Buitenlandse!) Overzicht.
orthodoxe Russen en 84 bij de overige bevolking,
d. i. voor de eersten 11 pet. en voor delaatsten 0.5
pet. De wijk was het uitgangspunt eener epidemie.
Men telde daar toen ongeveer 6 sterfgevallen aan
pokken op 1000 inwoners, terwijl in de naastgelegen
wgk slechts 0.6 pet. voorkwamen en in de verder
afgelegen wijken noa kleiner aantal sterfgevallen, in
sommige wijken in het geheel geen. Na deze spre
kende bewijzen van het nut der vaccinatie, is de
toepassing daarvan belangrijk toe-, en de sterfte aan
pokken afgenomen.
De majoor Scherer met zijn luitenant-adjudant
Van Vliet en een ordonnans, behoorende tot het
Kamp te Bergen zijn aan een groot gevaar
ontsnapt, toen zij over duin van het kamp zich naar
de aangelegde versterkingswerken wildon begeven.
Onbekend met het gevaar, begroetten zg, na een moei
lijken rit over de duinen, met vreugde een vrije lange
vlakte. De ordonnans reed vooruit, doch hij zakte
soodra het vlak had betreden met zijn paard in het
drijfzand naar beneden. De Majoor en diens adjudant
schoten onmiddellijk te hulp, doch het paard van den
een zakte weldra met de achterpooten, dat van
den ander met de voorpooten in het zand weg.
Beiden wisten zich echter uit hun benauwden toe
stand met hunne paarden te redden. Het paard van
den ordonnans zakte inmiddels hoe langer hoe dieper
eindelijk tot den kop toe. Toon kwam er hulp op
dagen, en door middel van planken slaagde men er
in, én man én paard uit de gevaarlijke omgeving te
verwijderen.
De „Western Morning News" geoft de volgende
beschrijving van de boot „Sea Serpent"
De kleine boot is een klein model van bouwkunst,
ontworpen door den vader van kapitein Lawlor, een
ouden scheepsbouwmeester. Zij is 14 voet^ll'/s
duim over alles lang, 5 voet breed en 2 voet hol.
Zij is voorzien van twee metalen luchtdichte afdeelin-
gen, een voor en een achter, een drijfvermogen
bevattende van 600 of 700 Het logies is 6 voet
lang en 20 duim wijd en overdekt met een luik of
schuif. Bij ruw en regenachtig weer wordt daar
over etfh guttapercha kapkleed gedaan om het water
er buiten te houden. Een dreg, in den vorm van
een parachute werd gebruikt. Kapitein Lawlors's
keukengereedschap bestond uit een oliefornuis en
eenige tinnen schotels. Hij voerde geen sterke dranken
mede en de provisiekast bevatte vleesch in blik, en
blikjes bouillon, chocolade, gecondenseerde koffie en
melk en een goeden voorraad beschuitjes. Tien
gallons (45 liter) olie werden medegevoerd om bg
buitengewoon slecht weder te gebruikeu. De reis
was vol wederwaardigheden.
Vier dagen echter, stuurde de boot zichzelf onder
lichte, gestadige koelie, en des nachts, nadat eene
goede lantaarn was opgeheschen, kon kapitein Lawlor
rich ter ruste begeven. Op 1 Juli, toen hij een touw
wilde vastmaken, viel hij overboord, tijdens matig
weer, doch dewijl hij steeds een touw om het lijf
had dat ergens aan boord vast was gemaakt, was hij
in staat weder aan boord te komen, na een verfris-
schend bail. Op 18 Juli, toen hij voor een harde
koelte lensde, werd de „Sea Serpent" plat op zijde
geworpen en was spoedig vol waterkapitein Lawlor
echter sprong onmiddellijk op de kiel, en wist haar
weder op te richten.
