Buitenlandsch Overzicht.
Haastrecht. Uitgebracht 183 at. Het getal kiezers
bedraagt 178 st. Herkozen F. J. den Hartog met
120 st. en H. Uittenbogaard 121 st.
Krimpen a/d Lek. Herkoren K. Smit Ja, en J.
Huijrer.
Krimpen aid Usel. Herkozen J. Koning Pr., B.
Hailing en j. Hoeflake.
Moordrecht. Herkoren P. Vrijlandt. Herstemming
tusschen J. de Zwart (aftr. lid.) en IV. Tom Dz.
Ouderkerk a/d IJsel. Herkozen C. Hoogendijk.
Herstemming tusschen P. C. van Vliet (aftr. lid) en
J. Hoogendijk.
Oude Kater. Van de 276 kiezers hadden 260 ge
stemd. Gekozen T. J. van Vreumingen (lit aftr.
lid) met 138 en G. N. J. van de Pavoordrjult.)
met 131 stemmen. A. Jonkheid (antirev.) verkreeg
117 stemmen.
Beeuwijk. Herkoren W. Stolwijk en L. v. Donk.
VIM. Uitgebracht 17 st. Getal kiezers 55. Her
kozen L. Kinschoten met 17, en A. Nobel, 16 st.
Waddinxveen. Gekozen Gs. Sprnyt Az., P. Ver-
bruggen, C. van Gaaien en H. Jongenburger.
Ztcauimerdam. Herkozen G. v. Dam (lib.) Her
stemming tusschen J. van DamSz. (aftr. lib.) en P.
G. H. Blommesteyn (r.-k.)
Zevenhuizen. Gekozen J. Veute en C. van der
Wilt, (beide aftredende leden.)
De rekening van het Hoogheemraadschap „Krim-
penerwaard", dienstjaar 18#0/91, welke in de vereenigde
vergadering op 5 Aug. a. s. behandeld zal worden,
bedraagt aan ontvangsten 59.602.26', aan uitgaven
47.672.96, batig slot alzoo f 11.929.30'.
Op Dinsdag 21 Jnli is onder de gemeente Berg-
Ambacht, in de Lek een knecht van een draaimolen
verdronken en opgevischt.
Bij de Dinsdag gehouden herstemming voor de
verkiezing van een lid der Tweede Kamer voor het
kiesdistrict Schoterland zijn uitgebracht 2199, waar
van 2168 geldige stemmen. Gekozen is de heer H.
Pyttersen Tzn. (liberaal) met 1106 stemmen. Op
den heer P. van Vliet Jr. (antirev., rad.) werden
uitgebracht 1062 stemmen.
Van wege de Harddraverij-Vereeniging te Bode
graven zullen op Woensdag 2 September e. k. twee
harddraverijen gehouden worden. Des voormiddags
voor paarden uit de gemeente, die nooit een prijs
gewonnen hebben. Prijs: f 30.le Premie f 10.
2e Premie 5.
Des namiddags voor paarden, die niet meer dan
één prijs hebben gewonnen op de korte baan. Prijs
150.—, Premie 50.—. Inleggeld 1.—
Dat een verbod, hoe streng ook uitgevaardigd, soms
onwillekeurig wordt overtreden, ondervond Maandag
een officier met eenige manschappen te Schoonhoven
die, zonder het te willen en tegen het bestaand ver
bod, onwillekeurig een bad moesten nemen in de zeer
modderige Beerengracht. Of het vaartuig te zwaar
bemand of van een verdachte constructie was, of dat
de gezagvoerder en stuurman de noodige zeeman
schap ontbrak, is nog niet tot klaarheid gebracht,
maar zooveel is zeker, dat in een oogwenk het ge-
heele varenspersoneel met de kikkers wedijverde om
tegen den kant op te klauteren of zich aan het ver
raderlijk vaartuig vast te klemmen. Met een mod
derig pak was deze onverwachte waterpartij afgeloo-
pen.
Het aantal vreemdelingen, dat te Scheveningen
van 10 Juni tot 19 dezer is aangekomen, bedroeg
8458, tegen 7414 over hetzelfde tijdsbestek in het
vorig jaar.
