liulteulanilscli Overzicht.
i iif_L__a====_^
ingezonden.
Wanneer de buisjes eens gebruikt ZgD| moeten zij
gesloten wordon on in goed gekurkte flesschen be
waard blyvea tegen aanraking met lucht en vocht.
Een te Shanghai verschijnende courant be*at eenige
aardige mededeelingen omtrent de Chineesche post.
China heeft de bezorging van brieven van particu
lieren nooit als een quaestie van staatszorg beschouwd.
Officieele tijdingen worden door koeriers bezorgd, die,
ondanks de slechte verkeerswegen, zich vrij snel van
hun plicht kwyten. Deze koeriers bemoeien zich ech
ter niet met de bezorging van particuliere brieven.
Hiervoor zijn in elke stad van eenige beteekenis af
zonderlijke postkantoren. De in het hart van het rijk
wonende Europeërs laten zich over dit stelsel zeer
gunstig uit en stellen veel vertrouwen in deze kan
toren. Alle brieven worden aangeteekend, de inhoud
wordt tot de volle waarde verzekerd zonder buiten
gewone onkosten en op het gewicht van den brief
wordt weinig gelet. Het porto behoeft niet vooruit
betaald te worden. De postkantoren staan in den regel
in rekening met hunne klanten en deze laatsten ver
effenen hun schuld aan 't eind van elke maand.
Slechte betalers komen weinig voor. De bozorging van
brieven is echter bijzaak, hoofdzaak is de pakketdienst.
Hierin bestaat tusschen de postfirma's een scherpe
concurrentie en de postkantoren laten de pakjes bij
de klanten afhalen behalve de snelheid wordt ook
de ^billijkheid door de concurrentie bevorderd. Hoewel
het porto niet te vergelijken is met het goedkoope
Europeesche systeem, is het tot over een afstand van
50 K.M. zeer billijk op grootereq afstand is het
echter vrij duur. Kr bestaat ook een postverbinding
tusschen de open havens en Peking en Tientsin, die
door de koeriers van het keizerlijk zeokantoor onder
houden wordt. Deze postverbinding bestaat echter
slechts 's winters, wanneer de toegang tot den Peiho
door ijs versperd is.
In den Courrier de Schcveningue van 22 Sept.
lezen wij o. a. een kort schetsje van een bezoek,
door koningin Wilhelmina aan Scheveningen gebracht.
Verleden Woensdag te ongeveer kwart vóór drie uur
reed de jeugdige lieve koningin Wilhelmina in een
panier, met twee paarden bespanneu, naar Scheve
ningen. Van alle kanten kwamen de bewoners van
het dorp aanloopen, ten einde het lieve kind, dat
bestemd is om eens den schepter over Nederland
te voeren, te begroeten. Het rijtuig kwam in de
richting van den Nieuwer, Weg de gemeente binnen,
toen eensklaps een rukwind het roode hoedje van
de pop der Koningin wegnam. Natuurlijk boden
zich aanstonds talrijke gedienstige geesten aan, om
het hoedje op te rapen, want de pop van de Ko-
nin<rin mocht niet aan den tochtigen wind, aan kou
vatten worden blootgesteld. De Koningin, die door
een hofdame vergezeld was, liet dadelijk de panier
stilhouden, om den jongens en do meisjes, die het
hoedje achternaliepeugenoegeu te geven. Maar
tegelijk genoot H. M. ook buitengewoon veel van
den wedloop, die in haar belang georganiseerd was.
Weldra gelukte het aan twee Scheveningsche meisjes
het hoofddeksel van de pop te bemachtigen, en
't was een lust, het geklots van de klompen der
hardloopende kinderen over de straatsteenen te hoo-
ren. Nauwelijks waren zij aan het rijtuig gekomen,
of de lieve Koningin stak haar handje uit, om het
hoedje aan te nemen. Intusscheu was een lakei de
kinderen vddr en overhandigde aan H. M. het kleine
voorwerp.
