Bultenlamisch Overzicht.
PETROLEUM-NOTEERINGEN
Kantongerecht te Gouda
Cantzla&r k Schalkwijk, te Rotterdam
klopt werd en clj rmi»l gevraagd is buiten to komen;
loon eohter is aan dat verzoek geen gevolg gegeven.
De justitie uit Middelburg vertrok heden weder
naar Meliskerke.
Gisteren werd te Dordrecht de 21ste algemeene
vergadering van den Nederlaiulscheu Protestantenbond
geopend door dr. J. Knappert, hoogleeraar te Am
sterdam, als voorzitter.
Hij heette de vertegenwoordigers van al de duizen
den in den lande, die met onze richtiug instemmen,
hartelijk welkom aan deze plaats en gedenkt met
weemoed het verscheiden van onzen Koning, waar
wij heden voor 't eerst samen zijn, nadat d^ laatste
mannelgke telg uit het huvq van Oranje vdqr een
aantal maanden ons is ontvallen. Gedenkt den Ko
ning, roept hg on9 too, want de liefde voor ons
vorstelijk huis valt bij ons volk samen met de liefde
voor het vaderland, daarom scharen wij ons met in
nige trouw roudom de beide Vorstiunen, bovenal
waar zooals bij de Regentes geschiedt, zich manne
lijke kracht paart aan groote, vrouwelijke teederheid.
Daarna heette spr. de aanwezigen welkom in
Dordt, beroemd door handel, door kuust, sind9 vele
eeuwen, bekend om de eens hior gehouden Synode,
en dit laatste zou hem prikkelen kunnen om eene
vergelijking te maken tusschen het toen en het thans,
maar daarvoor is het nu de ure niet. Toch wijst
hij er op dat de geschiedenis ons de ontwikkeling
leert kennen van het godsdienstig leven, want voor
waar, er is vooruitgang, er is gekomen een godsdienst
van hoogere orde, het geloof is zelfstandiger gewor
den. Het ideaal der Synode is niet bereikt, maar
langs andere wegen, dan zij zich voorstelde, heeft
God ous geleid, geen dwang is er meer, het recht
van elk op zijne overtuiging wordt erkend. Men
bedonke echter dat wij alleen roemen in het heden
in vergelijking van het verleden, want wij erkennen
het met weemoed, dot de onverschilligheid op gods
dienstig gebied steeds groot is, dat wij door de
leugen de waarheid ten onder houden. Doch wij
strijden met moed onzen strijd en voelen het ook,
wij worden geleid, ook wij hebben nog onzuivère;-
onvolkomen idealen. De eeuwen die na ons komen,
zullen nieuwe openbaringen zien laat on9 maar het
goede zaaien. Veel van onzen arboid zal vergaan,
maar wij kenne 1 den godsdienst als de groote kracht
van bet menschonleven, ouzo arbeid is, de schat van
menschelijke grootheid te vermeerderen, het ware
humanisme te bevorderen. Gods wil te doen moet
onze wet zijn. Eene grootsche taak is ons opgelegd
en die gedachte drukt wel neder, maar heft ook op,
geeft ook kracht, want wij voelen het, het godsdienstig
leven is het hoogste zieleleven.
Met dankbaarheid zien wij terug op hetgeen onze
Bond ook weer in 't verloopen jaar heeft gedaan,
op den nieuwen liederenbundel, dien wij ontvingen
(algemeen applaus), op het wekelijkfch woord door
zoovelen gesproken, op den arbeid van nl de vrouwen
en meisjes aan het onderwijs op de Zondagsscholen
gegeven. Doch over dit alles later meer, voor 't oogen-
blik verklaart do voorzitter de vergadering geopend.
Dit de presentielijst blijkt, dat er 98 afgevaardig
den zijn opgekomen en dat er in het geheel 136
leden in de vergadering tegenwoordig zijn.
De commissie, benoemd voor het nazien der reke
ning, brengt rapport uit en deelt mede dat tegenover
eene ontvangst van f 21,147.52,/§ eene uitgaaf staat
verlietaller aandacht was onverdeeld bij de mede-
deelingen van Daniël, die nog niet geëindigd had,
toen de jager terugkeerde.
En zoo heeft hg zijn rechtmatig loon ont
vangen, eindigde de oude manwant al wordt het
doodvonnis niet ten uitvoer gelegd, dan zal hij
toch zijn overige dagen in het tuchthuis moeten
slijten.
