Bditenlandscb Overzicht. i weder een eigen systeem de gansche weerbare bevolking oefenen in 't leger zelf maar hij wil toch het regeeringsontwerp aanvaarden, indien bet voor hem aannemelijker kan gemaakt worden. Be beer Schimmelpenninck van der Oije toonde zich onvoorwaardelijk vooratander der wetniet alzoo de officieele chef der antirevolutionairen, de heer A. van Dedem. Hij was meer voor beperking van het contingent en dienstruiling a la Schaepman, doch bestreed het verzet der katholieken. Be heer. Van Dedem toonde overigens zeker het gemeen overleg op prijs te stellen, waar hij voor zich, tegenstander van den persoonleken dienst zich noemende, echter aan de tot stand koming der wet beloofde te zullen medewerken. Uet is intusschen te hopen, dat de meerderheid der anti-revolutionairen zal toonen niet alleen een wet te willen, maar ook den persoonlijken dienstplicht te willen vasthouden. Be heer Heldt juichte de afschaffing van het rem- plaqantenstelsel toe, doch heeft ook bezwaren tegen den druk op den kleinen man. De jammeriijkste rede, die tot dusver uitgesproken is, kwam van den heer Travaglino, die met een ijver, eene betere zaak waardig, zich in de bres 8teld(q voor de privilegiën der hoogere standen. De moeders zullen hun zonen zien slepen naar de holen des verderfs. Be on- vermogenden, wier zonen al zoo lang van het moederhart gescheurd zyn, naar wier vrijheid lievendheid niet gevraagd wordt, wier ziel en lichaam zonder genade worden bedorven, tellen bij den heer Travaglino niet mee. De heeren De Vries en Van iet Borch spraken kortde eerste flink partij kiezende voor den persoonlijken dienstplicht, schoon bij vermindering van het contingent wenschte, de laatste zich in allerlei bochten wringende om als voorstander van persoonlijken dienst te komen tot behoud van de nummerverwisseling. In den loop der zitting beloofde de Rogeering op een verzoek van den heer Schepel, alsnog te zullen overwegen, of zij het advies van den Baad van State kan overleggen. lieden is de heer Booseboom aan hot woord. De tegen 22 April aangekondigde aanbesteding door de genie van het éénjarig onderhoud der wer ken en kazernegebouwen te Woerden en aan de Wierikerschans had een eigenaardig verloop, llij het openen der bus door den majoor-ingenieur Pol- vliet uit Utrecht bleek daarin geen biljet aanwezig te zijn. Wel had genoemde heer 3 inschrjjvingsbil- jetten uit Woerden ontvangen, maar daar deze door den postdir. te Utrecht als dienstbrieven (die door den heer Polvliet op zekere uren van den dag wor den afgehaald) werden beschouwd, in plaats van, als met een postzegel voorzien, te worden bezorgd, kwamen deze inschrijvingen te laat. Den gegadig den, bij de aanbesteding tegenwoordig, werd hiervan kennis gegeven, terwijl aan den betrokken minister zal worden gevraagd, hoe verder te handelen. De gegadigden gaven tevens de verzekering hun bod gestand te bleven. Uit de Hoeksche Waard wordt gemeld Meer dan gewoonlijk wordt gebrek en ziekte waar genomen onder het kalfvee, hetgeen vooral die vee houders treft welke, aangemoedigd door de hooge prijzen daarvoor ten vorigen jare besteed, zich meer dan immer op kalfd ragend vee gingen toeleggen. Een onzer meest gefortuneerde boeren, tevens raadslid en zeer groot veehouder, had dezer dagen weder het ongeluk een zeer jeugdig dier, dat heel moeielijk had gekalfd en daardoor inwendig erg was benadeeld geworden, waarop niet te stuiten ontste king was gevolgd, na verloop van eenige dagen van de hand te moeten doen. Dergelijke