BE”
LAZEN,
e geschilderde
t. Janskerk te
edenis der St.
skeningen enz.
derljjk levens-
de Gebroeders
uk.
ant!
BINNENLAND.
Een oude Geschiedenis.
dt
1891.
Vrijdag 24 Juli.
ft9 4586
FEUILLETON.
eekehd).
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
rabeth,
17,
IM
ents.
UNKMAN.
1.
«wits.
ganen,
a», TMrt-
>nrsstald«
korKd.m-
en Apotheker
beven
De intending van advertentiën kan geschieden tot Mn uur des namiddags van den dag der uitgave.
bd
Ik
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
en
290.
{Uit het Eng deck.)
zeer blond?”
i
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Bovendien worden alle Advertentiën gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
'twelk des Maandags verschijnt.
>0. tot den koen
rt VuMl.k
»k*4»iyk
182.
206.
131.
75.
84.
96.
50.
««Jsffl.
VOrxburo.
IM0M.
Petersburg
Keten,
•u,
tflhem,
ADVERTENT I|Ë N worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
■taeraeke
n, 10 CU)
<UkM, het
feta doosje
De
than, bij de ingezetenen rondgezonden. Zij luidt
GOUDSCHE COURANT.
kleeding, logies en benoodigdheden voor hun door
reis naar elders.
Mr. A. A. van BERGEN IJZENDOORN.
H. W. G. KONING.
J. M. NOOTHOVEN van GOOR.
W. J. FORTUIJN DROOGLEEVER.
Ds. A. WARTENA.
C. A. HARDERWIJK, Pastoor.
Ds. L. ten BOSCH.
J. A. BIEZENAAR.
Ds. J. 0. GEELHUIZEN.
Mr. D. N. BROUWER.
P. C. Th. MALINGRE, Deken en Pastoor.
Ds. J. O8INGA.
Ds. H. P. SCHIM van deb LOEFF.
JoS. van DANTZIG Az.
A. MONASCH.
A. KETELLAPPER.
L. M. ROOD.
9. H. POLAK.
N.B. Weldra zal u sen lijst ter teekening worden
aangeboden.
Diegenen, welke deze circulaire abusievelijk niet
mochten hebben ontvangen, wordt verzocht aan een
der bovengenoemde heeren hunne bijdragen te willen
zenden.
Nogmaals wenschen wij met een enkel woord de
aandacht te vestigen op het orgel-coucert door den
heer J. H. B. Spaanderman morgenavond in de
Groote Kerk te geven dat inderdaad een groot kunst-
genot belooft. Waar zoo gunstig bekende musici
als Arnold Spoel en Jacques van Lier hunne mede
werking verkenen mag verwacht worden, dat alle
kunstvrienden tegenwoordig zullen zijn. Het pro
gramma bevat prachtige nrs. en het komt ons daarom
voor dat alle verdere aanbeveling overbodig magheeten.
De uitslag der verkiezing voor raadsleden was in
de volgende gemeenten aldus
Alfen a/d Rijn. Gekozen C. van Abshoven (aftr.)
A. Streng (attr.) A. Kok (aftr.) en M. de Jong.
Berg-Ambacht. Herkozen J. van der Leeden, met
132', en G. Voorsluijs Jzn. met 122 st. Gekozen,
in plaats van wjjlen den heer P. van Wijngaerden Az.
de heer K. HofHand met 107 st.
Berkenwoude. Herkozen M. van Dorp Wz.
Jacs. Kok.
Bodegraven. Bij de alhier gehouden verkiezing
van vier Leden voor den Gemeenteraad, moesten af
treden de hh. Dr. W. H. Kapteijn (lib.) P. van
der Maat (kath.) en H. Rollman (antir.)
Kandidaat waren gesteld door de Liberale Kies-
vereenigingKapteijn, van der Maat en J. A. van
Ghesel Grothe.
De Anti-Revol. Kiesv.Rollman, van der Maat
en S. Voordouw.
Kiesv. „Vrijheid en Waardeering" Kapteijn, van
der Maat en 8. van Elten Jr.
-fi. K. KiesvereenigingKaptejn, van der Maat
en C. Verkleij.
Van de 405 kiezers zijn opgekomen
Hiervan verkregen de hh.
Dr, Kapteijn
Van der Maat
Rollman
Ghesel Grothe
Voordouw
H. van Elten Jr
Verkleij
Verkozen zijn de heerenKapteijn en van der
Maat; herstemming tusschen de hh. Rollman en
van Elten.
Boskoop. Herkozen G. Boer en A. van der Willek.
Gonderak. Herkozen T. van Schieveen, A. Kool
en C. Verkerk.
Groot-Ammers. Herkozen A. J. Voorspuij (weth.)
en A. Verlek.
«Zonderling. Ik zou niets liever wenschen dan dit
logement eens te bezoeken.”
„Waarschijnlijk zijt gij er al eens geweest.””
„«Het is toch dit niet?” riep ik plotseling, min
of meer zenuwachtig om mij heen ziende.
««O neen, het ligt aan de Hudson-rivier, onge
veer vijftig mijlen aan deze zijde van Albany. Het
heet «Op Goed Geluk”, en wordt door eene vrouw
gehouden, die, naar ik geloof, goede zaken maakt,
misschien wel doordien zij het geheim heeft ontdekt
en weet, waar haar voorraad te bergen.”” En hij
haalde zjjn schouders op en stapte van hat onderwerp
af. zeggende„„Ik weet eigenlijk niet waarom ik
u dit verteld hebnooit in mijn leren heb ik er met
iemand over gesproken.””
