Builenlandsch Overzicht. om te gelooven, dat de overledenen geen natuurlij ken dood zyn gestorven, zyn do beide lijkkisten, onder toezicht der politie en twee geneesheeren, door den burgemeester van Odoorn verzegeld. De justitie uit Assen zal een onderzoek instellen. Men meent ?ry algemeen dat de panorttnA's van den laatsten tijd zyn. J Dit is een dwaling. In 1786 kwam een Éngelsch- man 't eerst op de gedachte^om zulk een 1 ecoratiof schilderwerk tfl maken, on in 1806 werdfa in ons land een panorama van Gelderland en eenj van Am sterdam gemaakt, die met groot succes de 'eis door de hoofdsteden van Europa maakten. Een werktuigkundige te Genève beeft eene inrich ting uitgevouden, om op zelfwerkende wijzl blieven of postpakketten in alle verdiepingen van groote ge> bouwen te verdoelen, en daarmede den brielenbestel Ier het trappen klimmen te behparen. Tot'ldat doel wordt, zooals het patent»- en technisch bj Bichard Lüders te Görlitz mededeelt, in verdieping eene verzamelbus geplaatst, d openingen heeft als er verdiepingen in h zyn. Worden nu brieven of Jndere voor' de daarvoor bestemde opening «geworpen, de bus te stijgen, verdeelt onderweg, zo! onder verklaard wordt, op ha^en weg den inhotid in de brievenbussen der afzonitarkuge vetdiepingeh en geeft den bewoners van d^ vmflieping tegelijk mede- deeling door eene electris<&e \bbel. De zelfwerkende inrichting-berust hierop, dat de ingeworpen voorwerpen de vertamelbus in de onderste verdieping met het dak in electrische verbinding brengen, die den kraan van een waterhouder opent. Het uitstroomende water vjult^een cyliuder, die daar door een tegenwicht met oe verzamelbus vormt en deze in de hoogte trekt. Eene eenvoudige inrich ting dwingt nu de bus, den inhoud voor iedere verdieping in de by die verdieping behoprende bus te ledigend. w. z. in de' eerste verdieping wordt het vak van de verzamelbus voor deze afdeeling geopend en ledigt in de briovenbus datgene wat voor de eerste verdieping ingelegd wordt, en zoo vervolgens voor de tweede, derde en overige ver diepingen. Op deze eenvoudige wijze ontvangt iedere verdieping de haar toekomende briefzendingeu, wan neer zij slechts door den brievenbesteller in de juiste opening worden geworpen. In de verzamelbus in de bovenste verdieping aangekomen, dan wordt de gevulde cylinder geledigd, waardoor de verzamelbus naar hare plaats terugkeert. Jreau van Wonders td i zooveel gebouw brp0n|id in bo^int hls hier- Bij het afdeelingsonderzoek der begrooting van Buitenlandsche Zaken, in de Tweede Kamer, kwam ook de treurige toestand van vele onzer landgenoo- ten in Argentinië ter sprake. Terwijl er verschil heerschte over do vraag, aan wie de schuld lag, aan de rooskleurige voorstellingen van den consul-ge neraal of aan de voorspiegelingen van agenten van stoomvaartmaatschappijen en landverhuizingskantoren, drongen enkele leden aan op Regeeringshulp, om de landverhuizers behulpzaam te zijn voor den terugkeer of met hen een kolonisatie in West-Indië te beproe ven. Dit gevoelen ontmoette echter krachtigen tegen stand de Staat kan hen, die vrijwillig heengingen, niet vrijwaren voor de gevolgen van lichtzinnige landverhuizing. Wel moest zooveel mogelijk herha ling worden voorkomen, door onze consulaire amb tenaren aan te schryven, steeds en bytyds vertrouw bare berichten in te zenden omtrent de landen, waarheen landverhuizers gelokt worden, en hunne berichten te publiceeren, zoomede door'scherp toe zicht te doen houden op