Buitenlandsch Overzicht. Haastrecht. Uitgebracht 183 at. Het getal kiezers bedraagt 178 st. Herkozen F. J. den Hartog met 120 st. en H. Uittenbogaard 121 st. Krimpen a/d Lek. Herkoren K. Smit Ja, en J. Huijrer. Krimpen aid Usel. Herkozen J. Koning Pr., B. Hailing en j. Hoeflake. Moordrecht. Herkoren P. Vrijlandt. Herstemming tusschen J. de Zwart (aftr. lid.) en IV. Tom Dz. Ouderkerk a/d IJsel. Herkozen C. Hoogendijk. Herstemming tusschen P. C. van Vliet (aftr. lid) en J. Hoogendijk. Oude Kater. Van de 276 kiezers hadden 260 ge stemd. Gekozen T. J. van Vreumingen (lit aftr. lid) met 138 en G. N. J. van de Pavoordrjult.) met 131 stemmen. A. Jonkheid (antirev.) verkreeg 117 stemmen. Beeuwijk. Herkoren W. Stolwijk en L. v. Donk. VIM. Uitgebracht 17 st. Getal kiezers 55. Her kozen L. Kinschoten met 17, en A. Nobel, 16 st. Waddinxveen. Gekozen Gs. Sprnyt Az., P. Ver- bruggen, C. van Gaaien en H. Jongenburger. Ztcauimerdam. Herkozen G. v. Dam (lib.) Her stemming tusschen J. van DamSz. (aftr. lib.) en P. G. H. Blommesteyn (r.-k.) Zevenhuizen. Gekozen J. Veute en C. van der Wilt, (beide aftredende leden.) De rekening van het Hoogheemraadschap „Krim- penerwaard", dienstjaar 18#0/91, welke in de vereenigde vergadering op 5 Aug. a. s. behandeld zal worden, bedraagt aan ontvangsten 59.602.26', aan uitgaven 47.672.96, batig slot alzoo f 11.929.30'. Op Dinsdag 21 Jnli is onder de gemeente Berg- Ambacht, in de Lek een knecht van een draaimolen verdronken en opgevischt. Bij de Dinsdag gehouden herstemming voor de verkiezing van een lid der Tweede Kamer voor het kiesdistrict Schoterland zijn uitgebracht 2199, waar van 2168 geldige stemmen. Gekozen is de heer H. Pyttersen Tzn. (liberaal) met 1106 stemmen. Op den heer P. van Vliet Jr. (antirev., rad.) werden uitgebracht 1062 stemmen. Van wege de Harddraverij-Vereeniging te Bode graven zullen op Woensdag 2 September e. k. twee harddraverijen gehouden worden. Des voormiddags voor paarden uit de gemeente, die nooit een prijs gewonnen hebben. Prijs: f 30.le Premie f 10. 2e Premie 5. Des namiddags voor paarden, die niet meer dan één prijs hebben gewonnen op de korte baan. Prijs 150.—, Premie 50.—. Inleggeld 1.— Dat een verbod, hoe streng ook uitgevaardigd, soms onwillekeurig wordt overtreden, ondervond Maandag een officier met eenige manschappen te Schoonhoven die, zonder het te willen en tegen het bestaand ver bod, onwillekeurig een bad moesten nemen in de zeer modderige Beerengracht. Of het vaartuig te zwaar bemand of van een verdachte constructie was, of dat de gezagvoerder en stuurman de noodige zeeman schap ontbrak, is nog niet tot klaarheid gebracht, maar zooveel is zeker, dat in een oogwenk het ge- heele varenspersoneel met de kikkers wedijverde om tegen den kant op te klauteren of zich aan het ver raderlijk vaartuig vast te klemmen. Met een mod derig pak was deze onverwachte waterpartij afgeloo- pen. Het aantal vreemdelingen, dat te Scheveningen van 10 Juni tot 19 dezer is aangekomen, bedroeg 8458, tegen 7414 over hetzelfde tijdsbestek in het vorig jaar. Gedurende het 2e kwartaal van dit jaar zjjn bij het koloniaal werfdepot aangenomen 254 personen, als: 150 Nederlanders, 51 Belgen, 30 Duitschers, 17 Zwitsers, 3 Luxemburgers, 2 Oostenrijkers en 1 Deen, en werden van de verschillende korpsen van het leger hier te lande overgenomen 178 onderoffi