PETROLEUM-NOTEERINGEN Boltenlandscti Overzicht. p i'* Cantzlaar Schalkwijk, (e Botterdam Uil Luxemburg wordt aan het Nieuw» van den Dag geschreven De vorige week had de overdracht plaats van de domeinen. De thesaurier van H. M. de Koningin vertoefde een paar dagen hier om do verkoopsom in ontvangst te nemen. Deze bedroeg twee millioen achthonderdduizend franken, waarbij nog gevoegd werd één millioen franken, welke, volgens het familie verdrag, de tak der Nassaus die in het bezit kwam van de Luxemburgsche kroon, gehouden is uit te betalen aan den vertegenwoordiger van den andoren tak, die zich de kroon zag ontvallen. Dit millioen werd dus uitgekeerd aan Koningin Wilhelmina. De kasteelen gingen over mpt hun toebehooren en inboedel. Alleen zijn enkele voorwerpen, waaraan voor de Koningin om de eene of andere reden familieherinneringen verbonden waren, uitgezonderd en verzonden. Op het tijdstip, dat wijlen Koning Willem III zijn 70en veijaardag vierde, werden de domeinen met inboedels geschat op eene waarde van bijna twee millioen gulden zy zijn dus in de laatste 4 jaren in waarde afgenomen. De gronden, vooral de bos- schen zijn het, die hierbij in de eerste plaats in rekening moeten worden gebracht. Met het oog op de verhalen in verschillende cou ranten over den wonderdocter te Rosendaal, schrijft de Zutpk. Ct., is het wellicht van belang het vol gende te ontleenen aan een particulieren brief, ons door een onzer lezers medegedeeld Parijs 1 Juli '91. We hebben den waren Sequah als reisgenoot gehad, (van Colombo naar Marseille, waar de stoomer den ln dezer aankwam)een merkwaardig man we lazen van aankomst van Sequah in Rosendaal, dat is echter niet hij zelf, maar iemand van zijn ondergeschikt personeel." Twee en twintig zakkerollerijeu zijn in het jongste Politieblad vermeld, welke tusschen 14 JuK te Rotterdam, Den Haag en vooral te Amsterdam zijn gepleegd. Te Rotterdam, den 4en, ten nadeele van eene dame uit Groningen in het station Beurs, 1 porte- monnaie met bankpapier, geldswaarde, enz. te 's-Gravenhage, den 3en, een gouden remontoir- en een gouden cylinder horloge te Amsterdam, den len en 2en, -zilveren knippen met geldswaarde; verschillende portefeuilles met bank- en mjuntpapierverscheidene portemonnaies met waardenhorloges, broches, een juweelen das speld, een jas enz. Onder de brieventaaschen is er eene die eec bankbiljet van 300, een van 200, een van 60, een van 40, 5 muntbiljetten van 10, benevens een rondreisbiljet van de II. IJ. S. bevatte; een met een bankbiljet van 25 en 5 of 6 muntbiljetten van 10 een met 3 biljetten van 40, 2 van 25, 3 muntbiljetten van ƒ10; een gebruikte bniinléderen portefeuille, inhoudende 10 coupons, als 1 coupon zilveren metall. ad ƒ21, serie No. 384,884; 1 id. ad ƒ2.10, serie 269.607, I id. id. serie 307.979, 1 id. id. serie 343,942; 1 id. stad Brussel serie 38,357 No. 25, 1 id. id. serie 020,783, 1 id. serie 099,930, No. 24, 1 id. serie 059.877, No. 01, 1 id. serie 068,367, No. 25, 1 Riasy Wiasma, ad Rb. 1,87* a1 portefeuille met Julia, die praktisch van aard was, nam de punt van de zijden fetof en begon haar zorgvuldig op te vouwen om haar weder in de doos te bergen. Hij is een goede jongen, zeide 2ij, schijnbaar geheel in haar werk verdieptik denk wel, dat papa geen bezwaar zal maken en de dokter evenminwant als het hem niet aanstond, zou hij hem zoo dikwijls niet hier hebben gebracht. Zonder twijfel, antwoordde Aurette. Kn, voor mijn part, ik kan niet anders dan er mij in verheu gen, want hij schijnt mij een goed, ijverig en ver standig mensch toe. Ja, hij wil wel eene apotheek voor de armen oprichten, en hij zegt, dat er zelfs eene keuken is, zoodat wij bouillon zullen kunnen trekken Zij barstte in lachen uit, terwijl hare oogen zich met tranen van geluk vulden. Je begrijpt dat niet, hernam zij, maar