Buitenlandse!! Overzicht.
DE ZWEMSCHOOL.
kemxisgeeuxg.
PETROLEUM-NOTEERINGEN
kennisgeving
Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam
marktberichte n,
Staten-G ener aal. Eerste Kamer. Zitting
▼an Woensdag 17 Juni.
De heer Van Raijen hield eene interpellatie over
het nieuwe station te Groningen, dat naar zijne
meening te lang uitblijft. De min. van Waterstaat
gaf daaromtrent geruststellende verklaringen.
Achtereenvolgens werden goedgekënrd de aanhan
gige naturalisatie-ontwerpen, de nadere verlenging
van den termijn gedurende welken art. 1 der wet
van 1818 van kracht blijft, de suppletoire begroo-
tiogen voor justitie en financiën, id. betrekkelijk de
kosten van het regentschap en de wedde der Koningin-
Wediiwe, de Indische kredieten, de onteigening voor
de vergrooting der algem. begraafplaats te Zwolle,
verkoop van grond te Oosterhout, Groningen en
Nijmegen.
Over den ex-koning Milan schrijft de Figaro
Wanneer gij in het Bois de Boulogne in een inaand-
rijtuig, in den schouwburg in een benedenloge, in
een restaurant achter een overladen tafel, een zwaar
lijvig man met een zwarten borsteligen knevel, een
ruwe stem, een tanige gelaatskleur en een weinig
drukke bewegingen ziet, zegt dan niet „dat is een
rastaquouère" maar zegt „Dat is den ex-koning
van Servië.Als gij lid zijt van een aristocratische
sociëteit, hebt gij ook groote kans tusschen vijf uur
's avonds en vijf uur 's morgens hem voor een bac-
caraat of zelfs pokertafel te ontmoeten, (in de rue
Royale.) „Koning" Milan leidt te Parijs het leven
van een zeer rijk vreemdeling, die zich uit zijn zaken
teruggetrokken heeft en men moet erkennen op
het gevaar af majesteitsschennis te begaan dat zijn
doen en laten niets „koninklijks" heeft. Overigens
houdt hij er niet van dat men hem „majesteit"
noemt. Op de sociëteit wil hij dat men hem met
den naam van graaf Takovo betitelt en toen hij nog
regeerde, was hij gewoon te zeggen tot personen,
die hij sympathiek vond „Je bevalt me, noem me
niet meer majesteit." Sedert hij zijn kroon verloren
heeft, tutoyeert hij minder spoedig. Hij boweert
zich niet meer met de politiek bezig te houden
zij die het weten kunnen zeggen echter dat dit een
leugen is.
Hij houdt er niet van dat men van de ex-koningin
Natalie spreekt en wanneor hij gedwongen wordt
over zijn vroegere gemalin te spreken, doet hij het
met een heftigheid en een kracht, die bewijzen aan
hem, die 't niet zoude weten, dat de stichter van de
dynastie van Obrenowitch niet op de trappen van
een troon is geboren. Hij houdt van zyn land en
vermaakt er zich mede do verschillende revoluties
die er in de laatste eeuw hebben plaats gehad, te
vertellen. In 't kort, hij is een Üostersch railliouair,
zooals men er zoovelen in Parijs zietParijzenaar
willende zijn, beproevende de laatste modes van den
dag te volgen. „Tres bon gar<;on," zoggen zijn vrien
den en in deze hoedanigheid zich oiet kunnende
boosmaken over den bijnaam dien men hem in de
sociëteit heeft gegeven lc Roistaquouère.
Te Weenen zijn de drie uit de handen der Man-
dourische roovers vrijgekomen gijzelaars, de heeren
Graeger, Kortsch en Marquet, allen Pruisen, op hunne
terugreis doorgekomen. Zij zagen er afgemat uit en
hun gelaatskleur was bruiu door de zon en ontbering.
