liulteulanilscli Overzicht. i iif_L__a====_^ ingezonden. Wanneer de buisjes eens gebruikt ZgD| moeten zij gesloten wordon on in goed gekurkte flesschen be waard blyvea tegen aanraking met lucht en vocht. Een te Shanghai verschijnende courant be*at eenige aardige mededeelingen omtrent de Chineesche post. China heeft de bezorging van brieven van particu lieren nooit als een quaestie van staatszorg beschouwd. Officieele tijdingen worden door koeriers bezorgd, die, ondanks de slechte verkeerswegen, zich vrij snel van hun plicht kwyten. Deze koeriers bemoeien zich ech ter niet met de bezorging van particuliere brieven. Hiervoor zijn in elke stad van eenige beteekenis af zonderlijke postkantoren. De in het hart van het rijk wonende Europeërs laten zich over dit stelsel zeer gunstig uit en stellen veel vertrouwen in deze kan toren. Alle brieven worden aangeteekend, de inhoud wordt tot de volle waarde verzekerd zonder buiten gewone onkosten en op het gewicht van den brief wordt weinig gelet. Het porto behoeft niet vooruit betaald te worden. De postkantoren staan in den regel in rekening met hunne klanten en deze laatsten ver effenen hun schuld aan 't eind van elke maand. Slechte betalers komen weinig voor. De bozorging van brieven is echter bijzaak, hoofdzaak is de pakketdienst. Hierin bestaat tusschen de postfirma's een scherpe concurrentie en de postkantoren laten de pakjes bij de klanten afhalen behalve de snelheid wordt ook de ^billijkheid door de concurrentie bevorderd. Hoewel het porto niet te vergelijken is met het goedkoope Europeesche systeem, is het tot over een afstand van 50 K.M. zeer billijk op grootereq afstand is het echter vrij duur. Kr bestaat ook een postverbinding tusschen de open havens en Peking en Tientsin, die door de koeriers van het keizerlijk zeokantoor onder houden wordt. Deze postverbinding bestaat echter slechts 's winters, wanneer de toegang tot den Peiho door ijs versperd is. In den Courrier de Schcveningue van 22 Sept. lezen wij o. a. een kort schetsje van een bezoek, door koningin Wilhelmina aan Scheveningen gebracht. Verleden Woensdag te ongeveer kwart vóór drie uur reed de jeugdige lieve koningin Wilhelmina in een panier, met twee paarden bespanneu, naar Scheve ningen. Van alle kanten kwamen de bewoners van het dorp aanloopen, ten einde het lieve kind, dat bestemd is om eens den schepter over Nederland te voeren, te begroeten. Het rijtuig kwam in de richting van den Nieuwer, Weg de gemeente binnen, toen eensklaps een rukwind het roode hoedje van de pop der Koningin wegnam. Natuurlijk boden zich aanstonds talrijke gedienstige geesten aan, om het hoedje op te rapen, want de pop van de Ko- nin<rin mocht niet aan den tochtigen wind, aan kou vatten worden blootgesteld. De Koningin, die door een hofdame vergezeld was, liet dadelijk de panier stilhouden, om den jongens en do meisjes, die het hoedje achternaliepeugenoegeu te geven. Maar tegelijk genoot H. M. ook buitengewoon veel van den wedloop, die in haar belang georganiseerd was. Weldra gelukte het aan twee Scheveningsche meisjes het hoofddeksel van de pop te bemachtigen, en 't was een lust, het geklots van de klompen der hardloopende kinderen over de straatsteenen te hoo- ren. Nauwelijks waren zij aan het rijtuig gekomen, of de lieve Koningin stak haar handje uit, om het hoedje aan te nemen. Intusscheu was een lakei de kinderen vddr en overhandigde aan H. M. het kleine voorwerp. Met