Buitenlandse!) Overzicht.
I
lag ml koman, reeds togen 1 September ontslag werd
verleend, was er trouwens geen tijd tot een nieuwe
oproeping, die dan ook geheel onnoodig was, daar
de ondervinding leerde dat Mqj, Molijn uitstekend
voldeed.
De heer Uoefhamer vraagt of dan voor tgdelqk
onderwijzeres een nieuwe oproeping geschiedde, welke
vraag de voorsilter bevestigend beantwoordt.
De keer van Veen keurt bet evenmin goed dat
de voordracht slechts uit één persoon bestaat. Dat
ii eigenlijk geen voordracht. Alleen zou dat goed
te keuren zijn als er gebrek aan oaderwqiereesen
bestond, wat, naar spr. meent, niet het geval is.
De Voorzitter verwijst opnieuw naar de stukken,
welke voor de raadsleden ter inzage waren, waaruit
blijkt dat geen betore onderwqzetes te verkrijgen is
als tij, die werd voorgedragen.
Daarop werd tot stemming overgegaan en Mej.
W. J. Molijn tot onderwijzeres benoemd met 12 St.,
terwijl 1 blanco biljet werd uitgebracht.
Ten slotte behandelde de Raad twee reclames
tegen aanslagen op het Suppletoir Kohier der Plaat
selijke Directe Belasting, dienst 1890 en besloot G.
J. C. Roggeveen (Q 275*) aangeslagen naar een
inkomen van 800 te verminderen en te brengen
op f 700 en P. H. Hartog (R 214a) eveneens te
verminderen en te brengen van 600 op 400.
De adelborst 2e kl. Ie afd. bij het Kon. Instituut
voor de marine te Willemsoord C. H. Julius is met
ingang van 2 Aug. beuoemd tot adelborst le kl. bjj
de zeemacht.
De heer J. Slop alhier deed gisteren te Utrecht
met goeden uitslag het examen ter verkrijging van
de akte voor Eugelsch, lager onderwijs.
Gisterenavond werd door het gezelschap van den
Tivoli-schouwburg voor eene goed bezette zaal op
gevoerd Een onbestorven tPeduKe van Misch en
Jacoby, gevolgd door Kapitein Cadillac, van Barton.
Wq hadden das niet het genoegen den heer W.
van Zuijlen te zien in de familie Kegge. De reden
daarvan was, dat het overschreeuwen vau kermis-
gedruis op de Markt de beide vorige avonden den
heer v. Z. zooveel inspanning had gekost, dat hjj
er zich niet weder aan wagen wilde. Het is zeker
dat het plaatsen der schouwburgtenten met meer
overleg bad kunnen geschieden, olthaus niet in de
onmiddelijke nabijheid vau een stoommallemolen.
Morgenavond laatste voorstelling Ken dolle streek,
door den schrijver van Pension Scholier.
Een Engelschman, Wells, heeft aan de speelbank
te Monte Carlo, een fortuin gewonnen. In drie dagen
tjjds wierp het geluk dien heer Wells de som van
609,000 francs in den schoot. Daarbij (Pn8 hij ver
standig te werk, en zond telkens een groot gedeelte
van het gewonnene naar Engeland, om zich de ge
legenheid te ontnemen, het pas verkregeue in een
onberaden oogenblik weder geheel op het spel te
zetten en mogelijk te verliezen.
Bü het examen voor hoofdonderwijzer te Breda
slaagde verleden week een 23-jarig candidaat, die op
zijn 19e jaar nog als landbouwer werkte en op zijn 21ste
de hulpakte haalde.
Fransche Sport en Kunst. La Revue des Sport,
Zoo had hij zijn leven doorgebracht tot hij naar
Christiania naar de universiteit ging. Hij zou op
verlangen van zijn Vader in de theologie stndeeren.
Ofschoon hij zich in het begin met ijver op de
theologische wetenschap had toegelegd, Dam hij toch
ten laatste weer zijn geliefd instrument ter hand, en
nu rijpte in hem het vast besluit, zich geheel aan
de kunst te wijden. Hij ging naar Duitschland, naar
Spohr, in Cassel, maar in plaats van steun te vin
den, werd hij koel en rot geringschatting behandeld.
