Bultiuilandsdi Overzlein.
te Kinderdijk. De reederq is nu in het bezit yaa
twee flinke ijsbrekers.
De Haagsche correspondent der Zicolsche Courant
spreekt over de onlangs gehouden voordracht van
F. van Eeden in «Pulchri."
Het was altijd een dierbare illusie voor mij ge
weest eens een Nieuwe-Gidsman in levenden lijve
te ontmoeten, en zoo waarlijk zou een der sieraden
van Jong-Holland, Frederik van Eeden, gedichten
komen voordragen van hemzelven en van zyn vrienden,
den onstorfelijken Kloos, Verwey en t. q. //Ha,"
dacht ik, «nu zal ik toch eens wat nieuws, wat
pittigs hooren en ik zorgde jl. Vrijdag op een der
voorste banken in de zaal van //Pulchri" een plaats
machtig te worden.
Zijn voorkomen was niet alledaagsch, evenmin als
sijn inleidingsrede. Hij waarschuwde ons namelijk,
dat wat hij zou voordragen eigenlijk niet voor de
voordracht geschikt wasdat hij ons allen daarom
persoonlijk «en tête-a-tête" nam en dat, zoo de
lezing ons niet beviel, wij dit niet hem, m$ar het
bestuur, dat hem uitgeuoodigd had, moesten wijten.
Toen nam hij zijn lichaam en zette het aan oen
tateltje, zocht een papier uit ziju zak en begon een
vers van Vorweij «Cor Cordium" voor te dragen.
Voor te dragei^ zeg ik; maar was dat voordracht?
Geen enkel gebaar, geen demping of uitzetting van
stem, geeu oogenblikken van bedwongen of gevierde
hartstocht. De woorden sijpelden uit zijn mond als
uit een leksteen, eentonig "als het murmelen van een
geloovigen Moslem. Eerst onrustig, werd ik spoedig
afgetrokken, eindelijk slaperig, en als ik mij even
vermande, hoorde ik maar aldoor het sleepende ge
femel op de estrade. Ten slotte werd ik boos, en
gebruik willende maken van het verleende verlof,
mij met den voordrageT onder vier ooger» te be
schouwen, stond ik op om hem het papior uit de
handen te rukken en toon hij plotseling uit
zich zeiven ophield, en onder een onbestemd ge
schuifel van het ontwakend gehoor weggiug.
Ziedaar wat Jong Holland gemaakt heeft van die
schoone kunst der eloquentie, die de menigte in de
ziel grijpt en bevolkingen meesleept, in Athene en
Rome een madht in den staat was, en in onze
rechtszalen de straffen bepaaltf*. een slaapmiddel,
onfeilbaar en onmiddellijk Maar dat hadden wij
reeds in morphine
In een artikel over den gouverneur van Atjeh, zegt
de Deli Courant onder het opschrift«Gewogen en te
Jicht bevonden", dat de vier maanden van zijn bestuur
^e treurige zekerheid hebben gegeven, dat wij in
Atjeh goed op .weg zijn, om alles te verliezen, wat in
de laatste jaren mef moeite behouden werd.
«Mag het buitengewoon heeten dat zulk een beslist
oordeel reeds geveld kan worden, zoo kort q^dat
kolonel Pompe het bestuur aanvaardde,' daar i& zulks
geen verrassing voor sommigen, die ingewijd waren
met het typisch imhviasche geknoei, dat die verhef
fing voorbereidde en ten spijt van erustigen tegenstand,
wist door te zetten. Generaals, kolonels, en tal van
oversten werden handig op zijde geschoven en wat
kunde en bekwaamheid betreft naar beneden gehaald,
om eene bevordering bij keuze te rechtvaardigen en
het resultaat is een fiasco, zoodat er zelfs op Atjeh
nimmer een aanschouwd werd."