Merkwaardig was het dal zij niet met dien afschuw
van de roovers spreken, als men na het uitgestane
leed verwachte» zou. Zij zeiden dat de roovers op
hunne wijze goed en edelmoedig geweest waren. In
de eerste dagen hadden zij vele vermoeinissen, ook
honger en dorst te lijden gehad daar zij door onge
baande bosschen, over borgen en langs afgronden
geforceerde marsohen hadden moeten maken. De
roovers waren daartoe wel, wegens het gevaar voor
vervolging, genoodzaakt. Gewoonlijk word or 'snachts
8 uren lang gemarcheerd, en als een der slachtofiers
verklaarde niet verder te kuunen dan werd hij met
geweer of mes bedreigd. De roovers waren slecht»
7 in getal. Luid mocht er niet gesproken worden,
en als iemand hard hoestte kreeg hij dadelyk oone
waarschuwing. Dikwijls ging een der roovers met
één oor op den grond luisteren, om te hooren of er
geen ruiters in de nabyheid waren. De eerste twee
dagen kregen de gevangeuen niets dan water en
brood, maar toen zy verklaarden het bij zulk eoue
voeding niet te kunnen uithouden ook schapenvloesch.
Dat vleosch was van diereu, welke onderweg een
voudig gestolen werden, vervolgens geslacht en in
het bosch aau het spit gebraden. Het was duidelijk
merkbaar hoe de roovers inzagen, welke hooge waarde
de gevangenen voor hen hadden zij gaven hun de
beste stukken vleesch, verstelden hunue kleeren en
schoenen, waren huu bij hot passeeren van gevaar
lijke plokken behulpzaam. Des nachts gaven zij
hun hunne dekens, opdat zij geen koude te lijden
hadden. In het geheel zijn de reizigers 9 dagen de
gevangenen der roovers geweest, 'en gedurende dien
tijd zijn zij niet onder dak gekoineu, eu hebben ge
middeld 8 a 10 uren 's daags moeten loopen. Op
hunne tochten zagen zij dikwijls kulden schapen,
maar nimmer eenig menschelijk wezen. Hun oordeel
over den hoofdman Athanasios is, dat hij een wol-
opgevoed mensch scheen en met zekere „uoblesse"
te werk ging. De tucht onder de bende was voor
beeldig, en de gevangenen hadden dan ook den
indruk gekregen dat het vooral deserteurs waren,
die deel uitmaakten van de bende.
De Parijsche gemeenieraad heeft zich Dinsdag be-
zig gehouden met eene zaak, die een diep treurigen
indruk he?ft gemaakt. Een eenvoudig meisje uit de
provincie, Fran^oise Chatté, was onlangs te Parijs
aangekomen om er een dienst te zoeken. Na eenige
vruchtelooze pogingen slaagde zij hierin. Tot haren
schrik werd zij voor een paar dagen bij deu com
missaris van politie Fouquet ontboden. Daar geko
men, hoorde zij van hem dat zij beschuldigd werd
een gouden ring van hare meesteres gestolen te heb
ben. Zij ontkende. De commissaris zeide niets te
hechten aan hare ontkentenis en drong bij haar aan
op bekentenis. Fran^oiae bleef op haar stuk staan.
De commissaris hield niet af. Zij zou en moest be
kennen. Allerlei middelen werden door hem aange
wend. Zoo zeide hij haar dat als zij bekende, zy
geen straf zou bekomen; daarentegen als zij bleef
loochenen, zou drie jaren gevangenzetting haar doel
zijnook verraste hij haar met de mededeeling, dat
I de persoon, aan wien zij den ring verkocht had,
ontdekt was, eu dat die persoon een meisje, gelijk
zij, Fran(;oise, er uitzag, had aangeduid als de vrouw,
van wie hij den ring gekocht had. Weer verklaarde
Fran^oise dat dit niet waar kon zijn, daar zij den
ring niet gestolen had. De commissaris werd hoe
langer hoe heftiger, en het meisje, al meer en meer
in het nauw gebracht en bevreesd gemaakt, kwam
ten laatste tot het besluit om maar eenvoudig te
bekennendoch zij weigerde de bekentenis te teeke
nen, onder voorgeven, waar of niet waar, dat zij niet
kon schrijven.