cieren en minderen, als 117 van de infanterie, 44 van de artillerie, 8 van de genie, 7 van de cavalerie en 2 van de koloniale reserve. Het totaal der werving bedroeg aldus 432 man, aan wie 110035 aan haudgelden werd uitbetaald. In de le categorie zijn begrepen 2 adjudanten onderofficier, 2 sergeanten-majoor, 11 sergeanten, 1 sergeant-schrijver, 2 korporaals en 1 soldaat-schryver, en in de 2e categorie 1 adjudant-onderofficier, 2 sergeanten-roajoor-vuurwer., 16 sergeanten, 18 kor poraals, 5 hoornblazers en 2 soldalen-schrijver. Onder de aangenomenen bevonden zich bovendien 29 miliciens, die voor twee jaar en onder de over genomen 5 onderofficieren, die voor 4 jaar en 18 miliciens die voor 2 jaar gedetacheerd werden. In dat kwartaal vertrokken naar Oost-Ir.dië 8 detachementen, sterk 17 officieren, 32 onderofficieren en 345 korporaals en manschappen. Afzonderlijk vertrokken nog 12 officieren en 3 onderofficieren. Naar West-Indië vertrokken 3 officieren, als 2 naar Suriname en 1 naar Curasao. Te Harderwijk keerden uit Oost-Indië 31 miliciens, die van hunne detacheering bij het Indische leger ontheven waren en met onbepaald verlof vertrokken. Uit West-Indië keerden 17 militairen terug, als 4 van Suriname die met pensioen, en 13 van Curasao die met paspoort den dienst verlieten. Het «Onze vader» in 300 talen, een prachtwerk van druk, kort geleden te Londen in het licht ver schenen, wekte de bewondering zoowel van de bin- nenlandsche als van de buitenüandsche pers tot groote verbazing der Russen, die zich niet kunnen begrijpen, dat men zich Zoo drak maakt over iets, dat niet alleen niet nieuw is, maar vroeger reeds door iets volledigere wérd overtroffen. In 1870 namelijk werd te Petersburg een dergelijk werk uitgegeven onder den titel «Proeve der lettersoorten van de druk kerij en lettergieterij der keizerlijke Academie van wetenschappen», waarin het «Onze vader» in 325 verschillende talen en karakters voorkomt o. a. ook in het blinden schrift. Een jaar later werd dit werk nog aangevuld door het «Onze vader» in 31 talen. De jonge Servische koning Alexander heeft zjjn overgangsexaman gedaan en do staatscourant van zijn koninkrijk publiceert dat heldenstuk op de volgende wijze «Zijne Majesteit, koning Alexander, heeft van 1 tot 20 Juni overgangsexamen gedaan in de volgende vakken1. godsdienst, onderwezen door den archi mandriet Fermilijan 2. meetkunde en algebra (prof. Sveta Stogkovitcb; 3. physica en chemie (prof. S. Urosevitch); 4. wapenkunde (majoor Wlajitoh); 5 gesohiedenis van Servië (prof. Kovaosevitch)6. tactiek (majoor Pavlovitch); 7. algemeene geschiedenis (prof. Lovcrevitch)8. Latjjnsche taal (prof. Gjors- jevitch); 9. Duitsche taal (prof. Resner); 10. Fran- sche taal (prof. Margot)11. Engelsohe taal (prof. Meditch). Zijne Majesteit heeft het examen in alle bovengenoemde vakken met uitstekend resultaat af gelegd, (wie zou er aan twijfelen?) Tegenwoordig waren de hoeren koninklijke regenten, zijne Heilig heid de metropolitaan, de minister-president, de minister van oorlog, die van onderwjjs, de president van den staatsraad en de gouverneur van Zijne Ma jesteit den koning, overste Moskovitch.» De Amh. Ct. bevat een schets uit California van eheer T. J. van Outeren, waaraan wjj het vol de ontleenen Een dap in de goudmijnen van Mariposa. Mariposa, thans een nietig, vervallen dorpje van