De gouverneur heeft op Atjeh een nieuw stelsel
willen invoeren, dat alle tot dusver genomen be
stuursmaatregelen wil over boord werpen, zegt de
Deli Ct. Niemand wil daarvan de verdediging op
zich nemen. Noch het verkoopen van Beaumont-
geweren aan de Atjehers, noch de tallooze licenties
die de blokkade zoo goed als doelloos maken, noch
de denkbeelden betreffende pacificatie en toenadering
met de Kemalapartij, noch de andero maatregelen
vinden stoun bij de ambtenaren van het Binnenlandsch
Bestuur. Dit blijkt wel het best daaruit, dat de ass-
res. Ruyssenaers, door zijn overplaatsing te vragen,
toonde niet met den gouverneur te kuixpu medegaan.
De Deli Ct. voelt dat het moeilijk is om in deze
zaak advies te geven. Na alles wat bij de benoeming
voorviel, kan moeilijk een ander militair met het
bestuur worden belast.
«De neiging welke zich thans laat bespeuren om
in Atjeh het civiel bestuur weet; moor op den voor
grond te brengen, is buitendien naar ik vermoed, niet
zoo zeer een gevolg van ingenomenheid mot die ver
andering, als wel een votum van onvoldaanheid mot
den te^enwoordigen Gouverneur."
In 't kort acht de Deli Ct. den stand van zaken
op het oogenblik aldus te zijn
«handhaving van den tegen woord igen gouverneur,
onmogelijk
splitsing van "bet militair en het civiel bestuur een
waagstuk, na de slechte ervaring er voorheen mee
opgedaan
vervanging van kolonel Porape, door een militair,
die vroeger waarschijnlyk minder geschikt word geacht,
een openlijk dementi aan don leger-commandant."
«Dat het der "regiering dus moeilijk is een uitweg
te moeten vinden uit zoo'n doolhof is to begrijpen;
dat zij er zich niet aan kan onttrekken, echter een
welverdiende straf voor hare vroegere meegaandheid,"
vervolgt de 7>. C.
Het blad besluit met de hoop, dat er thans niet
weer iets buitengewoons worde beproefd, maar dat
maatregelen zullen worden genomen, op Atjeh te
doen, wat voor het behoud van hetgeen we daar
-bezitten, en voor de veilighétfl noodig is. w
Uit de Hofstad wordt het volgende aan de Arnh.
Ct. geschreven
Er isI inderdaad veel, dat zich zelf corrigeert iu
den gewonen gang van zaken. Bijvoorbeeld, om een
treffend en gewichtig Haagsch belang in herinnering
te brengen, eenige*jaren geleden hadden wij hier ons
zeiven «oirerbouwd," dat wil zeggenwij waren in
het bouwen van woningen onze eigen dadelijke en
in de naaste toekomst liggende behoeften voorbijge
sneld. De gevolgen bleveu niet uitgansche straten
stonden te huur of onafgebouwd wegens het mis
lukken van de speculatie, die hypotheekhouders en
huurders een chassez-croisez laat spelen, die alleen
gelukken kan wanneer de laatsten ziclt op het juiste
oogenblik aanmelden. De huurders lachen in hun
vuistje, want zij deden hun voordeel met de huur-
verlaging, die daarop als tweede gevolg intradver
der gingen er ettelijke bouwondernemers failliet, wat
geen verlies was voor de gemeenschap, omdat die lui
feitelijk altoos toch failliet waren geweest, alleen met
de aan enkelen gelukte kans van opééns in goeden
doen te geraken. Maar, wat voor de gemeenschap
wel een nadeel wa3, hieruit kwam veel gebrek aan
werk voort en veel armoede natuurlijk ook. Op het-
oogenblik echter is dc Haagsche bevolking niet alléén
in al die leegstaande huizen gegroeid, maat; ze is er
weder uitgegroeid ook. Wie niet zoo voorzichtig, of
in eigen oogen al te slim is geweest van zijne huur
op de lagere prijzen voor langen termijn inet veel
optiejaren te verniouwen, heeft door den loop der
dingen opslag te verwachten. En inmiddels is de
oude bouwwoede weder in volle kracht over onze
stad Vaardig gowordeu, zoowel aan don Bezuiden-
houtschen weg als aan de verlengde Laan van Meer-
dervoort verrijzen weder nieuwe wijkeu, die wel kleine
steden lijken, en het groote plan van een nieuw stads
deel voor kapitulisten vlak nabij het spuikanaal
bijzonder geschikt Voor stadgeuooten met gebrekkige
wérking van de olfaotorischo organen staat ook
al voor de deur. De gefailleerde bouwondernemers
van vroeger tijdperk zijn wel niet herrozen, maar
anderen, gelukkiger dan zij, hebben hunne* plaatsen
ingenomen, zijn tan insolvente scharrelaars tot in de
lijst van hoogstaangeslagenen, verkiesbaar voor de
Eerste Kamer dér Staten-Generaal opgeklommen. En
ioch heerscht de werkeloosheid hier nog goducht.
