Bultenlamlscli Overzicht. Een reporter van de Polkszeitung te Berlijn ver haalt eeno bijzonderheid, die weer doet zien, hoe vele steden een minder goed georganiseerd tram personeel hebben dan hier te lande. Vaak kwam het den reporter voor, eene samenspraak te hooren als de volgende«Laat me er maar opik kom van de reis, ik heb geen geld meer, maar wel postzegels en sigaren «Styg maar op, mijnheer 1" De conducteur ontvangt dan een sigaar of een postzegel extra en schijnt de rest bij zyn kantoor te kunnen verantwoorden. De reporter deelt mede, dat men ook wel zakdoeken, kousen, etc. kan geven en dan geld terugkrijgt Bij den fruitteler komt het er dikwijls op aan, zoo groot mogelijke vruchten te verkrijgen, die er tevens zeer mooi uitzien. De hoofdvoorwaarde daartoe isrationeele vruchtboomcultuur. Doch bovendien bestaan er nog eenige kunstgrepen, die de moeite van den tuinman bijzonder loonen. Wil men den wasdom der vrucht bevorderen, dan wordt deze ondersteund en in de houding gelaten, die zij had, toen haar omvang nauwelijks grooter was dan twee centimeter in middellijn. Het best zijn daarvoor geschikt zwevende dragers, die uit een vierhoekig plaukje bestaan, aan de vier hoeken voor zien met touwtjes van de vereischte lengte. Deze touwtjes worden boven de vrucht aan den naastl^j- zijnden tak of twijg vastgemaakt op eene wijze, (Se een gemakkelijke ligging der vrucht op het plankje mogelijk maakt. N. Gaucher spreekt in zijn werk«Praktischer Obstbau" (dat ook voor liefhebbers eene voortreffe lijke handleiding is voor doeltreffende behandeling van boomen en vruchten) nog over een ander middel om hetzelfde doel te bereiken. Dit bestaat in was- schingen met eene waterige oplossing van zwavel zuur-ijzer (ijzervitriool.) Dit ijzerzout werkt buiten gewoon gunstig op de stofwisseling der planten. Men kan zwakke gedeelten van oen boom versterken, als men de bladeren met zulk eene oplossing (1 a 2 gram ijzervitriool op 1 liter water) besprenkelt. Men zorge echter dit te doen bij betrokken weer of, nog beter, als de zon is ondergegaan, daar anders het vocht verdampt, alvorens de bladeren het hebben kunnen opzuigen. Met dergelijke oplossing moeten ook de vruchten gewasschen worden. De sapvaten in de schil worden door deze behandeling aanmer kelijk verwijd en hunne veerkracht en hun opslor pingsvermogen zeer vergroot. Door de aldus gemakkelijk gemaakte uitzetting der vruchten vermeerdert zich dezer vatbaarheid tot aantrekking der planteusappenwaarvan nu eene grootere hoeveelheid aan de takken, loten en blade ren wordt onttrokken, en onder die guustige in werking bereiken de vruchten eone aanzienlijke grootte. Het wasschen der vruchten, bij bewolkte lucht of anders na zonsoudergang, moet driemaal geschie den de eerste maal als de vruchten ongeveer het vierde, de tweede maal als zij de helft en de derde maal als zij het drievierde van haar gewonen om vang hebben bereikt. {Zondagsblad.) Daar zoovele modes tot ons van uit Parijs komen, is het goed op te letten, zegt het Ned. Tuinbouwblad wat daar op het gebied van bloemwerk voorvalt. Zoo wordt thans bericht, dat de tegenwoordige onna tuurlijke bouquetteninode ten einde loopt, De bloe men, op stokjes of ijzerdraad gebonden, en die-slechts voor een dag of een halven dag goed blyven, behagen niet meer men kan zulke bouqetten bijna in 't ge heel niet moer verkoopen. Evenmin bevallen de pa pieren manchetten nog, Natuurlijke bouquetten is thans de leus, elke bloem moet op haar eigen steel of stengel gezeten zyn. De keuzo der bloemen wordt hierdoor wel kleiuer, maar de bouquetten worden losser en sierlijker, en duren langer. Boulanger bezat gelijk bekend is, geen vermogen en miste ook sedert 1889 zijn jaarlijksch pensioen van 13000 frcs. Wat hy als minister van oorlog van zijn tractement kon besparen werd gebruikt tot aflossing der schulden door zijnen vader nagela ten. Toen