar
van voorloopig te moeten afzien, daar blijkens in
gewonnen inlichtingen de fabrikanten wegens de
storingen in het bedrijf, die daarvan het gevolg zoy-
den zijn, en de vermindering van het concurrentie
vermogen tegenover bet buitenland, er toe zouden
overgaan om alle gehuwde vrouwen uit de fabrieken
te verwijderen.
Ofschoon het voorstel om den werkdag op 10.
uur te stellen krachtige verdediging vond, ook van
sociaal-democratische zijde, waarbij men staande hield,
dat deze verkorte arbeidstijd voor Vrouwen, tenge-
gevolge van intensievere arbeidsproductie, zonder
schade voor de iqdustrie kon ingevoerd worden,
bleef de rijksdag by het oorspronkelijk voorstel van
11 uren, met toevoeging van een amendement,
strekkende om den arbeidsters, die een huishouden
hebben te verzorgen, 's middags een hall uur vroe
ger vrij te geveu.
De( Duitsche bladen spreken zeer uitvoerig over
een parlementaire nederlaag, welke baron Von Huene
zou hebben ondergaan en wel als opvolger van Wind-
horst, als aanvoerder van het Centrum. Huene
schijnt zich wat op den \oorgrond geplaatst te heb
ben of althans wat voel haast gemaakt een vergely'k
met de conservatieve partij tot stand te brengsn ten
opzichte van de plattelands-gemeentewet. De conser
vatieven echter vonden lo. dat Huene ach wat
druk maakte en 2o. dat hy door de linkerzyde van
het Centrum zich te ver had laten drijven en eenige
amendementen, door hem voorgesteld, van oj^ser-
vatief standpunt onaannemelijk waren. Het gevolg
was, dat de conservatieven het eens werden met de
nationaal-liberalen en de mannen van het Centrum
lieten staan. Voor de ultramontanen is dit te onaan
genamer, oihdat voor do eerste maal na den dood
van Windhorst was, dat het Centrum geschaard op
trad'onder Huene. v
De Duitsche Bondsraad zal den rijksdag nog een
suppletoire begrooting van 5 millioen M. geven,
waarvan 3 millioen buitengewone uitgaven voor eens
(de helft daarvan is'voor de kolonie Kameroen be
stemd) en een. halt millioen tot verbeteriftg van dé
bezoldiging van ambtenaren; dus een blyvendejaar-