Buiteolandscb Overzicht.
te nemen roor verlichting van het strand met pe-
troleumfakkels.
Ter plaatse gekomen bleek, dat het schip hevig
slingerde, gedraaid was en klaarblijkelijk z|jne luiken
had verloren, hetgeen viel af te leiden uit alles wat
aan het strand spoelde.
De zeeën sloegen aanhoudend over het vaartuig,
en men kon van het strand af waarnemen, dat het
schip èn door den hevigen wind èn door de zware
zeeën hoe langer hoe meer naar de zeezijde overhelde.
Het roepen van de zich nog aan boord bevindende
manschappen was oorzaak dat de aan het strand
staande bemanning nogmaals eene poging met eigen
boot wilde wagen om hunne kameraden te hulp te
komen. De boot van het vaartuig, die na,zooals
boven vermeld, omgeslagen te zijn, aan het strand
was aangespoeld, werd nu weder zeilklaar gemaakt
eu langs do boven vermelde lijn naar boord gebracht.
Van het strand af zag men nu ook deze viermannen
zich in de boot nederlaten, die onmiddellijk met
kracht naar den wal werd getrokken. Eenige ang
stige oogenblikken werden doorleefd, en ook ï|j wa
ren gered.
De intusschen aangekomen reddingsboot behoefde
dus geen dienst te doen. Het schip is vermoedelijk
verloren.
Toen hot licht werd, bleek dat het schip zat on
geveer een uur ten noorden van Terheide, onder de
gemeente Loosduinen. Do schipbreukelingen zijn
liefderijk opgenomen door de bewoners van den
Delftschen duinwaterleidingtoren.
Men schryft uit Parijs aan het Vadrrland
Parijs wordt opnieuw belegerd, verscheiden wijken
zijn reeds ingenomen en er bestaat alle kans, dat de
geheele stad weldra een prooi der vijanden zal wor
den. Dat men mij niet voor krankzinnig uitmake
de belegeraars zijn geen ffPruissiens* maar
vlooien Myriaden van die ware tijgersprongen uit
voerende en huidzagende insectjes zijn de woningen
en daarna nog nader omhulsels van ons arm stoffelijk
wezen binnendrongen. Ware drinkgelagen richten
ze aan van ons bloed, dat alhoewel langzamerhand
al evenzeer vervalscht als wijn, met dezen gemeen
schijnt te hebben, dat bet nog altijd goed smaakt.
Een mijner vrienden verhaalde mij gisteren van
iemand, die een buitentje bewoont in den allernaasten
omtrek van Parijs, dat hij in eon enkele nacht alleen
in zijn bed 19 vlooien had gevangen. Welke een
vermoeiende jachtwant weet men wel, dat de weten
schap heeft aangetoond, dat een vloo een sprong kan
nemen twee honderd maal zoo hoog als haar eigen
lichaam, zoodat zij een kunststuk uitvoert ais een
onzer, die met een aanloopje hoep 1 over den
EifFeltoren zou heenspringen. De Parijsche vlooien
furie wordt door sommigen toegeschreven aan den
vochtigen zomer anderen beweren dat we hier staan
voor (of liever te krabben hebben tegen) een vol<s-
verhuizing van O. naar W. Wat zullen al die neger
en saffraaokoppen ons uitlachen, zij kunnen nu eens
uitblazen, terwijl wij wrijven, krabben, knijpen. Rond
uit gesproken vind ik dat onbillijkzijn vlooien niet
juist passend gezelschap voor Kaffers, Doerakken en
Bavianen? Vooral het „quartierdel'Europe* schijnt
een sterke inkwartiering te hebben gekregen en de
elegante dametjes, die daar wonen, worden thans
voortdurend geplaagd, gekitteld, gebeten, gestoken en
gestippeldze zijn als razend.