agenten, wanneor dezen het publiek door overdreven voorspiegelingen tot emi gratie trachten over te hjklen. Gevraagd word ook, cff maatregelen zijn genomen om zoo noodig de Nederlandsche onderdanen in China te beschermen en voor ue Nederlaudsche belangen aldaar te wukjen. In verlwfad met het sluitên van eon handelstrac- taat met^jFraukryk weru gewezen op de mogelijk heid om èoncessie te bedingen met het wapen' van het verbod'van nadruk, dat schier uitsluitend in het belang van Rrankrijk werkt. Men vroeg|weer om uitle verin gltractaten met flrie- xenlaud en ^rgenti^jë,, Jón 'meedèpling aaugaant o de jerking der» overeenkomsten tojï wering) van den {handel in mpisjes. 1 Is het waar i zoo werd vlrdejfjo a. nog ae- vraagd dat alle vergunningtA tdt exploitat eTof onderzoék, doof de Fransche Regjöering in het I. iwih- "gebied gegeven, wederzijds erkend' en bevestjgd til len worden op grónd fan de arbitrale uitSprM Zoo ja, dap betwistte anen daar^au.pe luidheid,®i- gezien dol „goede troj,iw"|(bona fid|5 Jmtjent di) be voegdheid der Ffrausohe <|verhpid tol het geven' van dergelijke vergujjining, zofelang het Irenégeschil nieff ibeslist was, moeüijk aannéembaaï isftenzij onzerzijds jta eene voorloopige realiug (jfezen zin, toegé-» «ternd was. I Van verschillende zijdenf klaagde ïïlen over gebre aan activiteit bij den consul-generfsl in de Zuid afrikaansche republiek en werd ^gedrongen op in- Stilling van een bezoldigd consulaat te Kaapstad. iTe Parijs stond dezer dagen prins Benjamin Bohan, ng8te zoon van prins Cataille Rohan, wegens ver- ïistering terecht. De bankier Polack had in zijn bezit twee schilde ryen van Teuiers van zeer ougelijko waarde, geza menlijk werden ze op 30,000 frs. geschat. Daar hij ze wilde verkoopeu, dfoeg hij den expert Laveau op koopers te zoeken. Prins Rohan meldde zich aan, wilde echter alleen bij termijnen betalen. Polack wilde eerst hiervan niets weten, stemde echter eindelijk toe, de schilderijen bij den prins te deponeeren, die zich verbond binnen drie maanden alles te betalen of de stukken terug te geven. Toen prins Rohan tlgze echtir had ontvangen, verkocht hij hot beste dudelyk voor 3600 frs. Toen de drie maanden om wpren, kon bij niet betalen noch de twee Teniers teruggeven. Polack diende een aanklacht tegen hom in. Bij do terechtzitting verscheen do prins niet. Zijn advocaat deelde mede, dat de prins peisooulijk geen vermogen bezit, doch dat zijn eobt- genooto zeer rijk is en hom jaarlijks 50.000 frs. be taalt. De rechtbank voroordeelde den prins bij ver stek tot 4 maanden gevangenisstraf, 2000 frs. boete en 25000 frs. schadeloosstelling. In een faillissement had iemand te Goes een vor dering van ƒ1,20. De curator berichtte hem dat uitgekeerd werd 4 301/1000 pCt., zoodat op de vor dering zes cent te trekken bleef, waaraf de kosten van overmaking (het porto van den brief, waarin van het feit kennis werd gegeven) ad vyf cent, restte éét cent, welke in een postzegel van dat bedrag in dec brief werd overgemaakt, h\ De kantonrechter te Oud-Beierland heeft den heei A. E. van N. tot dé volgende boeten veroordeeld 10 het als geneeskundige, tevens bevoegd tot het afleveren van geneesmiddelen, niet aanwezig hebben van twee geneesmiddelen die voorhanden moetèn zy'n, tot 2 maal ƒ3; 2o het ondeugdelijk hebben van vier geneesmid delen, tot 4 maal 3 3. het buiten do gesloten ver giftkas bewaren van drie vergiften, die in de gesloten vergiftkast moeten bewnard worden, tot 25 4. het buiten de gesloten