Hierbij werden echter zijne handen gekwetst, door
dien het touw om zgn middel over zijne handen
kwAm en, dewijl hij zwaar gekleod was, met drie
jassen, en guttapercha laarzen tot aan de heupen,
had hij veel moeite zich boven te houden, temeer
daar die laarzen vol water waren gerankt, doch het
touw hield hem aan de boot verbonden en wist hij
zich? nog met groote moeite daarin te werken. De
boot was toen half vol water; al zijn kleederen wa
ren doornat. t
Een soortgelijk ongeluk trof hem toen hij op 3
Augustus 20 mijlen Z W. van Lizard de bark „Fin
land" wilde praaien. De „Sea Serpent" liep toen
recht voor een hooge moeilijke zee en juist toen
kapitein Lawlor naar de bark keek kwam de boot
dwars te liggen. Zij sloeg op zgde en evenals den
vorigen keer, sprong hij op de kiel. Het scheen of
zij zich niet weder zou oprichten, doch eindelijk
slaagde hij er in, na veel inspanning praaide de bark,
welker bemanning gereed stond hem op te pikken.
In den nacht van 24 Juli ging hij zich ter rusto be
geven tijdens een lichte koelte. Hg werd gewekt
door een haai die langs den bodem der boot schoof.
Hij keerde zich om, om zijn slaapje voort te zetten
dewijl het schuiven van haaien langs de boot eene
gewone zaak was doch hij werd er weldra van
overtuigd dat deze haai trachtte de boot omver te
werpen en te verbrijzelen.
Buitenboord ziende, bespeurde hij het monster
langszijde, zijn best doende om zich een goed maal
te bereiden van de Sea Serpent en haar kapitein.
De kapitein nam een stukje geschut, dat veel op
plezierjachten wordt gebruikt, stak er de lont in,
wikkelde het in een nieuwsblad en wierp het over
boord. De haai schoot er op toe, en juist toen hij
zich omkeerde cm het te verslinden ontplofte het.
Er kwam toen een groote be weging in het water,
en, indien de kop van het monster niet ver irijzeld
is, is het voorzeker toch bevreesd geworden, daar
het zich niet meer vertoonde. Sckeepv
Onder het opschrift Gevolgen der protectie schrijft
het Vaderland:
Sedert 1888 is in Zweden de vrijhaudelsmeerder-
heid, die jarenlang de onbetwistbare heerschappij
had, veranderd in een minderheid, ten gevolge
waarvan schrijft onze consul-generaal te Stockholm
in zgn laatste jaarverslag den I4en Februari 1888
inkomende rechten werden gelegd op ongtraalen
en gemalen graan, erwten en boonen. Slechts wei
nige maanden later, den len Juli, werd het nieuwe
stelsel toegepast op gewoon brood, spek, gort, reuzel,
lerend vee, vleesoL boter en aardappelen, terwijl de
reeds bestaande reenteu op fijn brood on worst ver
hoogd werden. Voor kaas werdeo de rechten reeds
in 1887 verhoogd.
Alle levensmiddelen, behalve visch, werden aan
belasting onderworpen, een belasting ten bate der
schatkist is licht te berekenen. Men behoeft slechts
de hoeveelheden van den invoer met de rechtente
vermenigvuldigen en op grond van deze volkomen
ambtelijke gegeven* komt men voor den tijd van
Februari 1888 tot einde 1890, dus voor niet volle
3 jaren, tot het hooge cijfer van 16 millioen gulden.
Maar deze som geeft verreweg niet het geheele
bedrag aan, dat door het consumeerend publiek is
opgebracht geworden. Men moet zich herinneren,
dat tot deze belasting niet werd besloten om in een
behoefte der schatkist te voorzien, maar om een
zeer gering aantal biunenlandsche landbouwers en
do molonindustrie te begunstigen. Hoe groot de door
de inkomende rechten ontstane prijsverhoogiug feite
lijk is, want dat ten gevolge der belasting op den
invoer een prqsverhooging voor het binnenlandsch
product heeft plaats gehad, wordt thans door de
voorstanders van het beschermingstelsel iuderdaad
toegegeven, on het zeggen „de buitenlander betaalt
de rechten" is eindelgk verstomd kan niet met
volle zekerheid wordeu berekeud, maar volgens alle
deskundigen moet dit bedrag ten minste even groot
waarschijnlijk grootor, zijn dan de inkomende rechten'
en het Zweedsche volk heeft dus in de laatste 3 jaren
niet minder dan ruim 32 millioen gulden belasting
op levensmiddelen opgebracht, of jaarlgks bijna 11
millioeu gulden.
