Versche ZALM PANORAMA. muis TE GOUDA. KAPITAAL EN ARBEID. Bessengenever TWI1 WlIIISt. HH. Hengelaars. Baltenlandsch Overzicht. PETROLEUM-NOTEERINGEN ADVERTENTIËN C. van VELZEN, Viscbmarjtt. ParijscheTentoonstelling N I E tl VV Canlzlaar Schalkwijk, te Rotterdam Donderdag- 30 Juli, 8 ure, Vrijdag 31 Juli 1891, 8 ure, 2v£. J". IDE weinig of diet gebruikt is. Er wordt geweldig reel gewielerd tegenwoordig, en door de oprichting ren salons, waar men rijwielen kan horen, is deze sport overgegaan op het ras der Zondagsrniters (wat roor de veiligheid ran den voetganger niet altijd bevor derlik is)en dat er eene zekere mutatie in het materieel kwam, is das begrjjpelgk, waarby men de aanbeveling „soo goed als ongebruikt* met het be kende korreltje zout zou kannen slikken. Maar de aanbiedingen zijn toch te plotseling en te talryk om niet eenig wantrouwen te wekken. Ik zeg niet, dat het zoo is, maar ik zou toch bijna durven vermoeden, dat hier iets van de z.g. „zwarte bende* achter schuilt, die in onre stad op verregaand brutale manier hare oplichterijen pleegt, wetende dat de politie machteloos is of zich voor machteloos houdt. Indien de natuurlijke en wettelijke beschermens van den eigendom en de rechtsveiligheid eeue aanleiding vin den om een onderzoek in te stellon naar de herkomst van al die „occasie-safety's* enz., dan veroorloof ik mg daarom, de bijzondere aandacht van rijwielfabrikanten te vestigen op de wenschelgkheid om zich, alvorens leveringen aan Haagsche „firma's* te doen, vooraf goede en vertrouwbare inlichtingen omtrentdesoliditeit en het reëele bestaan van zulke „firma's* te verschaf fen, die soms vlugger ziju in 't bestellen en accep teeren dan in 't betalen. Ik voeg er den wensch bij, dat onze Hollandsche kamers van koophandel b.v. zich mogen verstaan als de politie het niet tot hare bevoegdheid rekent omtrent het aanleggen van „zwarte boeken*, waarin al die z.g. „firma's* paraisseeren, die recht bobben op de bijzondere aandacht van ieder solied handelaar. In Duitschland bestaan zulke schandborden reeds lang. Ten onzent zijn ze, helaas! ook dringend noodig geworden. De Arbeidsraad, die onlangs hier ter stede tot stand kwam, sohijnt zijne werkzaamheid met een flink debuut te willen openen. Het denkbeeld n.l. om, op het voorbeeld van Rotterdam, na te gaan of ook hier inderdaad het misbruik der uitbetaling van het weekloon in herbergen en kroegen bestaat, is in goede aarde gevallen; de raad is voornemens, er zich voor te spannen. Gelukkig 1 Want geen grooter gruwel dan die samenspanning van patroon, baas, opzichter of wie de hoofdschuldige is met een drank- verkooper somtijds zeer na familie van den eersten schuldige om de werklieden te dwingen, eenige uren in eene kroeg op de betaling van hun loon te wachten en inmiddels, natuurlijk, een steeds toene mend gedeelte daarvan aan borrels te disconteeren. Mag men de geruchten gelooven, dan gaat dit zelfs gepaard met ontduiking van de drankwet op vrij groots en tamelijk brutale schaal, wel niet onder t luikend oog, maar toch „a la barbe* van de politie. Kon de Arbeidsraad een particulier college van scheidsrechters en bemiddelaars er in slagen, daar omtrent licht te doen opgaan, feiten vast te stellen en, misschien, verbetering aan te brengen of anders daarvan de noodzakelijkheid te constateeren, dan zou hij dus reeds daardoor zijn reden van bestaan