Builenlandsch Overzicht.
om te gelooven, dat de overledenen geen natuurlij
ken dood zyn gestorven, zyn do beide lijkkisten, onder
toezicht der politie en twee geneesheeren, door den
burgemeester van Odoorn verzegeld. De justitie uit
Assen zal een onderzoek instellen.
Men meent ?ry algemeen dat de panorttnA's van
den laatsten tijd zyn. J
Dit is een dwaling. In 1786 kwam een Éngelsch-
man 't eerst op de gedachte^om zulk een 1 ecoratiof
schilderwerk tfl maken, on in 1806 werdfa in ons
land een panorama van Gelderland en eenj van Am
sterdam gemaakt, die met groot succes de 'eis door
de hoofdsteden van Europa maakten.
Een werktuigkundige te Genève beeft eene inrich
ting uitgevouden, om op zelfwerkende wijzl blieven
of postpakketten in alle verdiepingen van groote ge>
bouwen te verdoelen, en daarmede den brielenbestel
Ier het trappen klimmen te behparen. Tot'ldat doel
wordt, zooals het patent»- en technisch bj
Bichard Lüders te Görlitz mededeelt, in
verdieping eene verzamelbus geplaatst, d
openingen heeft als er verdiepingen in h
zyn. Worden nu brieven of Jndere voor'
de daarvoor bestemde opening «geworpen,
de bus te stijgen, verdeelt onderweg, zo!
onder verklaard wordt, op ha^en weg den inhotid in
de brievenbussen der afzonitarkuge vetdiepingeh en
geeft den bewoners van d^ vmflieping tegelijk mede-
deeling door eene electris<&e \bbel.
De zelfwerkende inrichting-berust hierop, dat de
ingeworpen voorwerpen de vertamelbus in de onderste
verdieping met het dak in electrische verbinding
brengen, die den kraan van een waterhouder opent.
Het uitstroomende water vjult^een cyliuder, die daar
door een tegenwicht met oe verzamelbus vormt en
deze in de hoogte trekt. Eene eenvoudige inrich
ting dwingt nu de bus, den inhoud voor iedere
verdieping in de by die verdieping behoprende bus
te ledigend. w. z. in de' eerste verdieping wordt
het vak van de verzamelbus voor deze afdeeling
geopend en ledigt in de briovenbus datgene wat
voor de eerste verdieping ingelegd wordt, en zoo
vervolgens voor de tweede, derde en overige ver
diepingen. Op deze eenvoudige wijze ontvangt iedere
verdieping de haar toekomende briefzendingeu, wan
neer zij slechts door den brievenbesteller in de juiste
opening worden geworpen. In de verzamelbus in
de bovenste verdieping aangekomen, dan wordt de
gevulde cylinder geledigd, waardoor de verzamelbus
naar hare plaats terugkeert.
Jreau van
Wonders td
i zooveel
gebouw
brp0n|id
in bo^int
hls hier-
Bij het afdeelingsonderzoek der begrooting van
Buitenlandsche Zaken, in de Tweede Kamer, kwam
ook de treurige toestand van vele onzer landgenoo-
ten in Argentinië ter sprake. Terwijl er verschil
heerschte over do vraag, aan wie de schuld lag, aan
de rooskleurige voorstellingen van den consul-ge
neraal of aan de voorspiegelingen van agenten van
stoomvaartmaatschappijen en landverhuizingskantoren,
drongen enkele leden aan op Regeeringshulp, om de
landverhuizers behulpzaam te zijn voor den terugkeer
of met hen een kolonisatie in West-Indië te beproe
ven. Dit gevoelen ontmoette echter krachtigen tegen
stand de Staat kan hen, die vrijwillig heengingen,
niet vrijwaren voor de gevolgen van lichtzinnige
landverhuizing. Wel moest zooveel mogelijk herha
ling worden voorkomen, door onze consulaire amb
tenaren aan te schryven, steeds en bytyds vertrouw
bare berichten in te zenden omtrent de landen,
waarheen landverhuizers gelokt worden, en hunne
berichten te publiceeren, zoomede door'scherp toe
zicht te doen houden op agenten, wanneor dezen het
publiek door overdreven voorspiegelingen tot emi
gratie trachten over te hjklen.