generaal Boulauger schrijft men aan de Allg. Zeitung iu 1888 kennis maakte met de van haar man gescheiden mevrouw de Bonnemain, werd haar vermogen op ongeveer twee raillioen francs ge schat, waarvan de helft nog voor de vlucht van den generaal naar Brussel voor verkiezingsoukosten is gebruikt. Te Brussel, London en op Jorsey leefde Boulanger op een waarlijk vorstelijken voet. Zoo bedroeg de rekening in het hotel «Mengolle" te Brussel van den len tot den 15en April 1889 de som van 22,000 frs. In Londen had Boulanger maandelijks 10,000 frs. noo- dig en het dure leven op het eiland Jersey verslond het vermogen van mevrouw Bonnemain voor het grootste deel. Toen zij den 15en Juli 1891 stierf, liet zij nau welijks 200,000 frcs. na, waarvan zij 100,000 francs aan generaal Boulanger vermaakte. De familie van mevrouw de Bonnemain betwistte echter de geldig heid van het testament, het kwain tot een proces en de som, waarop Boulanger rokende, werd hem niet uitbetaald. Daar de huur van zyn hotel in de Rue Montoyen jaarlijks 10.000 frcs bedroog, en de gene raal twee equipages, vier rijpaarden en tien bedienden hield etot bovendien twee secretarissen moest bezol digen, is het duidelijk, dat er een eindo was gekomen aan zijne hulpmiddelen. Zijn vrienden hadden hem daarenboven in den stoek gelaten, met uitzondering van Rochefort die hem tot het laatste oogenblik ge trouw bleef. Onder zulke omstandigheden schoot er Boulanger niets anders over, dan afstand te doen van zijn tot dusver gevolgde levenswijze en zijne eigen vrouw om ondersteuning te vorzoeken. Hij gaf er de voorkeur aan een einde aan zijn leven te maken. De bekende kenner van het oude Egypte, de hoogleeraar Brugsch, heeft in de Voss Zeitung be langwekkende mededeelingen gedaan over de wijze waarop de Egyptcoaron rekenden. Hy begint met er op te wijzen, dat de beginselen der rekenkunde niet altijd zoo eenvoudig zijn te leeren geweest als thans het goval is. Voordat met de zoogenaamde Arabische cijfers het tiontallige stel sel is ingevoerd, ging het rekenen heel wat moeilyker. In de oudste tijden gebruikte men de vingers voor het verrichten van kleine optellingen. Later bezigde men steentjes (calculi in het Latijn genoemd, van waar het woord calculatie voor berekening.) Daarna kwam het rekenbqrd (abacus) in gebruik, en dat wordt nog in onze dagen in Rusland en het Oosten gebezigd. Vóór het invoeren der Arabische cijfers bediende men zich veelal van de letters van het alphabet, om getallen aan te duiden. Zoo deden de Grieken, de Romeinen en ook de Hebreërs. De Egyptenaren volgden een andere schrijfwijze Zij gebruikten voor de getallen 1 tot 9 naast elkan der geplaatste opstaande streepjes. Voor 10 hadden zij een teeken in den vorm van een hoefijzer, dal zooveel raaien herhaald werd als er tientallen waren' evenzoo voor 100, 1000 enz. Later schreven zij voor 4 in plaats van 1111 oen liggond elroepje —,en voor 8 dus es. Breuken werden niet door bijzon dere teekons voorgesteld, maar zy plaatsten het woord ro vóór het cijfer, dat aqnduidde in hoovele deelen het geheel was als 1/i. Alle breuken hadden 1 tót noemer, en als een grooter tollor noodig was, druk ten zij dat uit door een verbinding van breuken bijv. 8/4 word voorgesteld door de teekens van tyjen ty4. Aldus werden by benadering de verschillende breuken uitgedruktde rest werd dan verwaarloosd. Dergelijke ingewikkelde voorstellingen van getallen vindt meu bij menigte op de oude Egyptisohe ge- denkteekenen. Merkwaardig is het daarbij, dat dit oude volk op die omslachtige wijze zeer moeilijke berekoningeu wist uit te voeren, waarvan tal van bewijzen in oude handschriften zyn gevonden. De Egyptenaren gaan dan ook door voorde uit vinders dor landmeetkunde, ou de Grieken vorklaren die van heu geleerd te hebbon. De jaarlyksche over stroomingen van den Nijl brachten telkens verande ring in de grenzen der landerijen, en