dat doet er niets toe. Doch ik heb hem gezegd, dat wij over dat alles nader zouden spreken, wanneerdat wil zeggen, later, niet terstond, natuurlijk. Waarom niet terstond vroeg Aurette vrien delijk. Terstond Wel neen Eerst moet Wat? Eerst moet jij moet papain één woord, ik weet het nietCharles moet eerst terug zijn. Maar volstrekt nietJe moet zoo spoedig mogelijk trouwen, zonder op iets te wachtenZie 2 bankbiljetten van 25, 1 muntbiljet van 10, loterij-briefjes, alle hetzelfde nummer. Uit Petersburg wordt melding gemaakt van een schandaal door Russische officieren, onder een con cert te Pawlowski, veroorzaakt. Het prachtige we der had duizenden uit den gegoeden stand naar de muziekuitvoering doen gaanonder een veranda dicht bij het orkest, zaten vele officieren, meest van de garde, die door voortdurend fixeeren en aanstoot gevende uitdrukkingen het een heer en twee dames in hun nabyheid, zeer lastig maakten. Plotseling sprong een van de officieren op h|j droeg de uniform van de garde-artillerie liep op een der dames aan en kuste haar. Vertoornd bracht de heer hem zijn brutaal gedrag onder 't oog, doch ontving oogenblikkelijk van den officier een slag in 't gezicht. De burger gaf hem een slag terug en bij het nu ontstane gevecht wenjen den officier de beide schouder bedekkingen afgerukt Nu mengden zich echter ook de andere Russische officieren in 't geval en sloegen, onder 't uiten van de gemeenste scheldwoorden, op den burger los. Het overige publiek toonde neiging het voor den zoo schandelijk overvallen burger op te nemen, vooral toen een der officieren zyn sabel trok. „De jserel is een jood", riep de dappere landsver dediger daarbij. „God beware mij", hoorde men plotseling een stem uit het publiek roepen, „het is baron Stjernwall-Wallehn, de zoon van den vroegeren minister van Finland." Dit bevestigde de mishandelde dan ook spoedig, toen het geduld van het publiek ten einde was, hem uit de handen van de officieren rukte en dezen terug dreef. Het besluit van de zaak vormde het in Rusland nu eenmaal niet uit te blijven prooes-verbaal van de politie. Wie de gekuste dame is, is evenals den naam van den aanvaller tot nu toe, onbekend gebleven. De Haagsche corr. der Zutpk. Ort. deelt het vol gende mede Bij den Hoogen Raad was een vacature onder de deurwaarders, en daar volgens wettelijk voorschrift de deurwaarders van dat Hoogste Rechterlijk Colle ge door de Regeering worden benoemd op voordracht van dat College zelf, hielden de leden van den H. Raad zich geruimen tijd Onledig met uit do sollici tanten de beste uit te zoeken. Eindelek scheen de ware Jozef gevonden en werd een voordracht inge diend. Heel lang liet de benoeming ook niet op zich wachten, maar er werd iemand benoemd, die niet op do voordracht had gestaan. Waarom zal wel altijd een raadsel bl|jven. Ook een College zoo hoog staande als de H. Raad kan zich vergissen, en, ofschoon het zelf bij een goede keuze groot belang heeft, toch iemand voordragen, die den Minister by nader onderzoek vóór de betrekking minder geschikt voorkomt. En onder zulke omstandigheden zou de Minister zeker niet verantwoord zyn door de voor dracht te volgen, Vroeger echter werd in zulk een geval de voordracht naar den 11. Raad teruggezonden met beleefd verzoek ze te willen wijzigen en aanvul- leu. Ditmaal daarentegen werd eenvoudig de voor dracht van den H. R. voorbijgegaan en een ander benoemd, en nog wel iemand, die 7|jn sporen nog moet verdienen, een jongmensch van 25 a 26 jaar, wiens werkzaamheden tot nu toe tot de wanden van een advocatenkantoor waren beperkt, gebleven. Voor je, Julia, wanneer men elkaader goed kent, deugt een lang engagement niet, en wanneer men elkan- niet kent.... deugt het evenmin, somtijds.. De stem van Aurette trilde eenigszins hare zuster omhelsde haar met innigbeid. Mijne Aurette, myn