vergiftkas en zonder blauw kruis als kenmerk bewaren van zes vergiften, die, mits zij duidelijk een blauw kruis als kenmerk drager), buiten de gesloten vergiftkas bewaard mogen wordeü'! tot ƒ25 boeteelke boete te vervangen bij waube- taling door gevangenisstraf van 1 tot 8 dagen. Opnieuw wordt de aandacht gevestigd op hit Museum vau voorwerpen ter voorkoming van onge lukkeu en ziekten in fabrieken en werkplaatsen, cliat, als uitvloeisel van do in het vorige jaaf te Amsterdam gehouden veiligheidsteutoonstelling, eerlg^g verrijzen zal. Met de voorbereidende maatregelen, om tot de qprichtipg van dit Musoq m te komefli is men een goed ei^d gevorderd.' Opuitnoodiginjrevan het be stuur dèr afdeeling AmstiJ-dum van dlwVeroeniging ter bevordering van fabriek} i- en handwélpnyverbeid, heeft zich eene commissi# van bestuur gevorind. Stappen zijn gedaan om Zich van (jen^iteun éndde medewerking te ver^kéren van de bÖaturen', van staat en gemeente. Die Ipogingen zijn met goed gevoeg bekroondde regeëring heeft eene bijdrage van 5000 toogezogd, dip öp de staatsbogrooting voor 1892 is aangevraagd.!1 Ook het stedelytó be stuur van Amsterdam is tot medewerking geziiwL Zal echter het plan ^verwezenlijkt worden, dan is in de eerste plaats ve^eischt een ruime medewer king uit den boezemWder naaste belanghebbenden zolvon, niet alleen tot de oprichting van het Museum, maar ook tot instamniouding er van. Om hen daartoe op te wekken J^eeft de Museum-commissie onlangs eene circulair# verspreid. Zij iet daarin uiteen, dat «een dergelijk museum in een werkelijke behoefte voorziet, indien het, zooals zij wonscht, op practischen grondslag wordt gegrondvest en opge bouwd indien het een voortdurende tentoonstelling wordt, waar men in werkelijkheid kan zien, hoe een werktuig moet zijn ingericht, om gevaar voor den daarbij werkzamen arbeider zooveel mogelyk te voorkomen waar dus elke werkgever of werkman de bezwaren, aan een dergelijke boveiliging verbon den, zooveel mogelijk kan nagaan, waar tevens in richtingen worden tentoongesteld, of als modellen of teekeningen zijn vertegenwoordigd, die ten' doel heb ben, do gezondheid van den arbeider in zyn bedrijf te bevorderen of schadelijke invloeden, aan dat be drijf verbonden, af te weren of te verminderen." Zal deze roepstoin weerklank vinden bij hen, die van de aanwezigheid van dit Museum rechtstreeks de goede gevolgen zullen ondervinden Wij hopen van harte, dat zij heu, die nog achterlijk bleven, moge aansporen om daarvoor eene bijdrage te be stemmen. Met instemming lazen wij in het //Sociaal Weekblad"Zou ergerlijk wezen, indien het anders ware. Vóórop dienen te gaan de werkgevers, om blijk te geven van hun goeden wil. Op den Ja. Good, de gevolgen komen voor je rekening, Bob Ter zake. Ge hebt daar weer een gevaarlijk zaakjedie inbraak kon je tien jaren vrij lbgies bezorgen en het waa bovendien een domme affaire, daar ge vooruit moest weten, dat het geen schit terende zaak zou worden. Een brandkast openen is geen kinderspelge zoudt dit met de beste instru menten in drie dagen nog niet klaarspelen. Het roode gezicht van Bob vertrok zich tot een honend gegrijns. Daar kunt gij niet over oordeelen, antwoordde hij. Wie heeft mij verraden? Je eigen schrift. Gij hebt aan den bankier geschreven, en naar aanleiding van dien brief kon ik je laten inrekenen. En hoe wilt gij de bewijzen leveren Wat bewijst die brief, dien evengoed ieder ander ge schreven kan hebben Reimann zal me niet ver raden, en