Buitenlandse!) Overzicht. orthodoxe Russen en 84 bij de overige bevolking, d. i. voor de eersten 11 pet. en voor delaatsten 0.5 pet. De wijk was het uitgangspunt eener epidemie. Men telde daar toen ongeveer 6 sterfgevallen aan pokken op 1000 inwoners, terwijl in de naastgelegen wgk slechts 0.6 pet. voorkwamen en in de verder afgelegen wijken noa kleiner aantal sterfgevallen, in sommige wijken in het geheel geen. Na deze spre kende bewijzen van het nut der vaccinatie, is de toepassing daarvan belangrijk toe-, en de sterfte aan pokken afgenomen. De majoor Scherer met zijn luitenant-adjudant Van Vliet en een ordonnans, behoorende tot het Kamp te Bergen zijn aan een groot gevaar ontsnapt, toen zij over duin van het kamp zich naar de aangelegde versterkingswerken wildon begeven. Onbekend met het gevaar, begroetten zg, na een moei lijken rit over de duinen, met vreugde een vrije lange vlakte. De ordonnans reed vooruit, doch hij zakte soodra het vlak had betreden met zijn paard in het drijfzand naar beneden. De Majoor en diens adjudant schoten onmiddellijk te hulp, doch het paard van den een zakte weldra met de achterpooten, dat van den ander met de voorpooten in het zand weg. Beiden wisten zich echter uit hun benauwden toe stand met hunne paarden te redden. Het paard van den ordonnans zakte inmiddels hoe langer hoe dieper eindelijk tot den kop toe. Toon kwam er hulp op dagen, en door middel van planken slaagde men er in, én man én paard uit de gevaarlijke omgeving te verwijderen. De „Western Morning News" geoft de volgende beschrijving van de boot „Sea Serpent" De kleine boot is een klein model van bouwkunst, ontworpen door den vader van kapitein Lawlor, een ouden scheepsbouwmeester. Zij is 14 voet^ll'/s duim over alles lang, 5 voet breed en 2 voet hol. Zij is voorzien van twee metalen luchtdichte afdeelin- gen, een voor en een achter, een drijfvermogen bevattende van 600 of 700 Het logies is 6 voet lang en 20 duim wijd en overdekt met een luik of schuif. Bij ruw en regenachtig weer wordt daar over etfh guttapercha kapkleed gedaan om het water er buiten te houden. Een dreg, in den vorm van een parachute werd gebruikt. Kapitein Lawlors's keukengereedschap bestond uit een oliefornuis en eenige tinnen schotels. Hij voerde geen sterke dranken mede en de provisiekast bevatte vleesch in blik, en blikjes bouillon, chocolade, gecondenseerde koffie en melk en een goeden voorraad beschuitjes. Tien gallons (45 liter) olie werden medegevoerd om bg buitengewoon slecht weder te gebruikeu. De reis was vol wederwaardigheden. Vier dagen echter, stuurde de boot zichzelf onder lichte, gestadige koelie, en des nachts, nadat eene goede lantaarn was opgeheschen, kon kapitein Lawlor rich ter ruste begeven. Op 1 Juli, toen hij een touw wilde vastmaken, viel hij overboord, tijdens matig weer, doch dewijl hij steeds een touw om het lijf had dat ergens aan boord vast was gemaakt, was hij in staat weder aan boord te komen, na een verfris- schend bail. Op 18 Juli, toen hij voor een harde koelte lensde, werd de „Sea Serpent" plat op zijde geworpen en was spoedig vol waterkapitein Lawlor echter sprong onmiddellijk op de kiel, en wist haar weder op te richten. Hierbij werden echter zijne handen gekwetst, door dien het touw om zgn middel over zijne handen kwAm en, dewijl hij zwaar gekleod was, met drie jassen, en guttapercha laarzen tot aan de heupen, had hij veel moeite zich boven te houden, temeer daar die laarzen vol water waren gerankt, doch het touw hield hem aan de boot verbonden en wist