Bultiuilandsdi Overzlein. te Kinderdijk. De reederq is nu in het bezit yaa twee flinke ijsbrekers. De Haagsche correspondent der Zicolsche Courant spreekt over de onlangs gehouden voordracht van F. van Eeden in «Pulchri." Het was altijd een dierbare illusie voor mij ge weest eens een Nieuwe-Gidsman in levenden lijve te ontmoeten, en zoo waarlijk zou een der sieraden van Jong-Holland, Frederik van Eeden, gedichten komen voordragen van hemzelven en van zyn vrienden, den onstorfelijken Kloos, Verwey en t. q. //Ha," dacht ik, «nu zal ik toch eens wat nieuws, wat pittigs hooren en ik zorgde jl. Vrijdag op een der voorste banken in de zaal van //Pulchri" een plaats machtig te worden. Zijn voorkomen was niet alledaagsch, evenmin als sijn inleidingsrede. Hij waarschuwde ons namelijk, dat wat hij zou voordragen eigenlijk niet voor de voordracht geschikt wasdat hij ons allen daarom persoonlijk «en tête-a-tête" nam en dat, zoo de lezing ons niet beviel, wij dit niet hem, m$ar het bestuur, dat hem uitgeuoodigd had, moesten wijten. Toen nam hij zijn lichaam en zette het aan oen tateltje, zocht een papier uit ziju zak en begon een vers van Vorweij «Cor Cordium" voor te dragen. Voor te dragei^ zeg ik; maar was dat voordracht? Geen enkel gebaar, geen demping of uitzetting van stem, geeu oogenblikken van bedwongen of gevierde hartstocht. De woorden sijpelden uit zijn mond als uit een leksteen, eentonig "als het murmelen van een geloovigen Moslem. Eerst onrustig, werd ik spoedig afgetrokken, eindelijk slaperig, en als ik mij even vermande, hoorde ik maar aldoor het sleepende ge femel op de estrade. Ten slotte werd ik boos, en gebruik willende maken van het verleende verlof, mij met den voordrageT onder vier ooger» te be schouwen, stond ik op om hem het papior uit de handen te rukken en toon hij plotseling uit zich zeiven ophield, en onder een onbestemd ge schuifel van het ontwakend gehoor weggiug. Ziedaar wat Jong Holland gemaakt heeft van die schoone kunst der eloquentie, die de menigte in de ziel grijpt en bevolkingen meesleept, in Athene en Rome een madht in den staat was, en in onze rechtszalen de straffen bepaaltf*. een slaapmiddel, onfeilbaar en onmiddellijk Maar dat hadden wij reeds in morphine In een artikel over den gouverneur van Atjeh, zegt de Deli Courant onder het opschrift«Gewogen en te Jicht bevonden", dat de vier maanden van zijn bestuur ^e treurige zekerheid hebben gegeven, dat wij in Atjeh goed op .weg zijn, om alles te verliezen, wat in de laatste jaren mef moeite behouden werd. «Mag het buitengewoon heeten dat zulk een beslist oordeel reeds geveld kan worden, zoo kort q^dat kolonel Pompe het bestuur aanvaardde,' daar i& zulks geen verrassing voor sommigen, die ingewijd waren met het typisch imhviasche geknoei, dat die verhef fing voorbereidde en ten spijt van erustigen tegenstand, wist door te zetten. Generaals, kolonels, en tal van oversten werden handig op zijde geschoven en wat kunde en bekwaamheid betreft naar beneden gehaald, om eene bevordering bij keuze te rechtvaardigen en het resultaat is een fiasco, zoodat er zelfs op Atjeh nimmer een aanschouwd werd." De gouverneur heeft op Atjeh een nieuw stelsel willen invoeren, dat alle tot dusver genomen be stuursmaatregelen wil over boord werpen, zegt de Deli Ct. Niemand wil daarvan de verdediging op zich nemen. Noch het verkoopen van Beaumont- geweren aan de Atjehers, noch de tallooze licenties die de blokkade zoo goed als