Bniteolandscb Overzicht. bon brengen zal naar het beloofde land, naar Amerika waar elk denkt werk te zullen vinden. De lange tafels in voor- en achterhuis waren beladen met schotels vol brood en haring en als uitgehongerd vielen zij die pas uit Bremen waren aangekomen, op het voedsel aan, om het in eenige minuten te verslinden. Weer een nieuwe voorraad werd binnengebracht, doch vóór dd waard en zijn helpers de borden nog hadden neer gezet, waren zij leeg. De mannen vochten letterlijk om eten te vermeesteren voor hunne gezinnen en de moeders stopten de boterhammen weg onder haar doeken of zelfs in haar zakken, opdat de kleintjes ook iets zouden krijgen. De haringen werden met graat en al verorberd, doch de boter bleef onaangeroerd, want deze was niet Mkoscherzoodat het brood droog, of bestrooid met wat suiker naar binnen ging. Toen de honger gestild was, en dit duurde vrij lang, stonden de meesten op om in een hoekje te gaan rusten en dommelen, om de verhavende kleeren te lappen, of om brieven te schrijven aan achterge laten vrienden en betrekkingon. Enkelen voegden zich bij hen, die vroeger aange komen, thans in een klein, laag vertrek achter do tapperij op lange banken bijeenvaten. Het povere licht van ecu petroleumlamp werd nog verzwakt door den damp van scherp rieko ide cigarettesoen duffe lucht van kuoflook en vuil linnengoed maakte de atmosfeer drukkend, en moeilijk om in te ademen. In een hoek zat een oud moedertje met een ver schrompeld gelaat en witte haren. Om het hoofd droeg zij een zwarten doek en haar hoekig lichaam was gehuld in een geelzijden japon met langeu sleep, die misschien op een bal iu Petersburg de bewonde ring van vele schoonen had opgewekt. Twee tranen gleden uit de ooghoeken laugs de diepe voren van het gezicht. Het ongelukkige vrpuwtje was alleen, gescheiden eu ver verwijderd van allen, die zy lief heeft. Hare gedachten hielden zich zeker bezig met haar oenigen zoon en diens gezin, bij wien zij, zoo als een harer stadgenooten vertelde, den laatsten tijd inwoonde. Man, vrouw en kinderen waren aan de mishande lingen in naam der wet ontvlucht. Zij waren overge stoken naar Amerika. Voor de reiskosten verkochten zy alles wat hun eigendom was en nog ontvingen zij niet genoeg om de moeder mede te nemen. Deze moest achter blijven en op haar ouden dag met bedelen den kost verdienen, totdat een rijk geloofs genoot haar in staat stelde haar lievelingen na te reizen. Zal zij ze echter in het groote werelddeel terugvinden? Een aardig kindje met mooi blond haar en een groezelig gezichtje zat naast haar en vlijde het hoofdje op den schoot van het oudje. Deze knaap was de zoon van eene vrouw, die in druk gesprek was gewikkeld met haren vader, een langen, mageren grijsaard, met donkere oogen en een gebogen neus. De vrouw sprak met vuur over hare plannen. In Amerika zou zij vrij zijn en haar man, die reeds een paar maanden geleden naar New-York was vertrok ken, verdiende thans reeds zooveel, dat hij den over tocht voor zijn vrouw en de drie kinderen had kunnen bekostigen. Gelukkige toekomst! Minder opgewekt was een knaap van 16 jaar, door het comité in een nieuw pak gestoken. De vader van den armen jongen was naar Siberië verbaunen en zijne moeder was twee maanden geleden van kommer en gebrek bezweken. Een oom had zich over den in het andere to gaan en den schuimenden beker tot den bodem te ledigen. Ik eisch van mijn echt genoot een trouw, edel hart, een standvastig karak ter en een gemoed, dat voor het goede en schoone ontvankelijk is. Eo dat alles vind ik immers in Werner vereecigd. Dan, lieve Unica, wensch ik u van ganscher harte geluk met deze verbintenis, zeide Kurt, terwijl hij zijn zuster omhelsde en haar op het voorhoofd kaste. Mijne toestemming heeft hij reeds; hij zal misschien nog heden komen, om het jawoord to ha len. Ik heb hot u immers vooruit gezegd; mijn waarnemiug hoeft mij dus niet bedrogen. Unica