ongeveer 500 inwoners, is geheel door hooge bergen ingesloten, aan den voet waarvan zich aan beide zjjden de huizen bevinden. Voor 1866 een stad met elf hötels, acht-en-dertig solons (lokaliteiten waar sterken drank in het klein wordt getapt), waarvan de voornaamste tevens als danshuizen dienst deden, zes restauraties enz. enz., is het thans een klein plaatsje met één hdtel, drie salons, even zooveel winkels en eenige particuliere huizon, waar slechts enkelen van hen, die in' de gulden dasen vee! geld verdienden, thans van hun renten leveu en zich met de teelt van groenten en vruchten onledig houden. In 1855 brandde het geheel af, doch werd ter stond weder opgebouwd en de meeste houten huizen door steeoen vervangen. Toen het echter in 1866 opnieuw een prooi der vlammen werd, lieten sommige eigenaren de bouwvallen eenvoudig liggen en gingen zich elders vestigen, zoodat op den huidigen dag de overblijfselen van eenige groote danshuizen en salons nog niet zjjn opgeruimd en in niet geringe mate medewerken tot het treurige aanzien, dat het éénmaal zoo welvarende stadje thans oplevert. De eigenaar van het Mariposa-hotel, waar wjj te ruim vijf uren aankwamen, een zeer voorkomend en aan genaam mensch, bracht ons bij verscheidene der oudste inwoners, die heeiwat mededeelden over den tjjd dat het goud er zoo maar voor het oprapen lag, en zoodra hjj vernam dat wjj gaarne eene goud mijn zouden bezoeken, bood hjj zich voor den vol genden dag als onzen gids aan. Als eigenaardig voorbeeld van enkele toestanden hier ter plaatse voeg ik er tusschen, dat genoemde hotelhouder, tevens «deputy sheriff" en «constable* is. Dit maakte dan ook dat hjj ons in de eerste plaats de gevangenis liet zien een vierkant geoouw van twee verdiepingen, geheel uit granietblokken op getrokken, die ongeveer 3 voet dikte hebben. In de cellen voor gevaarlijke booswichten zjjn dikke ketenen in den vloer bevestigd, waaraan dat soort gevangenen vastgelegd wordt. Dit boeven-paleis had slechtB één bewoner, een jongmensch, die van moord beschuldigd is. Niet dat dit zoo belangrijk is voor bjjzondere vermelding, maar om aan te kunnen too- nen hoe vreemd hier met ernstige gerechtszaken wordt omgesprongen, is die mededeeling noodzakelijk. Be doelde persoon werd namelijk kort na ons bezoek door onzen leidsman tjjdeljjk uit zjjn somber verbljjf ontslagen, om zjjn avondeten in het hdtel te nuttigen. gelet." «Was hij jong?" «Ik zou haast zeggen van ja." «En blond?" «Dat weet ik niet meer." «En bleef hij al dien tijd dat het gesprek duurde, in diezeltde houding?" «Ik geloof het wel." «En ook, toen u de kamer verliet?" «Ik meen van ja." «Was hij dicht genoeg in de nabijheid om alles wat er gesproken werd, te kunnen hooren?" «Zeer zeker, als hjj heeft geluisterd." «Mijnheer Tamworth," hernam ik«wat ik u bidden mag, tracht u zoo mogelijk nog eene enkele omstandigheid te herinneren. Als iedere gast daar aanwezig, dien avond een geschiedenis vertelde, moet u, dunkt mij, ruimschoots gelegenheid hebben gehad op te merken, hoe ieder van ben er uitzag. Welnu, was er onder al die personen niet iemand van om streeks vijf-en-dertig jaar, zeer blond, met een fat soenlijk voorkomen en toch met een onaangename uitdrukking in zijne blauwe oogen en iets in zijn glimlach, dat er alle vroolijkheid aan ontnam?" «Werkelijk, ik kan het mij niet meer