Buiteolandscb Overzicht. te nemen roor verlichting van het strand met pe- troleumfakkels. Ter plaatse gekomen bleek, dat het schip hevig slingerde, gedraaid was en klaarblijkelijk z|jne luiken had verloren, hetgeen viel af te leiden uit alles wat aan het strand spoelde. De zeeën sloegen aanhoudend over het vaartuig, en men kon van het strand af waarnemen, dat het schip èn door den hevigen wind èn door de zware zeeën hoe langer hoe meer naar de zeezijde overhelde. Het roepen van de zich nog aan boord bevindende manschappen was oorzaak dat de aan het strand staande bemanning nogmaals eene poging met eigen boot wilde wagen om hunne kameraden te hulp te komen. De boot van het vaartuig, die na,zooals boven vermeld, omgeslagen te zijn, aan het strand was aangespoeld, werd nu weder zeilklaar gemaakt eu langs do boven vermelde lijn naar boord gebracht. Van het strand af zag men nu ook deze viermannen zich in de boot nederlaten, die onmiddellijk met kracht naar den wal werd getrokken. Eenige ang stige oogenblikken werden doorleefd, en ook ï|j wa ren gered. De intusschen aangekomen reddingsboot behoefde dus geen dienst te doen. Het schip is vermoedelijk verloren. Toen hot licht werd, bleek dat het schip zat on geveer een uur ten noorden van Terheide, onder de gemeente Loosduinen. Do schipbreukelingen zijn liefderijk opgenomen door de bewoners van den Delftschen duinwaterleidingtoren. Men schryft uit Parijs aan het Vadrrland Parijs wordt opnieuw belegerd, verscheiden wijken zijn reeds ingenomen en er bestaat alle kans, dat de geheele stad weldra een prooi der vijanden zal wor den. Dat men mij niet voor krankzinnig uitmake de belegeraars zijn geen ffPruissiens* maar vlooien Myriaden van die ware tijgersprongen uit voerende en huidzagende insectjes zijn de woningen en daarna nog nader omhulsels van ons arm stoffelijk wezen binnendrongen. Ware drinkgelagen richten ze aan van ons bloed, dat alhoewel langzamerhand al evenzeer vervalscht als wijn, met dezen gemeen schijnt te hebben, dat bet nog altijd goed smaakt. Een mijner vrienden verhaalde mij gisteren van iemand, die een buitentje bewoont in den allernaasten omtrek van Parijs, dat hij in eon enkele nacht alleen in zijn bed 19 vlooien had gevangen. Welke een vermoeiende jachtwant weet men wel, dat de weten schap heeft aangetoond, dat een vloo een sprong kan nemen twee honderd maal zoo hoog als haar eigen lichaam, zoodat zij een kunststuk uitvoert ais een onzer, die met een aanloopje hoep 1 over den EifFeltoren zou heenspringen. De Parijsche vlooien furie wordt door sommigen toegeschreven aan den vochtigen zomer anderen beweren dat we hier staan voor (of liever te krabben hebben tegen) een vol<s- verhuizing van O. naar W. Wat zullen al die neger en saffraaokoppen ons uitlachen, zij kunnen nu eens uitblazen, terwijl wij wrijven, krabben, knijpen. Rond uit gesproken vind ik dat onbillijkzijn vlooien niet juist passend gezelschap voor Kaffers, Doerakken en Bavianen? Vooral het „quartierdel'Europe* schijnt een sterke inkwartiering te hebben gekregen en de elegante dametjes, die daar wonen, worden thans voortdurend geplaagd, gekitteld, gebeten, gestoken en gestippeldze zijn als razend. Behoef ik hier bij te voegen, dat de Par|jsohe kooplui in inseotenpoeder totaal zijn uitverkocht Reeds is gemeld dat het plan is opgevat, wederom wedstrijden voor handwerkslieden van Amsterdam en omliggende gemeeuten te doen houden. Door cora- missiën uit de Vereeniging tot bevordering van fa- brieks- en handworksnijverheid in Nederland hebben zulke wedstrijden roods te Leiden en te Schiedam plaats gehad, en worden er in andere plaatsen voor bereid. Voor Amsterdam hepft zich nu ook zulk eene commissie gevormd met den burgemeester, mr. A. S. Vening Meinesz, als eere-voorz. Zij wil wedstrijden van tweeërlei aard houden den vryen wedstrijd, waarin, ieder zal kunnen inzen den wat hij vervaardigd heeften den