De Haagsche kroniekschrijver van do N. Gron. Ct.
maakt gewag van eene inwendige restauratie, die
tot stand gebracht is in het gebouw, waarin het
departement van oorlog gevestigd is. Het schoone
pand, (het vroeger hotel der afgevaardigden van
Rotterdam in de Staten van Hollaud) een der
besten van do openbare gebouwen der residentie
heeft een geheele verandering oudergaan. 'De fraaie
pleisterwerken in gangen en plafonds, do mooie
eikenhouten botimmoringen, vooral ook van de hoofd
trap die jaren lang onder een dikke verdaag waren
verborgen, zijn weer in al haar schoonheid te voor
schijn gebracht en het geheel ziet er door 't ver
wijderen van bode- en andere hokjes in de gangen,
zoo ruim uit, dat men voor zijn genoegen door het
gebouw wandelt. Men heeft deze verbetering eigen
lijk aan den heer Victor de Stuers te danken en
't is zeker een verblijdend feit, dat de restauratie is
tot stand gebracht zonder buitengewone credieten
of belangrijke overschrijding van de gewone onder
houdskosten. Langzaam err ougemerkt als 't ware is
dit mooie herstellingswerk uitgevoerd. Toen de heer
de Stuers voor een paar jaren vernam dat men weer
met de verfkwast aan 't werk zou gaan om de
prachtige eikenhouten deuren en lambriseeringen
en trappen verder in den groud te bederven en 't fraaie
pleisterwerk voor goed te vernietigen, kwam hij
daartegen op en kroeg van de toenmalige ministers,
de heeren Berganius en Havelaar, gedaan, dat althans
ten deele het vernielde kunstwerk in eere werd her
steld, liet de minister het werk langzaam voortzetten
en de heer do Stuers hield er een waakzaam oog op.
Thans is 't ministerie van oorlog onbetwistbaar een
onzer mooiste gebouwen. Maar er blijft inwendig
nog heel wat aan te verbeteren.
In hot paleis onzer koninginnen in het Noordeinde
is men druk aan 't bouwen, breken, versieren. De
nieuwe intendant der paleizen, baron de Constant
Rebecque, een man van grooten smaak, brengt heel
wat verbeteringen aan. Tal van fraaie kunstwerken,
die jaren lang iu 't stof bogravem waren in bergka-
mers, worden te voorschijn gehaald en in de vesti
bules en corridors >pgehangen, die daardoor niet
weinig in schoonheid winnen. Overigens wordt door
't gansche paleis waterleiding aangebracht met brand-
kranen op verscheidene punten, en wördt aan den
vleugel van 't paleis, door H. M. do koningin-rezeu-
tes iugenomeu, een nieuwe badkamer aangebouwd,
ik weet, welke eischen de kerel stelt.
En wanneer zult gij het weten?
Misschien reeds morgeu.'
Mocht hij een fte lioogen eisch steller., dan
moet go er hem op opmerkzaam maken, dat hem
slechts de keus blijft tusscheu het tuchthuis en...
Waarde heer, dat alles is mijn zaak viel de
inspecteur het joage mensch in de rede. Gij hebt
mij de zaak opgedragen nu moet mijn ervaring mij
ter hulp komenvan uw raad kan ik geen gebruik
maken hij is voor mij van geen do minste waarde^
Gaat ge den boef nog hedenavond opzoeken
vroeg Theodoor, die met de ver van aangename be
jegening blijkbaar niet was ingenomen.
In elk geval.