dieren worden dan, evenals doodgeboren kalveren en andere aan allerlei ziekten gestorven runderen, met eene daar voor bijzonder ingerichte ambulance bij den boer opgehaald en zoo mogelijk langs allerlei wegen, vooral aan stukken en brokken, voor consumptie te Botterdam ingevoerd. In het belang der volksgezondheid is het inmiddels zeer diep te betreuren, dat door onze plattelauds- politie tegen zulke onzedelijke en door niets te rechtvaardigen handelingen geen afdoende maatre gelen schijnen genomen te kunnen worden. Aan keurmeesters van vleesch en visch, zoo te Botterdam als elders, wordt bij deze in gemoede toegeroepen met meer dan verdubbelde waakzaamheid acht te geven op hetgeen daar van buitenaf aan versche vleeschwaren wordt ingevoerd. Voor de Haarlemsche rechtbank had zich gisteren te verantwoorden Jan Bak, oud 33 jaar on te Krom menie woonachtig, ter zake dat hij op 9 September jl. te Beverwgk op een accept, luidende «goed voor 3000 Ned. Crl. Ik ondergeteekende Cornells Ouwejan, slager en veehouder wonende te Zaandam, neem aan te betalen drie maanden na heden, en alzoo 9 December 1890, aan de order der Haarlem sche Bankvereeniging, firma Teding van Berkhout en De Clercq, de som van drio duizend gulden Ned. Crt. waarde genoten," valschelijk ter verkorting van de waarheid en met bedriegelijk oogmerk, over een plakzegel van 1.25 eu een van 0.25 met inkt geschreven heeft: „Goed voor drie duizend gulden. C. Ouwejan, 9 Sept. 90", met het oogmerk om het aldus vervalschte stuk als echt te gebruiken, zgnde er door het gebruik nadeel ontstaan. De zaak had zich als volgt toegedragen. Beklaagde had zich onder den naam Ouwejan per brief gewend tot den heer L. Vgrhagen te Beverwijk, agent der Haarlemsche Bankvdreeniging, met het verzoek hem op een accept 30Ö0 te betalép, zul lende hij twee borgen stellen, diemet name werden genoemd. Het antwoord van dbn heer V. moest gezonden worden aan het adres van H. Mantel te Assendelft. De heer V. informeerde naar de gegoed heid der borgen, schreef aan het opgegeven adres een tweetal brieven «en liet bekl. bij zich komen, waarna hg hem 8000 uitbetaalde op een accept, waarop hij, in bijzgn ook van den kantoorbediende zette „C. Ouwe Jan Goed voor drie duizend gulden." Toen de tyd van betalen was verschenen, vroeg bekl. om uitstel onder aanbieding de rente over drie maanden weder voorhit te betalen. Dit werd aan genomen en het accept voor drie maanden verlengd, doch in dien tijd kwam de heer V. bekl. te Amster dam tegen, en toen deze op zyn groet „dag Ouwe jan", antwoordde „ik ben Ouwejan niet, ik ben Jan Bak," begreep de heer V. bedrogen te zijn, want Bak stond bij hem als zeer onsoliede bekend. Na aangifte bleek de vervalsching zeer spoedig, want da. echte Ouwejan wist nergens van. De beklaagde ontkende halsstarrig, doch verwarde zich zoodanig in zijne antwoorden, dat niemand aap zijne schuld kon twgfelen. De officier van justitie deed eene mededeeling over het levensgedrag van dezen beklaagde. Sedert 1883 heeft hg tot viermaal toe brand in zijne woning gehad, en daarby telkens van brandstichting verdacht, wist hg steeds door de mazen te kruipen evenals het vorige jaar toen hij te Alkmaar voorloopig was gedetineerdwegens gepleegde oplichting. De officier, het misdrijf bewezen achtende, eischte 5 jaar gevangenisstraf, ter vijl ie verdediger, mr. Van Beeken, die den beklaagde ook schuldig oordeelde echter op eene lichtere straf aandrong. In de tweede openbare vergadering van den „Zuid- Hollandschen