Bultenlamlscli Overzicht.
Een reporter van de Polkszeitung te Berlijn ver
haalt eeno bijzonderheid, die weer doet zien, hoe
vele steden een minder goed georganiseerd tram
personeel hebben dan hier te lande. Vaak kwam
het den reporter voor, eene samenspraak te hooren
als de volgende«Laat me er maar opik kom van
de reis, ik heb geen geld meer, maar wel postzegels
en sigaren «Styg maar op, mijnheer 1"
De conducteur ontvangt dan een sigaar of een
postzegel extra en schijnt de rest bij zyn kantoor
te kunnen verantwoorden. De reporter deelt mede,
dat men ook wel zakdoeken, kousen, etc. kan geven
en dan geld terugkrijgt
Bij den fruitteler komt het er dikwijls op aan,
zoo groot mogelijke vruchten te verkrijgen, die er
tevens zeer mooi uitzien. De hoofdvoorwaarde daartoe
isrationeele vruchtboomcultuur. Doch bovendien
bestaan er nog eenige kunstgrepen, die de moeite van
den tuinman bijzonder loonen.
Wil men den wasdom der vrucht bevorderen, dan
wordt deze ondersteund en in de houding gelaten,
die zij had, toen haar omvang nauwelijks grooter
was dan twee centimeter in middellijn. Het best
zijn daarvoor geschikt zwevende dragers, die uit een
vierhoekig plaukje bestaan, aan de vier hoeken voor
zien met touwtjes van de vereischte lengte. Deze
touwtjes worden boven de vrucht aan den naastl^j-
zijnden tak of twijg vastgemaakt op eene wijze, (Se
een gemakkelijke ligging der vrucht op het plankje
mogelijk maakt.
N. Gaucher spreekt in zijn werk«Praktischer
Obstbau" (dat ook voor liefhebbers eene voortreffe
lijke handleiding is voor doeltreffende behandeling
van boomen en vruchten) nog over een ander middel
om hetzelfde doel te bereiken. Dit bestaat in was-
schingen met eene waterige oplossing van zwavel
zuur-ijzer (ijzervitriool.) Dit ijzerzout werkt buiten
gewoon gunstig op de stofwisseling der planten. Men
kan zwakke gedeelten van oen boom versterken, als
men de bladeren met zulk eene oplossing (1 a 2
gram ijzervitriool op 1 liter water) besprenkelt. Men
zorge echter dit te doen bij betrokken weer of, nog
beter, als de zon is ondergegaan, daar anders het
vocht verdampt, alvorens de bladeren het hebben
kunnen opzuigen. Met dergelijke oplossing moeten
ook de vruchten gewasschen worden. De sapvaten
in de schil worden door deze behandeling aanmer
kelijk verwijd en hunne veerkracht en hun opslor
pingsvermogen zeer vergroot.
Door de aldus gemakkelijk gemaakte uitzetting
der vruchten vermeerdert zich dezer vatbaarheid tot
aantrekking der planteusappenwaarvan nu eene
grootere hoeveelheid aan de takken, loten en blade
ren wordt onttrokken, en onder die guustige in
werking bereiken de vruchten eone aanzienlijke
grootte.
Het wasschen der vruchten, bij bewolkte lucht
of anders na zonsoudergang, moet driemaal geschie
den de eerste maal als de vruchten ongeveer het
vierde, de tweede maal als zij de helft en de derde
maal als zij het drievierde van haar gewonen om
vang hebben bereikt. {Zondagsblad.)
Daar zoovele modes tot ons van uit Parijs komen,
is het goed op te letten, zegt het Ned. Tuinbouwblad
wat daar op het gebied van bloemwerk voorvalt.
Zoo wordt thans bericht, dat de tegenwoordige onna
tuurlijke bouquetteninode ten einde loopt, De bloe
men, op stokjes of ijzerdraad gebonden, en die-slechts
voor een dag of een halven dag goed blyven, behagen
niet meer men kan zulke bouqetten bijna in 't ge
heel niet moer verkoopen. Evenmin bevallen de pa
pieren manchetten nog, Natuurlijke bouquetten is
thans de leus, elke bloem moet op haar eigen steel
of stengel gezeten zyn. De keuzo der bloemen wordt
hierdoor wel kleiuer, maar de bouquetten worden
losser en sierlijker, en duren langer.