Dan zal het tijd wezen.
Hoe laat hebt ge het?
B jna elf uur.
Dan kan ik ten minste nog een uur wachten.
Maar om het niet te vergeten, vervolgde de inspec
teur op vluggeren toon, gij kunt mij wellicht een
dienst bewijzen.
Van harte gaarne.
Wanneer ik mij niet bedrieg, is uw vader de
bankier van graaf Hohenhausen.
Ja, waarom?
Met uw verlof! Hoe lang staat ge reeds met
den graaf op deze wijze in verbinding?
Sedert twintig jaren.
Wordt vervolgd.)
gij zegt. familiegeheimen bevatten, in andere handen
komen.
Wanneer dit vermeden kon worden, zou het
zeker mijn vader zeer aangenaam zijn.
Kent ge den inhoud
Neen.
Het is dus ook voor u een geheim vroeg de
inspecteur. Hebt ge dan niet beproefd, dit geheim
te doorgronden?
Vader sprak er niet gaarne over, naar het
schijnt. Hij wenscht, dat ook gij de papieren niet
leest, indien ze in uw handen mochten vallenik
heb gemeend, hem dit uit uw naam te mogen be
loven.
De inspecteur knikte toestemmend.
Het is niet mijn zaak, in de geheimen van
anderen te dringen, altijd als ik daar niet toe ge
dwongen word, gaf hij ten antwoord. Maar daarbij
kan het aan den anderen kant niet vermeden worden,
dat ik geheimen verneem, zonder ze te onderzoeken
ik. kan dus niets beloven. Natuurlijk zweer ik stil
zwijgendheid onder alle omstandigheden; wat ik ook
mocht vernemen, ik zal niets verraden. Het is dus
nu alleen de vraag, welken weg er moet ingeslagen
worden, of beter gezegd, langs welken weg wij ons
doel het zekerst en schielijkst bereiken. Ik heb u
reeds gezegd, dat het van uw kant een fout was,
den koddebeier in de gevangenis te bezoeken. Rei-
mann is daardoor op de waarde der papieren opmerk
zaam gemaakt, en een zoo geslepen kerel als hij
vindt altijd een middel om zijn handlangers een be
richt te doen toekomen. Is hem dit gelukt, dan
zullen wij met den bezitter der papieren een moei
lijke rekening te vereffenen hebben.
Raadt gij dus de arrestatie af? vroeg Theodoor.
Voorloopig zeker. De man heeft zijn maat
regelen genomenik ken hemhij is een onzer
sluwste misdadigers. Arresteoren wij hem, dan heb-
ben wij de papieren nog niet en zullen ze, in spijt
van al ons zoeken, niet vindeu? Dan ontbreken ons
ook de bewijzen voor zijn schuldReimann zal zijn
handlanger niet verraden, en de rechter zal hem dus
ook niet kunnen veroordeelen.
Zoudt gij dus de voorkeur er aangeyen, de
straf achterwege te laten?
Neen, zeide de inspecteur wrevelig/ Tegen
over zulke personen kan ik daar slechts bezwaarlijk
toe besluiten. Maar uitstel is geen afstelhebben
wij eenmaal do papieren, dan kunnen wij de arrestatie
op touw zetten zijn verdiende loon zal de boosdoener
I niet ontgaan.
En hoe wilt ge het aanleggen om u in het
bezit van de papieren te verzekeren?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zou
ik moeten weten, welk offer uw vader geneigd is te
brengen, wanneer ik hem de documenten verschaf?
I -rr-, XHij heeft mij gezegd, dat hij gaarne eeu offer
zou'wengen, maar over het bedrag heeft hij zich
tegenover mij niet uitgelaten.
I Wij kunnen daar mot hem over spreken, indien
die op flinko wijze met vorstelijke pracht en naar
de nieuwste methode wordt ingericht. De verbou
wing moet tegen medio November gereed zijn
ongeveer tegelijk met de hervatting van den parle
mentairen arbeid naar ik hoor omdat H. M. voor
nemens is dan naar den Huag to komen.