doelloos maken, noch de denkbeelden betreffende pacificatie en toenadering met de Kemalapartij, noch de andero maatregelen vinden stoun bij de ambtenaren van het Binnenlandsch Bestuur. Dit blijkt wel het best daaruit, dat de ass- res. Ruyssenaers, door zijn overplaatsing te vragen, toonde niet met den gouverneur te kuixpu medegaan. De Deli Ct. voelt dat het moeilijk is om in deze zaak advies te geven. Na alles wat bij de benoeming voorviel, kan moeilijk een ander militair met het bestuur worden belast. «De neiging welke zich thans laat bespeuren om in Atjeh het civiel bestuur weet; moor op den voor grond te brengen, is buitendien naar ik vermoed, niet zoo zeer een gevolg van ingenomenheid mot die ver andering, als wel een votum van onvoldaanheid mot den te^enwoordigen Gouverneur." In 't kort acht de Deli Ct. den stand van zaken op het oogenblik aldus te zijn «handhaving van den tegen woord igen gouverneur, onmogelijk splitsing van "bet militair en het civiel bestuur een waagstuk, na de slechte ervaring er voorheen mee opgedaan vervanging van kolonel Porape, door een militair, die vroeger waarschijnlyk minder geschikt word geacht, een openlijk dementi aan don leger-commandant." «Dat het der "regiering dus moeilijk is een uitweg te moeten vinden uit zoo'n doolhof is to begrijpen; dat zij er zich niet aan kan onttrekken, echter een welverdiende straf voor hare vroegere meegaandheid," vervolgt de 7>. C. Het blad besluit met de hoop, dat er thans niet weer iets buitengewoons worde beproefd, maar dat maatregelen zullen worden genomen, op Atjeh te doen, wat voor het behoud van hetgeen we daar -bezitten, en voor de veilighétfl noodig is. w Uit de Hofstad wordt het volgende aan de Arnh. Ct. geschreven Er isI inderdaad veel, dat zich zelf corrigeert iu den gewonen gang van zaken. Bijvoorbeeld, om een treffend en gewichtig Haagsch belang in herinnering te brengen, eenige*jaren geleden hadden wij hier ons zeiven «oirerbouwd," dat wil zeggenwij waren in het bouwen van woningen onze eigen dadelijke en in de naaste toekomst liggende behoeften voorbijge sneld. De gevolgen bleveu niet uitgansche straten stonden te huur of onafgebouwd wegens het mis lukken van de speculatie, die hypotheekhouders en huurders een chassez-croisez laat spelen, die alleen gelukken kan wanneer de laatsten ziclt op het juiste oogenblik aanmelden. De huurders lachen in hun vuistje, want zij deden hun voordeel met de huur- verlaging, die daarop als tweede gevolg intradver der gingen er ettelijke bouwondernemers failliet, wat geen verlies was voor de gemeenschap, omdat die lui feitelijk altoos toch failliet waren geweest, alleen met de aan enkelen gelukte kans van opééns in goeden doen te geraken. Maar, wat voor de gemeenschap wel een nadeel wa3, hieruit kwam veel gebrek aan werk voort en veel armoede natuurlijk ook. Op het- oogenblik echter is dc Haagsche bevolking niet alléén in al die leegstaande huizen gegroeid, maat; ze is er weder uitgegroeid ook. Wie niet zoo voorzichtig, of in eigen oogen al te slim is geweest van zijne huur op de lagere prijzen voor langen termijn inet veel optiejaren te verniouwen, heeft door den loop der dingen opslag te verwachten. En inmiddels is de oude bouwwoede weder in volle kracht over onze stad Vaardig gowordeu, zoowel aan don Bezuiden- houtschen weg als aan de verlengde Laan van Meer- dervoort verrijzen weder nieuwe wijkeu, die wel kleine steden lijken, en het groote plan van een