Behoef ik hier bij te voegen, dat de Par|jsohe
kooplui in inseotenpoeder totaal zijn uitverkocht
Reeds is gemeld dat het plan is opgevat, wederom
wedstrijden voor handwerkslieden van Amsterdam en
omliggende gemeeuten te doen houden. Door cora-
missiën uit de Vereeniging tot bevordering van fa-
brieks- en handworksnijverheid in Nederland hebben
zulke wedstrijden roods te Leiden en te Schiedam
plaats gehad, en worden er in andere plaatsen voor
bereid. Voor Amsterdam hepft zich nu ook zulk
eene commissie gevormd met den burgemeester, mr.
A. S. Vening Meinesz, als eere-voorz.
Zij wil wedstrijden van tweeërlei aard houden
den vryen wedstrijd, waarin, ieder zal kunnen inzen
den wat hij vervaardigd heeften den gebonden
wedstrijd, waarvoor naar verstrekte teekeningen ge
werkt moet worden. Het ingezondens zal worden
ten toon gesteld in het Paleis voor Volksvlijt en
wordea booordeeld door eene jury, gedeeltelijk door
de inzenders te kiezen.
In hot comité-generaal hebben o. a. zitting geno
men de burgemeesters van Nieuwer-Amstel, Sloten,
Weesp, Muiden, Naarden, Bussum, Niouwendam,
vele leden van den gemeenteraad, architecten, bouw
meesters en voorzitters van werklieden-veroenigingon.
Het uitvoerend comité bestaat uit de heeren
I. öosschalk, president; Jacob van Klinkhamer,
vice-president; J4 L. Bientait, le, en Joan H.
Schmitz, 2e penningmoesterG. A. A. Dudok de
Wit, J. J. Reese, mr. N. de Roever, J. C. Spakler
Jr., Ie, en H. P. Berlage Nz., 2e secretaris.
In Weenen wordt tegenwoordig een nieuw jacht
geweer gevaardigd, dat meteen als photografietoestel
is te gebruiken. Door een eenvoudige inrichting,
die het gebruik van hot geweer volstrekt niet bemoei
lijkt, wordt de beweging van hot percussieslot bij het
dichtslaan van den haan of bij het uitschieten van
de patroon ovorgebracht naar de sluiting van een
klein, uit aluminium vervaardigd phothografisch appa
raat, dat beneden aan den loop kan worden beves
tigd. De photografie vertoont hot doel (wild of
schijf) en de naaste omgeving in den toestand, die
het had b|j het dichtslaan van den haan. Maakt
men een kruis over de ronde photografie, dan moet
bet kruispunt met het doel samenvallen indien dit
laatste getroffen is. De uitvinding kan dan ook voor
jagers en voor militairen van niet weinig nut z|ju.
De Pruisische commissie voor het onderzoek van
geweren zal in Spandau een proef met deze nieuwe
uitvinding nemen.
De jagers kunnen dus voortaan, indien al geen
wild, toch de photografie er van mode naar huis bren
gen.
Ook kan, volgens deu uitvinder het geweer dienst
doen bij hut constateeren van de plaats waar grens
conflicten plaats hadden en bij de herkenning van
en het onderzoek naar stroopors.
In het lsatate van de reeks artikelen, die mr. H.
Goeman Borgesius in het Sociaal Weekblad gewijd
heeft aan de begrafenisfondsen in Nederland, zet de
Schr. zijne wenschen uiteen ten aanzien der wette
lijke regeling van de begrafenisfondsen. Men behoort
daarbij twee punten wel te onderscheidenl. de
inrichting cn organisatie, de rechtspositie der fondsen,
2. het toezicht op het levensverzekoringsbedrijf.
Wat het eerste punt betreft, wordt door allen, die
over dit onderwerp hebben geschreven, als eerste
eisch op den voorgrond gesteld, dat alleen vereeni-
gingen en maatschappijen ondernemers van begrafe
nisfondsen mogen zijn. Worden die adviezen door
den wetgever govolgd, dan zullen eigen zaken van
directeuren niet meer kunnen voorkomen. Onge
twijfeld zal dat zijn een beperking van de vryheid
van bedrijf, maar een beperking, die gerechtvaardigd
is door de overweging, dat het levensverzekerings
bedrijf moet wordon uitgeoefend door een subject,
dat zelf niet gebonden is aan het leven of vermogen
van een raensch of van enkele menschen.