Te Antwerpen geeft de wonderdokter Sequah, de
«alter ego" van den amsterdarascheu, eveneens aan
leiding tot rumoerige tafreoleu. Woensdag liet hij
aankondigen dat hij ieder, die inet een bewijs van
het armbestuur in de door hom gehuurde zaal ver
scheen, geld zou geven. Een ontzaglijke monigte
stroomde op den bepaalden tijd naar lmt lokaal.
Tegen negen uur was het gedrang zoo groot, dat do
zaal moest worden go^loteti. Dit hielp woiuijr. De
glazen douren werden nu ingeduwd. Intusscher. was
Sequah met de uitdeeling van het geld begonnen.
Ten slotte werd de wanorde zoo groot, dat de politie i
den wonderdokter verzocht, een andereu dag ziju
menschlievend werk voort te zetten. Met moeite i
werd de zaal ontruimd. f
Dr. T. Vestdijk, een bekend masseur, zegt in een
ingezonden stuk, voorkomende in het Dbl. v. Ned.
over do door Sequah gcbiulkte olie bet volgende
Wat de olie-zelve betreft, deze is door mij op ver
schillende patiënten toegepast, zouder muziek, zondor
praalwagen en zonder suggestie.
Met de grootste nauwgezetheid heb ik de uitwer-
king nagegaan, on ik durf constateeren, dat ik er
steeds een zeer goed resultaat mede heb gehad, 't
welk mijn verwachtingen dienaangaande verre over
troffen heeft.
Ik zal dan ook deze olie blijven gebruikon op mijn
patiënten, tot zoolang oen nog beter preparaat te
voorschijn komt.
De olie is volgens verkregen resultaten een hail-
zaam^Éklde], mits in de hand van een wetenschap-
pelijl^^Wwikkeld man.
Do.'hierboven aangehaalde verklariusr doe ik op ge
vaar af van door de geheele medische faculteit en
oen groot gedeelte van hot antagonistische publiek te
worden aangevallen.
Ik haast mij echter, hierbij te voegen dat ik in
middels mijnerzijds al het mogelijke zal aanwenden
om de bron d. w. z. do officieelé analyse, te weten
te komon, daar de prijs, natuurlijk, het vier- of meer
voudige der waarde kan ziju.
Sequah-zeiven echter beschouwt hij voor een kwak
zalver, en zijn masseeren ncht hij zelfs gevaarlijk
daar hij het eene rheumatische lijden niet van het
andere onderscheidt en niet steeds centripetaal wrijft
zooals de regelen der massage voorschrijven, maar
maar nu eons een tripelaal, dan weer ceutrifugaal.
Aan het slot van zijn schrijven zegt dr. Vestdijk
En nu eóli verklaring aan Davenport-zelven ontlokt
waaruit duidelijk blijkt dat het iiem niet te doen is
oin menscheu te genezen, maar dat hij hier alleen
gekomen is om olie te verkoopen. Op de hem go-
stelde vraag, of hij de olie ter beschikking der weton-
schap wilde stellen, u as zijn beslist antwoord Neen 1
Als ik dat deed, zouden de lui te spoedig genezen,
en ik geen olie genoeg verkoopen.
Dit antwoord, in tegenwoordigheid vau getuigen
gegeven, karakteriseert voldoende 's mans optreden.
Tschang Yao, gouverneur der Chineosche provincie
Lhauiung, eeu der voornaamste waardigheidsbekle
ders in het Hemelsche rijk, is overleden. De levens
loop van deze Chineosche groothoid doet inderdaad
aan de sprookjes der «Duizend en een nacht" donken.