Zoo stonden de zaken, en Franyoise zou nu voor
hot gerecht verschijnen, toen een bericht kwam van
de vrouw, waarby Fran^oise in dienst was, dat de
ring terug was gevonden.
Natuurlyk zijn de bladen niet in gebreke gebleven,
over deze manier van handeion van den commissaris
van politie Fouquet, die in het meisje volstrektelijk
eene schuldige heeft willen zien en haar de bekentenis
onder bedreigingen heeft afgedwongen, het noodige
in het midden te brengen. De politie, zeiden zij, is
maar al te zeer gewoon, in elke beklaagde een schul
dige te zieu. Er moet nu nog bijkomen dat door
gewold eene bekentenis 'afgeperst wordt, waar die
niet op andere wijze te verkrijgen is.
Gelijk gezegd, de gomeenteraad hooft over deze
zaak gehandeld. De prefect van politio verklaarde
dat de commissaris Fouquet hem medegedeeld had,
dat niet hij hot mei|ja de bekentenis heeft afge-
dwongon, maar haar broeder, hetgeen echter door
Fran<;oise, die sedert door een journalist is „geïnter
viewd", ten stelligste weersproken ia.
Na vrq langdurige beraadslagingen, waarbij het
stormachtig is toogegaau, heeft de Raad eene motie
aangenomen, waarbij de prefect van politie uitge-
noodigd wordt den commissaris Fouquet te ontslaan,
eu een# tweede motie, strekkende om den prefect
van politie uit te noodigen zijne ondergeschikten te
verbieden de beklaagden tot bekeutenis te brengen,
daar dit eene zaak is, die aan de zorg van den
rechter van instructie is toevertrouwd.
Een derde voorstel, om aan Frantjoise eene ver
goeding van 500 fr. uit de gemeentekas toe te ken
nen, werd verworpen. De Raad, hoewel het beginsel
toegedaan, dat bij rechtelijke dwaling eene vergoe
ding behoort verleend te worden, meende dat het
niet op zijn weg ligt daaraan uitvoering te geven;
maar dat de staat dit behoort te doen.
Geheel Madrid ia vervuld van verontwaardiging
tegen de hertogin de Castro-Enriquez, markiezin van
Valderas, graviu van Plaseucia, Grande eerste klasse
van Spanje en „dame nobleder orde van Maria
Louisa. Neen, verontwaardiging is het woord niet;
die uitdrukking is nog te zacht voor hetgeen de ge
moederen beheerscht. Men weet waaraan deze „dame"
zich schuldig heeft gemaakt. Een arm meisje, van
negen a tien jaren, eene wees, Juliana geheeten,
had zij in dienst genomen, eu op barbaarsche wijze
mishaudeld, zoodat het arme kind ten laatste het
huis der vrouwelijke beul is ontvlucht eu zich op
straat heeft nedergezet, waar bet, uitgeput van lijden
en honger, is opgenomen door do politie.
Het kind was met lompen omhangen, neen, niet,
omhangen. Zij waren haar aan het lichaam vastge
naaid, zoo nauw dat hot zich haast niet kon be
wegen. Van gewoon uittrekken der kleederen kon,
natuurlijk, hier dan ook geen sprake zijn. In die
lompeu bleef het kind dag en nachf saamgeperst.
Hoeveel wonden en lidteekenen Juliana op het
lichaam had, is kwalijk te zeggen. Haar lichaam
is er mede bedekt.
Do hertogin de Castro-Enriquoz was met een aan
zienlijken edelman gehuwd. Maar voor twee jaren
is hij van haar gescheiden. Hij kon het mot het
monster niet langer uithouden.
