Buitenlandse!) Overzicht. I lag ml koman, reeds togen 1 September ontslag werd verleend, was er trouwens geen tijd tot een nieuwe oproeping, die dan ook geheel onnoodig was, daar de ondervinding leerde dat Mqj, Molijn uitstekend voldeed. De heer Uoefhamer vraagt of dan voor tgdelqk onderwijzeres een nieuwe oproeping geschiedde, welke vraag de voorsilter bevestigend beantwoordt. De keer van Veen keurt bet evenmin goed dat de voordracht slechts uit één persoon bestaat. Dat ii eigenlijk geen voordracht. Alleen zou dat goed te keuren zijn als er gebrek aan oaderwqiereesen bestond, wat, naar spr. meent, niet het geval is. De Voorzitter verwijst opnieuw naar de stukken, welke voor de raadsleden ter inzage waren, waaruit blijkt dat geen betore onderwqzetes te verkrijgen is als tij, die werd voorgedragen. Daarop werd tot stemming overgegaan en Mej. W. J. Molijn tot onderwijzeres benoemd met 12 St., terwijl 1 blanco biljet werd uitgebracht. Ten slotte behandelde de Raad twee reclames tegen aanslagen op het Suppletoir Kohier der Plaat selijke Directe Belasting, dienst 1890 en besloot G. J. C. Roggeveen (Q 275*) aangeslagen naar een inkomen van 800 te verminderen en te brengen op f 700 en P. H. Hartog (R 214a) eveneens te verminderen en te brengen van 600 op 400. De adelborst 2e kl. Ie afd. bij het Kon. Instituut voor de marine te Willemsoord C. H. Julius is met ingang van 2 Aug. beuoemd tot adelborst le kl. bjj de zeemacht. De heer J. Slop alhier deed gisteren te Utrecht met goeden uitslag het examen ter verkrijging van de akte voor Eugelsch, lager onderwijs. Gisterenavond werd door het gezelschap van den Tivoli-schouwburg voor eene goed bezette zaal op gevoerd Een onbestorven tPeduKe van Misch en Jacoby, gevolgd door Kapitein Cadillac, van Barton. Wq hadden das niet het genoegen den heer W. van Zuijlen te zien in de familie Kegge. De reden daarvan was, dat het overschreeuwen vau kermis- gedruis op de Markt de beide vorige avonden den heer v. Z. zooveel inspanning had gekost, dat hjj er zich niet weder aan wagen wilde. Het is zeker dat het plaatsen der schouwburgtenten met meer overleg bad kunnen geschieden, olthaus niet in de onmiddelijke nabijheid vau een stoommallemolen. Morgenavond laatste voorstelling Ken dolle streek, door den schrijver van Pension Scholier. Een Engelschman, Wells, heeft aan de speelbank te Monte Carlo, een fortuin gewonnen. In drie dagen tjjds wierp het geluk dien heer Wells de som van 609,000 francs in den schoot. Daarbij (Pn8 hij ver standig te werk, en zond telkens een groot gedeelte van het gewonnene naar Engeland, om zich de ge legenheid te ontnemen, het pas verkregeue in een onberaden oogenblik weder geheel op het spel te zetten en mogelijk te verliezen. Bü het examen voor hoofdonderwijzer te Breda slaagde verleden week een 23-jarig candidaat, die op zijn 19e jaar nog als landbouwer werkte en op zijn 21ste de hulpakte haalde. Fransche Sport en Kunst. La Revue des Sport, Zoo had hij zijn leven doorgebracht tot hij naar Christiania naar de universiteit ging. Hij zou op verlangen van zijn Vader in de theologie stndeeren. Ofschoon hij zich in het begin met ijver op de theologische wetenschap had toegelegd, Dam hij toch ten laatste weer zijn geliefd instrument ter hand, en nu rijpte in hem het vast besluit, zich geheel aan de kunst te wijden. Hij ging naar Duitschland, naar Spohr, in Cassel, maar in plaats van steun te vin den, werd hij koel en