Met genoegen mochten de Scheveuingers zien, dat
de vorstelijke mildheid dor Oranje-spruiten ook een
der schoone eigenschappen van koningin Wilhelmina
is. Behalve dat H. M. de gedienstigheid der meisjes
met een beleefde buiging beantwoordde, liet zij haar
door bemiddeling van de hofdame eeu handvol geld
stukken geven. Aanstonds kwamen nu ook de an
dere kinderen, die op een afstand waren gebleven,
van alle kanten toeloopeu, waarop de koningin be
gon te lachen, doch tevens van haar mildheid een
nieuw bewijs gaf. Thaus moest de lakei nog een
handvol geld aan de andere kinderen uitdeden.
Wy behoeven niet te zeggen, dat toen de Koningin
wegreed, zij voor dien dag veleu gelukkig had ge
maakt en haar ter eere van alle kanten luide hoeraas
opstegen.
Te Groningen bevindt zich een Zweedsche jour
nalist uit Gothenburg, die eene reis maakt, zijne
afkomst uit het land der zeekoningen, der Vikiuger
waardig. De heer Uddgreu is eeu jong man van
zesentwintig jaar, blond, laug, gespierd, en blijkbaar
een man van ijzereu volharding. Met eene roeiboot
«De Guy", ongeveer vijf el lang en eeuo el breed,
met geteerd zeildoek overtrokken, doot hy tochten
over zeeën en itroomeu. Hy vertrok voor twee
maanden uit zyue woonplaats en gaat naarLonden. Van
Gothenburg roeide hij naar Kopenhagen, van Kopen
hagen, de kust houdonde langs Seolaud, Falster en
Laland naar Kiel, van daar, door het Eiderkauaai
naar Tonniogen, opnieuw langs de kust naar Cux-
haveu en eindelijk iangs de Duitsche wadden-eilanden
naar Norderney, vanwaar hij koers zette uaar Delf
zijl en eergistereu te Groningen aankwam. Van
hier gaat hij langs de Groninger en Friesche kanalen
naar Stavoren, dan over do Zuidorzee naar Amster
dam, vervolgeus naar Botterdam, naar Ostende, naar
Calais en over het Kanaal naar Engeland, om een
vroeger bezoek aan Londen te herhalen.
«L)e Guy" is eene sterke boot, en de heer Udd-
gren eeu krachtig, volhardeud roeier. Intusschen
heeft hij op zijne reis vele wederwaardigheden be
loofd. Als hij den nacht niet kan doorbrengen in
eene plaats aan de kust, of in een schip, dat hy
ontmoet, sliapt hy in de boot, in eene soort vau
kemelsharen zak. In de boot, die in Amerika werd
gebouwd, zijn bergplaatsen voor levensmiddelen en
artikelen, die de reiziger kan noodig hebben. Maar
het blijft eene bezwaarlijke reis. Eens uitgeput Da
in storm en regen 'urenlang op zee geroeid te heb
ben, was de heer Uddgren, door rheumatische toorts
aangetast, genoodzaakt tien dageu laug het bed te
houden. Maar 2ijne energie ia niet verminderd en
hij wil met zijne boot Londen bereiken. De be
schrijving van zijne reis, die hij in de Engelsche
taal denkt uit te geven, zal zeker belangwekkend
zijn. Maar altijd minder belangwekkend dan de
man zelf. (JV. Gr on. Ct.)
Eenige maanden geleden heeft de directie van het
Museum van Kunstnijverheid te Haarlem eeu zaal
geopend, die geheel gevuld is met producten onzer
nationale kunstnijverheid uit vroegere dagenschoor
steen, lambriseering, meubelen eu het verdere huis
raad werden niet afzonderlyk als onderdeel tentoon
gesteld, doch tot een harmonieus geheel samenge
bracht, Jat ons een aanschouwelijk beeld geeft van i
hetgeen men in vroegere dagen met zooveel smaak
en kunst wist te vervaardigen.
Deze methode van tentoonstellen wordt eveneens
in verschillende groote buitenlandsche musea met
bet meeste succes gevolgdhot boeit den bezoeker,
daar het karakter van elk voorwerp door de om-
geving meer tot zijn recht komt, dan in de strengere
rubrieken gerangschikte verzamelingen.