nieuw stads deel voor kapitulisten vlak nabij het spuikanaal bijzonder geschikt Voor stadgeuooten met gebrekkige wérking van de olfaotorischo organen staat ook al voor de deur. De gefailleerde bouwondernemers van vroeger tijdperk zijn wel niet herrozen, maar anderen, gelukkiger dan zij, hebben hunne* plaatsen ingenomen, zijn tan insolvente scharrelaars tot in de lijst van hoogstaangeslagenen, verkiesbaar voor de Eerste Kamer dér Staten-Generaal opgeklommen. En ioch heerscht de werkeloosheid hier nog goducht. De Haagsche kroniekschrijver van do N. Gron. Ct. maakt gewag van eene inwendige restauratie, die tot stand gebracht is in het gebouw, waarin het departement van oorlog gevestigd is. Het schoone pand, (het vroeger hotel der afgevaardigden van Rotterdam in de Staten van Hollaud) een der besten van do openbare gebouwen der residentie heeft een geheele verandering oudergaan. 'De fraaie pleisterwerken in gangen en plafonds, do mooie eikenhouten botimmoringen, vooral ook van de hoofd trap die jaren lang onder een dikke verdaag waren verborgen, zijn weer in al haar schoonheid te voor schijn gebracht en het geheel ziet er door 't ver wijderen van bode- en andere hokjes in de gangen, zoo ruim uit, dat men voor zijn genoegen door het gebouw wandelt. Men heeft deze verbetering eigen lijk aan den heer Victor de Stuers te danken en 't is zeker een verblijdend feit, dat de restauratie is tot stand gebracht zonder buitengewone credieten of belangrijke overschrijding van de gewone onder houdskosten. Langzaam err ougemerkt als 't ware is dit mooie herstellingswerk uitgevoerd. Toen de heer de Stuers voor een paar jaren vernam dat men weer met de verfkwast aan 't werk zou gaan om de prachtige eikenhouten deuren en lambriseeringen en trappen verder in den groud te bederven en 't fraaie pleisterwerk voor goed te vernietigen, kwam hij daartegen op en kroeg van de toenmalige ministers, de heeren Berganius en Havelaar, gedaan, dat althans ten deele het vernielde kunstwerk in eere werd her steld, liet de minister het werk langzaam voortzetten en de heer do Stuers hield er een waakzaam oog op. Thans is 't ministerie van oorlog onbetwistbaar een onzer mooiste gebouwen. Maar er blijft inwendig nog heel wat aan te verbeteren. In hot paleis onzer koninginnen in het Noordeinde is men druk aan 't bouwen, breken, versieren. De nieuwe intendant der paleizen, baron de Constant Rebecque, een man van grooten smaak, brengt heel wat verbeteringen aan. Tal van fraaie kunstwerken, die jaren lang iu 't stof bogravem waren in bergka- mers, worden te voorschijn gehaald en in de vesti bules en corridors >pgehangen, die daardoor niet weinig in schoonheid winnen. Overigens wordt door 't gansche paleis waterleiding aangebracht met brand- kranen op verscheidene punten, en wördt aan den vleugel van 't paleis, door H. M. do koningin-rezeu- tes iugenomeu, een nieuwe badkamer aangebouwd, ik weet, welke eischen de kerel stelt. En wanneer zult gij het weten? Misschien reeds morgeu.' Mocht hij een fte lioogen eisch steller., dan moet go er hem op opmerkzaam maken, dat hem slechts de keus blijft tusscheu het tuchthuis en... Waarde heer, dat alles is mijn zaak viel de inspecteur het joage mensch in de rede. Gij hebt mij de zaak opgedragen nu moet mijn ervaring mij ter hulp komenvan uw raad kan ik geen gebruik maken hij is voor mij van geen do minste waarde^ Gaat ge den boef nog hedenavond opzoeken vroeg Theodoor, die met de ver