rot geringschatting behandeld. Aan zich zelf twijfelend, legde hjj zich weer op de studie toe, maar ditmaal op die der rechtswetenschap. Te Göttingen maakte bij kennis met Paganini, die zijn talent wist te waardeeren en hem mede naar Parijs nam. Reeds meende hij zijn doel nabij te zijntoen de cholera uitbrak en daarmede alle hoop op een optreden voor het publiek verdween. Bittere ellende werd zijn deel; ten laatste ontstal men hem ook nog zijn viool; door wanhoop gedrevgn wierp hij zich in de Seine. Slechts met moeite ontrukte men hem aan den dood. Zijn treurig lot verwekte opzien, en de als kunstvriendin bekende mevrouw Villeminot interesseerde zich voor hem. Zjjn gelukster scheen te zullen verrijzen.4 Door hare tusschenkomst gaf hjj een concert, dat hem erkenning en geld bracht. Die krans daar, aan den ■puur, was het herinneriugsteeken van zijn eerste succes Zijn vurigste wensch was in) vervulling ge komen hij kon Italië bezoeken. Maar hoe spoedig waren ook hier weer zijne verwachtingen vernietigd geeft in haar lgatst verschenen nummer weer een staaltje vau groots oppervlakkigheid. Wjj lezen toch in haar nummer van 26 Juli, na eene opsomming van de jachten, die aan den wed strijd van de jachtclub d' Anvers zullen deelnemen, het volgende: „De President du Royal Jachtclub Néeriaudais, X. Ankersmit, et eon Secretaire, jonokheer Six, arri- veront a Auvera Samedi. Ge daruier est le file du bourgmestre d' Amsterdam, dont Rembrandt a fait un portrait célèbre.» (De President van de Koninklijke Nederlandsche Jachtolub, de heer Ankersmit, en zijn secretaris Jonkheer Six, zullen Zaterdag te Autwerpeu aankomen, laatstgenoemde is de zoou van deu Burgemeester van Amsterdam, van wien Rembrandt een beroemd por tret heeft gemaakt.) «Laat ons over zulk een onzin niet boos worden', schrijft de Ned. Sport, «maar liever van den geleer den schrijver getuigen: «Et parfois il a des moments, oil sou esprit s'écbappe et ue paratt pas oe qu'il est.' Door Burgemeester en Wethouders van Bergam bacht is bepaald dat bij het bouwen vau den nieu wen toren, al de werklieden en beambten die daar aan werken, moeten worden verzekerd door den aan nemer bjj eene maatschappij tegen ongelukken en invaliditeit. Naar aanleiding van het bericht, dat de minister van oorlog eene commissie heeft benoemd om te onderzoeken, in hoeverre het wenschaljjk kan wor den geacht, de voeding der militairen geheel voor rijksrekening le nemen en een vast bedrag als zak geld uit te keeren, schrijft de Arak. U. «Zooals men weet, geniet do soldaat, volgens het nu geldende stelsel, een dagelijkscbe soldij, waarvan, behalve zijne voeding en bewassching, nog tal van kleinigheden uioeten worden gekocht, terwijl het dan overblijvende aan hem als zakgeld per vijf dagen wordt uitbetaald. Het rijk waarborgt echter door het geven van «bijslag' een minimum zakgeld vau een halven gulden. «Dio zg. «bijslag* is de kanker van bet tegen woordige voediugsstulsel. Ten koste van do deug delijkheid der voedingsbestanddeelen eu de bereiding van de maaltijden, valt nog in vele garnizoenen oen edele wedijver waar te nemeD om dien bijslag tot een minimum te beperken. Nog steeds is de aanschrijving van den minster Reuther van kracht, waarin o. m. het vplgende wordt aangetroffen «Bij het aanschaffen van leveusmiddeleu en andere be hoeften voor de menages moet strikte zuiuigheid worden in acht genomen en tevens getracht worden, het uoodige voor