Tcrwgl in Zweden verleden jaar meer dan 200
millioeu kilogram graan en meel moest worden in.
gevoerd, bedroeg de uitvoer daarvan slechts 7 mil
lioen kilogramja, zelfs indien men den uitvoer
vau haver, die 681/, millioeu kilogram bedroeg, er
bijvoogt, komt men slechts tot een verhouding van
75 uitvoer tegen 200 invoer. En onder zulke om
standigheden wordt de id voer van graan en meel
(alsmede overigo noodige levensmiddelen) met hooge
inkomende rechten bezwaard, zonder dat de schatkist
er behoefte aan heeft.
En het resultaat vau deze beschermiug van het
binnenlandsch product? Met zper geringe uitzondering
hebben de landbouwers ondervonden, dat hun voort
brengselen door de belasting wel duurder zijn ge
worden, maar dat deze prijsvorhooging tevens op
ander gebied zich heeft doen gevoelen en dus de
verwachte verbetering geheel en al verslonden heeft.
De producenten vau levensmiddelen zien hun ver
wachtingen eu de hun gedane voorspiegelingen niet
vervuld. En de consumenten? Nooit te voren is
onder de arbeidende klasse zulk een ontevredenheid
vernomen als gedurende de laatste jarende beloofde
verhooging van werkloon is uitgebleven, integendeel
zgn op verschillende plaatsen en in verscheiden ar-
beidskringen de loonen verminderd, daarentegen de
levensmiddelen en alle overige levensbehoeften aan
merkelijk duurder gewordenklachten over onvoldoend
werkloon worden dagelijks en over het geheele land
vernomen; werkstakingen, zelfs onder de landbouw-
arbeiders, behooren tot de orde vau den dag en de
landverhuizing neemt vau jaar tot jaar toe.
Er is, helaasop dit oogeoblik geen vooruitzicht
om van de drukkende belasting op levensmiddelen
spoedig bevrijd te worden, want de meerderheid van
den Zweedschen rijksdag maakt door het uitgeven
van groote sommen, dat de schatkist voor een reek»
van jaren deze belastingen noodig zal hebban.
De „bandisten" te Parijs, dat wil zeggen, de
adressenscbrij vers op kruisbanden, hebben zich thans
ook tot een genootschap vereenigd. Deze arme
drommels noemen zich „bandisten", van „bande",
kruisband, omdat hunne voornaamste bezigheid in
het vervaardigen van adressen op kruisbanden be
staat. Duizend adressen worden hun met 1.25 fr.
tot 1.80 fr. voor kruisbanden, en met 2 fr. voor
enveloppe» betaald. Om echter een duizend op een
dag gereed te maken, moet men jong, betrekkelijk
krachtig, en zeer vlijtig zijn, vooral daar slecht
werk niet geduld, maar leesbaar, net handschrift
vereischt wordt. Een bejaard man, wiens hand
reeds een weinig beeft, moet langzaam schrgven,
wanueor zijn schrift nog duidelijk wil blijven, en hg
Ook Flora, door het vreemdsoortige gedrag haars
broeders opmerkzaam gemaakt, zag do groephaastig
legde zij haar hand op den artfi haars broeders, on
hem met zfch mee te trekken.
Graaf Hohenhausen scheen van dit allee niets te
bemerken met een lichte buiging en onder toozeg-
ging van zijn spoedig bezoek, nam hij van broeder
en zuster afscheid, om zijn rgtuig op te zoeken.
Fannyfluisterde Theodoor.
Kom toch, drong Flora aan, uit wier oogoa
eeu toornige blik op de groep rusto. Wil je hier
soms opzien baren
Het jonge mensch haalde ruim adem, en zgn ge
laat nam de vroegere, ernstige, vastberadeu uitdruk
king aanja, er spiegelde zich in dio bedaarde
trekken een zekere blijdschap, die met de vroegere
ontroering een scherp contrast vormde.
Dus dat was de spoorloos verdwenen©? vroeg
hij, terwijl hij met zijn zuster het perron verliet.
Je waart onbeleefd tegen hem, Theodoor
In hoeverre
Je hadt hem mef eenige woorden moeten bedanken.