genoegen mochten de Scheveuingers zien, dat de vorstelijke mildheid dor Oranje-spruiten ook een der schoone eigenschappen van koningin Wilhelmina is. Behalve dat H. M. de gedienstigheid der meisjes met een beleefde buiging beantwoordde, liet zij haar door bemiddeling van de hofdame eeu handvol geld stukken geven. Aanstonds kwamen nu ook de an dere kinderen, die op een afstand waren gebleven, van alle kanten toeloopeu, waarop de koningin be gon te lachen, doch tevens van haar mildheid een nieuw bewijs gaf. Thaus moest de lakei nog een handvol geld aan de andere kinderen uitdeden. Wy behoeven niet te zeggen, dat toen de Koningin wegreed, zij voor dien dag veleu gelukkig had ge maakt en haar ter eere van alle kanten luide hoeraas opstegen. Te Groningen bevindt zich een Zweedsche jour nalist uit Gothenburg, die eene reis maakt, zijne afkomst uit het land der zeekoningen, der Vikiuger waardig. De heer Uddgreu is eeu jong man van zesentwintig jaar, blond, laug, gespierd, en blijkbaar een man van ijzereu volharding. Met eene roeiboot «De Guy", ongeveer vijf el lang en eeuo el breed, met geteerd zeildoek overtrokken, doot hy tochten over zeeën en itroomeu. Hy vertrok voor twee maanden uit zyue woonplaats en gaat naarLonden. Van Gothenburg roeide hij naar Kopenhagen, van Kopen hagen, de kust houdonde langs Seolaud, Falster en Laland naar Kiel, van daar, door het Eiderkauaai naar Tonniogen, opnieuw langs de kust naar Cux- haveu en eindelijk iangs de Duitsche wadden-eilanden naar Norderney, vanwaar hij koers zette uaar Delf zijl en eergistereu te Groningen aankwam. Van hier gaat hij langs de Groninger en Friesche kanalen naar Stavoren, dan over do Zuidorzee naar Amster dam, vervolgeus naar Botterdam, naar Ostende, naar Calais en over het Kanaal naar Engeland, om een vroeger bezoek aan Londen te herhalen. «L)e Guy" is eene sterke boot, en de heer Udd- gren eeu krachtig, volhardeud roeier. Intusschen heeft hij op zijne reis vele wederwaardigheden be loofd. Als hij den nacht niet kan doorbrengen in eene plaats aan de kust, of in een schip, dat hy ontmoet, sliapt hy in de boot, in eene soort vau kemelsharen zak. In de boot, die in Amerika werd gebouwd, zijn bergplaatsen voor levensmiddelen en artikelen, die de reiziger kan noodig hebben. Maar het blijft eene bezwaarlijke reis. Eens uitgeput Da in storm en regen 'urenlang op zee geroeid te heb ben, was de heer Uddgren, door rheumatische toorts aangetast, genoodzaakt tien dageu laug het bed te houden. Maar 2ijne energie ia niet verminderd en hij wil met zijne boot Londen bereiken. De be schrijving van zijne reis, die hij in de Engelsche taal denkt uit te geven, zal zeker belangwekkend zijn. Maar altijd minder belangwekkend dan de man zelf. (JV. Gr on. Ct.) Eenige maanden geleden heeft de directie van het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem eeu zaal geopend, die geheel gevuld is met producten onzer nationale kunstnijverheid uit vroegere dagenschoor steen, lambriseering, meubelen eu het verdere huis raad werden niet afzonderlyk als onderdeel tentoon gesteld, doch tot een harmonieus geheel samenge bracht, Jat ons een aanschouwelijk beeld geeft van i hetgeen men in vroegere dagen met zooveel smaak en kunst wist te vervaardigen. Deze methode van tentoonstellen wordt eveneens in verschillende groote buitenlandsche musea met bet meeste succes gevolgdhot boeit den bezoeker, daar het karakter van elk voorwerp door de