bewijzen. Bij d» behandeling van de wet op den fabrieks- arbied heeft Lord Salisbury een karakteristiek grapje gemaakt over inspecteurs en geïnspeoteerden. Ér waren, zoo zeide hij in het debat, al inspecteurs ge noeg en de tijd zou niet ver meer zijn, dat er meer inspecteurs waren dan menschen, die geïnspecteerd moesten worden. De geestigheid was niet zeer apropos zegt de Pall .Mali, en kwam bjj de behandelde zaak eigenlijk niet best te pas, maar in zaken, waarin hg geen persoonlijk belang stelt, veroorlooft de premier zich nog wel eens een „slip of the tongue.* De quoestie was of de inspectie van werkplaatsen uit hyiënisoh oogpunt moest worden overgelaten aan het plaatselijk gezag of aan het toezicht onderworpen zon zjjn van het fisbrieksdepartement in het minis terie van binnenlandsche zaken, 't Was dus geen vraag naar meer of minder inspecteurs, maar naar plaatselijke of centrale inspeoteurs. Indien intusachen de lokale inspecteurs hun werk goed doen, moeten er dan ook misschien meer van hen worden aangesteld P Hier zit hem waarschgnlgk de knoop. De plaatselijke inspectie laat te wenschen over, omdat de inspecteurs te dikwgls onder plaat selijke invloeden staan en daarom is het noodig de rgks-fabrieksinspecteurs te vermeerderen en hun werkzaamheid uit te breiden. Een treurig-verma- kelijk staaltje omtrent den werkkring van zulk een plaatseljjk en afhankelgk inspecteur werd nog eens opgehaald, al gebeurde het vjjf of zes jaar geleden; ToooeelEen klein melkwinkeltje, onverwachts bezocht door een fabrieksinspecteur op weg naar een werkplaats achter in huis. Juffrouw, den rgks-inspecteur aanziend voor een plaatselijk inspecteur, reikt hem een shilling over, die met een glimlach wordt afgewezen. Zij roept haren man beneden in den kelder toe„Hg wil hem niet hebben.* Man, roept in antwoord naar boven„Geef hem een halve kroon en zeg dat we nooit meer geven.* Een akelig lot heeft eene oude dame, Mad. Bois- garnier, getroffen, die geheel alleen in de buurt van Lyon woondehaar eenige gezellen waren twee kat ten, hare lievelingen. Kort nadat zjj zich Dinsdag ter ruste had begeven, werd zjj gewekt door een plotselingen aanval van haar twee lievelingen, die haar vinnig in het lichaam beten en haar op ver schrikkelijke manier met hun klauwen verscheurden. Toen er hulp kwam bevond men dat de katten dol waronslechts met de grootste moeite werden zg af gemaakt. De oude dame werd in hopeloozen toe stand naar het gasthuis gebracht. Onlangs is het dërdó deel verschenen der Souve nirs intimes de la cour des Tuiteries van madame Carette, de vroegere hofdame van keizerin Kugénie, dat evenals de beide vonge1 doelen enkele aardige détails, maar toch niet voel interessants bevat. On der de vele bijzonderheden is ook een geschiedenisje ingevlochten, waardoor de wereld moet begrijpen; dat Napoleon III nooit carbonaro is geweest, noch zich met Italvaansche samenzweerders heeft ingelaten „Den 15 Nov. 1871," zoo vertelt madame Carette, „was op t kasteel Chislekurst eer klein gezelschap om den onttroonden keizer bgeen en het gesprek kwam op de groote veranderingen, die in de parijsohe kringen padden plaats gehad. „Waar tien personen samen zgn," merkte men op, „zgn er zeker ook vgf uiteenloopende meeningen vertegenwoordigd."