hij zich? nog met groote moeite daarin te werken. De boot was toen half vol water; al zijn kleederen wa ren doornat. t Een soortgelijk ongeluk trof hem toen hij op 3 Augustus 20 mijlen Z W. van Lizard de bark „Fin land" wilde praaien. De „Sea Serpent" liep toen recht voor een hooge moeilijke zee en juist toen kapitein Lawlor naar de bark keek kwam de boot dwars te liggen. Zij sloeg op zgde en evenals den vorigen keer, sprong hij op de kiel. Het scheen of zij zich niet weder zou oprichten, doch eindelijk slaagde hij er in, na veel inspanning praaide de bark, welker bemanning gereed stond hem op te pikken. In den nacht van 24 Juli ging hij zich ter rusto be geven tijdens een lichte koelte. Hg werd gewekt door een haai die langs den bodem der boot schoof. Hij keerde zich om, om zijn slaapje voort te zetten dewijl het schuiven van haaien langs de boot eene gewone zaak was doch hij werd er weldra van overtuigd dat deze haai trachtte de boot omver te werpen en te verbrijzelen. Buitenboord ziende, bespeurde hij het monster langszijde, zijn best doende om zich een goed maal te bereiden van de Sea Serpent en haar kapitein. De kapitein nam een stukje geschut, dat veel op plezierjachten wordt gebruikt, stak er de lont in, wikkelde het in een nieuwsblad en wierp het over boord. De haai schoot er op toe, en juist toen hij zich omkeerde cm het te verslinden ontplofte het. Er kwam toen een groote be weging in het water, en, indien de kop van het monster niet ver irijzeld is, is het voorzeker toch bevreesd geworden, daar het zich niet meer vertoonde. Sckeepv Onder het opschrift Gevolgen der protectie schrijft het Vaderland: Sedert 1888 is in Zweden de vrijhaudelsmeerder- heid, die jarenlang de onbetwistbare heerschappij had, veranderd in een minderheid, ten gevolge waarvan schrijft onze consul-generaal te Stockholm in zgn laatste jaarverslag den I4en Februari 1888 inkomende rechten werden gelegd op ongtraalen en gemalen graan, erwten en boonen. Slechts wei nige maanden later, den len Juli, werd het nieuwe stelsel toegepast op gewoon brood, spek, gort, reuzel, lerend vee, vleesoL boter en aardappelen, terwijl de reeds bestaande reenteu op fijn brood on worst ver hoogd werden. Voor kaas werdeo de rechten reeds in 1887 verhoogd. Alle levensmiddelen, behalve visch, werden aan belasting onderworpen, een belasting ten bate der schatkist is licht te berekenen. Men behoeft slechts de hoeveelheden van den invoer met de rechtente vermenigvuldigen en op grond van deze volkomen ambtelijke gegeven* komt men voor den tijd van Februari 1888 tot einde 1890, dus voor niet volle 3 jaren, tot het hooge cijfer van 16 millioen gulden. Maar deze som geeft verreweg niet het geheele bedrag aan, dat door het consumeerend publiek is opgebracht geworden. Men moet zich herinneren, dat tot deze belasting niet werd besloten om in een behoefte der schatkist te voorzien, maar om een zeer gering aantal biunenlandsche landbouwers en do molonindustrie te begunstigen. Hoe groot de door de inkomende rechten ontstane prijsverhoogiug feite lijk is, want dat ten gevolge der belasting op den invoer een prqsverhooging voor het binnenlandsch product heeft plaats gehad, wordt thans door de voorstanders van het beschermingstelsel iuderdaad toegegeven, on het zeggen „de buitenlander betaalt de rechten" is eindelgk verstomd kan niet met volle zekerheid wordeu berekeud, maar volgens alle deskundigen moet dit bedrag ten minste even groot waarschijnlijk grootor, zijn dan de inkomende rechten' en het Zweedsche volk heeft