Aan zich zelf twijfelend, legde hjj zich weer op de
studie toe, maar ditmaal op die der rechtswetenschap.
Te Göttingen maakte bij kennis met Paganini, die
zijn talent wist te waardeeren en hem mede naar
Parijs nam. Reeds meende hij zijn doel nabij te
zijntoen de cholera uitbrak en daarmede alle hoop
op een optreden voor het publiek verdween. Bittere
ellende werd zijn deel; ten laatste ontstal men hem
ook nog zijn viool; door wanhoop gedrevgn wierp hij
zich in de Seine. Slechts met moeite ontrukte men
hem aan den dood. Zijn treurig lot verwekte opzien,
en de als kunstvriendin bekende mevrouw Villeminot
interesseerde zich voor hem.
Zjjn gelukster scheen te zullen verrijzen.4 Door
hare tusschenkomst gaf hjj een concert, dat hem
erkenning en geld bracht. Die krans daar, aan den
■puur, was het herinneriugsteeken van zijn eerste
succes Zijn vurigste wensch was in) vervulling ge
komen hij kon Italië bezoeken. Maar hoe spoedig
waren ook hier weer zijne verwachtingen vernietigd
geeft in haar lgatst verschenen nummer weer een
staaltje vau groots oppervlakkigheid.
Wjj lezen toch in haar nummer van 26 Juli, na
eene opsomming van de jachten, die aan den wed
strijd van de jachtclub d' Anvers zullen deelnemen,
het volgende:
„De President du Royal Jachtclub Néeriaudais,
X. Ankersmit, et eon Secretaire, jonokheer Six, arri-
veront a Auvera Samedi. Ge daruier est le file du
bourgmestre d' Amsterdam, dont Rembrandt a fait
un portrait célèbre.»
(De President van de Koninklijke Nederlandsche
Jachtolub, de heer Ankersmit, en zijn secretaris
Jonkheer Six, zullen Zaterdag te Autwerpeu aankomen,
laatstgenoemde is de zoou van deu Burgemeester van
Amsterdam, van wien Rembrandt een beroemd por
tret heeft gemaakt.)
«Laat ons over zulk een onzin niet boos worden',
schrijft de Ned. Sport, «maar liever van den geleer
den schrijver getuigen: «Et parfois il a des moments,
oil sou esprit s'écbappe et ue paratt pas oe qu'il est.'
Door Burgemeester en Wethouders van Bergam
bacht is bepaald dat bij het bouwen vau den nieu
wen toren, al de werklieden en beambten die daar
aan werken, moeten worden verzekerd door den aan
nemer bjj eene maatschappij tegen ongelukken en
invaliditeit.
Naar aanleiding van het bericht, dat de minister
van oorlog eene commissie heeft benoemd om te
onderzoeken, in hoeverre het wenschaljjk kan wor
den geacht, de voeding der militairen geheel voor
rijksrekening le nemen en een vast bedrag als zak
geld uit te keeren, schrijft de Arak. U.
«Zooals men weet, geniet do soldaat, volgens het
nu geldende stelsel, een dagelijkscbe soldij, waarvan,
behalve zijne voeding en bewassching, nog tal van
kleinigheden uioeten worden gekocht, terwijl het
dan overblijvende aan hem als zakgeld per vijf dagen
wordt uitbetaald. Het rijk waarborgt echter door
het geven van «bijslag' een minimum zakgeld vau
een halven gulden.
«Dio zg. «bijslag* is de kanker van bet tegen
woordige voediugsstulsel. Ten koste van do deug
delijkheid der voedingsbestanddeelen eu de bereiding
van de maaltijden, valt nog in vele garnizoenen oen
edele wedijver waar te nemeD om dien bijslag
tot een minimum te beperken. Nog steeds is de
aanschrijving van den minster Reuther van kracht,
waarin o. m. het vplgende wordt aangetroffen «Bij
het aanschaffen van leveusmiddeleu en andere be
hoeften voor de menages moet strikte zuiuigheid
worden in acht genomen en tevens getracht worden,
het uoodige voor goedkoope prijzen te verkrijgen."