„Ze ker,;, sprak de keizer, „dat ligt in het Fransche volkskarakter. Zelfs hier in dit gezelsohap zgn al lerlei richtingen aanwezig. Gjj," sprak hg tot zijne ge- mglin, *waart altijd legitimistisoh gezind, een dweep ziekte vereerster van den graaf van Chambord 1 Je rondt zelfs zgne proclamatie mooi!" De keizerin moest het lachend bekeunen. „Madame Lebreton," ging de keizer voort, „trekt partjj voor de Orle ans; ik weet, dat ze een soort van eerbied koestert roor die prinsen." Inderdaad was de voorlezeres der keizerin evenals haar broeder, graaf Bourbaki, opgevoed geworden door koningin Marie Amélia en h«d lang in Neuilly gewoond bij de koninklijke fa milie. „Gjj ,Conneau." wendde zioh de keizer tot zgnen ouden vriend, „gg zgtaltjjd tot heftige uiter sten geneigd. Ge «aart een vijand der maatschap pij, een echte carbonara en in Florence hebt ge tot een geheim genootsohap behoord." Alle aanwezigen lachten. Daarop ging de keizer op ernatigen toon voort: „'t Is dwaas, hoe de praatjes in de wereld komen. Gg hebt zeker ook wel gehoord, dat ik eens samenzweerder moet zgn geweest, lid van een Italiaansch geheim genootschap en men heeft mijn latere houding tegenover Italië daardoor trachten te verklaren en zelfs het sprookje bedacht, dat tk Orsioi op den avond voor zgne terechtstelling bezocht, om hem tot de vlucht in staat te stellen, maar dat Orsini het recht zjjn loop wilde laten hebben. De oorzaak van al die fabeltjes is, dat mjjn oudste broeder, prins Louis Napoleon, die met mjjn vader in Florence woonde, in nauwe betrekking stond tot de jonge, tegen Oostenrjjk vijandig gezinde nationale Italiaansche partg. Hoe meer zg werkten roor de eenheid van Italië des te heftiger werden ze vervolgd. Ge weet, Coa- neau, dat mijne arms broeder een zeer beminnelijke maar ook een zeer onvoorzichtige jongen was. Ik woonde toen in Zwitserland met mgn moeder, was nog te jong om die denkbeelden te begrijpen en hield mg enkel met militaire studiën bezig. Te Florenee kwam kwam ik weinig, maar mgu broeder die toen prins Louis werd genoemd, kwam dikwgls op 't slot Aronenberg. Na zijn dood nam ik zijnen naam aan en van dien tjjd af heette ik prins Louis Napoleon. Mgn broeder stierf jong en is in Frankrgk weinig bekend geweest. Toen ik door de omstandigheden later naar dat land werd gevoerd, verwisselden veel menschen, die hem in Italië gezien hadden, ons en daaruit ontstond het geruoht, dat ik carbonaro was geweest». „Maar papa*, vroeg een oogenblik later de keizerlijke prins, u noemt mama legitimists, mad|- me Lebreton orleaniste en dokter Conneau republi kein, wie vertegenwoordigt dan hier de imperalisten f De keizer trok hem hartelgk naar zich toe met de woorden„De imperalisten P Dat doet gij, mijn jongen 1* Thee. De heer F. A. L. de Grugter, hoofdagent der Paraban Salak Thee-onderneming sohrjjft In een ingezonden stuk in het Utr. Dagblad „Hoe er met China-thee soms gehandeld wordt, kan men lezen in een zeer zakeljjk artikel„Tea Tea Cups* in de „Washington Evening Star" 27 Juni 1891. Na eene beschrijving gegeven te hebben van de thee-plantage en de bereiding van thee, zegt de schrgver o, a. onder het opschrift „the fiering room" het volgende „Dé droogkamcr. „In het vertrek stonden lange, dicht aaneengesloten rjjen diepen jjzeren schalen, waaronder een vuur van houtskool brandde. Boven elke schaal leunde een man of eene vrouw, die met de handen de heete theebladen voortdurend omkeerde. De arbeiders, be last met het theedrogen, behooren