dat niemand de papiertjes vindt, daarvoor is al gezorgd. Vraag 'taan den dokter, of ik voor iets bevreesd behoef te zijn. Niot in 't minst, zeide Kaller, die klaarblijke lijk de rechtsgeleerde raadsman van do dievenbende was. De aanklacht tegen Bob is alieen te bewijzen, wanneer men in zijn bezit de gestolen papieren vindt, en die zal men niet vinden. Zeg aan den bankier, dat zoodra Bob wordt gevangen genomen, hij er zich op kan voorbereide, dat van de papieren gebruik wordt gemaakt. En dat dit ook geschiedt voor het geval mijn vriend te gelijk met mij wordt gepakt, zeide Bob, terwijl bij een korte aarden pyp stopte. Wij hebben voor alle gevallen onze maatregelen genomen óf de bankier betaalt wat wij verlangen, óf hij gaat er onder. Zoo staan de zakenzeide de dokter, met een blik op den ouden man, die zijn bedaardheid geen oogenblik verloor. Alles of niets; een middenweg is er niet. Zijn die papieren inderdaad van zooveel waarde? vroeg de inspecteur. Ik goloof, dat gij de waarde te hoog schat. De dokter kont dat, spott%. Bobhij weet, hoeveel de papiertjes waard zijn, en ik weet het nu ook. En hoeveel wilt ge er voor hebben? Veertig duizend gulden. Ben je gek Gek? De duivel mag mij halen, als ik niet het dubbele zou kunnen vragen. Wat denkt ge er van, dokter? Zijn we niet bescheiden? Ik heb jo reeds gezegd, dat ge een dwaas zijt, indien ge het niet doet, antwoordde Kaller. Als wij van die papieren gebruik maken, dan wandelt meneer de bankier haar de gevangenis. Dat zal die heer even goed weten als wij. De inspecteur schudde het hoofd. Dat do docu menten een zoo gevaarlijk geheim konden bevatten, had hij niet verwacht; volgens Tbeodoor's gezegden 1 was er immers alleen van familiezaken sprake. I Ik herhaal u, dat gij de zaak te hoog taxeert en uw eisch is eenvoudig oubeschaarad, antwoorddo j hijin dit voorstel zal Romberg onder geen voor- j waarde treden. Wij moeten geen namen noemon, zeide Bob, met een blik op de deur; daarmee kan men nooit voorzichtig genoeg zijn. Gij kent vermoedelijk den i inhoud der papieren niet Neen. Dan zulleu we u dat eens vertellen, in zoover hot niet in strijd is met ons belang. i Dat heb ik liever niet, antwoordde de inspec teur, die zich de belofte herinnerde, die hij aan Theodoor gedaan had. Het zal toch noodig zijn, zeide Kaller; gij i moot inzien, dat onze eisch niet overdreven is. Ken I naam behoeft immers niet genoemd te worden. Ja, het is beter, wanneer gij een goed over zicht krijgt, antwoordde Bob, den inspecteur een geweldiyge rookwolk in het aangezicht blazende. Let j dus wel op. Voor meer dan twintig ^ren overhan digde een goede vriend aan den bankier een groote som, en gelijk met het geld eon testament, waarin zijn eenige zoon tot erfgenaam werd benoemd. D« zoon leeft nog en heeft nietsde vader is kort os het opmaken van het testament aan do cholera ge storven, zooals uit een aanteekening van den bankier blijkt. (Wordt vervolgd.) weg ook van werklieden-vereenigingen ligt het, door een bijdrage naar de mate harer krachten te toonen, dat zy deze betooeiing, allereerst haar leden en hun broederen ten goede komend, waardeeren. Maar evenzeer vindt de hand vqn hen, die buiten het ter rein van den industrieelen arbeid staan, hier iets te doen, wat zijdelings heel wat kwaads, heel wat ellende, kan helpen koeren. «Men spreekt zooveel over voorkoming van ar moede. Welnuj wie toltl de honderden die als ge volg van ongelukken bü den arbeid, van ziekten ontstaan door het