Gevraagd word ook, cff maatregelen zijn genomen
om zoo noodig de Nederlandsche onderdanen in China
te beschermen en voor ue Nederlaudsche belangen
aldaar te wukjen.
In verlwfad met het sluitên van eon handelstrac-
taat met^jFraukryk weru gewezen op de mogelijk
heid om èoncessie te bedingen met het wapen' van
het verbod'van nadruk, dat schier uitsluitend in het
belang van Rrankrijk werkt.
Men vroeg|weer om uitle verin gltractaten met flrie-
xenlaud en ^rgenti^jë,, Jón 'meedèpling aaugaant o de
jerking der» overeenkomsten tojï wering) van den
{handel in mpisjes. 1
Is het waar i zoo werd vlrdejfjo a. nog ae-
vraagd dat alle vergunningtA tdt exploitat eTof
onderzoék, doof de Fransche Regjöering in het I. iwih-
"gebied gegeven, wederzijds erkend' en bevestjgd til
len worden op grónd fan de arbitrale uitSprM
Zoo ja, dap betwistte anen daar^au.pe luidheid,®i-
gezien dol „goede troj,iw"|(bona fid|5 Jmtjent di) be
voegdheid der Ffrausohe <|verhpid tol het geven' van
dergelijke vergujjining, zofelang het Irenégeschil nieff
ibeslist was, moeüijk aannéembaaï isftenzij onzerzijds
jta eene voorloopige realiug (jfezen zin, toegé-»
«ternd was.
I Van verschillende zijdenf klaagde ïïlen over gebre
aan activiteit bij den consul-generfsl in de Zuid
afrikaansche republiek en werd ^gedrongen op in-
Stilling van een bezoldigd consulaat te Kaapstad.
iTe Parijs stond dezer dagen prins Benjamin Bohan,
ng8te zoon van prins Cataille Rohan, wegens ver-
ïistering terecht.
De bankier Polack had in zijn bezit twee schilde
ryen van Teuiers van zeer ougelijko waarde, geza
menlijk werden ze op 30,000 frs. geschat. Daar hij
ze wilde verkoopeu, dfoeg hij den expert Laveau op
koopers te zoeken. Prins Rohan meldde zich aan,
wilde echter alleen bij termijnen betalen.
Polack wilde eerst hiervan niets weten, stemde
echter eindelijk toe, de schilderijen bij den prins te
deponeeren, die zich verbond binnen drie maanden
alles te betalen of de stukken terug te geven. Toen
prins Rohan tlgze echtir had ontvangen, verkocht
hij hot beste dudelyk voor 3600 frs. Toen de drie
maanden om wpren, kon bij niet betalen noch de
twee Teniers teruggeven. Polack diende een aanklacht
tegen hom in. Bij do terechtzitting verscheen do
prins niet. Zijn advocaat deelde mede, dat de prins
peisooulijk geen vermogen bezit, doch dat zijn eobt-
genooto zeer rijk is en hom jaarlijks 50.000 frs. be
taalt. De rechtbank voroordeelde den prins bij ver
stek tot 4 maanden gevangenisstraf, 2000 frs. boete
en 25000 frs. schadeloosstelling.
In een faillissement had iemand te Goes een vor
dering van ƒ1,20. De curator berichtte hem dat
uitgekeerd werd 4 301/1000 pCt., zoodat op de vor
dering zes cent te trekken bleef, waaraf de kosten
van overmaking (het porto van den brief, waarin van
het feit kennis werd gegeven) ad vyf cent, restte éét
cent, welke in een postzegel van dat bedrag in dec
brief werd overgemaakt, h\
De kantonrechter te Oud-Beierland heeft den heei
A. E. van N. tot dé volgende boeten veroordeeld 10
het als geneeskundige, tevens bevoegd tot het afleveren
van geneesmiddelen, niet aanwezig hebben van twee
geneesmiddelen die voorhanden moetèn zy'n, tot 2 maal
ƒ3; 2o het ondeugdelijk hebben van vier geneesmid
delen, tot 4 maal 3 3. het buiten do gesloten ver
giftkas bewaren van drie vergiften, die in de gesloten
vergiftkast moeten bewnard worden, tot 25 4.
het buiten de gesloten vergiftkas en zonder blauw
kruis als kenmerk bewaren van zes vergiften, die, mits
zij duidelijk een blauw kruis als kenmerk drager),
buiten de gesloten vergiftkas bewaard mogen wordeü'!
tot ƒ25 boeteelke boete te vervangen bij waube-
taling door gevangenisstraf van 1 tot 8 dagen.