wendde blozend het gelaat af. En weet ge, wat ik doen zal, zoodra ik zijn bruid ben? vroeg zij zacht. Welnu antwoordde Kurt gespannen. Ik zal hem den laatsten wensch van onzen dierbaren vader mededeelen. Baron Von Buchenau kent dien reeds. Hebt ge hem den brief gegeven? Wenschte gij dit niet? ZekerWas de baron u niet terstond ge negen Lieve zuster, alles heeft twee kanton, en al vorens men een besluit neemt, dat voor het geheele leven van gewicht is, moet men alles goed overwegen. Alma kent mij slechts vluchtig, eu ik wil niet, dat zq tot de verbintenis met mij door uiterlijke voor dooien wordt verlokt i wanneer ik haar hart niet kan wees ontfermd. Hij neemt hem mede naar de Ver- eenigde Staten, waar zij beiden een nieuw leven zullen beginuen. Toen de kastelein binnenkwam en vroeg of er ook zieken onder hen waren, antwoordde een jong meisje met een rood zijden doekje over de gitzwarte lokken, een schoon, bruingokleurd gelaat en donkerroodo koonen met een ondeugend lachje«Neen wij zijn allen gezond, zoodra wij Rnalaud hebben verlaten." «Mijnheer", zoo vroeg een bleeke, magere jongeling van omstreeks achttien jaar, «mijnheer, zijnde men- schen hier allemaal Joden «Wol uein", antwoordde de waard, met een deftig gezicht zyn Duitsch «uitsprekende", «hoe kommen sie daa op, hier wonen Christen eu Juden, heel gezellig zusammen, dat is hier alles gloich." «1st das alles einst?" viel de jongen iu en zijn oogen schitterden van verbazing. «Aber nein, das ist ja unmoglich." De waard hield echten vol en ter bevestiging voegde hij er toe«Ich bin auch ein Christ." Ach, wie schön! en alle aanwezigen vonden hot even vreemd en hunne vei wondering kende geen grenzen. «Och, dan is het een hemel hier in Holland," riep een achttienjarige moeder uit, die oen paar maanden geleden gehuwd, 'thaus van haar jongen ochtgonoot was gescheiden. Een Russische zeeman, een ste ige kerel met een zwarten ringbaai d om de breede kin, trok den her bergier naar zich toe, vatte zijne hand, drukte die en zeiMijnheer, u moet in de Hollandsche kranten zetten, dat de arme Joden het in Duitschland goed gehad hebben, doch voor hetgeen de Hollanders voor hen doen, kunnen zij niet dankbaar genoeg zijn. Wij weten niet, hoe wij het hebben. De tegenstel ling is ook zoo groot! Wilt u het in de kranten zetten? En alle aanwezigen kwamen om den man toe staan Ja, schrijf u het, klonk het in het Russisch- Duitsch uit veler mond en dankbaarheid was te lozrn op elk gelaat. Daar drong een jongmensch naar voren en zeide «Schrijf u dan ook in de kranten hoe die onmensche- lijke keizer ons heeft doen lyden. Ik woonde met mijn vader en mijn broeder in een klein dorp, waar wij allen werkzaam waren op een fabriek van passe- menterieën. Het kleinste aantal der inwoners, was den Joodschen godsdienst toegedaan en de arme Israëlieten werden altyd door vervolgd. Wij verdienden veel minder dan de Christenen en alles moesten wij duurder betalen. Op zekeren dag wilde do bakker ons geen brood moer verkoopeiL of wy moesten tienmaal zooveel betalen al de Owrivteoen. Dit was ons onmogelijk, een dag leden wy honger, maar 's nachts brak onze lang opgekropte woede los. Wij plunderden de bak kerij; doch de soldateo schoten tien der onzen dood en onder de gevallenen was ook mijn vader en myn broeder." Met een gelaat door smart en woede vertrokken ging de jongeling verder: «Ik moest vluchten, ik liep dagen lang, altijd maar voort, want ik was bang om naar Siberië te zullen worden overgebracht. Eindelyk kwam ik bij een vriend van mijn vader en die gaf mij geld, waarvoor ik thans naar Amerika wil over steken." Door dit verhaal kwamen de tongen los. Allen hadden avonturen beleefd, en de vreeselyke verha len, die de waard moest aanhooren, waren voldoende om een dik boek te vullen. veroveren, dan zie ik van deze verbintenis af. Het- zelfde heb ik aan haar vader gezegd, en hij is het met mij eens. Unica