tot de laagste klasse, een feit dat terstond in het oog viel, ook al' had men het ons niet verteld. onmiddellijk na ons laatste gesprek weggegaan en zou niet terugkeereen ten minste dit had men mij gezegd vóór juffrouw Leighton acht dagen lang mevrouw feit was geweest. Niets zou dus eene schaduw op mgn huwelijksdag werpen. „Ik zag Honora het eerst. Eerst later kwam Mary. „Door de gulheid harer nicht had zij een prachtig bruidatoilet van gele zijde gekregen, dat in het zon licht als de zon zelve schitterde. De borstdoek, waarvan de vervaardiging mij zoo veel verdriet had bezorgd, was over haren boezem gevouwen, ieder takje bad in mijn oog zijne lijdensgeschiedenis. Op dien doek waren tegen haar blanken hals de bloemen gehecht, zonder welke haar toilet niet voltooid scheen. In het haar, dat hoog was opgemaakt, schitterde een breede gouden kam, en aan den arm droeg zij twee armbanden, waarvan de meesterlijke bewerking mij zeer bekend was, want honderden jaren waren zij een erfstuk onzer familie. Mary was schóón als een droom,, trotsoh als eene koningin, koud als een beeld, maar zij was de mijne Wachtte de geestelijke niet op ons in de kerk, en stonden de paarden, die ons daarheen moestep voeren, niet voor de deur op hun gebit te knabbelen P „„Mary reed met mg weg. Vier witte paarden waren voor juffrouw Dudleigh's rijtuig gespannen, en daarmede reden wij in staatsie door het fraaie park, dat het vorstelijke landhuis van de overige gebouwen scheidde, de propvolle straten in, waar duizenden stonden te wachten, om een kijkje te heb ben van de mooiste vrouw in Albany, die weldra in het huwelj'k zou treden. Juffrouw Dudleigh reed achter ons in een ander rijtuig, en de hoera's, welke men te onzer eere aanhief, hielden niet op alvorens zg v orbjj was gegaan, want men wist dat zg, of- schoon niet zoo mooi, spoedig denzelfden weg zou Jijden, e« men hield reel van Honora Dudleigh om hare weldadigheid. „Zoo reden wij wog, Mary met een zegevierend blosje op hare wangen en ik in een van die zalige stemmingen, zoodat ik niet eens de half lachende' aanmerkingen hoorde van hen, die opkeken, dat zulk een eenvoudig man als ik, zulk eene erkende schoon heid naar het altaar voerde. Wij hadden den laog- sten weg reeds afgelegd, wij hoorden reeds het klokkengelui der Oude-Noorderkerk. Een oogenblik nog en de toren zelf zou zichtbaar worden, toen plotseling de vrouw, die ik liefhad, de vrouw, wier, huwelijk de geestelijke zoo aanstonds zou inzegenen opsprong en zich snel tot mg .keerende, uitriep W „„Laat het rjjtuig keeren! Ik ga vandaag niet met je naar de kerk 1" U heeft misschien wel eens gehóórd van afgedwaal de kogels, die uit den een of anderen hoek plotseling iemand aan een gastmaal dooden, Zulk een kogel trof, mg thans. U zag Maiy vol afgrijzen aan. „Je denkt, dat ik je voor den gek hond", mom pelde zg, draaar dat is zoo niet. Ik wil naar huis». Zij meende het, daaraan viel niet te twijfelen, al had ik het ook wel willen uitschreeuwen van smart en schaamte. Ik bukte mg voorover en gelastte de koetsier in galop terug te keeren, omdat jaflrouw Leigthon plotseling ongesteld was geworden. Toen keerde ik mg met de kalmte der wanhoop tot haar en zeide «Heb medelijden mot mijn eergevoel. Ik heb ge zegd dat je ziek bent eq zoo moet je je nu ook houden. Dat is het eenige wat je nog voor mg doen kunt." Het rijtuig keerde