Intusschen zal met die beperking nog weinig ge-
wonnen zijn, indien de wettelijke bepalingen omtrent
vennootschappen eu andere vereenigingen geen vol
doende bepalingen bevatten betreffende inrichting en
inwendige organisatie. Daaraan ontbreekt op dit
oogeublik zeer veel. Al wordt evenwel door ver
betering der wetgeving aan de fondsen een behoor
lijke organisatie verzekerd, daarmede zal de taak van
den wetgever nog niet zijn afgedaan. De inrichting
on organisatie der fondson raken het belang der
leden bij een goed bestuur. Daarnaast staat een
ander, nog gewichtiger belangdat van soliditeit.
Do soliditeit nu kan onmogelijk afdoende gewaar
borgd worden door wettelijke bepalingen, maar kaa
wel worden bevorderd door een verstandige wetgeving
en door eenig toezicht. Dat doet de Staat reeds
door openbaarheid voor te schrijven, in de eerste
plaats van do balans, die de baten en lasten vau het
fonds aangeeft. Het stelsel van openbaarheid dient
intusschen gepaard te gaan met maatregelen, waar
door onpartijdige verwerking van het verkregen
materiaal wordt gewaarborgd, en waardoor slechte
maatschappijen, die naar goeden raad niet luisteren,
verhinderd kunnen worden, op den verkeerden weg
voort te gaan.
Met dat doei geeft de Nuts-commissie in overwe
ging, bij een van de departemonten van algemeen
bestuur een bureau voor de begrafenisfondsen op te
richten, met een inspecteur aan het hoofd. Wat de
commissie voorstelt nopens de regeling dor rechten
ec bevoegdheden van dat bureau, sluit zich aau bij
hetgeen in Engeland bestaat. Het bureau van den
//Chief Registrar of Frienly Societies" werkt ook in
dubbele hoedanigheidcn als bureau tot ontvangst
en verwerking van de, door de fondsen verstrekte
gegevens, cu als bureau van informatie en voorlich
ting. En dat een soortgelijk bureau ten onzent ook
deze laatste bestemming krijge, acht de Schr. met
de commissie zeer gewenscht. De meeste fondsen
zijn thans in het geheel niet wetenschappelijk inge
richt, en de directe dwang, om daarmede te breken,
zal groote kosten na zich sleepen, kosten, die
voor de kleinere instellingen zelfs te bezwarend zou
den wordea indien zij niet kosteloos of tegen geringe
belooning voorlichting en hulp konden verkrijgen.
AUeea zou H. G. B., naast den inspecteur, den
chef van het bureau, wiilon plaatsen een commissie
van toezicht, of wil men liever een raad van com
missarissen geen collegia van ambtenaren, maar
een commissie van belangstellende, bekwame en in
de publieke opinie hoog aangeschreven burgers
zooals or o. a. ook een bestaat naast den directeur
der rijkspostspaarbank. ,Met die commissie zou de
inspecteur voortdurend tn overleg moeten blijven,
en geen aanklacht zou bij m. i. bij de rechtbank
mogen indienen, ja zelfs op het kantoor van een
graaf, als do vlucht hem gelukt.
Graaf Hohenhausen vreest hem niet.
Vermoedelijk omdat h|j den geheelen omvang
zijner woestheid nog niet heeft loeren kennen.
- Kom, mogelyk kan de vlucht zijn, maar waar
schijnlijk niet, zeide Daniël. En ik weet niet, waar
de kerol met zijn wraak heen wil. Wat destyds
geschied is, kan door deze wraak niet ongedaan
worden, en wanneer de koddebeier rechtvaardig wil
zijn, dan moet hij bij zich zelf zeggen, dat hij door
zijn ruwheid zelf schuld droeg aan den dood van
zijn kind.
Gij begrijpt dat niet, antwoordde Hack6rt; gij
hebt nimmer een kind gehad.