Bond voor Algemeen kiesrecht," te Botterdam Dinsdagavond gehouden, trad als spreker op de Heer Mr. J. A. van Gilse, die de stelling verdedigde „Uitbreiding van kiesrecht een eerste eisch." Hij wenschte daarbg echter niet verder te gaan dan bifinen de grenzen der Grondwet mogelgk is. Beeds op dit oogenblik algemeen kiesrecht te eischen achtte hjj een dwaze eisch- De grenzen van art. 80 der Grondwet nagaande, toonde hij aan, dat de uitgebreidheid van het artikel, hot te veel in bijzonderheden treden, de grenzen die men heeft willen stellen heeft verzwakt, ja schier uitpewischt, zoodat als men maar wil, men schier vrg is in het bepalen van de voorwaarden aay het toekennen van kiesrecht verbonden. Als men elkander wil naderen, kunnen z. i. dus de voorstanders van algemeen kiesrecht en zy die met het program van de Liberale Unie instemmen zeer goed samengaan. Zoowel moreele redenen als redenen van prao- tischen aard maken oitbreiding van kiesrecht tot een eersten eisch. Men erkent dat thans onreeht wordt gepleegd, maar men moet dan ook geen hervormin gen, vooral op sociaal gebied, willen invoeren buiten de belanghebbenden om. Men beginne met den werk man het kiesrecht toe te kennen, dan zal deze wel zor gen dat de hervormingen, die in zgn belang noodig zgn zullen tot stand komen. Zij, die thans in de Tweede Kamer zitting hebben, zijn niet in hot milien der werk lieden geplaatst en kuflnen dus niet met het juiste oog zien en daarom vreest spr. ook dat er van het ma nifest der Liberale Unie weinig terecht zal komen als men niet begint met Kbt kiesrecht zooveel doenlyk uit te breiden. Beeds doen zich daarvan in ver schillende redevoeringen door liberale Kamerleden gehoudon verschijnselen voor, want zooals hij nader aantoont wordt nu reeds afgeweken van het lgstje van wenschen, door de Liberale Unie opgesteld. Alle illusie, meent spr. moet zoodoende wel verloren gaan dat met de liberale party, zooals zij nu bestaat, de beoogde hervormingen tot stand zullen zijn te brengen. Aan het debat, waartoe nu gelegenheid werd ge geven, nam o. a. deel de Heer H. J. Booseboom Jzn. die met voorbeelden uit andere landen aantoonde, dat algemeen kiesrecht tot niets goeds kon leiden, ja zelfs geen verandering in de bestaande toestanden zal brengen, daar het kapitaal er wel spoedig beslag op zal leggen. Spr. koestert zelfs twgfel omtrent den grooten aanhang, welken men zegt voor alge meen dciesrecht te bestaan. De Heer Van der Sluis acht algemeen kiesrecht dringend noodig, want dan zullen de werklieden ook werklieden naar de Tweede Kamer kunnen zenden om hunne belangen te behartigen en zal men ook kunnen komen tot een reglementeering van den arbeid, waaraan dringend behoefte bestaat. XI. Labiche schildert in „le Petit Voyage," dat gees tige heldendicht van twee jonggehuwden, met leven- digen humor een der verkeerdheden van een maat schappij, die niet vrij is van belachelijkheden. De mode dagteekent uit de laatste eeuw. Onderbroken door de oorlogen van de Republiek en van het Keizerrijk, nam zg na de omwenteling opnieuw toe. Wat is de modewereld toch onnoozel I Haar inner lijke gewoonten worden gewijzigd, maar veranderen niet. De grondstof blijft dezelfde. Een nieuw ge slacht schijnt, bij zijn intrede in de wereld, dadelijk gebrek aan verbeeldingskracht te hebben, en haast zich het stervende geslacht, welks plaats het inneemt, na te apen. Om zich wys te maken, dat het eigen gedachten heeft, bepaalt het, dat er geen ronde, maar hooge hoeden mogen gedragen