«Alle waar is naar haar geldeu bet ia zoo klaar
als de dag, dat men aan jonge krachtige mannen,
die hard moeten werken eu wel tienmaal zooveel
eerpresteu als hunne collega's van vóór twintig jaren
niet voor een prikje voldoende voedsel, bewassching
enz. kan verschaffen. Hiervoor is veel noodig, en
wanneer nu door scherpe aanschrijvingen en krentige
bepalingen een ongeoorloofde dwaug van boogerband
wordt uitgeoefend om den bijslag toch vooral zoo
laag mogelijk te houden, dan ligt het voor de band,
dal de soldaat daaronder Iqdt.
«Wij betreuren het, dat een zoo eeuvoudige zaak
nu weder door een commissie moet worden uitge
maakt. Men raakt in den tegenwoordigen tijd ver-
1 geworden. Overal keerde men zich koel van hem
af, zoodat hjj zich eindetijk geheel van de wereld
terugtrok en als een kluizenaar leefde. Nu vertoefde
hij reeds sinds maanden te Florence zijn geld smolt
weg en de dag zou spoedig aanbreken, waarop hjj
zich zelf moest afvragenwaarvan zult gij morgen
leven
Weiktuigeljjk stond hij op, trok de latafel open
en naiu daaruit eene beurs, waarvan hij den inhoud
iu de band liet rollen.
«Nog tweehonderd centesimemompelde hij.
«Juist nog genoeg voor twee dagen. Maar wat dan?"
Hij werd in zijn alleenspraak door een hernieuwd
kloppen tegen de deur gestoord. Maar voor hjj nog
«binnen" koii roepen, stond vrouw Pelleccioni reeds
met hooggekleurde wangen midden in de kamer.
«Zij is erjuichte zij. «Zij is er I"
«Wie vroeg hij en liet de beurs in den zak
glijden.
«Wie? De wereldberoemde zangeres, van wier
komst geheel Florence sinds drie dagen spreokt, zij,
de engel met de stem als een nachtegaal. Mevrouw
Malibran. Eu de heer de Bériot is ook meege
komen
«MalibraD hier?" riep Oie Bull.
«Ja zekerZjj logeert iu het hotel d'Angleterre
en van avond geeft zij het concert, waarop de geheele
stad vol verlangen wacht."
«Nu zendt het lot mij redding I"
In allerijl greep hij zijn hoed, snelde naar de deur
ward in allerlei commissoriale adviezen en rapporten,
die aan het arohief wel is waar kosteloos ton goede
komen, dooh die elke urgente regeling tegenhouden
of althans vertragen."
Te C'harlois hebben twee personen sich voorge
daan ala Sequah eu zijn tolk. Zij spraken beiden
Franach, en brachten ongeveer een 80 stuks flasch-
jas zoogenaamde Sequah-olie, tegen 1 per stuk,
aan den man. De voorgevende Sequah was in bet
bozit van een oud diploma als tandheelkundige. De
politie onderzoekt de zaak en Zaterdag avond kwa
men te Naaldwjjk per rijtuig eon paar personen uit
Den Haag, die aankondigden dat zjj zieken zouden
genezen. Een paar ouden van dagen werden in het
rjjtuig geholpen on traden als verjongd te vooi-
schjjn. Tal van fleschjes met medicamenten werden
met graagte tegen een goeden prjjs gekocht, en eenige
oogenblikken later trokken de beide hoeren met de
zuurverdiende penningen der menigte naar 's-IIage
terug.
Zonder staatsie, zonder redevoeringen, zonder graf
stoet heeft men Vrijdag het hoofd van eenen slaat
grafwaarts gedragen, "l Was de vroeger veelbespro
ken president der republiek Counani, gelegen tus-
schen Brazilië en Fransch Guyana, de heer Jules
Gros.
