Buitenlandse!) Overzicht. PETROLEUM-NOTEERINGEN 3378te Staats-loterij. Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam geldelijkte steunen, in de yorige maand quitanties, afkomstig uit Botterdam, door twee personen zijn aangeboden voor jaarlyksche bijdragen voor het Ned. Weduwenfonds, onderteekend J. v. d. Linden, pen ningmeester. Iemand die, hoewel zich niet herin nerende daarvoor te hebben ingeteekend, het bedrag op zoodanige quitantie vermeld, afgaf, verzond eene briefkaart naar Botterdam aan het adres//Den heer J. v. d. Linden, penningmeester van het Ned. Wedu wenfonds'', die echter als onbestelbaar terugkwam. Ook is gebleken dat een Ned. Weduwenfonds niet bestaat. Beide personen wier overbrenging wordt verzocht hebben eene middelmatige lengte en zijn ongeveer 35 jarenéén heeft een bol aangezicht zjpder baard of knevel en is gekleed met grijs phantasiecosUium terwijl de andere een schraal aangezicht heeft met bakkebaarden, en een grazen hoed draagt. Volgens den regenmeter der rijkslandbouwschool te Wagecingen bedraagt de gevallen regen over de maand September 46 mM., tegen 15.5 mM. in dezelfde maand van het vorige jaar. Alleen op 3 September viel er 32.5 mM. De Dinsdag door de politie als landlooper over de grenzen gebrachte kofferman Hermann Zeitung is gisteren als gewoon reiziger te Amsterdam terug gekeerd, voorzien van alles wat noodig was om eene nieuwe uitzetting te voorkomen. Te Doucaster heeft een velocipedist zich in den letterleken zin van het woord doodgereden. Hij heette Arthur Wingfield en woonde te Sheffield. Zaterdag deed hij mede in eenen wedstryd te Doucaster. De af te leggen afstand bedroeg 25 Eng. mijlen. Toen hij den eindpaal bereikte, hieldon zijne handen kramp achtig de handvatsels omklemd en rustte zijne kin op het stuurtoestel. Hij was bewusteloos, moest van het toestel afgenomen en naar binnen gedragen wor den, doch kreeg zijn besef niet terug en stierf, on danks geneeskundige hulp, in den nacht. In de vorige week is op het congres van natuur onderzoekers, te Halle gehouden, in de afdeeling voor inwendige geneeskunst, wederom het tuberculine ter sprake gekomen. Dr. Aufrecht kon bericht geven over niet minder dan 112 zieken, die nog niet door de longtering uitgeput waren en die hij met dat middel in het gasthuis te Maagdenburg had behan deld. Bij 48 trad genezing in, bij 37 werd belang rijke, bij 22 merkbare beterschap waargenomen slechts bij 5 bleef elke werking uit. De geneesheer voegde .er bij, dat de beterschap in alle gevallen slechts ftoorwaardelijk is aan te nemen, zoodat een weder optreden der ziekte niet is uitgesloten, ja soms reeds is waargenomen. Hg spoot sle:hts zeer kleine hoeveelheden in, te beginnen met Via milligram, op klimmend tot ten hoogste 5 mg., nooit meer dan om den anderen dag en steeds stakend zoodra on gunstige verschijnselen zich voordeden. Dr. A. is van oordeel dat het middel de omgeving van de aan getaste plek onvatbaar maakt voor de ontwikkeling der bactoiieën en dos uitbreiding tegenhondt. Een even gunstig oordeel werd door andere con gresleden uitgesproken. Een hunner had 33 geval len behandeld en daarvan bij 6 voorwaardelijke geneting, bij 13 belangrijke beterschap waargenomen. Hy had een onderhoud gehad met prof. Koch die hem gezegd had//Dag aan dag ontvang ik berich- I' Imém— Ik heb ze niet. Dan bezit uw handlangor ze, en gij zult mij kunnen zeggen, waar, ik dien man kan vinden. Hoe sluw! Heeft de rechter u naar mij ge zonden Men |noest mij met vrede laten ik zal mijn vriend jwei.verraden; hij zou het ook niet doen. En itcMÉIoof u, het evenmin te doen, zeide Theodoor. Ik 'zal hem en u een belooning gftron, zoodra de papieren in myn handen zijn. Wat bast mg een belooning P antwoordde Rei- mann stroef. Men beticht mij van een moord, dien ik niet begaan heb; de schijn is tegen mij; de rechters zullen