dus in de laatste 3 jaren niet minder dan ruim 32 millioen gulden belasting op levensmiddelen opgebracht, of jaarlgks bijna 11 millioeu gulden. Tcrwgl in Zweden verleden jaar meer dan 200 millioeu kilogram graan en meel moest worden in. gevoerd, bedroeg de uitvoer daarvan slechts 7 mil lioen kilogramja, zelfs indien men den uitvoer vau haver, die 681/, millioeu kilogram bedroeg, er bijvoogt, komt men slechts tot een verhouding van 75 uitvoer tegen 200 invoer. En onder zulke om standigheden wordt de id voer van graan en meel (alsmede overigo noodige levensmiddelen) met hooge inkomende rechten bezwaard, zonder dat de schatkist er behoefte aan heeft. En het resultaat vau deze beschermiug van het binnenlandsch product? Met zper geringe uitzondering hebben de landbouwers ondervonden, dat hun voort brengselen door de belasting wel duurder zijn ge worden, maar dat deze prijsvorhooging tevens op ander gebied zich heeft doen gevoelen en dus de verwachte verbetering geheel en al verslonden heeft. De producenten vau levensmiddelen zien hun ver wachtingen eu de hun gedane voorspiegelingen niet vervuld. En de consumenten? Nooit te voren is onder de arbeidende klasse zulk een ontevredenheid vernomen als gedurende de laatste jarende beloofde verhooging van werkloon is uitgebleven, integendeel zgn op verschillende plaatsen en in verscheiden ar- beidskringen de loonen verminderd, daarentegen de levensmiddelen en alle overige levensbehoeften aan merkelijk duurder gewordenklachten over onvoldoend werkloon worden dagelijks en over het geheele land vernomen; werkstakingen, zelfs onder de landbouw- arbeiders, behooren tot de orde vau den dag en de landverhuizing neemt vau jaar tot jaar toe. Er is, helaasop dit oogeoblik geen vooruitzicht om van de drukkende belasting op levensmiddelen spoedig bevrijd te worden, want de meerderheid van den Zweedschen rijksdag maakt door het uitgeven van groote sommen, dat de schatkist voor een reek» van jaren deze belastingen noodig zal hebban. De „bandisten" te Parijs, dat wil zeggen, de adressenscbrij vers op kruisbanden, hebben zich thans ook tot een genootschap vereenigd. Deze arme drommels noemen zich „bandisten", van „bande", kruisband, omdat hunne voornaamste bezigheid in het vervaardigen van adressen op kruisbanden be staat. Duizend adressen worden hun met 1.25 fr. tot 1.80 fr. voor kruisbanden, en met 2 fr. voor enveloppe» betaald. Om echter een duizend op een dag gereed te maken, moet men jong, betrekkelijk krachtig, en zeer vlijtig zijn, vooral daar slecht werk niet geduld, maar leesbaar, net handschrift vereischt wordt. Een bejaard man, wiens hand reeds een weinig beeft, moet langzaam schrgven, wanueor zijn schrift nog duidelijk wil blijven, en hg Ook Flora, door het vreemdsoortige gedrag haars broeders opmerkzaam gemaakt, zag do groephaastig legde zij haar hand op den artfi haars broeders, on hem met zfch mee te trekken. Graaf Hohenhausen scheen van dit allee niets te bemerken met een lichte buiging en onder toozeg- ging van zijn spoedig bezoek, nam hij van broeder en zuster afscheid, om zijn rgtuig op te zoeken. Fannyfluisterde Theodoor. Kom toch, drong Flora aan, uit wier oogoa eeu toornige blik op de groep rusto. Wil je hier soms opzien baren Het jonge mensch haalde ruim adem, en zgn ge laat nam de vroegere, ernstige, vastberadeu uitdruk king aanja, er spiegelde zich in dio bedaarde trekken een zekere blijdschap, die met de vroegere ontroering een scherp contrast vormde. Dus dat was de spoorloos verdwenen©? vroeg hij, terwijl