worden, en dat de japonnen glad moeten zijn inplaats van opge doft. Nadat het zulk een krachtige poging heeft gedaan, leeft het onbekommerd voort. De belache lijke gewoonten blijven bestaan, omdat het minder betamelijk is ze uit te roeien, dan ze na te volgen. En dank zij deze zwijgende toestemming, die eigen lijk niets anders is dan een luie onverschilligheid, is de „Petit Voyage" van Labiche nu nog evenzeer in zwang als vijftig of z«stig jaar geleden. Roland was van hetzelfde gevoelen als Labiche, die deze onuitroeibare gewoonte noemde „een bar- baarsch en ongezond beginsel." Twee menschen, iie elkander liefhebben, gaan dus hun zoetste her inneringen en hun teederste gevoelens langs den weg strooien? Zich blootstellen aan dagelijksche weder waardigheden en ontmoetingen, en zich tevreden stellen met de koude gastvrijheid van hötels? En later, als het samen oud geworden echtpaar die da gen van voorheen weder gaat verlevendigen en zich hun jeugd in de herinnering wil terugroepen, zal hun slechtsmerkbare geur overblgven, gelijk aan JMHK2&|urvlogen sachet. Veertien qpgen Vo^^g|ti huwelijk kreeg Montfranc bericht, dat Des Escalens, een heereboer te Vaucluse, met wien hg in handels- en vriendschapsbetrekking stond, was overleden. Des Escalens liet zgn ge heels vermogen na aan verre neven en nichten, die zich haastten, het kasteel Canourguos, waar de over ledene gewoond had, te verkoopen. Rolaftd kende Canourgues en kocht het, tot groots vreugde van I de erfgenamen. Zij hadden niet verwacht, een bui tenverblijf, dat zooveel aan onderhoud kostte, zoo spoedig kwijt te zullen raken. De meubelmaker kreeg volkomen vrijheid vaii handelen. In enkele dagen was het kasteel geheel nieuw ingericht. Alleen had hij zorg gedragen, de oude meubels,' de eiken houten kisten, met koper beslagen, en de hooge marmeren schoorsteenen, die men niet zelden aantreft in de fraaie woonhuizen op het land, te behouden. Canourgues is gebouwd nabij het dorp Grambois; omringd dooi heeste^boschjes, lage eiken en eeuwen oude populieren. De weg van Tour d' Aigues ont rolt zich als een geel lint van het uiteinde van h V .et park tot aan het huis, langs een langzaam oploopen den heuvel. Dit gezegend stukje grónds is buiten gewoon vruchtbaar. De prachtige boomen, waartegen meerendeels slingerplanten zich omhoog werken, staan zoo dioht bij elkander, dat zg een soort van gewelven vormen, waarbinnen slechts enkele stralen van het blonde zonlicht doorschijnen. Naarmate men in de lanen voortschrijdt, strekt zich voor het oog een groot grasveld uit, bezaaid met viooltjee, grasbloemen en boterbloempjes. Aan het einde van dit park bevindt zich een uitgestrekt terras, versierd met bloemen in reusachtige Japansche vazen. Dasr blijft men onwillekeurig staan, in bewondering voor het tooverachtig landschap, dat zich plotseling sen het oog vertoont. Provence Is het land der oude legenden, die na eeuwen nog f worden verhaald bjj het lamplicht in de woningen der boeren. Het dorp Grambois beeft de zijne, vrgwel onaannemelijk als geschiedenis, maar die de geslachten elkaar trouw navertellen. Grambois behoorde honderd jaar voor Philips den Schoone aan de machtige Tempeliers, die op den heuvel een van hun sterkste forten bouwden. Foul- ques, bisschop van Marseille, verdacht van ketterij, was gedwongen hulp en bescherming te vragpn aan zijne gevaarlijke naburen. De Tempeliers stemden er in toe, den voortvluchtigen geestelijke op te nemen, onder voorwaarde, dat hij zioh zou vestigen in de