herinneren." «Denk nog eens goed naDun hoofdhaar, vooral boven de slapen, en een zwaren knevel. Als hjj sprak, bewoog bij gedurig zijne handen, scheen erg zenuwachtig en was er blijkbaar op gesteld, dit te verbergen." «Die beschrijving roept hem mjj plotseling voor den geest. Ja, er was dien avond zoo'n soort man in de gelagkamer. Ik herinner mij zelfs het ver haal dat hij deedhet was vrjj ruw, maar nog al geestig." «Hjj was het," stamelde ik met de diepste over tuiging, en de ellendeling...." Maar hoe wist ik dat hjj een ellendeling was? Ik dacht eren na en wees op den reusachtigen schoorsteenmantel boven den haard. «Als gij weet hoe gij u tot de bewuste kamer toegang kunt ver schaffen, ga dan uw gang. Alleen wensch ik, dat, behalve ik, nog een paar getuigen tegenwoordig zjjn. Wilt u wachten, totdat ik een of twee logeergasten geroepen heb?" De heer Tamworth antwoordde„Als u de ont dekking publiek wil maken, heb ik er natuurljjk niets tegen." „Het ia mij niet mogelijk het geheim van dat ver trek alleen te dragen," zei ik„Ik moet ten minste dr. Kenyon er bij hebben." En zonder verder ant woord af te wachten, zond ik een boodschap naar den dokter, die dan ook kort daarop binnentrad. Wij behoefden niet veel woorden te bezigen, om hem op de hoogte van de zaak te stellen. Wjj waren aan het zoeken Van een geheime kamer, die, naar men ons had gezegd, uitkwam in het vertrek waarin wij ons thans bevonden. Daar ik de zaak volstrekt niet geheimzinnig wenschte te behandelen en ik natuurlijk niet wist, wat die ontdekking aan het licht zou brengen, vroeg ik hem, mij door zjjne tegenwoordigheid te willen steunen. De lieer Tamworth ging middelerwijl au het zoeken. Hoe hjj het beweegbare paneel in de ouderwetsehe lambriseering wist te vinden, kau ik niet zeggen. Wat ik eigenlijk vreesde, kan ik evenmin zeggen. Voor zoover ik bjj machte was te redeneeren, be stond er niet de minste reden om angstig te zyn, en toch beefde ik over al mjjn leden en steeg rajjne onrust met elke minuut. Het zacht getik, dat mjj in de ooren klonk, zeide mij, dat het gevreesde oogenblik naderde, en die ge dachte deed mjj huiveren. Maar waarom toch? Die vroegere veronderstelling van ons, dat de Urquharts hunne kostbaarheden hadden verborgen, was immers volkomen aannemelijk. Meer dan dat, zjj was hoogst waarachjjnlijk, vooral nu wjj hadden ontdekt, dat het huis eene geheime bergplaats bevatte, die niemand kende, doch waarvan Urquhart toevailig het bestaan had ontdekt, iets wat het verhaal van den heer Tamworth duideljjk bewees. Deze en dergelijke gedachten vlogen mjj door het hoefd, toen een blijde uitroep mij deed opschrikken. Nauwelijks had ik den moed mjj van het venster af te wenden, zelfs niet toen ik wist dat de opening was ontdekt en er slechts op mjj gewacht werd om er binnen te gaan. Wordt vervolgd). Zoodra de inwendige mensch genoegzaam versterkt i was, nam hjj eeQ dagblad en toen ook de inhoud daarvan verslonden was, werd hjj naar zijn logies teruggebracht. Op mjjne vraag hoe het mogelijk was, dat met iemand, die verdacht wordt een moord te hebben begaan, z66 onvoorzichtig wordt omgegaan, luidde het doodbedaarde antwoord,- dat sommige omstandig heden deden verjnoeden, dat hij de ware schuldige niot is en hij bovendien pió goed stond aangeschroven, dat niemand er aan daoht dat hij er op een onbe waakt oogenblik wol