om- geving meer tot zijn recht komt, dan in de strengere rubrieken gerangschikte verzamelingen. Thans kunnen wij wedor mededeelen, dat weldra eon op gelijke wyze ingerichte tentoonstelling van Oosterscho kunst zal geopend worden. De gelukkige eigenaar dezer verzameling is de heer G. E. Haarsma, vroeger bewoner van «Huize Rust en Vreugd" te Wassenaar, die met de meeste wel willendheid zijn belangrijke collectie in bruikleen aan het Museum heeft afgestaan. Do bovenvertrekken van den westelijken vleugel van het paviljoen zijn bijna geheel door de verza meling ingenomen en deze doorwandelende, waant men zich in een vorstelijke woning der tropenlanden. Wij vonden er de meest verschillende producten van kunstnijverheid uit China en Japan, Britsoh-Indië en Egypte. De eerste zaal is geheel gemeubeld in Oosterschen trant en vormt een zeer schoon geheelmisschien wat kleuronrijk naar onze aan fletse tinten te zeer* verwende blikken. De kostbare Satzuma-vazen en de ryk gesneden, met ivoor en zilverwerk versierdo, kast vormen het hoofdpunt, waarom zich het overige ameublement groepeert. In de andere vertrekken zijn vitrines opgesteld met sierlijk gedreven zilver uit Bombay en Hong kong eu met kunstig gesneden ivoor en speksteen, mot kostbaar vaas- en vaatwerk in metaal, porselein eu aardewerk. Vergeten wij hierby niet te vermelden de zeer zeldzame verzameling van oud-Egyptische voorwer pen, verzameld in de graven van Thebe, Karnak, Assouan en andere plaatsen, welke door mevrouw Haarsma in het Nyldal werd bijeengebracht. Zaterdag 26 Sept. was de verzameling het eerst voor leden der Maatschappij van Nijverheid, dona teurs van het Museum en andere belangstellenden geopend en zullen zeker velen van deze gelegen heid gebruik maken om deze merkwaardige verzame ling in oogenschouw te nemen. Dos Zondags is de toegang vrij. De beer rar. W. A. baron van Ittersum richt ondor het opschrift«Nederlandsche boeken voor Zuid-Afrika# de volgende oproeping tot onze land- genooten. Daartoe aangemoedigd door Z. E. den heer J. W. Reitz, Staatspresident van, den Oranje-Vrijstaat, alsmede door den heer Dr. J. Brill, lid van het bestuur der Vereeniging tot bevordering der Hol- landsche taal- en letterkunde te Bloemfontein, wend ik mij tot mijne landgonooten, met verzoek mij be hulpzaam te zijn tot het bijeenbrengen eener ver zameling van boeken ten behoeve van de bibliotheek te Bloemfontein, hoofdstad van den Oranje-Vrijstaat. Wie wil mij helpen De bedoeling isboeken, uitsluitend in de Ne- derlandsche taal. Engelsche boeken zijn er meer dan genoegdaar zorgen de Engelschen wel voor. Nedorlandsche echter veel te weinig. En toch be staat hieraan meer dan ooit groote behoefte. De Nederlandscbe taal heeft u0 Zuid-Afrik» een harden onder duizenden is wellicht niet één, die er iets mede weet aan te vangen. Ik ben dan ook volstrekt niet voornemeus, iemand te bedriegen had ik dit plan werkelijk, dan zou ik de papieren vernietigd hebbeu. Ik houd vast aan de hoop dat Flora mot graaf Von Hohenhausen zal huwendit huwelijk zal mij in de gelegenheid stellen, de oude schuld af te doen, zonder dat ik mij daardoor aan verlegen heid zal zien blootgesteld. De schuld is niets meer dan een leening, en gij hebt niet het minste recht, mij van verduistering te beschuldigen. Theodoor zweeg. Hij gevoelde, dat zijn vader naar redenen zocht om zijn eigen geweten gerust te stellen, zich te rechtvaardigen voor den onomkoop- baren