ft EN, lh ES rm 1891. N° 4044. NG BINNENLAND. ONTMASKERD. Woensdag 30 September. Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. N ieuws-en De inzending van advertentiön kan geschieden tot eên uur des namiddags van den dag der uitgave. weg. FEUILLETON. Zn., >pelen, ember shoeve en van CKF.Bz. ts. man._ th. 1 GOÜDSCHE COURANT Afzonderlijke Nommere VIJF CENTEN. >p voor in missie, AN. de eischen dat ik geer, rij oogenblik vond. {Uit het Duitffch.') XI. bezoek mijn terugkeer Ik meen, dat dit wel wat romantisch is, schertste t <n dus >alingen r zekere tens 10 en tal z.re van Bovendien worden alle Advertentiën gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD ’twelk des Maandags verschijnt. ouda. )MMIS- l e. k., eel van nadere Oorlog, ir terng icht niet flacon. - Gouda. ihilderde skerk te der St. gen enz. levens- broeders moog dra gij haar de eer van uw bezoek wilt schenken. Ik hoop, dat Unica mij de eer 2 mij haren verloofde voor te stellen. Onder de volontairs-Sergeants, die aan den Delft- schen artillerie-cursus voor bet officiersexamen zijn geslaagd behoort ook de heer J. Jüngeling, van Bodegraven. i GOUDA, 29 September 1891. Van den goedkoopen trein van den Staatsspoorweg naar Nijmegen maakten heden uit Gouda een 200- tal personen gebruik. ADVERTENTIËN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. De Raad van State aldus wordt aan teZut/ph. Ct. uit Don Haag gemeld zal binnenkort een zijner meest eminente leden verliezen. Mr. G. de Vries heeft nl. zijn verlangen te kennen gegeven om uit die betrekking ontslagen te worden. Sinds jaren heeft hij zitting in de afdeeling voor geschillen van bestuur, waar men in de laatste maanden met werk overladen is. Zoowel de schoolwet als de pensioen wet geven tot tal van geschillen aanleiding, waar over de Raad advies moet geven. Ik geloof niet te overdrijven, indien ik beweer, dat de werkzaam heden aan die afdeeling verdubbeld zijn, terwijl het personeel hetzelfde is gebleven. Naar aanleiding van de promotie van den heer Land, schrijft een oud-zeeofficier aan de Amsterdanimer z/Het thans genomen besluit omtrent den heer Land heeft eene leerzame zijde. Wat toch is daaruit gebleken? Dat terwijl de eene minister den heer Land niet geschikt achtte, de andere dit wol vond. Er is dus reden om te onderstellen, dat de uitspraak van den minister niet het hoogste ressort mag zijn. M. a. w. men hangt in zake critieke gevallen af van de inzichten van één persoon. Totnogtoe leverde dit geene moeielijkheden op. Gewoonlijk, werd een officier voor hoogeren rang ge« passeerd, vond dit algemeene instemming. In het onderhavige geval echter werd door velen, zoo in als buiten de Kamer de maatregel afgekeurd, en had dit geval zich voorgedaan in het begin der regeering van het toenmalig ministerie, dan ware tamelijk zeker eene carrière gebroken, terwijl nu de eer is hersteld. En ofschoon nu dit geval wel tot de bijzondere zal De herbouw van de kerk en den toren te Berg- Ambacht vordert uitstekend. Men is met de be- kapping der kerk druk bezig. Het nieuwe metsel werk van den toren ziet er zeer sierlijk uitmet de timmering der 4 hoektorentjes is men? mede druk bezig. Nog in deze week wordt de plaatsing van de ijzeren torenspits verwacht. Een Rotterdamsch correspondent schrijft aan de Zph. Ct. z/Het aanstaand vertrek van onzen burgemeester mr. Vening Meinesz, naar Amsterdam, heeft zoowel in de dagbladen als onder het publiek tot de vreemd- soortigste critiek aanleiding gegeven. Een hier ver schijnend weekblad gaf zelfs uiting aan den bekenden kerspelneest door te laten doorschemeren, dat het eigenlijk al te gevaarlijk was tot hoofd van Amster dam te benoemen iemand, die zóó goed op de hoogte is van de eischen en hulpbronnen van Rotterdam l voor den graaf, wiens wiens bezoek zij met het salon, op welks kwistige stoffeering de bankier zoo trotsch was. Ik moet zeer om verontschuldiging vragen, dat ik eerst heden aan mijne belofte voldoe, zeide de graaf met een diepe buiging. Ik kwam er wer kelijk niet toe er waren zooveel zaken te regelen, Voor de rechtbank in Den Haag stond gisteren terecht de student H. J. F. B., die een gangen, die zich aan zijne woning aan de Wittebrug vervoegd had met eene quitantio om hierop geld te ontvan gen, met een wandelstok op ergerlijke manier afge ranseld, tegen den grond geworpen en mishandeld had. De student was gewoon, blijkens de getuigen verklaringen, al zijne schuldeischers zóó te ontvan gen. Het O. M. vorderde zijne veroordeeling tot 21 dagen gevangenisstraf. De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. en de verloving te Breda terecht staan ter zake van lo. overtreding van art. 436 Wetb. van Strafrecht, en 2o. het, zon der apotheker of geneesheer te zijn, verkoopen van geneesmiddelen beneden de bepaalde hoeveelheid, in appèl van het voor het kantongerecht van Bergen- op-Zoom gewezen vonnis van 25 Aug. jl. zij zou zoo verwachtte zij Charles Davenport, de agent der Sequah Company Limited zal a. s. Vrijdag voor de arrond.