eens van door zoude kunnen gaan. Naast de gevangenis is het schavot opgetrokken, dat evenwel thans geen dienst meer doet, daar ter dood veroordeelden in de Staatsgevangenis „Sint Quentin", op eenl rots ten noorden van San-Francisco gelegen, hun vonnis ondorgaan. Dat schavot is uit sluitend ingerioht pm de veroordeelden door ophanging om het leven tij brengen. De vloer, ongeveer 17 voet van den beganen grond, welken men door eene houten trap berejkt, bevat in het midden twee val luiken, die door middel eener ijzeren staaf met hef boom aan elkander kunnen worden bevestigd. Boven dat luik bevindt zich een houten rol, waarom het touw gewonden is, waarvan het eind door een in het midden aangebracht gat gestoken is en de strop bevat. Zoodra nu de veroordeelde dien om den hals heeft, wordt de ijzeren staaf verwijderd, de beide lujken vallen omlaag, het touw rolt af en de val van 17 voet heeft onmiddellijk den dood ten gevolge. Tan het touw, waarmede de twee laatste vonnissen zjjp voltrokken, werd ons zeer hoffelijk een stukje aangeboden. Door geen onzer werd echter hooge ds gesteld op het bezit daarvan en mitsdien even "elijk voor de eer bedankt. |Een van voorschreven oude inwoners, een Ier, die omstreeks het jaar 1851 Mariposa na eene lang durige reis, die eene uitgaaf van 1000 doll, vor- defde bereikte, deelde mjj in hoofdzaak het vol- geiido mede: Ongeloofelijke hoeveelheden goud werden er ge vonden, niet alleen in de beddingen der kreken, maar in de bergen en dalen, overal waar men maar mét spade en houweel in den grond kwam was men nagenoeg zeker het edel metaal aan te treffen. De voorbeelden dat mannen, die 's morgens zonder een cent op zak, 's avonds met een aanzienljjk vermogen thuis kwamen, waren volstrekt niet zeldzaam. Mjjn zegsman herinnerde zich o. a. nog zeer goed, dat een der goudzoekers op zekeren avond tamelijk in ken- nelijken staat verkeerende, Mariposa binnen kwam zeilen, terwjjl er zich in twee kleine emmers, die hjj aan de armen had hangen, voor 11000 doll, aan goud korrels en stukken gedegen goud bevond. Deze wijze van gouddelven werd „pocketmining" genoemd, om dat het goud in den letterlijken zin des woords met zakken vol werd thuis gebracht. Meermalen ge beurde het, dat er tusschen de huizen in stukken werden gevonden, die eene waarde rad 15000 doll, vertegenwoordigden. Tot goed begrip van dit laat ste voeg ik er aan toe, dat wegen destjjds totaal ontbraken, daar het vooral in de eerste tijden vaak gebeurde dat in de straat zelve naar goud werdge- zooht en het ook gevonden. De verbazende hocveelhoden edel metaal, die dag in dag uit opgegraven werden, maakten dat de toe vloed van begeerigen steeds grooter werd en zich onder hen niet alleen gouddelvers, maar ook kooplie den bevonden, die in korten tijd grooter kapitalen verwierven dan de meeste geldzoekere, die 's avonds in de speelhuizen in den regel alles verdobbelden en verdronken, wat overdag bijeengegaard was. Al gemeen was men namenlijk de overtuiging toegedaan dat hut geheels land zulk een onuitputtelijken voor raad goud bevatte, dat er voor verscheiden geslach ten genoegzaam voorhanden was. Poko en Monte waren de meest geliefde hazard spelen, die in enkele uren duizenden dollars van de eene in de andere hand deden overgaan. Ook de kasteleins (barkeepers) maakten goede zaken, want geld was destjjds nog niet in