Boulanger bezat gelijk bekend is, geen vermogen
en miste ook sedert 1889 zijn jaarlijksch pensioen
van 13000 frcs. Wat hy als minister van oorlog
van zijn tractement kon besparen werd gebruikt
tot aflossing der schulden door zijnen vader nagela
ten. Toen generaal Boulauger schrijft men aan de
Allg. Zeitung iu 1888 kennis maakte met de van
haar man gescheiden mevrouw de Bonnemain, werd
haar vermogen op ongeveer twee raillioen francs ge
schat, waarvan de helft nog voor de vlucht van den
generaal naar Brussel voor verkiezingsoukosten is
gebruikt.
Te Brussel, London en op Jorsey leefde Boulanger
op een waarlijk vorstelijken voet. Zoo bedroeg de
rekening in het hotel «Mengolle" te Brussel van den
len tot den 15en April 1889 de som van 22,000 frs.
In Londen had Boulanger maandelijks 10,000 frs. noo-
dig en het dure leven op het eiland Jersey verslond het
vermogen van mevrouw Bonnemain voor het grootste
deel. Toen zij den 15en Juli 1891 stierf, liet zij nau
welijks 200,000 frcs. na, waarvan zij 100,000 francs
aan generaal Boulanger vermaakte. De familie van
mevrouw de Bonnemain betwistte echter de geldig
heid van het testament, het kwain tot een proces en
de som, waarop Boulanger rokende, werd hem niet
uitbetaald. Daar de huur van zyn hotel in de Rue
Montoyen jaarlijks 10.000 frcs bedroog, en de gene
raal twee equipages, vier rijpaarden en tien bedienden
hield etot bovendien twee secretarissen moest bezol
digen, is het duidelijk, dat er een eindo was gekomen
aan zijne hulpmiddelen. Zijn vrienden hadden hem
daarenboven in den stoek gelaten, met uitzondering
van Rochefort die hem tot het laatste oogenblik ge
trouw bleef. Onder zulke omstandigheden schoot er
Boulanger niets anders over, dan afstand te doen van
zijn tot dusver gevolgde levenswijze en zijne eigen
vrouw om ondersteuning te vorzoeken. Hij gaf er de
voorkeur aan een einde aan zijn leven te maken.
De bekende kenner van het oude Egypte, de
hoogleeraar Brugsch, heeft in de Voss Zeitung be
langwekkende mededeelingen gedaan over de wijze
waarop de Egyptcoaron rekenden.
Hy begint met er op te wijzen, dat de beginselen
der rekenkunde niet altijd zoo eenvoudig zijn te
leeren geweest als thans het goval is. Voordat met
de zoogenaamde Arabische cijfers het tiontallige stel
sel is ingevoerd, ging het rekenen heel wat moeilyker.
In de oudste tijden gebruikte men de vingers voor
het verrichten van kleine optellingen. Later bezigde
men steentjes (calculi in het Latijn genoemd, van
waar het woord calculatie voor berekening.) Daarna
kwam het rekenbqrd (abacus) in gebruik, en dat
wordt nog in onze dagen in Rusland en het Oosten
gebezigd.
Vóór het invoeren der Arabische cijfers bediende
men zich veelal van de letters van het alphabet, om
getallen aan te duiden. Zoo deden de Grieken, de
Romeinen en ook de Hebreërs.