me veroordeelen. Wat mijn vriend met de papieren wil doen, is mij onverschillig; iril hij ze u verkoopen, in Gods naam maar ik zeg u nogmaals, verraden zal ik hem niet Wat vreest ge dan voor hem -*- Dat is ook een vraagInbraak wordt met het tuchthuis gestraft. Kent gij het nieuwe strafwetboek nog'niet? t Ik weet er niets van. Cw mèdeplichtige kan niet gestraft worden, wanneer wij geen aanklacht tegen hem instellen. Dwaasheid Wanneer wij er van afzien, kan hij wegens die inbraak niet tor verantwoording worden geroepen, zeide Theodoor, op ieder woord nadruk joggende, en wij zijn daartoe bereid, wanneer wij de^)amereu terug ontvangen. Beimann zag don jongen man strak aanspot ten over de bevredigende uitwerking van het middel; ik heb de onwrikbare overtuiging dat ik wat goeds heb verkregen." De proefnemingen met het middel zyn dus volstrekt niet uit. Deze week is in Ket licht verschenen het rapport van klasse 20 (ceramiek) der in 1889 gebouddta Parijsche wereldtentoonstelling. Dit stuk is van de hand van den heer Loebritz, fabrikant van aarde werk, en bevat de volgende beoordeeling van de Delftsche aardewerkfabriek van de firma Joost Thooft en Labouchère, welke de eenige Nederlandscho in zender in die klasse was op het Champ de Mars. Zooals men woet ontving genoemde fabriek voor hare inzending de gouden medaille. z/Fgn aardewerk van witte grondstof, versierd met blauw. Deze fftma stelt meer belang in de artistieke waarde van haar werk dan in de ontwikkeling harer handelsoperatiën, daar haar hoofddoel is om voor Holland een middelpunt van aardewerksnijverheid te behouden ter nagedachtenis van den grooten naam van het Delftsche aardewerk. Evenwel is de heden- daagsche fabrikatie in witte grondstof geheel verschil lend van die van het oude Delftsche, dat, evenals het oude Bouaansche, versierd was met een zeer fraai tinhoudend émail. z/De artistieke leiding is toevertrouwd aan den heer A. Lecomte, leeraar der decoratieve kunsten aan de- Polytechnische school te Delft, en wij moeten zeggen dat al de stukken, door deze firma tentoongesteld, merkwaardig zijn en den heer Lecomte en zgn me dewerkers eere aandoen. «Meer bijzonder kunnen wy onder dezen den heer Senf noemen, die voornamelijk de figuren schildert. Onder de belangrijkste stukken van deze tentoonstel ling zullen wij een groot fries met kinderen noemen uitgevoerd met veel bevalligheid op een samenstel van kleine tegels, een groot tafereel (de ceramiek) van een mooi effect, fraaie koppen naar Bembrandt van een krachtig koloriet, zeegezichten, sneeuweffec- ten, enz. Alle stukken in blauw camaïeu. En als voorbeeld van polychrome-versiering twee schildergen. #Het menschelijk leven," door Lecomte, en «De Droom," door Bottelier, breed behandeld, maar een weinig onzeker van samenstelling, zoodat de gedachte van den kunstenaar niet gemakkelijk te vatten is. Het émail der polychrome stukken is gebarsten, maar dat van de blauwe camaïeu niet, en het schijnt ons van zeer goede hoedanigheid." if Om te trachten de uitgaven voor de opleiding van onderwijzers aan de Bgkskweekscholen te vermin deren, waren de regelen voor deze inrichtingen bij koninklijk besluit van 16 Sept. 1887 in dier voege gewijzigd, 4at de kweekelingen voortaan bij voorkeur zouden bestaan uit jongelingen, wonende in de plaats waar de kweekschool gevestigd is, of die, elders wonende, zelf in de kosten van huisvesting en ver pleging voorzien. Ten einde eenige vrucht van dezen maatregel te zien, werd bij hoofdstuk V der Staatsbegrooting van 1889 het getal beurzen voor den nieuwen cursus bij elke kweekschool beperkt tot tien, terwijl besloten werd eene proef te nemen met het houden van twee toelatingsexamens per jaar; het eerste examen voor de aspiranten, geneigd zonder toelage te worden op geleid, en het tweede examen, zoo noodig, indien het straalde uit de