Gedurende het 2e kwartaal van dit jaar zjjn bij
het koloniaal werfdepot aangenomen 254 personen,
als: 150 Nederlanders, 51 Belgen, 30 Duitschers,
17 Zwitsers, 3 Luxemburgers, 2 Oostenrijkers en 1
Deen, en werden van de verschillende korpsen van
het leger hier te lande overgenomen 178 onderoffi
cieren en minderen, als 117 van de infanterie, 44
van de artillerie, 8 van de genie, 7 van de cavalerie
en 2 van de koloniale reserve.
Het totaal der werving bedroeg aldus 432 man,
aan wie 110035 aan haudgelden werd uitbetaald.
In de le categorie zijn begrepen 2 adjudanten
onderofficier, 2 sergeanten-majoor, 11 sergeanten, 1
sergeant-schrijver, 2 korporaals en 1 soldaat-schryver,
en in de 2e categorie 1 adjudant-onderofficier, 2
sergeanten-roajoor-vuurwer., 16 sergeanten, 18 kor
poraals, 5 hoornblazers en 2 soldalen-schrijver.
Onder de aangenomenen bevonden zich bovendien
29 miliciens, die voor twee jaar en onder de over
genomen 5 onderofficieren, die voor 4 jaar en 18
miliciens die voor 2 jaar gedetacheerd werden.
In dat kwartaal vertrokken naar Oost-Ir.dië 8
detachementen, sterk 17 officieren, 32 onderofficieren
en 345 korporaals en manschappen. Afzonderlijk
vertrokken nog 12 officieren en 3 onderofficieren.
Naar West-Indië vertrokken 3 officieren, als 2 naar
Suriname en 1 naar Curasao.
Te Harderwijk keerden uit Oost-Indië 31 miliciens,
die van hunne detacheering bij het Indische leger
ontheven waren en met onbepaald verlof vertrokken.
Uit West-Indië keerden 17 militairen terug, als
4 van Suriname die met pensioen, en 13 van Curasao
die met paspoort den dienst verlieten.
Het «Onze vader» in 300 talen, een prachtwerk
van druk, kort geleden te Londen in het licht ver
schenen, wekte de bewondering zoowel van de bin-
nenlandsche als van de buitenüandsche pers tot
groote verbazing der Russen, die zich niet kunnen
begrijpen, dat men zich Zoo drak maakt over iets,
dat niet alleen niet nieuw is, maar vroeger reeds door
iets volledigere wérd overtroffen. In 1870 namelijk
werd te Petersburg een dergelijk werk uitgegeven
onder den titel «Proeve der lettersoorten van de druk
kerij en lettergieterij der keizerlijke Academie van
wetenschappen», waarin het «Onze vader» in 325
verschillende talen en karakters voorkomt o. a. ook
in het blinden schrift. Een jaar later werd dit werk
nog aangevuld door het «Onze vader» in 31 talen.
De jonge Servische koning Alexander heeft zjjn
overgangsexaman gedaan en do staatscourant van zijn
koninkrijk publiceert dat heldenstuk op de volgende
wijze «Zijne Majesteit, koning Alexander, heeft van
1 tot 20 Juni overgangsexamen gedaan in de volgende
vakken1. godsdienst, onderwezen door den archi
mandriet Fermilijan 2. meetkunde en algebra (prof.
Sveta Stogkovitcb; 3. physica en chemie (prof. S.
Urosevitch); 4. wapenkunde (majoor Wlajitoh); 5
gesohiedenis van Servië (prof. Kovaosevitch)6.
tactiek (majoor Pavlovitch); 7. algemeene geschiedenis
(prof. Lovcrevitch)8. Latjjnsche taal (prof. Gjors-
jevitch); 9. Duitsche taal (prof. Resner); 10. Fran-
sche taal (prof. Margot)11. Engelsohe taal (prof.