kluizenaarshut van Canourgues. [Wordt vervolgd.) V O Na repliek van den heer Van Gilse werd de ver gadering gesloten. Gisteren-namiddag te éen uur werd de Bloemen tentoonstelling te Utrecht geopend met een welspre kend woord van den Voorzitter, jhr. Barobman Wuy- ters, die inzonderheid dank bracht aan H. M. de Koningin-Regentes er, aan het Gemeentebestuur van Utrecht, voor de medewerking aan het tot stand komen dezer Expositie en daarop de beteekenis van het feest uiteenzette. Deze plechtigheid werd bijge woond door mevr. Schimmelpenninck van der Oye, 'echtgouoote van den Commissaris des Konings, die zelf verhinderd was. Aan haar, die van |haar dochter vergezeld was, werd een orohideeën-bouquet in de Utreohtsche kleu ren aangeboden door de dochter van den Voorzitter. Verder waren tegenwoordig de leden van hot Ge meentebestuur, het Afdeelingsbestuur, do Juryleden en ook vele dames. Na het openingswoord geleidden de heeren de dames naar de Tentoonstellingszalen, waar alles met groote ingenomenheid bezichtigd werd, en waar Coe- nen'S kapel het Wien Neerlands Bloed speelde. Dit muziekcorps laat zich gedurende de vier dagen der Tentoonstelling iederen ochtend hooren. Deze tentoonstelling gaat uit van de Afdeeling Utrecht, van het Genootschap voor Landbouw en Kruidkunde, het oudste onzer landbouwgenoolsohappen 't welk in September 1841 werd opgericht. Aan vankelijk te Utrecht ontstaan, was het één Genoot schap. Eerst later werden Afdeelingen gevormd, waarin nu de voornaamste werkkracht schuilt. De kruidkunde staat op den voorgrond. Daarom meende meD te Utreoht ook het 50-jarig bestaan met een Bloemententoonstelling te moeten vieren. Het Ge nootschap zelf viert over éen paar maanden het feest met een algemeene Landbouw- en Veetentoonstelling die mede te Utrecht zal worden gehouden. De Afdeeling heeft belangrijke prijzen uitgeloofd en zich veel moeite gegeven voor deze Tentoon stelling, welke bjj uitstek geslaagd is. Elk voorjaar hebben wij hier een Tentoonstelling van bloemen en planten die, daar de bloementeelt hier een voor name tak van bestaan is, steeds schoon mag heeten. Thans zijn twee zalen van Tivoli rjjk voorzien met de sohoonste bloemenazalea's met bloemkronen, die bijna eon gansch perk beslaan j rjjk bloeiende rhododendrons! .rozen in keur van variëteiten kortom al wat onze Bloemententoonstellingen steeds den grootsten luister bjjzet, maar boven dat alles prjjkt thans een overvloed van orchideeën, waarvoor men bewonderend stil staat, zoo om den rijkdom van vormen als van kleurschakeeringen. Wij kunnen den liefhebbers een bezoek ten zeerste aanbevelen. Omtrent do bekroningen vernemen wjj dat, wat de orchideeën betreft, de hoofdprijs is toegekend aan mr. J. W. Van Lansberge te Heelsum. gouden medaille en f 250, terwijl hjj ook een zilveren me daille ontving voor een nieuwe orchidee. Van de liefhebbers werd de eerste prjjs, een kunstvoorwerp, toegekend aan den heer Qeorge Warocqué, Chateau de Manemont, bjj Brusselde tweede prijs, een gouden medaille, aan mr. W. C. baron Van Boet- zelaer, te Maartensdijkde derde prjjs, een verguld zilveren medaille, aan den heer D. E. H. Bouman te Utrecht. - Van de bloemisten werd de heer H. J. Klein- starinkte Utrecht, bekroond met een gouden medaille, en 50 en nog een gouden medaille, terwijl hjj tevens voor al zijn inzendingen, behalve verschillende bekroningon een gouden medaille ontving, als het meest ter opluistering te hebben bjjgedragen, Mevr. Kluppel van den Bilt behaalde het kunst voorwerp, uitgeloofd