diepliggende oogen. Zeg mij slechts, waar ik uw vriend kan vinden, vervolgde Theodoor; ik zal met hem onderhandelen en hem straffeloosheid verzekeren. En denkt gij dat ik dit gelooven zal riep Beimann verachtelyk: Dat zou een bengdenswaar- dige wet zijn voor rile dieven en voor hen die het wenschen te wordenDe strik is te dom, dat ik mij daardoor kan laten vangen. Een honende lach begeleidde deze woorden. Wanneer ik u zeg, dat die wet bostaat, dan kunt ge mij gelooven, antwoordde Theodoor. Het is een nieuwe wet, waarvan ge wellicht niet wist. Dan kunt ge mg ook vrijspraak verzekeren. Wanneer het alleen den diefstal betrof, zeker maar gij hebt een moord gedaan. Dan is het een slechte wet, zeide Beimann. Wanneer het eene geoorloofd is, moet ik ook bij den diefstal mijn leven kunnen verdedigen. En zulk een wet heeft geen reden van bestaan zulk een onwaarheid laat ik mij niet op de mouw speldea. Vraag het den rechterhij zal het bevestigen. De gevangene lachtehet was ongelooflijk. Straf feloos, indien de bestolene bij het parket geen aan klacht tot vervolging indiende 1 *Dat was hem nog niet vqprgekomen. Hij had in vroegere jaren eens een halve ham gestolen, om zyn honger te stillen hij werd gevangen genomen en veroordeeld, zelfs zonder dat de bestolene als getuigbwas gedagvaard. Dwaasheidzeide hg. Dan kon men de justi- getal der bij het eerste examen geslaagde kweeke lingen niet voldoende was, voor aspiranten, die tegen het genot eener Byksbeurs plaatsing begeeren. Deze proef had echter niet het gewenschte gevolg. In 1890 werd de proef herhaald, doch het getal beurzen voor den nieuwen cursus op 15 gebracht. Deze proef voldeed evenmin aan de verwachting, zoodat in 1891 besloten werd weder 20 beurzen voor den nieuwen cursus voor elke kweekschool beschikbaar te stellen en één toelatingsexamen te houden, hetgeen geheel in overeenstemming is met de voorschriften der regelen voor de Bgkskweek scholen. Voorts was sedert 1889 als regel aangenomen, dat de kweekelingen van hpt 4de studiejaar, indien zy den vereischter. leeftijd hadden bereikt, in April aan het akte-examen moesten deelnemen en met 1 Mei daaraanvolgende de kweekschool verlaten, terwijl de cursus eerst in Juli eindigde. Daardoor werd op de toelage dier kweekelingen 100 bespaard. Nu volgens de laatstelijk bij K. B. van 21 Mei 1891 vastgestelde bepalingen het studie-jaar, in aan sluiting aan het akte-oxamen, loopt van 1 Mei30 April, kan van deze besparing op de toelage der kweekelingen geen sprake meer zgn. Derhalve is op do begrooting van binnenlandsche zaken voor 1892 de rijkstoelage voor het volle be drag, ten behoeve van 20 beurzen voor elk studie jaar uit getrokken. Het weekblad de Nederlander betoogt in eeu ar tikel over de voorbereidende opleiding van onze ge neeskundigen, de noodzakelijkheid eener wijziging van de wet van 1878. Het schrappen van enkele regelen daarin is, volgens den schr., voldoende om eene dringend noodige verbetering tot stand te brengen. Er zg'n thans vier vorschillende wegen opengesteld voor hen, die later de bevoegdheid tot uitoefening van de geneeskundige praktijk wenschen te erlangen. Het eindexamen voor de afdeeling B der gymnasia en dat der hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus vormen twoe van deze wegen. Langs den tweeden weg kan later de bevoegdheid van arts worden verworven, langs den eersten buitendien nog de 4tita#)rale titel. Behalve deze twee wegen, die zekernbehooron geopend te blijven, staan nog twee anderaT open. Ook zg, die een progymnasium tot het /eind toe met vruoht hebben afgeloopen of met goe/en uitslag het examen van do vierde tot de vijfde klasse van een gymnasium hebben afgelegd, en zij, die aan het zoogenaamde litterarisch-mathematisch examen hebben voldaan, kunnen tot de verschillende medische examens worden toegelaten en ten slotte arts worden. Het