De Egyptenaren volgden een andere schrijfwijze
Zij gebruikten voor de getallen 1 tot 9 naast elkan
der geplaatste opstaande streepjes. Voor 10 hadden
zij een teeken in den vorm van een hoefijzer, dal
zooveel raaien herhaald werd als er tientallen waren'
evenzoo voor 100, 1000 enz. Later schreven zij
voor 4 in plaats van 1111 oen liggond elroepje —,en
voor 8 dus es. Breuken werden niet door bijzon
dere teekons voorgesteld, maar zy plaatsten het woord
ro vóór het cijfer, dat aqnduidde in hoovele deelen
het geheel was als 1/i. Alle breuken hadden 1 tót
noemer, en als een grooter tollor noodig was, druk
ten zij dat uit door een verbinding van breuken
bijv. 8/4 word voorgesteld door de teekens van tyjen
ty4. Aldus werden by benadering de verschillende
breuken uitgedruktde rest werd dan verwaarloosd.
Dergelijke ingewikkelde voorstellingen van getallen
vindt meu bij menigte op de oude Egyptisohe ge-
denkteekenen. Merkwaardig is het daarbij, dat dit
oude volk op die omslachtige wijze zeer moeilijke
berekoningeu wist uit te voeren, waarvan tal van
bewijzen in oude handschriften zyn gevonden.
De Egyptenaren gaan dan ook door voorde uit
vinders dor landmeetkunde, ou de Grieken vorklaren
die van heu geleerd te hebbon. De jaarlyksche over
stroomingen van den Nijl brachten telkens verande
ring in de grenzen der landerijen, en daar de be
lasting naar de grootte werd geheven, moosten tel
kens nieuwe opmetingen plaats hebben.
De bozetting van Egypte door de Engelschen, vooral
om in de financiën meer orde te brengen, heeft het
verrassend feit aan het licht gebracht, dat de tegen
woordige Egyptische landmeters nog hetzelfde stelsel
volgen, dat eenige duizend jaren geleden jjun voor
vaders toepasten. Zij gebruiken daartoe een maat
stok van een kassabeth lengte (ruim 3'/i en
berekenen de oppervlakte aldus. Bij vierhoekige lan
derijen tellen zy de lengten der tegenover elkander
gelegen zijden by een, deelen de som door 2 en ver
menigvuldigen de quotiënten met elkander. Dit geeft
alleen bij rechthoekige stukken een juiste uitkomst-
maar daarop letten de landmeters niet, noch bij
ruiten, noch MJ trapezia of andore vierhoeken, wat
natuurlijk groote ongelijkmatigheid in do belasting
heffing veroorzaakte. Bij driehoekige grondstukken
vermenigvuldigen zij de helft der kortste zijde met
de helft van de som der beide langste, wat even
eens gewoonlijk tot onjuiste uitkomsten leidt. De
Engelschen hebben nu een betere methode ingevóerd.
Uit de opschriften der oude godeukteekenen ziet
men, dat de Egyptenaren 2000 en 3000 jaren gele
den reeds evenzoo te werk gingen als thans de in-
landsche» landmeters nog doen.
Een der merkwaardigste overblijfselen vau de rekear
kunde der oude Egyptenaren is te vinden in een
papyrusrol, die ongeveer 4000 jaar oud is en in het
Britsche museum bewaard wordt. Daarin worden
voornamelijk becijferingen aangetroffen om de op
pervlakte van landorijen en den inhoud vau koren
maten te berekenen. Hoe men daarbij zich toen
reeds door verrassende benaderingerf wist te helpen,
bewijst de formule die tot berekening van de op
pervlakte van een cirkelvormig stuk land wordt aan
de hand gedaan. Zij luidt aldus letterlyk
«Berekening van een cirkelvormig veld van 9 roe
den (in middellijn). Men vraagt naar de oppervlakte.
Trek er het negende deel af, dus 1, Als rest blijft
8. Vermenigvuldig 8 maal 8. De uitkomst is 64
vierkante roeden. Dat is de oppervlakte.
dekking, die gij gedaan hebt, volstrekt geen waarde
hechten; bij zal in het gunstigste geval den graaf
vragen, of hij den knop kent en bij welke gelegen
heid hij hem verloren had. Het antwoord op die
vraag kunt ge zelf gissen, en de verdere gevolgen
zullen zich niet laten wachten. Hohenhausen zal
zeer spoedig weten, wie hem verdacht beeft willen
maken, en baron Von Buchenau zal je wegjagen.