van aangename be jegening blijkbaar niet was ingenomen. In elk geval. Dan zal het tijd wezen. Hoe laat hebt ge het? B jna elf uur. Dan kan ik ten minste nog een uur wachten. Maar om het niet te vergeten, vervolgde de inspec teur op vluggeren toon, gij kunt mij wellicht een dienst bewijzen. Van harte gaarne. Wanneer ik mij niet bedrieg, is uw vader de bankier van graaf Hohenhausen. Ja, waarom? Met uw verlof! Hoe lang staat ge reeds met den graaf op deze wijze in verbinding? Sedert twintig jaren. Wordt vervolgd.) gij zegt. familiegeheimen bevatten, in andere handen komen. Wanneer dit vermeden kon worden, zou het zeker mijn vader zeer aangenaam zijn. Kent ge den inhoud Neen. Het is dus ook voor u een geheim vroeg de inspecteur. Hebt ge dan niet beproefd, dit geheim te doorgronden? Vader sprak er niet gaarne over, naar het schijnt. Hij wenscht, dat ook gij de papieren niet leest, indien ze in uw handen mochten vallenik heb gemeend, hem dit uit uw naam te mogen be loven. De inspecteur knikte toestemmend. Het is niet mijn zaak, in de geheimen van anderen te dringen, altijd als ik daar niet toe ge dwongen word, gaf hij ten antwoord. Maar daarbij kan het aan den anderen kant niet vermeden worden, dat ik geheimen verneem, zonder ze te onderzoeken ik. kan dus niets beloven. Natuurlijk zweer ik stil zwijgendheid onder alle omstandigheden; wat ik ook mocht vernemen, ik zal niets verraden. Het is dus nu alleen de vraag, welken weg er moet ingeslagen worden, of beter gezegd, langs welken weg wij ons doel het zekerst en schielijkst bereiken. Ik heb u reeds gezegd, dat het van uw kant een fout was, den koddebeier in de gevangenis te bezoeken. Rei- mann is daardoor op de waarde der papieren opmerk zaam gemaakt, en een zoo geslepen kerel als hij vindt altijd een middel om zijn handlangers een be richt te doen toekomen. Is hem dit gelukt, dan zullen wij met den bezitter der papieren een moei lijke rekening te vereffenen hebben. Raadt gij dus de arrestatie af? vroeg Theodoor. Voorloopig zeker. De man heeft zijn maat regelen genomenik ken hemhij is een onzer sluwste misdadigers. Arresteoren wij hem, dan heb- ben wij de papieren nog niet en zullen ze, in spijt van al ons zoeken, niet vindeu? Dan ontbreken ons ook de bewijzen voor zijn schuldReimann zal zijn handlanger niet verraden, en de rechter zal hem dus ook niet kunnen veroordeelen. Zoudt gij dus de voorkeur er aangeyen, de straf achterwege te laten? Neen, zeide de inspecteur wrevelig/ Tegen over zulke personen kan ik daar slechts bezwaarlijk toe besluiten. Maar uitstel is geen afstelhebben wij eenmaal do papieren, dan kunnen wij de arrestatie op touw zetten zijn verdiende loon zal de boosdoener I niet ontgaan. En hoe wilt ge het aanleggen om u in het bezit van de papieren te verzekeren? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zou ik moeten weten, welk offer uw vader geneigd is te brengen, wanneer ik hem de documenten verschaf? I -rr-, XHij heeft mij gezegd, dat hij gaarne eeu offer zou'wengen, maar over het bedrag heeft hij zich tegenover mij niet uitgelaten. I Wij kunnen daar mot hem over spreken, indien die op flinko wijze met vorstelijke pracht en naar de nieuwste methode wordt ingericht. De verbou wing moet tegen medio November gereed zijn ongeveer tegelijk met de hervatting van den parle mentairen arbeid naar ik hoor omdat H. M. voor nemens is dan naar den Huag to komen. Te Antwerpen geeft de wonderdokter Sequah, de «alter