daar de be lasting naar de grootte werd geheven, moosten tel kens nieuwe opmetingen plaats hebben. De bozetting van Egypte door de Engelschen, vooral om in de financiën meer orde te brengen, heeft het verrassend feit aan het licht gebracht, dat de tegen woordige Egyptische landmeters nog hetzelfde stelsel volgen, dat eenige duizend jaren geleden jjun voor vaders toepasten. Zij gebruiken daartoe een maat stok van een kassabeth lengte (ruim 3'/i en berekenen de oppervlakte aldus. Bij vierhoekige lan derijen tellen zy de lengten der tegenover elkander gelegen zijden by een, deelen de som door 2 en ver menigvuldigen de quotiënten met elkander. Dit geeft alleen bij rechthoekige stukken een juiste uitkomst- maar daarop letten de landmeters niet, noch bij ruiten, noch MJ trapezia of andore vierhoeken, wat natuurlijk groote ongelijkmatigheid in do belasting heffing veroorzaakte. Bij driehoekige grondstukken vermenigvuldigen zij de helft der kortste zijde met de helft van de som der beide langste, wat even eens gewoonlijk tot onjuiste uitkomsten leidt. De Engelschen hebben nu een betere methode ingevóerd. Uit de opschriften der oude godeukteekenen ziet men, dat de Egyptenaren 2000 en 3000 jaren gele den reeds evenzoo te werk gingen als thans de in- landsche» landmeters nog doen. Een der merkwaardigste overblijfselen vau de rekear kunde der oude Egyptenaren is te vinden in een papyrusrol, die ongeveer 4000 jaar oud is en in het Britsche museum bewaard wordt. Daarin worden voornamelijk becijferingen aangetroffen om de op pervlakte van landorijen en den inhoud vau koren maten te berekenen. Hoe men daarbij zich toen reeds door verrassende benaderingerf wist te helpen, bewijst de formule die tot berekening van de op pervlakte van een cirkelvormig stuk land wordt aan de hand gedaan. Zij luidt aldus letterlyk «Berekening van een cirkelvormig veld van 9 roe den (in middellijn). Men vraagt naar de oppervlakte. Trek er het negende deel af, dus 1, Als rest blijft 8. Vermenigvuldig 8 maal 8. De uitkomst is 64 vierkante roeden. Dat is de oppervlakte. dekking, die gij gedaan hebt, volstrekt geen waarde hechten; bij zal in het gunstigste geval den graaf vragen, of hij den knop kent en bij welke gelegen heid hij hem verloren had. Het antwoord op die vraag kunt ge zelf gissen, en de verdere gevolgen zullen zich niet laten wachten. Hohenhausen zal zeer spoedig weten, wie hem verdacht beeft willen maken, en baron Von Buchenau zal je wegjagen. Hackert zweeg; hij beet op de onderlip, en uit zijn oogen straalden haat en woede. Verondersteld nu, dat je argwaan werkelijk gegrond was, vervolgde Gronau, wiens eigen woede hem meer en meer geneigd maakte, aan dien arg waan geloof te hechten, zou het in dit geval niet onverstandig zijn, door overhaast handelen je de handen te binden? Kunt gij nog iets doen, wanneer ge ontslagen zijt Wat raadt u mij vroeg de jager. Te zwijgen en te wachten. Daardoor wordt in het geheel niets bereikt Men kan ook in het geheim werken. Intus8chen wordt Reimann veroordeeld Dat kunt ge niet beletten. Reimann is be schuldigd van inbraak, onder verzwarende omstandig heden, en van poging tot moordmen heeft hem op heeterdaad betrapteen vonnis kan hij niet ontgaan. Maar wegens den diefstal met moord wordt hij ter dood veroordeeld In onzen tijd heeft dat niets meer te beteeke- nen. Sedert jaren is geen doodvonnis meer ten uit voer gebrachtge kunt dus de zaak rustig haar beloop laten. Zeg aan niemand iets van de vondst en zoek verder, natuurlijk in het geheim ik zal je helpen. Die raad bevalt toe niet geheel en al, zeide de jager mijns inziens moest men aan de zaak rucht baarheid geven. Laat dit aan mij over. En wat wilt u doen, kaptein Ik weet het nog nietlaat mij tijd, om rijpe lijk te overleggen. Maar er zal iets geschieden, daarop kunt ge rekenen. Wilt ge mij den knop toevertrouwen Zeer gaarne. Op welken voet