Hjj was een president van een zeer bijzondere soort
want hjj had nooit zjjn land bezocht, kende geen
enkelen zjjner onderdanen en was er zich alleen van
bewust, dat er daar in 't verre westen ver vau Parjjs
in de buurt van Brazilië een stukje grondgebied lag
dat sedert den vrede van Utrecht iu 1713 aan nie
mand bepaald was toegewezen, Van dat «Guyane
independente" welks 300 bewoners een koning be
geerden als de kikvorschcn bjj Da Fontaine, had onze
heer zich hel presidentschap lateu aaubiudon door een
goudzoeker, den lieer Guigucs, rijk aan illusies maar
arm aau goud, die van daarginds was teruggekeerd.
De heer Jules Gros, die het reeds tot gemeente
raadslid van Vanvos had weten te brengen, en tot
nu toe bekend was geweest als schrijver over aard
rijkskundige onderwerpen, als «officier d'académie"
en lid van vele geleerde genootschappen, gaf zich over
aan weidoche droomen van grootheid o.i glorie en
voelde plotseling de roeping in zich, om de leider
van een volk te worden, wel wat laat, want de goede
man was in 1849 geboren en dit gebeurde in 1886.
Voor h|j zijn rijk in bezit uam, huurde hij bu
reaux in de «rue du Louvre." waar allen defileerden,
die door dwaasheden worden aangelokthjj benoemde
ambtenaren bjj dozijnen, vormde een ministerie,
stelde eene ridderorde van Gounani in en deelde
lintjes uit, dat het een lust was. Wie weet wat geks
hjj nog meer uithaalde Paleisrevoluties had hij ook
alEn toen de Ijjst gereed was, toen hjj met zjjn
staf de verre reis zou ondernemen, verklaarde eeu
zeer kort en zeer precies nootje in de Fransche staats
courant, dat de republiek Counani nooit zou worde»
erkend en dat de president Jules Gros de kosten
voor den overtocht kon sparen, iudien hjj ten minste
niet bepaald wenschte, in Brazilië ala gek te u orden
opgenomen en in verzekerde bewaring te worden
gebracht.
De brave man was eeu zeer goedaardig, kalm en
bescheiden wezen tot op den noodlottigen dag, toen
de zucht lot grootheid in zijn zwakken geest ont
waakte. Hjj protesteerde, reclameerde, argumenteerde
en stormde de trap af. Verwonderd zag vrouw Pel-
liccioni haar anders zoo bedaarden huurder na.
Toen hij op straat was gekomen, haalde hjj diep
adem. Door zjjn hoofd stormden duizende gedachten
maar zjj draaiden allen om het eene punt, nl. dat
Malibran hem mocht toestaan, op het coucert eenige
nummers voor te dragen. Hij had haar immers in
het salon van mevrouw Villeminot tv Parjjs ontmoet
en kende hare hulpvaardigheid. Wanneer hjj met
haar voor het publiek kon optreden, zou hem dan
geen succes te beurt vallen' en daarmede alle nood
en gebrek verdwijnen
Maar voor hij den bealissenden stap deed, waarop
zijn laatste hoop was gevestigd, wilde hjj weer tot
kalmte komen on daartoe moest eene korte wandeling
naar Pistoja dienen.
Reeds was de zon op het punt van onder te gaan
en na de hitte van den dag herademend, begonnen
de vogels in de oljjven-boschjes langs den weg, te
tjilpen en te zingen. Naar de liefelijke wjjsjes
luisterend, liep hjj voort, tot hij plotseling naast zich
eene stem vernam. Getroffen zag hjj om. Voor
hem stond een half vólwassen, in lompen gehuld
meisje, dat een korfje met bloemen aan den arm
droeg en hem met groote, door tranen verduisterde
oogen aanzag,
«O signore," smeekte zjj, «koop deze bloemen!"
Dit zeggende greep zjj een tak prachtige, roode ca
mellia's en hield hem dion voor.