moedertje, fluisterde zij, haar liefkozende, ik zal nooit den moed hebben, je hier1 alleen te laten met papa Geloof je, dat wij niet van het deeg zijn om aan onszei ven genoeg te hebben? vroeg hare oudste zuster glimlachende. Maak nu geene gekheid, zeide Julia verwijtend, dat is heel slecht. Ik heb verdriet als jij de zaak niet ernstig opvat.... Ik heb nooit iets ernstiger gemeend. Luister eens, mijn beste kind. Je bent eene onwaardeerbare zuster geweest. O! Onwaardeerbaar, herhaalde mejuffrouw Leniel, hoe jong je ook was, heb je mij bijgestaan in mijn leed, zooals niemand had kunnen doen Zooals niemand anders gedaan heeftom de waarheid te zeggendaarom is de gedachte van jou gelukkig te zien zoo zoet en versterkend. Vreest niet my alleen te laten met papawij zullen ons samen heel goed in richten en uw geluk zal voor ons eene bron van onuitputtelijke vreugde zijn. Het zal heel grappig zijn I zeide Julia op een toon alsof zij diep nadacht. Wat dan, lieve? den Hoogen Raad was dat zeker niet aangenaam, en er loopt dan ook een gerucht dat de daarop gevolgde correspondentie tusschen den H. Raad en hot Min. van Justitie "niet van by zonder vriendschappelyken aard is geweest maar de vraag is ookKan zulk een benoeming wettig geacht worden? Moest de be noeming geschieden op aanbeveling van den H. Raad, dan w as de Minister volkomen vrij, maar er staat op voordracht. Wel is waar staat er nietuit de voordraoht, maar voordracht en aanbeveling zijn toch niet synoniem. En als nu eens de rechter later uit maakte dat de benoeming onwettig is en dat de nieuwe deurwaarder eigenlijk geen deurwaarder is Wat dan Dat alles had de Min. kannen voorko men tegenover het hoogste Rechterlijk College althans de gewone beleefdheid in aoht te nemen. Eenige dagen geleden werd te Londen de 26ste verjaardag van het Heilsleger gevierd. In het Glazen Paleis te 8ydenham werd een mon- sterbijeenkomst gehouden met vertegenwoordigers uit alle landen der wereld, waar het Leger zyn banier ontrold heeft. Op de terreinen om hot Volkspaleis, dat voor 4*8 uren was afgehuurd, waren tenten opge slagen zooals voor een leger te velde. Gelijktijdig werd een tentoonstelling gehouden, waarin het werk door de volgelingen van generaal Booth in do maat schappij verricht, aausohouwelijk wordt voorgesteld. In het „Donkerste Engeland" worden lucifers, bezems en matten gemaaktletterzetten en drukken, litho graphic enz., wordt er verricht. Aan bezoekers wordt vertoond wat eene gevangenis, wat een Bank vsn Loaning en ook hoe hot publiek is. Een slaapstee van de minste soort met vagebonden er bij, is ook al te zien. Maar ook een afdeeling der slopbrigade (jonge meisjes die twee aan twee in een achterbuurt gaan wonen en de buurt als haar zendingsterrein be schouwen, waar ze Evangelisoeren, zieken oppasson, kinderen van kleeding voorzien, enz.) f De generaal heeft nu ook een Heil-spaarbaak, waar men desnoods een millioen pond in kan beleg- gen. De Arnh. Ct. vestigt de aandacht op den toestand der Rijksveldwachters. Het blad zegt „Het salaris van den rijksveldwachter derde klasse bedraagt slechts 550, maar zelfs deze som ontvangt hy niet. Daarvan wordt gedurende de eerste acht jaren voor het pensioenfonds gekort 68.75, terwyl voor het wedn wem pensioenfonds 11.10 wordt afge houden. De man krijgt dus slechts 478.15, dat is per maand, na aftrek der kosten van het zegel 39.06. En hiervan moet hy leven met zyn vrouw en kinderenMot dit bedrag van 9 in de week moet zij alle uitgaven bestrijden huishuur, voedsel, kleeding, slijtage, geneeskundige hulp, schoojgeld, -en de onvoorziene uitgaven, die ook in de gezinnen van rijksveldwachters evengoed als in die van de aanzienlyksten voorkomen. Voor deze geringe bezoldiging moeten de rijks veldwachters dienst doen bij alle zittingen in straf zaken gevangenen