door de Orchidophylenclub Door de algemeene vergadering der Maatschappij tot Nut van t Algemeen werd in 1887 besloten, dat door het hoofdbestuur onder voorlichting van des kundige een onderzoek zou worden ingesteld naar hetgeen hier te lande verrioht is om verbeterde arbeiderswoningen te verkrjjgen. Het hoofdbestuur rlohtte aan do heeren J. van Hasselt, toen eiviel- ïngenieur te Njjmegen, thans ingenieur bjj de Duin- watersohappy en mr. P. F: L. Verschoor, ad- voeaat te s-Gravenhage, het verzoek zich met dit onderzoek te willen belasten,, en vond beide heeren rtoe bereid. Thans is het verslag van deze oom- missio, hetwelk door verschillende omstandigheden later gereed is gekomen dan verwacht was, versche nen. Het is een lijvig boekdeel, rijk aan belangrijke gegevens voor hen, die zich met het gewichtige maatschappelijke vraagstuk van do woning der arbei- uers bezig houdon. De commissie gjöoft breedvoerige besohrijvingen van de arbeiderswoningen, door vereenigingen in verschillende plaatsen des lands gebouwd. Vervol gens zet zij uijeek hoe volgens haar arbeiderswoningen moeten ingericht worden en welke de kosten zijn. Waarna wijdt zjj een hoofdstuk aan dè verhuring van arbeiderswoningen, waarbjj een gedeelte der huur penningen ten behoeve deer huurders wordt over gespaard en ten slotte bespreekt zij in een aanhangsel den invloed der woning op het drankmisbruik. Bij het verslag is een negental platen gevoegd, waarop de platte gronden en doorsneden van de verschillende arbeiderswoningen, waarover het onderzoek geloopen heeft, afgebeeld zijn. Het hoofdbestuur van 't Nut heeft te recht ge meend, dat de prijs geen beletsel mocht zijn, het verslag in veler handen te doen komen en dezen daarom op slechts f 1.50 gesteld. Uitgever van het werk is de heer M. E. de Grauw te Oudekerk a/d Amstel. De algemeene vergadering der vereeniging „Volks onderwijs" zal worden gehouden te Amsterdam, in het locaal Eensgezindheid, op Dinsdag 19 Mei a. s. Aan de orde isde benoeming van twee leden m het hoofdbestuur; vervuld moeten worden de vacaturen, ontstaande door de aftreding der heeren mr. C. M. J. Willeumier (overleden) en J. Ver- 8luyiS' 0veret'"kom3fe het algemeen reglement worden in alphabetische orde voorgedragendoor het hoofdbestuur W. Degenhardt, te Amsterdam; jhr. mr. D. O. Engelen, te Zutfen; L. B. Fikkert te Groningenmr. H. ?h. de Kanter, te Haarlem door de afdeeling Amsterdam 1A. H. Gerhard te Amsterdam H. W. J. A. Schook, te Amsterdam! door de afd. Amsterdam II, dr. P. J. Barnouw te Amsterdam; G. B. Lalleman, te Amsterdam. Voorts zijn er een aantal voorstellen, o.'m. van het hoofdbestuur Do vergadering besluite, dat hetN Volksblad, als orgaan van de Vereeniging, ook in 1892 als maand blad zal worden uitgegeven Van het hoofdbestuur: de vergadering spreke de wenscheljjkheid uit, dat in de volksvertegenwoordiging eene meerderheid zitting neme, die invoering °van leerplicht noodzakelijk aoht, en noodigt de afdeelingen en correspondenten uit, in hunnen kring al 't mogelflké te doen om daartoe te geraken. J Van de afdeeling Amsterdam Het hoofdbestuur wendde zich tot de regeèring met het verzoek om artikel 24 der wet op het lager onderwijs zoodanig wjjzigen, dat, binnen weinige jaren, de verhouding tussehen het aantal leerlingen en onderwjjzers weer is zooals die in de;wet van 1878 gevorderd werd, en om de opleiding van onder wijzers tjjdeljjk zulk eene uitbreiding te geven, dat spoedig het herstellsn dezer verhouding wêer moge lijk zg. Van de