Opnieuw wordt de aandacht gevestigd op hit
Museum vau voorwerpen ter voorkoming van onge
lukkeu en ziekten in fabrieken en werkplaatsen, cliat,
als uitvloeisel van do in het vorige jaaf te Amsterdam
gehouden veiligheidsteutoonstelling, eerlg^g verrijzen
zal. Met de voorbereidende maatregelen, om tot de
qprichtipg van dit Musoq m te komefli is men een
goed ei^d gevorderd.' Opuitnoodiginjrevan het be
stuur dèr afdeeling AmstiJ-dum van dlwVeroeniging
ter bevordering van fabriek} i- en handwélpnyverbeid,
heeft zich eene commissi# van bestuur gevorind.
Stappen zijn gedaan om Zich van (jen^iteun éndde
medewerking te ver^kéren van de bÖaturen', van
staat en gemeente. Die Ipogingen zijn met goed
gevoeg bekroondde regeëring heeft eene bijdrage
van 5000 toogezogd, dip öp de staatsbogrooting
voor 1892 is aangevraagd.!1 Ook het stedelytó be
stuur van Amsterdam is tot medewerking geziiwL
Zal echter het plan ^verwezenlijkt worden, dan is
in de eerste plaats ve^eischt een ruime medewer
king uit den boezemWder naaste belanghebbenden
zolvon, niet alleen tot de oprichting van het Museum,
maar ook tot instamniouding er van. Om hen
daartoe op te wekken J^eeft de Museum-commissie
onlangs eene circulair# verspreid. Zij iet daarin
uiteen, dat «een dergelijk museum in een werkelijke
behoefte voorziet, indien het, zooals zij wonscht, op
practischen grondslag wordt gegrondvest en opge
bouwd indien het een voortdurende tentoonstelling
wordt, waar men in werkelijkheid kan zien, hoe
een werktuig moet zijn ingericht, om gevaar voor
den daarbij werkzamen arbeider zooveel mogelyk te
voorkomen waar dus elke werkgever of werkman
de bezwaren, aan een dergelijke boveiliging verbon
den, zooveel mogelijk kan nagaan, waar tevens in
richtingen worden tentoongesteld, of als modellen of
teekeningen zijn vertegenwoordigd, die ten' doel heb
ben, do gezondheid van den arbeider in zyn bedrijf
te bevorderen of schadelijke invloeden, aan dat be
drijf verbonden, af te weren of te verminderen."
Zal deze roepstoin weerklank vinden bij hen, die
van de aanwezigheid van dit Museum rechtstreeks
de goede gevolgen zullen ondervinden Wij hopen
van harte, dat zij heu, die nog achterlijk bleven,
moge aansporen om daarvoor eene bijdrage te be
stemmen. Met instemming lazen wij in het //Sociaal
Weekblad"Zou ergerlijk wezen, indien het
anders ware. Vóórop dienen te gaan de werkgevers,
om blijk te geven van hun goeden wil. Op den
Ja.
Good, de gevolgen komen voor je rekening,
Bob Ter zake. Ge hebt daar weer een gevaarlijk
zaakjedie inbraak kon je tien jaren vrij lbgies
bezorgen en het waa bovendien een domme affaire,
daar ge vooruit moest weten, dat het geen schit
terende zaak zou worden. Een brandkast openen is
geen kinderspelge zoudt dit met de beste instru
menten in drie dagen nog niet klaarspelen.
Het roode gezicht van Bob vertrok zich tot een
honend gegrijns.
Daar kunt gij niet over oordeelen, antwoordde
hij. Wie heeft mij verraden?
Je eigen schrift. Gij hebt aan den bankier
geschreven, en naar aanleiding van dien brief kon
ik je laten inrekenen.