rechter, wier. hij evenwel het zwijgen niet kon opleggen. Wij zullen dus afwachten, wat ec gebeuren zal, hernam de bankier nogmaals, na een korte pauze de misdadiger moet toch ontdekt worden het zou wel zeldzaam zijn, wanneer hij buiten het bereik bleef van de gerechtigheid. J)an vallen de papieren wellicht in handen van doft rechter van instructie, zeide Theodoor, wiens achting voor zijn vader meer eu meer begon te ver- minderen. Ik heb rocht, ze aanstonds als myn eigendom op te eischen, en ik herhaal je, dat men er niets in kan vinden, wat achterdocht op mij kan werpen. Dat is al wat ik je van deze zaak weet mede te j deelennadere bijzonderheden kunt ge mij besparen1 ik spreek er niet gaarne van. Het binnentreden van Hohenhausen brak dit on derhoud af, waarmode de oude heer zeer tevreden scheen te zijn; het deed hem leed, dat hy zijn ge heim zoo had prijs gegoven. De graaf had van de inbraak, de verwonding van Adalbert en de gevangenneming van den koddebeier kennis gekregen; hij kwam om zich vai de bijzon derheden op de hoogte te stellen en den bankier zijn deelneming te betuigen. Dat de koddebeier ook de moordenaar van den matroos was, betwijfelde de graaf ook niet meer men had immers voor de schuld van dien man vol doende bewijzen gevonden. Van dit thema ging Hohenhausen tot handelsaan- gelegenhedeii over. Hy had het uittreksel der reke ning onderzocht en accoord bevonden, en hij maakte zich deze gelegenheid ten nutte, om zijn dank voor het veeljarig en omzichtig en nauwgezet beheer te betuigen. Homberg wierp zijn zoon een veelboteekenenden blik toe, als wilde hij hem vragen, of hij ook nu nog, na die vereerende verklaring, den moed had, zijn vader van verduistering te beschuldigen. Op den oogst der heerlijkheid Hohenhausen zijn verschillende aanbiedingen ingeleverd, zeide de bankier; maar de prijzen komen mij nog te laag voor. Ja juist, daarover wilde ik ook mot u spreken, viel de graaf hem in de rede. Ik heb vanmorgen een briefje van juffrouw Vogel ontvangen, waarin zy om een onderhoud verzoektwaarschijnlijk wil zij ray trachten te overredpp» het contract met haar broer» te hernieuweu. Theodoor moest onwillekeurig het hoofd schudden hij kon dit vermoeden niet deelenhet was niet in overeenstemming met den trots van Fanny en haar broeders. En zijt ge voornemens, dien wensch te vervullen P vroeg Romberg. Zou ik «laar nadeel bij hebben antwoordde de graaf. Ik weet niet, ot Gebroeders Vogel er niet een zwakheid in zouden zien. Zeker! Ik wil niet meer lastig gevallen wor den heb de goedheid aan de firma mede te deelen, dat ik bereid ben, het vroegere contract te her nieuwen en de vertegenwoordiger van het huis zich te dien einde ten mijnent kan vervoegen. Zeker is het, dat gij dit contract met een eeer achtenswaardig huis sluit, zeide Theodoor, met een waarschuwenden blik op zijn vader, die de be teekenis van dien blik terstond begreep. Zijt ge daarvan ten volle overtuigd? vroeg de graaf. Ja! Ik ken de heeren reeds geruimen tijd; de firma is zeer gezien. (iWordt vervolgd.) strijd te voeren tegen de Engelsche. Als op zoo menig ander gebied, zoekt ook hier Engeland de alleon-heerschappy te verkrygen. Nog steeds echter is onze taal daar de officieele taal, der Kegeering en wordt zy, hoewel in eenigszins verouderden en ge- wijzigden vorm, door de booreu gesproken. Maar in de steden vooral is de Engelsche invloed merk baar, zoodat reeds menige Eugelsche uitdrukking