ego" van den amsterdarascheu, eveneens aan leiding tot rumoerige tafreoleu. Woensdag liet hij aankondigen dat hij ieder, die inet een bewijs van het armbestuur in de door hom gehuurde zaal ver scheen, geld zou geven. Een ontzaglijke monigte stroomde op den bepaalden tijd naar lmt lokaal. Tegen negen uur was het gedrang zoo groot, dat do zaal moest worden go^loteti. Dit hielp woiuijr. De glazen douren werden nu ingeduwd. Intusscher. was Sequah met de uitdeeling van het geld begonnen. Ten slotte werd de wanorde zoo groot, dat de politie i den wonderdokter verzocht, een andereu dag ziju menschlievend werk voort te zetten. Met moeite i werd de zaal ontruimd. f Dr. T. Vestdijk, een bekend masseur, zegt in een ingezonden stuk, voorkomende in het Dbl. v. Ned. over do door Sequah gcbiulkte olie bet volgende Wat de olie-zelve betreft, deze is door mij op ver schillende patiënten toegepast, zouder muziek, zondor praalwagen en zonder suggestie. Met de grootste nauwgezetheid heb ik de uitwer- king nagegaan, on ik durf constateeren, dat ik er steeds een zeer goed resultaat mede heb gehad, 't welk mijn verwachtingen dienaangaande verre over troffen heeft. Ik zal dan ook deze olie blijven gebruikon op mijn patiënten, tot zoolang oen nog beter preparaat te voorschijn komt. De olie is volgens verkregen resultaten een hail- zaam^Éklde], mits in de hand van een wetenschap- pelijl^^Wwikkeld man. Do.'hierboven aangehaalde verklariusr doe ik op ge vaar af van door de geheele medische faculteit en oen groot gedeelte van hot antagonistische publiek te worden aangevallen. Ik haast mij echter, hierbij te voegen dat ik in middels mijnerzijds al het mogelijke zal aanwenden om de bron d. w. z. do officieelé analyse, te weten te komon, daar de prijs, natuurlijk, het vier- of meer voudige der waarde kan ziju. Sequah-zeiven echter beschouwt hij voor een kwak zalver, en zijn masseeren ncht hij zelfs gevaarlijk daar hij het eene rheumatische lijden niet van het andere onderscheidt en niet steeds centripetaal wrijft zooals de regelen der massage voorschrijven, maar maar nu eons een tripelaal, dan weer ceutrifugaal. Aan het slot van zijn schrijven zegt dr. Vestdijk En nu eóli verklaring aan Davenport-zelven ontlokt waaruit duidelijk blijkt dat het iiem niet te doen is oin menscheu te genezen, maar dat hij hier alleen gekomen is om olie te verkoopen. Op de hem go- stelde vraag, of hij de olie ter beschikking der weton- schap wilde stellen, u as zijn beslist antwoord Neen 1 Als ik dat deed, zouden de lui te spoedig genezen, en ik geen olie genoeg verkoopen. Dit antwoord, in tegenwoordigheid vau getuigen gegeven, karakteriseert voldoende 's mans optreden. Tschang Yao, gouverneur der Chineosche provincie Lhauiung, eeu der voornaamste waardigheidsbekle ders in het Hemelsche rijk, is overleden. De levens loop van deze Chineosche groothoid doet inderdaad aan de sprookjes der «Duizend en een nacht" donken. Tschang ïao was de zoou van arme ouders en moest reeds op jeugdigen leeftijd uit zijn vaderstad vluchten, daar hij een persoon, die een oud man mishandelde, in een opwelling van verontwaardiging gedood had. Door nood gedrongen, voegde hij zich toen bij een rooverbende, werd spoedig hun opper hoofd en do schrik der provinsie Huiiau. Toen nu de hoofdstad dier provincie door oen aanval vau opstandelingen werd bedreigd, liet de toenmalige gouverneur bekend maken, dat hij aan hem, die de stad tegen do rebellen beveiligde, de