Waarvoor? Dat het toeval je op zijn weg
bracht, en je door je gepraat hem den tijd hebt
verkort? Ik zie daarin geen reden tot dankbetuiging.
En rondweg gesproken, ik houd niet van dat ver
keer met den adel. Ieder moet zich in zijn eigen
kring bewegen ik kan dat kruipen en streven naar
hooger niet dulden.
{Wordt vervolgd.)
belastt-n, en mij dunkt, dat hij nu eindelijk dien
droom moet vergeten hebben.
Het is de vraag, waarom zij vertrokken is.
Theodoor was met haar verloofd, alvorens wij
allen er van wisten, en toen wij het vernamen, wilde
papa zijne toestemming niet geven. Theodoor moest
van de verloving afzien, eu als een onvermijdelijk
gevolg daarvan vertrok do dame. Maar wat de uren
schielijk verloopen zijnging Flora opgeruimd voort,
terwijl zij haar horloge raadpleegde en daarbij een
blik op de streek wierpwij zullen binnen weinige
oogenblikken onze bestemmiug bereikt hebben.
Inderdaad, antwoordde de graaf, ik herkrn nu
ook weder de plaats. Maar hoe veel is hier veran
derd Hoevele fabrieksschoorsteeneu zijn hier als
het ware uit den grond verrezen
Er wacht u bepaald nog menige verrassing,
knikte Flora. Wij hebben dit alles onder ouze oogen
zien ontstaan, dus is het voor ons geen nieuws meer.
Zal papa spoedig de eer hebben, u ten zijnent te zien?
Zeker, juffrouw Romberg, en ik hoop, dat u
mij zult veroorloven, dat ik dau ook mijn dank be
tuig voor de belang wek kénde mededeelingen, waar
door u mij deze reis zoo aangenaam gemaakt hebt.
Het zal mij ee i wear genoegen zijn, zeide Flora
blozend. En ik herinner u aan uwe belofte, mijn
heer, die u mij ten opzichte van Unica gedaan hebt.
Ik zal haar gestand doet, u kunt er op rekenen.
Het gefluit der locomotief maakte eeu eind aan
het onderhoud'; de trein kwam langzaam het station
binnen. Do conducteur opende de portieren, graaf
Hohenhausen steeg uit, en op zijn hand gesteund,
volgde hem Flora; een lichte handdruk dankte hem
voor den dienst.
Het volgende oogeublik aanschouwden beiden eer,
jongen hoer, die met een lichte buiging voor den
graaf de dame een arm aanbood.
Wacht even, Theodoor! zeide Flora schielijk.
Graaf Kurt Von Hohenhausen, mijn broeder
Theodoor Romberg.
De elkander dus voorgestelde heeren groetten
licht, eu de blik van den graaf gleed vluchtig over
het kleine, bijzonder burgerlijke voorkomen van het
jongraensch.
Hij herinnerde zich het oordeel, dat Flora omtrent
haren broeder gegeven had dit ernstig gesloten ge
zicht met den euergieken trek rechtvaardigde en
bevestigde dat oordeel.
Graaf Von Hohenhauseu was mijn reisgenoot,
zeide Flora; wij hebben ons zeer aangenaam onder
houden.
Vau uw terugkeer was ik reeds verwittigd,
wendde Theodoor zich tot den graaf; uw rgtuig
wacht buiten.
Hij brak midden in den zin afstrak rustte zijn
blik op een groep, die in zgn nabijheid stond.
Deze groep bestond "uit een matroos, eeu jonge
dame .en eenzwaarlijvig heer, en de laatste schudde
den matroos zoo hartelijk de hand, als was hij zijn
beste vriend.
k an hoogstens 1 fr. tot 1.20 fr. dagelijks verdienen.
Een „bandist", die het tot 2 fr. per dag brengt,
wordt als een wonder beschouwd. Hoe gaat hg te
werk, om van zijne verdienste te leven?