Thans kunnen wij wedor mededeelen, dat weldra
eon op gelijke wyze ingerichte tentoonstelling van
Oosterscho kunst zal geopend worden.
De gelukkige eigenaar dezer verzameling is de heer
G. E. Haarsma, vroeger bewoner van «Huize Rust
en Vreugd" te Wassenaar, die met de meeste wel
willendheid zijn belangrijke collectie in bruikleen aan
het Museum heeft afgestaan.
Do bovenvertrekken van den westelijken vleugel
van het paviljoen zijn bijna geheel door de verza
meling ingenomen en deze doorwandelende, waant
men zich in een vorstelijke woning der tropenlanden.
Wij vonden er de meest verschillende producten van
kunstnijverheid uit China en Japan, Britsoh-Indië
en Egypte.
De eerste zaal is geheel gemeubeld in Oosterschen
trant en vormt een zeer schoon geheelmisschien
wat kleuronrijk naar onze aan fletse tinten te zeer*
verwende blikken.
De kostbare Satzuma-vazen en de ryk gesneden,
met ivoor en zilverwerk versierdo, kast vormen het
hoofdpunt, waarom zich het overige ameublement
groepeert.
In de andere vertrekken zijn vitrines opgesteld
met sierlijk gedreven zilver uit Bombay en Hong
kong eu met kunstig gesneden ivoor en speksteen,
mot kostbaar vaas- en vaatwerk in metaal, porselein
eu aardewerk.
Vergeten wij hierby niet te vermelden de zeer
zeldzame verzameling van oud-Egyptische voorwer
pen, verzameld in de graven van Thebe, Karnak,
Assouan en andere plaatsen, welke door mevrouw
Haarsma in het Nyldal werd bijeengebracht.
Zaterdag 26 Sept. was de verzameling het eerst
voor leden der Maatschappij van Nijverheid, dona
teurs van het Museum en andere belangstellenden
geopend en zullen zeker velen van deze gelegen
heid gebruik maken om deze merkwaardige verzame
ling in oogenschouw te nemen.
Dos Zondags is de toegang vrij.
De beer rar. W. A. baron van Ittersum richt
ondor het opschrift«Nederlandsche boeken voor
Zuid-Afrika# de volgende oproeping tot onze land-
genooten.
Daartoe aangemoedigd door Z. E. den heer J.
W. Reitz, Staatspresident van, den Oranje-Vrijstaat,
alsmede door den heer Dr. J. Brill, lid van het
bestuur der Vereeniging tot bevordering der Hol-
landsche taal- en letterkunde te Bloemfontein, wend
ik mij tot mijne landgonooten, met verzoek mij be
hulpzaam te zijn tot het bijeenbrengen eener ver
zameling van boeken ten behoeve van de bibliotheek
te Bloemfontein, hoofdstad van den Oranje-Vrijstaat.
Wie wil mij helpen
De bedoeling isboeken, uitsluitend in de Ne-
derlandsche taal. Engelsche boeken zijn er meer
dan genoegdaar zorgen de Engelschen wel voor.
Nedorlandsche echter veel te weinig. En toch be
staat hieraan meer dan ooit groote behoefte. De
Nederlandscbe taal heeft u0 Zuid-Afrik» een harden
onder duizenden is wellicht niet één, die er iets
mede weet aan te vangen. Ik ben dan ook volstrekt
niet voornemeus, iemand te bedriegen had ik dit
plan werkelijk, dan zou ik de papieren vernietigd
hebbeu. Ik houd vast aan de hoop dat Flora mot
graaf Von Hohenhausen zal huwendit huwelijk
zal mij in de gelegenheid stellen, de oude schuld af
te doen, zonder dat ik mij daardoor aan verlegen
heid zal zien blootgesteld. De schuld is niets meer
dan een leening, en gij hebt niet het minste recht,
mij van verduistering te beschuldigen.
Theodoor zweeg. Hij gevoelde, dat zijn vader
naar redenen zocht om zijn eigen geweten gerust te
stellen, zich te rechtvaardigen voor den onomkoop-
baren rechter, wier. hij evenwel het zwijgen niet kon
opleggen.