hij met zijn zuster het perron verliet. Je waart onbeleefd tegen hem, Theodoor In hoeverre Je hadt hem mef eenige woorden moeten bedanken. Waarvoor? Dat het toeval je op zijn weg bracht, en je door je gepraat hem den tijd hebt verkort? Ik zie daarin geen reden tot dankbetuiging. En rondweg gesproken, ik houd niet van dat ver keer met den adel. Ieder moet zich in zijn eigen kring bewegen ik kan dat kruipen en streven naar hooger niet dulden. {Wordt vervolgd.) belastt-n, en mij dunkt, dat hij nu eindelijk dien droom moet vergeten hebben. Het is de vraag, waarom zij vertrokken is. Theodoor was met haar verloofd, alvorens wij allen er van wisten, en toen wij het vernamen, wilde papa zijne toestemming niet geven. Theodoor moest van de verloving afzien, eu als een onvermijdelijk gevolg daarvan vertrok do dame. Maar wat de uren schielijk verloopen zijnging Flora opgeruimd voort, terwijl zij haar horloge raadpleegde en daarbij een blik op de streek wierpwij zullen binnen weinige oogenblikken onze bestemmiug bereikt hebben. Inderdaad, antwoordde de graaf, ik herkrn nu ook weder de plaats. Maar hoe veel is hier veran derd Hoevele fabrieksschoorsteeneu zijn hier als het ware uit den grond verrezen Er wacht u bepaald nog menige verrassing, knikte Flora. Wij hebben dit alles onder ouze oogen zien ontstaan, dus is het voor ons geen nieuws meer. Zal papa spoedig de eer hebben, u ten zijnent te zien? Zeker, juffrouw Romberg, en ik hoop, dat u mij zult veroorloven, dat ik dau ook mijn dank be tuig voor de belang wek kénde mededeelingen, waar door u mij deze reis zoo aangenaam gemaakt hebt. Het zal mij ee i wear genoegen zijn, zeide Flora blozend. En ik herinner u aan uwe belofte, mijn heer, die u mij ten opzichte van Unica gedaan hebt. Ik zal haar gestand doet, u kunt er op rekenen. Het gefluit der locomotief maakte eeu eind aan het onderhoud'; de trein kwam langzaam het station binnen. Do conducteur opende de portieren, graaf Hohenhausen steeg uit, en op zijn hand gesteund, volgde hem Flora; een lichte handdruk dankte hem voor den dienst. Het volgende oogeublik aanschouwden beiden eer, jongen hoer, die met een lichte buiging voor den graaf de dame een arm aanbood. Wacht even, Theodoor! zeide Flora schielijk. Graaf Kurt Von Hohenhausen, mijn broeder Theodoor Romberg. De elkander dus voorgestelde heeren groetten licht, eu de blik van den graaf gleed vluchtig over het kleine, bijzonder burgerlijke voorkomen van het jongraensch. Hij herinnerde zich het oordeel, dat Flora omtrent haren broeder gegeven had dit ernstig gesloten ge zicht met den euergieken trek rechtvaardigde en bevestigde dat oordeel. Graaf Von Hohenhauseu was mijn reisgenoot, zeide Flora; wij hebben ons zeer aangenaam onder houden. Vau uw terugkeer was ik reeds verwittigd, wendde Theodoor zich tot den graaf; uw rgtuig wacht buiten. Hij brak midden in den zin afstrak rustte zijn blik op een groep, die in zgn nabijheid stond. Deze groep bestond "uit een matroos, eeu jonge dame .en eenzwaarlijvig heer, en de laatste schudde den matroos zoo hartelijk de hand, als was hij zijn beste vriend. k an hoogstens 1 fr. tot 1.20 fr. dagelijks verdienen. Een „bandist", die het tot 2 fr. per dag brengt, wordt als een wonder beschouwd. Hoe gaat hg te werk, om van zijne verdienste te leven? Natuurlijk voert hij geen satrapenleven, maar Parijs biedt voor wie er den weg weet gelegenheden en middelen van bestaan aan, die het uogtans mogelijk maken, ook met zulk een klein inkomen rond te iomon. De bandist bewoont ^en „garni" in een