Als ik een dochter had, dan zou ik haar betor
bewaken, dan Reimanu gedaan heeft.
Ik zou u daarop veel kunnen antwoorden,
maar waartoe?
Jij haat den graaf ook zeide de oude man.
Hebt gij hem ooit lief gehad?
Ik heb hem nooit haat toegedragen.
Ër zal een tijd komen, waarin ook gij hem
daarheen wenscht, waar de poper groeit. Geloof
niet, dat hij het verledene vergeeft; hij herinnert
zich zoo vaak hij je ziet, dat gij de spion van zijn
stiefmoeder zijt geweest. Houd mij het woord ten
goede, Daniël; ik zeg je alleen de waarheid, en ik
wil je waarschuwen.
Wordt vervolgd.)
Ja, als dit bewijs geleverd werd Maar de
herder kende den beschuldigde niet.
Omdat hij hem niet gezien had.
Aan zijn stem moest men hem weer her
kennen.
Dat schijnt toch wel wat gewaagd. Reimann
heeft slechts een korte vraag aan den herder gedaan,
en deze verklaarde zelf, dat zijn geheugen zeer
slecht is. Men heeft in de instructie aan dien ge
tuige te weinig waarde gehechtmaar ik vind dit
natuurlijk de schuld van den beklaagde was in de
oogen van den rechter zonneklaar bewezen, en het
beroep op dien getuige a décharge beschouwde
men dus als een voorwendsel om het onderzoek te
rekken.
Gronau was blijven staan aan den hook der straat,
waarin de inspecteur Rubens woonde.
Wij zullen hier scheiden, zeide hijzie maar,
wat ge verder tot stand kunt brengen, en als gij
den knop hebt, breng mij hem dan.
Doet gij verdere ontdekkingen, dan verwacht ik
eveneens mededeelinggij zult mij tot krachtigen
bijstand bereid vinden, zoodra ge mij bewijzen brengt.
Indien hij er ernstig en onpartijdig over nadacht,
dan moest Hackert zelf zoggen, dat het een uit de
lucht gegrepen argwaan was, die tot heden door nog
geen het minste bewijs gestaafd werd; maar hij kon
hem niet prijsgevenhij moest zich er aan houden,
al droeg daaraan, zooals de kaptein beweerde, zijn
haat tegen den graaf do grootste schuld.
Hij had in den laatsten tijd den graai vaker ont
moet Hohenhausen kwam nu dikwerf naar Buchenau,
en de jager kon niet altijd een ontmoeting ontwij
ken, hoe gaarne hij het ook gewild had.
De graaf scheen hem niet eens te zienhij nam
ten minste geen notitie van hem maar zooveel te
scherper sloeg Hackert hem gade. Hij meende
veel ontdekt te hebben, wat zijn achterdocht be
vestigde maar die ontdekkingen berustten slechts
op vermoedens, die misschien geen de minste waarde
hadden. Maar het mocht zijn, zooals het wilde,
Hackert bleef standvastighij was besloten alles,
zelfs zijn leven er voor veil te hebben, om zich zeker
heid te verschaffen.
Uit zijn gedachtonloop wekte hem een stem
h|j keerde zich om en herkende den ouden Daniël,
die bij de terechtzitting ook als getuige was ge
dagvaard.
Deze ontmoeting was in overeenstemming met zijn
wensch hij bleef staan, om den kamerdienaar op te
wachten.
Die is verzorgd en bewaard, zeide Daniël.
Reimann zal geen misdaad meer begaan.
Wie kan dat weten antwoorddo de jager.
Twijfelt ge er nog aan Veroordeeld ter dood,
lieve hemel, als ge dat nog niet toereikend is om
hem onschadelijk te maken, dan weet ik 't niet!