Wij zullen dus afwachten, wat ec gebeuren zal,
hernam de bankier nogmaals, na een korte pauze
de misdadiger moet toch ontdekt worden het zou
wel zeldzaam zijn, wanneer hij buiten het bereik
bleef van de gerechtigheid.
J)an vallen de papieren wellicht in handen
van doft rechter van instructie, zeide Theodoor, wiens
achting voor zijn vader meer eu meer begon te ver-
minderen.
Ik heb rocht, ze aanstonds als myn eigendom
op te eischen, en ik herhaal je, dat men er niets
in kan vinden, wat achterdocht op mij kan werpen.
Dat is al wat ik je van deze zaak weet mede te j
deelennadere bijzonderheden kunt ge mij besparen1
ik spreek er niet gaarne van.
Het binnentreden van Hohenhausen brak dit on
derhoud af, waarmode de oude heer zeer tevreden
scheen te zijn; het deed hem leed, dat hy zijn ge
heim zoo had prijs gegoven.
De graaf had van de inbraak, de verwonding van
Adalbert en de gevangenneming van den koddebeier
kennis gekregen; hij kwam om zich vai de bijzon
derheden op de hoogte te stellen en den bankier
zijn deelneming te betuigen.
Dat de koddebeier ook de moordenaar van den
matroos was, betwijfelde de graaf ook niet meer
men had immers voor de schuld van dien man vol
doende bewijzen gevonden.
Van dit thema ging Hohenhausen tot handelsaan-
gelegenhedeii over. Hy had het uittreksel der reke
ning onderzocht en accoord bevonden, en hij maakte
zich deze gelegenheid ten nutte, om zijn dank voor
het veeljarig en omzichtig en nauwgezet beheer te
betuigen.
Homberg wierp zijn zoon een veelboteekenenden
blik toe, als wilde hij hem vragen, of hij ook nu
nog, na die vereerende verklaring, den moed had,
zijn vader van verduistering te beschuldigen.
Op den oogst der heerlijkheid Hohenhausen
zijn verschillende aanbiedingen ingeleverd, zeide de
bankier; maar de prijzen komen mij nog te laag
voor.
Ja juist, daarover wilde ik ook mot u spreken,
viel de graaf hem in de rede. Ik heb vanmorgen een
briefje van juffrouw Vogel ontvangen, waarin zy om
een onderhoud verzoektwaarschijnlijk wil zij ray
trachten te overredpp» het contract met haar broer»
te hernieuweu.
Theodoor moest onwillekeurig het hoofd schudden
hij kon dit vermoeden niet deelenhet was niet in
overeenstemming met den trots van Fanny en haar
broeders.
En zijt ge voornemens, dien wensch te vervullen P
vroeg Romberg.
Zou ik «laar nadeel bij hebben antwoordde
de graaf.
Ik weet niet, ot Gebroeders Vogel er niet een
zwakheid in zouden zien.
Zeker! Ik wil niet meer lastig gevallen wor
den heb de goedheid aan de firma mede te deelen,
dat ik bereid ben, het vroegere contract te her
nieuwen en de vertegenwoordiger van het huis zich
te dien einde ten mijnent kan vervoegen.
Zeker is het, dat gij dit contract met een
eeer achtenswaardig huis sluit, zeide Theodoor, met
een waarschuwenden blik op zijn vader, die de be
teekenis van dien blik terstond begreep.
Zijt ge daarvan ten volle overtuigd? vroeg
de graaf.
Ja! Ik ken de heeren reeds geruimen tijd;
de firma is zeer gezien.
(iWordt vervolgd.)
strijd te voeren tegen de Engelsche. Als op zoo
menig ander gebied, zoekt ook hier Engeland de
alleon-heerschappy te verkrygen. Nog steeds echter
is onze taal daar de officieele taal, der Kegeering en
wordt zy, hoewel in eenigszins verouderden en ge-
wijzigden vorm, door de booreu gesproken. Maar
in de steden vooral is de Engelsche invloed merk
baar, zoodat reeds menige Eugelsche uitdrukking
de Nederlandscbe verdrongen heeft.