En dat hij den moord heeft bedreven, is vol
gens mijn bescheiden meening nog altijd niet be
wezen, zeide Hackert, die zijn pijp aanstak. Als de
herder een beter geheugen had, zouden uit de op
eenstapeling van bewijzen verscheidene schakels los
gegaan zijn.
Behalve u zal niemand dit gelooven, antwoordde
Daniël.
Omdat er niemand over nagedacht heeft.
Neen, omdat ieder weet, dat die getuige tegen
wil en dank werd gedagvaard.
Laat ieder er over denken, zooals hij wil, zeide
Hackert ernstig; ik laat mij door het oordeel vhd
audereu niet op oen dwaalspoor brengen.
Hij verwijderde zich na deze woorden, die op
alle aanwezigen, behalve op Daniël, eenigen indruk
maakten.
De oude kamerdienaar scheen dit te beseffen
waut hij trachtte den jager in oen belachelijk tlag-
licht te plaatsen, wat hem echter niet geheel en al
gelukte.
Te gelijk met hem verliet Vroni, het kamermeisje
van f 19,128.6(M/8> zoodat er een voordeelig slot
is van 2D23.9lV8.
Daarna trad dr. J. van den Bergh op en sprak
een ernstig en hartelijk woord, naar aanleiding van
de stelling, als punt ter bespreking voorgesteld
De leden van den Protestantenbond moeten me
dewerken aan de uitbreiding onzer Veroeniging ook
in plaatsen, waar de vrijzinnigen de meerderheid
hebben in de kerkelijke gemeenten, opdat afdeelingen
van den Bond aldaar haar eigenaardig werk verrioh-
ten kunnen.
De Spr. ontwikkelde boe de grenzen van onzen bond
zich veel verder moeten uitstrekken dan tot heden.
Alle vrijzinnigen, waar zg in de meerderheid zijn,
moeten zich aausluiteu. Eene oproeping in dien geest
is noodzakelgk. Voorzeker, waar de orthodoxie in
de meerderheid is, daar moeten afdeelingen worden
opgericht, maar niet minder waar dit niet het gevj#
is. De kleine afdeelingen moeten gesteund wordetif
wij zijn allen solidair voor elkander aansprakelijk.
En dit moet geschieden met geld, maar dat is niet
genoog. Wg moeten onze personen geven.
Al de leden van den Protestantenbond zijn feitelijk
modern, niet in godgeleerden zin, niet als kerkelijke
partij. Het is zelfs de vraag of de bladen wel goed
doen, wat wg spreken en doen te vermelden onder
de rubriek «Kerknieuws". Modern toch is de naam
van eene eigenaardige centrale levensmaoht, die eiken
levenskring van het godsdienstig leven wil doordringen;
de godsdienst moet de bezielende macht worden onder
ons volk. Het lidmaatschap van onzen bond is hoog
noodig. Zegge niemand wg gaan ter kerk, wij be
vorderen toch uw doel. Hoevelen komen daar niet,
daar nooit, de invloed der kerk op de zoodanigen
is niet groot. Wil iemand geen lid van den bond
worden, maar wel geldelijk steunen, houd hem voor-
loopig vast, noem zijne gave aan, maar tracht hem
te overtuigen, dat hij meer moet doen dit. Er zgn,
het i9 verleden jaar naar waarheid gezegd, er zijn
teekenen van betere dagen, dio komen zullen. Maar
zullen deze komen, dan moeten allo vrijzinnigen, in
beschaafde kringen, maar niet minder in arbeiders
kringen, medewerken met alle kracht en gelgk het
reeds heden geschiedt in menig opzicht, zoo moet
er uit onze afdeelingen een zegen uitgaan, onder
alle standen dor maatschappij,
Na dit opwekkend woord, waarmede de vergade
ring zoo hartelijk instemde, sloot de voorzitter deze
eerste samenkomst.
De uitnoodiging, door 14 Kamerleden die zich
tot een Ceutrum3of'«b hebben vereenigd, tot hunne
overige r.-katholiekè medeleden gericht om zich bij
hen aan te sluiten, wordt door den eersten onder-
teekenaar, rnr. L. Haffmans, in het Venl. tceekbl. ge
kenschetst als «een poging tot hereeuiging", die
door de zoogenaamde dissidonten is gedaan. Hij
schrijft
«Men ziet, hier is geen quaestie van een program,
maar slechts van twee leidende beginselen, die zeer
eenvoudig zijn en eigenlijk van zelf spreken.
