SN. 4656. BINNENLAND. ING n 1S91. Woensdag 14 October. it! FEUILLETON. Nieuws- Advertentieblad voor Gouda en Omstreken* d ïweg. De inzending van advertentiön kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave. tz. 8T, Fe- rvolg op 'prijxen in ver Mzonderljjke Nommers VIJF CENTEN. E (Uit het Duitech.) XVI. Gouda. een diens schuld de hand lag, dat ADVERTENT1ÊN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTS LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Bovendien worden alle Advertentiön gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschjjnt. den bri- ijs- zjjn tegen verstrekt. GOUDSCHE COURANT. ’ro- De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Men verzoekt ons belangstellenden opmerkzaam te maken op de godsdienstoefening Woensdag 14 October des avonds ten 7Vi uur in de Kleine Kerk waar de Evangelist der Evangelische Maatschappij G. J. van Woerden, als spreker zal optreden om de belangen dier Maatschappij aan te bevelen. Gisterenavond had in het lokaal „Heil des Volks” op de Peperstraat eene openbare samenkomst plaats, waarin Mej. M. M. Scholten, uit Amsterdam, de aangekondigde voordracht hield. Geen plaatsje in de zaal was onbezet en zeer vele belangstellenden moesten onverrichter zake heengaan, daar zij bij geen mogelijkheid meer daarin konden. De bijeenkomst werd geopend met gebed, het zingen van een psalm en een toespraak van Ds. A. Wartena, waarna genoemde dame het woord werd verleend. Zij sprak over de drinkgewoonte, bestreed die met overtuiging en kracht en toonde het nadeelige daarvan aan door menig voorbeeld uit de werkelijkheid. Allereerst trad zij in eene vergelijking van c’ j maatschappelijken toestand van ons land vóór 40 jaar j en dien van heden, waaruit bleek dat de huiselijk- beid, degelijkheid en eenvoud van vroeger grooten- I deels waren verdwenen. De uithuizigheid nam toe en daarmede ging gepaard het afkeurenswaardig ge bruik van sterken drank dat dikwijls in misbruik ontaardde. Wie kon in deze verbetering aanbrengen Hoofdzakelijkde vrouw 1 Aan haar de schoone taak te zorgen dat echtgenoot en zonen het t’huis zóó aangenaam en gezellig hebbon, dat zij liever daar blijven dan koffiehuis en herberg op te zoeken. In de eerste plaats moest zij een goed voorbeeld geven en nooit sterken drank gebruikt», waarbij niet alleen jenever, maar ook likeurtjes en «dvocatenborrel streng moesten buitengesloten worden. De invloed van de vrouw en de moeder kon en moest in deze vooral invloed oefenen. Voorts moest het sluiten van huwelijken aange- moedigd worden en waar nog too vaak de pronk zucht en weinige zuinigheid der meisjes oorzaak was dat GOUDA, 13 October 1881. De kapitein-kwartierm. A. W. Van der Meer, van het O.-I. leger, met verlof h. t. 1. (te Gouda) heeft toestemming bekomen om de lessen, die aan de offi- cieren-leerlingen van het oudste studiejaar van den Interdancecursus in technologie en voedingsleer worden gegeven, bij te wonen. Gisteren is de stoomtram van hier naar Bodegra ven gederailleerd. Een der wagens raakte uit de rails en kantelde. Gelukkig zijn er geen ongelukken te betreuren. De Nieuwe Rotterd. Ct. bevat het volgende inge zonden stuk: Geachte Heer Redacteur Na lang aarzelen gevoel ik mij gedrongen een weinig //plaatsruimte” te verzoeken voor het onder staande. Ik ben onderwijzer te Waddingsveen op het karige loon van 400.— 8 - 392. Hier gaat af 300 kostgeld en 2 gemeente-belasting en 8 reisgeld om eens in het jaar mijne ouders te bezoe ken, zoodat het verschrikkelijk onaanzienlijk bedrag van 82 in het jaar of 1.571/» in de week over blijft voor kleeren, studieboeken, vergeefsche sollici- tatiën, enz. Zegge 1*57% in de week. Dit is voor mij het loon als onderwijzer, als opvoeder, voor mij, die de kinderen op moet leiden tot alle christelijke en maat- eta huishoudelijkheid VÉ^e jongelui zoozeer tegen het huwelijk opzagen, móest het opkomende geslacht eenvoud en andere huiselijke deugden wor den ingeprent. Den invloed nni de vrouw op het huiselyk geluk toonde spr. aan door verschillende voorbeelden niet alleen uit den minderen stand, doch ook uit hoogeren stand, waarby zij o. a. wees op de huiselijke omgeving van Mr. G. van Tienhoveu, den vroegeren Burgemeester van Amsterdam, thans Minister van Buitenlandsche Zaken, waarin de heer A. C. Wertheim door een artikel in Eigen Haard ons een blik gegund had, waaruit bleek hoe de werk lust en volhardende yver van den heer v. Tienhoven voor een groot deel te danken was aan zijne geluk kige huiselijke omgeving, waarvan mevrouw v. Tien hoven de ziel was. Spr. betoogde voorts hoe de gevangenissen, idioten