gebonden wedstrijd, waarvoor naar verstrekte teekeningen ge werkt moet worden. Het ingezondens zal worden ten toon gesteld in het Paleis voor Volksvlijt en wordea booordeeld door eene jury, gedeeltelijk door de inzenders te kiezen. In hot comité-generaal hebben o. a. zitting geno men de burgemeesters van Nieuwer-Amstel, Sloten, Weesp, Muiden, Naarden, Bussum, Niouwendam, vele leden van den gemeenteraad, architecten, bouw meesters en voorzitters van werklieden-veroenigingon. Het uitvoerend comité bestaat uit de heeren I. öosschalk, president; Jacob van Klinkhamer, vice-president; J4 L. Bientait, le, en Joan H. Schmitz, 2e penningmoesterG. A. A. Dudok de Wit, J. J. Reese, mr. N. de Roever, J. C. Spakler Jr., Ie, en H. P. Berlage Nz., 2e secretaris. In Weenen wordt tegenwoordig een nieuw jacht geweer gevaardigd, dat meteen als photografietoestel is te gebruiken. Door een eenvoudige inrichting, die het gebruik van hot geweer volstrekt niet bemoei lijkt, wordt de beweging van hot percussieslot bij het dichtslaan van den haan of bij het uitschieten van de patroon ovorgebracht naar de sluiting van een klein, uit aluminium vervaardigd phothografisch appa raat, dat beneden aan den loop kan worden beves tigd. De photografie vertoont hot doel (wild of schijf) en de naaste omgeving in den toestand, die het had b|j het dichtslaan van den haan. Maakt men een kruis over de ronde photografie, dan moet bet kruispunt met het doel samenvallen indien dit laatste getroffen is. De uitvinding kan dan ook voor jagers en voor militairen van niet weinig nut z|ju. De Pruisische commissie voor het onderzoek van geweren zal in Spandau een proef met deze nieuwe uitvinding nemen. De jagers kunnen dus voortaan, indien al geen wild, toch de photografie er van mode naar huis bren gen. Ook kan, volgens deu uitvinder het geweer dienst doen bij hut constateeren van de plaats waar grens conflicten plaats hadden en bij de herkenning van en het onderzoek naar stroopors. In het lsatate van de reeks artikelen, die mr. H. Goeman Borgesius in het Sociaal Weekblad gewijd heeft aan de begrafenisfondsen in Nederland, zet de Schr. zijne wenschen uiteen ten aanzien der wette lijke regeling van de begrafenisfondsen. Men behoort daarbij twee punten wel te onderscheidenl. de inrichting cn organisatie, de rechtspositie der fondsen, 2. het toezicht op het levensverzekoringsbedrijf. Wat het eerste punt betreft, wordt door allen, die over dit onderwerp hebben geschreven, als eerste eisch op den voorgrond gesteld, dat alleen vereeni- gingen en maatschappijen ondernemers van begrafe nisfondsen mogen zijn. Worden die adviezen door den wetgever govolgd, dan zullen eigen zaken van directeuren niet meer kunnen voorkomen. Onge twijfeld zal dat zijn een beperking van de vryheid van bedrijf, maar een beperking, die gerechtvaardigd is door de overweging, dat het levensverzekerings bedrijf moet wordon uitgeoefend door een subject, dat zelf niet gebonden is aan het leven of vermogen van een raensch of van enkele menschen. Intusschen zal met die beperking nog weinig ge- wonnen zijn, indien de wettelijke bepalingen omtrent vennootschappen eu andere vereenigingen geen vol doende bepalingen bevatten betreffende inrichting en inwendige organisatie. Daaraan ontbreekt op dit oogeublik zeer veel. Al wordt evenwel door ver betering der wetgeving aan de fondsen een behoor lijke organisatie verzekerd, daarmede zal de taak van den wetgever nog niet zijn afgedaan. De inrichting on organisatie der fondson raken het belang der leden bij een goed bestuur. Daarnaast staat een ander, nog gewichtiger belangdat van soliditeit. Do soliditeit nu kan onmogelijk afdoende gewaar borgd worden door wettelijke bepalingen, maar kaa wel worden bevorderd door een verstandige wetgeving en door eenig toezicht. Dat doet de Staat reeds door openbaarheid voor te schrijven, in de eerste plaats van do balans, die de baten