Tschang ïao was de zoou van arme ouders en
moest reeds op jeugdigen leeftijd uit zijn vaderstad
vluchten, daar hij een persoon, die een oud man
mishandelde, in een opwelling van verontwaardiging
gedood had. Door nood gedrongen, voegde hij zich
toen bij een rooverbende, werd spoedig hun opper
hoofd en do schrik der provinsie Huiiau. Toen nu
de hoofdstad dier provincie door oen aanval vau
opstandelingen werd bedreigd, liet de toenmalige
gouverneur bekend maken, dat hij aan hem, die de
stad tegen do rebellen beveiligde, de hand zijner dochter
zou schonkeu. Dit was een kolfje naar Tschang Yao's
hand. Aan het hoofd zijner 500 getrouwen dreef
hij de opstandelingen op do vlucht, en voerde als
belooning de schoone dochter dos gouverneurs als
zijn bruid mede. Nu steeg hij ras in stand en aan
zien. Ach tereen volgons werd de gelukkige mandarijn
der 6e klasse, gouverneur der door hem verdedigde
«au, en vice-gouverneur«tier provincie. Door een
veldtocht iu de wildernissen van Mongoliëdiandhaafde
y later dermate den roem zijner dapperheid, dat
aarop eene benoeming tot gouverneur der provincie
^nantung volgde.
Tschang Yao kon lezen noch schrijven, doch werd
a gemeen geacht als een rechtvaardig man. Even
arm als hij geboren was, stierf hij dezer dagen.
In de jl. Zaterdag gehouden vergadering der Rot-
terdamsche Gymnastiek Onderwijzers-Vereeniging
werd, na afdoening der huishoudelijke werkzaamhe
den, de vraag behandeld: Mat kunnen wij doen
urn meer lust en opgewektheid bij de j-ugd te doeu
ontstaan tot eene vlijtige beoefening der gemeen
schappelijke spelen, die zulk een gunstigen invloed
op bet lichaam en het karakter vau den jeugdigen
mensch uitoefenen
De heer J. 8. G. Disse, die het onderwerp inleidde,
begon inet op te merken, dat ondanks do po^in^en
indertijd door de vereeniging «Olympia" beproefd,
«om de kracht en vlugheid bevorderende spelen hier
te lande meer bekend te maken en de invoering er
van te bevorderen", er nog weinig van dien invloed
te bespeuren is, als wij de voetbal- en criquetspelon
van eiikt le meergegoeden builen rekening laten. Hier 1
en daar worden zoogenaamde kinder-speeltuiqen op
gericht, waar, zooals de naam zou doen vermoede»,
onze knapen en meisjes gelegenheid zullen vindèn 1
zich met een of ander spel te kuuuen vermaken.Mn i
do werkelijkluid hebben deze tuin-n echter alMton
den naam er van; in de meeste gevallen is het Jeno
vermomde, dikwerf verkeerd toegepaste gymnastiek, 1
die daar veelal zonder toezicht van bevo gde per- I
sollen wordt uitgevoerd. Eu hoe nuttig noodi"
de beoefening der gymnastiek voor onze jéugd ook
is, zondor behoorlijke leiding en deugdelijk toezicht
kau die gymnastiek groote nadeelige gevolgen heb
ben, al worden er ook geeu armen oi beenen ge
broken. Gevoeglijk zouden we d-ze speeltuinen dan
ook beter met 'den naam van schommel-, wip- of
buiteltuinen kunnen bestempelen.Y «Zet er een café
bij, dan lijkt do schommel- en wiptuin wat hij is,
inaur noem hem geen speeltuin, want de jeugd speelt
er niet" las men onlangs in een onzer schoolbladen.
Zoo ziet men weer, hoe goede b.doelingon door
verkeerde toepassing kunnen ontaarden, hoe men
stoffelijk en zedelijk eene werkelijk goede zaak steu
nende, bij kan dragen tot het in toepassing brengen
van veel verkeerds.
Reeds voor een tiental jaren werd door eene ver
gadering van vakmannen de staf gebroken over speel
tuinen mot gymiia8tiektoestellen, waar zonder be
hoorlijke loidiug geturnd in plaats gespeold wordt.
Terecht moet men zich dan ook verwonderen, dat
voor feuige weken in den Rotterdamschen speeltuin
een klimtoestel geplaatst werd, waaraan de kinderen
klimoefeuingeu zullen houden. Had de commissie
geweten dat juist deze oefeningen, vooral uit oen
zedelijk oogpunt, tot de gevaarlijkste bthooren, als
ze niet onder behoorlijke leiding methodisch worden
uitgevberd, voorzeker zou ze zieh wel tweemaal be
dacht hebben eer ze tot de aanschaffing van dit toe-
stol had besloten.