hand zijner dochter zou schonkeu. Dit was een kolfje naar Tschang Yao's hand. Aan het hoofd zijner 500 getrouwen dreef hij de opstandelingen op do vlucht, en voerde als belooning de schoone dochter dos gouverneurs als zijn bruid mede. Nu steeg hij ras in stand en aan zien. Ach tereen volgons werd de gelukkige mandarijn der 6e klasse, gouverneur der door hem verdedigde «au, en vice-gouverneur«tier provincie. Door een veldtocht iu de wildernissen van Mongoliëdiandhaafde y later dermate den roem zijner dapperheid, dat aarop eene benoeming tot gouverneur der provincie ^nantung volgde. Tschang Yao kon lezen noch schrijven, doch werd a gemeen geacht als een rechtvaardig man. Even arm als hij geboren was, stierf hij dezer dagen. In de jl. Zaterdag gehouden vergadering der Rot- terdamsche Gymnastiek Onderwijzers-Vereeniging werd, na afdoening der huishoudelijke werkzaamhe den, de vraag behandeld: Mat kunnen wij doen urn meer lust en opgewektheid bij de j-ugd te doeu ontstaan tot eene vlijtige beoefening der gemeen schappelijke spelen, die zulk een gunstigen invloed op bet lichaam en het karakter vau den jeugdigen mensch uitoefenen De heer J. 8. G. Disse, die het onderwerp inleidde, begon inet op te merken, dat ondanks do po^in^en indertijd door de vereeniging «Olympia" beproefd, «om de kracht en vlugheid bevorderende spelen hier te lande meer bekend te maken en de invoering er van te bevorderen", er nog weinig van dien invloed te bespeuren is, als wij de voetbal- en criquetspelon van eiikt le meergegoeden builen rekening laten. Hier 1 en daar worden zoogenaamde kinder-speeltuiqen op gericht, waar, zooals de naam zou doen vermoede», onze knapen en meisjes gelegenheid zullen vindèn 1 zich met een of ander spel te kuuuen vermaken.Mn i do werkelijkluid hebben deze tuin-n echter alMton den naam er van; in de meeste gevallen is het Jeno vermomde, dikwerf verkeerd toegepaste gymnastiek, 1 die daar veelal zonder toezicht van bevo gde per- I sollen wordt uitgevoerd. Eu hoe nuttig noodi" de beoefening der gymnastiek voor onze jéugd ook is, zondor behoorlijke leiding en deugdelijk toezicht kau die gymnastiek groote nadeelige gevolgen heb ben, al worden er ook geeu armen oi beenen ge broken. Gevoeglijk zouden we d-ze speeltuinen dan ook beter met 'den naam van schommel-, wip- of buiteltuinen kunnen bestempelen.Y «Zet er een café bij, dan lijkt do schommel- en wiptuin wat hij is, inaur noem hem geen speeltuin, want de jeugd speelt er niet" las men onlangs in een onzer schoolbladen. Zoo ziet men weer, hoe goede b.doelingon door verkeerde toepassing kunnen ontaarden, hoe men stoffelijk en zedelijk eene werkelijk goede zaak steu nende, bij kan dragen tot het in toepassing brengen van veel verkeerds. Reeds voor een tiental jaren werd door eene ver gadering van vakmannen de staf gebroken over speel tuinen mot gymiia8tiektoestellen, waar zonder be hoorlijke loidiug geturnd in plaats gespeold wordt. Terecht moet men zich dan ook verwonderen, dat voor feuige weken in den Rotterdamschen speeltuin een klimtoestel geplaatst werd, waaraan de kinderen klimoefeuingeu zullen houden. Had de commissie geweten dat juist deze oefeningen, vooral uit oen zedelijk oogpunt, tot de gevaarlijkste bthooren, als ze niet onder behoorlijke leiding methodisch worden uitgevberd, voorzeker zou ze zieh wel tweemaal be dacht hebben eer ze tot de aanschaffing van dit toe- stol had besloten. Wat wt dan wel iu een speeltuin zouden