afdeeling Bolsward: De algemeene vergadering spreke hare afkeuring uit over het feit, dat de regeering, op eene enkele uitzondering na, nooit, op grond van al. 3 van artikel 46 der gewijzigde wet t. i. r. v. h. 1. L. O. vrij stelling verleent van verplichting tot het heffen van schoolgeld aan eene gemeente; zelfs niet als deze geen „tegemoetkoming in de kosten" van noode heeft, en door de heffing vau schoolgeld het open baar onderwijs benadeeld wordt. Van de afdeeling Amsterdam I H et hpofdbestuur wende zich tot de regeering met d e vraag, dat aan alle schoolgaande kinderen, die daaraan behoefte hebben, voedsel en schoeisel van wege den Staat worde verstrekt. De centrale sectie der Belgische Kamer vergaderde eergisteren en discussieerde over de vraag, of de nieuwe vereischten voor kiesbevoegdheid in de grond wet geschreven zouden worden, dan wel of den ge wonen wetgever vrgheid zou worden gègeven om daarin wijziging te brengen, hetzg met een meerder heid van 2/3 der stemmen, hetzij na ontbinding der Kamers. Een besluit is er niet genomen, maar ver daagd, totdat de Regeering der formule van toepas- harer dénkbeelden, zooals die door de centrale sectie aangenomen z|jn, zal hebben doen kennen. De heer Frère-Orban verklaarde, dat zgn stem afhing van de strekking der nieuwe regeling. De meerderheid der leden van de sectie schijnt over te hellen tot de bevoegdheid van den gewonen wetgever tot wgziging der voorwaarden met volstrekte meerderheid, maar na ontbinding. Vervólgens is de herziening behan deld van het artikel betreffende dóTOamonstelling van [den Senaat. De census van verkiesbaarheid, thans 7 1000 of 2116 fr., is eenstemming verlaagd tot 1000 fr. Daarbij heeft de centrale sectie de ver kiesbaarheid aangenomen van die burgers, die zich bijzonder onderscheiden hebben op wetenschappelijk, industrieel of administratief gebied. De vergadering is tot heden uiteengegaan. In België vinden do Congo- en speculatie-lief- hebbergen des konings, met medewerking van En- gelschPlinancie-mannen, slechts matige sympathie.., Wie zal dit onzen Zuidelijken naburen euvel duiden Nooh hun monarch noch zg hebben tot heden schoone Trachten ran den Congo geplukt. Leopold II Ter- speelde er zgn geld, het Belgische volk Terleeode den koning financieeleu steun, zonder bijzonder Teel hoop op eeu goede rente, en zag bovendien Telo zyner beste burgers als slachtoffers van het klimaat aan den Congo vallen. In den jongsten tijd hoort men weder van nieuwe plannen tot grootsche ondernemingen door den koning met hulp van Britsche bankiers op touw gezet. Door een Engelsche maatschappij, aan wier hoofd sir William Mackinnon slaat, die de vorige week de gast van den Belgischen koning was, zouden aan biedingen zijn gedaan tot het aanleggen van een kanaal van Brugge naar zee, ook eveneens tot uitdie ping van het kanaal van Willebroeck en het aan leggen van een zeehaven te Brussel. Naar aanleiding van deze aanbiedingen herinnert de Brusselsche Réforme eraan, hoe het niet de eerste keer is, dat men erover spreekt de Belgische haven inrichtingen in handen te geven aan een onder do bescherming des konings staande, Êdgelsche maat schappij. Het blad acht het jJevWye noodig, dat de Brusselsche belastingschuldigén&m oog in het zeil houden om te weten te komen, wat in deze de regeering van zins is, die natuurlijk moet beproeven te voldoen aan de wenschen des konings en der fi nanciers, die zijn deelgenooten in de exploitatie van den Congo zijn. „Inderdaad 200 schrijft de Réforme