der oude wijken om de Halles, ^m de Place Maubert, enz. In de rue St. Victor is een „hotel", beter een herberg, alleen door bandisten bewoond. Een kamer kost 50 ctra. per nacht. Dikwijls vereonigen twee hunne middelen, om dezen prijs te bereiken. De slaaphuizen, die veel goedkooper prijzen voor een onderkomen toestaan, kent men te Parijs niet. Het ontbgt gebruikt de bandist bij zgn patroon. Hij koopt voor tien centimes brood en voor hetzelfde bedrag „afsnijdsel" bg den varkenslager. Dit „afsnijd sel" of „raolure" bestaat uit de kleine, zeer dunne schijfjes worst en ham, die de slager uaar Parijsch gebruik van de snijdvlakte van de uitgesneden worst afsnijdt, zoo dikwgls hg voor een kóbper een stuk van zijn waar aflevert; deze oppervlakte droogt name lijk uit, en den koopor mag men alleen frissche en smakelijke waar leveren. Elders denkt men of niet aan zulk eeno gedienstigheid, of wanneer men de verkoopwaar opfrischt, dan wordt dio afval aan den honfk overgelaten. Hier echter gaat niets verloren, men weet uit alles wat te trekken, en de afval geeft een goedkoop en welkom toevoegsel aan het anders' slechts uit droog brood bestaande ontbijt van den „bandist" of dergelgke hongerlijders. Een tweede maaltijd heeft eerst 's avonds, nadat het dagwerk volbracht is, plaats. Do bandist gaat naar de Rue de Bièvrt, naar de „Bibine", een inrichting, waar men alleen bier en boonen ver koopt en anders niet. Een glas dun bier kost 5 centimes, een flinke portie boonen 10 centimes. Wil de bandist ook nog brood erbij eten, dan moet hg het afzonderlijk betalen. Hij koopt het meestal aan de poorten der kazernes van de sol daten. De getrouwde bandist er zijn er ook koopt voor 15 tot 20 centimes, afval van vleosch bg den slager en daarvan maakt zijne vrouw hem dan een avondmaal gereed. Wanneer hij oen goe den dag heeft gehad, gaat hij in een volksgaar keuken en heeft hef genot van goed klaarge maakte spijzen, waarvan eenu portie 20 centimes kost. De grootste moeite voor een bandist is, zich behoorlgk te kleeden. Uitdragers, die eiken avond bg de „Bibide" verschijnen, maken hem dat ge- mnkkêUjkw.. Zij bieden hein een hoed aan voor v 15 centimes, een jas of een broek voor 50, zegge vgftig centimes (24 centen Dat men voor dezen prgs het kleedingstuk niet eens uit courantpapier zou kunnen maken, kan iedereen wel begrijpen. En toch zgn dezo onwaartchijnlgke kleederen uit stof gemaakt, en schijnen door hun vorm door kooopen, zakken enz. toch jasson of broeken te zijn. Men staat hier weer voor een der talrgke geheimen van de groote stad. Schoeisel is in verhouding duurder dan het overige bekleedsel. Een paar lederen schoenen kost licht 40 centimes, en zelfs een enkele schoen nog 15. Want er worden ook enkele schoenen verkocht, die men schilderachtig orphelins noemt; maar het artikel is niet steeds voorhanden. Door deze prijzen is het te begrijpen, dat vele bandisten kunnen verzekeren, dat zij dage lijks met 7 5 centimes kunnen uitkomenen er derhalve niet toe te krijgen zijn, nog eene pen in te doopeu, wanneer zij dit bedrag hebben verdiend. Anderen werkeu den geheelen dag en verdienen het dubbele, maar geven ook 50 tot 60 centimes voor absinth uit. Want velen hunner zijn dronkaards, eu de ondeugd der dronkenschap is oorzaak, dat zij tot bandisten zijn gezonken, een beroep, dat als t ware het groote vuilnisvat voor alle mislukten uit boogere betrekkingen is. Midden in den zomer neemt het werk af eu er is eigenlijk alleen voor de bette eu vertrouwdste bandisten nog werk, aan wie de