zijn dezo beide wegen, op welker sluiting herhaaldelgk van bevoegde zijde is aange drongen. Tegen de opleiding aan progymnasia en aan de eerste vier klassen der gymnasia bestaat vooraf het bezwaar, dat de wiskundige kennis der jongelieden onvoldoende is en dat zij te jong zgn tegen het litterarisch-mathematisch examendat de daarbij geëischle algemeene ontwikkeling veel te gering is, daar dat examen slechts loopt over de wiskundige vakken en Nederlandsch, Fransch en Duitsch. De wis- en natuurkundige en de geneeskundige faculteiten hebben, ook blykens het jongste verslag over het hooger onderwijs, over de hoogst onvol doende voorbereiding *an deze categoriën van stu- tie overal om den tuin leiden. Dan kon ik dag aan dag stelen en don bestolenen toeroepen wanneer gy een aanklacht indient, vermoord ik u, zoodra ik uit de gevangenis kom ;.jy zouden den moed niet heb ben, mij te vervolgen. Wilt ge mijn voorstel ook dan niet aannemen, wanneer de rechter bevestigt wat ik u gezegd heb? Gg kunt uw vriend geer. beteren dienst bewijzen wanneer hij mij de papieren goedschiks teruggeeft, dan zie ik van zijne bestraflïhg afin het tegen overgestelde geval ben ik genoodzaakt, hem door de politie te doen vervolgen. Dus de papieren hebben dan wel een aanzien lijke waarde? vroeg Beimann. Voor auderen niet, alleen voor de familie, antwoordde Theodoor; ik zou niet weten, wat een ander er mede doen moest Wat voör de familie waarde heeft, heeft ook voor anderen waarde, spotte de koddebeier; het is menigmaal winstgevend, de geheimen van een familie te leeren kennen. Het half uur is afgeloopen, zeide een stem achter Theodoor; ik moet u verzoeken Ik kom terstond. Dus ga met u-zelven te rade, Beimannwat ik beloofd heb, zal ik houden. Wordt vervolgd.) t denten geklaagd, en zoowel door haar als door de Maatschappij van Geneeskunde, zgn adressen aan de regeering gericht, om daarin verandering te bren gen. Herhaaldelijk is de zaak ook bij de Kamer ter Bprake gekomen. De reden voor de wet van 1878 was de vrees, dat er te weinig geneeskundigen zouden komenhet blykt echter, dat die vrees on gegrond was, en thans is het getal studenten in de geneeskunde steeds toenemende, zoodat het thans sedert 1878 meer dan verdubbeld is, in de volgende jaren is er eene aanzienlijke vermeerdering van ge neeskundigen te wachten, veel grooterdan de behoefto eischt. Het onder wys van zulk een groot aantal studenten is nadeelig, zoowol om de plaats, die zij innemen in de collegebankenals omdat bij de mindere ontwikkeling vnn slecht voorbereide jonge lieden het onderwijs der meer gevorderden lijdt. Daarom acht de Nederlander het in het belang der geneeskunde, dat geen toegang tot de lessen wordt verleend zoowel aan hen, die voldaan hebben aan het litterarisch-mathematisch examen als aan de jongelieden, die den cursus van het gymnasium niet ten einde hebben gebracht. Uit Londen schrijft men aan de Arnh. Ct. //Let us take a walk down Fleetstreet!" zeide mij gisteren een goed vriend, een journalist in merg en been, en een man vol geest en humor, die reeds eene heele loopbaan achter den rug heeft. Niettegenstaande het een koude, gure dag was een voorbode van den aanstaanden, of liever een nalooper van den vo- rigen winter, begaven wij ons door het drukke menschengewoel, naar een van die vele bars, waar in vroegeron tijd de beroemde mannen van Londen te zamen kwamen, om daar oen gezellig uurtje door te brengen. Thans evenwel is dit grootendeels ver anderd en vindt men d3 meeste dergelgke clubs in Pall Mall on Piccadilly, eeu gevolg van de uitbrei ding der stad en van andere meer of minder toeval lige omstandigheden. Doch wat Fleetstreet voor den journalist van den huidigen dag is, dat was zg ook voor het ontwikkelde publiek in den vroegeren tijd, in de goede dagen van den beroemden Samuel John son, n.l. het centrum van