En hoe wilt gij de bewijzen leveren Wat
bewijst die brief, dien evengoed ieder ander ge
schreven kan hebben Reimann zal me niet ver
raden, en dat niemand de papiertjes vindt, daarvoor
is al gezorgd. Vraag 'taan den dokter, of ik voor
iets bevreesd behoef te zijn.
Niot in 't minst, zeide Kaller, die klaarblijke
lijk de rechtsgeleerde raadsman van do dievenbende
was. De aanklacht tegen Bob is alieen te bewijzen,
wanneer men in zijn bezit de gestolen papieren vindt,
en die zal men niet vinden. Zeg aan den bankier,
dat zoodra Bob wordt gevangen genomen, hij er zich
op kan voorbereide, dat van de papieren gebruik
wordt gemaakt.
En dat dit ook geschiedt voor het geval mijn
vriend te gelijk met mij wordt gepakt, zeide Bob,
terwijl bij een korte aarden pyp stopte.
Wij hebben voor alle gevallen onze maatregelen
genomen óf de bankier betaalt wat wij verlangen,
óf hij gaat er onder.
Zoo staan de zakenzeide de dokter, met een
blik op den ouden man, die zijn bedaardheid geen
oogenblik verloor. Alles of niets; een middenweg
is er niet.
Zijn die papieren inderdaad van zooveel waarde?
vroeg de inspecteur. Ik goloof, dat gij de waarde
te hoog schat.
De dokter kont dat, spott%. Bobhij weet,
hoeveel de papiertjes waard zijn, en ik weet het
nu ook.
En hoeveel wilt ge er voor hebben?
Veertig duizend gulden.
Ben je gek
Gek? De duivel mag mij halen, als ik niet
het dubbele zou kunnen vragen. Wat denkt ge er
van, dokter? Zijn we niet bescheiden?
Ik heb jo reeds gezegd, dat ge een dwaas zijt,
indien ge het niet doet, antwoordde Kaller. Als
wij van die papieren gebruik maken, dan wandelt
meneer de bankier haar de gevangenis. Dat zal die
heer even goed weten als wij.
De inspecteur schudde het hoofd. Dat do docu
menten een zoo gevaarlijk geheim konden bevatten,
had hij niet verwacht; volgens Tbeodoor's gezegden 1
was er immers alleen van familiezaken sprake.
I Ik herhaal u, dat gij de zaak te hoog taxeert
en uw eisch is eenvoudig oubeschaarad, antwoorddo
j hijin dit voorstel zal Romberg onder geen voor-
j waarde treden.
Wij moeten geen namen noemon, zeide Bob,
met een blik op de deur; daarmee kan men nooit
voorzichtig genoeg zijn. Gij kent vermoedelijk den
i inhoud der papieren niet
Neen.
Dan zulleu we u dat eens vertellen, in zoover
hot niet in strijd is met ons belang.
i Dat heb ik liever niet, antwoordde de inspec
teur, die zich de belofte herinnerde, die hij aan
Theodoor gedaan had.
Het zal toch noodig zijn, zeide Kaller; gij
i moot inzien, dat onze eisch niet overdreven is. Ken
I naam behoeft immers niet genoemd te worden.
Ja, het is beter, wanneer gij een goed over
zicht krijgt, antwoordde Bob, den inspecteur een
geweldiyge rookwolk in het aangezicht blazende. Let
j dus wel op. Voor meer dan twintig ^ren overhan
digde een goede vriend aan den bankier een groote
som, en gelijk met het geld eon testament, waarin
zijn eenige zoon tot erfgenaam werd benoemd. D«
zoon leeft nog en heeft nietsde vader is kort os
het opmaken van het testament aan do cholera ge
storven, zooals uit een aanteekening van den bankier
blijkt.
(Wordt vervolgd.)
weg ook van werklieden-vereenigingen ligt het, door
een bijdrage naar de mate harer krachten te toonen,
dat zy deze betooeiing, allereerst haar leden en hun
broederen ten goede komend, waardeeren. Maar
evenzeer vindt de hand vqn hen, die buiten het ter
rein van den industrieelen arbeid staan, hier iets te
doen, wat zijdelings heel wat kwaads, heel wat
ellende, kan helpen koeren.