aannemer steeds werk bezorgt, om ze te behouden. De anderen besteden den onwillekeurigeu vrijen tijd, om buiten of aan zee van de vermoeienissen der werkmaanden uit te rusten. Natuurlijk is hun va kantiereis eenigszins auders ingericht als die der rijken. eerst in eeu asyl voor zworvers. Daar worden ze volgens het reglement drie nachten achter elkaar toegelaten, en wanneer zij dau verklaren, dat zg Parijs willen veriater., om buiten arbeid to zoe- *e", worden zij ook volgens het reglement kosteloos van papieren voorzien, die beletten, dat zij onderweg •Is landloopers worden aangehoudenalleen moeten zij nauwkeurig aangeven, waarheen zij zich denken te begeven, en hunne bewijsstukken goven de aan gewezen streek aau. Zg krijgen ook een kleinen reis- penning|(meestal 1 fr. 50 c.) mede,waarvoor zij een paar reserv e-schoenen koopei:. Want de reis wordt natuur- Igk te voet gemaakt. De reiswog wordt vooraf zorg vuldig overwogen en bepaald en de eene bandist deelt den audur broederlijk zijne ondervonden ervaring medè. Niets is merkwaardiger dan zulk een armen-Bae- deker, zooals er een groot aantal in mauuscript be staan, te zieD. In plaats van bezienswaardigheden zijn de boerenwoningen aangeteekend, waarin men licht een stroo- of hooileger en een stuk brood of spek verkrijgt. Waar de boer in een goeden luim nog *een teug cider bijvoegt, wordt de plaats met twee sterretjes aangeduid. Bij de dorpsherbergen wordt voor eenige gewaarschuwd, omdat daarin het onge dierte zelfs voor zulk een zwerver te erg is. Wanneer de bandist bij een boer logeert, vertelt hij in zooveel mogelijk goed gekozen uitdrukkingen ein- delooze geschiedenissen van Parijs en het Parijsche leven. Zijn taal, mooi gesproken, maakt op den Frauschman, zelfs op dien der laagste klassen, steeds een voortreffelijkon indruk, en de landbouwer stelt zooveel belang in Parijsche verhalen, dat hij daarvan nooit genoeg hooren kan. Ia de bandist wat wol sprekend en waarom zouden mislukte studenten, uit de toga ontsnapte geestelijken, gewezen professo- r®n* .l)°kter8> ambtenaars, dat niet zijn dan wordt hij bij den boer goed verzorgd en krggt licht bij zijn afscheid ook nog eenige koperen munten en mis schien ook een brood of een^worst mee. Zoo trekt de bandist welgemoed in de kortst mogelijke dag reizen naar de zee en weder terug, en begeeft zich na een zwerftijd van twee of drie maanden, bij het begin van den herfst opnieuw gesterkt aan zijn stil len en harden arbeid. Alles wel beschouwd is dus het bestaan van een bandist toch niet zoo vreeselijk, als het den verwende op het eerste oogenblik wel toeschijnt, en vele ban- diston zullen werkelijk het copiëerberoep, nadat zij zich er eenmaal aaugewend hebben, niet meer ver laten. Men meldt uit Rotterdam Er heeft zich hier een commissie gevormd tot instandhouding van het Rotterdamsch orchest. Nu wij hier geen opera meer hebben, vinden de toon kunstenaars, die in het orehest zaten, hier geen vol doend bestaan meer. Wij hebben wel in den winter onze vaste concerten en muziekuitvoeringen, waarbij die kunstenaars medewerken, en wel ook maken som migen hunner deel uit van het harmonie-orchest, dat des zomers concerten geeft in de officieren-societeit en de diergaarde, maar hun voornaamsto middel van bestaan moosten zg vinden aan de opera. Om nu te voorkomen, dat de beste musicale krachten ouze stad verlaten, wil de genoemde commissie gedurende het winterseizoen geregeld tweoraaal in de week concerten geven hl de zaal dor sociëteit Harmouie; eti zg heeft zich daartoe tot