omloop en men be taalde elkander mot het gevonden goud, dat bjj on sen ea gedeelten daarvan werd afgewogen b. v. was het gewoonte dat de kastelein met duim en wijs vinger een greep deed in het lederen zakje, dat de gevonden goudkorrels bevatte, waarmede één dronk betaald was. Zoo'n greep vertegenwoordigde tusschen de drie en vior dollars, en aangezien er niet alleen 's avonds en 's nachts, maar den geheelen dag on telbare glazen whiskey, brandy en andere dranken verzwolgen werden, kan men zich een denkbeeld vormen van de enorme kapitalen, die er in genoemde huizen verdiend zijn. Dpor drank en spel verhit gebeurde het nagenoeg eiken nacht, dat er twist ontstond, die eindigde met het neerschieten of doodsteken van een der partjjen buiten het speelhuis, waar het lijk den volgenden morgen door een der eerste voorbijgangers of de buren gevonden werd. Een van die afgebrande en half ingestorte speel- en danshuizen bevindt zich vlak naast het hotel, waar wij verblijf hielden en waarvan de eigenaar ons de plaats aanduidde, waar men 's ochtends heel in de vroegte de slachtoffers van misdaden vond liggen. Nadat zekere James W. Marschall die in 1812 te Hope Township in het graafschap Hunterdon, Staat-New-Yersey, werd geboren in Januari 1848 het eerst de aandacht had gevestigd op de aanwezig heid van goud in Californië, werwaarts hij zich nn 1845 begeven had, waren de vrouwen gedurende den eersten tjjd zoogoed als niet vertegenwoordigd, en klinkt het dan ook niet heel vreemd dat de enkele exemplaren van het sehoone geslacht, die zich des tijds onder de mijnwerkers bevonden, niettegenstaande zij in geen enkel opzicht op eenige achting aanspraak konden maken, als op de handen gedragen werden. Kinderen zag men natuurlijk even weinig, en het ver haal, dat volgt en uit een wetenschappelijk werk over „Californië en zijne bevolking" geput is, geeft op eigenaardige wjjze den toestand van die dagen weer. „Te San Francisco gebeurde het nog in 1851, dat tijdens de voortreffelijke voorstelling eener Itali aansche opera, een kind van drieviereljaars, 't welk de moeder, omdat zjj het niet zonder opzicht tehuis wilde laten, mede naar den schouwburg genomen had, bij een der sohoonste aria's luid begon te schreeu wen. Plotseling klonk uit do hoogste galerij eene krachtige stem: „Gij zangers en spelers, houdt op met uwe muziek en laat het kind schreeuwen, want zulk eene muziek heb ik in jaren lang niet gehoord." Eene daverende toejuching volgde op die woorden; de voorstelling werd gestaakt tot de kleine virtuoos zijn oordoovend gezang had geëindigd, waarvoor hem daarop van alle kanten luide dankbetuiging werden gebracht." Als een sprekend feit, dat thans nog het gevoel voor het werkelijk sehoone bjj de meeste Yankees uiterst oppervlakkig is, diene het volgende Toen Sarah Bernhardt onlangs in voorschreven stad de rol van Cleopatra vervulde, had een der bezoekers van de galerij de aardigheid een straat deuntje te gaan blazen op een ocarina, zoodra het scherm, na een der fraaiste bedrijven, was neerge laten. Niet alleen liet men den man rustig zijn gang gaan, maar er brak zelfs na het eindigen »an zijn lied vier malen herhaald donderend applaus los, ook van de eerste rangen en 8arah Bernhardt, de alom gevierde en bewonderde actrice, moest zich met minder geestdrift tevreden stellen. De Nijm. Ct. doet hot volgende