sir Wil liam Mackinnon, die de Stanley-expeditie organi seerde, is ook de associé des konings in de onder neming betrekkelgk de ontginning der goudmijnen van Katanga. Hij is een der mannen, die een over wegend aandeel heeft in de bezitneming van Afrika door de financiën en laat ons ronduit spreken door de beursspeculatie. Want een der duidelijkste kenmerken van de tegenwoordige koloniale politiek is, dat zij bovenal dienstig wordt gemaakt aan ont zaglijke speculaties op de beurs, waarvan de maat schappijen, opgericht ter exploitatie van den Congo reeds een voorproef hebben gegeven." Overigens beginnen zolfs dagbladen, die met do koloniale politiek des konings door dik en dun gaan, zich over deze financieele en speoalutieve zijde van de Congo-onderueraing te verontrusten. Ten bewijze haalt de Réforme aan ^Partikel uit de lndépen- dance, eea blad dat niet kan beschuldigd worden van anti-Congolisme. Onder meer wgst dit artikel op de oprichting van bovengenoemde Katanga-maat- schappij. De Independance acht het niet ter plaatse te onderzoeken, in hoeverre sommige dier onderno mingen beantwoorden aan het edelmoedig doel, dat naar 's konings idee, bij dit mensch lie vend werk oi den voorgrond slaat," maar ook in het belang van hen, die de zaak uit een meer prozaïsch oogpunt be schouwen, heeft het zijn nut op het gevaar te wijzen, dat er in gelegen is om binnen en buiten het land de in het oog der lndépendance onjuiste mee ning veld te doen winnen, „dat de militaire en wetenschappelijke expedities, waarover onze naburen gegriefd z|jn, dat de millioenen, aan België gevraagd en ruimschoots verleend, bovenal bestemd kunnen zijn om een reeks vette prebenden in te stellen." Alles bewgst helaas, 'volgens de Réformedat het aldus is en dat de koning omringd is van lieden, die voor alles den Congo tot voorwendsel voor beurs speculaties maken. En terwille van deze speculanten heft men mil joenen van do mgfpb inkomsten der Belgische [ar beiders, terwille van hen zijn zoovele dappere man nen, officieren en handwerkslieden, aan den Congo gestorven terwille van hen wordt België eiken lag meer verwikkeld in het raderwerk der koloniale politiek, waarvan het eij^de misschien is de onder gang van het land, Als voorzitter dor\Primrose League hield lord Salisbury in de algemeene jaarlgksche bijeenkomst dezer conservatieve vereèniging een uitvoerige rede, waarin h|j de binnenlannsche politiek van Engeland eft Ierland besprak. Als de sleutel vary den politieken toestand bleef de minister ook ytóor de eerstkomende jaren de Iersche quaeslie beschouwen. Deze quaestie kan niet worden uitgemaakt door de aanstaande algemeene vorkieziogen, want zei lord Salisbury indien de unionisten, gelgk ik hoop, den strgd winnen, zullen do Home-rulers toch niet W dezo uitspraak berusten, en, indien de oppositi^r de overwinning mocht behalen, dan verzeker ik u, dat w|j ons even min z rillen neerleggen b|j het streven der Home- rulers om de eenheid van het Britsche rijk te onder mijnen." Lord Salisbury doelde hoofdzakelijk op de aan staande algemeene verkiezingen, maar tevens sprak de minister ook van de „algemeene verpozingen in het klein", welke dezer dagen worden gehouden. Door toevallige omstandigheden z|jn zeven zetels in het Lagerhuis, open, waarvan echter reeéi twee door de Unionisten z|jn bezet. Vooreerst werd in de City "te Londen de bankier Gibbs zonder verzet van de tegenpartij gekozen, maar van meer belang was de

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2