staat gij met den kamer dienaar van den graaf vroeg Gronau na een oogenblik. Met den ouden Daniël Hm goede vrienden zijn we nooit geweest. Ik heb hem steeds voor een huichelaar gehouden. Kunt ge niet met hem in nadere aanraking komen Waarvoor? Om te beproeven van den wandelstok een tweeden knop te krijgen. En hem met den anderen te vergelijken Ik zal de poging doen. Maar Daniël mag niets vermoeden. Het zal moeilijk vallen, hem geen argwaan te doen koesteren maar ik zal myn best doen. I Goed, ik verlaat mij op je vernuft, zeide de kaptein. Zoodra ge een verdere ontdekking doet, komt ge by my thuisontmoeten wij elkaar in tegenwoordigheid van den graaf, dan kennen wij elkander niet, begrepen Zeer goed. De kaptein bleef staan zij waren bij de eerste huizen der stad aangekomen. Gaat ge ook naar de stad vroeg hij. In dit geval acht ik het raadzaam, dat wij scheideneen bekende kon ons ontmoeten en den baron of den graaf verraden, dat hij ons samen gezien had. De graaf weet, dat ge hem haat, en ook den baron is dit niet onbekend, dus.... Ik begrijp u, kaptein Tot weerziens. Gronau knikte, en de jager sloeg terstond een anderen weg in. XV. Hoe zwak en gewaagd ook de vermoedens van Hackert waren, de gedachten van Gronau moesten zich niettemin er medo onledig houden. Het behoorde niet tot de onmogelijkheden, dat ze op waarheid waren gegrond. Hohonhauson had im mers volgens zijn eigen bekentenis het leven van een avonturier geleid, en hoe vaak komen de paden via een avonturier met den weg der misdaad in aanraking. {Wordt vervolgd Het is zeker merkwaardig, dat die uitkomst zoo weinig van do werkelijke grootte afwijkt. De bere kening komt daarop neder, dat men het kwadraat van 8/9 der middellijn nam, of 4 maal 6VM ss 3.16 maal het vierkant op den straal, welke factor van het getal (3.1415926 enz.) nog geen 0.02 ver schilt. Een andere be|angrijko vondst levert die oude papyrus by de breuken. Niet alleen worden deze uitgedrukt, zooals reeds is gezegd, door een ver binding van breuken, die 1 tot teller hebben, maar mon vindt tusschen de noemers veelal een bepaaide ver houding. Zoo wordt Vg aldus uitgedruktl/s» Vic en vier keeren |/890, welke breuken te zomen V5 waard zyn. Die berekening steunt daarop, dat men alle maten voor vloeistoffen, koren enz., in 320 deelen splitste, en dan gebruikte men de getallen 160, 80, 40, 20, 10, 5, 4, 3, 2, 1 om de onderdooien aan te duiden. Andere breuken werden dan uitgedrukt door een verbinding dier onderdeelen. Zoo betee- kenen de zoo even opgegeven breuken, die */s voor stellen, niet anders dan dat men 40 plus 20 plus 4 es 64 stukjes der in 320 deelen gesplitste eenheid heeft bijeen te voegen, om een vijfde deel van die eenheid te erlangen. Op gelijksoortige wijze rekenen do hodendaagsche Egyptenaars, evenals de oude, nog bij de lengtema ten. De el is er in 24 «vingers'' verdeeld; de on derdeelen worden door 12, 6, 4, 3, euz. aangeduid en deze rekenwijze wordt ook op andere eenheden toegepast. «De Konijnenplaag in Australië." Volgens het «Victoria Yearbook" schat men de door konijnen in meer of mindere mate bezochte landerijen in Victoria op 7 pCt. van de goheele oppervlakte der kolonie. Voor de uitroeiing werd van 1879 tot 1888 de som van 143,300 pond s'erling uitgegevon. Het gelde lijke verlies, dat de kolonie door de invoering van konijnen aau gras- en bouwlanden in de laatste elf jaren geleden heeft, wordt op omstreeks 3 millioen geschat. Ieder grondeigenaar is tot het verdelgen der konijnen op zijne landerijen wettelijk verplicht op eene boete, die tot 100 pond stijgen kan. Men heeft fretten, wezels en ichneümons ingevoerd, maar deze bleken even groote vijanden van het pluimge dierte der kolonisten te zijn, als van de konijnen. De voorslag van Pastour om door het inenten van hoendercholera de konijnen te verdelgen, heeft in de practijk; geen resultaten gehad. Het ingeënte