Wie zal de wemchelijkheid betwisten, dat de r.-
katholieken als geheel zelfstandige partij, los van
elk blijvend verband met andero politieke partijen,
in het parlement optreden
Wie ontkent, dat het steunen of bestrijden van
ministers en kabinetten alleen van hunne regeerings-
dadea of ingediende wetsontwerpen, niet van hunne
politieke kleur, afhankelijk mag worden gesteld
van Unica, de dienstbodenkamer, en toen hij de trap
opklom, volgdo zij hem. Boven op den corridor
bleef zij staan.
Wilt ge mij wat zeggen P vroeg hij.
Ja, Daniël! gaf zij ten antwoord, ik was dit
al lang voornemens, maar altijd ontbrak mij de ge
legenheid.
Is het een geheim?
Zooals gij het nemen wilt; in elk geval moet
ik om stilzwijgendheid verzoeken.
Dat ik zwijgen kan, weet ge.
Ik wil u waarschuwen, Daniël 1 zeide Vroni
zacht; de graaf heeft iets tegen u; hij zoekt maar
een voorwendsel om je te ontslaan.
Is het al zoo ver gekomen? vroeg de oude
man. Wat heeft hij tegen mij Ik heb zijn rader
trouw gediendeen ouden, beproefden dienaar jaagt
men niet zoo maar op stel en sprong weg.
Dat heeft gravin Unica ook gezegd.
En wat antwoordde hij?
Gij waart een spion zijner stiefmoeder geweest,
en hoofdzakelijk aan u was de breuk met zijn vader
te wijten. Wanneer bij u op een of ander betrapte,
zou hij geen rekening houden met veeljarigen dienst
tijd trouw en gehechtheid verlangde hij van eiken
ondergeschiktedaarvoor betaalde hij hun loon.
Dat is dus de dank, dien een trouw dienaar
van bem to wachten heeft? zeide Daniël. Wanneer
heeft hij dit gezegd
Dien Zondag, toen juffrouw Romberg voor de
Het stond dus te verwachten, dat de uitgeuoodig-
den zouden antwoorden «Wij kunnen ons best met
deze stellingon vereenigen en daar gij geen andere
voorwaarden stelt, treden wij toe tot het lidmaatschap
der centrums-club."
Van dit oogenblik af was de bestaande club der
dissidenten getransformeerd in de club dor r.-katho-
Heken, de eensgezindheid herboren, de samenwerking
verzekerd.
Helaasdit mocht niet gebeuren.
Mr. Hnffranns drukt het antwoord af, dat de
hoeren de Bruijn, lid der eerste Kamer, en Dobbel-
mnn, Micliiels cn Waltor, loden der Tweede Kamer,
gezamenlijk op deze uitnoodiging hebben gegeven,
en laat dunrop volgen
«Men lette op de door ons zwart gedrukte woor
den «Zonder eenige goed- of afkeuring over het
ontworpon program der opgerichte Club uit te spreken."
Er wordt dus in het midden gelaten, of meu zich
met de beide stellingen (die mon «ontworpen pro
gram" gelieft te noemen) kan vereenigen, ja dan
neen.
Men zegt alleen Van toetreden tot uwe Club is
onzerzgds geen quaestie. Het initiatief tot hereeni-
giug mag niet van U uitgaan. Alle r.-katholieke
Kamerleden moeten tot eene constitueerende ver
gadering vereenigd worden. Roept gijlieden ze niet
op, dan zullen wij het doen."
Aldus de heereu De Bruyn, Dobbolman, baron
Michiels van Verduynen en Walter.
Wg twijfelen volstrekt niot aan de goede bedoe
lingen dezer heeren, maar wel aan het welslagen
hunner poging. Ik bid u, welke besluiten zal een
vergadering der 36 r.-katholieke afgevaardigden,
opgeroepon «tor verkrijging van een program", kun
nen nemen Hadden de vier heereu nog goedge
vonden hunne leidende beginselen te formuleeren
en te stellen tegenover do twee stellingen der Cen
trums-club, dan had die vergadering kunnen kiezen.
Nu zullen, naar allen schijn, die discussion in het
honderd loopen.
Hoo dit zg, een feit is hot, dat de poging van
do Centrums-club verijdeld is door de aangekondigde
poging der heoren De Bruyn c. 8die op hare beurt
weinig belooft.
In geen geval komt er iets van te recht, zoolang
men vasthoudt aan het denkbeeld van oen program.
Een program bedenkt dit wol, mijne heeren
is ontzettend moeilijk te piakon en dient boveudien
nergens toe, wanneer men noch regeering noch re-
geerende partij is. Wij katholieken hebben thans
alleeu behoefte aan eenheid en onderling overleg en
dus aan etne katholieke Centrums-club.