zag haar broeder vragend aan; in hare trekken spiegelde zich eene zachte bevreemding af; zy scheen dit besluit niet te begrijpen. Ik vrees nog altijd, dat Flora Romberg door hare bekoorlijkheid u de meest gewenschte partij voorkomt, zeide zy; over het antwoord, dat Alma u geven zal, kon ik je immers spoedig zekerheid verschaffen. Ik verzoek n, in deze aangelegenheid niet eerder een stap te doen, alvorens ik het wenach, antwoordde de graaf schielijk. Flora Homberg ken ik immers opk slechts vluchtig, maar ge herinnert mij er aan, dat wij aan deze familie ons bezoek nog schuldig zijn. Mag ik je verzoeken, mij morgen te vergezellen Zoo ge het wenscht, beu ik er gaarne toe bereid. Het is immers geen offer, wat ik van je eisch Een offer? vroeg Unica schertsend. Neen, hoewel ik het niet kan verhelen, dat de hernieuwing van deze vriendschap niet met mijn weuschen strookt. Ge zult zelf ondervinden, dat Flora niet in onzen kring past. Alma zal haar bittere uren bescheiden; ook zij heeft een hekel aan coquetterie, eu wat haar niet bevalt, dat geeselt zij met hare fijne, scherpe ironie onverbiddelijk. Als juffrouw Romberg werkelijk een coquet Langzamerhand gingen de meesten naar bed, want de groote vermoeienissen, de angst, de gejaagdheid,, die zy in de laatste dagen moesten doorstaan, had den hun lichaam en geest afgemat. In het kanton Zürich is onlangs door den hoer Jacob Heiorli, archeoloog en professor te Zürich, tus- schen do Katzenseo en 't dorpje Rüralang in het Glatthal, een oude pottenbakkerij ontdekt. I)e over blijfselen van 't vaatwerk waren niet zoer boduidend, maar genoeg voor den onderzoeker om te bepalen dat dezo pottenbakkerij dateert van het begin van het bronstijdperk, d. i. dus van ongeveer 1500 jaar vóór Christus. De heor Heiorli zal eene studie over zijne vondst openbaar maken. Twee roovers in Californië lieten dezer dagen den sneltreiu van Los Angeles uaby Modesto stilhouden. De conduoteur, die in den eersten waggon was ge zeten, stapte, zoodra de trein stilstond, uit, om te zien wat er aan haperde. Nauwlijks echter zagen de roovers hem met de lantaarn in de hand aan komen, of zij bevalen hem onmiddellijk terug te keeren. Daar hij niet gehoorzaamde, werd er op hem ge schoten. Do conducteur blies daarop zijn lamp uit en stapte iu zijn waggon. Twee geheime politie agenten, Harris en Larson genaamd, die zich toevallig onder de reizigers bevonden, gingen nu naar buiten, om de roovers in hechtenis te nemen en eerstgenoemde loste zelfs aanstonds zijn revolver. De roovers schoten echter terug en troffen Harris met twee kogels in den hals en eou in het voorhoofd. Vervolgens dwongen de roovers den machinist een flambouw in de hand te houden, terwijl de stoker onder bedreiging, dat hij anders zou worden dood geschoten, de deur van den postwagen moest open breken. De ambtenaar en zijn bediende worden middelerwyl uitgenoodigd de deur vrijwillig open te schuiven. Zij weigerden echter hardnekkig, of schoon beloofd werd, dat hun geen leed zou weder varen. Eindelyk werd een bom tegen de deur gelegd. Nadat deze ontploft was, bleek het gat, dat geslagen was, groot genoeg, om een man door te laten. Intus8chen openden de ambtenaar on zijn bediende zulk een hevig vuur op de roovers, dat laatstgenoem den niet durfden naderen en zich ten slotte terug trokken. De geheime politie-agent Harris verkeerde in gevaar van sterven. Zoodra men te Modesto de tijding van deze aanranding ontving, werden met een sneltrein zes gewapende mannen gezonden, om de roovors op te sporen. Eene uieuwe geneeswijze van maagziekten maakt tegenwoordig in 8an-Fraucisco veel opgang. De ont dekker dezer kuur, dr. Kuddelmuddel, een jong dokter, heeft met de toepassing hiervan b|j patiënten, die door andere doktoren waren opgegeven, de meest verrassende re»ultaten gekregen. VolgeD» zijn op vatting moet men een koppige maag, die niet meer wil, behandelen, zooals