Wordt vervolgd.)
en philoaopheerde in de talrjjke philippica's, gehou
den in zjjne Staatscourant want zoo iets hield hjj
er ook al op na maar helaas I bet rjjk kwam daar
tot stand I Inderdaad waren zjjn traktaten en ver
bonden niet van veel kracht, aangezien ze gosloten
waren in den «Chat noir," zoodat het met zijne
middelen allertreurigst was gesteld. In 1888 deed
onze vriend nog eens een poging, maar tevergeefs
en nu zal hij er geen meer ondernemen want hjj is
Vrjjdag te Vanves begraven.
Neen, een ljjkrede is niet gehouden. Wie zou
het ook hebben moeten doen? «Zou zegt Temps,
onze vriend, de heer Poul Arine, het niet geschikt
hebben kunnen doen, daar hjj officier was van de
Etoile. ie Counani of zou misschien onze collega Ge
orges* Boyer van den Figaro, die ook een orde van
dan Jules Groa bad ontvangen, geen lust hebben
een sierljjk grafschrift in verzen voor bem te ver
vaardigen
In ten «brief uit de hofstad" aan de «Arnh. Ct."
lezen wjj
«Een seriouse opdracht tot kabinetsformatie aan
een potitiek man, die de plaats van leider in het
Kabinet zou kunnen innemen, is nog niet door de
Regentes gegeven. Trouwens iedereen weet, wie in
de tegenwoordige omstandigheden die opdracht zou
moeten ontvangen, en de roan iu quaestie is niet op
het Loo, zelfs in de laatste weken niet in de resi
dentie geweest. Er wordt wel wat lang met do op
lossing gewacht, maar wie zich daarover ergeren en
ongeduldig worden, moeten niet vergeten, dat de
Regentes natuurljjk weinig bokend is met de poli
tieke gebruiken in Nederland, die van de in Duitsch
land geldende zeer veel verschillen. Wie steeds
geleefd heeft te midden van de echt Pruisische
begrippen van het persoonlijk gouvernement, kan zich
niet gemakkeljjk bij do eerste gelegenheid voegeu
in da gewoonten van het parlementair stelsel, en
in de omgeving, waarin H. M. zich bevindt, worden
misschien vele en veelzijdige verdiensten gevonden,
doch niet veel politiek inzicht. Men zegt hier onder
anderen en ik heb reden om dit niet als onge
loofwaardig. te verwerpen dat de Regentes be
halve de militaire ministers, ook nog een ander iid
van het tegenwoordig Kabinet in het volgende
wenscht te laten orergaan. Zoowel de burgemeester
van Amsterdam als de oud-voorzitter der Eerste
Kamer zullon de onmogelijkheid van zulk eene tot
confusie leidende fusie na de allerminst dubbelzin
nige wilsverklaring der kiezer» wel hebben betoogd,
en het zal mjj daarom niet verwonderen, zoo binnen
een paar dagen de eenige naar hot dool voerende
weg wordt ingeslagen, om uit de zeer eenvoudige
mimstercrisis lol de norma'e oplossing te komen."
Thans wordt gemeld, dat een nieuwe opdracht
tot kabinetsformatie op handen en wellicht reeds
gegeven is.
De feestviering van de< oudst rijders de 's Hage,
waarover wjj in ons vorig nr. sprakeii, is met succes
voortgezet.
In de Groote kerk, hield dr. H. L. Oort eveneens
ridder van het Metalen kruis, een toespraak waaraan
wjj het volgende ontleenen
Spreker begon zjjne rede, met or op te wjjzeu hoe
het 60e herdenkingsfeest aan de gebeurtenissen tjjdens
de Belgische woelingen alom in den lande bjj val had
gevonden. Voor geon klein deel zal hiervan wel de
oorzaak zjjn geweest, dat juist de herdenkingsdag van
den tiendaagschen veldtocht samenvalt met den veijaar-
dag van onze geliefde Koningin-regentes.
Het was, zeide spr., eene aangename uitnoodiging
die tot mjj gerioht werd, hier heden voor u op te
treden, want, waarom zou ik het verzwjjgen, een
oud man spreekt nog gaarne eens over gebeurtenissen
zjjner jeugd, en vooral over die herinneringen waaraan
men met bljjdschap terugdenkt.