«Men spreekt zooveel over voorkoming van ar
moede. Welnuj wie toltl de honderden die als ge
volg van ongelukken bü den arbeid, van ziekten
ontstaan door het bedriif, buiten staat geraken om
behoorlijk den kost te ^verdienen en vervallen tot
armoede W'ie( kan zeggen, aan hoevelen daarvan
dat treurige lof bespaard zou kunnen worden door
doeltreffende voorzorgsmaatregelen? En wie daarom
miskennen, dat het wijaftp van den weg naar zulke
mautregelen, het opwowlien tot het nemen er van
door die wegwyzing, Sii4van groot maatschappelijk
belang?" ,k
Een allerdolst proces $lrd der dagen te Petersburg
gevoerd. De Hofraad NiKolaï Morosow was nl. door
mej. Axinia Asonassiow aangeklaagd wegons mishan
deling van haar haan. De dame, die in 't zelfde
huis woonde, hield or nl* eeu baan op na, een rus
tig, lief dier, dat volgens ó«ar op gruwelijke wijze
door den buurman werd bfeljeedigd, daar hij zich ge-
J oefend had in 't kraaieijf en telkens nacht en dag,
soms in dronkenschap, va$c ook nuchteren, het ge
luid var. deu haan zoo troiiw nabootste, dat 't beestje,
^eenende een collega te Hooren, steeds antwoordde!
Toen hij, bij herhaalde o,nlmoetingen, bemerkte dat
de Hofraad kraaitje, zaai hy dezen ten slotte voor
een baan aau en in een kwaden luim wierp hy zich
op hem. De Hofraad ijloeg 't beest toen met zijn
stok, zoodat 't onmachtig neerzeeg en met gebreken
pootje moest worden //naar bed gebracht" en dagen
lang verpleegd. Deswege diende de juffrouw een
klacht in. Volgens den Hofraad kraaide hij niet
tegen den haan, maar om zijn kinderen zoet te hou
den hij achtte zich door den burgerlijken haan
van de plebischo buurvrouw, die hem familiair aan
kraaide en te lijf ging, zelfs aan de hand bloedig
had verwond, zwaar beleedigd en dacht er byna over
den haan en zyn bezitster zijnerzijds een proces wegens
mishandeling en smaad aan te doen. De rechter,
die zicb met dit krankzinnig zaakje had bezig te
houden, sprak don kraaiende vrij, tot groote ergernis
van de juffrouw, die, volgens den aangeklaagde
haar lief beestje er op had afgericht om hem onaan
genaam te zyn.
Aan de gebouwen voor de wereldtentoonstelling te
Chicago wordt op het oogenblik gearbeid door onge
veer 900 man, die elk etmaal 24 uren des nachts
by electrisch licht, werken en drie ploegen, zoodat elke
ploeg acht uren bezig is. Dit is de gewone manier
van werken te Chicago en op deze wijze rijzen de
reusachtigste gebouwen in deze stad letterlijk als pad
destoelen uit den grond op, zonder dat de deugde-
lykheid van don bouw er raiuder op behoeft te woeden.
Des Zondags wordt er natuurlijk gerust. In den loop
dezer maand zou het getal werklieden op 2200 en
naderhand gaandeweg op 5000 gebracht wordeu. De
aannemers verzekeren dat zij lang vóór do inwijdiug -
October 1892 de gebouweu ver genoeg voltooid
zullen hebben om alle inzendingen te kunnen plaatsen
en lang vóór de opening Mei 1893 geheel ge
reed zullen zijn.
Uit het buitenland zyn tot dusver alleen uit Mexico,
Groot-Brittaunie, Duitscbland, Denemarken en Turkijo
commissarissen aanwezig. Voor de andere landen
zyn voorloopig de consuls en gezanten merkzaam.