beschaving en ontwikkeling van die reuzenstad, welke haar ouden naam Lud liever in dien van Louden veranderd zag. Alhoewel in Johnson's tijd de straat nog niet was, wat zg thans is, n.l. de hoofdwgk van de groote Londensche couranten, was zij toenmaals toch de zetel van de Londensche boekhandelaars, wier koopwaren de wijze mannen van dien tijd niet weinig aantrokken en die men daarom ook dikwerf in den een of anderen boekwinkel in die buurt kon aantreffen, waar zg de pas verschenen werken ter inzage namen. In en om Fleetstreet bevonden zich daarom eepige taverns, waar men niet alleen een pittig glas porter of eon goede steak toenmaals zonder het thans onver mijdelijke randje vet kqn verkrijgen, doch waar men ook dagelijks een gezelschap mannen kon aan treffen, die daar de politieke of sociale vragen van den dag bespraken. In eene van deze taverns zetten wij ons neder daar vergaderden reeds de journalisten in Johnson's tijd, wiens vriend Samuel, wanneer hij slecht geluimd was, dat hom niet zelden overkwam, al zgne ironio naar het hoofd wierp, dikwyls gemengd met John sonian grofheid, want Samuel Johnson liet zich geen riot op den mond leggen. In diezelfde tavern bracht ook Johnson zijn tijd, vaak meer dan wenschelyk was, door. Men dispu teerde en argumenteerde daar over alles, wat maar besproken kon worden. De zaal, waar dit alles plaats vond, is nog inge richt, zooals zg er vroeger uitzag; groote stoelen met hooge lederen kussens, drie rijen tafels en houten banken maken het meubilair uitaan den muur hangen de geschilderde portretten van de meest beroemde leden van de vereeniging, waarvan er mij een aan den ex-Minister Keuchenius herinnerde. In vroegeren tijd kwamen daar slechts /prima qualiteit" journalisten, meuschen, die als vertegen woordigers van de openbare meening, hun ambt op waardige wyze wisten te vervullenin den laatsten tgd echter beginnen deze eene andere plaats op te zoeken, omdat in de traditioneele zaal wel eens jour nalisten komen' van een zeer twijfelachtig karakter. Gewoonlijk zgn deze laatsten, dames en heeren, die door gebrek aan werk of door de armoede in de armen van de journalistiek worden gedreven, en er niets inzien nieuwtjes uit te vinden, om deze aan ue oouranten van de band te doen. In dezelfde aÈraat is eene andere tavern, clie by de mannen van het vak bekend staat als eene fabriek »an krantennieuws. Deze vereeniging be-oemt er nch zelfs op, als president een ontslagen redacteur van een der grootste Londensche bladen te bezitten. De Engelsohe bladen, maar vooral de Londensche, maken het den journalistis'chen knoeiers zeer geroak- ketyk. Omdat de perswet de redacteurs slechts eene lichte verantwoordelijkheid oplegt, elke courant gaarne meer nieuwtjes 'ïvonscht te bevatten dan hare con currente, en ook al omdat Londen zoo groot is, getroosten de redacteurs zich zelden de moeite de betrouwbaarheid van een bericht te onderzoeken, dooh zij laten alles op de eerlijkheid van de repor ters aankomen en deze nemen het gewoonlijk met de eerlijkheid zoo nauw niet. Het fabriceeren en fantaseeren van nieuwsberichten is een werk, dat goed betaald wordt. Couranten zooals de Daily Telegraph, Standard, Daily News, Globe enz., betalen voor nieuwtjes l>/3 penny (0.07s) per regel, terwijl de reporter het recht heeft, deze berichten aan andere couranten, natuurlijk eenige uren later, over te doen. Heeft nu een van die journalistisohe knoeiers een bericht van 24 regels gefabriceerd en is hy gelukkig genoeg het aan 10 couranten kwijt te raken wat in eene stad met ruim 660 couranten niet moeilyk zal zijn dan brengt hem dat 30 shilling 18) op. De Times betaalt zelfs 2 d. 0.10) per regel. Hieruit ziet men, dat het samenflansen van der gelijke valsche berichten goed betaald wordt. Men behoeft er zich daarom in 't geheel niet overtever- wondere.1, dat eene courant