Toen de rechter van instructie de hertogin ver
hoord had, zeide hij tot haar:
te ongeruster.
Gij, die eerlang aan de familie Leniel verwant
zult worden..
Mevrouw Bertholon kon eene ontkennende bewe
ging niet weerhouden.
Hoe nu? vroeg de dokter. Is uw zoon dan
niet verloofd met mejuffrouw Aurette?
Do oude vrouw zag hem scherp aan.
Houd je nu niet dom, mijnheer Rozel, zeide
zij. Gij weet, dat ik mijn woord heb ingetrokken.
De geneesheer maakte eene beleefde buiging eu nam
den brief, dien Aurette hem had ter hand gesteld, uit
zijn zakboekje.
Volkomen juist, lieve mevrouw, zeide hij, en
zie hier het bewijs, met uwen naam ondenteekend.
Wat zoudt gij zeggen, indien ik u mededeelde, dat
mijn vriend Leniel na het lezen van dit stuk in mijne
armen den geest had gegeven?
Mevrouw Bertholon zag hem oplettend aan het
gelaat var, den geneesheer was ondoorgrondelijk en
zij werd werkelijk beangst.
Scherts niet, mijnheer, zeide zijde zaak is
ernstig.
Gij kunt er zeker van zijn, mevrouw, dat als
zij niet ernstig was, ik op dit oogenblik niet de eer
zou hebben van mij bij u te bevinden. Wenscht gij
eene transactie.
Eene.... wat? vroeg de oude dame op hoogen
toon.
Ik zeg eene transactie, herhaalde de genees
heer met nadruk op het woord. De zee is prachtig
op het oogenblik het strand is nog niet zoo vol
als het over zes weken zijn zaldit is het ware
oogenblik om een tochtje door Bretagne te doen of
naar Arcachon te gaan, indien gij de voorkeur geeft
aan eene met harstboomen begroeide kust. l/we ge
zondheid heeft wezenlijk zeelucht noodigof wenscht
gij misschien een paar maHuden op eene badplaats
door te brengen Ik wil u zulk een verblijf gaarne
voorschrijven .-
Mijnheer, zoo viel de moeder van Raoul hem
verontwaardigd in de reden.
Dan, vervolgde de heer Rozel zonder van zijn
stuk te geraken, dan zult gij voor uw vertrek den
heer Leniel schrijven, dat gij, genoodzaakt plotseling
van huis te gaan, geen tijd hebt gehad met uwen zoo»
afscheid van hem en zijne dochte-s te gaan nemen
gij kunt er bijvoegen, dat het u aangenaam zal zijn
hem dadelijk na uwe terugkomst een bezoek te bren
gen. En dan kunt gij hem gedurende uwe afwezig
heid ééns of tweemalen schrijven. Daar uwe brieven
nooit heel vriendelijk zijn, zal hunnekoolheid
hem niet verwonderen. Bij uwe tehuiskomst,
na uwe tehuiskomst als gij niet van besluit zijt
veranderdzal mejuffrouw Aurette u schrijven dat
zij eer.s heeft nagedacht en dat mijnheer uw zoon
vrij is.
Mevrouw Bertholon had met groote aandacht, naar
het einde van deze rede geluisterd.
Maar, mijnheer,^ om welke reden zou ik het
plannetje uitvoeren dat gij ontworpen hebt.
De heer Rozel vertoonde haar tusschen duim
en vinger den brief, dien hij niet weder had weg
geborgen.
Om deze reden, zeide hij. Indien gij weigert
te doen wat ik voorstel, ben ik als geneesheer ver
antwoordelijk, en als vriend des huizes verplicht bij
zondere openbaarheid te geven aan het document,
dat ernstige complicatiën in den toestand van mijnen
patiënt en vriend zou hebben veroorzaakt. Het is
niet mogelijk, dat begrijpt gy, iemand die zoo hel
der van geest is als hij langer dan eenige uren, ten
hoogste eenige dagen een feit verborgen te houden,
dat hem van zoo nabij raakt!