Wat wt dan wel iu een speeltuin zouden weuschen?
Alleeu speeltuigen, als: knikkers, tollen, hoepels, bal
lon en dergelijke. De jeugd moet zich ongestoord
eu onder behoorlijke leiding kunnen vermeien met
verschillende spelen, die gepaste vroolijkheid en vol
doende lichaamsbeweging verschaffen. Men denke
slechts aan het kastie, het balslaan, het balwemen,
het kogelen, knikkeren, hoepelen, het hinken op de
baan, «jeu de grace" en andere geschikte spelen die
we hier niet. verder kunpen uitbreiden.
Zqo opgevat zou van zulke tuinen, of gewone ter
reinen buiten de stad gelegen, een leveuwëkkende
kracht uitgaan, zou het kir.d, door verschillende oor-
zakeu aan liet spel ontwend, weer kunnen leuren
spelen en zou paal en perk gesteld kunnen worden
aan de gebiuseordheid die onze jeugd tegenwoordig
kenmerkt. De ouders zouden hunne kindereu naar
zulke tuinen of speelterreinen kunnen zonden, ver
zekerd dat ook het zedelijk welzijn der kinderen geen
nadeel zou lijden. Zooals nu de speeltuinen dikwerf
ingericht zijn, mooton we aan de ouders ontraden
hunne kindereu naar zulke iurichtingou te zenden.
Op welke wijze nu tot de booofening dezer waar
lijk nuttige spelen to geraken? Volgejis spreker
verdiende het voor korten tijd gegeven voorbeeld in
Duitschland alle navolging. Daar word op aandrang
van den oud-minister van onderwijs en eeredionst
von Gosslor, den afgevaardigde v. Schenckendorff en
dr. ^Eitner van Görlitz, eone vereeniging opgericht
onder den r.aani «Zentral Ausschusses zurFörderung
der Jugend- uüd Volksspiele," met het doel o. m. om
ko3telooze cursussen voor onderwijzers te openen om
hen met den aard en de practijk der bewegingsspe
len bekend te maken Dal ouze jeugd niot meer
kan spelen, vindt grootendeels oorzaak hierin, dat
verreweg de meeste onderwijzers volslagen onbekend
ziju met hot spel der jeugd en dus van hen geen
opwokking daartoe zal kunnen uitgaan.
Spreker stond daarna stil bij de bijzonderheden
om tot uitvoering van ziju voorstel to geraken en gaf
eindelijk aan do vergadering in overweging, zijne
pogiugen om de Rotterdarasche onderwijzers voor die
zaak te winnen, krachtdadig te steunen.
Na eene zeer geanimeerde gedachten wisseling over
deze inleiding, waaraan ook vooral werd deelgeno
men door liet eerelid der vereeniging, den heer P.
E. Mees, werden de volgende motién mei algemeene
stemmen door de vergadering aangenomen
1°. in speeltuiuen behooren geene gymnastiek-
toestellen aanwezig te zijn
2o. de opwekking van den lust voor het spel
moet vooral van den onderwijzer uitgaan.
De bijeenkomst tusscheu von Giers met Rudini
moest uit den aard der zaak wel aanleiding geven
tot allerlei geruchten. Zoo ook heette het, dat
Itahe's minister-president den Russischeu rijkskan-
solier den inhoud van het drievoudig verbond zou
bekeud gomaakt hebben. Het hielp niet dat dit
tegengesproken werd, en de overweging dat Italië
ter opeubaring van het gehoiin, de toestemming
zijner bondgeuooten noodig had, telde men niet, de
nieuwtjesjagers gingen huunen gaug. Nu is echter
in de Italiaansche bladen eene ofïicieuse nota ver
schenen, waarin uitdrukkelijk het gerucht tegenge
sproken wordt.
De l'arijsche Temps verklaar' thans op geza<r van
zijne correspondenten, die, gelijk het blad°zegt, ge
put hebben uit sources autorisées, dat het bezoek van
von Giers met de staatkunde hofgenaamd niets te
maken had. Dat aan den koning zoowel als aan
lluditii is alleen uit hoffelijkheid gobracht, daar hij
eenmaal in Italië was tot herstel zijner gezondheid.