dier sterft wel, doch besmet de andere konijnen niet. Het werkzaamste middel bleek vergiftiging te zyn. Men bezigt daarvoor met phosphorus bedeelde tarwe of haver met arsenicum gomeqgde zemelen of stroo, strychniue- water, gele rapen met arsenicum, of,wanneer alle uitgan gen der holen verstopt kunnen worden, doodt men de konijnen door berookingmet zwavelkoolstof. Sedert drie jaren is do plaag zeer veel verminderd en op het oogenblik niet meer van boteekenis. Maar het na laten van de krachtige vervolging zou spoedig den vroegeren j/eurigcn toestand doen herleven. De heer B. Brook, die met hel oppertoezicht over deze zaak belast is, rekent uit, dat twee paren ouder gunsti ge omstandigheden binnen drie jaren tot het euorme cijver van 5.000.000 kunnen aangroeien. {Alb. der Natuur Dat er dringende behoefte bestaat aan een nieuwe regeling van het faillietrecht, bewijzen ook weer de volgende cyfers, die wij ontleenen aan de Gerechte lijke Statistiek. In 1890 zijn door de rechtbanken hier te lande in het geheel 902 personen in staat van faillissement of kennelijk onvermogen verklaard, of 19 meer dan in 1889. Van de failliet-verklaarden waren 846 bij zondere personen, 34 vennootschappen onder een firma en 1 naamlooze vennootschap. Onder de ge- failleerden komen voor: kruideniers en winkeliers voor 13 pCt.kooplieden en fabrikanten in manu facturen 13 pCt.koffiehuishouders enz. voor 9 pCt.; timmerlieden enz. voor 5 pCt.broodbakkers enz. voor 7 pCt.schoen- en laarzenmakers en grofsmeden enz. elk voor 3 pCt.galanteriehandelaren, kleer makers, huis- en rijtuigschilders, makelaars, metse laars en loodgieters, sigaren- en tabakshandelaren, s slagers en veeverkoopers, aannemers enz.elk voor 2 pCt.behangers, boter- en kaasfabrikanten, glas- en aardowerkverkoopers, graan- en meelhandelaren, kooplieden in turf, hout enz., meubelmakers, petten en hoodenfabrikanten, elk voor 1 pCt. Ter zake van bankbreuk werden 23 gefailleerden vervolgd. Van de faillissementen, in 1890 geopend, werden 568 uitgesproken op eigen aangifte, 330 op aangifte van schuldeischers en 4 op vordering van het O. M. Op 1 Januari 1890 waren 1832 faillissementen en 52 insolventverklaringen, en in het geheolo jaar 2714 faillissementen en 72 insolventverklaringen aan hangig, waarvan werden afgedaan 919, en wel 333 door accoord, 547 door vereffening der betrekkelijke boedels en 29 op andere wijze. Onafgedaan bleven 1867 fallissementen en insol- ventverklaringen. Het 2e internationaal congres voor «Folklore" is te Londen geopend. Wat dit woord beteekent, is moeilijk kort te zeggen, schrijft de Londeusche correspondent van het «Hbl." Het omvat de studie van oude gebruiken, van den oorsprong van bijgeloovige verhalen en legenden. Wie aau° tafel zout over den schouder werpt, om de gevolgen van het omvallen van een zoutvat te voorkomen, is een sujet voor den Folklore-student. Wie «uit principe" eierschalen zorgvuldig fijn stoot of een boek, dat open op tafel ligt, sluit, geeft den Folklorist aan leiding om te onderstellen, dat hij bang is voor heksen of vreest dat de duivel in het boekzal lezen. In Engeland is het gewoonte, een bruidspaar bij het verlaten van het huis en het binnentreden van de kerk met ryst te bestrooien, oorspronkelijk met het doel om de booze geesten te verdrijven. Bij de be grafenis van een officier wordt zijn paard achter den stoet medegevoerd: een overblijfsel van het gebruik om hel dier met zijn eigenaar te begraven. Over den zadel hangen de beide rijlaarzen van don offi cier met de zolen naar boven en grafwaarts speelt de muziek een treurmarschdoch bij het terugkomen van het kerkhof hangen de laarzen alsof de°boenen van den officier er in staken en wordt opwekkende krijgsmuziek gespeeld. Het congres, waarbij Nederland door don Leid- schen hoogleeraar Tiele vertegenwoordigd is, werd geopend door den heer Andrew Lang, die een ver makelijk