zoovele leugens in het land brengt, zooals een oud rijmpje zegt. Over do specialiteiten in het vak hoop ik u de volgende maal te sohryven. Generaal Boulangor heeft een politiek testament nagelaten, om na zijn dood openbaar gemaakt te worden. „Ik zal», zegt hij, „my morgen van het leven be- rooven, niet omdat ik aan de tookomst wanhoop, maar omdat ik den vreeselyken slag die mij twee maanden geleden trof, niet kan verdragfu. Ik heb getracht my daarboven te verheffen, maar tevergeefs. Myne aanhangers zullen my niet veroordeelen omdat ik van het leven scheid, wegens smartelijke aandoeningen, zoo hevig dat alle arbeid mij onmogelijk is». Boulanger doet een beroep op zyne aanhangers om de worsteling voort te zetten tegen hen, die, tegen alle beginselen van wettigheid in, hem ver van ziju vaderland doen sterven. Hy verklaart, dat hij zichzelven niets te verwijteu heeft. „De geschiedenis», zegt hjj, „zal niet gestreng jegens mij zijn, maar wel jegens myne vervolgers, die getraokt hebben een eerlyk soldaat door een monsterachtig politiek vonnis te schandvlekken». Hij herinnert, dat hy zioh herhaaldelijk gevaugon heeft willen geven, indien men hem wilde oordeelon naar het gemeene recht, wat hem echter steeds go- weigerd is. Hij betuigt zgn leedwezen, niet op het veld van eer te mogen sneuvelen en zegt tenslotte: "Op het oogen blik dat ik tot het niet terugkeer, zal myu vaderland mg wel veroorloven de kreten Leve Frankrijk leve de Bepubliek aan te heffen." Het Journal des Delatesprekende van den zelfmoord vau Boulanger, zegt dat zgn dood geen staatkundige beteekenis meer heeft. Verbannen uit zijn land, ver laten door hen, die met zooveel rumoer zich in zijn gevolg -geplaatst en getracht hadden zich zyue popu lariteit ten nutte te makon, had de oud-minister van oorlog opgehouden eene bedreiging voor de republiek te zijn. Het schijnt niet twee jaren, maar het vierde eener eeuw geledep, dat zijn naam, hetzij voor, hetzij tegen, gebruikt werd by een der hevigste veldslagen aan de stembus, die ooit in Frankrijk plaats hadden, een strijd welks uitslag de geduchtste gevaren over het land kon brengen. De mannen, op wie de zwaarste verantwoordelijkheid dier crisis rust, zgn, natuurlijk, dezulken, die hem het spoedigst vergeten hebbeu. De tyding van des generaals dood zal die herinneringen, die reeds begonnen te verflauwen, in het geheugen terugroepen. Welke hartstochten- de ondernemingen van dien man opgewekt, hoe recht,- matigen toorn zij gaande gemaakt hebben, welke ver nedering men gevoelt als men zich herinnert, door welke omstandigheden, do«fc welke middelen, door welke medewerkiug hg bijna de meester van Frank rijk geworden was, toch kan men niet nalaten, een gevoel van medelijden te hebben mot dien man, wiens schitterond begonnen militaire loopbaan zoo tragisch eindigt, en die ten einde toe een trouw dionaar van zgn land zou gebleven zijn, indien hij karakter had gehad, standvastig genoeg om weerstand te bieden aan slechte raadgevingen, aan de verlokkin geen en, intriges van een haudval politiekers, straf waardig^ dan hg voor hetgeen hij misdaan heeft. Ie XIX Siècle wydt onder meer deze woorden aan Boulanger. De man, die op het punt stond meester te worden van Frankrijk, eindigt zyn leven in eene affaire galante. Zooals reeds werd medegedeeld hebben de beide Berlqnscho bankiershuizen, die eerst hunne mede werking tot uitgifte der Bussische leening hadden toegezegd, zich teruggetrokken. Door de Duitsche bladen wordt deze handelwijze over het algemeen toegejuicht; men was trouwens overtuigd, dat geen Duitscher in de tegenwoordige omstandigheden aan Rusland geld zou leenen. Enkele bladen vreezen, dat het eene verkoeling tusscheo de beide landen ten gevolge zal hebben. In Busland baart evenwel het terugtreden van Mendelssohn en Warschauer groot opzien en men doet het daar nu