Hackert zweeg; hij beet op de onderlip, en uit
zijn oogen straalden haat en woede.
Verondersteld nu, dat je argwaan werkelijk
gegrond was, vervolgde Gronau, wiens eigen woede
hem meer en meer geneigd maakte, aan dien arg
waan geloof te hechten, zou het in dit geval niet
onverstandig zijn, door overhaast handelen je de
handen te binden? Kunt gij nog iets doen, wanneer
ge ontslagen zijt
Wat raadt u mij vroeg de jager.
Te zwijgen en te wachten.
Daardoor wordt in het geheel niets bereikt
Men kan ook in het geheim werken.
Intus8chen wordt Reimann veroordeeld
Dat kunt ge niet beletten. Reimann is be
schuldigd van inbraak, onder verzwarende omstandig
heden, en van poging tot moordmen heeft hem
op heeterdaad betrapteen vonnis kan hij niet
ontgaan.
Maar wegens den diefstal met moord wordt
hij ter dood veroordeeld
In onzen tijd heeft dat niets meer te beteeke-
nen. Sedert jaren is geen doodvonnis meer ten uit
voer gebrachtge kunt dus de zaak rustig haar
beloop laten. Zeg aan niemand iets van de vondst
en zoek verder, natuurlijk in het geheim ik zal je
helpen.
Die raad bevalt toe niet geheel en al, zeide
de jager mijns inziens moest men aan de zaak rucht
baarheid geven.
Laat dit aan mij over.
En wat wilt u doen, kaptein
Ik weet het nog nietlaat mij tijd, om rijpe
lijk te overleggen. Maar er zal iets geschieden,
daarop kunt ge rekenen. Wilt ge mij den knop
toevertrouwen
Zeer gaarne.
Op welken voet staat gij met den kamer
dienaar van den graaf vroeg Gronau na een
oogenblik.
Met den ouden Daniël Hm goede vrienden
zijn we nooit geweest. Ik heb hem steeds voor een
huichelaar gehouden.
Kunt ge niet met hem in nadere aanraking
komen
Waarvoor?
Om te beproeven van den wandelstok een
tweeden knop te krijgen.
En hem met den anderen te vergelijken Ik
zal de poging doen.
Maar Daniël mag niets vermoeden.
Het zal moeilijk vallen, hem geen argwaan te
doen koesteren maar ik zal myn best doen.
I Goed, ik verlaat mij op je vernuft, zeide de
kaptein. Zoodra ge een verdere ontdekking doet,
komt ge by my thuisontmoeten wij elkaar in
tegenwoordigheid van den graaf, dan kennen wij
elkander niet, begrepen
Zeer goed.
De kaptein bleef staan zij waren bij de eerste
huizen der stad aangekomen.
Gaat ge ook naar de stad vroeg hij. In dit
geval acht ik het raadzaam, dat wij scheideneen
bekende kon ons ontmoeten en den baron of den
graaf verraden, dat hij ons samen gezien had. De
graaf weet, dat ge hem haat, en ook den baron is
dit niet onbekend, dus....
Ik begrijp u, kaptein Tot weerziens.
Gronau knikte, en de jager sloeg terstond een
anderen weg in.
XV.
Hoe zwak en gewaagd ook de vermoedens van
Hackert waren, de gedachten van Gronau moesten
zich niettemin er medo onledig houden.
Het behoorde niet tot de onmogelijkheden, dat ze
op waarheid waren gegrond. Hohonhauson had im
mers volgens zijn eigen bekentenis het leven van een
avonturier geleid, en hoe vaak komen de paden via
een avonturier met den weg der misdaad in aanraking.
{Wordt vervolgd
Het is zeker merkwaardig, dat die uitkomst zoo
weinig van do werkelijke grootte afwijkt. De bere
kening komt daarop neder, dat men het kwadraat
van 8/9 der middellijn nam, of 4 maal 6VM ss 3.16
maal het vierkant op den straal, welke factor van
het getal (3.1415926 enz.) nog geen 0.02 ver
schilt.