verhaal gaf van een wandeling met eeno jonge dame, welke by eiken stap dien zij deed oen bijgeloovige gedachte verried, stukjes ijzer over den schouder wierp, kushanden gaf aan de maan, enz. Hij geloofde dat de mensch, voor zooveel men zijn ver verwijderd verleden kent, steeds dezelfde is ge weest, d. w. z. steods denkend en uitvorschend, steeds zoekend naar de rede in het heelal, maar tegelijker tijd even goedgeloovig als weetgierig en steeds bereid om alles uit valscho persoonlijke ervaring te willen verklaren. De wereld bevolkte zijne phantasie met geesten, nimfen en bijzondere goden, in lucht, zon, aarde en windhet geloof berustte op valsche over eenkomsten, op feiten die onbetwistbaar schonen, maar in verkeerd verband werden gebracht. Heden is dit nog juist hetzelfde. «Gij zult het menschdom nooit wetenschappelijk maken", zeide de hoer Lang «zelfs geleorden hebben schaduwen omhelsd en me diums ontlichaamd." Ook dit was opmerkelijkde heer Lang gelooft niet, dat een centrum van denkbeelden en overleve ringen ergens in Indië of Midden-Azië kan worden aangewezen en dat de zaden van alle kennis en van alle instellingen en zelfs de intrige van alle verhalen door enkele begaafde menschen verspreid werden. Hij is van meening, dat de kiomen overal aanwezig zijn ge weest, doch dat de eind vorm, waarin de legenden ver breid werden, er door het bijzonder karakter van een of ander volk aan gegeven werd. Alle volken byv. hebben een legende of overlevering van den zondvloed, maar het, Joodsche ras gaf er den mono- theistischen vorm aan, waarin wij het verhaal het best kennen. Vele volken, 0. a. de Chineezen, ken nen het verhaal van den teruggekeerden echtgenoot en de trouwe vrouw; maar de Grieken hebben het in de Odyssee vereeuwigd. Vele rassen hebben beelden gesneden, doch de Grieken hebben daar oen kunst van gemaakt. In de Fransche binnenlandsche staatkunde is het tegenwoordig niterst kalm, kalmer dan bij mensche- lijke heugenis geweest is. Het ministerie is reeds twee en eeuhalf jaar aan het het bestuur, en de aan staande zitting der Kamer ziet er niet naar uit, dat eene ministerioele crisis naderende is. Integendeel, de politieke waarzeggers zien niet anders dan goede voorteekenen aan den gezichtseinder voor den levens duur van het Kabinet. Terwijl er stemmen opgaan, die met bezorgdheid het verval aanduiden van den Franschen buiten- landschen handel, klinkt er een vroolijke toon uit den mond van hen, die FrAnkrijks financieelen toe stand over de negen afgeloopen raaauden nagaan. «Geef mij goede politiek en ik zal u goede finan ciën geven", zeide een minister in het begin dezor eeuw. De staatkunde, door Frankrijk sedert de laatste drie jaren gevolgd on die ontegenzeglijk bezadigder is, dan onder het bestuur der radicalen, die staatkunde schijnt goed te werken op de geldo- lijke krachten der republiek Gedurende de maanden Januari tot en met Sep tember werd de raming der indirecte belastingen met ruim 72 millioen francs 'overtroffen en toch was I het budget op bijzonder optimistische wijze opge- maakt. Immers had mea, om nieuwe belastingen te vermyden, maar aangenomen dat de verschillende inkomsten het cijfer zouden bereiken, waartoe men in 89 en '90 gekomen was, dank zij den grooten en gunsligen invloed der tentoonstelling. Zoo ge durende de laatste drie maanden van het jaar de indirecte belastingen op dezelfde wijze voortgaan de budgetsraming te overtreffen, zal er over 1891, in ronde som, een bedrag van negentig millioen francs in de schatkist glijden, waarop men zelfs in de vorste verte niet had durven rekenen. Volgens de Standard zal als leader in het En»elsche Lagerhuis sir Michel Hicks-Beach gekozen worden in plaats van den overleden heer Smith. Hicks- Beach nam reeds voor eenigen tijd dit atabt waar totdat zijne zwakke gezondheid hem noodzaakte het neer te leggen. De Engelsche bladen zijn 'i nog altijd