Het vertrouwen in het slagen der tentoonstelling
wordt grooter naarmate vreemdelingen zich komen
ovenuigen van de warmte, waarmede de bekwaamste
mannen van zaken te Chicago de onderneming ter
harte nemen. Langon tijd heeft bijna overal de mee-
ning geheersclit, dat New-York do eenige stad in de
nieuwe werold was, waar eene wereld-tentoonstelling
lp de ware beieekenis des woords gehouden kon
gorden doch het zien van de dingen, die te Chicago
stand komen en het spreken met de mannen, die
paar de leiding der zaken in handen hebben, brengt
allengs ioder tot eene andere zienswijze. Als een
Tiewija met hoeveel voortvarendheid gewerkt wordt
kan dienen dat liet volledige plan van al de gebou
wen en inrichtingen, die op het tentoonstellingster
rein verrijzen zullen, reeds in November a, s. ver
zonden zal worden, terwijl het daarvoor bepaalde
tijdstip eerst in Januari 1892 valt.
Bij het beoordeelen van de meest voor inzending
in aanmerking komende artikelen, moet op het ondanks
are internationaliteit, specifiek-Amerikaansche karak
ter der tentoonstelling gelet worden. Uit Zuid-
Amerika, waar voor vele Europeesche voortbrengse-
en nog eene schaarsch voorziene markt te vinden i9
zullen tal van bezoekers naar Chicago komen. Voor
te behoefte van Noord-A rnorika zelve komen vooral
in aanmerking artikelen van weelde, als daar zijn
porcelyn, glas, juwelierswerk, kunst-metaalwerk, fijn
aardewerk, kostbare kleedingstoffen en alle kunst
voortbrengselen in den waren zin des woordsschil-
deryen, beeldhouwwerken enz. Voor de minstkost-
bare wijze van verzonding en voor de meest milde
toepassing van het Amerikaansche stelsel van inko
mende rechten zullen, voor zoover het inzendingen
ter tontoonstélling betreft, allé vereischte maatregelen
genomen worden.
In de jongste aflevering van de Economist geeft de
heer G. M. Boissevain uit Amsterdam eene bereke
ning van het particulier vermogen in Nederland.
Uit een vergelijking van de nalatenschappen, die
in de jaren 1880 tot '84 en in de jaren 1888 tot
'90 zijn aangegeven, blijkt in de eerste plaats, dat
de eindcijfers voor beide tijdperken ongeveer gelijk
zijn, namelijk gemiddeld 253 millioe». Let men
evenwel op de bestanddeelen dior nalatenschappen,
dan ziet men, dat de verhouding der onroerende zaken
tot de roerende in het eersle tijdvak was als 41.83
tot 69.89; in de jaren '88—'90 echter als 36.04 tot I
75.52. De gevolgtrekking hieruit is, dat in den
laatsten tijd de goheele waarde der onroerende zaken
vrij aanzienlijk is verminderdmaar dat tengevolge
óf van waardevermeerdering der roereude bezittingen
óf van nieuwe kapitaalsvorming, het gezamenlijk par
ticulier vermogen toch geen verlaging ondervond.
En iu de werkelykheid is de loop der zaken ook
zoo geweest. De ongebouwde eigendommen en de
gebouwde voor oen deel, zijn in waarde achteruit
gegaan, terwijl de fondsen (b. v. tabaksondernemingen)
in geldswaarde zyn gestegen. Zonderling is het,
merkt do heer Boissevain op, dat het verhoudings-
cijfer der Nederl. staatsschuld als bestanddeel van
het particulier vermogen, geen verhooging onderging,
terwijl toch hot bedrag der staatsschuld niet onaan
zienlijk is vermeerderd.
Uit de successie-statistiek berekent de schrijver nu
het particulier vermogen, nalatenschappen beneden
30 buiten rekening latend. Hij komt op een cijfer
van 10700 millioen gulden. Aan onroerende zaken
bedraagt het o. a. 4.160,000,000 aan rentegevende
schuldvorderingen 1.862,400,000, en aan buitenl.
fondsen 2.7 70,200,000. Het bedrag der staatsschuld
is 583,000,000. Dat dit cijfer sedert 1880—'84
even groot is gebleven, schrijft de heer Boissevain
toe aan liet toenemend bezit van onze staatsschuld
in het buitenland en in de doode hand.