Mevrouw Bertholon bleef onbewegelijk iu naden
ken verzonken zitten. Dokter Rozel had zulk eene
gevestigde reputatie van eeri in alle opzichten on
kwetsbaar man te zijn, dat hij volkomen verheven
was boven alles wat van hem gezegd kon worden.
Bovendien was zijn woord een geloofsartikel, zoowel
voor zyne vijanden als onder zijne beste vrienden.
De moeder van Raoul had bepaald hare partij ge-
vondon, zij stak hare hand naar der, brief uit en
zeide eenvoudig
Geef hier.
Gelijk oversteken, lieve mevrouw, zeide de dokter
meedoogenloos.
Wordt vervolgd.)
„Vrouw Alvarez, ik houd u gevangon."
„Hoe, vrouw Alvarez?" riep zij uit, „ik ben de
hertogin de Castro Enriquez, en ik wil dat mijne
titels voorkomen in uw rapport."
De rechter wendde zich hierop tot een paar ge
rechtsdienaren en beval hun: „Breng vrouw Alvarez
weg. Zy moet iu de gevangenis buiten toegang
blijven. De wet erkent zulke Grandes van Spanie
niet."
Zoodra de bevolking van Madrid gehoord had wat
er met Juliana was gebeurd, wilde ieder, groot en
klein, het kind aannemen voor het zijne. Do prefect
te Madrid heeft van oen zestig vrouwen, uit de aris
tocratische zoowel als uit de nederigste kringen, een
verzoek in dien zin ontvungen. De vertrekken dor
^prefectuur van politie waren gevuld met personen,
die kleedereu, lekkernijen en geld voor Juliana
brachten. Tal van personen uit de provinciën zijn
naar Madrid gekomen, om het kind hulp te ver
schaffen.
Het bestuur dor vennootschap „Het Concertge
bouw" te Arasterdam heeft zich genoodzaakt gezien
het contract met het orkoBt op te zeggen. Hot heeft
dit mot groot leedwezen gedaan, maar kon, bij de
bestaande onzekerheid of het benoodigde bedrag voor
de instandhouding der kunstinrichting nog zal ver
kregen worden, niet anders handelen.
Er blyft etne schemering van hoop, dat op het
uiterste oogenblik, d. w. z. binnen een paar dagen,
en met vereende krachten van allen die de kunst
Jiefuebben, de ontbinding nog voorkomen wordt.
De Fransche minister vaü buitenlandsclio zaken,
de heor Ribot, heeft de commissie uit de Kamer,
welko zich met de akte dor Brussolsche anti-slaveu-
handelconferentie bezighield, het antwoord gegeven
op de gestelde vragen.
Bij de Brntselsche akte is de Congo-staat, wat de
belastingen betreft, iu twee doelen verdeeld. In het
eene helft jle regeering een uitvoerrecht van 10 pCt.
van de wadrde der uitgevoerde waren en iu het tweede
het grootste en ryksto deel, werd oen uitvoerrecht
van 25 pCt. geheveu. Dit recht was eenvoudig zoo
hoog, dat hot den handel van andere volken geheel
moest verhinderen, zoodat der Congo- regeering het
monopolie verzekerd bleef.
Wanneer deze twee afdeelingon bleven beslaan,
wilde de commissie de akte niet goedkeureu. De
heer Ribot trad daarom in besproking met den Bel
gischen gezant te Parijs en deze deelde terstond
mede, dat de Congo-regeering bereid was do afdee-
ling te laten vallen en slechts één uitvoerrecht van
10 pCt. voor don goheelen staat te vorderen.