bedriif, buiten staat geraken om behoorlijk den kost te ^verdienen en vervallen tot armoede W'ie( kan zeggen, aan hoevelen daarvan dat treurige lof bespaard zou kunnen worden door doeltreffende voorzorgsmaatregelen? En wie daarom miskennen, dat het wijaftp van den weg naar zulke mautregelen, het opwowlien tot het nemen er van door die wegwyzing, Sii4van groot maatschappelijk belang?" ,k Een allerdolst proces $lrd der dagen te Petersburg gevoerd. De Hofraad NiKolaï Morosow was nl. door mej. Axinia Asonassiow aangeklaagd wegons mishan deling van haar haan. De dame, die in 't zelfde huis woonde, hield or nl* eeu baan op na, een rus tig, lief dier, dat volgens ó«ar op gruwelijke wijze door den buurman werd bfeljeedigd, daar hij zich ge- J oefend had in 't kraaieijf en telkens nacht en dag, soms in dronkenschap, va$c ook nuchteren, het ge luid var. deu haan zoo troiiw nabootste, dat 't beestje, ^eenende een collega te Hooren, steeds antwoordde! Toen hij, bij herhaalde o,nlmoetingen, bemerkte dat de Hofraad kraaitje, zaai hy dezen ten slotte voor een baan aau en in een kwaden luim wierp hy zich op hem. De Hofraad ijloeg 't beest toen met zijn stok, zoodat 't onmachtig neerzeeg en met gebreken pootje moest worden //naar bed gebracht" en dagen lang verpleegd. Deswege diende de juffrouw een klacht in. Volgens den Hofraad kraaide hij niet tegen den haan, maar om zijn kinderen zoet te hou den hij achtte zich door den burgerlijken haan van de plebischo buurvrouw, die hem familiair aan kraaide en te lijf ging, zelfs aan de hand bloedig had verwond, zwaar beleedigd en dacht er byna over den haan en zyn bezitster zijnerzijds een proces wegens mishandeling en smaad aan te doen. De rechter, die zicb met dit krankzinnig zaakje had bezig te houden, sprak don kraaiende vrij, tot groote ergernis van de juffrouw, die, volgens den aangeklaagde haar lief beestje er op had afgericht om hem onaan genaam te zyn. Aan de gebouwen voor de wereldtentoonstelling te Chicago wordt op het oogenblik gearbeid door onge veer 900 man, die elk etmaal 24 uren des nachts by electrisch licht, werken en drie ploegen, zoodat elke ploeg acht uren bezig is. Dit is de gewone manier van werken te Chicago en op deze wijze rijzen de reusachtigste gebouwen in deze stad letterlijk als pad destoelen uit den grond op, zonder dat de deugde- lykheid van don bouw er raiuder op behoeft te woeden. Des Zondags wordt er natuurlijk gerust. In den loop dezer maand zou het getal werklieden op 2200 en naderhand gaandeweg op 5000 gebracht wordeu. De aannemers verzekeren dat zij lang vóór do inwijdiug - October 1892 de gebouweu ver genoeg voltooid zullen hebben om alle inzendingen te kunnen plaatsen en lang vóór de opening Mei 1893 geheel ge reed zullen zijn. Uit het buitenland zyn tot dusver alleen uit Mexico, Groot-Brittaunie, Duitscbland, Denemarken en Turkijo commissarissen aanwezig. Voor de andere landen zyn voorloopig de consuls en gezanten merkzaam. Het vertrouwen in het slagen der tentoonstelling wordt grooter naarmate vreemdelingen zich komen ovenuigen van de warmte, waarmede de bekwaamste mannen van zaken te Chicago de onderneming ter harte nemen. Langon tijd heeft bijna overal de mee- ning geheersclit, dat New-York do eenige stad in de nieuwe werold was, waar eene wereld-tentoonstelling lp de ware beieekenis des woords gehouden kon gorden doch het zien van de dingen, die te Chicago stand komen en het spreken met de mannen, die paar de leiding der zaken in