Julin8 Contsen, artiste-aérpbaat te Düsseldorf, en
Louis Moritz Stürtz, reizigér in metaalwaren, geboren
te Pesth, thans wonende te Philadelphia, zaten gis
teren voor de rechtbank te Arnhem op de bank der
beklaagden. Contsen en Stürtz, die, als hoeren ge
kleed, met een ketting aau elkaar gesloten werden
binnengeleid, vorschillen zoozeer in lengte dat bij de
behandeling der zaak gemakshalve de eerste steeds
als de //kleine", de ander all //de groote" werd aan
geduid. Beidon spreken Duitsoh, doch Contsen ver
staat en spreent Hollandsch. Bij het verhoor van
Stürtz moet evenwel een tolk dienst doen.
Zij staan terecht ter zake dat zij, met het oogmerk
om zich wederrechtelijk te bavoordeolen, door listige
kunstgrepen en verzinsels den kelluer Gelly hebben
bewogen tot afgifte vaD 200.. De toedracht der
zaak is de volgende
Nadat do beide beklaagden in gezelschap van een
ander vreemdeling reeds in Juli te Arnhem waren
geweest en* toen mot get. Gelly hadden gesproken
over onverschillige zaken, keerden zy 23 Augustus
terug. Contsen vroeg toen aan get. Gelly of hij
zaken wilde doen. Deze wilde wel en Contsen gaf
hem daarop rendez-vous in het cafe «Musis Sacrum"
met de bijvoeging /,er is voor jou geld aan to ver
dienen." Den volgendon dag in het café /Musis"
deed bekl. Contsen een verhaal vac diamanten, die
hij van een zieken vriend in beleening had en die
hij van de hand wilde doen. Hij had ze niet bij
zich, doch zijn vriend Stürtz had ze en deze was in
het aan den Jausbuitensingol gelegen //Café Bod."
Hier vond get. ook werkelijk den tweeden bekl. die
hem oen doosje met diamanten vertoonde en hem
verzocht er een uit te nemen, dien hij (get.) dan bij
een juwelier kon laten taxeeren. Get. koos er een
steentje uit en bekl. Stürtz pakte dit voor hem in.
Het is mogelijk, zegt get., dat hij toen het steentje
verwisseld heeft. Met dezen diamant ging get., ver
gezeld van bekl. Contsen, naar een goudsmid en liet
hem taxeeren. De goudsmid schatte den diamant
op ƒ15 en met deze boodschap keerden beiden
naar Stürtz terug, die met hon naar het over de
Rijnbrug gelegen café Meinderswijk ging. Get. wilde
nu de doos met diamanten meenemen, om thaffs alle
steentjes te laten taxeeren, docb bekl. Contsen be
duidde hem, dat dit onnoodig was, daar or één ge
taxeerd was en men de anderen tegei: denzelfden prijs
kon berekenen. Er waren or 36 dus dat was voor
£60, want ze hadden aan Stiirtz gezogd dat de
proefdiamant op slechts 10 was getaxeerd. Be
klaagden wilden toen de steenen hiervoor laten, doch
dan moest hij ze eene week béwaren, want ze waren
niet van hen en ze mochten ze dus eigenlyk niet
verkoopen. Na die week zouden ze hem 500 er
voor teruggeven. Dat vond get. te voel geld en hij
heeft toen gezegd, dat hij er 200 voor wilde ge-
v?n ®n er ^ac ^ater» a'8 hij zo terug moest geven,
400 voor terug moest hebben.
Daar get. evenwel naar zijn dienst moest, werd
de zaak nog niet afgedaan, doch later heeft bekl.
Stürtz hem een ijzeren kistje gebracht, waarin de
diamauten waren, onder voorwaarde dat hij het niet
zou openen. Get. stelde hem daarvoor 200 ter
hand. Nauwelijks was bekl. weg, of get. opende
het kistje en zag dat de diamanten niet zoo er uit
zagen als de steen, dien hij 's morgens bij den goud
smid had gebracht. Hij liep met bet doosje naar
een juwelier en deze zeide hem dat alle steenen valsch
waren, waarop get. de politie waarschuwde, die de
beide bek., juist op weg naar het station vond en
kün verzocht naar het bureau mede te gaan, waar
ze in hechtenis werden genomen.
De eerste bekl. hield steeds rol dat hij slechts
als to Ik heeft dienst gedaan en niets met de zaak
te maken had.