men in Brazilië een wild paard temt, door bet op den rug te springen en het voort te jagen, tot het van vermoeienis neerzinkt en zich in den macht van deu ruiter overgeeft. Men moet de maag door de dolste gerechten tot woede brengen, en daarmede niet ophouden voor zy zich •trydensmoe overgeeft. De uitslag schynt verrassend, doch de patiënten schilderen de eerste veertien dagen als een verschrikkelijke lyd af. Ze hadden een gevoel als werden ontelbare ratten, links en rechts bytende, meisje is, wat ik niet vond, dan zal deze ironie voor haar heilzaam zyn, antwoordde de graaf. Wie ia die jager daar beneden? Kent ge hom niet meer? vroeg Unica near het voMter gaande. Ik herinner mij niet.... Hackert. Hij waa immers reeds destijds in dienst van baron Von Buchenau. Den naam herinner ik m|j welmaar den man had ik niet herkendhy is zeer oud geworden. Hst schynt m|j trouwens een vreemde, onaangename schutter te zyn. een somber gezicht, een dier gelaat strekken, waarbij zelf» de kunst van Lavater zou te kort geschoten z|jn. Alma roemt homhij moet zeer trouw zijn. Daar komt baron Werner! riep de graaf leven dig, terwijl hij van het venater terug ging. Een mooi paard, van edel ras Komt Alma niet mede? vroeg Unica. Neen, zooals ik zie, niet. Verontschuldig mij een oogenblik. Zonder een antwoord af te wachten, spoedde de graaf zich naar buiten toen bij in het portaal kwan, stapte de baron juist van het paard. Vooral mijn hartelijken gelukwenscb, zeide de graaf zacht, terwyl hij den slanken man met des vollen baard en het ernstig, goedhartig gezicht de hand reikte. Unica verwacht u reeds. Wordt vervolgd) voortdurend door hunne ingewanden gejaagd, of als draaiden voortdurend stalen borstels in hun maag rond, of ook als werden voortdurend in hun inge wanden parapluies opgezet. Daarua kwam een tijd van heerlijice rust en grooten honger en ca vier weken was de genezing volkomen. De volgende spijzen moeten gedurende de kuur worden gegeten: le ontbyt: melkpap met augurkensla en pruimen2e ontbijtgemarineerde haring met geslagen room. Biefstuk in violenstroop. Middagmaal boschbesseusoop met radijsjes en gepeperde augurken zeelt in anijs gekookt; reine-claudes in azijn en olie reevleesch met bieslook, suiker en kaneelchocolade pudding met remouladesaus stroop met oude kaas. Avondeten: aardappelen met aardbuiensla; gehakt met vanillesaus. Iu het voorhuis van den Königsbau te Stuttgart werd eenigen tijd geleden eone klok tentoongesteld, die de aandacht overwaard is. Hot beroemde uur werk in don Dam te Straatsburg heeft als model gediend, maar dezo klok is fraaier en van meer samengestelde constructie. Zij is in 5 jaren tijds vervaardigd door August Noll, eon VVurtemberger. Uitgevoerd in schoonen renaissance stijl en van notenhout, bezit zij eene hoogte van 3.5 M., eene breedte van 3 M. en eene diepte van 1 M. haie «aarde wordt geschat op ruim 40,000 gulden. De klok wijst de seconden, minuten, kwartieren, uren, dagon, weken, maanden, jaren (met inachtneming der schrikkeljaren) en enkele feestdagen tot het einde van het jaar 9999 aan. Op verschillende tijdstippen van den dag en van het jaar treden automatisch werkende figuren op. en nu en dan laat zich mu ziek of speelwork hooren. De dagelyksche wente ling der aarde om haro as en ook de loop der maan worden voorgesteld. Het hoofdwyzerblad geeft den normalen tijd voor de plaats, waar de klok zich bevindt, terwijl deze op 16 uevonwijzerbladen voor even zooveel verschil lende plaatsen der aarde wordt aangeduid. De schijnbare loop der zon wordt aanschouwelijk ge maakt, en hierbij is ook de vorschillendo lengte der dagen in aanmerking genomen. Dit laatste wordt bewerkstelligd door een schuiver, die gedurende het oene halvo jaar elke minuut eou weinig naar boven, en het andere halve jaar naar beneden wordt ver plaatst. Door vernuftige inrichtingen treden de datums der maand, de namen van de dagen dor