goedkoope prijzen te verkrijgen." «Alle waar is naar haar geldeu bet ia zoo klaar als de dag, dat men aan jonge krachtige mannen, die hard moeten werken eu wel tienmaal zooveel eerpresteu als hunne collega's van vóór twintig jaren niet voor een prikje voldoende voedsel, bewassching enz. kan verschaffen. Hiervoor is veel noodig, en wanneer nu door scherpe aanschrijvingen en krentige bepalingen een ongeoorloofde dwaug van boogerband wordt uitgeoefend om den bijslag toch vooral zoo laag mogelijk te houden, dan ligt het voor de band, dal de soldaat daaronder Iqdt. «Wij betreuren het, dat een zoo eeuvoudige zaak nu weder door een commissie moet worden uitge maakt. Men raakt in den tegenwoordigen tijd ver- 1 geworden. Overal keerde men zich koel van hem af, zoodat hjj zich eindetijk geheel van de wereld terugtrok en als een kluizenaar leefde. Nu vertoefde hij reeds sinds maanden te Florence zijn geld smolt weg en de dag zou spoedig aanbreken, waarop hjj zich zelf moest afvragenwaarvan zult gij morgen leven Weiktuigeljjk stond hij op, trok de latafel open en naiu daaruit eene beurs, waarvan hij den inhoud iu de band liet rollen. «Nog tweehonderd centesimemompelde hij. «Juist nog genoeg voor twee dagen. Maar wat dan?" Hij werd in zijn alleenspraak door een hernieuwd kloppen tegen de deur gestoord. Maar voor hjj nog «binnen" koii roepen, stond vrouw Pelleccioni reeds met hooggekleurde wangen midden in de kamer. «Zij is erjuichte zij. «Zij is er I" «Wie vroeg hij en liet de beurs in den zak glijden. «Wie? De wereldberoemde zangeres, van wier komst geheel Florence sinds drie dagen spreokt, zij, de engel met de stem als een nachtegaal. Mevrouw Malibran. Eu de heer de Bériot is ook meege komen «MalibraD hier?" riep Oie Bull. «Ja zekerZjj logeert iu het hotel d'Angleterre en van avond geeft zij het concert, waarop de geheele stad vol verlangen wacht." «Nu zendt het lot mij redding I" In allerijl greep hij zijn hoed, snelde naar de deur ward in allerlei commissoriale adviezen en rapporten, die aan het arohief wel is waar kosteloos ton goede komen, dooh die elke urgente regeling tegenhouden of althans vertragen." Te C'harlois hebben twee personen sich voorge daan ala Sequah eu zijn tolk. Zij spraken beiden Franach, en brachten ongeveer een 80 stuks flasch- jas zoogenaamde Sequah-olie, tegen 1 per stuk, aan den man. De voorgevende Sequah was in bet bozit van een oud diploma als tandheelkundige. De politie onderzoekt de zaak en Zaterdag avond kwa men te Naaldwjjk per rijtuig eon paar personen uit Den Haag, die aankondigden dat zjj zieken zouden genezen. Een paar ouden van dagen werden in het rjjtuig geholpen on traden als verjongd te vooi- schjjn. Tal van fleschjes met medicamenten werden met graagte tegen een goeden prjjs gekocht, en eenige oogenblikken later trokken de beide hoeren met de zuurverdiende penningen der menigte naar 's-IIage terug. Zonder staatsie, zonder redevoeringen, zonder graf stoet heeft men Vrijdag het hoofd van eenen slaat grafwaarts gedragen, "l Was de vroeger veelbespro ken president der republiek Counani, gelegen tus- schen Brazilië en Fransch Guyana, de heer Jules Gros. Hjj was een president van een zeer bijzondere soort want hjj had nooit zjjn land bezocht, kende geen enkelen zjjner onderdanen en was er zich alleen van bewust, dat er daar in 't verre westen ver vau Parjjs in de buurt van Brazilië een stukje grondgebied lag dat sedert den vrede van