de Nederlandscbe verdrongen heeft. Dat men dit ook gevoelt en dien invloed zooveel mogelijk wil keeren, bewijst de oulangs opgerichte Vereeniging tot bevordering der Nederlandsche Taai en Letterkunde, hierboven genoemd on Waarvan de hoofdrechtor van den Oranje-Vrijstaat, de heer de Villier8, voorzitter is. Als Nederlanders is het onze plicht, dit streven te bevorderen. In de eerste plaats worden natuurlijk verlangd:- oorspronkelijke Nederlandsche werkeu, maar verta lingen zijn ook goed. Geschiedenis, romans (mits alleen van bepaald zedelijke strekking) verhalen voor de aankomende jeugd in den trant van An- drieasen. Louwerse, Gerdos enz. enz. (vooral die uit de Nederlandsche geschiedenis) godsdienstige.boeken gedichten van hedeudaagsche en ook van ouder" dichters, zooals Catz, reisbeschrijvingen en w^ten- schappelijke werken, alle zijn welkom. YVie heeft er niet in zyn bibliotheek boeken, welke hij toch nooit meer inziet, en die eene welkome bijdrage voor Zuid-Afrika zouden zyn. Eene noodzakelijke voorwaarde moet ik echter hier byvoegen Ofschoon de boeken niet nieuw behoevëh te zijn, moeijjup zy behoorlijk ingebpnden wezen. Want aan L 1^* 1 "™c". "niiiaai boekbinders bestaat aldaar volkomen gebrek on on ingebonden boeken zouden spoedig in oubruikbaren staat geraken. Komt, lanugmooten, helpt mij medewerken om een steentje bij te dragen tot instandhouding van onze Nederlandsche taal in die verre gewesten. Het offer is niet groot en gjj zult vrij wat mper nut stichten met uw 'boeken aan Zuid-Afrika te zenden dan ze in do eeu of andere kast onder stof begraven te laten. Wilt ge aai. mijne opwekking voldoen, zendt mij dan uwe boeken toe, mits franco, aan mijn adres te 's Gravenhage, Bankastraat 136. Do Fonische Zeitung, het bekende Berlgnsche blad geeft eene beschouwing over „Het Stundisme ou zijne aanhangers'', de kerkelijke sekte iu Rusland, die tegenwoordig aan zoo vele vervolgingen blootstaat aan deze beschouwing ontleeoen w(j het volgende. Het is inderdaad verwonderlijk, met welk eene snelheid het Stundisme zich heeft uitgebreid zijn ontstaan dagteekent eerst sedert het jaar 1870 of nog wat later. Vraagt men waaraan het zijne opkomst te danken heeft, dan antwoordt een groot deel der Russische pers aan de Duitsche kolonisten, diu de Evangelische kerk iu Rusland brachten. Nu zijn voor deze be wering wel gronden aan te voeren, maar toch heb ben deze slechts schijnbaar eenige waarde. Do voor naamste is wei gelegen in de omstandigheid, dat het Stundisme het eerst opgemerkt werd onder de Duit- soho kolonisten in 't Zuiden en Zuidwesten van Rusland. Maar vooreerst is deze leer nergens ter wereld ook in Duitschland niet bekend, behalve in Rusland, en bovendien zou het al zeer vreemd zijn wanneer liet Russische volk, dat anders lame- lyk afkoerig is van Duitsche zeden en gebruiken, zich plotseling voor eene zaak van Duitschen oor sprong zoo ontvankelijk betoond had. Wuarsolujia- lgker is bet dat de verouderde inriohting der Rus sische staatskerk met haar beeldendienst eu overdreven ceremonieel groote scharen in de armen van het Stundisme heeft gedreven. De veelbesproken secte huldigt eene rationalis tische beweging. Zij verwerpt de sacramenten, den beeldendienst en ook de heiligen zelvevoorts het vasten en in 't algemeen den geheeleu kerkelijken ritus. Aan kerkgang doen de Stundisten evenmin daarentegen hebben zij „voorlezers" of „aanwijzers", die een groote macht