De ttreedo bekl. zeide, dat hij de diamanten van
een vriend te Londen in pand had gekregen, en
meende dat ze echt waren. Ze moesten dit zijn,
hield hg vol, want de juwelier had de eene echt
gekeurd en dus waren ze het allemaal.
De vriend te Londen is niet te vinden geweest,
ondanks do nasporingon der Londensche politie.
Deide bekl. hebben reeds eenige vonnissen op hun
kertstok. Contsen werd in Duitschland veroordeeld
wegens diefstal, mishandeling en koppelarij. Hier
te lande werd hij als kwartjesvinder over de grenzen
gebracht en ook had hij in Den Haag aan femand
gevraagd of deze gestolen goederen wilde koopeu.
De tweede bekl. was in Duitschland wegens diefstal
en bedelarij veroordeeld.
Het Openbaar Ministerie, waargenomen door den
subst.-otticier van justitie mr. Scheltema, meeude
dat het onderzoek het volle licht over deze oplich-
terg had doen sohijnen, en het bewijs van het aan
bekl. ten laste gelegdo achtte Z.E.A. geleverd door
de verklaring van get. Gelly en door de bekentenis
van bekl., die de feiten erkennen, doch het doleuse
opzet ontkennen. Het staat evenwel vast dat beide
bekl. zich door oplichterij hebben trachtten te bevoor-
deelen. Met het oog ook op het ongunstig verleden
van bekl. requireerde het O. M. tegen ieder bekl
eene gevangenisstraf van 2 jaren.
Mr. Gratama, die voor bekl. Contsen optrad, er
kende dat bekl. een stormaohtige jeugd achter zich
had; doch na zgn 18e jaar, hij is nu 31, was hij
met meer veroordeeld. Voor het misdrijf van op
lichterij, dat hem thans ten laste wordt gelegd, had
pl. geen bewijs hooren aanvoeren en dat zal he°t M
ook niet kunnen, meende pl„ want een der elemen
ten, nl. het door een samenweefsel van verdichtselen
er iemand toe brengen om zich van zijn geld of goed
te ontdoen, was niet aanwezig. Get. Golly had van
die verhaaltjes niets geloofd, doch alleen gehandeld
in de hoop een voordeeltje te behalen. Hij deed met
onbekende personen zaken en kocht goederen voor
de heltt van de waarde, dat was zeer onvoorzichtig
Maar ook al was er oplichterij gepleegd, dan nog
had bekl. Contsen daarin geen schuld, want hij heeft
zich tot het laatst buiten de zaken gehouden en de
eigenlijke overeenkomst is gesloten tusschen Stürtz
en get. Gelly, en daarbij was Contsen niet tegen
woordig. Pl. concludeerde tot ontslag van rechts
vervolging, doch nam de rechtbank de oplichterij
aan, dan tot vrijspraak van zgin cliënt.
Mr. W. F. van Meurs trad voor den tweeden bekl.
op. Na op eenige onnauwkeurigheden in de dag
vaarding gewezen te hebben, voerde pl. ook aan dat
met bewezen was dat bekl. wist, dat do steenen valsch
waren. Er was gesproken, van het in handen spelen
van een echten steen, nadat get. Gelly een steen uit
het doosje had gekozen en dezen door Stürtz in een
papiertje liet pakken, doch dit is niet bewezen. Pl
sloot zich overigens aan bij het door mr. Gratama
aangevoerde en concludeerde tot vrijspraak.
Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald od
Dinsdag 27 October.
De EngMsche bladen zijn algemeen ingenoraon met
de benoeming van don hoer Balfour tot eersten
Lord der schatkist on leider van dé debatten in het
Lagerhuis. Balfour is een der jongste Ministers H
jaren; hij is een zusterszoon van lord Salisbün
zoodat het voor de hand lag dezen van nepotisme
te bisschuldigen. Do Times en do Daily Telegraph,
de Standard en do Morningpost wezen hem echter
als den man aau voor dezen post.
Balfour is een wetenschappelijk man, ook als s. lmj-
ver bekend van een philosopbiscli werk. Nadat int
lid van liet Parlement was geworden, werd hij par