Utrecht iu 1713 aan nie mand bepaald was toegewezen, Van dat «Guyane independente" welks 300 bewoners een koning be geerden als de kikvorschcn bjj Da Fontaine, had onze heer zich hel presidentschap lateu aaubiudon door een goudzoeker, den lieer Guigucs, rijk aan illusies maar arm aau goud, die van daarginds was teruggekeerd. De heer Jules Gros, die het reeds tot gemeente raadslid van Vanvos had weten te brengen, en tot nu toe bekend was geweest als schrijver over aard rijkskundige onderwerpen, als «officier d'académie" en lid van vele geleerde genootschappen, gaf zich over aan weidoche droomen van grootheid o.i glorie en voelde plotseling de roeping in zich, om de leider van een volk te worden, wel wat laat, want de goede man was in 1849 geboren en dit gebeurde in 1886. Voor h|j zijn rijk in bezit uam, huurde hij bu reaux in de «rue du Louvre." waar allen defileerden, die door dwaasheden worden aangelokthjj benoemde ambtenaren bjj dozijnen, vormde een ministerie, stelde eene ridderorde van Gounani in en deelde lintjes uit, dat het een lust was. Wie weet wat geks hjj nog meer uithaalde Paleisrevoluties had hij ook alEn toen de Ijjst gereed was, toen hjj met zjjn staf de verre reis zou ondernemen, verklaarde eeu zeer kort en zeer precies nootje in de Fransche staats courant, dat de republiek Counani nooit zou worde» erkend en dat de president Jules Gros de kosten voor den overtocht kon sparen, iudien hjj ten minste niet bepaald wenschte, in Brazilië ala gek te u orden opgenomen en in verzekerde bewaring te worden gebracht. De brave man was eeu zeer goedaardig, kalm en bescheiden wezen tot op den noodlottigen dag, toen de zucht lot grootheid in zijn zwakken geest ont waakte. Hjj protesteerde, reclameerde, argumenteerde en stormde de trap af. Verwonderd zag vrouw Pel- liccioni haar anders zoo bedaarden huurder na. Toen hij op straat was gekomen, haalde hjj diep adem. Door zjjn hoofd stormden duizende gedachten maar zjj draaiden allen om het eene punt, nl. dat Malibran hem mocht toestaan, op het coucert eenige nummers voor te dragen. Hij had haar immers in het salon van mevrouw Villeminot tv Parjjs ontmoet en kende hare hulpvaardigheid. Wanneer hjj met haar voor het publiek kon optreden, zou hem dan geen succes te beurt vallen' en daarmede alle nood en gebrek verdwijnen Maar voor hij den bealissenden stap deed, waarop zijn laatste hoop was gevestigd, wilde hjj weer tot kalmte komen on daartoe moest eene korte wandeling naar Pistoja dienen. Reeds was de zon op het punt van onder te gaan en na de hitte van den dag herademend, begonnen de vogels in de oljjven-boschjes langs den weg, te tjilpen en te zingen. Naar de liefelijke wjjsjes luisterend, liep hjj voort, tot hij plotseling naast zich eene stem vernam. Getroffen zag hjj om. Voor hem stond een half vólwassen, in lompen gehuld meisje, dat een korfje met bloemen aan den arm droeg en hem met groote, door tranen verduisterde oogen aanzag, «O signore," smeekte zjj, «koop deze bloemen!" Dit zeggende greep zjj een tak prachtige, roode ca mellia's en hield hem dion voor. Wordt vervolgd.) en philoaopheerde in de talrjjke philippica's, gehou den in zjjne Staatscourant want zoo iets hield hjj er ook al op na maar helaas I bet rjjk kwam daar tot stand I Inderdaad waren zjjn traktaten en ver bonden niet van veel kracht, aangezien ze gosloten waren in den «Chat noir," zoodat het met zijne middelen allertreurigst was gesteld. In 