Maar dit is niet de eenige reden waarom het ver
zoek voor mjj zoo aangenaam was. Er is iets gewich
tiger». Het was de gedachte, die mjj streelde, dit
feest in een godshuis to vieren. Want daar voornamoljjk
kan men getuigen«De Heer heeft groote dingen
aan ons gedaan". Vooral bjj het herdenken van den
dag van 5 October 1830, toen de Koning het «Te
wapen! deed hooren, toen was het «met God voor
Vaderland en Koning" dat wjj naar de grenzen
snelden. Als wjj nu terugdenken aan den strijd die
eenigen tijd later volgde, mogen wij ons beroemen
op de trouw van God die Hjj in die dagen aau ons
heeft betoond.
Herinnert gjj het u nog, ouden van dagen I ver
volgde spreker, hoe dat woord: «Te wapen!" door
onzen Koning tot ons gerioht, allen in den lande als
het ware electriseerde en hoe honderden bjj honder
den aan die roepstem gehoor gaven? Het zal u,
medestrjjders, nog wel, evenals mjj, voor den geest
staan, boe ons het wachten in werkelooze rust aan
de grenzen begon te vervelen, en welken bljjden
moed ons bezielde, toen eindeljjk den 2den Augustus
1631 een lang verwacht «Voorwaarts!" langs onze
gelederen klonk.
Het zou mjj te ver voeren alle bijzonderheden in
die tien dagen van bloodigen strijd, maar tevens tien
dageu van overwinning, aan te stippen, want ieder
heeft daarvan zjjne eigen herinneringen bewaard.
Onder al die herinneringta is er echter ééne, die
zeker toch nog wel ieder voor den geest staat, aldus
riohtte de geachtte spreker zich meer in het bjjzonder
tot do ood-strjjdera, het is de herinnering aan den
Prins van Oranje, onzen dapperen veldheer, den
edeion handhaver van onze smetlooze Oranjevaan.
Ik zie hem nog voor mij in mjjne verbeelding,
hoe hij met zjjne flinke houding te paard hot kamp
rondreed, en hoe hjj met zjjn open blik in eeu oog
wenk den ganschen omtrek gadesloeg. Hij was een
man in wien alle eigenschappen vereenigd waren van
den bekwamen veldheer. Eén woord van hem, één
wenk tot ons gericht, herniouwde ouzon moed en
sterkte onze krachten. Zijn beeld, door al die her
inneringen ons dierbaar, blijft ons dan ook gewis
diep in het geheugen gegrift, ten minste vrij wat
beter dan door het standboeld op het Buitenhof het
geval is. De herinnering aan dezen ridderlijken
Prins van Oranje had, evenals zjjn voorvader prins
Willem I, door een ruiterstandbeeld levendig gehou
den moeten worden.
Spreker besprak verder eenige bijzonderheden van
den tiendaagschen veldtooht en voorts de teleurstel
ling die het leger ondervond, toen het bevel tot
terugtrekken uit Holland kwam.
Ook in het opvolgen van dit bevel van zijn konink
lijken vader toonde de PrinB van Orauje zich een
held. Niettegenstaande het geveoht zijn element was,
en bet teleurstelling voor hem was bet zoo goed
begonnen en voortgezette werk niet te kunnen vol
eindigen, trok hij met zjjn overwinnend leger terug
tot bij de grenzen en toonde, dat hij zich als veld
heer kon verloochenen, ten einde het bloed zijner
soldaten niet noodeloos te doen vloeien. Hij bewees
hierdoor een waar held te zijn, wanneer men denkt
aan hetgeen geschreven staat«wie zijn geest weet
te beheerschen is sterker dan hij die eene stad
inneemt.
Hoe kort de strijd ook duurde, de overwiuningen
waren schitterend. Holland kan tier zjjn op de
Oranje-*aan, die in 1831 onbesmet is gebleven.