en lasten vau het fonds aangeeft. Het stelsel van openbaarheid dient intusschen gepaard te gaan met maatregelen, waar door onpartijdige verwerking van het verkregen materiaal wordt gewaarborgd, en waardoor slechte maatschappijen, die naar goeden raad niet luisteren, verhinderd kunnen worden, op den verkeerden weg voort te gaan. Met dat doei geeft de Nuts-commissie in overwe ging, bij een van de departemonten van algemeen bestuur een bureau voor de begrafenisfondsen op te richten, met een inspecteur aan het hoofd. Wat de commissie voorstelt nopens de regeling dor rechten ec bevoegdheden van dat bureau, sluit zich aau bij hetgeen in Engeland bestaat. Het bureau van den //Chief Registrar of Frienly Societies" werkt ook in dubbele hoedanigheidcn als bureau tot ontvangst en verwerking van de, door de fondsen verstrekte gegevens, cu als bureau van informatie en voorlich ting. En dat een soortgelijk bureau ten onzent ook deze laatste bestemming krijge, acht de Schr. met de commissie zeer gewenscht. De meeste fondsen zijn thans in het geheel niet wetenschappelijk inge richt, en de directe dwang, om daarmede te breken, zal groote kosten na zich sleepen, kosten, die voor de kleinere instellingen zelfs te bezwarend zou den wordea indien zij niet kosteloos of tegen geringe belooning voorlichting en hulp konden verkrijgen. AUeea zou H. G. B., naast den inspecteur, den chef van het bureau, wiilon plaatsen een commissie van toezicht, of wil men liever een raad van com missarissen geen collegia van ambtenaren, maar een commissie van belangstellende, bekwame en in de publieke opinie hoog aangeschreven burgers zooals or o. a. ook een bestaat naast den directeur der rijkspostspaarbank. ,Met die commissie zou de inspecteur voortdurend tn overleg moeten blijven, en geen aanklacht zou bij m. i. bij de rechtbank mogen indienen, ja zelfs op het kantoor van een graaf, als do vlucht hem gelukt. Graaf Hohenhausen vreest hem niet. Vermoedelijk omdat h|j den geheelen omvang zijner woestheid nog niet heeft loeren kennen. - Kom, mogelyk kan de vlucht zijn, maar waar schijnlijk niet, zeide Daniël. En ik weet niet, waar de kerol met zijn wraak heen wil. Wat destyds geschied is, kan door deze wraak niet ongedaan worden, en wanneer de koddebeier rechtvaardig wil zijn, dan moet hij bij zich zelf zeggen, dat hij door zijn ruwheid zelf schuld droeg aan den dood van zijn kind. Gij begrijpt dat niet, antwoordde Hack6rt; gij hebt nimmer een kind gehad. Als ik een dochter had, dan zou ik haar betor bewaken, dan Reimanu gedaan heeft. Ik zou u daarop veel kunnen antwoorden, maar waartoe? Jij haat den graaf ook zeide de oude man. Hebt gij hem ooit lief gehad? Ik heb hem nooit haat toegedragen. Ër zal een tijd komen, waarin ook gij hem daarheen wenscht, waar de poper groeit. Geloof niet, dat hij het verledene vergeeft; hij herinnert zich zoo vaak hij je ziet, dat gij de spion van zijn stiefmoeder zijt geweest. Houd mij het woord ten goede, Daniël; ik zeg je alleen de waarheid, en ik wil je waarschuwen. Wordt vervolgd.) Ja, als dit bewijs geleverd werd Maar de herder kende den beschuldigde niet. Omdat hij hem niet gezien had. Aan zijn stem moest men hem weer her kennen. Dat schijnt toch wel wat gewaagd. Reimann heeft slechts een korte vraag aan den herder gedaan, en deze verklaarde zelf, dat zijn geheugen zeer slecht is. Men heeft in de instructie aan dien ge tuige te weinig waarde gehechtmaar ik vind dit natuurlijk de schuld van den beklaagde was in de oogen van den rechter zonneklaar bewezen, en het beroep op dien getuige a décharge beschouwde men dus als een voorwendsel om het onderzoek te rekken. Gronau was blijven staan aan den hook der straat, waarin de inspecteur Rubens woonde. Wij zullen hier scheiden, zeide hijzie maar, wat ge verder tot stand kunt brengen, en als gij den knop hebt, breng mij hem dan. Doet gij verdere ontdekkingen, dan verwacht ik