Dat men dit ook gevoelt en dien invloed zooveel
mogelijk wil keeren, bewijst de oulangs opgerichte
Vereeniging tot bevordering der Nederlandsche Taai
en Letterkunde, hierboven genoemd on Waarvan de
hoofdrechtor van den Oranje-Vrijstaat, de heer de
Villier8, voorzitter is.
Als Nederlanders is het onze plicht, dit streven
te bevorderen.
In de eerste plaats worden natuurlijk verlangd:-
oorspronkelijke Nederlandsche werkeu, maar verta
lingen zijn ook goed. Geschiedenis, romans (mits
alleen van bepaald zedelijke strekking) verhalen
voor de aankomende jeugd in den trant van An-
drieasen. Louwerse, Gerdos enz. enz. (vooral die uit
de Nederlandsche geschiedenis) godsdienstige.boeken
gedichten van hedeudaagsche en ook van ouder"
dichters, zooals Catz, reisbeschrijvingen en w^ten-
schappelijke werken, alle zijn welkom.
YVie heeft er niet in zyn bibliotheek boeken, welke
hij toch nooit meer inziet, en die eene welkome
bijdrage voor Zuid-Afrika zouden zyn.
Eene noodzakelijke voorwaarde moet ik echter hier
byvoegen
Ofschoon de boeken niet nieuw behoevëh te zijn,
moeijjup zy behoorlijk ingebpnden wezen. Want aan
L 1^* 1 "™c". "niiiaai
boekbinders bestaat aldaar volkomen gebrek on on
ingebonden boeken zouden spoedig in oubruikbaren
staat geraken.
Komt, lanugmooten, helpt mij medewerken om
een steentje bij te dragen tot instandhouding van
onze Nederlandsche taal in die verre gewesten.
Het offer is niet groot en gjj zult vrij wat mper
nut stichten met uw 'boeken aan Zuid-Afrika te
zenden dan ze in do eeu of andere kast onder stof
begraven te laten.
Wilt ge aai. mijne opwekking voldoen, zendt mij
dan uwe boeken toe, mits franco, aan mijn adres te
's Gravenhage, Bankastraat 136.
Do Fonische Zeitung, het bekende Berlgnsche blad
geeft eene beschouwing over „Het Stundisme ou zijne
aanhangers'', de kerkelijke sekte iu Rusland, die
tegenwoordig aan zoo vele vervolgingen blootstaat
aan deze beschouwing ontleeoen w(j het volgende.
Het is inderdaad verwonderlijk, met welk eene
snelheid het Stundisme zich heeft uitgebreid zijn
ontstaan dagteekent eerst sedert het jaar 1870 of
nog wat later.
Vraagt men waaraan het zijne opkomst te danken
heeft, dan antwoordt een groot deel der Russische
pers aan de Duitsche kolonisten, diu de Evangelische
kerk iu Rusland brachten. Nu zijn voor deze be
wering wel gronden aan te voeren, maar toch heb
ben deze slechts schijnbaar eenige waarde. Do voor
naamste is wei gelegen in de omstandigheid, dat het
Stundisme het eerst opgemerkt werd onder de Duit-
soho kolonisten in 't Zuiden en Zuidwesten van
Rusland. Maar vooreerst is deze leer nergens ter
wereld ook in Duitschland niet bekend, behalve
in Rusland, en bovendien zou het al zeer vreemd
zijn wanneer liet Russische volk, dat anders lame-
lyk afkoerig is van Duitsche zeden en gebruiken,
zich plotseling voor eene zaak van Duitschen oor
sprong zoo ontvankelijk betoond had. Wuarsolujia-
lgker is bet dat de verouderde inriohting der Rus
sische staatskerk met haar beeldendienst eu overdreven
ceremonieel groote scharen in de armen van het
Stundisme heeft gedreven.