1888 deed onze vriend nog eens een poging, maar tevergeefs en nu zal hij er geen meer ondernemen want hjj is Vrjjdag te Vanves begraven. Neen, een ljjkrede is niet gehouden. Wie zou het ook hebben moeten doen? «Zou zegt Temps, onze vriend, de heer Poul Arine, het niet geschikt hebben kunnen doen, daar hjj officier was van de Etoile. ie Counani of zou misschien onze collega Ge orges* Boyer van den Figaro, die ook een orde van dan Jules Groa bad ontvangen, geen lust hebben een sierljjk grafschrift in verzen voor bem te ver vaardigen In ten «brief uit de hofstad" aan de «Arnh. Ct." lezen wjj «Een seriouse opdracht tot kabinetsformatie aan een potitiek man, die de plaats van leider in het Kabinet zou kunnen innemen, is nog niet door de Regentes gegeven. Trouwens iedereen weet, wie in de tegenwoordige omstandigheden die opdracht zou moeten ontvangen, en de roan iu quaestie is niet op het Loo, zelfs in de laatste weken niet in de resi dentie geweest. Er wordt wel wat lang met do op lossing gewacht, maar wie zich daarover ergeren en ongeduldig worden, moeten niet vergeten, dat de Regentes natuurljjk weinig bokend is met de poli tieke gebruiken in Nederland, die van de in Duitsch land geldende zeer veel verschillen. Wie steeds geleefd heeft te midden van de echt Pruisische begrippen van het persoonlijk gouvernement, kan zich niet gemakkeljjk bij do eerste gelegenheid voegeu in da gewoonten van het parlementair stelsel, en in de omgeving, waarin H. M. zich bevindt, worden misschien vele en veelzijdige verdiensten gevonden, doch niet veel politiek inzicht. Men zegt hier onder anderen en ik heb reden om dit niet als onge loofwaardig. te verwerpen dat de Regentes be halve de militaire ministers, ook nog een ander iid van het tegenwoordig Kabinet in het volgende wenscht te laten orergaan. Zoowel de burgemeester van Amsterdam als de oud-voorzitter der Eerste Kamer zullon de onmogelijkheid van zulk eene tot confusie leidende fusie na de allerminst dubbelzin nige wilsverklaring der kiezer» wel hebben betoogd, en het zal mjj daarom niet verwonderen, zoo binnen een paar dagen de eenige naar hot dool voerende weg wordt ingeslagen, om uit de zeer eenvoudige mimstercrisis lol de norma'e oplossing te komen." Thans wordt gemeld, dat een nieuwe opdracht tot kabinetsformatie op handen en wellicht reeds gegeven is. De feestviering van de< oudst rijders de 's Hage, waarover wjj in ons vorig nr. sprakeii, is met succes voortgezet. In de Groote kerk, hield dr. H. L. Oort eveneens ridder van het Metalen kruis, een toespraak waaraan wjj het volgende ontleenen Spreker begon zjjne rede, met or op te wjjzeu hoe het 60e herdenkingsfeest aan de gebeurtenissen tjjdens de Belgische woelingen alom in den lande bjj val had gevonden. Voor geon klein deel zal hiervan wel de oorzaak zjjn geweest, dat juist de herdenkingsdag van den tiendaagschen veldtocht samenvalt met den veijaar- dag van onze geliefde Koningin-regentes. Het was, zeide spr., eene aangename uitnoodiging die tot mjj gerioht werd, hier heden voor u op te treden, want, waarom zou ik het verzwjjgen, een oud man spreekt nog gaarne eens over gebeurtenissen zjjner jeugd, en vooral over die herinneringen waaraan men met bljjdschap terugdenkt. Maar dit is niet de eenige reden waarom het ver zoek voor mjj zoo aangenaam was. Er is iets gewich tiger». Het was de gedachte, die mjj streelde, dit feest in een godshuis to vieren. Want daar