en wij reden naar het hek terug dat wij zooeven jn staatsie verlaten hadden. „Zij is ziek», 'riep ik jufliouw Dudleigh toe, zoo dra wij haar rijtuig voorbijreden. Zij antwoordde niet. Zg keek over de hoofden dor menigte naar iets, dat haar oog en zinnen boeide, en getroffen door de uitdrukking van haar gelaat, volgde ik haar blik en daar op de achterste rij der toeschouwers stond Edwctati Urquhart en zocht zich te verschuilen. Daar werdwVet mij op eens duidelijk, dat hg mijn huwe- lgk «let had hij, dien ik ver weg waande, maar die aR' gekomen was om zich tusschen mijnen bruid en het altaar te plaatsen. Ik zat als versuft. Het rjjtpig hield weldra voor juffrouw'Dudleigh's huis stil en ik wist, dat ik thans handelen moest. De dienstboden, die thuis waren gebleven, konden hare oogen niet geil Wordt vervolgd). „Oude (rouwen, die in den mond slechts enkele overblijfselen hadden van hare zwartgevorfde tanden magere, uitgehongerd uitziende oude mannen, jongens en meisjes, o, zulke afkeerwekkende hoofden en ge zichten, die allen waren een levendige illustratie van de walgelijkste advertentiën van gepatenteerde middelen tegen huidziekten. En deze allen waren bezig om voor de markt gereed te maken „the cup that cheers". Tusschen de schalenrijen liep van tijd tot tjjd een man op en neer met een zak van hel blauwe poeder (waarschijnlijk indigo) en wieip een handvol in iedere sohaal. Hij werd gevolgd door den zoogenaamden uitschelder (scolder), een leelijke koelie, die een dikken stok droeg en telkens luide op de schalen sloeg, en de arbeiders door schelden tot meer vlijt trachtte aan te sporen. Het leven, teweeg gebracht door het omroeren, en dat schelden de hitte van de jjzereh bakken, en de herhaalde aan maningen, die wjj ontvingen om ons in acht te nemen voor ongedierte, dreef ons uit dit pandemonium van vnilo geesten en wjj betraden opnieuw de wijd ge bouwde, aóngename straten van Mobe." De fe( sten te Petersburg duren voort. Twee feiten worden daarbij vooral op den voorgrond gesteld, dat czaar Alexander, geheel buiten het program, een be zoek heeft gobraoht aan het Fransche admiraalschip en dat de Czaar, toeu aan boord de Marseillaise werd gespeeld, opstond en hot Fransche volkslied staande aanhoorde. Bovendien zond de Czaar nog een tele gram aan president Carnot, waarin hjj den president zijn tevredenheid betuigde over het bezoek. Natuurlijk werd dit telegram door den president dor Fransche republiek onmiddellijk met een dankbetuiging voor de ontvangst beantwoord. Het is duidelijk, dat czaar Alexander de meest mogelijke beleefdheid jegens zijn Fransche gasten heeft willen toonen. De Standard gaat zelfs zoover, om in de opvallende wjjze, waarop de Czaar de Franschen heeft ontvangen, de opzettelijke bedoeling te zien van don Czaar om der wereld te toonen, dat hjj geheel bekeerd is eu nu inderdaad bereid is een verbond met de Fransche republiek te sluiten, Moskou wil nu niet achterblijven bjj Petersburg. Het stadsbestuur heeft den Franschen admiraal ook tot een bezoek aun de oude Czarenstad uitgenoodigd. Naar alle waarschijnlijkheid zal admiraal Gervais aan deze uitnoodiging gehoor geven en met eeu deputatie der officiereu naar Moskou gaan, teneihde zich daar op even schitterende wijze te laten ontvangen. Heden wordt koning Alexander van Servië te Moskou verwacht. De gouverneur der Czarenstad, grootvorst