Is dan nog nooit een bbef uit het tuchthuis
ontvlucht? vroeg Hackert. Dat de koddebeier een
vermetele jongen is, zult gij toegoven, en wee den
fonds zou hij geen speciaal onderzoek mogen instel
len, zonder daartoe door den raad van commissaris
sen gemachtigd te z|jn. Alleen op die w|jze verkrijgt
men den moest mogelijkeu waarborg, dat niet dan
in de uiterste noodzakelijkheid tegen een fonds zal
worden geprocedeerd.
if Zoo aangevuld, zou ik do voorstellen der Nuts-
commissie zoo schielijk mogelijk verwezenlijkt wen
schen te zien, niet alleen voorde begrafenis-fondsen,
maar ook voor de levensverzekering-maatschappijen.
Een principieel verschil toch, een verschil in wezen,
bestaat tusschon die beiden nietwant begrafenis
fondsen zijn niet anders dan levensverzekerings
maatschappijen in het klein. En al is daardoor niet
uitgemaakt, dat het bedryf in alle opzichten aan
dezelfde regelen moet worden onderworpen wat
de hoofdpunten betreft, kunnen de bepalingen, voor
de begrafenis-fondsen voorgesteld, ook zonder eenig
bezwaar op de maatschappijen van levensverzekering
toepasselijk worden gemaakt. Door de fondsen met
kleine uitkeeringen aan een strenge regeling te
onderwerpen en de grooto instellingen vrij te laten,
zou men een ernstige fout begaanwant men zou
nog minder dan half werk doen en de deur voor
misbruik wagenwijd openlaten. De kleine te dwin
gen tot openbaarheiden wetenschappelijke inrichting,
maar de groote toe te staan den weg der geheim
houding te blyven bewandelen en met de resultatén
der wetenschap te spotten, zou bovendien zijn een
daad van onbillijkheid, waartoe, naar ik hoop, de
Nederlandsche wetgever niet zal besluiten."
De Maasbode verzekert dat van eon alqemeene ver
gadering der R. K. Kamerleden, zooals de hoeren
De Bruyn c. s. hebben voorgesteld, niets komen kan.
Deze heeren mogen zich over de houding hunner
dissidente collega's, inzake de clubformatio verwon
deren, daar is toch volgens de Maasbode volstrekt
geen oorzaak toe.
/,Want zoo z#gt het blad het program en
de circulaire der Centrums-club «taan in geenen deele
op zichzelf, maar z|jn onafscheidelijk verbonden aan
vroegere gebeurtenissen, o. a. aaa het manifest der
Katholieke Kamerleden. Toen dit in Mei 11. ver
scheen, was het slechts samengesteld kunnen worden
door de leden, die het onderteekendenvolkomen
terecht waren de overige Kamerleden niet uitgenoo-
digd aan de samenstelling van dat manifest mede te
werken, want op die uitnoodiging zou niet slechts
een weigering gevolgd, maar de spanning, welke tus-
schen de beide groepen der Katholieke leden bestond,
er nog slechts door verergerd z|jn.
z/Zij waren sedert de verschijning der N. Brabant-
sche motie van October 11. in volkomen strijd met
elkander over de te volgen politiek tegenover de
Regeering, en dio strijd openbaarde zich allerduide
lijkst en zonder ophouden bij de bogrootings-discus-
«ien en eveneens bij de behandeling der legerwet.
Dezelfde verdeeldheid openbaarde zich in de Katho
lieke pers en zou zich natuurlijk ook bij de verkie
zingen vertoon en.
//Onder die omstandigheden meenden 12 Katho
lieke leden der Kamer een manifest aan de Katho
lieken uit te moeten vaardigen, waarin zij verklaarden,
welke politiek zij zouden volgen, indien hun een
nieuw mandaat mocht worden opgedragen, en op
dat Manifest werden zij gekozen. Na do verkiezingen
voegden zich nog twee leden b|j hen, zoodat hun
getal nu 14 bedroeg.
//Zoo ontstond het bekende program van deze 14;
een program dat zelfs niet in discussie mag komen
want het is de grondslag, het ffto be or not to be"
van de Kath. Centrum-partij."
Om deze reden kunnen, //naar het bescheiden oor
deel" der Maasbode, de 14 die algeraeene vergade
ring niet alleen niet bijeenroepen maar ook niet er
aan deelnemen, als zij door anderen bijeengeroepen
worden mocht.