voornamoljjk kan men getuigen«De Heer heeft groote dingen aan ons gedaan". Vooral bjj het herdenken van den dag van 5 October 1830, toen de Koning het «Te wapen! deed hooren, toen was het «met God voor Vaderland en Koning" dat wjj naar de grenzen snelden. Als wjj nu terugdenken aan den strijd die eenigen tijd later volgde, mogen wij ons beroemen op de trouw van God die Hjj in die dagen aau ons heeft betoond. Herinnert gjj het u nog, ouden van dagen I ver volgde spreker, hoe dat woord: «Te wapen!" door onzen Koning tot ons gerioht, allen in den lande als het ware electriseerde en hoe honderden bjj honder den aan die roepstem gehoor gaven? Het zal u, medestrjjders, nog wel, evenals mjj, voor den geest staan, boe ons het wachten in werkelooze rust aan de grenzen begon te vervelen, en welken bljjden moed ons bezielde, toen eindeljjk den 2den Augustus 1631 een lang verwacht «Voorwaarts!" langs onze gelederen klonk. Het zou mjj te ver voeren alle bijzonderheden in die tien dagen van bloodigen strijd, maar tevens tien dageu van overwinning, aan te stippen, want ieder heeft daarvan zjjne eigen herinneringen bewaard. Onder al die herinneringta is er echter ééne, die zeker toch nog wel ieder voor den geest staat, aldus riohtte de geachtte spreker zich meer in het bjjzonder tot do ood-strjjdera, het is de herinnering aan den Prins van Oranje, onzen dapperen veldheer, den edeion handhaver van onze smetlooze Oranjevaan. Ik zie hem nog voor mij in mjjne verbeelding, hoe hij met zjjne flinke houding te paard hot kamp rondreed, en hoe hjj met zjjn open blik in eeu oog wenk den ganschen omtrek gadesloeg. Hij was een man in wien alle eigenschappen vereenigd waren van den bekwamen veldheer. Eén woord van hem, één wenk tot ons gericht, herniouwde ouzon moed en sterkte onze krachten. Zijn beeld, door al die her inneringen ons dierbaar, blijft ons dan ook gewis diep in het geheugen gegrift, ten minste vrij wat beter dan door het standboeld op het Buitenhof het geval is. De herinnering aan dezen ridderlijken Prins van Oranje had, evenals zjjn voorvader prins Willem I, door een ruiterstandbeeld levendig gehou den moeten worden. Spreker besprak verder eenige bijzonderheden van den tiendaagschen veldtooht en voorts de teleurstel ling die het leger ondervond, toen het bevel tot terugtrekken uit Holland kwam. Ook in het opvolgen van dit bevel van zijn konink lijken vader toonde de PrinB van Orauje zich een held. Niettegenstaande het geveoht zijn element was, en bet teleurstelling voor hem was bet zoo goed begonnen en voortgezette werk niet te kunnen vol eindigen, trok hij met zjjn overwinnend leger terug tot bij de grenzen en toonde, dat hij zich als veld heer kon verloochenen, ten einde het bloed zijner soldaten niet noodeloos te doen vloeien. Hij bewees hierdoor een waar held te zijn, wanneer men denkt aan hetgeen geschreven staat«wie zijn geest weet te beheerschen is sterker dan hij die eene stad inneemt. Hoe kort de strijd ook duurde, de overwiuningen waren schitterend. Holland kan tier zjjn op de Oranje-*aan, die in 1831 onbesmet is gebleven. Na voorts nog een woord van opwekking gesproken te hebben tot de jongeren van dagen om, wanneer de oorlogskreet zich wederom in den lande ooit mocht doen hooren eu ons Holland gevaar dreigt, zich den voorrang te betwisten do oorste te zijn om op te komen voor de pliohten die God ons oplegt en de leus van ons volk «Ik zal handhaven" ge stand te doen