1891. Woensdag 22 Ml N? 4584. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. BINNENLAND. Een oude Geschiedenis. FEUILLETON. De Inzending van advertentiön kan geschieden tot Ma uur des namiddags van den dag der uitgave- GOUDSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitsondering Tan Zon- en Feestdagen. De pqjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. ADVERTENTJJËN .orden geplaatst van 1—5 regels h 50 Centen; iedere regel meerlOCenten. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Bovendien worden alle Advertentiën gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 'twelk des Maandags verschijnt. GOUDA, 81 Juli 1891. Bjj de heden gehouden verkiezing voor zee leden ven den Gemeenteraad werden 646 uitgebracht. Het getal kiezera bedraagt 1167. De Kolonel Vogel, Commandant van het 4e Bege- ment Infanterie, bezocht heden het Garnizoen tot bet houden eener inspectie over het 5e Bataljon. Met hetzelfde doel worden ook door dien hoofd officier de detachementen te Woerden en Wiericker- schans bezocht. Op de a. at. kermis alhier zullen de volgende vermakelijkheden voorkomon Het tooneelgeseliohap van den Tivoli-Schouwhurg te Botterdam, onder directie van de hh. De Voe ep Van Korlaar. Hehtoopeelgerelschap van Gebr. van Lier nit Amsterdam. Henri de Brnxelles, Theatre 1 ia Caghoetro. Tewe, Vélocipède. Lemz, Tir de Salon. L. Vineken, Seheepjee-tent. Jacobs, Photo- grafie. Dobbelaars, Panorama. Frank, Photografie. De Wed. Teuniase, Panorama. Thenzss, Wonder kinderen. Boonefang, Tir de Salon. Harm. Brands, Luohtspiegel. Tot Penningmeester van den Zuidplaspolder in Schieland is in de plaats van den heer A. Cb. Snel 'jg tot Dijkgraaf nomen, benoemd Houweninge ccuieuura is m ue pisats van uen new die tengevolge van zjjne benoeming alt zoodanig zijn ontslag heeft genon de heer van Houweninge te Waddinxv Door het bestuur der vereeniging „Rotterdamsche Schouwburg* is tegen 94 dezer een vergadering uitgeschreven van obligatiehouders, alsmede een ver gadering van leden, in welke laatste het voorstel zal gedaan worden tot ontbinding der vereeniging. Hoe of 't dan met de „tootjes" zal gaan? Wio zal dan verantwoordelijk zijn voor de uitlotingen ep de premiebetaling? {II. Cl.) Het bestuur der afdeeling „Amsterdam" van den Bond van Nederlandtche onderwijzers heeft eene circulaire verspreid aan alle onderwijzeressen en onder wijzers, waarin zij opgewekt worden, bjj het bestuur van den Bond op te geven naar welke betrekkingen zij mededingen. Het bestuur zal ljjsten aanleggen van de sollici tanten en deze bjj eene vaoatura aan het betrokken hoofd der school zenden. Voor het verkrijgen van statistische gegevens, die eene juiste beoordeeling der „onregelmatige" promotie mogelijk maken, kan deze instelling belangrijke diensten bewijzen. Het bestuur tracht tevens eene commissie in het leven te roepen, die kliederen uitdeelen zal voor schoolkinderen. De beer A. J. van Marie is te Amsterdam door een kiesvereeniging voor den gemeenteraad aanbe volen als militaire specialiteit. Hoe dwaas deze aanbeveling in 't algemeen ook zjj als argument voor een eandidaat voor den Baad, nog gekker is 't, dat die heer A. J. van Marie is oud-koffieplanter in Indië en zjjne „militaire specialiteit alleen dankt aan de gelijkluidendheid van zjjn familienaam met dien van generaal H. W. van Marle. De „Amsterdammer" meldt het volgende De moeder van een der slachtoffers van het tap- toeschandaal, mej. De Wit, wonende 8e Spaarndam- merstraat no. 108, heeft ons omtrent de bevindingen van haar zoon, in den avond van den lsten Juli op den Dam het volgende medegedeeld: Mijn zoon had een plaatsje weten te krijgen in de eerste rij, toen de politie oen aanval deed, waarbij mijn jongen van een agent een slag op zjjn hoed kreeg, welke afviel en terstond door het publiek werd vertrapt. Dadelijk daarop gaf een ander agent den jongen een klap met den wapenstok op het hoofd, waardoor eon bloedende wond ontstond, en vervolgens eenige slagen op den arm, waardoor ook dit lichaams deel gekneusd werd. De jongen viel toen flauw. Een rechercheur bracht hom naar het gasthuis, waar z\jn wonden werden verbonden. Uit het gasthuis werd de jongen door denzelfden rechercheur naar het politiebureau gebracht, waar aanteekening werd ge houden van zjjn naam en woonplaats, waarna mijn zoon door den rechercheur werd thuis gebracht. Zaterdagmorgen, 4 Juli jl. omstreeks 11 uur, al dus deelde de moeder verder mede, meldde zich eeu „dikke rechercheur* bij mij aan. Ik was alleen thuis. Hij vroeg mij alle mogelijke inlichtingenhoeveel geld mijn man en hoeveel