eveneens mededeelinggij zult mij tot krachtigen bijstand bereid vinden, zoodra ge mij bewijzen brengt. Indien hij er ernstig en onpartijdig over nadacht, dan moest Hackert zelf zoggen, dat het een uit de lucht gegrepen argwaan was, die tot heden door nog geen het minste bewijs gestaafd werd; maar hij kon hem niet prijsgevenhij moest zich er aan houden, al droeg daaraan, zooals de kaptein beweerde, zijn haat tegen den graaf do grootste schuld. Hij had in den laatsten tijd den graai vaker ont moet Hohenhausen kwam nu dikwerf naar Buchenau, en de jager kon niet altijd een ontmoeting ontwij ken, hoe gaarne hij het ook gewild had. De graaf scheen hem niet eens te zienhij nam ten minste geen notitie van hem maar zooveel te scherper sloeg Hackert hem gade. Hij meende veel ontdekt te hebben, wat zijn achterdocht be vestigde maar die ontdekkingen berustten slechts op vermoedens, die misschien geen de minste waarde hadden. Maar het mocht zijn, zooals het wilde, Hackert bleef standvastighij was besloten alles, zelfs zijn leven er voor veil te hebben, om zich zeker heid te verschaffen. Uit zijn gedachtonloop wekte hem een stem h|j keerde zich om en herkende den ouden Daniël, die bij de terechtzitting ook als getuige was ge dagvaard. Deze ontmoeting was in overeenstemming met zijn wensch hij bleef staan, om den kamerdienaar op te wachten. Die is verzorgd en bewaard, zeide Daniël. Reimann zal geen misdaad meer begaan. Wie kan dat weten antwoorddo de jager. Twijfelt ge er nog aan Veroordeeld ter dood, lieve hemel, als ge dat nog niet toereikend is om hem onschadelijk te maken, dan weet ik 't niet! Is dan nog nooit een bbef uit het tuchthuis ontvlucht? vroeg Hackert. Dat de koddebeier een vermetele jongen is, zult gij toegoven, en wee den fonds zou hij geen speciaal onderzoek mogen instel len, zonder daartoe door den raad van commissaris sen gemachtigd te z|jn. Alleen op die w|jze verkrijgt men den moest mogelijkeu waarborg, dat niet dan in de uiterste noodzakelijkheid tegen een fonds zal worden geprocedeerd. if Zoo aangevuld, zou ik do voorstellen der Nuts- commissie zoo schielijk mogelijk verwezenlijkt wen schen te zien, niet alleen voorde begrafenis-fondsen, maar ook voor de levensverzekering-maatschappijen. Een principieel verschil toch, een verschil in wezen, bestaat tusschon die beiden nietwant begrafenis fondsen zijn niet anders dan levensverzekerings maatschappijen in het klein. En al is daardoor niet uitgemaakt, dat het bedryf in alle opzichten aan dezelfde regelen moet worden onderworpen wat de hoofdpunten betreft, kunnen de bepalingen, voor de begrafenis-fondsen voorgesteld, ook zonder eenig bezwaar op de maatschappijen van levensverzekering toepasselijk worden gemaakt. Door de fondsen met kleine uitkeeringen aan een strenge regeling te onderwerpen en de grooto instellingen vrij te laten, zou men een ernstige fout begaanwant men zou nog minder dan half werk doen en de deur voor misbruik wagenwijd openlaten. De kleine te dwin gen tot openbaarheiden wetenschappelijke inrichting, maar de groote toe te staan den weg der geheim houding te blyven bewandelen en met de resultatén der wetenschap te spotten, zou bovendien zijn een daad van onbillijkheid, waartoe, naar ik hoop, de Nederlandsche wetgever niet zal besluiten." De Maasbode verzekert dat van eon alqemeene ver gadering der R. K. Kamerleden, zooals de hoeren De Bruyn c. s. hebben voorgesteld, niets komen kan. Deze heeren mogen zich over de houding hunner dissidente collega's, inzake de clubformatio verwon deren, daar is toch volgens de Maasbode volstrekt geen oorzaak toe. /,Want zoo z#gt het blad het program en de circulaire der Centrums-club «taan in geenen deele op zichzelf, maar z|jn onafscheidelijk verbonden aan vroegere gebeurtenissen, o. a. aaa het manifest der Katholieke Kamerleden. Toen dit in Mei 11. ver scheen, was het slechts samengesteld kunnen worden door de