De veelbesproken secte huldigt eene rationalis
tische beweging. Zij verwerpt de sacramenten, den
beeldendienst en ook de heiligen zelvevoorts het
vasten en in 't algemeen den geheeleu kerkelijken
ritus. Aan kerkgang doen de Stundisten evenmin
daarentegen hebben zij „voorlezers" of „aanwijzers",
die een groote macht in de afzonderlijke gemeenten
uitoefenen. Zg betwisten het rocht van bestaan van
do overheid, aangezien zij slechts ééae macht erken
nen de goddeljjke. Dientengevolge zijn zij tegen
standers van den militairen dienst, bobben zij geen
eerbied voor rechtspraak en weigeren het afleggen
»sn den eed. Vrijheid, gelijkheid en gemeenschap
van goederen zijn zaken waarvan zij de verwezenlij
king droomen, maar zij verwachten enkel dat deze
door Gods tusschenkomst zal plaats hebben. Zg
drinken geen sterken drank, rooken niet en bezigen
geen onbetamelijke woorden.
Het is niet te verwonderen, wanneer men ziet dat
deze eigenaardigheden veel indruk maken op de
Kuasisohe landelgke bevolking, welke op een zeer
lagen trap van beschaving staat. Bovendien valt
si met te ontkennen dat sommige van bovenge
noemde eigenschappen de Stundisten tot ordelievende
burgors maken. Maar sis eene belangrijke schaduw
zijde van deze secte noemt men hare Farizeesche
schijnheiligheid, een uiterlijke vroomheid, die haar
iu sterke mate eigen zon zijn en die hare volgelingen,
voor wie hen van nabij leert kennen, weder hoogst
onsympathiek zou maken. Volgens hunne leer zouden
er volstrekt geene zedelijke offrrs noodig zijn, geen
onthouding en belangeloosheid, maar is het bewaren
van het uiterlijk fatsoen voldoende. Geld en stoffe
lijke welstand zouden hij hen boven al het andere
gaan. Reeds hieruit valt af te leiden, dat de Stun
disten geene politieke beteekenis hoegenaamd bezit
ten. Trouwens, dit is ook de indruk dien de Rus-
sisohe ambtenaren bij hun onderzoek naar den
aard vau het Stundisme ontvangon hebben. Men
heeft eOn tijd lang gedacht dat de Stundisten een
socialistisch doel beoogden, maar meu heeft
weldra ingezien dat zij i alleen voor de staatskerk
gevaar opleveren. Met het oog hierop echter wor
den in den laatsten tjjd zeer strenge maatregelen
tegen hon genomen de Stundisten worden nit hunne
woningen verdreven (die dit zij in 't voorbijgaan
nog aangestipt door hun net en zindplijk voor
komen zich van de andere gunstig onderscheiden)
on zelfs kunnen zij gestraft worden met verbanning
naar Siberië.
Een harde strijd staat dus den aanhangers van
hot Stundisme te wachten eh het is waarschijnlijk
dat de Russische orthodoxie, die op het punt van
godsdienstvrijheid niet goed te spreken is, niet zal
rusten voor de secte geheel is uitgerooid.
In België is dezer dagen, naar aanleiding van het
bijeenkomen der centrale sectie uit de kamer voor
do vestingwerken aan de Maas, opnieuw de vraag
te berde gebracht, welk doel de Belgische regeerin"
met deze forten heeft eu welk nut zij in eeu even"
tueelen oorlog voor België kunnen hebben.
In Frankrijk is men algemeen het gevoelen toege
daan, dat de Maasforten bestemd zgn om in geval
van een Fransoh-Duitsoh conflict door de Pruisen
bezet te worden, wijl de Belgische armee zelve on
toereikend is om ze te «erdedigen.
Wat vernoemt men nu door deMcuse? Deze deelt
een onderhoud mede, dat kolonel Lahure, de onlangs
overleden chef van den Belgischen gonoralen staf,
die koning Leopold het vorige jaar naar Berlijn ver
gezelde, had met veldmaarschalk Moltke.
Mot een ernstige, bijna strenge uitdrukking op
liet gelaat vraagde de grjjze veldheer aan den Belgi
schen officier: „Waarom versterkt gij de Maas?"