De werkstaking der glasblazers te Lyon is, na negen
maanden geduurd te hebben, daarmede geëindigd, dat
de voorwaarden, door de patroons gesteld, zijn 'aan
genomen. Do werkstaking der ilesVheumakers, ten
gevolge waarvan de vroeger op de vereenigi'ngeu
buiten Lvon verleende ouderstand verviel, en de
naderende winter hebben tot toegeven genoopt. Wat
j de werkstaking aan de flesschenfabrieken betreft, deze
j duurt nog voortdo aanvankelijke hervatting van
den arbeid hier en daar is blijven steken. Volgons
de Temps trachten do Duitsche fabrikanten thans
I hun waar ingang te doen vinden.
De auti-Farnellistische afgevaardigde Hoaly wordt
tegenwoordig steeds door drie politie-agenten bewaakt
uit vrees dat de een of auder wilde Paruellist hem
zal trachten te vermoorden. Davitt z^fraarschijulijk
te Cork iu Paruell's plaats eandidaat Viih hot Lager
huis worden gesteld.
De werkstaking op de beide Theems-Worrell is op
niots uitgeloopen. Het manifest der arbeiders, dat
op een voor do werklieden gunstiger tijd wollioht
ernstige gevolgen ifchebbeii aèhad, heeft geen doel
getroffen. De ptétiy-ujas werden mot een algemeen
strike bedreigd, «Muf in plaats daarvan ging het
werk kalm voorlSM sloegen de leiders een mal
figuur. De eigenaars der werven trokken er partij
van en namen op hun beurt een besluit, dat voor
den arbeid aan ,de werven van groot gewicht is,
omdat de wérfeij/enaars hiermede, op voorbeeld van'
de dokmaatschajjpijen, den lossen arbeid bijna geheel
afschaffen en alleen werklieden tegen een vast" loon
en voor een vakten tijd aantiemen.
Voor alle partijen is dit beter voor werkgevers
en werklieden, omdat de eersten nu steeds va"n ge-
regelden arbeid en de laatsten van vast loon verzekerd
zijn; en voor de havenstad in het algemeen, omdat
het werkstaken bemoeilijkt en perk zal stellen aan
don onophoudelijken toevloed van losse werklieden
naar Londen.
Een der aanvoerders van de dokwerkors, Ben
Tillett, heeft aan de Daily News medegedeeld, dat
ook hij en zijne medestanders niets liever zouden
zien dan het aanstellen 'van vaste werklieden in de
werven en aan do dokken. Tot dusver heeft zijne
ervaring hem echter geleerd, dat, ondanks het be
sluit der dokmaatschappgeu, de toestand Dog niets
verbeterd is en de oude misbruiken weer zijn opge
doken. In theorie is de toestand veel verbeterd,
doch in do practijk is de toekomst van den dok^
arbeidor oven onzeker als ooit.
Verscheiden telegrammen inaken melding van den
toom der Chineezen over de Russische expeditie naar
Pamir, welke bezig is over Chiueesch grondgebied
Rusland uit te breiden.
Nu is dit eene oude geschiedenis. Sinds een eeuw
zijn Russen en Chineezen doodvijanden. Bijna de
geheele uitbreiding van Rusland in Azië is geschied
ten koste van China. Provincie na provincie, de eene
stam van Tartaren na den andoren, is door Rusland
aau het Hemelsche rijk ontnomen.
Een jaar of wat geleden zijn de Chineezen er in
geslaagd Kuluja woder te heroveren. Menigeen zal
zich dit wellicht herinneren, omdat de Chinoesche
generaal het optrekken der Russen naar Kaskv w toen
verhinderd/ hpeft door een bloedbad, zoo ontzettend
als geen Watr|an de geschiedenis melding maakt.
De juiste ln;$Mderheclen ziju wij vergeten. De indruk
bleef ons bij. -
China en Rusland verklaren elkander geen oorlog
en sluiten geeu vrede, m,\ar vechten altijd in het
verre Oosten. Indien China nu weer eens krachtig