l I BINNENLAND. Jen XIKLENABKL.' 1891. Dinsdag 7 Juli. N° 4571. rater FEUILLETON. den, Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken* i abon- De inzending van advertentiën kan geschieden tot eön uur des namiddags van den dag der uitgave. Dz. uaamde ligraine d, slape- in die door gen, on der ge- van ge in bekende aden, geen en voor angstig leringen orhoofd, handen meisjes m jonge men, wordt ge koste- 1I 1 lik van '91 XII. ot verbrei- trui»,* A >ij den den om het mij te doen wetendan zal ik u andere zenden. Bovendien worden alle Advertentiën gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 'twelk des Maandags verschijnt. Wüw oude vriend, »Dr. Rozel.” ;evr. voor Ie wekel. t. Salaris no. 91151 tottrrdam. ADVERTENTIËN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. teeg 1. r. i8o. n’sche ge- trotseeren jd komt de eene pby- Id verbreid daad blijkt >or den go- 5 opgedaan worden wgestel ;en, en zij GOUDA, 6 Juli 1891. Gisterenmiddag is op Stolwijkersluis bet 7-jarig zoontje van den heer S. te water geraakt en ver dronken. ito publiek wanhopige igen uit de igschriften aan de seerend th. Dr. r. P. Fo- ath Dr. r-direo- rijs, rue usbach, Dr. C. ie et de om die reden bevelen wij het alle belangstellenden gaarne aan." De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. GOUDSCHE COURANT. Van de door de Staatsspoorweg aangeboden ge legenheid om Zondags togen verminderd tarief naar den Haag te kunnen reizen, maakten gisteren 271 personen gebruik. Getroffen door dit bewijs van genegenheid, bewo gen door een ander, vaag, onbeschrijfelijk gevoel, boog Aurette zich over den welriekenden ruiker heen en lichtte hem op. In hare buigzame bevalligheid gaven de bloemen aan hare natuurlijke neiging toe; sommige richtten zich op, andere bogen het hoofd, zooals levende, bezielde wezens doen. Vriendinnen, zeide het jonge meisjeja, vrien dinnen. Het is hare schuld niet dat ik ze geschonken heb aan wien haar niet begreep Zij beschouwde de onnaspeurlijke kleurschakeerin- gen, de zachtheid der eindeloos verschillendef'irormen van deze voorjaarsbloemen, de voorboden van vreugde in den dop en zij verwonderde zich hoe zij hare tegen woordigheid had kunnen schuwen, uithoofde van de herinneringen die zij opwekten. Ik was blind 1 zeide zij, opzettelijk en zinneloos blindOmijne lieven zult gij voortaan mijn troost zijn Voor de eerste maal sedert haar leed haar getrof fen had, kwam er een weldadige dauw in de oogen van Aurette twee tranen gleden in de kelk van eene blauwe iris en nestelden zich in de fluweelige bla den'. Zij nam den ruiker op. voorzichtig, teeder lijk, zooais men een kind liefkoost, bracht hem Gisteren avond werd door het Bestuur der Sociëteit //Ons Genoegen” in de pauze van het concert eeneovatie gebracht aan den Heer W. van der Linden, Kapel meester van de Koninklijke Militaire Kapel van het Regiment Grenadiers en Jagers, naar aanleiding van zijne benoeming tot grootkruis derde klasse door Z. M. den Keizer van Duitschland. 34) Zij had het in hare hand gehad dat vluchtige, ongrijpbare gelukzij bad een bezoek ontvangen van den bovennatuurlijken gast die alles verheerlijkt wat hij aanraakt; hoe ledig haar volgend leven haar mocht toeschijnen, haar verleden was vol van uitge lezen, smartelijke dingen, van die dingen die iemand doen glimlachen en doen weer.en; Raoul was niet meer dan het voorwendsel, het thans levenlooze over blijfsel van een verrukkelijken droomzij kon haren droom beweenen, maar zij zou niet langer de sner pende pijn van eene versmade liefde gevoelen, die gestorven was door de zwakheid of de boosheid van een ander: de liefde had hare ziel vervuld, en de liefde kan niet sterven. Terwijl dit schitterend visioen haren geest bezig hield, babbelden Armand en Julia ongestoord voort I onder de roze kap van de groote lamp. Het bruine hoofd van den geneesheer en het blonde kopje van het jonge meisje waren omringd door denzelfden kring van zacht en warm licht. Eene voor haar geheel nieuwe zachtmoedigheid doortintelde Aurette als zij Onze stadgenoot, de heer T. G. G. Valette gaf onlangs een werk uit getitelduNiederlandvtche Konver- nations- Grammatik* waarover wij in Het Schoolblad, courant voor lager, middelbaar en gymnasiaal onder wijs, het volgende lezen: „Het kan zyn nut hebben, dit schoon niet voor de Nederlandsche scholen bestemde boek hier met een enkel woord aan te kondigen, omdat het een uitstekend nuttig werk is, niet alléén voor den Duit- setter, die Nederlandach wil leeren, maar ook voor den Nederlander, die door vergelijking van de moei lijkheden in de beide talen des te beter op de hoogte van het Duitsch wil geraken. Het boek is rijk aan allerlei nuttige wenken en opmerkingen; het bevat een tal van vergelijkende idiotismen, en kan voor het syntaktische