week, de maanden met hare hemelteekons, en op 4 plaatjes de cyfers van het jaartal op het juiste oogenblik te vooraobyi». Bovendien heeft de kundige vervaardiger inrichtingen aangebracht, waardoor hij alle werkingen der klok in 15 minuten kan laten zien en verklaren. De heer G. Stam, schryft aan de Standaard het volgende over den toestand onzer landgenooten in Argentinië «Daar ik voor eenige weken uit de Argentijnsche Republiek terug ben gekomen, zoo wensch ik u gaarne eenige bijzonderheden modo te doelen om een donkbeeld te geven van den toestand onzer landge nooten en m|jn eigen ervaringen. Toen wy voor twee jaren in Buenos—Ayres aan kwamen, mocht het ons tamelijk wel gelukken aan werk te komen. Doch, nadat in Juli 1890 de Ro- volutie losbrak, was het gedaan. Alle fabrieken en groote werken stonden stil, zoodat men geen werk meer kon bekomen. En waar nog eenig werk was 'te vinden, was er toch voor oen Hollander goon aankomen aan. Zoo vervielen de meeste huisgezin nen tot armoede en waren by'na genoodzaakt, wilden zy het leven houden, naar de kloosters te gaan om het overgeschoten eten te gaan halen, dat byna on eetbaar ia. Alles was daar maar dooreengehutst, o. a. sinaasappelen, visebgraten, soep enz. En hierom moeten zij nog vechten, zoodat zij er soms met eeu bebloed gelaat van daan komen. Vervoegen zy zich b|j den Consul, den heer Van Biet en vragen zy hem om hulp, dan krijgen zy een voudig ten antwoord daar kan ik niets aandoen, of wel hij stuurt hen over de rivier vier a vijfhon derd ra|jl ver van waar men zeidon of nooit terug komt. Komen zij in de Kampen aan dan moeten zy hard werken zonder dat zy eenig geld ontvangen. Zij moeten maar tevreden zyn met een weinig eten, voor niet me3r dan 25 cents waarde Het mocht met m|j iets beter gaan, daar het mij mocht gelukken met rayn vader geplaatst te worden op een ijsfabriek. Ik hob daar 4 maanden gewerkt als machinist, toen ik op den morgen van 18 Febru ari een ongeluk kreeg. Het was 's morgens om half f i ro0(ls 25 uur gestaan en zou om 6 uur afgelost worden, toen ik door vermoeidheid eu door den stank van de ammoniak bewusteloos ben ge worden, en toen met mijn linkerarm en mijn hoofd usschen het kamrad van de ammoniakpomp ben ge vallen, zoodat mijn arm na verloop van vier dagen moest afgezet worden. Toen ik twee maanden in het hospitaal had go- legen en bijna hersteld was, vervoegde ik mij bij den directeur van de fabriek om te vernemen wat zy met mij zouden beginnen, doch het antwoord was J' ziJ ®r uiet8 »an kodden doen, z|j wilden mij mot 500 dollars in papier afschepen. Ik wilde dat echter niet aannemen, en vervoegde mij bij den consul, den heer Van Riet. Doze zeide weder, dat hij er niets aan doen kon. Hij stuurde ons naar een advocaat die goed Hollandsch sprak. De advocaat zeide dat hij zou bewerken dat ik 15 a 20 duizend dollars (ongeveer 10,000) kon eischen, indien ik getuigen kon bijbrengen. Ik had drie getuigen. Hij zolde echtor niets te doen voor ik hem eerst 70 dollars had voorgeteld. Ik koo dit niet doen, daar het al bijua 3 maanden geleden was, dat ik iets verdiend had. Hij zeide, dat ik dan maar naar den consul moest gaan en vragen of hij er borg voorstond, wijl hij als het proces was afgeloopen het tooh weder zou ontvangen. Doch de heer Van Riet wilde zich in t geheel niet met de zaak bemoeien. Zoo was ik eindelijk verplicht mij met BOO dollars in papier te laten afschepen, d. 1. een waarde van 300 gulden Hollandsch. Daar ik niet meer in staat was om te werken eu mijn vader zonder betrekking was geraakt, wilden wy zoo spoedig mogelijk weer naar Holland teru<r daar anders ons de grootste ellende te wachten stond Wy kwamen in kennis met iemand, die zeide dat hij agent was van een stoomboot-maatschappij en dat hij ons op oen goedkoope wijze naar Ant werpen zou weten weg te helpen. Den volgenden dag moesten wij maar bij hem komen om met den kapitein te