Een andere be|angrijko vondst levert die oude
papyrus by de breuken. Niet alleen worden deze
uitgedrukt, zooals reeds is gezegd, door een ver
binding van breuken, die 1 tot teller hebben, maar
mon vindt tusschen de noemers veelal een bepaaide ver
houding. Zoo wordt Vg aldus uitgedruktl/s» Vic en
vier keeren |/890, welke breuken te zomen V5 waard
zyn. Die berekening steunt daarop, dat men alle
maten voor vloeistoffen, koren enz., in 320 deelen
splitste, en dan gebruikte men de getallen 160, 80,
40, 20, 10, 5, 4, 3, 2, 1 om de onderdooien aan te
duiden. Andere breuken werden dan uitgedrukt
door een verbinding dier onderdeelen. Zoo betee-
kenen de zoo even opgegeven breuken, die */s voor
stellen, niet anders dan dat men 40 plus 20 plus 4 es
64 stukjes der in 320 deelen gesplitste eenheid heeft
bijeen te voegen, om een vijfde deel van die eenheid
te erlangen.
Op gelijksoortige wijze rekenen do hodendaagsche
Egyptenaars, evenals de oude, nog bij de lengtema
ten. De el is er in 24 «vingers'' verdeeld; de on
derdeelen worden door 12, 6, 4, 3, euz. aangeduid
en deze rekenwijze wordt ook op andere eenheden
toegepast.
«De Konijnenplaag in Australië." Volgens het
«Victoria Yearbook" schat men de door konijnen in
meer of mindere mate bezochte landerijen in Victoria
op 7 pCt. van de goheele oppervlakte der kolonie.
Voor de uitroeiing werd van 1879 tot 1888 de som
van 143,300 pond s'erling uitgegevon. Het gelde
lijke verlies, dat de kolonie door de invoering van
konijnen aau gras- en bouwlanden in de laatste elf
jaren geleden heeft, wordt op omstreeks 3 millioen
geschat. Ieder grondeigenaar is tot het verdelgen
der konijnen op zijne landerijen wettelijk verplicht
op eene boete, die tot 100 pond stijgen kan. Men
heeft fretten, wezels en ichneümons ingevoerd, maar
deze bleken even groote vijanden van het pluimge
dierte der kolonisten te zijn, als van de konijnen.
De voorslag van Pastour om door het inenten van
hoendercholera de konijnen te verdelgen, heeft in de
practijk; geen resultaten gehad. Het ingeënte dier
sterft wel, doch besmet de andere konijnen niet.
Het werkzaamste middel bleek vergiftiging te zyn. Men
bezigt daarvoor met phosphorus bedeelde tarwe of haver
met arsenicum gomeqgde zemelen of stroo, strychniue-
water, gele rapen met arsenicum, of,wanneer alle uitgan
gen der holen verstopt kunnen worden, doodt men de
konijnen door berookingmet zwavelkoolstof. Sedert drie
jaren is do plaag zeer veel verminderd en op het
oogenblik niet meer van boteekenis. Maar het na
laten van de krachtige vervolging zou spoedig den
vroegeren j/eurigcn toestand doen herleven. De heer
B. Brook, die met hel oppertoezicht over deze zaak
belast is, rekent uit, dat twee paren ouder gunsti
ge omstandigheden binnen drie jaren tot het euorme
cijver van 5.000.000 kunnen aangroeien.
{Alb. der Natuur
Dat er dringende behoefte bestaat aan een nieuwe
regeling van het faillietrecht, bewijzen ook weer de
volgende cyfers, die wij ontleenen aan de Gerechte
lijke Statistiek.