-rechtbank 44) De graaf knikte nemen. I*” hem op Hohen hausen te bezoeken kabinet. Buiten wachtte hem een in livrei, om hem tot aan het rijtuig uitgeleide bediende van den bankier ‘o doenmaar de graaf scheen plotseling van besluit te zijn veranderd. Vraag aan de freule, of zij voor mij tehuis is, zeide bij, en volgde den bediende zonder dralen de breede, sierlijke trappen op. Natuurlijk was Flora thuis rytuig zij reeds ontwaard en eenig vertrouwen verwacht had. Zij ontving hem voor zijn blik blozend de oogen neer. 5 delijk had nog geen heer haar aangeziende blik uit do donkere oogen bracht haar in verwarring. Ik geloof dit zeer gaarne, antwoordde zij. Von Hohenhausen bracht het meisje naar den divan en nam tegenover haar plaats. Ik moet ook Unica verontschuldigen, zeide hij gaarne zijn meegekomen, maar heden ,;j bezoek van haren verloofde, en ik hoop, dat gij dit als verontschuldiging zult laten gelden. Ja, ik herinner mijUnica is verloofd met baron Von Buchenau, antwoordde Flora, die het nog altijd niet waagde, den blik op te slaan. Dit verontschuldigt baar wel, maar Maar zij had vóór hare verloving kunnen hebbenantwoordde de graaf, komen, vervolgde de graaf; daarin hebt gij gelijk, L juffrouw. Maar ik moet ook op dit schijnbaar recht matig verwijt antwoorden, dat het haar onmogelijk was. Zij heeft reeds den dag na mijn terugkeer uw wensch willen bevredigen, maar drukte verhin derde mij, baar te vergezellen, kwam ook geheel onverwacht. Ge moet haar vergeven aan haren goeden wil >gt gij niet twijfelendat zal zij u bewijzen, zoo- zal bewijzen, j lijder tot grooten dank verplicht. en stond op, om afscheid te Hij noodigde de beide heeren weder uit, i en verliet het .1 l'_ oZonder twijfel! Maar moet de etiquette zoo Flora legde hare kleine hand in de zijne en sloeg streng in acht worden genomen Moet ik zoo lang li-a j_ - - Zoo veriej. het geluk ontberen, u te zien en met u te keuvelen? UKV Ik verzoek u nogmaals, oordeel niet zoo streng i tegenover een bruid moeten vriendinnen toegevend zijn gij zult dit zelf, wellicht spoedig genoeg, on dervinden. Een blos ging over het schoone gelaat van het meisje, en mot een cqquet lachje sloeg zij nu de 1 glinsterende oogen op. Wanneer Unica het wenscht, zal ik met bijzon der genoegen haar een bezoek brengen, z>ide zij, al ben ik tegenwoordig ook door eenige plichten ge bonden bij een gewonde, dien wij in ons huis zorg vuldig moeten verplegen. Maar het vermoeiende ambt van ziekenver pleegster zult gij toch zelve niet op u genomen en in den toon, waarop hij dit zeide, spiegelde zich een zachte ironie af. Dit zou een te groot offer zijn, mejuffrouw. Uw familie mag niet toestaan, dat gij het brengt. Een offer is het in geen geval, zeide Flora wij hebben een bekwame verpleegster aangenomen, zoodat op mij slechts de geringe plicht van het op pertoezicht rust. Eu wanneer ik bedenk, dat die dolkstoot wellicht aan mijn broeder was toegedacht, dat mijnheer Von Adlerberg hem opving en hem i het leven redde, dan gevoel ik mij tegenover den behooren, vermeen ik toch dat het recht vordert, dat bij passeering een officier zich kunne beroepen op eene raadscommissie van officieren, die dan in hoogste ressort uitspraak doet. Niet anders toch gebeurt bij een gegeven ontslag uit den dienst. In dat geval kan zelfs het hoofd van den Slaat geen officier ontslaan, dan nadat een raad van officieren is gehoord. In het niet minder belangrijke geval van passeering doet echter de minister alleen uitspraak, en is geen hooger beroep mogelijk. En mocht men moeielijkheden voorzien in de toe passing, door het zich dikwijls herbalen van de ge vallen, ik geloof dat daarvoor de grond ontbreekt, omdat de zaak niet zoo dikwijls voorkomt, en zoo dit gebeurt, het meestal personen geldt, die zeer goed begrijpen dat een nader onderzoek niets zou helpen. Maar wij hebben gezien dat het ook andere per sonen kan gelden, en juist dit geval wettigt duidelijk eene betere regeling. Had die regeling reeds bestaan, men zou tevens hebben vermeden het onnoodige en zonderlinge op houden van de bevordering in een bepaalden rang, waardoor thans vele officieren noodeloos gegriefd zijn. Mogen deze opmerkingen er toe leiden eene billijke regeling op dit punt mogelijk te maken.n

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 1