Op wiens iuitiatief die club tot stand komt, i«
geheel onverschillig. De veortien uilnoodigors zgn
ook niet op die oer gesteld. Maar het was natuur
lijk dat zij, als vormende de eenige bestaande club
onder de kntholieko Kamerleden, de deur hunner
club nog eens formeel voor allen wijd openstellen.
Waren allen binnen gekomen, dan was het uiet meer
hunne club, maar de club aller katholieken.
Zietdaar wat zij beoogdenZich op te lossen in
de katholieke Centrums-club. En hierin ligt toch
niets aanmatigends. Integendeel dat getuigt van hun
hartelijk verlangen, weer met de vrienden vereenigd
te zijn.
Hun stap is echter anders opgevat. Waarom,
laat ik daar."
eorste maal hier was. Ik geloof, dat ge eon aan-
teekenboek van hem hadt gevonden.
Ik herinnor mij dat; het was een vuil boek;
ik kou eerst niet eens gelooven dat het zijn eigen
dom zou zijn.
Het scheen hom ver var. aangenaam te wezen,
dat ge het gevonden hadt.
Waarom
Dat weet ik nietde toorn zijner slem verried
ontsteltenis, toen bg aan de gravin vroeg, of het
boek in uw handen geweest was. Hij zeide onmid
dellijk daarop, dat hij den ouden gluipert niet ver
trouwde.
Daar steekt iets achter, bromde de oude man,
wien deze laatste mededefoling blijkbaar bevreemdde.
Dat oude, voddige boek moot die gewichtige aan-
teekeningen bevatten; hebt ge er in gekeken?
Hoe had ik dat kunnen doen antwoordde
Vroni. Do gravin legde het niet uit haar handen
zij heeft allo «aantoekeningen, van de eerste tot de
laatste bladzijde, gelezen, on juist toen zij daarmede
gereed was, kwam de graaf, die het boek in den
zak stak.
Ik zal het wol uitvinden, zeide Daniël zacht.
Als mon zich bij zulk een meester wil staande hou
den, dan moet men zijn geheimen uitvorschen.
Neem jo in acht, waarschuwde het kamer
meisje do graaf haat jehij zoekt slechts naar een
voorwondsel, om je weg te jagen.
{Wordt vervolgd.)
Als een helaas! zeldzaam voorbeeld van eerlgk-
heid wordt in een Engelsch blad verhaald van eene
groote katoen spinnersfirma, die in 1865 to Glasgow
tongovolgo van tegenspoed failliet ging met een
acooord van ongeveer 65 pCt. Van dat tgdstip af
tot in 1872 gingen de zakeu zoor voorspoedig, zoo
dat in laatstgenoemd jaar de eenig overlevende fir
mant bij tastamentaire beschikking bepaalde, dat na
zgn dood aan alle crediteuren het bedrag hunner
vordering, vermeerderd met 4 pCt rente op rente,
moest worden uitgekeerd, waartoe een bedrag van
386 duizend gulden door hem werd vastgezet. Deze
firmant stierf in 1873, nadat hij in dat jaar roeds
een aanzienlijk bedrag aan zijne vroegere schuld-
eischcr8 had afbetaald. De bo wind voerders in den
boedel lieten echter het bedoelde kapitaal ten be-
hoovo eener lijfrente onaangeroerd, daar zij vermeen
den, dat do uitvoering der laatste wilsbeschikking
volgens de bedoeling vau den overledene aan hunne
discretie werd overgelaten. Nu echter dezer dagen,
wegens overlijden der bedoelde heeren, andere be
windvoerders moesten optreden, is do zaak op nieuw
aanhangig gemaakt en eene vergadering van de
oude croditeuren belegd, waarin hun mededeeling
van dit schitterend buitenkansje werd gedaan en eeue
som van 228 duizend gulden aan kapitaal en inte
resten werd uitbetaald.
Bij do beraadslaging over de begroeting van bui
tenland sche zaken in de Franscho Kamer, drong de
heer Deloncle er op aan, dat de regeering Frankrijk's
rechton op Westelijk Afrika moet doen eerbiedigen.
Een diplomatiek optreden zal ten deze voldoende
zijn.
De heer Delafosse bracht in het midden, dat Frank
rijk bij het onthullen van het standbeeld van Gari-
baidio to Nice alleen vertegenwoordigd was. Eene
mededeeling van Frankrijk te dier zake aan Italië is
onbeantwoord gebleven. (Rumoer). De hoor Dela
fosse herinnerde vervolgons aan hetgeen te Rome op
2 dezer is voorgevallen. Er is geroepen «Weg niet
Frankrijken de Fransche vlag is vorschourd.