transporteerendag en nacht in 't veld zijn om toezicht to houden en te waken tegen overtredingen van de jachtwet, dus ook op de via- schery, waarbij h|j niet zelden zich te water moet begevgp, roet gevaar van zyn loven. Overal, waar zijn dienst door den Staat wordt ingeroepen, moet De vrouw te zyn van dokter Deblay.... Zullen wij een plaatje aan de deur hebben, eeu koperen plaatje, je weet wel, met „dokter" er op? Neee, niet waar? Als men reeds naam gemaakt heeft, doet men dat niet.... Zij dacht een oogeublik nn, en hernam toen met van vreugde stralend gelaat Maar wij zullen eene groote plank hebben met het opschrift: „Apotheek voor zieke kinderen.... Die plank, Aurette, zal het schoonste geschenk zyo, die hij in mijn bruidskorf kan leggen.... ik zou haar niet willen missen voor al de edelgesteenten der we reld.... en wij zullen luiermanden maken, niet waar, en jakjes en rokjes, allerlei warms. En schoenen, ja, die zullen wij niet zeiven kunnen maken, dokter Ro- zel zal de schoenen moeten verschaffenHij mag my toch ook wel iets geven..j. Ga naar bed, zeide Aurette, haar zachtjes naar hare kamer duwende; wij moeten slapen. Slapen? Nooit van mijn leven! Ik ben veel te gelukkigIk ga Volkomen wakker van de^ apotheek droomen, en van den dokter, en van mijn bruids kleed.... O, Aurette! Zij keerde zich half om en sloeg met onnavolgbare aanvalligheid de armen om den hals harer zuster daarop ging zij naar hare kamer, die van nu af aan met gulden droomeh vervuld was. "V Wordt vervolgd). hjj gereed staan. Bovendien doet hij dienst als I deurwaarder bij het beteekenen van dagvaardingen, Tonnissen enz. Hiervoor echter geniet hij geene be- I looningal wat dit opbrengt, en dit bedrag is vrij aanzienlijk, komt ten bate van de schatkist. Deze omstandighèid alleen reeds moest er toe leiden aan hem een billijk loon daarvoor toe te kennen, of by de bepaling van zijn bezoldiging in rekening te brengen. Als de rijksveldwachter openbare vergaderingen moet bijwonen, om te waken aat er niets gezegd wordt wat de perken der geoorloofde gedachten- uiting overschrijdt, heeft hij, io dezen tijd, maar al te dikwijls gelegenheid dm het lot te hooren bespreken van de broodeloozen en van hen, die niet genoeg kunnen verdienen om van te leven. Menige schets v*n het lot van den behoeftigen werkman is eene schets van z|jn eigen toeajtand en van hem wordt terecht gevorderd, dat zoo de klacht een anderen vorm aanneemt, hij dit tegenga. Gevolg trekkingen zullen wij niot maken, maar de regeering beslisse zelve of het verstandig is, een voortreffelijk korps, waaraan zoo vele en zoo zware eischen worden gesteld, zoo karig te bezoldigén, dat de beambten van hunne jaarwedden niet hunnenI leven, terwijl het hun verboden is nog eenig ander Ibedryf uit te oefenen, waartoe zy ook de gelogenheid niet zouden hebben en nog veel meer om giften aan te nomen. Naar de Arnh. Ct. verneemt, is door de rijksveld wachters thans oen vorzoek aan de regeering gericht om hun lot te vorbeteren. Wanneer dit ornstig overwogen wordt, mag, dunkt haar, de beschikking niet afwijzend zijn. Aan het jaarverslag betreffende het gesticht „Meerenberg", uitgebracht door dr. 0. J. van Persijn aau de commissie van toezjoht en aan de Prov. Staten van Noord-Holland, wprdt het volgende ont leend In de jaarboeken van het gesticht behoort het jaar 1890 weder tot een der belangrijkste, omdat ook dit jaar het gesticht weder mocht worden vergroot, en er toestemming werd gegeven tot verpleging van meer patiënten dan waartoo bet kou. besluit van 28 Aug. 1888 vergunning gaf. Toen was dit aantal bepaald op 1217, terwijl het thans is uitgebreid tot 1303. Ook gaf de regeering toestemming tot uit- bouwing eener ruimte, groot genoeg om er 40 bed den voor mannen en evenveel voor vrouwen te plaat sen. Met de laatste werd, als het meest