voorkomen, alsof het aanbod van den Bussischen minister van financiën om ook te Berlijn de inschrijving open te stellen een daad van vriendschap was en ten doel had blijk te geven van de welwillende stemming van Busland voor Duitsch- land. Nu echter de beide bankiers meldden, dat zij het door hen ter plaatsing aangenomen deel wel zelfs wilden houden, doch niet de inschrijving voor het publiek openstellen, verviel de reden en heeft men hun te Keunen gegeven, dat men hunne verdere mede werking niet verlangde. Er is echter oji deze wgze voor de leening, men zou kunnen zeggen, eene reclame gemaakt, die haar uitwerking op het Fransche publiek niet zal missen. Onder het zingen van het Bussische volkslied zullen de Franschen wellicht do kantoren der Parysche ban kiers, die inschrijvingeu aannemen, bestormen Het zal dan tevens blijken, dat de woorden „er komt geen oorlog, want mijn man wil geen geld geven", (de anecdote welke van mevrouw Bothschild verhaald wordt) niet lauger waarheid bevatten. De Fransche bladen hebben na de opheffing van don pasdwang in Elzas-Lotharingen correspondenten gezonden om te zien, hoe Franschgorind men daar nog is. Natuurlyk is het onderzoek afgeloopen zooals men verwachtte, want de mensch ziet met den bril, dien hij zich opzetde Elzas-Lotharingers branden nog van verlangen naar de hereeniging met het //vaderland." Alleen de correspondent van de Figaro komt tot een ander resultaathy erkent dat de germaniseering is toegenomen //toen ik Lotharingen bij Novéant verliet," zegt hij, „kreeg ik den indruk, dat ik Duit8chland en wel het werkelijke Duitsch- land verliet.» De Paus heeft heden op het hem aangeboden adres een antwoord doen voorlezen, waarin tiij zijne voor liefde te kennen geeft voor de jongelingschap, welke het hem genoegen doet zoo talryk rondom zioh ver- eonigd te zien. Hij wenschte der jongelingschap geluk, omdat zij niet vervalt in de dwalingen en zich niet afscheidt van de kerk, om noodlottige begin selen, zoogenaamde leeken-leerstellingen, te verkon digen, want deze zijn onmachtig om hot welzijn der huisgezinnen te verzekeren. Zy die verklaren dat de Paus vrij is, hebben een verkeerd denkbeeld van de vrijheid. Het antwoord besluit aldus: Neemt als vrucht van uwen pelgrimtoeht het denkbeeld mede van eene inniger verbinding met den Pans, en het besluit om zijne zaak met alle wettige middelen te van de Makelaars De markt was heden vast. Loco Tankfust 7.35, Geïmporteerd fust/7.45. Januari-, Februari- Maart-levering 7.35. Octobpr- levering 7.30. November en Deoember-levering 7.35. 6e Klasse. Trekking van Vrydag 2 October. No. 1938 1000. No. 9309, 99S1, 15902, 16778, 19767, 20829 400. No. 6090, 6558, 10636, 12803 200. No. 2515, 8518, 10815, 15048, 15418, 16965 17266, 17927, 19361, 19660 100. Pryzen van 70. 151 2703 5341 7899 11537 14673 16759 18984 222 2778 5343 7922 11649 14714 16788 18990 340 2787 •6347 8087 11557 14731 16835 18999 345 3064 5456 8256 11837 14773 16896 19086 356 3158 6563 8364 11908 14775 16929 19104 467 3196 6592 8541 11920 14817 16947 19173 884 3239 5654 8553 12028 14873 16959 19343 913 3275 6831 86'6 12061 14884 16963 19428 947 3314 5836 8694 12214 14982 16966 19430 1036 3336 5895 8789 12231 15128 17017 19501 1064 3450 6079 8798 12441 15188 17020 19611 1118 3451 6139 9073 12558 15242 17171 19622 1119 3504 6181 9169 12686 15286 17297 19625 1402 3560 6279 9204 12746 15314 17533 19872 1(467 3683 6338 9362 12962 15360 17535 20057 1625 8950 6373 9388 13026 15492 17584 20163 1632 4031 6488 9416 13165 15627 17667 20180 1643 4088 6667 9619 13388 15698 17681 20184 1765 4143 7026 9873 13497 15699 17778 20196 1882 4174 7147 9892 13844 15824 17803 20264 1924 4243 7156 9936 13859 15920 UM7 15965WTO6 20273' 2162 4266 7,188 '9958 18868 20536 2254 4426 7219 10038 13880 15996 18087 20560

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2