De eisch aan do fractie-Schaepman blijft dus Zich
onderworpen of heengaan I
Onlangs werd de heer Julius M. Price door de
Illustrated London News uitgezonden om eene groote
reis to maken en wel van Engeland dor de Kara
zee, langs de Yenisei en door Siberië en Mongolië
over Peking terug een tocht van 30,000 mijlen.
De volgende bijzonderheden worden door den heer
Prince medegedeeld
Met de Biscayaeen schip van 800 ton werd de
reis begonnen. Weldra veroorzaakte het eerste ijs
oen groote opgewondenheid aan boord. Het was aan
den ingang der Kara zee, die gedurende 8 maanden
van het jaar altijd één ijsvlakte is. Het was een
prachtige, heldere morgen en iedereen verkeerde in
eene opgewekte stomraing.
Na den middag werd de lucht opeens bewolkt en
te gelijk kwam er eene menigte ijsbergen aandrijven.
Het was een betooverend schouwspel, die massa's
grauwwit ijs, die alle mogelijke gedaanten hadden,
van den loggon klomp tot den sierlijken spits. Wij
liepen langzaam straat Waigat door. De kust was
heuvelachtig, kaal en verlatengroote ijsblokken
lagen er als franjo omheen. Gedurende drie opeen
volgende weken hadden wij voortdurend mot ijs te
kampen. De kapitein gaf het bevel over aan den
ijsloods, die steeds op den uitkijk stond om open
geulen te zoeken.
Toen wij eenmaal het ijs van de Karazee achter
den rug hadden, konden wij tot aan den mond der
Yenisei ongestoord doorvaren en daar zochten wij
eenigen tijd naar de Phoenixdie ons voorafgegaan
was en die wij eindelijk vonden dicht bij Karaoul,
een havenplaats in de nabijheid van Yeniseisk. Die
//havenplaats" bestaat uit een bouten hut, bewoond
door één blanko, vijf inboorlingen on eenige honden.
Wij gingen toen op de Phoenix over en de Biscaya
koerde naar Engeland ierug. Wij hadden echter
nog geruimen tijd de rivier op 4e varen, voor wij
Yeniseisk zouden bereiken en trachtten de vervelende
reis, tusschen de onafzienbare toendra's door, te
korten door van tijd tot tijd uitstapjes te maken
aan land en overigens 's avonds te lezen, te rooken
of te schaken. Eens op een avond, toen wij gezellig
bij elkaar zaten, hield plotseling de machine op te
werken en eene stem riep//Man overboord I
Lee Lee was de naam van den agent te Yoniseisk,
van eene Engelsche handelmaatschappij (The Anglo-
Siberian Trading Syndicate). Alles snelde op 't dek.
Het was een stikdonkere naeht. Wij zonden onzen
8toombarbas uit om te zoeken, en eenigen tijd zagen
wij zijn rood seinlicht over het donkere water heen
en weer schuiven. Eindelijk hoorden wij een ge-
juioh en zagen wij dat men bij het licht van een
lantaarn zich op 'tdek met oen menschelijk lichaam
bezighield. Het bootje keerde terug, maar alle po
gingen om Lee weer tot het bewustzijn te brengen
waren vergeefscb, on wij brachton een lijk in Yeni
seisk torug.
To Yeniseisk bezocht ik verscheidene gevangenis
sen en ook te Krasnoiarsk, dat drie dagen sledens
van Yeniseisk gflegen is. Wat ik daar zag, is af
schuwelijk. In groote vertrekken met houten wan
den waren soms honderd personen, mannen, vrouwen
en kinderen b|jeen. Een ondragelijke stank kwam
mij tegen, toen de 2ware ijzeren deur geopend werd.