Natuurlijk voert hij geen satrapenleven, maar Parijs
biedt voor wie er den weg weet gelegenheden en
middelen van bestaan aan, die het uogtans mogelijk
maken, ook met zulk een klein inkomen rond te
iomon. De bandist bewoont ^en „garni" in een der
oude wijken om de Halles, ^m de Place Maubert,
enz. In de rue St. Victor is een „hotel", beter een
herberg, alleen door bandisten bewoond. Een kamer
kost 50 ctra. per nacht. Dikwijls vereonigen twee
hunne middelen, om dezen prijs te bereiken. De
slaaphuizen, die veel goedkooper prijzen voor een
onderkomen toestaan, kent men te Parijs niet. Het
ontbgt gebruikt de bandist bij zgn patroon. Hij
koopt voor tien centimes brood en voor hetzelfde
bedrag „afsnijdsel" bg den varkenslager. Dit „afsnijd
sel" of „raolure" bestaat uit de kleine, zeer dunne
schijfjes worst en ham, die de slager uaar Parijsch
gebruik van de snijdvlakte van de uitgesneden worst
afsnijdt, zoo dikwgls hg voor een kóbper een stuk
van zijn waar aflevert; deze oppervlakte droogt name
lijk uit, en den koopor mag men alleen frissche en
smakelijke waar leveren. Elders denkt men of niet
aan zulk eeno gedienstigheid, of wanneer men de
verkoopwaar opfrischt, dan wordt dio afval aan den
honfk overgelaten. Hier echter gaat niets verloren,
men weet uit alles wat te trekken, en de afval geeft
een goedkoop en welkom toevoegsel aan het anders'
slechts uit droog brood bestaande ontbijt van den
„bandist" of dergelgke hongerlijders.
Een tweede maaltijd heeft eerst 's avonds, nadat
het dagwerk volbracht is, plaats. Do bandist gaat
naar de Rue de Bièvrt, naar de „Bibine", een
inrichting, waar men alleen bier en boonen ver
koopt en anders niet. Een glas dun bier kost 5
centimes, een flinke portie boonen 10 centimes.
Wil de bandist ook nog brood erbij eten, dan
moet hg het afzonderlijk betalen. Hij koopt het
meestal aan de poorten der kazernes van de sol
daten. De getrouwde bandist er zijn er ook
koopt voor 15 tot 20 centimes, afval van vleosch
bg den slager en daarvan maakt zijne vrouw hem
dan een avondmaal gereed. Wanneer hij oen goe
den dag heeft gehad, gaat hij in een volksgaar
keuken en heeft hef genot van goed klaarge
maakte spijzen, waarvan eenu portie 20 centimes
kost. De grootste moeite voor een bandist is, zich
behoorlgk te kleeden. Uitdragers, die eiken avond
bg de „Bibide" verschijnen, maken hem dat ge-
mnkkêUjkw.. Zij bieden hein een hoed aan voor
v 15 centimes, een jas of een broek voor 50, zegge
vgftig centimes (24 centen Dat men voor dezen
prgs het kleedingstuk niet eens uit courantpapier
zou kunnen maken, kan iedereen wel begrijpen.
En toch zgn dezo onwaartchijnlgke kleederen uit
stof gemaakt, en schijnen door hun vorm door
kooopen, zakken enz. toch jasson of broeken te zijn.
Men staat hier weer voor een der talrgke geheimen
van de groote stad. Schoeisel is in verhouding
duurder dan het overige bekleedsel. Een paar
lederen schoenen kost licht 40 centimes, en zelfs
een enkele schoen nog 15. Want er worden ook
enkele schoenen verkocht, die men schilderachtig
orphelins noemt; maar het artikel is niet steeds
voorhanden. Door deze prijzen is het te begrijpen,
dat vele bandisten kunnen verzekeren, dat zij dage
lijks met 7 5 centimes kunnen uitkomenen er
derhalve niet toe te krijgen zijn, nog eene pen in
te doopeu, wanneer zij dit bedrag hebben verdiend.
Anderen werkeu den geheelen dag en verdienen
het dubbele, maar geven ook 50 tot 60 centimes
voor absinth uit. Want velen hunner zijn dronkaards,
eu de ondeugd der dronkenschap is oorzaak, dat zij
tot bandisten zijn gezonken, een beroep, dat als
t ware het groote vuilnisvat voor alle mislukten uit
boogere betrekkingen is. Midden in den zomer
neemt het werk af eu er is eigenlijk alleen voor de
bette eu vertrouwdste bandisten nog werk, aan wie
de aannemer steeds werk bezorgt, om ze te behouden.