mijn zoon verdiende, hoe veel huur ik betaalde en nog meer dingen. Hij ein digde met te zeggen dat mijn zoon den volgenden morgen bjj den commissaris van politie Stork werd verwacht. Mjjn jongen, die niet alleen durfde te gaan, ging op 't bepaalde uur met mjjn man naar den heer Stork, die hen beiden zeer vriendelijk ontving, den knaap tot drie keer „zjjn excuus" maakte voor het gebeurde en hem daarna vjjf gulden in de hand stopte, zooals hjj zeide „voor een nieuwen hoed*. Wij onthouden ons van alle commentaren. In het Bil. vraagt Mars ernstige overweging van de vraagWat zal het lot zjjn van de lagarwet Het geval is niet ondenkbaar, dat H. M. de regen tes de overneming van de aanhangige wet als eisek stelt van een aanstaand kabinet. In elk ander geval gelooft Mars, dat eene omwerking der wet met het doel om het ontwerp nog meer aannemelijk te maken, Uit iet Ehgeltci.) „Iets achtergelaten!" zeide ik. „Zij lieten hun geld aohter.... als je dat bedoelt. Ik zou niet weten wat anders." Niettegenstaande deze bewering keek ik onwille keurig de kamer rond, als verwachtte ik uit een hoek plotseling bet een of ander te zien opdoemen. Zjjn blik volgde den mijne, en daarna stonden wjj elkaar weer aan te zien. „Hier is niets," zeide hjj. „Waar is het dan?" klonk zjjne vraag. Ik werd knorrig. „Waar is wat?" vroeg ik. „Je lijkt wel gok. Zeg dan toch wat je bedoelt Burret kwam wat dichter lljj, en zjjne stem ging in een geheimzinnig fluisteren over. „Hebt u gezien hoe ik die groote mand hielp dragen, juffrouw?" Ik knikte bevestigend. „Hoe ik het ding eerst hielp afladen en daareven ook weer de eerste was, om het uit de kamer te helpen dragen P" Ik knikte nogmaals. „Welnu, juffrouw, die mand was zwaar om op te tillen en in den wagen te laden, maar.zjj was niet zoo zwaar als toen wij ze aflaadden en ook heel anders in het gevoel. Nu vraag ik maarwat is er mede gebeurd, en waar is dat gebleven, wat hjj er uitgenomen heeft?" Ik moet zeggen, dat ik mij niet gemakkelijk schrik laat aanjagen. Maar toen de knecht mij zoo strak aanstaardo en zjjne stem zoo laag zonk, dat ik mjj voorover moest buigen om hem te ver staan, beken ik ronduit, dat eene rilling mij door de leden voer. „Burrett, ik geloof dat je me bang wilt maken," riep ik, zoodra ik mjjne stem weer meester was. „De mand scheen je misschien gisteren avond zwaar der toe dan dezen morgen maar je begrijpt toch wel, dat er niets aao veranderd wasdat is onmoge lijk, anders moesten wjj hier iets vinden om dit te verklaren. Denk er aan, dat je van nacht niet ge slapen hebtgebrek aan rust maakt iemand altijd zenuwachtig." Nu echter zag ik de oogen van Burrett naar het venster dwalen en keek ik ook dien kant uit. „Uit deze deur heeft hij niets weggedragen," her nam Burrett, „waut ik heb hier de wacht gehouden. Maar het vensters is slechts drie voet van den grond, en ik herinner mij nu, dat ik, toen ik het eerst mijn oor tegen het sleutelgat hield,, een knersend geluid hoorde, als werd het venster met de grootste behoedzaamheid opengeschoven. Zal ik er eens uitkijken, juffrouw?" Als eenig antwoord ging ik zelve naar bet venster, schoof het open en keek er uit. De mjj zoo bekende tuin, met zijn pad naar de rivier, lag voor mjj, maar in plaats van rond te zien, bepaalde zich mjjne aandacht uitsluitend tot het plekje gronds vlak onder het raam, en daar zag ik de sporen van ver- sche voetstappen. Niet alleen was de vorm van een heerenlaars in de losse aarde zichtbaar, maar er lag ook een groote steen tegen het huis, die, zooals wjj stellig wisten, daar den vorigen dag niet gelegen had. „Hjj heeft dezen nacht in den tuin gezworven," riep Burrett: „en den steen medegebracht. Waarom?" Ik huiverde, maar, mij herinnerende, dat ik de jonge vrouw weinige minuten te voren gelukkig en wel had zien vertrekken, wist ik niet meer wat te denken. Alles whs mij eren raadselachtig. „Ik moet dien steen eens bekijken," ging Burrett voort, en te geljjker tijd sprong hjj het raam uit en tilde den steen op. „Hjj is afkomstig van den oever der rivier, dat kan ik er duidelijk aan zien," en den steen wegwerpende, snelde hij dadeljjk het pad af. Hjj bleef niet lang weg en echeen, toen hjj terugkwam, de zaak nog minder te begrijpen. „Als ik het wel heb," zeide hij: „is er meer dan één steen van de rivier weggehaald en ook aarde. Laten wjj de vloer eens nazien juffrouw." Zoo gezegd zoo gedaan; en waarlijk, juist daar waar de mand gestaan had, zagen wij sporen van zand en modder, die nog eenigszins vochtig waren. „Wat kan dat beduiden?" riep ik.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 1