„Dit viel voor, juffrouw, zes jaren geleden, en dit
is de eerste maal, dat ik dezen kant uit kom. Maar
de geschiedenis van de geheime kamer heb ik nooit
vergeten, en toen ik dezen morgen in den postwagen
steeg, nam ik mij stellig voor, hier den nacht door
te brengen en zoo mogelijk de beruchte eikenhouten
zaal met het geheimzinnige zijvertrek in oogenschouw
te nemen, weinig denkende dat u in al die jaren dat
dit huis door u bewoond wordt, niets van het bestaan
van die verborgen kamer afwist.
Hier hield de heer Tamworth op, en nu kwam
ik met de vraag voor den dag, die mij reeds lang
op de lippen brandde:
«Was u zegsman jong en
«Neen, hij was zeer donker en even oud, althans
Geachte Medeburger»
Wie uwer beeft niet, in den laatsten tijd vooral
menigmaal met deernis van het lot der Israëlieten
in Rusland gelezen?
Wie, in ons Vaderland, de klassieke bodem
van gewetensvrijheid gloeide niet vaak van ver
ontwaardiging bij het vernemen van zooveel bar-
baarscho kwellingen, uitzettingen, verbanningen, als
de Israëlieten daar moeten verduren
Is het wonder, dat in Duitsohland, Frankrijk,
Engeland en vooral in ons van ouds vrijheidlievend
vaderland, alle vereerders van gewetensvrijheid hier
en daar Comité’s vormden, om de rampzaligen, die
gebukt gaan ton gevolge der Russische tyrannie,
geldelijke hulp te kunnen aanbieden?
Daarom nemen dan ook de ondergeteekenden de
vryheid, Uwen geldelijken steun in te roepen voor
onze met onbeschrijfelijke wreedheid vervolgde mede-
menschengeldelijken steun voor de honderiduizende
ballingen, hier en daar rondzwervend om een rust
plaats te kunnen vindengeldelijken steun voor die
ongelukkigen, welke door zwakte, ouderdom, afmat
ting of gebrek onderweg tot wanhoop /gevoerd
worden.
De ondergeteekenden durven gerust allen, die ge
wetensvrijheid op prijs stellen en voor liefdadigheid
hun hart voelen kloppen, opwekken tot bet storten
van bijdragen, om daarmede het fonds der Montefiore-
stichting te Rotterdam te stijven, dat aanhoudend
bonderde Russische gezinnen, in den ellendigsten
toestand daar aankomende, voorziet van voedsel,
nagenoeg zoo oud als ik.”
Dit antwoord stelde mij teleur. Ik bad een ge
heel ander verwacht. Toen hij van dien vreemde
sprak, had ik te recht of ten onrecht steeds het ge
laat van Edward Urquhart voor oogen gehaden
deze beschrijving van een vrij bejaard man met een
donker voorkomen bracht mij van de wijs. «Is u
er zeker van, dat die man niet vermomd was?”
vroeg ik.
„Vermomd
„Is u er wel zeker van dat hij niet jong was en
blond en....”
„Volkomen zeker,” viel hij mij in de rede. „Geen
vermomming ter wereld kon een jongen blonden
man hebben omgetooverd in den persoon dien ik
toen gesproken heb. Mag ik echter vragen....”
Op mijne beurt viel ik hem in de rede. „Vergeef
mij,’,’ zeide ik: „maar een hevige onrust, die ik u
straks zal verklaren, dwingt mij u nog eene andere
vraag te doen. Waart gij in de zaal waar het ge
sprek plaats had, met dien man alleen U zegt, dat
er zich weinige minuten te voren een talrijk gezel
schap bevond. Was er niemand meer in de gelag
kamer gebleven
De heer Tamworth dacht eenige oogenblikken na.
„Het is zes jaren geleden,” gaf hij ten antwoord
„maar toch meen ik mij te herinneren, dat niet ver
van ons een man aan een tafeltje zat, met net hoofd
voorover op zijn armen geleund. Hij scheen in slaap
te zijn gevallen en ik heb niet bijzonder op hem
„Inmiddels was ik bezig den plattegrond te bestu-
deeren.
„//De verborgen kamer ligt dus,” zeide ik, tus
schen dit vertrek ik toonde het met den vinger
aan en die twee andere. Waar bevindt zich de
ingang?”
„Hij wees op het eerste vertrek en zeide
„«Van hier gaat men er binnen. Het is een
ouderwetsche kamer met een hooge eikenhouten
lambriseering. In vroegere jaren heette het de
eikenhouten zaal en menigmaal dreunde de vloer
onder de voetstappen der soldaten en gendarmen,
die, na een vruchteloos zoeken naar gesmokkelde
goederen, zich met een flinke teug op kosten van
hun gastheer verkwikten, weinig vermoedende, dat
slechts op eenige schreden afstands, achter den ge-
beeldhouwden schoorsteenmantel, de kostbaarste goe
deren lagen opgestapeld, om na hun vertrek door het
land te worden verspreid.
„En dit huis is dus nu een logement?” vroeg ik.
////Ja.”
GOUDA, 23 Juli 1891.
circulaire, waarover wij onlangs spraken, is
aldus