Meditch). Zijne Majesteit heeft het examen in alle
bovengenoemde vakken met uitstekend resultaat af
gelegd, (wie zou er aan twijfelen?) Tegenwoordig
waren de hoeren koninklijke regenten, zijne Heilig
heid de metropolitaan, de minister-president, de
minister van oorlog, die van onderwjjs, de president
van den staatsraad en de gouverneur van Zijne Ma
jesteit den koning, overste Moskovitch.»
De Amh. Ct. bevat een schets uit California van
eheer T. J. van Outeren, waaraan wjj het vol
de ontleenen
Een dap in de goudmijnen van Mariposa.
Mariposa, thans een nietig, vervallen dorpje van
ongeveer 500 inwoners, is geheel door hooge bergen
ingesloten, aan den voet waarvan zich aan beide
zjjden de huizen bevinden. Voor 1866 een stad
met elf hötels, acht-en-dertig solons (lokaliteiten waar
sterken drank in het klein wordt getapt), waarvan
de voornaamste tevens als danshuizen dienst deden,
zes restauraties enz. enz., is het thans een klein
plaatsje met één hdtel, drie salons, even zooveel
winkels en eenige particuliere huizon, waar slechts
enkelen van hen, die in' de gulden dasen vee! geld
verdienden, thans van hun renten leveu en zich met
de teelt van groenten en vruchten onledig houden.
In 1855 brandde het geheel af, doch werd ter
stond weder opgebouwd en de meeste houten huizen
door steeoen vervangen. Toen het echter in 1866
opnieuw een prooi der vlammen werd, lieten sommige
eigenaren de bouwvallen eenvoudig liggen en gingen
zich elders vestigen, zoodat op den huidigen dag
de overblijfselen van eenige groote danshuizen en
salons nog niet zjjn opgeruimd en in niet geringe
mate medewerken tot het treurige aanzien, dat het
éénmaal zoo welvarende stadje thans oplevert. De
eigenaar van het Mariposa-hotel, waar wjj te ruim
vijf uren aankwamen, een zeer voorkomend en aan
genaam mensch, bracht ons bij verscheidene der
oudste inwoners, die heeiwat mededeelden over den
tjjd dat het goud er zoo maar voor het oprapen lag,
en zoodra hjj vernam dat wjj gaarne eene goud
mijn zouden bezoeken, bood hjj zich voor den vol
genden dag als onzen gids aan.
Als eigenaardig voorbeeld van enkele toestanden
hier ter plaatse voeg ik er tusschen, dat genoemde
hotelhouder, tevens «deputy sheriff" en «constable*
is. Dit maakte dan ook dat hjj ons in de eerste
plaats de gevangenis liet zien een vierkant geoouw
van twee verdiepingen, geheel uit granietblokken op
getrokken, die ongeveer 3 voet dikte hebben. In
de cellen voor gevaarlijke booswichten zjjn dikke
ketenen in den vloer bevestigd, waaraan dat soort
gevangenen vastgelegd wordt. Dit boeven-paleis had
slechtB één bewoner, een jongmensch, die van moord
beschuldigd is. Niet dat dit zoo belangrijk is voor
bjjzondere vermelding, maar om aan te kunnen too-
nen hoe vreemd hier met ernstige gerechtszaken wordt
omgesprongen, is die mededeeling noodzakelijk. Be
doelde persoon werd namelijk kort na ons bezoek
door onzen leidsman tjjdeljjk uit zjjn somber verbljjf
ontslagen, om zjjn avondeten in het hdtel te nuttigen.
gelet."
«Was hij jong?"
«Ik zou haast zeggen van ja."
«En blond?"
«Dat weet ik niet meer."
«En bleef hij al dien tijd dat het gesprek duurde,
in diezeltde houding?"
«Ik geloof het wel."
«En ook, toen u de kamer verliet?"
«Ik meen van ja."
«Was hij dicht genoeg in de nabijheid om alles
wat er gesproken werd, te kunnen hooren?"
«Zeer zeker, als hjj heeft geluisterd."