Eene dikke laag vuil bedekte den bodem. De men
schen als men den wezens, die daar huisdon nog
dien naam kan geven waren verwilderd, vervuild
sommigen droegen aan de enkels 2ware ketenen, die
met een touw, dat om het middel was bevestigd,
werden opgehouden. De meesten waren weikelijk
boosdoenors de staatkundige misdadigers werden
af2onderlijk gehuisvest. De gevangenissen dienen
alleen als huizen van bewaring, totdat het vonnis
uitgesprokon is. Gewoonlijk wordon de gevangenen
dan naar de mijnen gezonden. Dikwijls ontsnappen
zij en worden dan meestal weer gevat of doodge
schoten. Is dit niet het geval, dan komen zij toch
om, want naar Rusland terugkeeren is bijna on
mogelijk de Siberische vlakte is eene woestenij,
waarin hier en daar slechts eene enkele stad als eene
case ligt.
Van Yeniseik ging ik naar Krasnoiarks en bracht
daar een maand door. De huizen zijn daar zeer
comfortablo ingericht, geheel van dik hout, met
dubbele ramen eo vilten tochtlatten, terw|jl een
kolossale kachel eene zeer gelijkmatige warmte ver
spreidt, vooral doordien de deuren der vertrekken
nooit gesloten zijn en de warme lucht dus door het
geheele huis trekt.
Daarna vertrok ik naar Irkutsk eu van daar naar
Kiakhta, de stad der Thee-koningen. Den geheelen,
onoindigen weg langs komt men aanhoudend thee
karavanen uit Kiakhta tegen. Op kameelen wordt
de thee tot aan de Russische grens gebracht en dan
in wagens verdof gevoerd.
Te Ourga, de Heilige Stad van Mongolië, zijn
nieU dan smerige houten huizen.
De helft der bevolking bestaat uit priesters, vuile,
armoedige kerels. Mongolië staat geheel onder Rus-
sischen invloed en de karavaan die ons naar Kalgan,
bij den Chineeschen muur bracht, was begoïeid door
kozakken. Toen ik door die woeste, dorre streken
trok, waar wij zelfs gebrek aan voedsel hadden
dacht ik: waarom ben ik niet in Londen gebleven.
Maar eindel|jk kwam ik te Kalgan aan en de reis
vandaar over Peking, Shaughai, Japau en New-York
naar huis was verder niet merkwaardig.
Sempervirens, liet bekende weekblad voor tuinbouw,
schreef voor eenigen tijd een //chrysanthemum-ple
bisciet" uit, het wilde nl. eens weten, welke Chry
santhemums door de vrienden dezer bloemen als 't
moest aanbevelenswaardig worden beschouwd.
Den lezers, die aan het wolslagen van deze stem
ming willen medewerken en zoodoende het belang
der Noderlandscbe Chrysanthemum-cultuur wenschen
te bevorderen, verzoekt de redactie van Sempervirens
nu om, zoodra de bloeitijd der Chrysanthemum daar
is, haar een antwoord op do volgende vragen te zenden:
1. Welke 10 Chrysanthemums onderscheiden zich
door den meest verschillenden, karakteristieken,
schooneu bloemvorm.
2. Welke 6 Chrysanthemums munten uit door zeer
groote bloemen.
3. Noem 6 Chrysanthemums, die gevulde lage
planten vormen en tevens mild- en fraai-bloeiend zijq.
4. Noem 6 Chrysanthemums, die hooggroeiend
zijn, en tevens mild en fraai bloeien.
5. Welke zijn de 6 schoonste Pomponvormige
Chrysanthemums.
6. Welke zijn de 4 fraaiste zuiver Anemoon vormige
Chrysanthemums.
Aan deze vragen voegen we de volgende toe, die
vooral voor kweekers van het grootste belang zijn.
7. De beste 6 witte Chrysanthemums, voor bloem-
snijden.
8. De beste 6 gele Chrysanthemums voor bloera-
snijden.
9. De beste 10 Chrysanthemums, in andere kleu
ren, voor hetzelfde doel.
Deze enkele vragen acht de redactie voldoeude.
Denken zij, die in de zaak belang stellen er echter
andere overwenscht men ze gewijzigd of er iets
meer aan toegevoegd te zien, niets zal haar aange
namer zijn, dan dit zoo spoedig mogelijk te vernemen.