handen hebben, brengt allengs ioder tot eene andere zienswijze. Als een Tiewija met hoeveel voortvarendheid gewerkt wordt kan dienen dat liet volledige plan van al de gebou wen en inrichtingen, die op het tentoonstellingster rein verrijzen zullen, reeds in November a, s. ver zonden zal worden, terwijl het daarvoor bepaalde tijdstip eerst in Januari 1892 valt. Bij het beoordeelen van de meest voor inzending in aanmerking komende artikelen, moet op het ondanks are internationaliteit, specifiek-Amerikaansche karak ter der tentoonstelling gelet worden. Uit Zuid- Amerika, waar voor vele Europeesche voortbrengse- en nog eene schaarsch voorziene markt te vinden i9 zullen tal van bezoekers naar Chicago komen. Voor te behoefte van Noord-A rnorika zelve komen vooral in aanmerking artikelen van weelde, als daar zijn porcelyn, glas, juwelierswerk, kunst-metaalwerk, fijn aardewerk, kostbare kleedingstoffen en alle kunst voortbrengselen in den waren zin des woordsschil- deryen, beeldhouwwerken enz. Voor de minstkost- bare wijze van verzonding en voor de meest milde toepassing van het Amerikaansche stelsel van inko mende rechten zullen, voor zoover het inzendingen ter tontoonstélling betreft, allé vereischte maatregelen genomen worden. In de jongste aflevering van de Economist geeft de heer G. M. Boissevain uit Amsterdam eene bereke ning van het particulier vermogen in Nederland. Uit een vergelijking van de nalatenschappen, die in de jaren 1880 tot '84 en in de jaren 1888 tot '90 zijn aangegeven, blijkt in de eerste plaats, dat de eindcijfers voor beide tijdperken ongeveer gelijk zijn, namelijk gemiddeld 253 millioe». Let men evenwel op de bestanddeelen dior nalatenschappen, dan ziet men, dat de verhouding der onroerende zaken tot de roerende in het eersle tijdvak was als 41.83 tot 69.89; in de jaren '88—'90 echter als 36.04 tot I 75.52. De gevolgtrekking hieruit is, dat in den laatsten tijd de goheele waarde der onroerende zaken vrij aanzienlijk is verminderdmaar dat tengevolge óf van waardevermeerdering der roereude bezittingen óf van nieuwe kapitaalsvorming, het gezamenlijk par ticulier vermogen toch geen verlaging ondervond. En iu de werkelykheid is de loop der zaken ook zoo geweest. De ongebouwde eigendommen en de gebouwde voor oen deel, zijn in waarde achteruit gegaan, terwijl de fondsen (b. v. tabaksondernemingen) in geldswaarde zyn gestegen. Zonderling is het, merkt do heer Boissevain op, dat het verhoudings- cijfer der Nederl. staatsschuld als bestanddeel van het particulier vermogen, geen verhooging onderging, terwijl toch hot bedrag der staatsschuld niet onaan zienlijk is vermeerderd. Uit de successie-statistiek berekent de schrijver nu het particulier vermogen, nalatenschappen beneden 30 buiten rekening latend. Hij komt op een cijfer van 10700 millioen gulden. Aan onroerende zaken bedraagt het o. a. 4.160,000,000 aan rentegevende schuldvorderingen 1.862,400,000, en aan buitenl. fondsen 2.7 70,200,000. Het bedrag der staatsschuld is 583,000,000. Dat dit cijfer sedert 1880—'84 even groot is gebleven, schrijft de heer Boissevain toe aan liet toenemend bezit van onze staatsschuld in het buitenland en in de doode hand. Julin8 Contsen, artiste-aérpbaat te Düsseldorf, en Louis Moritz Stürtz, reizigér in metaalwaren, geboren te Pesth, thans wonende te Philadelphia, zaten gis teren voor de rechtbank te Arnhem op de bank der beklaagden. Contsen en Stürtz, die, als hoeren ge kleed, met een ketting aau elkaar gesloten