«Mijnheer Tamworth," hernam ik«wat ik u
bidden mag, tracht u zoo mogelijk nog eene enkele
omstandigheid te herinneren. Als iedere gast daar
aanwezig, dien avond een geschiedenis vertelde, moet
u, dunkt mij, ruimschoots gelegenheid hebben gehad
op te merken, hoe ieder van ben er uitzag. Welnu,
was er onder al die personen niet iemand van om
streeks vijf-en-dertig jaar, zeer blond, met een fat
soenlijk voorkomen en toch met een onaangename
uitdrukking in zijne blauwe oogen en iets in zijn
glimlach, dat er alle vroolijkheid aan ontnam?"
«Werkelijk, ik kan het mij niet meer herinneren."
«Denk nog eens goed naDun hoofdhaar, vooral
boven de slapen, en een zwaren knevel. Als hjj
sprak, bewoog bij gedurig zijne handen, scheen erg
zenuwachtig en was er blijkbaar op gesteld, dit te
verbergen."
«Die beschrijving roept hem mjj plotseling voor
den geest. Ja, er was dien avond zoo'n soort man
in de gelagkamer. Ik herinner mij zelfs het ver
haal dat hij deedhet was vrjj ruw, maar nog al
geestig."
«Hjj was het," stamelde ik met de diepste over
tuiging, en de ellendeling...." Maar hoe wist ik dat
hjj een ellendeling was?
Ik dacht eren na en wees op den reusachtigen
schoorsteenmantel boven den haard. «Als gij weet
hoe gij u tot de bewuste kamer toegang kunt ver
schaffen, ga dan uw gang. Alleen wensch ik, dat,
behalve ik, nog een paar getuigen tegenwoordig zjjn.
Wilt u wachten, totdat ik een of twee logeergasten
geroepen heb?"
De heer Tamworth antwoordde„Als u de ont
dekking publiek wil maken, heb ik er natuurljjk
niets tegen."
„Het ia mij niet mogelijk het geheim van dat ver
trek alleen te dragen," zei ik„Ik moet ten minste
dr. Kenyon er bij hebben." En zonder verder ant
woord af te wachten, zond ik een boodschap naar
den dokter, die dan ook kort daarop binnentrad.
Wij behoefden niet veel woorden te bezigen, om
hem op de hoogte van de zaak te stellen. Wjj
waren aan het zoeken Van een geheime kamer, die,
naar men ons had gezegd, uitkwam in het vertrek
waarin wij ons thans bevonden. Daar ik de zaak
volstrekt niet geheimzinnig wenschte te behandelen
en ik natuurlijk niet wist, wat die ontdekking aan
het licht zou brengen, vroeg ik hem, mij door zjjne
tegenwoordigheid te willen steunen.
De lieer Tamworth ging middelerwijl au het zoeken.
Hoe hjj het beweegbare paneel in de ouderwetsehe
lambriseering wist te vinden, kau ik niet zeggen.
Wat ik eigenlijk vreesde, kan ik evenmin zeggen.
Voor zoover ik bjj machte was te redeneeren, be
stond er niet de minste reden om angstig te zyn,
en toch beefde ik over al mjjn leden en steeg rajjne
onrust met elke minuut.
Het zacht getik, dat mjj in de ooren klonk, zeide
mij, dat het gevreesde oogenblik naderde, en die ge
dachte deed mjj huiveren. Maar waarom toch? Die
vroegere veronderstelling van ons, dat de Urquharts
hunne kostbaarheden hadden verborgen, was immers
volkomen aannemelijk. Meer dan dat, zjj was hoogst
waarachjjnlijk, vooral nu wjj hadden ontdekt, dat het
huis eene geheime bergplaats bevatte, die niemand
kende, doch waarvan Urquhart toevailig het bestaan
had ontdekt, iets wat het verhaal van den heer
Tamworth duideljjk bewees.
Deze en dergelijke gedachten vlogen mjj door het
hoefd, toen een blijde uitroep mij deed opschrikken.
Nauwelijks had ik den moed mjj van het venster af
te wenden, zelfs niet toen ik wist dat de opening
was ontdekt en er slechts op mjj gewacht werd om
er binnen te gaan.