leden, die het onderteekendenvolkomen terecht waren de overige Kamerleden niet uitgenoo- digd aan de samenstelling van dat manifest mede te werken, want op die uitnoodiging zou niet slechts een weigering gevolgd, maar de spanning, welke tus- schen de beide groepen der Katholieke leden bestond, er nog slechts door verergerd z|jn. z/Zij waren sedert de verschijning der N. Brabant- sche motie van October 11. in volkomen strijd met elkander over de te volgen politiek tegenover de Regeering, en dio strijd openbaarde zich allerduide lijkst en zonder ophouden bij de bogrootings-discus- «ien en eveneens bij de behandeling der legerwet. Dezelfde verdeeldheid openbaarde zich in de Katho lieke pers en zou zich natuurlijk ook bij de verkie zingen vertoon en. //Onder die omstandigheden meenden 12 Katho lieke leden der Kamer een manifest aan de Katho lieken uit te moeten vaardigen, waarin zij verklaarden, welke politiek zij zouden volgen, indien hun een nieuw mandaat mocht worden opgedragen, en op dat Manifest werden zij gekozen. Na do verkiezingen voegden zich nog twee leden b|j hen, zoodat hun getal nu 14 bedroeg. //Zoo ontstond het bekende program van deze 14; een program dat zelfs niet in discussie mag komen want het is de grondslag, het ffto be or not to be" van de Kath. Centrum-partij." Om deze reden kunnen, //naar het bescheiden oor deel" der Maasbode, de 14 die algeraeene vergade ring niet alleen niet bijeenroepen maar ook niet er aan deelnemen, als zij door anderen bijeengeroepen worden mocht. De eisch aan do fractie-Schaepman blijft dus Zich onderworpen of heengaan I Onlangs werd de heer Julius M. Price door de Illustrated London News uitgezonden om eene groote reis to maken en wel van Engeland dor de Kara zee, langs de Yenisei en door Siberië en Mongolië over Peking terug een tocht van 30,000 mijlen. De volgende bijzonderheden worden door den heer Prince medegedeeld Met de Biscayaeen schip van 800 ton werd de reis begonnen. Weldra veroorzaakte het eerste ijs oen groote opgewondenheid aan boord. Het was aan den ingang der Kara zee, die gedurende 8 maanden van het jaar altijd één ijsvlakte is. Het was een prachtige, heldere morgen en iedereen verkeerde in eene opgewekte stomraing. Na den middag werd de lucht opeens bewolkt en te gelijk kwam er eene menigte ijsbergen aandrijven. Het was een betooverend schouwspel, die massa's grauwwit ijs, die alle mogelijke gedaanten hadden, van den loggon klomp tot den sierlijken spits. Wij liepen langzaam straat Waigat door. De kust was heuvelachtig, kaal en verlatengroote ijsblokken lagen er als franjo omheen. Gedurende drie opeen volgende weken hadden wij voortdurend mot ijs te kampen. De kapitein gaf het bevel over aan den ijsloods, die steeds op den uitkijk stond om open geulen te zoeken. Toen wij eenmaal het ijs van de Karazee achter den rug hadden, konden wij tot aan den mond der Yenisei ongestoord doorvaren en daar zochten wij eenigen tijd naar de Phoenixdie ons voorafgegaan was en die wij eindelijk vonden dicht bij Karaoul, een havenplaats in de nabijheid van Yeniseisk. Die //havenplaats" bestaat uit een bouten hut, bewoond door één blanko, vijf inboorlingen on eenige honden. Wij gingen toen op de Phoenix over en de Biscaya koerde naar Engeland ierug. Wij hadden echter nog geruimen tijd de rivier op 4e varen, voor wij Yeniseisk zouden bereiken en trachtten de vervelende reis, tusschen de onafzienbare toendra's door, te korten door van tijd tot tijd uitstapjes te maken aan land en overigens 's avonds te lezen, te rooken of te schaken. Eens op een avond, toen wij gezellig bij elkaar zaten, hield plotseling de machine op te werken en eene stem riep//Man overboord I Lee Lee was de naam van den agent te Yoniseisk, van eene Engelsche handelmaatschappij (The Anglo- Siberian Trading Syndicate). Alles snelde op 't dek. Het was een stikdonkere naeht. Wij zonden onzen 8toombarbas uit om te