werden binnengeleid, vorschillen zoozeer in lengte dat bij de behandeling der zaak gemakshalve de eerste steeds als de //kleine", de ander all //de groote" werd aan geduid. Beidon spreken Duitsoh, doch Contsen ver staat en spreent Hollandsch. Bij het verhoor van Stürtz moet evenwel een tolk dienst doen. Zij staan terecht ter zake dat zij, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bavoordeolen, door listige kunstgrepen en verzinsels den kelluer Gelly hebben bewogen tot afgifte vaD 200.. De toedracht der zaak is de volgende Nadat do beide beklaagden in gezelschap van een ander vreemdeling reeds in Juli te Arnhem waren geweest en* toen mot get. Gelly hadden gesproken over onverschillige zaken, keerden zy 23 Augustus terug. Contsen vroeg toen aan get. Gelly of hij zaken wilde doen. Deze wilde wel en Contsen gaf hem daarop rendez-vous in het cafe «Musis Sacrum" met de bijvoeging /,er is voor jou geld aan to ver dienen." Den volgendon dag in het café /Musis" deed bekl. Contsen een verhaal vac diamanten, die hij van een zieken vriend in beleening had en die hij van de hand wilde doen. Hij had ze niet bij zich, doch zijn vriend Stürtz had ze en deze was in het aan den Jausbuitensingol gelegen //Café Bod." Hier vond get. ook werkelijk den tweeden bekl. die hem oen doosje met diamanten vertoonde en hem verzocht er een uit te nemen, dien hij (get.) dan bij een juwelier kon laten taxeeren. Get. koos er een steentje uit en bekl. Stürtz pakte dit voor hem in. Het is mogelijk, zegt get., dat hij toen het steentje verwisseld heeft. Met dezen diamant ging get., ver gezeld van bekl. Contsen, naar een goudsmid en liet hem taxeeren. De goudsmid schatte den diamant op ƒ15 en met deze boodschap keerden beiden naar Stürtz terug, die met hon naar het over de Rijnbrug gelegen café Meinderswijk ging. Get. wilde nu de doos met diamanten meenemen, om thaffs alle steentjes te laten taxeeren, docb bekl. Contsen be duidde hem, dat dit onnoodig was, daar or één ge taxeerd was en men de anderen tegei: denzelfden prijs kon berekenen. Er waren or 36 dus dat was voor £60, want ze hadden aan Stiirtz gezogd dat de proefdiamant op slechts 10 was getaxeerd. Be klaagden wilden toen de steenen hiervoor laten, doch dan moest hij ze eene week béwaren, want ze waren niet van hen en ze mochten ze dus eigenlyk niet verkoopen. Na die week zouden ze hem 500 er voor teruggeven. Dat vond get. te voel geld en hij heeft toen gezegd, dat hij er 200 voor wilde ge- v?n ®n er ^ac ^ater» a'8 hij zo terug moest geven, 400 voor terug moest hebben. Daar get. evenwel naar zijn dienst moest, werd de zaak nog niet afgedaan, doch later heeft bekl. Stürtz hem een ijzeren kistje gebracht, waarin de diamauten waren, onder voorwaarde dat hij het niet zou openen. Get. stelde hem daarvoor 200 ter hand. Nauwelijks was bekl. weg, of get. opende het kistje en zag dat de diamanten niet zoo er uit zagen als de steen, dien hij 's morgens bij den goud smid had gebracht. Hij liep met bet doosje naar een juwelier en deze zeide hem dat alle steenen valsch waren, waarop get. de politie waarschuwde, die de beide bek., juist op weg naar het station vond en kün verzocht naar het bureau mede te gaan, waar ze in hechtenis werden genomen. De eerste bekl. hield steeds rol dat hij slechts als to Ik heeft dienst gedaan en niets met de zaak te maken had. De ttreedo bekl. zeide, dat hij de diamanten van een vriend te Londen in pand had gekregen, en meende dat ze echt waren. Ze moesten