Wordt vervolgd).
Zoodra de inwendige mensch genoegzaam versterkt i
was, nam hjj eeQ dagblad en toen ook de inhoud
daarvan verslonden was, werd hjj naar zijn logies
teruggebracht.
Op mjjne vraag hoe het mogelijk was, dat met
iemand, die verdacht wordt een moord te hebben
begaan, z66 onvoorzichtig wordt omgegaan, luidde
het doodbedaarde antwoord,- dat sommige omstandig
heden deden verjnoeden, dat hij de ware schuldige
niot is en hij bovendien pió goed stond aangeschroven,
dat niemand er aan daoht dat hij er op een onbe
waakt oogenblik wol eens van door zoude kunnen gaan.
Naast de gevangenis is het schavot opgetrokken,
dat evenwel thans geen dienst meer doet, daar ter
dood veroordeelden in de Staatsgevangenis „Sint
Quentin", op eenl rots ten noorden van San-Francisco
gelegen, hun vonnis ondorgaan. Dat schavot is uit
sluitend ingerioht pm de veroordeelden door ophanging
om het leven tij brengen. De vloer, ongeveer 17
voet van den beganen grond, welken men door eene
houten trap berejkt, bevat in het midden twee val
luiken, die door middel eener ijzeren staaf met hef
boom aan elkander kunnen worden bevestigd. Boven
dat luik bevindt zich een houten rol, waarom het
touw gewonden is, waarvan het eind door een in
het midden aangebracht gat gestoken is en de strop
bevat. Zoodra nu de veroordeelde dien om den hals
heeft, wordt de ijzeren staaf verwijderd, de beide
lujken vallen omlaag, het touw rolt af en de val van
17 voet heeft onmiddellijk den dood ten gevolge.
Tan het touw, waarmede de twee laatste vonnissen
zjjp voltrokken, werd ons zeer hoffelijk een stukje
aangeboden. Door geen onzer werd echter hooge
ds gesteld op het bezit daarvan en mitsdien even
"elijk voor de eer bedankt.
|Een van voorschreven oude inwoners, een Ier, die
omstreeks het jaar 1851 Mariposa na eene lang
durige reis, die eene uitgaaf van 1000 doll, vor-
defde bereikte, deelde mjj in hoofdzaak het vol-
geiido mede:
Ongeloofelijke hoeveelheden goud werden er ge
vonden, niet alleen in de beddingen der kreken,
maar in de bergen en dalen, overal waar men maar
mét spade en houweel in den grond kwam was men
nagenoeg zeker het edel metaal aan te treffen. De
voorbeelden dat mannen, die 's morgens zonder een
cent op zak, 's avonds met een aanzienljjk vermogen
thuis kwamen, waren volstrekt niet zeldzaam. Mjjn
zegsman herinnerde zich o. a. nog zeer goed, dat een
der goudzoekers op zekeren avond tamelijk in ken-
nelijken staat verkeerende, Mariposa binnen kwam
zeilen, terwjjl er zich in twee kleine emmers, die hjj
aan de armen had hangen, voor 11000 doll, aan goud
korrels en stukken gedegen goud bevond. Deze wijze
van gouddelven werd „pocketmining" genoemd, om
dat het goud in den letterlijken zin des woords met
zakken vol werd thuis gebracht. Meermalen ge
beurde het, dat er tusschen de huizen in stukken
werden gevonden, die eene waarde rad 15000 doll,
vertegenwoordigden. Tot goed begrip van dit laat
ste voeg ik er aan toe, dat wegen destjjds totaal
ontbraken, daar het vooral in de eerste tijden vaak
gebeurde dat in de straat zelve naar goud werdge-
zooht en het ook gevonden.
De verbazende hocveelhoden edel metaal, die dag
in dag uit opgegraven werden, maakten dat de toe
vloed van begeerigen steeds grooter werd en zich
onder hen niet alleen gouddelvers, maar ook kooplie
den bevonden, die in korten tijd grooter kapitalen
verwierven dan de meeste geldzoekere, die 's avonds
in de speelhuizen in den regel alles verdobbelden
en verdronken, wat overdag bijeengegaard was. Al
gemeen was men namenlijk de overtuiging toegedaan
dat hut geheels land zulk een onuitputtelijken voor
raad goud bevatte, dat er voor verscheiden geslach
ten genoegzaam voorhanden was.