noodige, begonnen en later de afdeeling voor de mannen ge maakt. Door deze uitbreiding is van de beschik bare ruimte zooveel partij getrokken als mogelyk was, en verdere uitbreiding van bevolking laten de tegonwoordige gebouwen niet toezoo die noodig mocht worden, zal daarin op andere wijze moeten worden voorzien, doch in dtjn naasten tijd bestaat er niet veel kans dat er gebrék aan ruimte zal ont staan. De bevolking van het gesticht toch vermeer derde in 1890 slechts met 15 mannen en 13 vrou wen en bedroeg aan het einde van het jaar juist 1200, en niet vergeten mag worden I dat in de eerste maan den van het jaar weder Amstyrdamsche patiënten te Medemblik werden opgenomen), wat nètuurlijk Mee renberg ten goede kwam. Tbch moet er nogmaals op wordon gewezen dat op deö duur het aantal plaat sen te geriug zal blijken. In deu loop van 1890 werden 5 bediendén gepen sioneerd, waardoor het bedrag van het uit te betalen pensioen steeg van 3122,86Vi *°t 3938.OS1/!» In 1890 was 9796.94Vs tepr beschikking. De bevolking was niot aan groote schommelingen onderhevig. Op 1 Jan. '90 [waren er 569 mannen en 603 vrouwen opgenomen werden gedurende het jaar 144 mannen en 128 vróuwen, afgevoerd 129 mannen en 115 vrouwen, zoodat op 31 Dec. '90 hefy aantal verploegdon juist 120Q bedroeg. Onder de opgenomenen waren 23 mannén on 1 vrouw, waarbij de oorzaak der krankzinnigheid moet worden gezocht in misbruik van sterken drank, terwijl 17 patiënten van verdriet en 1 wegens ovprdreven godsdienstzin krankzinnig waren geworden, j De sterfte verhouding was niet gunstig, waartoe hebben medegewerkt de influenza-epidemie en het groot aantal sterftegevallen odder de pas opgenome nen. In het geheel stierven 78 mannen en 57 vrou wen of totaal 135 patiënten, wat, van het geheele gesticht op 1444 verpleegden 9.3 ten honderd maakt. De verhouding van de herstelden tot de opgenome nen was gunstiger dan in de beide voorgaande jaren, wat moet worden toogeschreven aan het ophouden der overplaatsingen, zoodat d^ toestand woder meer normaal wordt. De heer Persijn levert hierby een betoog, om aan te toonen d$t het niet waar is dat groote gestichten reeds daaroijn te veroordeelen zijn, omdat het percent van het adntal herstelden steeds geringer is dan in do kleine gestichten. Indien wordt gewerkt als in Meerenberg, en ieder geneesheer zijne afdeeling kan beschouwen als een klein gesticht, gaat die bewering niot op. Belangryke verwondingen kwamen niet voor. Het godsdienstig onderwijs aan de Israëlietische verpleegden werd thans opgedragen aan den heerS. Couveren. Vroeger was er geen Israëlietisch leeraar. Als middelen ter ontspanning werden weder als vorige jaren volksfeesten, concerten enz. gegeven. De heer Henry Tindal heeft, onder het opschrift „Wat wij wenschen van den eerst volgenden minister van Oorlog, een stuk openbaar gemaakt van 14 ge drukte pagina's folio, van welke een tiental gewijd zyn aan de beantwoording van die vraag. De om vang van dat stuk, de vele daarin voorkomende tech nische détails maken het ondoenlyk daarvan een kort overzicht te geven een overzicht dat in elk geval den lezer des te minder zou bevredigen, omdat de heer Tindal zich ook beroept op vroeger door hem geschreven stukken, op eene memorie, twee jaar ge leden den Koning aangeboden, waarvan hij den nieuwen minister een afschrift wil goven, gelijk hy zich ook bereid verklaart dien minister de beschik king te geven over door hem opgemaakte staten betreffendo een nieuw raobilisatieplan. De heer Tiodal achtte zich verplicht dit stuk te publiceeren „nu een nieuw ministerie zal optreden en de stemming te Amsterdam en elders omtrent het beleid van oorlog onzuiver is geweest." Daaraan wydt bij eeu viertal bladzijden, waarin hij aller eerst uiteenzet, dat de verkiezingen plaats vinden „om het volk telkens in de gelegenheid