Het hoofdbezwaar der commissie, dat de Congo-
regeering, door het boffen van hooge belastingen,
dio, voor zoovor haar eigen handel botreft, toch
woer in de schatkist terugkoeren, de mededinging
van vreemde kooplieden onmogelijk maakt, was dus
vervallen, en derhalve werd do akte met 7 togen 1
stem goedgekeurd. Ten slotte benoemde de com-
missio den heer Francis Charmes tot haar rappor
teur, die haar besluit iu de Kamer zal verdodigen.
De Kamer van afgevaardigden had in de zitting van
Maandag, gelijk gisteren is bericht, het invoerrecht van
6fr. op de 100 kilo brood, zooals door de commissie
en de regeering was voorgesteld verworpen. Maar
hiermede was deze zaak, gelijk nader gebleken is, nog
Diet afgedaan, het brood nog niet vrijgesteld van rech
ten. De heer Dron kwam gisteren in de Kamer met een
voorstel om dan toch een recht van 5 fr. van hot
brood te heffen. Onze bakkers, sprak liy, kunnen
niet concurreeren met die iu het buitenland, Het be
lang van deu natioualen arbeid is hier in het spel.
Er zijn van die woorden, die men slechts behoeft te
bezigen, vooral in de Fransche Kamer, om indruk te
maken. De uitdrukking, „bet belang van den natio-
nalen arbeid" is eenedier gezegden. Met 291 stemmen
tageu 211 werd het voorstel van den heer Dron,
waarmede de regeering en de commissie zich ver-
cenigd hadden, aangenomen.
Scheepsbeschuit werd met hetzelfde recht van 5 fr.
beiast.
Een amendement van den lieer Viger, waarbij be
paald wordt dat hot recht van 5 fr. slechts van toe
passing zal zijn op het brood, dat als koopwaar wordt
ingevoerd, en niet op het brood dat do grensbewoners
voor hun eigen gebruik invoeren, word goedgekeurd.
Op rijst, alsmede op rystomeol, is het recht, zoo
als door de commissie was voorgedragen, aangenomen.
Het heeft niet ontbroken aan het krachtig verdedi
gen ?an een voorstel tot verminderingmaar het
eeft niet mogen baten. De roes der protoctie heeft
de hoofden te zeer bevangen.
De liberalen van het Zwitsersohe kanton Tessino,
w in Septerabor van bet vorige jaar zich op een
minder gebruikolijke manier van de clericale Regee-
ri,1g ontdeden en vorvolgd werden wegens bet maken
van opstand, krijgen in 't eind toch nog amnestie.
De Bondsraad heeft voorgesteld het onderzoek in die
zaak te schorsen evenals dat voor de verkiezings-
vervalschingen in Maart 1889. Alleen het proces
over den moord van Rossi zal worden voortgezet.
By de volksstemming over het al of niet wensche-
li nnneiUer £rond "herziening, verklaarden zich
16 900 burgers voor de herziening. De meerderheid,
verklaarde zich tevens voor de herziening door
een afzonderlijke commissie, zoodat het ontwerp der
nieuwe grondwet niet door don Grooten Raad, maar
door een afzonderlijk hiervoor aan te wijzen herzie-
ningsraad zal worden opgesteld.
De Oostenrijksche Ministers van Financiën heeft
op nieuw een aanvrago moeten doen tot verlenging
van de vooorloopige begrooting tot het einde van
Joh. Eerst nu is de commissie van liet Huis van
Afgevaardigden klaar met haar rapport. Daarin
wordt de begrooting voor 1891 vastgesteld op
fi.. 568.375.521 aan inkomsten, fl. 564,576,997 aan
uitgaven eu een overschot van fl. 3,798,524. Vol
gens de raming in het ontwerp der regeering zou het
overschot niet meer dan 11. 2,285,624 bedragen De
rapporteur, dr. Von Bilinski, merkt, o. a. op, dat
deze begrooting de gunstigsto is sedert 1871 en in het
algomeen sedert den aanvang van het constitutioneel
regime indien men bij het overschot van fl. 3.798.524
do 4 millioen voegt, die van de loopende uitgaven
van den dienst van 1891 moeten worden afgetrokken
om gedeeltelijk te voorzien in de som van fl. 10,892.633
noodig voor de amortisatie van de openbare schuld,
verkrijgt men een batig saldo van fl. 7,798,524.