Poko en Monte waren de meest geliefde hazard
spelen, die in enkele uren duizenden dollars van de
eene in de andere hand deden overgaan. Ook de
kasteleins (barkeepers) maakten goede zaken, want
geld was destjjds nog niet in omloop en men be
taalde elkander mot het gevonden goud, dat bjj on
sen ea gedeelten daarvan werd afgewogen b. v. was
het gewoonte dat de kastelein met duim en wijs
vinger een greep deed in het lederen zakje, dat de
gevonden goudkorrels bevatte, waarmede één dronk
betaald was. Zoo'n greep vertegenwoordigde tusschen
de drie en vior dollars, en aangezien er niet alleen
's avonds en 's nachts, maar den geheelen dag on
telbare glazen whiskey, brandy en andere dranken
verzwolgen werden, kan men zich een denkbeeld
vormen van de enorme kapitalen, die er in genoemde
huizen verdiend zijn.
Dpor drank en spel verhit gebeurde het nagenoeg
eiken nacht, dat er twist ontstond, die eindigde met
het neerschieten of doodsteken van een der partjjen
buiten het speelhuis, waar het lijk den volgenden
morgen door een der eerste voorbijgangers of de
buren gevonden werd.
Een van die afgebrande en half ingestorte speel-
en danshuizen bevindt zich vlak naast het hotel, waar
wij verblijf hielden en waarvan de eigenaar ons de
plaats aanduidde, waar men 's ochtends heel in de
vroegte de slachtoffers van misdaden vond liggen.
Nadat zekere James W. Marschall die in 1812
te Hope Township in het graafschap Hunterdon,
Staat-New-Yersey, werd geboren in Januari 1848
het eerst de aandacht had gevestigd op de aanwezig
heid van goud in Californië, werwaarts hij zich nn
1845 begeven had, waren de vrouwen gedurende den
eersten tjjd zoogoed als niet vertegenwoordigd, en
klinkt het dan ook niet heel vreemd dat de enkele
exemplaren van het sehoone geslacht, die zich des
tijds onder de mijnwerkers bevonden, niettegenstaande
zij in geen enkel opzicht op eenige achting aanspraak
konden maken, als op de handen gedragen werden.
Kinderen zag men natuurlijk even weinig, en het ver
haal, dat volgt en uit een wetenschappelijk werk
over „Californië en zijne bevolking" geput is, geeft
op eigenaardige wjjze den toestand van die dagen
weer.
„Te San Francisco gebeurde het nog in 1851,
dat tijdens de voortreffelijke voorstelling eener Itali
aansche opera, een kind van drieviereljaars, 't welk
de moeder, omdat zjj het niet zonder opzicht tehuis
wilde laten, mede naar den schouwburg genomen had,
bij een der sohoonste aria's luid begon te schreeu
wen. Plotseling klonk uit do hoogste galerij eene
krachtige stem: „Gij zangers en spelers, houdt op
met uwe muziek en laat het kind schreeuwen, want
zulk eene muziek heb ik in jaren lang niet gehoord."
Eene daverende toejuching volgde op die woorden;
de voorstelling werd gestaakt tot de kleine virtuoos
zijn oordoovend gezang had geëindigd, waarvoor
hem daarop van alle kanten luide dankbetuiging
werden gebracht."
Als een sprekend feit, dat thans nog het gevoel
voor het werkelijk sehoone bjj de meeste Yankees
uiterst oppervlakkig is, diene het volgende
Toen Sarah Bernhardt onlangs in voorschreven
stad de rol van Cleopatra vervulde, had een der
bezoekers van de galerij de aardigheid een straat
deuntje te gaan blazen op een ocarina, zoodra het
scherm, na een der fraaiste bedrijven, was neerge
laten. Niet alleen liet men den man rustig zijn
gang gaan, maar er brak zelfs na het eindigen »an
zijn lied vier malen herhaald donderend applaus los,
ook van de eerste rangen en 8arah Bernhardt, de
alom gevierde en bewonderde actrice, moest zich
met minder geestdrift tevreden stellen.