te stellen aan te geven in welke richting het bestuurd wenscht teworden" en dat het daarom „zoo onjuist is, tegelijkertijd zijne stem te verloonen aan personen, wier richtingen met elkander in strijd zijn en wier stemmen elkander zullen ueutraliseeren Dit is, naar zijn oordeel, inzonderheid te Amster dam geschied bij de laatst gehoudeu verkiezing voor de Tweede Kamer, en de heer Tindal wijt dat aan den invloed van één persoon. Hij schrijft daarover o. a. het volgende Men vergeie niet, dat de Amsterdamsche verkie zingen den doorslag hebben gegeveu. Ware slechts vior der candidaten van bovenbedoelde (de Amster damsche liberale) kiesvereenigingen niet gekozen, dan zou de Kamer niet „om" zijn. Een enkel per soon geeft dus in ons vaderland de richting aan waarin geregeerd moet worden. Teneinde elk misverstand te voorkomen, wil ik gaarne ronduit verklaren, dat ik de grootste hoog achting gevoel, en den meesten eerbied koester voor deu persoon van den maker der Amsterdamsche verkiezingen. Ik goloof vast, dat hy een van de braafste en edelste burgers is van ons land. Dit neemt niet weg, dat ik zijnen invloed op de poli tiek hoogst verderfelijk acht. De persoon in quaestie is een algemeen geacht bankier, die door zijne voortdurende weldadigheid en hulpvaardigheid, waartoe zyne menschlievendheid hem dringt en waartoe zijn groot vermogen hem in staat stolt, duizenden en duizenden menschen aan zich verplicht. De invloed van een dergelyk man op den gang van zaken, vooral in eene stad als Amsterdam, is ontzettend groot. Hq.t is voldoende, dat men aan kiezers zegt, dat het hem aangenaam zal zijn als men gaat stem men en ziju stembiljet invult met eenige aangewezen namen, opdat duizenden kiezers ter stembus snollen, hunne biljetten ingevuld met de gevraagde namen. De mofeele factor voorop, gesteund voor een klein deel door het propaganda, dat hy met zijn groot vermogen voor zyne candidaten kan maken, is oorzaak, dat men rn alle rangen van de maatschappij, zelfs door personen, die véor z ij n e candidaten ge stemd hebben, hem ziet aangewezen, als de maker van de Amsterdamsche verkiezing. De invloed van enkele personen is nooit te voor komen, hetzij men een beperkt of uitgebreid kies recht heeft, maar onverantwoordelijk acht ik het, dat de keuze van negen Volksvertegenwoordigers gegeven is aan één persoon. Noodlottig wordt de toestand, als de bewuste persoon zijnen invloed niet aanwendt om zijne mede burgers hunnen werkelijken plicht voor te houden, als hij hen niet leidt in eene bepaalde richting, maar als hy zynen invloed gebruikt om een negen tal personen tot Volksvertegenwoordigers te doen kiezen, die tegenstrijdige gevoelens zyn toegedaan omtrent de vraag waarover de verkiezing loopt. Blijkt thans uit de Amsterdamsche verkiezingen in welke richting de kiezers wenschen dat het land, zal worden bestuurd? Het ahtwoord hierop moet luiden„Neen Uit de verkiezingen blijkt alleen, dat men negen perso nen, wier denkbeelden over de aan de orde zynde vragen uiteenloopen, in de Kamer heeft willen bren gen om een van de meest geachte Amsterdamsche burgers genoegen te doen. Op een dergelyk feit moet de aandacht gevestigd worden dergelijke toestanden zijn in den tegenwoor- digen tijd een gevaar voor de rust van het land. Het moet niet mogelyk zyn, dat één man de hervor mingen, die het volk verlangt, kan tegenhouden. van de Makelaars De markt was heden rast. Loco Tankfust 7.65. Geïmporteerd fust ƒ7.75. Augustus-levering 7.60. September-, October-, November- en December-levering 7.65. Het Engelsche Hoogerbuis heeft liet wetsontwerp op het openpaar onderwijl by eersto lezing aange nomen. In het Lagerhuis is beraadslaagd over de begrooting van buitenlandsche zaken. Sir James Fergusson verklaarde, dat de betrek kingen met alle mogendheden van bevredigenden aard