De anderen besteden den onwillekeurigeu vrijen tijd,
om buiten of aan zee van de vermoeienissen der
werkmaanden uit te rusten. Natuurlijk is hun va
kantiereis eenigszins auders ingericht als die der rijken.
eerst in eeu asyl voor zworvers. Daar
worden ze volgens het reglement drie nachten achter
elkaar toegelaten, en wanneer zij dau verklaren, dat
zg Parijs willen veriater., om buiten arbeid to zoe-
*e", worden zij ook volgens het reglement kosteloos
van papieren voorzien, die beletten, dat zij onderweg
•Is landloopers worden aangehoudenalleen moeten
zij nauwkeurig aangeven, waarheen zij zich denken
te begeven, en hunne bewijsstukken goven de aan
gewezen streek aau. Zg krijgen ook een kleinen reis-
penning|(meestal 1 fr. 50 c.) mede,waarvoor zij een paar
reserv e-schoenen koopei:. Want de reis wordt natuur-
Igk te voet gemaakt. De reiswog wordt vooraf zorg
vuldig overwogen en bepaald en de eene bandist deelt
den audur broederlijk zijne ondervonden ervaring medè.
Niets is merkwaardiger dan zulk een armen-Bae-
deker, zooals er een groot aantal in mauuscript be
staan, te zieD. In plaats van bezienswaardigheden
zijn de boerenwoningen aangeteekend, waarin men
licht een stroo- of hooileger en een stuk brood of
spek verkrijgt. Waar de boer in een goeden luim
nog *een teug cider bijvoegt, wordt de plaats met twee
sterretjes aangeduid. Bij de dorpsherbergen wordt
voor eenige gewaarschuwd, omdat daarin het onge
dierte zelfs voor zulk een zwerver te erg is.
Wanneer de bandist bij een boer logeert, vertelt hij
in zooveel mogelijk goed gekozen uitdrukkingen ein-
delooze geschiedenissen van Parijs en het Parijsche
leven. Zijn taal, mooi gesproken, maakt op den
Frauschman, zelfs op dien der laagste klassen, steeds
een voortreffelijkon indruk, en de landbouwer stelt
zooveel belang in Parijsche verhalen, dat hij daarvan
nooit genoeg hooren kan. Ia de bandist wat wol
sprekend en waarom zouden mislukte studenten,
uit de toga ontsnapte geestelijken, gewezen professo-
r®n* .l)°kter8> ambtenaars, dat niet zijn dan wordt
hij bij den boer goed verzorgd en krggt licht bij zijn
afscheid ook nog eenige koperen munten en mis
schien ook een brood of een^worst mee. Zoo trekt
de bandist welgemoed in de kortst mogelijke dag
reizen naar de zee en weder terug, en begeeft zich
na een zwerftijd van twee of drie maanden, bij het
begin van den herfst opnieuw gesterkt aan zijn stil
len en harden arbeid.
Alles wel beschouwd is dus het bestaan van een
bandist toch niet zoo vreeselijk, als het den verwende
op het eerste oogenblik wel toeschijnt, en vele ban-
diston zullen werkelijk het copiëerberoep, nadat zij
zich er eenmaal aaugewend hebben, niet meer ver
laten.
Men meldt uit Rotterdam
Er heeft zich hier een commissie gevormd tot
instandhouding van het Rotterdamsch orchest. Nu
wij hier geen opera meer hebben, vinden de toon
kunstenaars, die in het orehest zaten, hier geen vol
doend bestaan meer. Wij hebben wel in den winter
onze vaste concerten en muziekuitvoeringen, waarbij
die kunstenaars medewerken, en wel ook maken som
migen hunner deel uit van het harmonie-orchest, dat
des zomers concerten geeft in de officieren-societeit
en de diergaarde, maar hun voornaamsto middel
van bestaan moosten zg vinden aan de opera. Om
nu te voorkomen, dat de beste musicale krachten
ouze stad verlaten, wil de genoemde commissie
gedurende het winterseizoen geregeld tweoraaal in
de week concerten geven hl de zaal dor sociëteit
Harmouie; eti zg heeft zich daartoe tot de stadge-
nooten gewend met eene uitnöodiging om v#or deze
concerten in te schrijven.