de stadge- nooten gewend met eene uitnöodiging om v#or deze concerten in te schrijven. Alle denkbeeld om hier weder eene opera in het leven te roepen, is opgegeven. Wij zullen ou9 vigortaun moeten behelpen met de enkele voorstellingen, die hier gegeven zullon wordeu door een ambulant opera gezelschap onder directie van een voormaligen soufleur van odzo opera, dat dezen winter in verschillende ste den des lands zal optreden. Misschien dat die voor stellingen den tkensch om eene opera als in vroeger dagen te bezitten weder levendig doen worden, en als het er toe komt, dat het schöuwburggobouw in andere handen overgaat (wat zeer waarschijnlijk is, daar een faillissement van de schouwburg-vereeniging niet kan uitblijven), dan is er kans, dat eene ver laagde pachtsom den een ofanderen ondernemer uitlokt om het nog eens met eene Rotterdamsche opera te wagen. „Betoogingen ter oere van Rusland" blijft een vaste rubriek in de raeesto Fransche bladen. Overal in Frankrijk, tot in de onbekendste en afgelegenste plaatjes, is men door Russenliefde bevangen, en elke aanleiding wordt aangegrepen om daarvan blijk te geven, Meestal is die aanleiding een muziekuit voering, waarbij het Russische volkslied wordt ge speeld, wat dan een uitbarsting van geestdrift teu gevolge heeft. Een gevolg van die stemming is, dat men zioh niet geneert openlijk afkeer van Duitsch- land en niet minder van Engeland aan den dag te leggen. De Temps heeft haar best gedaais wat koud water te werpen op al de geestdrift. Een artikeltje, blijk baar hoog-officieus, predikt de deugd dor matiging, die volgens dat blad de eorste der deugden is in de politiek. Tooni men zich al te geestdriftig, dan wordt de beteekeuis der Russisch-Fransche overeenstemming eer verzwakt dan versterkt, meent zij, en zij raadt den Parijsclieu gemeenteraad af gevolg te geven aan 't voornemen om admiraal Gervais een feestelijke ontvangst te bereiden. Dit is een vingerwijzing, j hoe men in de hoogste kriugen denkt. Het zardan ook wel niet zonder beteekenis zijn, dat grootvorst Alexis, die Parijs zou bezoeken, ter bestemder tijd niet is gekomen. Hij zou gisterenochtend aan de gate du Nord aankomen en behalve het personeel der ambassade wachtten tal van journalisten en een massa nieuwsgierigen hem op, maar wie uit den trein steeg, de Grootvorst niet. Hetzelfde tooneel har- haalde zich des namiddags bij den sneltrein uit Keulen. De Grootvorst was er woer niet. Aan de ambassade zelf weet men van niets, en men vejunoedt, dat de Vorst onverhoeds geheel incognito zal verschijnen. Er worden weer verontrustende berichten verspreid over de gezondheid van Keizer Wilhelm, Wie vooral door de Fransche bladen zeer overdreveuy worden. Zelfs werd beweerd, dat een Duitsch telegöfist naar Felixtown was gezonden, ten einde de cijfertele grammen te vertolken, welke over den toestandSï^s keizers gewisseld werden. Hiervan is echter geen woord waar. Trouwens keizerin Augusta Victoria is reeds teruggekoerd en bevindt zich nu bij haar gemaal te Kiel. Ten einde al deze praatjes tot iiun ware verhou ding terug te brengen, deelt de „Vossische Zeitung" mede, dat de keizer lijdt aan een zijwaartsche ontwrichting der knieschijf. Dergelijke gevallen vereischen groote voorzichtigheid. Eerst moesten daarom de kniebandon versterkt worden door een gipsverband, maar reeds spoedig kou het gipsverband door een los verband worden vervangen. Eergisteren werd in tegenwoordigheid van 's keizers lijfarts dr. Leuthold door een der adsistenten bij de chirur gische kliniek te