weuschen? Alleeu speeltuigen, als: knikkers, tollen, hoepels, bal lon en dergelijke. De jeugd moet zich ongestoord eu onder behoorlijke leiding kunnen vermeien met verschillende spelen, die gepaste vroolijkheid en vol doende lichaamsbeweging verschaffen. Men denke slechts aan het kastie, het balslaan, het balwemen, het kogelen, knikkeren, hoepelen, het hinken op de baan, «jeu de grace" en andere geschikte spelen die we hier niet. verder kunpen uitbreiden. Zqo opgevat zou van zulke tuinen, of gewone ter reinen buiten de stad gelegen, een leveuwëkkende kracht uitgaan, zou het kir.d, door verschillende oor- zakeu aan liet spel ontwend, weer kunnen leuren spelen en zou paal en perk gesteld kunnen worden aan de gebiuseordheid die onze jeugd tegenwoordig kenmerkt. De ouders zouden hunne kindereu naar zulke tuinen of speelterreinen kunnen zonden, ver zekerd dat ook het zedelijk welzijn der kinderen geen nadeel zou lijden. Zooals nu de speeltuinen dikwerf ingericht zijn, mooton we aan de ouders ontraden hunne kindereu naar zulke iurichtingou te zenden. Op welke wijze nu tot de booofening dezer waar lijk nuttige spelen to geraken? Volgejis spreker verdiende het voor korten tijd gegeven voorbeeld in Duitschland alle navolging. Daar word op aandrang van den oud-minister van onderwijs en eeredionst von Gosslor, den afgevaardigde v. Schenckendorff en dr. ^Eitner van Görlitz, eone vereeniging opgericht onder den r.aani «Zentral Ausschusses zurFörderung der Jugend- uüd Volksspiele," met het doel o. m. om ko3telooze cursussen voor onderwijzers te openen om hen met den aard en de practijk der bewegingsspe len bekend te maken Dal ouze jeugd niot meer kan spelen, vindt grootendeels oorzaak hierin, dat verreweg de meeste onderwijzers volslagen onbekend ziju met hot spel der jeugd en dus van hen geen opwokking daartoe zal kunnen uitgaan. Spreker stond daarna stil bij de bijzonderheden om tot uitvoering van ziju voorstel to geraken en gaf eindelijk aan do vergadering in overweging, zijne pogiugen om de Rotterdarasche onderwijzers voor die zaak te winnen, krachtdadig te steunen. Na eene zeer geanimeerde gedachten wisseling over deze inleiding, waaraan ook vooral werd deelgeno men door liet eerelid der vereeniging, den heer P. E. Mees, werden de volgende motién mei algemeene stemmen door de vergadering aangenomen 1°. in speeltuiuen behooren geene gymnastiek- toestellen aanwezig te zijn 2o. de opwekking van den lust voor het spel moet vooral van den onderwijzer uitgaan. De bijeenkomst tusscheu von Giers met Rudini moest uit den aard der zaak wel aanleiding geven tot allerlei geruchten. Zoo ook heette het, dat Itahe's minister-president den Russischeu rijkskan- solier den inhoud van het drievoudig verbond zou bekeud gomaakt hebben. Het hielp niet dat dit tegengesproken werd, en de overweging dat Italië ter opeubaring van het gehoiin, de toestemming zijner bondgeuooten noodig had, telde men niet, de nieuwtjesjagers gingen huunen gaug. Nu is echter in de Italiaansche bladen eene ofïicieuse nota ver schenen, waarin uitdrukkelijk het gerucht tegenge sproken wordt. De l'arijsche Temps verklaar' thans op geza<r van zijne correspondenten, die, gelijk het blad°zegt, ge put hebben uit sources autorisées, dat het bezoek van von Giers met de staatkunde hofgenaamd niets te maken had. Dat aan den koning zoowel als aan lluditii is alleen uit hoffelijkheid gobracht, daar hij eenmaal in Italië was tot herstel zijner