zijn. Engeland heeft zich tegenover Italië niet verbon den alleen is met die mogendheid van gedachten gewisseld over de handhaving van het status quo en van den vrede, wat de Middel] andsche Zee betreft. Engeland is niet tot het drievoudig verbond toegetreden het kent de bepalingen van dat verbond niet. Hij betreurde het,dat de 'heer Labouchere eene taal had gevoerd, welke Frankrijk kon aanmoedigen oorlog to voeren tot herkrijging van Elzas-Lothariugen. Ten slotte zeide sir James Fergusson: „Engeland's sympathieën zullen, naar myn inzien, verzekerd zyn aan die mogendheid welke den vrede handhaaft, niet aan die welke den viede verbreekt, wgnt ons belang en onze wensch zyn: het behoudt van den vrede." De vorstolijke bezoeken en de daarbij behoorende min of meer gewichtige redevoeringen blijven aan de orde van den dag. Terwyl keizer Wilhelm zijn in tocht deed in de stad Londen, bevond zich koning Hubert van Italië te Venetië aan boord van eén En- gelsch oorlogsschip. Met groote plechtigheid zou een nieuw pantser- sohip voor de Italiaansche vloot, de Sicilia, die te Venetië gebouwd was, daar te water worden gelaten. Koning Humbert woonde met zijn gemalin on de prinsen van den bloede de plechtigheid bij en ko ningin Victoria zond een eskader naar Venetië om den koning bij zijn komst aldaar te begroeten. Deze taak had het eskader reeds vervuld, toen keizer Frans Jozef de Dalmatische haven Fiume bezichtigde en nu werd dezelfde hoffelykheid namens Engelands koningin bewozon aan den Italiaanschen vorst. De begroeting was aan weerskanten zeer hartelyk. Koning Humbert sprak op warme wijze den wensch uit, dat Engeischen en Italianen steeds vrienden zou den blijven en de Engelsche commandant deed het zelfde in zyn antwoord Vooral in dezen tijd, nu er zooveel over een Engelsch-Italiaansch verbond is gesproken, znllen de Franscheu dit nieuwe bewijs van vriendschap tusschen de Engeischen en Italianen wel niet zeer aangenaam vinden, maar overigens zullen zij zich spoedig kunnen troosten met de ont vangst, welke het Fransohe eskader te Petersburg zal ten deel vallen, want deze ontvangst belooft bij zonder schitterend te zullen worden. Nog voordat één schip tan het Fransohe eskader in het gezicht is, wedijveren do Russische bladen reeds in het geven van welkomstgroeten, terwyl zy tovens alle Russen zoo burgers als soldaten en ma trozen, aansporen alles te doen wat mogelyk is om den Franschen gasten een warm onthaal te bereiden. De Novolf Vremt/a herinnert er aan, dat sedert 50 jaren geen Fransche oorlogschepen in de haven van Cronstadt geankerd hebben en wenscht daarom dit bezoek met byzondere feesten te vioren. Bij de behandeling der Oostenrijksche bogrooting verklaarde de minister van koophandel omtrent de onderhandelingen met Duitschland over het handels- traotaat, dat het tractaat van groot belang is voor de oeconomische belangen. Verder zeide de minister «wij zijn er in geslaagd, het tractaat aanne melijk te doen zyn, doch kunnen den inhoud nog niet mededeelen, daar het nog niet ge- teekend is, en omdat nog onderhandelingen met andere mogendheden op den voet van het tractaat met Duitsch land aanhangig zijn. Do regeering tracht een zekereh en duurzameu grondslag voor de hulpbronnen van den handel en den landbouw te vorkrygen, teneinde aan de behoeften van bet land in de toekomst het hoofd te kunnen bieden. In de Oostenrijksche hoofdstad wordt veel gespro ken over een artikel in het militaire blad ReichsWehr, waarin wordt gezegd, dat de Oostenryksche Regeering voornemens is de strafbepalingen op sp^pnnage to ver scherpen. Zy gevoelt zioh daartoe verplicht wegena de sterke spionnage, welke Rusland in Oostenryk- Hongarye uitoefent. Er zyn o. a. in opdracht v«n Rusland vestingplannen voor Pzemysl en constructie-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2