De Nijm. Ct. doet hot volgende grappige verzoek
„De secretarissen van kieevereenigingen en verdere
opatellers van circulaires en manifesten worden be
leefd uitgenoodigd, daar zij de dingen vooreerst zeiven
toch niet noodig hebben, eens ter bezichtiging te
willen stellen de volgende voorwerpen
a. „de sporen» die door hunne candidaten bjj ver
schillende gelegenheden zijn verdiend
h. „de spitsen" waaraan deze zich altijd gesteld
hebben
c. een proefje van „de brandende kwestie"
d. den welbekenden „vogelaar» met zijn «fluit»
e. twee kiezers, die „schouder aan schouder" naar
de stembus zjjn gegaan
de „eigen beenen» waarop alle flinke kiezers
gestaan hebben
g. de „neuzen" waarop al de kiezers hebben moeten
passen
h. de „eigen oogen" waardoor ze hebben moeten
kijken
den candidaat, dio het een of ander „in den kortst
mogelijken tjjd tot eene oplossing zou brengen"
j. den dito die de vrijheid redden zou „eer het te
laat is"
k. een teekening en plattegrond van „de haardste
den en altaren" in Nederland
l. het hart en de nieren van een bjjzonder braaf
kiezer
En m of ten slotte een paar droppels van het veel
besprokene „nieuwe bloed".
De tentoonstelling zou echter niet volledig zijn,
wanneer men daarbij tevens niet zou kunnen bezich
tigen
o. de „adders» die onder het gras schuilA;
p. de „lansen» die gebroken worden
q. „The right places" waarop de „right men» komen
r. de „vossen" die de passie preeken
s. de „mannen» dio „pal" zullen staan;
t. de „nieuwe dageraad» die zal aanbreken, wan
neer de oppositie-candidaten zullen gekozen worden
het „klavier» der volksoonscientie
v. een el of wat van het „richtsnoer» waarlangs
de daden van den candidaat zullen worden geleid
w. het „open oog» voor de belangen der kiezers;
x. de «banier» die „hoog gehouden" wordt
ij. de „roode draad" die door de redeneeringen
loopt
i. de „wind" waarin de raadgevingen geslagen zijn.
Op het terrein van het tentoonstellingsgebouw zou
men voorts nog moeten kunnen zien „het leidend
beginsel," „hot krijt» waarin de candidaat zal treden
voor de belangen van het volk, „do wog" waaraan de
candidaat getimmerd heeft en de „tribune» wier toe
juichingen de candidaat niet noodig heeft gehad.
Van de Etiropeosche volksvertegenwoordigingen
is alleen het Engelsche parlement nog aan don arbeid,
maar toch zullen ook de Engelsche afgevaardigden
wel niet zoo heel lang meer bij elkaar blijven.
De begrooting voor Ierland is ten minste zeer snel
afgehandeld. Ondanks de pogingen der Home-rulers
om de behandeling to vertragen en de verschillende
posten te verlagen, is ten slotte do geheele begrooting
goedgekeurd. Van de beraadslagingen, welke dit
besluit voorafgingen, verdient de redevoering, welke
de minister voor Ierland, de heer Balfour, hield,
zeker wel vermelding. De minister verdedigde de
Iersohe staatkunde der regeering, maar voegde er bij
dat hij in het volgende jaar een wetsontwerp zal
indienen, tot hervorming \an het plaatselijk bestuur
in Ierland, op den zelfden grondslag als dit bestuur
in Engeland en Schotland is geregeld.
Bij dit ontwerp zal rekening worden gehonden
met de wenschen en behoeften der Iersche bevolking.