Sergius, is reeds naar de grens vertrokken, teneinde den gast van zjjn broeder, zoodra hij het gouver nement Moskou betreedt, welkom te heeten. De Fransche Minister van Marine bljjft en de be- grootingscommissie bljjft. Het telegram, dat dezer dagen gewag maakte van oneenigbeid naar aanleiding van de plannen van Brisson, wordt voor niet geheel juist verklaard. Het votum van de commissie ten gunste Brissonhervormingsplan werd, zooals men weet, aangenomen met 9 tegen 8 stemmen, maar dit zou geheel zonder betoekenis zijn, daar van de S3 leden niet minder dan 16 afwezig waren. Wij dienen ook ditmaal weer eenige oogenblikken met onze gedachten in Engeland te vertoeven. Hebben wij dezer dagen gewezen op de ideeën van lord Salisbury omtrent eene nieuwo kiesrege ling hoorden wij uit den mond van den minister van Ierland goede woorden in het belang van Home Rule, thans weet men te melden dat lord Salisbury het groote kunststuk wil uithalen om zjjn ministerie zoodanig te herzien dat daarin zelfs een liberaal zit ting zal nemen. Dat er eeno wijziging in het kabinet zal komen is zoo goed alk zeker. Minister Smith verlangt er naar, wegens lichamelijke ongeschiktheid, het leider schap neer te leggen. Den minister Balfour acht men het meest geschikt, .Smith op te volgenmaar hiertegen verzet zich eene ancienniteits-quaestie. De minister Goschen zou, als Balfour, die jonger is', werd aangewezen als Smith's opvolger, zich gepas seerd achten en zijn ontslag nemen. Intusschen is noch de ministerieels partij, nooh de oppositie over 'tgeheel met Goschen's leiding ingenomen. 'Men leiding ingenomen, meent nu dat Salisbury lord Hartiugton, die reeds vroeger bjj afwezigheid van Gladstone als leider der oppositie optrad, in het kallinet zou 'willen opnemen en ook Chamberlain eene portefeuille aanbieden. Door zulk oen handigen zet om twee bekwame oud ministers, die zich van Gladstone hebben afgeschei den, aan zich te verbinden, zou Salisbury mot meer gerustheid de nieuwe verkiezingen of eene ontbin ding kunnen afwachten.' Maar de groote vraag is zullen die, beiden) zich leenen tot zulk een kras en grievend spel tegenover do great old manen niet minder tegenover de partij Het is echter ook niet onmogelijk dat al die plannen in omloop worden gebracht om invloed uit te oefenen ten gunste der leden van het huidige kabinet, tegenover wie de kiezers bjj den a. a. strijd dan welwillend zouden gestemd worden. Welwillend gestemd, ja zeer vriendschappelijk zeker zal bet Engelsche volk, met zjjne koningin aan het hoofd, zich toonen tegenover het Fransche afka der, dat na zjjn vertrek uit Kroonstad eenige havens van Engeland zal bezoekeu. Den 20en Augustus zal het zich o. a. te Portsmouth bevinden en door koningin Victoria worden ontvangen. Dit is eene eigenaardige politieke zetdie veel kan bjjdragen om de gemoederen, welke in Frankrjjk in beweging waren over de hartelijke ont- Vangst, keizer Wilhelm te beurt gevallen, te kal- meeren. En te meer is zulk een middel noodig nu ook de kroonprins van Italië met in het oog vallende har telijkheid door het Engelsche volk is begroet. Frank rjjk mocht daarom wel eens bewezen worden dat al die ovaties niets afdoen aan de vriendschappelijke gevoelens van Engeland tegenover de republiek. De „Times," die het bezoek van het Fransch eskader aan Rusland tot onderwerp van eene be schouwing koos, vindt het vriendschapsbetoon in het Czarenrjjk zeer begrijpelijk na de hernieuwing van het drievoudig verbond en ziet er een bewijs in dat Frankrijk en Rusland niet langer alleen staan. Daaruit put het blad de reden voor een waarschu wing aan de middqn-Europeesche mogendheden om een oog in 't zeil te blijven houden zonder zich tot noodelooze ongerustheid te laten verleiden. 