grappige verzoek „De secretarissen van kieevereenigingen en verdere opatellers van circulaires en manifesten worden be leefd uitgenoodigd, daar zij de dingen vooreerst zeiven toch niet noodig hebben, eens ter bezichtiging te willen stellen de volgende voorwerpen a. „de sporen» die door hunne candidaten bjj ver schillende gelegenheden zijn verdiend h. „de spitsen" waaraan deze zich altijd gesteld hebben c. een proefje van „de brandende kwestie" d. den welbekenden „vogelaar» met zijn «fluit» e. twee kiezers, die „schouder aan schouder" naar de stembus zjjn gegaan de „eigen beenen» waarop alle flinke kiezers gestaan hebben g. de „neuzen" waarop al de kiezers hebben moeten passen h. de „eigen oogen" waardoor ze hebben moeten kijken den candidaat, dio het een of ander „in den kortst mogelijken tjjd tot eene oplossing zou brengen" j. den dito die de vrijheid redden zou „eer het te laat is" k. een teekening en plattegrond van „de haardste den en altaren" in Nederland l. het hart en de nieren van een bjjzonder braaf kiezer En m of ten slotte een paar droppels van het veel besprokene „nieuwe bloed". De tentoonstelling zou echter niet volledig zijn, wanneer men daarbij tevens niet zou kunnen bezich tigen o. de „adders» die onder het gras schuilA; p. de „lansen» die gebroken worden q. „The right places" waarop de „right men» komen r. de „vossen" die de passie preeken s. de „mannen» dio „pal" zullen staan; t. de „nieuwe dageraad» die zal aanbreken, wan neer de oppositie-candidaten zullen gekozen worden het „klavier» der volksoonscientie v. een el of wat van het „richtsnoer» waarlangs de daden van den candidaat zullen worden geleid w. het „open oog» voor de belangen der kiezers; x. de «banier» die „hoog gehouden" wordt ij. de „roode draad" die door de redeneeringen loopt i. de „wind" waarin de raadgevingen geslagen zijn. Op het terrein van het tentoonstellingsgebouw zou men voorts nog moeten kunnen zien „het leidend beginsel," „hot krijt» waarin de candidaat zal treden voor de belangen van het volk, „do wog" waaraan de candidaat getimmerd heeft en de „tribune» wier toe juichingen de candidaat niet noodig heeft gehad. Van de Etiropeosche volksvertegenwoordigingen is alleen het Engelsche parlement nog aan don arbeid, maar toch zullen ook de Engelsche afgevaardigden wel niet zoo heel lang meer bij elkaar blijven. De begrooting voor Ierland is ten minste zeer snel afgehandeld. Ondanks de pogingen der Home-rulers om de behandeling to vertragen en de verschillende posten te verlagen, is ten slotte do geheele begrooting goedgekeurd. Van de beraadslagingen, welke dit besluit voorafgingen, verdient de redevoering, welke de minister voor Ierland, de heer Balfour, hield, zeker wel vermelding. De minister verdedigde de Iersohe staatkunde der regeering, maar voegde er bij dat hij in het volgende jaar een wetsontwerp zal indienen, tot hervorming \an het plaatselijk bestuur in Ierland, op den zelfden grondslag als dit bestuur in Engeland en Schotland is geregeld. Bij dit ontwerp zal rekening worden gehonden met de wenschen en behoeften der Iersche bevolking. Te Bern worden groote toebereidsolen gemaakt voor het zevende eeuwfeest van de grondlegging der stad, hetwelk van 14 tot 17 Augustus zal wordon gevierd. Tot de hoofdnommers van het feestplau be- hooren1°. een historische optocht vau 1200 per sonen, waaionder 