Na voorts nog een woord van opwekking gesproken
te hebben tot de jongeren van dagen om, wanneer
de oorlogskreet zich wederom in den lande ooit
mocht doen hooren eu ons Holland gevaar dreigt,
zich den voorrang te betwisten do oorste te zijn om
op te komen voor de pliohten die God ons oplegt
en de leus van ons volk «Ik zal handhaven" ge
stand te doen en de Oranjevaan omhoog te houden,
eindigde spreker zjjne rode mot den wensch God
geve echter dat die roepstem niet noodig zal zjjn in
lengte van dagen!
Vervolgens smeekte de predikant in een gebed
's Hemels zegen af voor ons vaderland en over onze
beide Koninginnen.
Een plechtig oogenblik was het, toen op verzoek
vau den grijzen godsdienstleeraar zjjne toehoorders
gezamenlijk het vierde couplet van ons volkslied
staande aanhieven. Krachtig klonk het «Bescherm
o God, bewaak den grond I" door de kerkgewelven.
Na het uitspreken van de zegenbede verlieten allen
hot kerkgebouw, onderwjjl het orgel het «Wien
Neërlandsch bloed" bleef spelen.
H. M, de Koningin-Regentes zal tusschen 6 en
12 Augustus met H. M. de Koningin een bezoek
brengen aan de legerplaats bjj Oldebroek. Door de
officieren is aan HH.'MM. een collation aangeboden.
Bjj dit bezoek zal door de bereden artillerie eene
oefening in het vuur worden gehoudenvoorts zal
er worden geschoten met liet zware vestiuggeschut,
terwijl ten slotte door de bereden officieren een
Sohnitzeljacht zal worden gehouden.
De straf volgt op de zonde, zou men gereedelijk
kunnen zeggen ten opzichte van de geschiedenis van
het negerbataljon te Willem I. Die twee compag-
nioën rekruten, en zelfs die naam verdienen de zwar
ten uit een militair oogpunt beschouwd nog niet
eens, kosten de regeeriug aan wervingskosten, over
tocht, traktementen van boven de formatie gevoerde
officieren en kader en anderszins ongeveer een half
milioen guldon, en toch zijn de resultaten der oefe
ning nog zoo onbeduidend, dat men van het voor
nemen zwanger gaat om de negers in het eind van
het jaar maar weer stilletjes voor 's lands rekening
naar hunne negerijen terug to zenden. Het ongun-
stigo resutaat van deze poging om het leger opnieuw
te versterken met het hooggewaardeerde Afrikanen-
element valt te meer te betreuren, omdat de tolken
eenparig verklaren, dat men ter kuste van Liberia
vrjjwillig zooveel negers kan bekomen voor den mili
tairen dienst als men slechts verlangen kan, mits men
bij andere stammen aanklopt als waaruit onze rekru
ten-compagnieën geworven zjjn, on dan ronduit zegt
waarvoor men de menschen werft. (J.-R.)
De Koningin ran België is gisteren plotseling
ernstig ongesteld geworden. Een zenuwtoeval boe-
zomde groote bezorgdheid in, doch weldra was het,
gevaar geweken.
In buitenlandsche bladen doet het bericht de ronde
dat de Belgische regeering een wetsontwerp voorbe
reidt, strekkende tot de aanhechting van den Kongo-
staat als kolonie aan den Belgischen staat, hetwelk
in het begin der nieuwe zitting aan de Kamer ter
behandeling zou worden aangeboden. De Reforme
geeft lucht aan hare verontwaardiging, welke zeker
gerechtvaardigd zou wezen, indien het bericht juist
waro, dat het parlement der census-kiezers zulk een
zwaren last op de Belgische natie leggen zou, nadat
het zich zolf, door het in behandeling nemen van het
voorstel tot grondwetsherziening, onbevoegd verklaard
heeft tot het nemen van zulk een gewiohtig besluit.