in de afzonderlijke gemeenten uitoefenen. Zg betwisten het rocht van bestaan van do overheid, aangezien zij slechts ééae macht erken nen de goddeljjke. Dientengevolge zijn zij tegen standers van den militairen dienst, bobben zij geen eerbied voor rechtspraak en weigeren het afleggen »sn den eed. Vrijheid, gelijkheid en gemeenschap van goederen zijn zaken waarvan zij de verwezenlij king droomen, maar zij verwachten enkel dat deze door Gods tusschenkomst zal plaats hebben. Zg drinken geen sterken drank, rooken niet en bezigen geen onbetamelijke woorden. Het is niet te verwonderen, wanneer men ziet dat deze eigenaardigheden veel indruk maken op de Kuasisohe landelgke bevolking, welke op een zeer lagen trap van beschaving staat. Bovendien valt si met te ontkennen dat sommige van bovenge noemde eigenschappen de Stundisten tot ordelievende burgors maken. Maar sis eene belangrijke schaduw zijde van deze secte noemt men hare Farizeesche schijnheiligheid, een uiterlijke vroomheid, die haar iu sterke mate eigen zon zijn en die hare volgelingen, voor wie hen van nabij leert kennen, weder hoogst onsympathiek zou maken. Volgens hunne leer zouden er volstrekt geene zedelijke offrrs noodig zijn, geen onthouding en belangeloosheid, maar is het bewaren van het uiterlijk fatsoen voldoende. Geld en stoffe lijke welstand zouden hij hen boven al het andere gaan. Reeds hieruit valt af te leiden, dat de Stun disten geene politieke beteekenis hoegenaamd bezit ten. Trouwens, dit is ook de indruk dien de Rus- sisohe ambtenaren bij hun onderzoek naar den aard vau het Stundisme ontvangon hebben. Men heeft eOn tijd lang gedacht dat de Stundisten een socialistisch doel beoogden, maar meu heeft weldra ingezien dat zij i alleen voor de staatskerk gevaar opleveren. Met het oog hierop echter wor den in den laatsten tjjd zeer strenge maatregelen tegen hon genomen de Stundisten worden nit hunne woningen verdreven (die dit zij in 't voorbijgaan nog aangestipt door hun net en zindplijk voor komen zich van de andere gunstig onderscheiden) on zelfs kunnen zij gestraft worden met verbanning naar Siberië. Een harde strijd staat dus den aanhangers van hot Stundisme te wachten eh het is waarschijnlijk dat de Russische orthodoxie, die op het punt van godsdienstvrijheid niet goed te spreken is, niet zal rusten voor de secte geheel is uitgerooid. In België is dezer dagen, naar aanleiding van het bijeenkomen der centrale sectie uit de kamer voor do vestingwerken aan de Maas, opnieuw de vraag te berde gebracht, welk doel de Belgische regeerin" met deze forten heeft eu welk nut zij in eeu even" tueelen oorlog voor België kunnen hebben. In Frankrijk is men algemeen het gevoelen toege daan, dat de Maasforten bestemd zgn om in geval van een Fransoh-Duitsoh conflict door de Pruisen bezet te worden, wijl de Belgische armee zelve on toereikend is om ze te «erdedigen. Wat vernoemt men nu door deMcuse? Deze deelt een onderhoud mede, dat kolonel Lahure, de onlangs overleden chef van den Belgischen gonoralen staf, die koning Leopold het vorige jaar naar Berlijn ver gezelde, had met veldmaarschalk Moltke. Mot een ernstige, bijna strenge uitdrukking op liet gelaat vraagde de grjjze veldheer aan den Belgi schen officier: „Waarom versterkt gij de Maas?" Kolonel Lahure antwoordde, dat dit, voor zoover hem hekend was, geschiedde, om gedurende den vrede te bewijzen, dat België don ernstigen wil koesterde zgn nationale