spreken. Wij kwa men en ons werd medegedeeld, dat wij voor 200 dollars mee konden gaan en dat wij dan tegelijk maar zouden betalen. Wij vertrouwden het nog niet goed en begaven ons naar den oonsul. Wij vroegen hem wat hij er van dacht en lieten hem de kaarten zien. De consul zeide dal die kaarten goed waren en dat wij niets te vreezen hadden zoodat wij alles betaalden. Twee dagen later gingen wij heen om te zien waar het schip lag, maar er was noch kapitein, nooh schip te vinden, zoodat wij deerlijk bedrogen waren. Wy gingen naar den oonsul en vertolden het hem en vroegen hoe wij (laar mede aan moesten. De heer van Riet begon te lachen en zeide dat wij maar met hadden moeten betalen, hij bemoeide er zich. met mede. Daar konden wy mede heengaan Wy vervoegden ons by de maatschappij der Bel gen om raad, waartoe zij dadoljjk bereid waren. Die hoeren hebben al het mogelijke voor ons ba naal., zoodat wij voor 300 dollais met een Fransche boot moe konden tot Duinkerken. Velen onzer landgenooten zijn in Argentina reeds van armoede eu olleude omgekomen. Anderen die met vol hoop en met schoone beloften het land ingingen om te boeren, kwamen na verloop van een jaar weder iu Buenos-Ayres terug, half vergaan van armoede en ellende. De vrouwen met de petten van de mannen op het hoofd en met hunne jassen aan haar ''«haam te bedekken. De mannen liepen blootshoofds en haveloos daarby. Daar lij in hel binnenland geen geld ontvangen hadden moesten zij- onder den blooten hemel slapen of wel in leege spoorwagens, waaruit zy echter, wanncor men hen ontdekte, verwyderd werden. Zoo lieten zij zich maar weer verscheidene honderden mijlen het land insturen dan hadden zy ten minste te eten en een dak. Toen ik 16 Mei op de boot ging om te vertrek ken, deden vele mijner vrienden, met wie ik ge- werkt had, doch die allen nu zonder werk waren, my uitgeleide. Zy zeiden, dat ik, als ik weer in Holland kwam, het toch bekend moest maken, opdat er spoedig hulp mooht komen. Zij wisten niet wat anders van hen en hunne gezinnen worden moest. Wyl nu de heer Van Riet zioh in 't minst niet wil bemoeien met de belangen van onze landgenooten, zooals de buitenlandsche consuls en maatschappijen dat doen; ja, wyl het hem zelfs te veel is hun met raad of invloed by te staan, zoo neem ik de vrijheid, deze feiten ter algemeene kennis te brengen, opdat de beklagenswaardige toestand onzer landgenooten mooht bokend worden en zy uit hun anders hope- ioozen nood worden verlost.» Tot zoover de correspondent van de Standaard, die daaraan het volgende toevoegt: Deze medodeelingen, gevoegd by het treurig nieuws, dat de laatste dagen reeds uit dit land van bedrogen hoop tot ons kwam, kunnen tot geen andere gevolg trekking leiden, dan dat hier geholpen moet worden spoedig en afdoend. Eu is de houding van den Nederlandsohen consul in bovenstaande en in missohieu nog wel andere ge vallen, werkelijk geweest, zooals hier gemeld wordt,1' dan is die houding erger dan onverantwoordelijk De algemeono vergadering van het Katholiok con gres to Meehelen werd Woensdag voorgezeten door I den Minister van Staat, Victor Jacobs, en bijgewoond door ongeveer 2500 personen, waaronder de kardinaal aartsbisschop en al de bisschoppen van België. Mor D Hulst, rector der Katholieke hoogeschool van PaSis wees op de noodzakelijkheid der ontwikkeling van de wetenschappelijke studie. Hij wenschte, dat overal Katholieke hoogescholen zouden worden opgericht whs F r" kwuai1' dat aan betP onder- ai 1880 H't i I6'0"6"11 ll0°r 'le Wet-Ferrv van 1880. Hy kondigde ten slotte aan, dat in 1894 1 «hg„e| e°" T Van katholieke geleerden uit de geheele wereld zou worden gehouden De afgevaardigde voor Nederland, dr. Schaepman om ,11 I "aa®stuk der giblee en de middelen Hh deel "°eren de mo(ierM maatschappij. Hy deed een heit,gen uitval op de Fransche revolutie en verheugde er zich over, dat de Paus de leiding der sociale