gestichten weeshuizen krankzinnigen-gestichten den voornamelijk bevolkt werden ten gevolge van drank- dat moordenaars bekennen, behoort tot de groote zeldzaamheden. En had Reimann niet reeds te voren wegens een diefstal op den openbaren weg in het tuchthuis ge zeten. Al deze argumenten voegen zich bij zijn vermoe dens, om deze geheel te ontzenuwen. Maar de arg waan had zich eenmaal genesteld. Met den rechter van instructie er over jto spreken, zou dwaasheid zijn geweest; deze was immers tegen den koddebeier zoo ingenomen en van diens schuld zoo vast overtuigd, dat het voor de hand lag, dat hij aan deze nieuwe ontdekking geen de minste waarde zou hechten. Beter was het, dat men een behendigen en be dreven politiebeambte met verdere navorschingen belastte, die vrij van vooroordeel en geheel onpar tijdig de zaak zou onderzoeken. Gronau kende zulk een beambte, die sedert eenige jaren een rustend leven leidde, maar zich nog altijd leven verlangde dan behagelijke rust en een gezon den eetlust. Tegenover dien man zat Gronau thans, en de inspecteur wijdde geheel zijne opmerkzaam heid aan de mededeelingen. De kaptein wist dat hij op de stilzwijgendheid van den ouden heer mocht staat makenhij behoefde dus niets geheim te houden en kon vrij en open spreken. Toen hij ten einde was, schudde de inspecteur bedenkelijk het grijze hoofd en erkende de juistheid van vele vermoedens, die Gronau ter nauwernood had durven uitspreken. Daarna echter, de handen op den rug gevouwen, giug hij een poos in het vertrek heen en weer. Ik wil de vermoedens, die met den gevonden knop in verband staan, niet geheel verwerpen, zeide hijmaar ge zult mij toegeven, dat zij buitengewoon zwak zijn, zoolang geen verdere bewijzen gevonden wordeu. Zij kunnen even goed geheel en al onge grond zijn, en dan konden voor ons juist door een misbruik en drong ten slotte met kracht aan bij ieder, jong cn oud, man en vrouw, aanzienlijk en' gering om toch die onzalige drink-gewoonte te laten varen, die voor het lichaam nadeelig, voor den geest hoogst verderfelijk is. De spreekster, een dame, die reeds op leeftijd was - had vroeger nooit gedacht nogeens publieke voordrachten te zullen houden, allerminst over deze zaak, maar de hoogst bedroevende, vaak allerellen digste toestanden, door drankmisbruik veroorzaakt, hadden haar genoodzaakt zich aan te gorden tot den strijd. Zij kon haren steun niet weigeren aan hen die dien kamp voerden en moest in deze getuigen. Van daar een innerlijke behoefte om ook anderen daartoe op te wekken. Zij sprak met warmte en blijkbaar uit innige overtuiging, zoodat hare woorden diepen indruk maakten op het talrijk gehoor. Ds. Wartena sprak ten slotte een hartelyk woord van dank tot Mej, Scholten voor hare voordracht, waarop de vergadering met psalm-gezang en dank gebed werd gesloten. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. 66) De nood kon hem verleid hebben, een misdaad te begaan het was immers mogelyk, dat hij in woede iemand had neergeschotenkortom, indien men zich eeenmaal met de mogelykheid kon vereenigen, dan kon men den gelukzoeker ook tot elke misdaad in staat achten. En het was ook mogelijk, dat de matroos van dit gevaarlijk geheim kennis had en den graaf met de onthullingen er van bedreigd had, om hem een aan zienlijke som af te persenhet was mogelijk, dat bezig hield, en wiens stokpaardje het in zekeren zin was, zich met zulke zaken te belasten. Dadelijk ging hij naar de woning van dien man, met wien hij sedert eenige maanden bijna eiken avond in het koffiehuis zat. De inspecteur Rubens woonde in een tamelijk af gelegen straatwie hem niet van nabij kende, hield den kleinen heer met het vrieudelijke gelaat voor een wel gestelden vrijgezel, die niets meer van het den matroos had gedood. Het waren vreeselijke gedachten, maar Gronau kon er zich niet over heen zetten, of hij wilde of niet. Maar was dan niet de schuld van Reimann zonneklaar bewezen? Had men bij hem niet het eigendom van den vermoorde gevonden? Kon er dan nog twijfel bestaan, dat de koddebeier met zijn stok den matroos vermoord had? Bekend had hij de schuld nietmaar hot geval Men moest hot onderzoek zoo inrUhfen... Waarde heer, dat ik al hetgeen ons kan bloot geven, strikt zal vermijden, ligt in den aard der zaakmaar een of ander onvoorzien geval kan ons voornemen verraden, en Hohenhausen zou het er dan niet bij laten. Het is zeker mogelijk, dat de vermoedens gegrond zijn maar wij mogen niet uit het oog verliezen, dat die jager, zooals ge mij zeide, den graaf een doodelijken haat toedraagt. En nu

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 1