//Misschien, voegt zij er bij, zullen enkelen nog
aarzelen aan ons verzoek te voldoen, wijl ze de Chry
santhemums niet voldoendo kennen.
z/Doch ook hiervoor is raad een bezoek aan de
Chrysanthemum-tentoonstelling, die van 1216 No
vember te Amsterdam gehouden wordt, waarborgt
een goede keuze.
z/Om de beantwoording van deze vragen gemakke
lijk te maken, zullen we formulieren laten drukken
waarop men alleen de namen in te vullen heeft.
ii De formulieren worden den geabonneerden van
Sempervirens on van andere tuinbouwbladen, die ze
wenschen te verspreiden en hot verlaagd aantal op
geven, benevens aan bijzondere pereenen, diezeaan-
vraagen, intijds en kosteloos toegezonden. Zij zullen
ook verkrijgbaar zijn ter Chrysanthemum-tentoonstel
ling te Amsterdam.
De Fransche Kamer heeft eorgisteren de algemeene
beraadslaging over de begrooting ten eindo gebracht:
Een der laatste sprekers was de afgevaardigde Pel-
letan. Deze sprak zijn afkeuring uit over de Staats-
begrooting van 1892, welke de uitgaven 50 millioen
frs. hooger raamt dan het vorige dienstjaar. Spre-
keude over den ceoonomischen toestand veroordeelde
hij de protectionistische politiek der Regeeriug. Naar
hij beweerde, toont de openbare schuld een passief
aan van 30 milliards. Da Minister Rouvier be
streed in zijn antwoord de juistheid der gemaakte
aanmerkingen. Hij ontkende, dat op de belasting
schuldigen in Frankrijk zooveel zwaardere lasten
drukken dan in hot buitenland. Hij beloofde de
indiening bij het eerstvolgend budget van een ont
werp tot wijziging der belasting op dranken. De
Minister wees verder op de wijzigingen, welke ge
bracht zijn in het aangeboden budget, dat een over
schot ran 29 millioen frs. aantoont. De financieele
toestand is van dien aard, dat hij elke critiek moet
ontwapenen.
De Fransohe Senaat zal nu de beraadslaging aan
vangen over het nieuwe tarief, minimum en maximum,
dat vermoedelijk niet zonder eenige w|jzigingen zal
aangenomen worden. Doch al werd het onveranderd
goedgekeurd, dan nog zal het kwalijk voor het einde
van dit jaar als wet kunnon worden afgekondigd, en
daar het den lsten Februari 1892 in werking moet
komen, zoo zal er geen tijd voor de regeering over
blijven om met de staten, waarmede de regeering
onderhandelen wil over de nieuwe handelsbetrek
kingen, gereed te komen. Onder die omstandigheden
is zij voornemens aan het parlement vergunning te
vragen om op de landen, met wie zij tot 1 Februari
1892 door handelstractaton verbonden is, het minimum
tarief tot 31 December 1892 toe te passen. Die lan
den zijn zes in getal: Nederland, België, Zwitserland,
Spanje, Portugal on ZwedenNoorwegen.
De landen, waarmede de regeering tractaten heeft
gesloten, waarin de bepaling omtrent de behandeling
op den voet der meest begunstigde natie voorkomt,
en die, gelijk men zich herinneren zal, niet opgezegd
zijn, zullen rechtens in het genot van het minimum
tarief gestold worden. Dio landen z|jn: Rusland,
Oostenrijk, Turkije, Griekenland, Engeland eu Mexico.
Op Duitscbland zal, uit krachte van het Frankforter
vredestractaat, het minimum-tarief almede van toe
passing wezen.
In het Oostenrijksche Huis van Afgevaardigden
werd de Regeering eorgisteren door Koslowsky ge
vraagd naar de uitlegging, welke gegeven is aan de
genomen besluiten betreffende den invoer van vee
in Engeland, Frankrijk en Zwitserland. Hij kwam
nadrukkelijk op tegon den tariofstrijd, door Frankrijk
tegen de geheele wereld gevoerd. Namens do Regee-