zoeken, en eenigen tijd zagen wij zijn rood seinlicht over het donkere water heen en weer schuiven. Eindelijk hoorden wij een ge- juioh en zagen wij dat men bij het licht van een lantaarn zich op 'tdek met oen menschelijk lichaam bezighield. Het bootje keerde terug, maar alle po gingen om Lee weer tot het bewustzijn te brengen waren vergeefscb, on wij brachton een lijk in Yeni seisk torug. To Yeniseisk bezocht ik verscheidene gevangenis sen en ook te Krasnoiarsk, dat drie dagen sledens van Yeniseisk gflegen is. Wat ik daar zag, is af schuwelijk. In groote vertrekken met houten wan den waren soms honderd personen, mannen, vrouwen en kinderen b|jeen. Een ondragelijke stank kwam mij tegen, toen de 2ware ijzeren deur geopend werd. Eene dikke laag vuil bedekte den bodem. De men schen als men den wezens, die daar huisdon nog dien naam kan geven waren verwilderd, vervuild sommigen droegen aan de enkels 2ware ketenen, die met een touw, dat om het middel was bevestigd, werden opgehouden. De meesten waren weikelijk boosdoenors de staatkundige misdadigers werden af2onderlijk gehuisvest. De gevangenissen dienen alleen als huizen van bewaring, totdat het vonnis uitgesprokon is. Gewoonlijk wordon de gevangenen dan naar de mijnen gezonden. Dikwijls ontsnappen zij en worden dan meestal weer gevat of doodge schoten. Is dit niet het geval, dan komen zij toch om, want naar Rusland terugkeeren is bijna on mogelijk de Siberische vlakte is eene woestenij, waarin hier en daar slechts eene enkele stad als eene case ligt. Van Yeniseik ging ik naar Krasnoiarks en bracht daar een maand door. De huizen zijn daar zeer comfortablo ingericht, geheel van dik hout, met dubbele ramen eo vilten tochtlatten, terw|jl een kolossale kachel eene zeer gelijkmatige warmte ver spreidt, vooral doordien de deuren der vertrekken nooit gesloten zijn en de warme lucht dus door het geheele huis trekt. Daarna vertrok ik naar Irkutsk eu van daar naar Kiakhta, de stad der Thee-koningen. Den geheelen, onoindigen weg langs komt men aanhoudend thee karavanen uit Kiakhta tegen. Op kameelen wordt de thee tot aan de Russische grens gebracht en dan in wagens verdof gevoerd. Te Ourga, de Heilige Stad van Mongolië, zijn nieU dan smerige houten huizen. De helft der bevolking bestaat uit priesters, vuile, armoedige kerels. Mongolië staat geheel onder Rus- sischen invloed en de karavaan die ons naar Kalgan, bij den Chineeschen muur bracht, was begoïeid door kozakken. Toen ik door die woeste, dorre streken trok, waar wij zelfs gebrek aan voedsel hadden dacht ik: waarom ben ik niet in Londen gebleven. Maar eindel|jk kwam ik te Kalgan aan en de reis vandaar over Peking, Shaughai, Japau en New-York naar huis was verder niet merkwaardig. Sempervirens, liet bekende weekblad voor tuinbouw, schreef voor eenigen tijd een //chrysanthemum-ple bisciet" uit, het wilde nl. eens weten, welke Chry santhemums door de vrienden dezer bloemen als 't moest aanbevelenswaardig worden beschouwd. Den lezers, die aan het wolslagen van deze stem ming willen medewerken en zoodoende het belang der Noderlandscbe Chrysanthemum-cultuur wenschen te bevorderen, verzoekt de redactie van Sempervirens nu om, zoodra de bloeitijd der Chrysanthemum daar is, haar een antwoord op do volgende vragen te zenden: 1. Welke 10 Chrysanthemums onderscheiden zich door den meest verschillenden, karakteristieken, schooneu bloemvorm. 2. Welke 6 Chrysanthemums munten uit door zeer groote bloemen. 3. Noem 6 Chrysanthemums, die gevulde lage planten vormen en tevens mild- en fraai-bloeiend zijq. 4. Noem 6 Chrysanthemums, die hooggroeiend zijn, en tevens mild en fraai bloeien. 5. Welke zijn de 6 schoonste Pomponvormige Chrysanthemums. 6. Welke zijn de 4 fraaiste zuiver Anemoon vormige Chrysanthemums. Aan deze vragen voegen we de volgende toe, die vooral voor kweekers van het grootste belang zijn. 7. De beste 6 witte Chrysanthemums, voor bloem- snijden. 