onafhankelijkheid te hand haven en om in geval van oorlog te dienen ter on dersteuning van de operatiën der Belgische armee. „Uw leger? vroeg de veldmaarsohalk. Maar in de omstandigheden, waarin liet zich bevindt, zal alles wat gij mobiliseeren kunt noodzakelijk, reeds van den beginne af, noodig zijn voor uw vestingwerken van Antwerpen en aan de Maas. Gij zult geen veld leger meer hebben of althans zoo weinig En, toch, wat zult gg zouder veldleger doen Gg woet het, het veldleger beslist over het lot en de eer der staten, veel meer den de verstorkte posities. Een gedeelte ten minste van uw vestingwerken aan de Maas schijnt tegen ons gericht; en toch, ik geloof dat niet van onzen kant het gevaar dreigt; het is uw andere nabuur, dien gg hebt te vreezen. Deze vestingwerken zullen eeu last voor u zijn, zoolang gg niet 70.000 man meer kunt mobiliseeren. En gg kunt het niet doen dan door een wgze van re- crutoering, die in onzen tijd past De maarsohalk eindigdei „Het is in het belang van ow land zich van een flinke militaire organisatie te voorzieu en ik vrees, dat hot zich op een goeden dag diep zal hebben te beklagen, dat het dit niet voldoende heoft begrepen." Deze woorden van den grootan Duitschen strate- gicus kunnen niet anders dan in Bulgië diepen in druk makenzij constateeren het feit, dat België bezig is forten te maken, zonder een voldoeud leger te bezitten om ze 4e verdedigen, zoodat zij veeleer het gevaar aantrekken dan het voorkomen, wat trou wens in Belgisohe militaire kringen reeds lang het algemeen gevoelen is. „Sn daarom verzekert de Réforme zegt men altjjd in het leger, dat de vestingwerken aan de Maas bezet zullen worden door onzon bondgenoot, d. w. z. door den tegenstander van hem, die het eerst de neutraliteit van ons grondgebied zal hebben geschonden of zal beschouwd worden het 't eerst geschonden te hebben. „Dat is de waarheid. De vestingwerken zijn een gevaar, zoolang wij niet een paar honderdduizend inafi hebben om ze te verdedigen, en wij kunnen die niet hebben dan met de gewapende natie. In af- waohting zullen zij alleen, wanneer de oorlog uit brak, zekerheid geven voor een bombardement van Luik en Namens, den vreemden indringer aantrek ken in plaats van hem verwijderd te houden en zijn oorzaak, dat wg van alle kanten door onze naburen gewantrouwd eu beschuldig,1 worden onze neutrali teit te willen verraden, wijl wij vesiingwerken con- Strueeren, die wg niet kunnen verdedigen dan met hulp van een bondgenoot.# Men ziet het, ook België heeft de handen vol met het vraagstuk zijner nationale verdedigin» Czaar Alexander is weer te Berlijn geweest Het bezoek van den keizer aller Russen aan Duitschlan,Is hoofdstad, vooral m de tegenwoordige omstandig heden, nn Frankrijk en Rusland zulke beste vrienden zijn, zou zeker een merkwaardig feit in de politieke geschiedenis van den dag zijn, indien hef bezoek met zoo volkomen toevallig waro geweest. tiid i„J D» 13 uCZaaf g°W00n in bet naJaar eenigen tgd in Denemarken door te brengen. De heen- en erugreis wordt dan doorgaans over zee gedaan, en held lnn |JaTf|Z0U reU Uaar alle "aarschijnlijk- heid op dezelfde wgze geschieden. Wel is waar werden er geruchten verspreid, dat de czaar voor nemens zou zgn keizer Wilhelm in dit jaar weer oen bezoek te bzengen, maar tot dusver was hierover nog mets met eemge zekerheid vastgesteld. Alleen was reeds bepaald, dat de czaar in de eerste helft van Ootober naar zijn rijk zou terugkeeren Het plotselinge overlijden van grootvorstin Paul zijn schoonzuster, noodzaakte echter den czaar ziin reisplan te veranderen. De grootvorstin overleed te Ildeskoje bij Moskou en daarom moest Alexander zoo spoedig mogelijk naar de czarenstad. De reis over land, en derhalve over Berlijn, was dus aange- wezen. 