gezondheid. De werkstaking der glasblazers te Lyon is, na negen maanden geduurd te hebben, daarmede geëindigd, dat de voorwaarden, door de patroons gesteld, zijn 'aan genomen. Do werkstaking der ilesVheumakers, ten gevolge waarvan de vroeger op de vereenigi'ngeu buiten Lvon verleende ouderstand verviel, en de naderende winter hebben tot toegeven genoopt. Wat j de werkstaking aan de flesschenfabrieken betreft, deze j duurt nog voortdo aanvankelijke hervatting van den arbeid hier en daar is blijven steken. Volgons de Temps trachten do Duitsche fabrikanten thans I hun waar ingang te doen vinden. De auti-Farnellistische afgevaardigde Hoaly wordt tegenwoordig steeds door drie politie-agenten bewaakt uit vrees dat de een of auder wilde Paruellist hem zal trachten te vermoorden. Davitt z^fraarschijulijk te Cork iu Paruell's plaats eandidaat Viih hot Lager huis worden gesteld. De werkstaking op de beide Theems-Worrell is op niots uitgeloopen. Het manifest der arbeiders, dat op een voor do werklieden gunstiger tijd wollioht ernstige gevolgen ifchebbeii aèhad, heeft geen doel getroffen. De ptétiy-ujas werden mot een algemeen strike bedreigd, «Muf in plaats daarvan ging het werk kalm voorlSM sloegen de leiders een mal figuur. De eigenaars der werven trokken er partij van en namen op hun beurt een besluit, dat voor den arbeid aan ,de werven van groot gewicht is, omdat de wérfeij/enaars hiermede, op voorbeeld van' de dokmaatschajjpijen, den lossen arbeid bijna geheel afschaffen en alleen werklieden tegen een vast" loon en voor een vakten tijd aantiemen. Voor alle partijen is dit beter voor werkgevers en werklieden, omdat de eersten nu steeds va"n ge- regelden arbeid en de laatsten van vast loon verzekerd zijn; en voor de havenstad in het algemeen, omdat het werkstaken bemoeilijkt en perk zal stellen aan don onophoudelijken toevloed van losse werklieden naar Londen. Een der aanvoerders van de dokwerkors, Ben Tillett, heeft aan de Daily News medegedeeld, dat ook hij en zijne medestanders niets liever zouden zien dan het aanstellen 'van vaste werklieden in de werven en aan do dokken. Tot dusver heeft zijne ervaring hem echter geleerd, dat, ondanks het be sluit der dokmaatschappgeu, de toestand Dog niets verbeterd is en de oude misbruiken weer zijn opge doken. In theorie is de toestand veel verbeterd, doch in do practijk is de toekomst van den dok^ arbeidor oven onzeker als ooit. Verscheiden telegrammen inaken melding van den toom der Chineezen over de Russische expeditie naar Pamir, welke bezig is over Chiueesch grondgebied Rusland uit te breiden. Nu is dit eene oude geschiedenis. Sinds een eeuw zijn Russen en Chineezen doodvijanden. Bijna de geheele uitbreiding van Rusland in Azië is geschied ten koste van China. Provincie na provincie, de eene stam van Tartaren na den andoren, is door Rusland aau het Hemelsche rijk ontnomen. Een jaar of wat geleden zijn de Chineezen er in geslaagd Kuluja woder te heroveren. Menigeen zal zich dit wellicht herinneren, omdat de Chinoesche generaal het optrekken der Russen naar Kaskv w toen verhinderd/ hpeft door een bloedbad, zoo ontzettend als geen Watr|an de geschiedenis melding maakt. De juiste ln;$Mderheclen ziju wij vergeten. De indruk bleef ons bij. - China en Rusland verklaren elkander geen oorlog en sluiten geeu vrede, m,\ar vechten altijd in het verre Oosten. Indien China nu weer eens krachtig

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2