en de Oranjevaan omhoog te houden, eindigde spreker zjjne rode mot den wensch God geve echter dat die roepstem niet noodig zal zjjn in lengte van dagen! Vervolgens smeekte de predikant in een gebed 's Hemels zegen af voor ons vaderland en over onze beide Koninginnen. Een plechtig oogenblik was het, toen op verzoek vau den grijzen godsdienstleeraar zjjne toehoorders gezamenlijk het vierde couplet van ons volkslied staande aanhieven. Krachtig klonk het «Bescherm o God, bewaak den grond I" door de kerkgewelven. Na het uitspreken van de zegenbede verlieten allen hot kerkgebouw, onderwjjl het orgel het «Wien Neërlandsch bloed" bleef spelen. H. M, de Koningin-Regentes zal tusschen 6 en 12 Augustus met H. M. de Koningin een bezoek brengen aan de legerplaats bjj Oldebroek. Door de officieren is aan HH.'MM. een collation aangeboden. Bjj dit bezoek zal door de bereden artillerie eene oefening in het vuur worden gehoudenvoorts zal er worden geschoten met liet zware vestiuggeschut, terwijl ten slotte door de bereden officieren een Sohnitzeljacht zal worden gehouden. De straf volgt op de zonde, zou men gereedelijk kunnen zeggen ten opzichte van de geschiedenis van het negerbataljon te Willem I. Die twee compag- nioën rekruten, en zelfs die naam verdienen de zwar ten uit een militair oogpunt beschouwd nog niet eens, kosten de regeeriug aan wervingskosten, over tocht, traktementen van boven de formatie gevoerde officieren en kader en anderszins ongeveer een half milioen guldon, en toch zijn de resultaten der oefe ning nog zoo onbeduidend, dat men van het voor nemen zwanger gaat om de negers in het eind van het jaar maar weer stilletjes voor 's lands rekening naar hunne negerijen terug to zenden. Het ongun- stigo resutaat van deze poging om het leger opnieuw te versterken met het hooggewaardeerde Afrikanen- element valt te meer te betreuren, omdat de tolken eenparig verklaren, dat men ter kuste van Liberia vrjjwillig zooveel negers kan bekomen voor den mili tairen dienst als men slechts verlangen kan, mits men bij andere stammen aanklopt als waaruit onze rekru ten-compagnieën geworven zjjn, on dan ronduit zegt waarvoor men de menschen werft. (J.-R.) De Koningin ran België is gisteren plotseling ernstig ongesteld geworden. Een zenuwtoeval boe- zomde groote bezorgdheid in, doch weldra was het, gevaar geweken. In buitenlandsche bladen doet het bericht de ronde dat de Belgische regeering een wetsontwerp voorbe reidt, strekkende tot de aanhechting van den Kongo- staat als kolonie aan den Belgischen staat, hetwelk in het begin der nieuwe zitting aan de Kamer ter behandeling zou worden aangeboden. De Reforme geeft lucht aan hare verontwaardiging, welke zeker gerechtvaardigd zou wezen, indien het bericht juist waro, dat het parlement der census-kiezers zulk een zwaren last op de Belgische natie leggen zou, nadat het zich zolf, door het in behandeling nemen van het voorstel tot grondwetsherziening, onbevoegd verklaard heeft tot het nemen van zulk een gewiohtig besluit. Het bericht zou evenwel zelfs niet juist kunuen zijn, naar de Indépendance opmerkt. Niet alleen be paalt de wet van 1890, omtrent het voorschot van 25 millioen aan den Kongo-staat, dat de beslissing omtrent eene aanhechting eerst na lü jaar, d. i. m 1900 te nemen zou zijn, en zwijgt de Belgische grondwet, in den eersten titel bij de omschrijving van het grondgebied van den staat, ovor koloniaal bezit, hetwelk dus wel niet daarbij uitgesloten is, maar toch wel eerst na grondswetherziening mogelijk wordt, nu de regeering onder de grondswetartikelen welke zij aan herziening onderworpen wil zien uit drukkelijk genoemd heeft de bepalingen van den len titel, «teneinde het overnemen van don Kongo-staat ^°?r eventueel mogelijk te maken.