In 1890 zijn door de rechtbanken hier te lande
in het geheel 902 personen in staat van faillissement
of kennelijk onvermogen verklaard, of 19 meer dan
in 1889. Van de failliet-verklaarden waren 846 bij
zondere personen, 34 vennootschappen onder een
firma en 1 naamlooze vennootschap. Onder de ge-
failleerden komen voor: kruideniers en winkeliers
voor 13 pCt.kooplieden en fabrikanten in manu
facturen 13 pCt.koffiehuishouders enz. voor 9 pCt.;
timmerlieden enz. voor 5 pCt.broodbakkers enz.
voor 7 pCt.schoen- en laarzenmakers en grofsmeden
enz. elk voor 3 pCt.galanteriehandelaren, kleer
makers, huis- en rijtuigschilders, makelaars, metse
laars en loodgieters, sigaren- en tabakshandelaren,
s slagers en veeverkoopers, aannemers enz.elk voor
2 pCt.behangers, boter- en kaasfabrikanten, glas-
en aardowerkverkoopers, graan- en meelhandelaren,
kooplieden in turf, hout enz., meubelmakers, petten
en hoodenfabrikanten, elk voor 1 pCt.
Ter zake van bankbreuk werden 23 gefailleerden
vervolgd.
Van de faillissementen, in 1890 geopend, werden
568 uitgesproken op eigen aangifte, 330 op aangifte
van schuldeischers en 4 op vordering van het O. M.
Op 1 Januari 1890 waren 1832 faillissementen
en 52 insolventverklaringen, en in het geheolo jaar
2714 faillissementen en 72 insolventverklaringen aan
hangig, waarvan werden afgedaan 919, en wel 333
door accoord, 547 door vereffening der betrekkelijke
boedels en 29 op andere wijze.
Onafgedaan bleven 1867 fallissementen en insol-
ventverklaringen.
Het 2e internationaal congres voor «Folklore" is
te Londen geopend. Wat dit woord beteekent, is
moeilijk kort te zeggen, schrijft de Londeusche
correspondent van het «Hbl." Het omvat de
studie van oude gebruiken, van den oorsprong van
bijgeloovige verhalen en legenden. Wie aau° tafel
zout over den schouder werpt, om de gevolgen van
het omvallen van een zoutvat te voorkomen, is een
sujet voor den Folklore-student. Wie «uit principe"
eierschalen zorgvuldig fijn stoot of een boek, dat
open op tafel ligt, sluit, geeft den Folklorist aan
leiding om te onderstellen, dat hij bang is voor
heksen of vreest dat de duivel in het boekzal lezen.
In Engeland is het gewoonte, een bruidspaar bij het
verlaten van het huis en het binnentreden van de
kerk met ryst te bestrooien, oorspronkelijk met het
doel om de booze geesten te verdrijven. Bij de be
grafenis van een officier wordt zijn paard achter den
stoet medegevoerd: een overblijfsel van het gebruik
om hel dier met zijn eigenaar te begraven. Over
den zadel hangen de beide rijlaarzen van don offi
cier met de zolen naar boven en grafwaarts speelt
de muziek een treurmarschdoch bij het terugkomen
van het kerkhof hangen de laarzen alsof de°boenen
van den officier er in staken en wordt opwekkende
krijgsmuziek gespeeld.
Het congres, waarbij Nederland door don Leid-
schen hoogleeraar Tiele vertegenwoordigd is, werd
geopend door den heer Andrew Lang, die een ver
makelijk verhaal gaf van een wandeling met eeno
jonge dame, welke by eiken stap dien zij deed oen
bijgeloovige gedachte verried, stukjes ijzer over den
schouder wierp, kushanden gaf aan de maan, enz.
Hij geloofde dat de mensch, voor zooveel men zijn
ver verwijderd verleden kent, steeds dezelfde is ge
weest, d. w. z. steods denkend en uitvorschend, steeds
zoekend naar de rede in het heelal, maar tegelijker
tijd even goedgeloovig als weetgierig en steeds bereid
om alles uit valscho persoonlijke ervaring te willen
verklaren. De wereld bevolkte zijne phantasie met
geesten, nimfen en bijzondere goden, in lucht, zon,
aarde en windhet geloof berustte op valsche over
eenkomsten, op feiten die onbetwistbaar schonen,
maar in verkeerd verband werden gebracht. Heden
is dit nog juist hetzelfde. «Gij zult het menschdom
nooit wetenschappelijk maken", zeide de hoer Lang
«zelfs geleorden hebben schaduwen omhelsd en me
diums ontlichaamd."