1 Volgens de laatste berichten uit Bombay aan de Times is in de noordwestelijke provinciën van En- gels-Indië eindelijk de langgewenschte regen gevallen. Toch is de nood der bevolking daardoor niet op eens gelenigd! en heeft de Regeering besloten een som van 10.000 pd. st. ondersteuning van de ge- breklijdeuden te bestemmen. De correspondent te Brussel, die geregeld in het clericale Handelsblad van Antwerpen op de hoogte houdt van de staatskundige nieuwtjes, schreef den afgeloopen Zondag o. a. het volgende „De overname van Kongo door de regeering zal vroeger worden voorgesteld dan men geloofde. De millioenen, reeds door de wetgeving toegestaan, smelten als was, en men zal lang wachten naar de ontvang sten van den Kongoleeechen gzeren weg. „Zijn bouw zal overigens veel meer kosten dan men eerft gedacht had, en de Engelsche geldkisten, op welke men een beroep gedaan heeft, zijn niet wijd opengegaan. „Het persoonlijk fortuin van Leopold II volstaat niet meer tot het dragen van dieu last. Ook zal men weldra verplicht zijn de ambtenaars tot op het noodzakelijke aantal te verminderenreeds zijn eene heele reeks jaarwedden met 25 pot. verminderd." Eene zonderlinge manier inderdaad om de Bel gische natie voor het overnemen der Kongo-oniter- nemlng te winnen van de Makelaars De markt was heden flauw. Loco Tankfust 7.75. Geïmporteerd fust 7.86 September-, October-, November- en December-leve- ring 7.70. V' Getrouwd W. HERMAJï db GROOT IN E. M. DIRKSEN, die, ook namens wederzjjdsche familie, hun harteljjken dank betuigen voor de vele bewjjzen van belangstelling bg hunhuwelgk ondervonden. Goudax 29 Juli 1891. d a g e 1 jj k 8 verkrijgbaar, het liefst bjj roor- uitbestelling. Benedenzaal Sociëteit <RÉUNIE>, heden WOENSDAG nog waarmede het Panorama wordt gesloten. Tooneelgezelschap van den Tivoli- Schouwburg te Rotterdam. Schonwburgtent op de Markt over «ARTI-LEGI.» Directie; JAN C. de VOS en W. van KORLAAR. Drama in 8 tafreelen van d'ENNERIJ en CORMON. Tooneelspel in 3 bedrijven, van LUDWICH FÜLDA. BW Successtuk van alle Doitsche Schouw burgen. Prjjzen der Plaatsen: 1.25, 0.90, 0.60, 0.30. Tien Abonnementskaarten 10 Gulden. Plaatsen dagelijks te bespreken van 104 nre a 10 Cts. extra. Abonnementskaarten ook per stak verkrijg baar bij de hh.: A. DAM, Café-Restaurant, Kleiweg E. 95/97. F. X. HARDIJZER, Café Vede-Best, Grootè Markt A. 158. J. WOÜDENBERG, Café Harmonie, Groote Markt. F. GRENDEL, Sigaren-Magazijn, Korte Tiendeweg. L. A. de VLETTER, Groote Markt 97 naast de Zalm. Donderdag-, Vrjjdag- en Zondagavond ver trekt een extra tram der IJselstoomtrara* weg-Maatschappjj na afloop der voorstelling. Een onfeilbaar middel om ten allen tjjde overvloedig Visch te vangen, is de eOraisse da Hèron (Reigervet) Met gebruiks aanwijzing franco verkrijgbaar tegen postwissel ad. 1.6S bjj GÉRARD,Spiegelstraat 74, Amsterdam- la depót bjj O. MEHNERT, Korte Singel 2. Prima kwaliteit, 75 Ct. per Kan. Hooge Gouwe 255.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2