6 In het groothertogdom Baden zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer gehouden, namelijk de ver kiezingenin den eersten graad, dat wil zeggen - ter samenstelling der ktezersgroepon aan welke de be noeming van Kamerleden is opgedragen. Om ,1e twee jaar treedt aldaar de helft van het aantal Kamer leden af, zoodat er nu moet worden voorzien in 32 vacatures. In de verkiezingsbewegiug hebben de sooia- listen de ultramontanen, de radicalen en talrijke con servatieven samengespannen tegen de nationaal-libe- ralen, die daarom ook reeds in verschillende districten op eene nederlaag rekenden. Voor zoover tot nog toe bekend is, hebben do socialisten to Mannheim de overwinning behaald, zijn Ettlingen, Gernsbach en Bremach overgegaan aan do centrumpartij, is het plattelandsdistrict van Karisruho door de conserva tieven, Bruchsal door de radicalen gewonnen. De geheele uitslag der verkiezingen is echter nog niet bekend; doch naar hetgeen voorloopig aan de Köhmche Zeitmg wordt gemeld, liet het zich aanzien, dat in de 1 wee, e Kamer de iiationnai-liberalen met de aan gebleven leden toch nog de meerderheid zouden hebben Do heeren Mac Ca,thy, Dillon en andere anti- Parnelhsten hebben in de laatste dagen in Dublin besloten conferentiën gehouden om hun te volgen politiek voor den aanstaanden winter te bepalen. Ook werd onder hun leiding een openbare bijeen komst gehouden, waarop inzonderheid de belangen der uitgezette pachters werden bepleit. Nu Paraell weigerachtig bljjft het te Parijs gedeponeerde Iersohe fonds van pd. st. 40,000 voor dio bedrogen lieden aan te spreken, zullen door de anti-Parnellisteu in hun Groene Eiland, in de „Republiek America» in Canada en m Australië collecten worden gehouden. Volgens berichten uit Lissabon verwacht men eiken dag in het officieele blad de afkondiging van het charter van de nieuwe Kaap-Delagoa-Corapagnie. Het kapitaal za bedragen 500.000 pd. st. De compagnie moot tweeduizend pond in shares van een pond voorn, het Koloniaal instituut afstaan, hetgeen andere gei? charterde oompagniën mede zullen moeten doen. De compagnio voor Kaap Delagoa moet zevenduizend pond borgtocht deponeeren en moet binnen zes maan den aanvangen. Men verwacht ook een decreet be treffende de invoergpa van administratieve hervor mingen op MozaipiMej, Lorengo Marquez zal een afzonderlyk brttAgfaf waardoor de R bezuinigingen Mijnheer de Redacteur Gisteren te Haastrecht zijnde, werd in mijn bijzijn het stukje besproken, dut in uw nummer 4641 voor komt. Algemeen betwijfelde men, dat de inzender in die gemeente woonachtig is. Anders toch had hg meer op de hoogte moeten zijn; althans hij ware in de gelegenheid geweest, vo'o'r dat hij zoö schreef te uiforraeeren ter plaatse, waar hij juiste inlichting gen kon vinden. Men zeide mij, dat in de gemeente H. in do armenpraeftjk grootendeels voorzien wordt door andere corporatiën b.v. de diaconieën en een ziekenfonds en dat de gemeentegeneesheer hoofdza kelijk met de dooaschouw en enkele andere de bur- gerlgke gemeente aangaande zaken belast is Het

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2