Alle denkbeeld om hier weder eene opera in het
leven te roepen, is opgegeven. Wij zullen ou9 vigortaun
moeten behelpen met de enkele voorstellingen, die
hier gegeven zullon wordeu door een ambulant opera
gezelschap onder directie van een voormaligen soufleur
van odzo opera, dat dezen winter in verschillende ste
den des lands zal optreden. Misschien dat die voor
stellingen den tkensch om eene opera als in vroeger
dagen te bezitten weder levendig doen worden, en
als het er toe komt, dat het schöuwburggobouw in
andere handen overgaat (wat zeer waarschijnlijk is,
daar een faillissement van de schouwburg-vereeniging
niet kan uitblijven), dan is er kans, dat eene ver
laagde pachtsom den een ofanderen ondernemer uitlokt
om het nog eens met eene Rotterdamsche opera te
wagen.
„Betoogingen ter oere van Rusland" blijft een
vaste rubriek in de raeesto Fransche bladen. Overal
in Frankrijk, tot in de onbekendste en afgelegenste
plaatjes, is men door Russenliefde bevangen, en elke
aanleiding wordt aangegrepen om daarvan blijk te
geven, Meestal is die aanleiding een muziekuit
voering, waarbij het Russische volkslied wordt ge
speeld, wat dan een uitbarsting van geestdrift teu
gevolge heeft. Een gevolg van die stemming is, dat
men zioh niet geneert openlijk afkeer van Duitsch-
land en niet minder van Engeland aan den dag te
leggen.
De Temps heeft haar best gedaais wat koud water
te werpen op al de geestdrift. Een artikeltje, blijk
baar hoog-officieus, predikt de deugd dor matiging,
die volgens dat blad de eorste der deugden is in de
politiek. Tooni men zich al te geestdriftig, dan wordt
de beteekeuis der Russisch-Fransche overeenstemming
eer verzwakt dan versterkt, meent zij, en zij raadt
den Parijsclieu gemeenteraad af gevolg te geven aan
't voornemen om admiraal Gervais een feestelijke
ontvangst te bereiden. Dit is een vingerwijzing, j
hoe men in de hoogste kriugen denkt. Het zardan
ook wel niet zonder beteekenis zijn, dat grootvorst
Alexis, die Parijs zou bezoeken, ter bestemder tijd
niet is gekomen. Hij zou gisterenochtend aan de
gate du Nord aankomen en behalve het personeel
der ambassade wachtten tal van journalisten en een
massa nieuwsgierigen hem op, maar wie uit den trein
steeg, de Grootvorst niet. Hetzelfde tooneel har-
haalde zich des namiddags bij den sneltrein uit
Keulen. De Grootvorst was er woer niet. Aan de
ambassade zelf weet men van niets, en men vejunoedt,
dat de Vorst onverhoeds geheel incognito zal
verschijnen.
Er worden weer verontrustende berichten verspreid
over de gezondheid van Keizer Wilhelm, Wie vooral
door de Fransche bladen zeer overdreveuy worden.
Zelfs werd beweerd, dat een Duitsch telegöfist naar
Felixtown was gezonden, ten einde de cijfertele
grammen te vertolken, welke over den toestandSï^s
keizers gewisseld werden. Hiervan is echter geen
woord waar. Trouwens keizerin Augusta Victoria
is reeds teruggekoerd en bevindt zich nu bij haar
gemaal te Kiel.
Ten einde al deze praatjes tot iiun ware verhou
ding terug te brengen, deelt de „Vossische Zeitung"
mede, dat de keizer lijdt aan een zijwaartsche
ontwrichting der knieschijf. Dergelijke gevallen
vereischen groote voorzichtigheid. Eerst moesten
daarom de kniebandon versterkt worden door een
gipsverband, maar reeds spoedig kou het gipsverband
door een los verband worden vervangen. Eergisteren
werd in tegenwoordigheid van 's keizers lijfarts dr.