Ook dit was opmerkelijkde heer Lang gelooft
niet, dat een centrum van denkbeelden en overleve
ringen ergens in Indië of Midden-Azië kan worden
aangewezen en dat de zaden van alle kennis en van alle
instellingen en zelfs de intrige van alle verhalen door
enkele begaafde menschen verspreid werden. Hij is
van meening, dat de kiomen overal aanwezig zijn ge
weest, doch dat de eind vorm, waarin de legenden ver
breid werden, er door het bijzonder karakter van
een of ander volk aan gegeven werd. Alle volken
byv. hebben een legende of overlevering van den
zondvloed, maar het, Joodsche ras gaf er den mono-
theistischen vorm aan, waarin wij het verhaal het
best kennen. Vele volken, 0. a. de Chineezen, ken
nen het verhaal van den teruggekeerden echtgenoot
en de trouwe vrouw; maar de Grieken hebben het
in de Odyssee vereeuwigd. Vele rassen hebben
beelden gesneden, doch de Grieken hebben daar oen
kunst van gemaakt.
In de Fransche binnenlandsche staatkunde is het
tegenwoordig niterst kalm, kalmer dan bij mensche-
lijke heugenis geweest is. Het ministerie is reeds
twee en eeuhalf jaar aan het het bestuur, en de aan
staande zitting der Kamer ziet er niet naar uit, dat
eene ministerioele crisis naderende is. Integendeel,
de politieke waarzeggers zien niet anders dan goede
voorteekenen aan den gezichtseinder voor den levens
duur van het Kabinet.
Terwijl er stemmen opgaan, die met bezorgdheid
het verval aanduiden van den Franschen buiten-
landschen handel, klinkt er een vroolijke toon uit
den mond van hen, die FrAnkrijks financieelen toe
stand over de negen afgeloopen raaauden nagaan.
«Geef mij goede politiek en ik zal u goede finan
ciën geven", zeide een minister in het begin dezor
eeuw. De staatkunde, door Frankrijk sedert de
laatste drie jaren gevolgd on die ontegenzeglijk
bezadigder is, dan onder het bestuur der radicalen,
die staatkunde schijnt goed te werken op de geldo-
lijke krachten der republiek
Gedurende de maanden Januari tot en met Sep
tember werd de raming der indirecte belastingen
met ruim 72 millioen francs 'overtroffen en toch was
I het budget op bijzonder optimistische wijze opge-
maakt. Immers had mea, om nieuwe belastingen te
vermyden, maar aangenomen dat de verschillende
inkomsten het cijfer zouden bereiken, waartoe men
in 89 en '90 gekomen was, dank zij den grooten
en gunsligen invloed der tentoonstelling. Zoo ge
durende de laatste drie maanden van het jaar de
indirecte belastingen op dezelfde wijze voortgaan de
budgetsraming te overtreffen, zal er over 1891, in
ronde som, een bedrag van negentig millioen francs
in de schatkist glijden, waarop men zelfs in de
vorste verte niet had durven rekenen.
Volgens de Standard zal als leader in het En»elsche
Lagerhuis sir Michel Hicks-Beach gekozen worden
in plaats van den overleden heer Smith. Hicks-
Beach nam reeds voor eenigen tijd dit atabt waar
totdat zijne zwakke gezondheid hem noodzaakte het
neer te leggen.