* Het is duidelijk, dat dezelfde regeering, die dit verklaard heeft, geen voorstel tot aanhechting van den Kongo- staat indienen kan, zoolang niet de grondwetsher ziening is tot stand gekomen. Intusschen spoeden de feesten te Petersburg, waar mede de geheele Europeosche pers zich nog steeds bezighoudt, ten einde. Dinsdag verlaat het Fransche eskader Petersburg en zal naar Björkesund etoomen. Van daar keert admiraal Gervais met 55 officieren en 15 matrozen op een torpedo-bootje terug, ten einde het reeds aangekondigde bezoek aan Moskou te brengen. Het Russische spoorweg-bestuur zal de Fransche gasten kosteloos met een extra-trein naar Moskou brengen en hun bovendien nog aan het station Bjuban oen feest aanbieden. Uit dankbaarheid voor de schitterende ontvangst gaf admiraal Gervais een groot bal aan boord van zijn admiraalschip «Marengo*. Ongeveer 600 gasten waren daarbij aanwezig, onder wie vele prinsen van den bloede en de keur van dames en heeren uit de Petersburgsche groote wereld. Tot bekroning van het feestgedruisch verleende czaar Alexander aan admiraal Gervais het grootkruis van de St. Anna orde, terwijl 32 officieren verschillende andere ridder orden ontvingen. De correspondent van de Timen blijft volhouden, dat het verbond tusschen Frankrijk en Rusland reeds gesloten is. Meer dan dat het verbond defensief is. weet de correspondent er niet van te vertellen. Alleen weet hjj er nog bij te voegen, dat de Cziar het trac- taat niet zal teekenen, maar dat dit alleen door de ministers zal geschieden. Ofschoon de correspondent verzekert, dat hij zgn inlichtingen heeft uit de beste bron en de kringen, waar men goed op de hoogte is, is toch zeker eenige twijfel in dit opzicht wel geoorloofd. Dat de ver houding tusschen Frankrgk en Rusland, gelgk uit de jongste betoogingen aan de Newa duidelijk is ge- bloken, beter wordt, is zeker, maar daarom behoeft nog geen officieel verbond tusschen beide staten ge sloten te ziju. Een Weener spotblad beeldt den Russischen beer af, terwijl hij gewapend met den knoet, gearmd wandelt met den Gallischen haan, die de republi- keinsche vrgheidsmuts op het hoofd heeft. Spottend wordt daarbij opgemerkt: „Een mooi paar! Dat kan eeu goed ras geven." Inderdaad is de tegenstelling tusschen het autocratische Rusland en het democra tische Frankrijk zoo groot, dat het moeilgk valt aan een duurzaam Russisch-Fransch verbond tegelooven. Koiiug Alexander van Servië is nog steeds te Moskou. Ter eere van den jeugdigen vorst gaf groot vorst Michael, de gouverneur der stad, een groot feestmaal in het Kremlin. Na den maaltgd reedde grootvorst met zgn gast naar de vlakte van Chodinskojé, waar een wapenschouwing over de garnizoenen werd gehouden, 's Avonds was de stad feestelijk verlicht en werden vuurwerken afgestoken. Koning Alexander maakte toen nog een rit door de stad en werd door de bevolking zeer toegejuicht. Van Moskou gaat de koning naar Petersburg en van daar, naar het heet, naar Pargs, waar hg den lSden Augustus verwacht wordt. Zaterdag middag is de Hohenzollern te Dronthmm

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2