Kolonel Lahure antwoordde, dat dit, voor zoover
hem hekend was, geschiedde, om gedurende den
vrede te bewijzen, dat België don ernstigen wil
koesterde zgn nationale onafhankelijkheid te hand
haven en om in geval van oorlog te dienen ter on
dersteuning van de operatiën der Belgische armee.
„Uw leger? vroeg de veldmaarsohalk. Maar in
de omstandigheden, waarin liet zich bevindt, zal alles
wat gij mobiliseeren kunt noodzakelijk, reeds van
den beginne af, noodig zijn voor uw vestingwerken
van Antwerpen en aan de Maas. Gij zult geen veld
leger meer hebben of althans zoo weinig En,
toch, wat zult gg zouder veldleger doen Gg woet
het, het veldleger beslist over het lot en de eer der
staten, veel meer den de verstorkte posities. Een
gedeelte ten minste van uw vestingwerken aan de
Maas schijnt tegen ons gericht; en toch, ik geloof
dat niet van onzen kant het gevaar dreigt; het is
uw andere nabuur, dien gg hebt te vreezen. Deze
vestingwerken zullen eeu last voor u zijn, zoolang
gg niet 70.000 man meer kunt mobiliseeren. En
gg kunt het niet doen dan door een wgze van re-
crutoering, die in onzen tijd past
De maarsohalk eindigdei „Het is in het belang
van ow land zich van een flinke militaire organisatie
te voorzieu en ik vrees, dat hot zich op een goeden
dag diep zal hebben te beklagen, dat het dit niet
voldoende heoft begrepen."
Deze woorden van den grootan Duitschen strate-
gicus kunnen niet anders dan in Bulgië diepen in
druk makenzij constateeren het feit, dat België
bezig is forten te maken, zonder een voldoeud leger
te bezitten om ze 4e verdedigen, zoodat zij veeleer
het gevaar aantrekken dan het voorkomen, wat trou
wens in Belgisohe militaire kringen reeds lang het
algemeen gevoelen is.
„Sn daarom verzekert de Réforme zegt men
altjjd in het leger, dat de vestingwerken aan de Maas
bezet zullen worden door onzon bondgenoot,
d. w. z. door den tegenstander van hem, die het
eerst de neutraliteit van ons grondgebied zal hebben
geschonden of zal beschouwd worden het 't eerst
geschonden te hebben.
„Dat is de waarheid. De vestingwerken zijn een
gevaar, zoolang wij niet een paar honderdduizend
inafi hebben om ze te verdedigen, en wij kunnen die
niet hebben dan met de gewapende natie. In af-
waohting zullen zij alleen, wanneer de oorlog uit
brak, zekerheid geven voor een bombardement van
Luik en Namens, den vreemden indringer aantrek
ken in plaats van hem verwijderd te houden en zijn
oorzaak, dat wg van alle kanten door onze naburen
gewantrouwd eu beschuldig,1 worden onze neutrali
teit te willen verraden, wijl wij vesiingwerken con-
Strueeren, die wg niet kunnen verdedigen dan met
hulp van een bondgenoot.#
Men ziet het, ook België heeft de handen vol met
het vraagstuk zijner nationale verdedigin»
Czaar Alexander is weer te Berlijn geweest Het
bezoek van den keizer aller Russen aan Duitschlan,Is
hoofdstad, vooral m de tegenwoordige omstandig
heden, nn Frankrijk en Rusland zulke beste vrienden
zijn, zou zeker een merkwaardig feit in de politieke
geschiedenis van den dag zijn, indien hef bezoek
met zoo volkomen toevallig waro geweest.