2 nqEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Een katholiek kiezer, die de vergadering, van 11.
Zoudag op de Haven onder presidium van den Heer
J. G. Kropman, bijwoonde, gaf mij zijne bewondering
te kennen, hoe die Voorzitter het stouneu van een
candidaat voor een Lid van do Tweede Kamer der
Staten Generaal in verband brengt met de opvoering
van een toonoelstuk „het abriekakind" in de sociëteit
Ons Genoegen. Ik verwonderde mij daar ook ten
zeerste over, dat de Heer Kropman, die Leeraar is
aan do Normaalschool alhier, eene inrichting waar
I jongelieden gevormd worden tot openbare onderwijzers
en onderwijzeresssen, zulke combinaties kon vormen.
I De Heer Kropman weet toch wel dat een Lid van
de Tweede Kamer niet te beslissen heeft over de
opvoering van een of ander stuk op het tooneel.
Dit wordt beslist door het Hoofd der Gemeente,,
wanneer men aan de goede eigenschappen van een
op te voeron stuk mocht twijfelen, en waarlijk, de
Heer Kropman zal dat wel met mij geheel eens zijn,
dit kau men gerust overla'on aan het Hoffd onzer
Gemeente. Alleen zedekwetsende en ergerlijke too-
neelen worden nimmer opgovoord en „het Fubrieka-
kind" kon gerust de toets doorstaan.
Herinnert de Heer Kropman zich nog wel de op
voering van „do Passionsspiele", diq van zekere par
tij zooveel tegenkanting ondervond. Ook deze werd
met kracht voortgezet.
Ik meende daarom don Heer Kropman te vragen
waarom hij den antirevolutionairen candidaat onder-
steunt, daarvoor reden aangevende dat wanneer de
Heer Van Wassenaer gekozen mocht worden men
voortaan hier niet meer dergelijke opvoeringen als
„het Fabriekskind" zal krijgen.
U dankzeggende voor de opname dezer regelen
heb ik de eer te zijn
Mijnheer de Redacteur,
Een PROTESIANT8CH KlEZER.
GOUDA, den 17 Juni 1891.
M. de Redacteur
Een enkel woord zy 't mij vergund in uw blad
te plaatsen over het denkbeeld in de laatste Raads
zitting geoppord om eene Commissie van Toezicht
over de zwemschool in het leven te roepen.
Het komt my voor, dat zulks geheel onnoodig
is. Bij andere inrichtingen van onderwijs is eene
dergelijke Commissie zeer noodig, daar het Collegie
van B. en W. reeds te veel te doen heeft met het
beheer der gemeente en hare instellingen iu het
algemeen, om het met het nagaan van alle détails
daarvan ook nog te belasten. Die taak wordt dan
ook voor verschillende inrichtingen van onderwijs
overgedragen aau eene Commissie, die, ziet zy de
wenschelijkheid in tot het invoeren van verbeterin
gen of hervormingen, de noodige voorsteller, daartoe
doet aan den Raad. Hel is niet van B. en W. te
vorgen, dal zij b v. de Muziekschool beheeren, hare
leeraren coniroleeren, het jaarlijksch examen regelen
enz. enz. Derhalve wordt dat opgedragen aau eene
Commissie. Het is niet van B. en YV. te vergen
dat zij op alle lagere scholen of het gymnasium den
gang van het onderwijs iu bijzouderheden nagaat
en die inrichtingen ouder haar onmiddelijk toezicht
houdt. Van daar wordt zulks toevertrowd aauu
speciaal daartoe benoemde Commissiën. -asm
Maar wat zal nu in 's Hemels naam eene Com
missie ran toezicht op de zwemschool doen Het
gebouw, met toebehooren staat onder toezicht van
den gemeente-architect en verder kunnen B. en W
zeer good met het toezicht belast blijven, zooals tot
dusver geschiedde.