Kiel een gewrichtskap aangelegd, waardoor de knieschijf in haar natuurlijken toestand wordt aangehouden. Overigens is er niets, gebeurd. De ziekte heeft het gewone verloop en reeds kan de keizer zich vrij op het dek bewegen. Dat de keizer aan boord van de „Hohenzolloru" bigft, geschiedt alleen voor het gemak, omdat de keizer voornemens is dezer dagou nog eenige tochtjes met zijn jacht te gaan maken. Tot 18 Aug. blyfl de keizer te Kiel en tot zoolang zal ook de keizerin aan boord van de „Hohenzollern" vertoeven. Samen keeren de vorsten dan terug naar Berlijn, waar op 23 Augustus de groote zomerparade op het Tempelhoferfcld zal wor den gehouden. Deze mededeelingen over 's keizers werkelijken toestand worden ook door andere vertrouwbare Duitsche bladen bevestigd, zoodat er nog geen reden is om geloof te slaan aan al de verontrustende ge ruchten, welke over Keizer Wilhelm de ronde doen. Onder de weinige parlementen, die hun zomer- campagno met ongewone taaiheid rekken, bihoortde Belgische kamer, maar vau haar leden kan men niet getuigen, dat zij mot volhardend plichtgevoel hun taak als afgevaardigden vervullen. Geklaagd en geschimpt wordt over de volksvertegenwoordigers, door wier slechte opkomst dag aan dag vergaat, zonder dat de kamer haar arbeid kan voortzetten. Met verontwaar- di?rtn£ wijzen de dagbladen op de clericale afgevaar digden, die steeds door hun afwezigheid schitteren een schandaal, noemen de bladen, deze werkstaking der rechterzijde, die door deze nietswaardige tactiek niets anders kgn beoogen dan de gehate grondwets herziening van. de baan te schuiven. Een tactiek welke intusschen allerminst het aanzien der stervende cen8us-kamer onder het Belgische volk kan verhoogen! En de heer De Smet de Nayer laat nog altgd op zijn rapport over de voorstellen'betrekkelgk de grond wetsherziening wachten De „Courrier de Bruxelles" verzekert evenwel, dat de centrale sectie in de eerste dagen dezer week zal bijeenkomen om bet rapport van den heer De Smet de Nayer aan te hooren. Alzoo eindelgk dan toch Maar de kamer stelt zich voor Zaterdag a. 15 Aug. op reces te gaan wat is er dan nog in deze zitting voor de grondwetsherziening te verwachten Koning Alexander van Servië is te Weeuen. De Weener bladen heeten den jeugdigen vorst welkom in^ de Donau-stad en hopen, dat het bezoek moge bijdragen tot bevestiging van de vriendschap tus- schen Servië en Oostenrijk. Ofschoon Alexander eerst te Petersburg is geweest, alvorens n »ar Weenen te komen, heeft keizer Frans Jozef toch niets verzuimd oin deu bezoeker eer te bewijzen. Bij de grons wordt Alexander nAmens den keizer verwelkomd door twee veldmaarschalken, en te Ischl, waar de keizer vertoeft, zijn voor den Sorvisc en vorst dezelfde vertrekken in gereedheid gebracht, welke voorheen betrokkon werden door keizer Wilhelm I, als deze zijn jaarlijksch bezoek te Ischl kwam brengen. Koning Alexander blijft twee dagen, en eiken dag zal iu de villa des keizers ter eere der gasten een galamaaltijd gegeven worden. Daarbij staan ook verschillende rijtoeren, boot tochtjes en feestvoorstellingen in den schouwburg op het program. Kortom, keizer Frans Jozef wil blijkbaar toouen, dat Servie's engere aausluiting bij Rusland feen hinderpaal is voor de vriendschap tusschen Servië en Oostenrijk. Daarbij ontvangt hot bezoek ook nog eeu politiek tintje, daar graaf Kalnokv eveneens naar Ischl is vertrokken. De minister vau buitenlandscho zaken zal dan met de heeren Ristitch en Pasitch

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2