De Engelsche bladen zijn 'i nog altijd niet eens
over de vtaag, of de eenheid in de Iersche partij
hersteld zal worden, nu Parnell dood is Het beste
zal zijn nog eenigen tijd te wachten voor men daar
over oordeelt, want de Ieren zullen 't zelf nog niet
weten. De Globe meent, en dat blad kan wel gelijk
hebben, dat voorloopig de vrede wel kan worden her
steld, maar op den duur de strijd tusschen het revo-
lutionnaire én het meer gematigde deel der partij
weder zal moeten uitbreken. De vraag is maar, hoe
lang de eische'n der parlementaire tactiek en der
samenwerking met de Gladstonianen zich krachti»
genoeg zullen doen gelden om die twee elementen
voorshands samen te doen gaan. Gansch Ierland wil
een plechtige openbare uitvaart ter eere van Parnell
houden, waartoe de lord-mayor van Dublin en de
nationalistische Parlementsleden maatregelen namen
De Gemeenteraad van Dublin heeft in een motie zijn
diep leedwezen over het verscheiden van den staats
man uilgesproken.
De Wurtembergsche bladen van alle richtingen
huldigen den gestorven Koning als een goed, trouw
rechtvaardig en milddadig Vorst. Het Katholieke
Deutsche Volksblatt zegt o. a. «Een goed, recht-
vaardig en wijs Vorst was hy, aan wien de dood de
teugels der Regeering uit handen nameen mild Re-
geut, die voor het stoffelijk en geestelijk welzijn van
zyn onderdanen een open hart en een open hand had
en die in vereeniging met zijn gemalin zijn geluk
zocht door zijn onderdanen gelukkig te maken. Een
reohtvaardig heerscher heeft ons volk verloren, die
al zijn onderdanen zonder verschil van geloof of stand
lief had, een wijs Koning die 't zijn eerste plicht
achtte met ouderlijke zorg de welvaart van zijn volk
te bevorderen."
De Beobachter, het orgaan der democraten, zegt
dat aan s Koning's graf kan worden getuigd, dat
hij geen vijanden had. Voor Koning Karei gold wat
de Wurtembergsche dichter van deu „rijksten Konino»
verklaardenl. dat hij zijn hoofd rustig kon neder-
leggeu in den schoot van elk zijner onderdanen.
„Nu Koning Karei zijn moede hoofd voor eeuwio.
ter ruste heelt gelegd, scheidt het Wurtembergsche
volk van zijn graf met de herinnering aan zijn Goed
hartigheid.»
Behalve Keizer Wilhelm en Prins Heinrich van
Pruisen kwamen Grootvorst Michael van Rusland
Aartshertog Frederik van Oostenrijk, de Groothertog
van Baden en Prins Ludwig van Beieren de begrafe
nis vau Koning Karei bijwonen.
De Duitsche Keizer is van de begrafenis te Slutt-
gart naar Berlyn teruggekeerd. De Keizer reed na
de begrafenis met een adjudant door de stad in een
open tweespanner. Z. M. werd echter niet herkend,
daar hij zijn baard heeft laten groeien. Men ver
wacht spoedig nieuwe portretten.
Uit Kopenhagen wordt gemeld, dat de Czaar en
zijn familie 17 Oct. Denemarken zullen verlaten. De
reis zou dan nog over zee kunnen geschieden. Ook
is er sprake van dat de Koninklijke Deensche familie
zal meegaan naar Petersburg om de zilveren bruiloft
te vieren.
De tijdingen uit Centraal-Rusland zijn hartbre-
kecd.
Men kan zich eenigszins een denkbeeld van den
nood vormen, wanneer men acht slaat op de maat
regelen, die ter bestrijding genomen worden. Uit
elk district komen tijdingen van buitengewone bij
eenkomsten, die gehouden worden om maatregelen
te beramen ten nutte der vertolking, opgaven van
gevraagde en ingekomen gelden en plannen om
verder te kunnen handelen. Een der eigenaardigste
van deze plannen is, eene oproeping gericht tot
schrijvers en dichters, om de opbrengst van eene
geheele uitgave hunner werken te besteden aan do
leniging van den nood. Ondertusschen wórdt het
land natuurlijk afgeloopen door bedelaars en be-
hooftigen, vooral is dit het geval in den Kaukasus.
Do prijzen der levensmiddelen beginnen overal te
stijgen to Warschau zijn zij zelfs het dubbele van
het oorspronkelijke geworden, voornamelijk ten Ge
volge van den verbazenden uitvoer van aardap-
pelen.