Het bericht zou evenwel zelfs niet juist kunuen
zijn, naar de Indépendance opmerkt. Niet alleen be
paalt de wet van 1890, omtrent het voorschot van
25 millioen aan den Kongo-staat, dat de beslissing
omtrent eene aanhechting eerst na lü jaar, d. i. m
1900 te nemen zou zijn, en zwijgt de Belgische
grondwet, in den eersten titel bij de omschrijving
van het grondgebied van den staat, ovor koloniaal
bezit, hetwelk dus wel niet daarbij uitgesloten is,
maar toch wel eerst na grondswetherziening mogelijk
wordt, nu de regeering onder de grondswetartikelen
welke zij aan herziening onderworpen wil zien uit
drukkelijk genoemd heeft de bepalingen van den len
titel, «teneinde het overnemen van don Kongo-staat
^°?r eventueel mogelijk te maken.* Het is
duidelijk, dat dezelfde regeering, die dit verklaard
heeft, geen voorstel tot aanhechting van den Kongo-
staat indienen kan, zoolang niet de grondwetsher
ziening is tot stand gekomen.
Intusschen spoeden de feesten te Petersburg, waar
mede de geheele Europeosche pers zich nog steeds
bezighoudt, ten einde. Dinsdag verlaat het Fransche
eskader Petersburg en zal naar Björkesund etoomen.
Van daar keert admiraal Gervais met 55 officieren
en 15 matrozen op een torpedo-bootje terug, ten
einde het reeds aangekondigde bezoek aan Moskou
te brengen. Het Russische spoorweg-bestuur zal de
Fransche gasten kosteloos met een extra-trein naar
Moskou brengen en hun bovendien nog aan het station
Bjuban oen feest aanbieden.
Uit dankbaarheid voor de schitterende ontvangst
gaf admiraal Gervais een groot bal aan boord van
zijn admiraalschip «Marengo*. Ongeveer 600 gasten
waren daarbij aanwezig, onder wie vele prinsen van
den bloede en de keur van dames en heeren uit de
Petersburgsche groote wereld. Tot bekroning van
het feestgedruisch verleende czaar Alexander aan
admiraal Gervais het grootkruis van de St. Anna
orde, terwijl 32 officieren verschillende andere ridder
orden ontvingen.
De correspondent van de Timen blijft volhouden,
dat het verbond tusschen Frankrijk en Rusland reeds
gesloten is. Meer dan dat het verbond defensief is.
weet de correspondent er niet van te vertellen. Alleen
weet hjj er nog bij te voegen, dat de Cziar het trac-
taat niet zal teekenen, maar dat dit alleen door de
ministers zal geschieden.
Ofschoon de correspondent verzekert, dat hij zgn
inlichtingen heeft uit de beste bron en de kringen,
waar men goed op de hoogte is, is toch zeker eenige
twijfel in dit opzicht wel geoorloofd. Dat de ver
houding tusschen Frankrgk en Rusland, gelgk uit
de jongste betoogingen aan de Newa duidelijk is ge-
bloken, beter wordt, is zeker, maar daarom behoeft
nog geen officieel verbond tusschen beide staten ge
sloten te ziju.
Een Weener spotblad beeldt den Russischen beer
af, terwijl hij gewapend met den knoet, gearmd
wandelt met den Gallischen haan, die de republi-
keinsche vrgheidsmuts op het hoofd heeft. Spottend
wordt daarbij opgemerkt: „Een mooi paar! Dat kan
eeu goed ras geven." Inderdaad is de tegenstelling
tusschen het autocratische Rusland en het democra
tische Frankrijk zoo groot, dat het moeilgk valt aan
een duurzaam Russisch-Fransch verbond tegelooven.
Koiiug Alexander van Servië is nog steeds te
Moskou. Ter eere van den jeugdigen vorst gaf groot
vorst Michael, de gouverneur der stad, een groot
feestmaal in het Kremlin. Na den maaltgd reedde
grootvorst met zgn gast naar de vlakte van Chodinskojé,
waar een wapenschouwing over de garnizoenen werd
gehouden, 's Avonds was de stad feestelijk verlicht
en werden vuurwerken afgestoken. Koning Alexander
maakte toen nog een rit door de stad en werd door
de bevolking zeer toegejuicht.
Van Moskou gaat de koning naar Petersburg en
van daar, naar het heet, naar Pargs, waar hg den
lSden Augustus verwacht wordt.
Zaterdag middag is de Hohenzollern te Dronthmm