gedeelte vooral met succes door den be oefenaar van het Duitsch bestudeerd worden. En De N. Rott. C't. brengt de woorden in herinnering door de Standaard gebezigd na de verkiezing in 1888, toen in het district Gouda baron van Wassenaer gekozen werd. Zij luiden als volgt //Gelijk men weet, hadden we in het allergun stigste geval op eene meerderheid van 200 stemmen gehoopt, en het werd 350. //Zelfs kan men zeggen dat onze 'Candidaat de absolute meerderheid haalde. ,/Gouda alzoo een vast district geworden. z/En dit is nog niet al. //Immers zoo niet alles ons bedriegt, zal voortge zette bestudeering van het district het getal der teruggekeerde misleiden nog verhoogen en is de dag niet zoo verre meer, dat ook hier de Liberalistische coterie heeft afgedaan.” Dit is te lezen in de Standaard van 18 Mei 1888. In gevolge bet besluit van de Openbare Vergade ring voor Timmerlieden, gehouden Zondag 7 Juni jl. in het Vereenigingsgebouw alhier, hielden de leden Zaterdagavond eene vergaderingwaarin besloten werd de vereeniging den naam te doen dragen van nPer aspera ad astra’*. Vervolgens werd overgegaan tot het verkiezen van een Bestuur. Dat bestaat uit de heeren C. Krom, PresidentC. den ReijerSecretaris en W. C. Luijnenburg, Penningmeester. De Voorzitter deelde ten slotte mede, dat waar schijnlijk Zaterdag 18 Juli nogmaals eene Openbare Vergadering zal worden gehouden en een timmer- mansgezel worden uitgenoodigd daarin als spreker op te treden, hetgeen later nader zal worden bekend gemaakt. „Beste kind, gij doet niet wèl met uwe bloemen te verwaarloozenzij zijn vriendinnen die ons onze zorgen voor hen honderdvoudig teruggeven. Beproef i u aan deze te wennen en als gij een weinig be lang in hen stelt, zullen zij wel een middel vin- hen daar zag zitten, als in eene soort van familie- apotheose. Die daar zouden gelukkig zijnZij zouden noch den twijfel noch de verlatenheid kennen.... Alsof een wesp haar gestoken had, keerde eens klaps haftr eigen leed in Aurette^s gedachten weder, haar visioen verdween en haar bleef niet anders over dan de ontgoocheling van een wonderlijken droom na het ontwaken. Toen zij den volgenden morgen, na haren rondgang door het buis, het salon binnentrad, vond Aurette op de tafel een prachtigen bos bloemen. Blauwe iris, teeder als vlinders, bonte tulpen met schitterende kleuren, anemonen van allerlei schakeering, purpere rozen, tuberozen wit en koninklijk als lelies, varens uitgetand als kostbare kant, waren dooreen gemen geld met onbeschrijfelijken rijkdom van tinten en schoonheid van vormen. Voor mijne zuster? vroeg zij den knecht, die haar een brief aanbood zij dacht dadelijk aan een geschenk van Armand. Neen, voor de juffrouw zelve. Was er dus op de wereld nog iemand die er aan dacht haar bloemen te zenden? Dokter Rozel schreef haar Naar aanleiding van ongunstige, doch tevens min der juiste beschouwingen of beschrijvingen in buiten- landsche tijdschriften en bladen omtrent verschillende sociale en staatkundige toestanden in Japan, die in den laatsten tijd veuschenen, en waarschijnlijk haar ontstaan te danken hadden aan de verwonding van den oudsten zoon des Russischen keizers in Japan schrijft een jonge, in Wurtembnrg studeerende, Japan ner o. a. het volgende Veelal worden de toestanden in China met die in* Japan verward, evenals men in Europa in het alge meen deze twee natiën in één adem noemttoch is niets onjuister, daar er niet alleen een zeer groot verschil in het volkskarakter, maar ook in de zeden en gebruiken van deze twee volken bestaat. I^w/apan worden de persoonlijke vrijheid en het eigendomsrecht beter beschermd dan in menigen Europeeschen Staat, en drijft men er ook geen handel in menschen. Zelfs in de ruwste tijden der oudheid heeft, volgens de geschied vorschers, het slaaf zijn in den eigenlijken zin des woords aldaar nooit bestaan. Sedert de overgang van het leenstelsel (feudalisme) tot den meer modernen rechtstoestand wordt elke beperking der persoonlijke vrijheid gestraft, ^en de in Japan verblijf houdende vreemdelingen kunnen be vestigen, dat tegenwoordig in het geheele Japansche rijk geen spoor te vinden is van instellingen, die aan slavernij of zelfs nog aan het oude feudalisme her inneren. Onwaar is het dan ook, dat het aan den Japan- schen adel veroorloofd zou zijn, de a. st. echtgenoote als kind te koopen en te doen opvoeden. Van aankoop van meisjes in het algemeen is zelfs .geen sprake. Het huwelijk heeft in Japan evenveel beteekenis en waarde als in Europaalleen speelt in genoemd land bij de keuze (verloving) der aanstaande echtgenoote eene vrouw of een man, doch meestal een gehuwd paar, als bemiddelaar eene voorname rol. Al is ook het verkeer tusschen jonge mannen en

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 1