Leuthold door een der adsistenten bij de chirur
gische kliniek te Kiel een gewrichtskap aangelegd,
waardoor de knieschijf in haar natuurlijken toestand
wordt aangehouden.
Overigens is er niets, gebeurd. De ziekte heeft
het gewone verloop en reeds kan de keizer zich
vrij op het dek bewegen. Dat de keizer aan boord
van de „Hohenzolloru" bigft, geschiedt alleen voor
het gemak, omdat de keizer voornemens is dezer
dagou nog eenige tochtjes met zijn jacht te gaan
maken. Tot 18 Aug. blyfl de keizer te Kiel en
tot zoolang zal ook de keizerin aan boord van de
„Hohenzollern" vertoeven. Samen keeren de vorsten
dan terug naar Berlijn, waar op 23 Augustus de
groote zomerparade op het Tempelhoferfcld zal wor
den gehouden.
Deze mededeelingen over 's keizers werkelijken
toestand worden ook door andere vertrouwbare
Duitsche bladen bevestigd, zoodat er nog geen reden
is om geloof te slaan aan al de verontrustende ge
ruchten, welke over Keizer Wilhelm de ronde doen.
Onder de weinige parlementen, die hun zomer-
campagno met ongewone taaiheid rekken, bihoortde
Belgische kamer, maar vau haar leden kan men niet
getuigen, dat zij mot volhardend plichtgevoel hun taak
als afgevaardigden vervullen. Geklaagd en geschimpt
wordt over de volksvertegenwoordigers, door wier
slechte opkomst dag aan dag vergaat, zonder dat de
kamer haar arbeid kan voortzetten. Met verontwaar-
di?rtn£ wijzen de dagbladen op de clericale afgevaar
digden, die steeds door hun afwezigheid schitteren
een schandaal, noemen de bladen, deze werkstaking
der rechterzijde, die door deze nietswaardige tactiek
niets anders kgn beoogen dan de gehate grondwets
herziening van. de baan te schuiven. Een tactiek
welke intusschen allerminst het aanzien der stervende
cen8us-kamer onder het Belgische volk kan verhoogen!
En de heer De Smet de Nayer laat nog altgd op
zijn rapport over de voorstellen'betrekkelgk de grond
wetsherziening wachten De „Courrier de Bruxelles"
verzekert evenwel, dat de centrale sectie in de eerste
dagen dezer week zal bijeenkomen om bet rapport van
den heer De Smet de Nayer aan te hooren. Alzoo
eindelgk dan toch Maar de kamer stelt zich voor
Zaterdag a. 15 Aug. op reces te gaan wat is er dan
nog in deze zitting voor de grondwetsherziening te
verwachten
Koning Alexander van Servië is te Weeuen. De
Weener bladen heeten den jeugdigen vorst welkom
in^ de Donau-stad en hopen, dat het bezoek moge
bijdragen tot bevestiging van de vriendschap tus-
schen Servië en Oostenrijk.
Ofschoon Alexander eerst te Petersburg is geweest,
alvorens n »ar Weenen te komen, heeft keizer Frans
Jozef toch niets verzuimd oin deu bezoeker eer te
bewijzen. Bij de grons wordt Alexander nAmens
den keizer verwelkomd door twee veldmaarschalken,
en te Ischl, waar de keizer vertoeft, zijn voor den
Sorvisc en vorst dezelfde vertrekken in gereedheid
gebracht, welke voorheen betrokkon werden door
keizer Wilhelm I, als deze zijn jaarlijksch bezoek te
Ischl kwam brengen. Koning Alexander blijft twee
dagen, en eiken dag zal iu de villa des keizers ter
eere der gasten een galamaaltijd gegeven worden.
Daarbij staan ook verschillende rijtoeren, boot
tochtjes en feestvoorstellingen in den schouwburg
op het program.
Kortom, keizer Frans Jozef wil blijkbaar toouen,
dat Servie's engere aausluiting bij Rusland feen
hinderpaal is voor de vriendschap tusschen Servië
en Oostenrijk. Daarbij ontvangt hot bezoek ook nog
eeu politiek tintje, daar graaf Kalnokv eveneens naar
Ischl is vertrokken. De minister vau buitenlandscho
zaken zal dan met de heeren Ristitch en Pasitch