Te Bern worden groote toebereidsolen gemaakt
voor het zevende eeuwfeest van de grondlegging der
stad, hetwelk van 14 tot 17 Augustus zal wordon
gevierd. Tot de hoofdnommers van het feestplau be-
hooren1°. een historische optocht vau 1200 per
sonen, waaionder 250 te paard; 2°. een feest inde
vrije lucht, waarbij feestredenen zullen worden ge
houden, gevolgd door uitvoeringen van gezang en
muziek3°. een feest van de gezamenlijke school-
leerliogen.
In Oostenrijk is den 20sten Juli met groote feeste
lijkheden de dag herdacht, waarop de Oostenrijksche
admiraal Tegethoff voor 25 jaren de Italiaansche
vloot bij Lissa overwon.
Het feit was dan ook wel waar4 herdacht te wor
den. De oorlog tusschen Pruisen en Italië tegen
Oostenrijk spoedde ten einde. Daar de Italiaansche
vloot nog niets had uitgericht ontving admiraal
Persano last het eilandjo Lissa, dat door 1900 Oosten
rijkers met 77 kanonnen werd verdedigd, te bezetten.
De Oostenrijksche admiraal kwam met zijn eskader
het eiland te hulp. Ofschoon de Italiaansche vloot
11 pantserschepen telde, terwijl Tegethoff er maar
7 had, behielden de Oostenrijkers, dank zij do betere
aanvoering, met hun houten schepen, het terrein.
Het Italiaansche admiraalschip Ro d' Italia werd
in den grond geboord, een tweede pantserschip de
Palestro vloog in de lucht, een derde, de Affondatore,
werd zoo beschadigd, dat hot spoedig zonk en een
vierde, de Re de Portugalle werd buiten gevecht
gesteld. De overige Italiaansche schepen moesten
overhaast den aftocht blazen, terwijl de Oostenrijkers
geen enkel schip verloren.
De commandant van het Oostenryksche admiraal
schip Erzherzog Ferdinand Max, baron Sterneck, die
de Re d'Italia in den grond boorde, is nu admiraal
en woonde natuurlijk de plechtige herdenking der
overwinning te Weenen by. Ook in de haven Pola
werd de dag feestelijk herdacht, o.a. door het leggen
van kransen op het standbeeld, hetwelk daar ter eere
van Tegelhoff, den overwinnaar van Lissa is opgericht.
Nu echter zijn beide volken verzoend en bondge-
nooten, zoodat dan ook admiraal Pitner bij het feest
maal te Triest den feestdronk kon wijden aan de
„verbonden Oostenrijksche en Italiaansche vloten*.
Eene brochure, tegelijkertijd te Londen en te
Leipzig verschenen, van de hand „van een ingewij
den Rus,* met den titel„Onthullingen van het
leven van den Czar," tracht aan te toonen, dat Ale
xander III niet aansprakelyk kan worden gesteld voor
de gruwelen gedurende zijne regeering bedreven.
Enkele opmerkingen uit het boekje mogen hier eene
plaats vinden.
Alexander III is voor het tegenwoordige geslacht
een bijna gesloten boek. Zijn innerlijk wezen te
verbergen voor het publiek, dat stelde de omgeving
van den vorst zich steeds tien doel, met geen ander
oogmerk dan om het te doen voorkomen, dat „hare*
daden volgens den wil van den alleenheerscher ge
schieden. De vermoording van Allexander II riep
in de ziel van den jongen monarch natuurlyk een
verlangen naar wraak wakker, en nu stelde de om
geving zich voortdurend tot taak, dien onder den
indruk van den schrik ontstanen zielstoestand te doen
voortduren. Zij kozen het geschikte oogenblik, om
zich eeneu keizer te vormen, die hunne werken der
duisternis zou laten begaan. Met eene duivelachti-
gen takt schilderen zy hem de zwarte ondankbaar
heid van het ruwe volk, dat het zijne noodlottige
roeping was te besturen.
Vervolgens moest noodzakelijk in hun belang de
zwartgallige, menschenhatende genoemdsstemming
biyvend zijn. Slechts onder die voorwaarde konden
ze op den dunr de vruchten van hun werk oogsten.