Er valt geen examen te regelen, geen vorderingen
van leerlingen te oonstateeren, geen gang van het
onderwijs na te gaan. De zwemschool is alleen eene
inrichting, waar de bezoekers komen baden of zwem
men. Voor hen, welke laatstgenoemde kunst niet
verstaan, bestaat gelegenheid die daar te leeren.
Verder niets! Moet daar nu eene Commissie naar
komen kijken? Moeten een vijftal meer of minder
deftige heeren komen zien of mijn blonde krullebol
goed aan de zwemriem vordert of dat mijn kleine
zwartkop goede slagen maakt? Mij dnnkt, dat is
(10 taak van de ouders.
Zoo'n Commissie zal zeker vergaderingen houden,
een voorzitter en secretaris hebben, notulen, bureau
kosten enz. maar veel mée'r dan vergaderen zal zij
met te doen hebben. Zij mag dan ook, naar mijne
meening, overbodig worden geacht
B. en W. zullen als tot boden op hunne ambte
lijke wandelingen door de gemeente van tijd tot tijd
ook de zwemschool wel eens komen inspectoeren on
dat kan voldoende worden geacht
Een Zwemmer.
CORRESPO N D E N T 1 E.
Het ingezonden stuk van „Een kiezer" achten
wij voor plaatsing ongeschikt.
Redactie.
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE
OP HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda;
Gezien art. 8 der Wet van den 2n Jnni 1875
(Staatsblad no. 95.)
Doon te weten
Dat zij vergunning hebben verleend aan P. van
Hensbergen en zijne rechtverkrijgenden, tot het op
richten een er bakkerij in het perceel gelegen aan de
Heerenkade, kadaster sectie E no. 1415.
Gouda, don 17 Juni 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERG RN 1JZENDOORN.
De Secretaris
BROUWER.
Burgemeester en Wethouders van GOUDA bren
gen ter algomeene kennis, dat op Maandag den 22
Juni aanslaande, aanvangende des voormiddags ten
10 ure, eene Algemeene Collecte met open schalen
aan de huizen zal geschieden, ten behoeve van het
fonds tor aanmoediging en ondersteuning van den
gewapenden dienst in de Nederlanden.
Zij vertrouwen dat een ieder door het schenken
van een milde gift zal willen medewerken tot be
vordering van hot goede doel.
GOUDA, den 17 Juni 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
van de Makelaars
De markt was heden vast.
Loco Tankfust 7.45. Geïmporteerd fust ƒ7 60
September-levering 7.50. October-, levering/7.55.
November-, levering 7.60. December-levering 7.65.
Gouda 18 Juni 1891.
De aanvoer van granen wordt bijna wekelijks
geringer, waardoor prijzen zicli kunnen staande houden.
Tarwe; Zeeuwsche 10.— h ƒ10.50. Mindere
dito 9.25 a 9.75. Polder 8.75 a ƒ925
Afwijkende 7.50 a 8.—. Rogge Zeeuwsche 7 90
a 8.60. Polder 6.50 a 6.75. Buitenlandsche
per 70 kilo 6.60 a 6.90. Gerst; Winter 4 90
a 5 60. Zomer/ 4.75 a 5.50. Chevalier 6—
a 6.75. Haver; per Heet. 4.50 a 5.50
per 100 kilo 9. a 9.50. Hennepzaad; In-
landsch 10.— h 10.25. Bnitenlandsch 8.75
a 9.—. Kanariezaad 8.25 a 9.—. Boonen
Duivenboonen 8.— a 8.50. Paardenboonen
7.— a 7.25. Maïs per 100 kilo; Bonte
Amerikaanscho 8.20 a 8.40. Cinqantine
f 8.50 a 9.