tiid i„J D» 13 uCZaaf g°W00n in bet naJaar eenigen
tgd in Denemarken door te brengen. De heen- en
erugreis wordt dan doorgaans over zee gedaan, en
held lnn |JaTf|Z0U reU Uaar alle "aarschijnlijk-
heid op dezelfde wgze geschieden. Wel is waar
werden er geruchten verspreid, dat de czaar voor
nemens zou zgn keizer Wilhelm in dit jaar weer
oen bezoek te bzengen, maar tot dusver was hierover
nog mets met eemge zekerheid vastgesteld. Alleen
was reeds bepaald, dat de czaar in de eerste helft
van Ootober naar zijn rijk zou terugkeeren
Het plotselinge overlijden van grootvorstin Paul
zijn schoonzuster, noodzaakte echter den czaar ziin
reisplan te veranderen. De grootvorstin overleed te
Ildeskoje bij Moskou en daarom moest Alexander
zoo spoedig mogelijk naar de czarenstad. De reis
over land, en derhalve over Berlijn, was dus aange-
wezen. 6
In het groothertogdom Baden zijn de verkiezingen
voor de Tweede Kamer gehouden, namelijk de ver
kiezingenin den eersten graad, dat wil zeggen - ter
samenstelling der ktezersgroepon aan welke de be
noeming van Kamerleden is opgedragen. Om ,1e
twee jaar treedt aldaar de helft van het aantal Kamer
leden af, zoodat er nu moet worden voorzien in 32
vacatures. In de verkiezingsbewegiug hebben de sooia-
listen de ultramontanen, de radicalen en talrijke con
servatieven samengespannen tegen de nationaal-libe-
ralen, die daarom ook reeds in verschillende districten
op eene nederlaag rekenden. Voor zoover tot nog
toe bekend is, hebben do socialisten to Mannheim
de overwinning behaald, zijn Ettlingen, Gernsbach en
Bremach overgegaan aan do centrumpartij, is het
plattelandsdistrict van Karisruho door de conserva
tieven, Bruchsal door de radicalen gewonnen. De
geheele uitslag der verkiezingen is echter nog niet
bekend; doch naar hetgeen voorloopig aan de Köhmche
Zeitmg wordt gemeld, liet het zich aanzien, dat in
de 1 wee, e Kamer de iiationnai-liberalen met de aan
gebleven leden toch nog de meerderheid zouden hebben
Do heeren Mac Ca,thy, Dillon en andere anti-
Parnelhsten hebben in de laatste dagen in Dublin
besloten conferentiën gehouden om hun te volgen
politiek voor den aanstaanden winter te bepalen.
Ook werd onder hun leiding een openbare bijeen
komst gehouden, waarop inzonderheid de belangen
der uitgezette pachters werden bepleit. Nu Paraell
weigerachtig bljjft het te Parijs gedeponeerde Iersohe
fonds van pd. st. 40,000 voor dio bedrogen lieden
aan te spreken, zullen door de anti-Parnellisteu in
hun Groene Eiland, in de „Republiek America» in
Canada en m Australië collecten worden gehouden.
Volgens berichten uit Lissabon verwacht men eiken
dag in het officieele blad de afkondiging van het
charter van de nieuwe Kaap-Delagoa-Corapagnie. Het
kapitaal za bedragen 500.000 pd. st. De compagnie
moot tweeduizend pond in shares van een pond voorn,
het Koloniaal instituut afstaan, hetgeen andere gei?
charterde oompagniën mede zullen moeten doen. De
compagnio voor Kaap Delagoa moet zevenduizend
pond borgtocht deponeeren en moet binnen zes maan
den aanvangen. Men verwacht ook een decreet be
treffende de invoergpa van administratieve hervor
mingen op MozaipiMej, Lorengo Marquez zal een
afzonderlyk brttAgfaf waardoor de R
bezuinigingen
Mijnheer de Redacteur
Gisteren te Haastrecht zijnde, werd in mijn bijzijn
het stukje besproken, dut in uw nummer 4641 voor
komt. Algemeen betwijfelde men, dat de inzender
in die gemeente woonachtig is. Anders toch had
hg meer op de hoogte moeten zijn; althans hij ware
in de gelegenheid geweest, vo'o'r dat hij zoö schreef
te uiforraeeren ter plaatse, waar hij juiste inlichting
gen kon vinden. Men zeide mij, dat in de gemeente
H. in do armenpraeftjk grootendeels voorzien wordt
door andere corporatiën b.v. de diaconieën en een
ziekenfonds en dat de gemeentegeneesheer hoofdza
kelijk met de dooaschouw en enkele andere de bur-
gerlgke gemeente aangaande zaken belast is Het