beweging ,n handen had genomen. De heer Verspeyen, redacteur van de Bien Public, van Gent verkondigde den lof van de laatste Pauselijke L^z otv ee" beroep op den adelstand, die zich te zeer vreemd houdt aan de maatscbap- pelyke vraagstukken en dwaselijk alleen steunt zoekt by zyn geslachtsboom, 's Avonds werd een groote door snn'n meelY'Sigebouden' welke werd bijgewoond door 3000 werklieden, vele voorname parlementsleden, verscheidene bisschoppen en afgevaardigden van work- liedenvcreemgingen uit de groote steden van Bel°ië. In deze bijeenkomst werden do maatschappelhke vraagstukken behandeld. J De algemeene vergadering van het Congres werd gisteren zeer oruk bezocht. Mgr. Stillemans, bisschop van Gent, deed een be roep op de offervaardigheid in menschen eu geld gelukken d<ïa Belgisohen Gongo-slaat le doen' De heer Tondini, een priester van de Grieksche kerk, voorspelde de spoedige verzoening der Grieksche en Homeinsche kerken, onder den invloed van Leo XIII De hoer Cochin, lid van den Parijschen gemeente- raaa, zeide, dat het Fransch-Russische verbond de voorbode was van eene toenadering tusschen Frank rijk en de Kerk. Do heer Dosoamp-David, hoogleeraar van Leuven, hield eene lofrede op de in Afrika aaavaarde taak! Hy noodigde Frankrijk, dat tegenwoordig in Europa meer geïsoleerd is, nit zioh in Afrikp niet af te zon deren en hot work van Leopold II niet te belem meren. (Langdurige toejuiching.) De pastoor Claeys, lid van de Vlaamsohe Academie, ontwikkeldo do noodzakelijkheid voor de besturende klassen in Belgie, om zich gemeenzaam te maken met de vlaamsche taal, als middel van propaganda. Deze redenaar ontving, by het verlaten der tribune de gelukwensten van den kardinaal-aartsbisschop en de bisschoppen van België, terwijl de vergadering hem eene ovatie bracht. De abt Winterer, lid van deu Duitschen Rijksdag zeido dat hot gevaar van den kant der socialisten grootor is dan men over hel algemeen gelooft. De spreker weidde uit over de groote beteekenis van hot socialistisch congres te Brussel, dat millioïnen werklieden vertegenwoordigt en waar de christelijke beschaving wordt gesmaad. Het is dus tusschen het socialisme en het Christendom, tusschen de omwentelings gezinde proletariërs en de rustlievende arbeiders dat de worsteling zal piaats hebben. De spreker eindigde met een krachtig beroep op handelen; men bepale zich niet tot woorden. p De zitting werd te 8'/, uur opgeheven, na voor lezing van een telegram van den Paus, in antwoord op het adres van het Congres. Naar het heet, heeft de sultan een commissie be noemd, waarin ook de minister justitie Riza Paoha zitting heeft, teneinde den gevallen groot-vizier Kia- mil-Paoha le verhooren. Het onderzoek geldt in de eerste plaats de geruchten over de samenzwering. gesmeedde' aultana *ou hebben haJ"°r ,1200V°,r1bekend' bestaat hiervoor geen ander bewijs, dan dat wegens een gebrek aan de leiding op zekeren avond al de gaslampen in het paleis van den sultan uitgingen. Er werd een onderzoek inge- stold en hiervoor waren samenkomsten noodig tus schen de verschillende hofbeambten. Een van Kia- milsi vijanden behoefde de aandacht van den sultan slechts te vestigen op deze bijeenkomsten en do samenzwering was gereed. Overigens, wat de Dardanellen-quaestie betreft, blijkt het nu, dat alle Russen nog riet eens tevre den zyn met de Russisch-Turksche overeenkomst. De Panslaristen ver angen, dat de Dardanellen open gesteld zullen wordon voor alle Russische schepen zonder onderscheid. Een der Peterburgsehe bladen had zelfs medegedeeld, dat dit inderdaad het o-eval was, maar later bleek, dat de overeenkomst alleen betrekking had op de vaartuigen der vrijwilligers- marine. Vandaar dat ten slotte de org,„en der Panslavisten zich nog teleurgesteld betoonon WïnüTT k°™8t 16 Münohen'is keizer Wilhelm met prins Luitpold, den prins-regent naar

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2