niet eens over de vtaag, of de eenheid in de Iersche partij hersteld zal worden, nu Parnell dood is Het beste zal zijn nog eenigen tijd te wachten voor men daar over oordeelt, want de Ieren zullen 't zelf nog niet weten. De Globe meent, en dat blad kan wel gelijk hebben, dat voorloopig de vrede wel kan worden her steld, maar op den duur de strijd tusschen het revo- lutionnaire én het meer gematigde deel der partij weder zal moeten uitbreken. De vraag is maar, hoe lang de eische'n der parlementaire tactiek en der samenwerking met de Gladstonianen zich krachti» genoeg zullen doen gelden om die twee elementen voorshands samen te doen gaan. Gansch Ierland wil een plechtige openbare uitvaart ter eere van Parnell houden, waartoe de lord-mayor van Dublin en de nationalistische Parlementsleden maatregelen namen De Gemeenteraad van Dublin heeft in een motie zijn diep leedwezen over het verscheiden van den staats man uilgesproken. De Wurtembergsche bladen van alle richtingen huldigen den gestorven Koning als een goed, trouw rechtvaardig en milddadig Vorst. Het Katholieke Deutsche Volksblatt zegt o. a. «Een goed, recht- vaardig en wijs Vorst was hy, aan wien de dood de teugels der Regeering uit handen nameen mild Re- geut, die voor het stoffelijk en geestelijk welzijn van zyn onderdanen een open hart en een open hand had en die in vereeniging met zijn gemalin zijn geluk zocht door zijn onderdanen gelukkig te maken. Een reohtvaardig heerscher heeft ons volk verloren, die al zijn onderdanen zonder verschil van geloof of stand lief had, een wijs Koning die 't zijn eerste plicht achtte met ouderlijke zorg de welvaart van zijn volk te bevorderen." De Beobachter, het orgaan der democraten, zegt dat aan s Koning's graf kan worden getuigd, dat hij geen vijanden had. Voor Koning Karei gold wat de Wurtembergsche dichter van deu „rijksten Konino» verklaardenl. dat hij zijn hoofd rustig kon neder- leggeu in den schoot van elk zijner onderdanen. „Nu Koning Karei zijn moede hoofd voor eeuwio. ter ruste heelt gelegd, scheidt het Wurtembergsche volk van zijn graf met de herinnering aan zijn Goed hartigheid.» Behalve Keizer Wilhelm en Prins Heinrich van Pruisen kwamen Grootvorst Michael van Rusland Aartshertog Frederik van Oostenrijk, de Groothertog van Baden en Prins Ludwig van Beieren de begrafe nis vau Koning Karei bijwonen. De Duitsche Keizer is van de begrafenis te Slutt- gart naar Berlyn teruggekeerd. De Keizer reed na de begrafenis met een adjudant door de stad in een open tweespanner. Z. M. werd echter niet herkend, daar hij zijn baard heeft laten groeien. Men ver wacht spoedig nieuwe portretten. Uit Kopenhagen wordt gemeld, dat de Czaar en zijn familie 17 Oct. Denemarken zullen verlaten. De reis zou dan nog over zee kunnen geschieden. Ook is er sprake van dat de Koninklijke Deensche familie zal meegaan naar Petersburg om de zilveren bruiloft te vieren. De tijdingen uit Centraal-Rusland zijn hartbre- kecd. Men kan zich eenigszins een denkbeeld van den nood vormen, wanneer men acht slaat op de maat regelen, die ter bestrijding genomen worden. Uit elk district komen tijdingen van buitengewone bij eenkomsten, die gehouden worden om maatregelen te beramen ten nutte der vertolking, opgaven van gevraagde en ingekomen gelden en plannen om verder te kunnen handelen. Een der eigenaardigste van deze plannen is, eene oproeping gericht tot schrijvers en dichters, om de opbrengst van eene geheele uitgave hunner werken te besteden aan do leniging van den nood. Ondertusschen wórdt het land natuurlijk afgeloopen door bedelaars en be- hooftigen, vooral is dit het geval in den Kaukasus. Do prijzen der levensmiddelen beginnen overal te stijgen to Warschau zijn zij zelfs het dubbele van het oorspronkelijke geworden, voornamelijk ten Ge volge van den verbazenden uitvoer van aardap- pelen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2