dit zijn, hield hg vol, want de juwelier had de eene echt gekeurd en dus waren ze het allemaal. De vriend te Londen is niet te vinden geweest, ondanks do nasporingon der Londensche politie. Deide bekl. hebben reeds eenige vonnissen op hun kertstok. Contsen werd in Duitschland veroordeeld wegens diefstal, mishandeling en koppelarij. Hier te lande werd hij als kwartjesvinder over de grenzen gebracht en ook had hij in Den Haag aan femand gevraagd of deze gestolen goederen wilde koopeu. De tweede bekl. was in Duitschland wegens diefstal en bedelarij veroordeeld. Het Openbaar Ministerie, waargenomen door den subst.-otticier van justitie mr. Scheltema, meeude dat het onderzoek het volle licht over deze oplich- terg had doen sohijnen, en het bewijs van het aan bekl. ten laste gelegdo achtte Z.E.A. geleverd door de verklaring van get. Gelly en door de bekentenis van bekl., die de feiten erkennen, doch het doleuse opzet ontkennen. Het staat evenwel vast dat beide bekl. zich door oplichterij hebben trachtten te bevoor- deelen. Met het oog ook op het ongunstig verleden van bekl. requireerde het O. M. tegen ieder bekl eene gevangenisstraf van 2 jaren. Mr. Gratama, die voor bekl. Contsen optrad, er kende dat bekl. een stormaohtige jeugd achter zich had; doch na zgn 18e jaar, hij is nu 31, was hij met meer veroordeeld. Voor het misdrijf van op lichterij, dat hem thans ten laste wordt gelegd, had pl. geen bewijs hooren aanvoeren en dat zal he°t M ook niet kunnen, meende pl„ want een der elemen ten, nl. het door een samenweefsel van verdichtselen er iemand toe brengen om zich van zijn geld of goed te ontdoen, was niet aanwezig. Get. Golly had van die verhaaltjes niets geloofd, doch alleen gehandeld in de hoop een voordeeltje te behalen. Hij deed met onbekende personen zaken en kocht goederen voor de heltt van de waarde, dat was zeer onvoorzichtig Maar ook al was er oplichterij gepleegd, dan nog had bekl. Contsen daarin geen schuld, want hij heeft zich tot het laatst buiten de zaken gehouden en de eigenlijke overeenkomst is gesloten tusschen Stürtz en get. Gelly, en daarbij was Contsen niet tegen woordig. Pl. concludeerde tot ontslag van rechts vervolging, doch nam de rechtbank de oplichterij aan, dan tot vrijspraak van zgin cliënt. Mr. W. F. van Meurs trad voor den tweeden bekl. op. Na op eenige onnauwkeurigheden in de dag vaarding gewezen te hebben, voerde pl. ook aan dat met bewezen was dat bekl. wist, dat do steenen valsch waren. Er was gesproken, van het in handen spelen van een echten steen, nadat get. Gelly een steen uit het doosje had gekozen en dezen door Stürtz in een papiertje liet pakken, doch dit is niet bewezen. Pl sloot zich overigens aan bij het door mr. Gratama aangevoerde en concludeerde tot vrijspraak. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald od Dinsdag 27 October. De EngMsche bladen zijn algemeen ingenoraon met de benoeming van don hoer Balfour tot eersten Lord der schatkist on leider van dé debatten in het Lagerhuis. Balfour is een der jongste Ministers H jaren; hij is een zusterszoon van lord Salisbün zoodat het voor de hand lag dezen van nepotisme te bisschuldigen. Do Times en do Daily Telegraph, de Standard en do Morningpost wezen hem echter als den man aau voor dezen post. Balfour is een wetenschappelijk man, ook als s. lmj- ver bekend van een philosopbiscli werk. Nadat int lid van liet Parlement was geworden, werd hij par

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2