8. De beste 6 gele Chrysanthemums voor bloera- snijden. 9. De beste 10 Chrysanthemums, in andere kleu ren, voor hetzelfde doel. Deze enkele vragen acht de redactie voldoeude. Denken zij, die in de zaak belang stellen er echter andere overwenscht men ze gewijzigd of er iets meer aan toegevoegd te zien, niets zal haar aange namer zijn, dan dit zoo spoedig mogelijk te vernemen. //Misschien, voegt zij er bij, zullen enkelen nog aarzelen aan ons verzoek te voldoen, wijl ze de Chry santhemums niet voldoendo kennen. z/Doch ook hiervoor is raad een bezoek aan de Chrysanthemum-tentoonstelling, die van 1216 No vember te Amsterdam gehouden wordt, waarborgt een goede keuze. z/Om de beantwoording van deze vragen gemakke lijk te maken, zullen we formulieren laten drukken waarop men alleen de namen in te vullen heeft. ii De formulieren worden den geabonneerden van Sempervirens on van andere tuinbouwbladen, die ze wenschen te verspreiden en hot verlaagd aantal op geven, benevens aan bijzondere pereenen, diezeaan- vraagen, intijds en kosteloos toegezonden. Zij zullen ook verkrijgbaar zijn ter Chrysanthemum-tentoonstel ling te Amsterdam. De Fransche Kamer heeft eorgisteren de algemeene beraadslaging over de begrooting ten eindo gebracht: Een der laatste sprekers was de afgevaardigde Pel- letan. Deze sprak zijn afkeuring uit over de Staats- begrooting van 1892, welke de uitgaven 50 millioen frs. hooger raamt dan het vorige dienstjaar. Spre- keude over den ceoonomischen toestand veroordeelde hij de protectionistische politiek der Regeeriug. Naar hij beweerde, toont de openbare schuld een passief aan van 30 milliards. Da Minister Rouvier be streed in zijn antwoord de juistheid der gemaakte aanmerkingen. Hij ontkende, dat op de belasting schuldigen in Frankrijk zooveel zwaardere lasten drukken dan in hot buitenland. Hij beloofde de indiening bij het eerstvolgend budget van een ont werp tot wijziging der belasting op dranken. De Minister wees verder op de wijzigingen, welke ge bracht zijn in het aangeboden budget, dat een over schot ran 29 millioen frs. aantoont. De financieele toestand is van dien aard, dat hij elke critiek moet ontwapenen. De Fransohe Senaat zal nu de beraadslaging aan vangen over het nieuwe tarief, minimum en maximum, dat vermoedelijk niet zonder eenige w|jzigingen zal aangenomen worden. Doch al werd het onveranderd goedgekeurd, dan nog zal het kwalijk voor het einde van dit jaar als wet kunnon worden afgekondigd, en daar het den lsten Februari 1892 in werking moet komen, zoo zal er geen tijd voor de regeering over blijven om met de staten, waarmede de regeering onderhandelen wil over de nieuwe handelsbetrek kingen, gereed te komen. Onder die omstandigheden is zij voornemens aan het parlement vergunning te vragen om op de landen, met wie zij tot 1 Februari 1892 door handelstractaton verbonden is, het minimum tarief tot 31 December 1892 toe te passen. Die lan den zijn zes in getal: Nederland, België, Zwitserland, Spanje, Portugal on ZwedenNoorwegen. De landen, waarmede de regeering tractaten heeft gesloten, waarin de bepaling omtrent de behandeling op den voet der meest begunstigde natie voorkomt, en die, gelijk men zich herinneren zal, niet opgezegd zijn, zullen rechtens in het genot van het minimum tarief gestold worden. Dio landen z|jn: Rusland, Oostenrijk, Turkije, Griekenland, Engeland eu Mexico. Op Duitscbland zal, uit krachte van het Frankforter vredestractaat, het minimum-tarief almede van toe passing wezen. In het Oostenrijksche Huis van Afgevaardigden werd de Regeering eorgisteren door Koslowsky ge vraagd naar de uitlegging, welke gegeven is aan de genomen besluiten betreffende den invoer van vee in Engeland, Frankrijk en Zwitserland. Hij kwam nadrukkelijk op tegon den tariofstrijd, door Frankrijk tegen de geheele wereld gevoerd. Namens do Regee-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2