250 te paard; 2°. een feest inde vrije lucht, waarbij feestredenen zullen worden ge houden, gevolgd door uitvoeringen van gezang en muziek3°. een feest van de gezamenlijke school- leerliogen. In Oostenrijk is den 20sten Juli met groote feeste lijkheden de dag herdacht, waarop de Oostenrijksche admiraal Tegethoff voor 25 jaren de Italiaansche vloot bij Lissa overwon. Het feit was dan ook wel waar4 herdacht te wor den. De oorlog tusschen Pruisen en Italië tegen Oostenrijk spoedde ten einde. Daar de Italiaansche vloot nog niets had uitgericht ontving admiraal Persano last het eilandjo Lissa, dat door 1900 Oosten rijkers met 77 kanonnen werd verdedigd, te bezetten. De Oostenrijksche admiraal kwam met zijn eskader het eiland te hulp. Ofschoon de Italiaansche vloot 11 pantserschepen telde, terwijl Tegethoff er maar 7 had, behielden de Oostenrijkers, dank zij do betere aanvoering, met hun houten schepen, het terrein. Het Italiaansche admiraalschip Ro d' Italia werd in den grond geboord, een tweede pantserschip de Palestro vloog in de lucht, een derde, de Affondatore, werd zoo beschadigd, dat hot spoedig zonk en een vierde, de Re de Portugalle werd buiten gevecht gesteld. De overige Italiaansche schepen moesten overhaast den aftocht blazen, terwijl de Oostenrijkers geen enkel schip verloren. De commandant van het Oostenryksche admiraal schip Erzherzog Ferdinand Max, baron Sterneck, die de Re d'Italia in den grond boorde, is nu admiraal en woonde natuurlijk de plechtige herdenking der overwinning te Weenen by. Ook in de haven Pola werd de dag feestelijk herdacht, o.a. door het leggen van kransen op het standbeeld, hetwelk daar ter eere van Tegelhoff, den overwinnaar van Lissa is opgericht. Nu echter zijn beide volken verzoend en bondge- nooten, zoodat dan ook admiraal Pitner bij het feest maal te Triest den feestdronk kon wijden aan de „verbonden Oostenrijksche en Italiaansche vloten*. Eene brochure, tegelijkertijd te Londen en te Leipzig verschenen, van de hand „van een ingewij den Rus,* met den titel„Onthullingen van het leven van den Czar," tracht aan te toonen, dat Ale xander III niet aansprakelyk kan worden gesteld voor de gruwelen gedurende zijne regeering bedreven. Enkele opmerkingen uit het boekje mogen hier eene plaats vinden. Alexander III is voor het tegenwoordige geslacht een bijna gesloten boek. Zijn innerlijk wezen te verbergen voor het publiek, dat stelde de omgeving van den vorst zich steeds tien doel, met geen ander oogmerk dan om het te doen voorkomen, dat „hare* daden volgens den wil van den alleenheerscher ge schieden. De vermoording van Allexander II riep in de ziel van den jongen monarch natuurlyk een verlangen naar wraak wakker, en nu stelde de om geving zich voortdurend tot taak, dien onder den indruk van den schrik ontstanen zielstoestand te doen voortduren. Zij kozen het geschikte oogenblik, om zich eeneu keizer te vormen, die hunne werken der duisternis zou laten begaan. Met eene duivelachti- gen takt schilderen zy hem de zwarte ondankbaar heid van het ruwe volk, dat het zijne noodlottige roeping was te besturen. Vervolgens moest noodzakelijk in hun belang de zwartgallige, menschenhatende genoemdsstemming biyvend zijn. Slechts onder die voorwaarde konden ze op den dunr de vruchten van hun werk oogsten.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2