Onze regeoring heeft evenwel niets gedaan. (Afkeu
ring vau de banken van het centrum.) DeFranschen
kan men in het buitenland beleedigen, zonder dat
de regeoring iets daartegen doet.
De spreker sprak verder zijno diepe afkeuring uit
over do door de rogeering ingestelde vervolging tegon
den aartsbisschop van Aix, en hij verweot don mi
nister van justitio on eeredienst, dat hij de bakende
oirculaire aan de bisschoppon gezonden had.
De minister Ribot antwoordde in do eerste plaats
betreffende do bedevaarten naar Rome. Do Italiaan-
scho regeoring hooft aan de Fransche haar leedwezen
over het voorgevallene doen betuigen. Do zaak-
Dutonat is eoue eenvoudige politiezaak, die geen
andor land aangaat. Ten aanzien van Egypte is de
stand van zaken sedert oen jaar voor on9 verbeterd.
Onzo belaogen, ouze invloed en onze taal dreigen
goenzins schade to lijden. Do minister hoopt dat do
Engelsche regeoring zal inzien, dat de ontruiming
van Egypte overeenstemt met hare belangen en met
de door haar gedane beloften. De Fransche regee
ring zal, nadat de ontruiming zal hebben plaats ge
had, niet weigerachtig blijven waarborgen te geven
voor de cnzgdigverklaring van Egypte.
Ten slotte zeide de minister, sprekende over de
betrokkingen van Frankrijk met andero mogendheden,
■dat do vrede beter verzekerd is dan eenige maanden
geleden. Dit is bet gevolg der toenadering tot Rus*
lar.d, welke niet alleen op wederkeorige vriendschap
pelijkheid, maar ook op gemeenschap van belangen
gegrond is. Niemand in-Europa ontkent dat deze
overeenstemming vruchten dragen zal, niet slechts
voor de positie van Frankrijk, maar ook voor het
behoud en de verzekering van den vrede. Onder
deze omstandigheden is het geoorloofd, den toestand
niet alleen met vertrouwen, maar ook met vastbera
denheid te beschouwen. {Toejuichingen op vele banken,)
Id antwoord op eene vraag van den heer Do Mun
antwoordde de minister Ribot nog, dat de Italiaansche
regeering de verzekering heeft gegeven, dat zij voor
nemens is de orde te handhoven, dat zg haar leed
wezen over het voorgevallene betuigd on de schul
digen vervolgd heeft. Wg hebben van deze verklaringen
akte genomen.
Er werd hierna overgogaan tot de beraadslaging
over de artikelen. Do eerste twee artikelen werden
aangenomen. Naar aanleiding van het araendement-
HubbarJ, strekkeude om het gezantschap bij den
paus op te hoffen, betoogde de minister Ribot het staat
kundige belang dat Frankrijk bij de handhaving van
het gezantschap heeft en drong hij op verwerping
van het amendement aan.
Dit werd met 284 tegen 210 stommen verworpen,
Waarnt de artikelen 821 aangenomen werden en
de zitting opgeheven werd.
De Berlijnsche sociaal-democraten zijn van Erfurt
teruggekeerd en hielden terstond een algemeeue ver
gadering, waarin rapport werd uitgebracht. Eenige
leden van de «oppositie" waren tegenwoordig en
mengden zich van tgd tot tijd in het debat op een
manier, dat hun het woord ontnomen wotd. Met
algemeene stemmen op éen na werd toen de houding
van het bestuur te Erfurt goedgekeurd. De oppo
sitie, de zoogenaamde jongeren zijn intusschèir druk
bezig zich te organiseeren en men zegt, dat er onder
hen verschillende personen zijn, die dat werk ver
staan.
Tusschen de scheuring binnen de sociaal-democra
tische partij en een dezer dagen verschenen brochure
van Bismarck'i bekend factotum Lothar Bucber is
do aandacht der Borlijnsche politieke kringen ver
deeld. Onder den titel«Verworpen of aannemen"
richt zich het geschrift tegen het Duitsch-Oostenrijksch
handelstractaat. In hoofdzaak evenwel bevat het
een nieuwen hoftigen aanval op Birmarck's opvolger
en ia tovens oen warm pleidooi voor het herstel van
den ex-kanselier in al zgn vroeger ambten en waar
digheden.
Met bedachtzaamheid den persoon des keizers
sparend, wordt de tegenwoordige regeering verander
lijke luim en slaafschheid verweten, terwijl de koizer
omringd wordt door Heden, wier recht op gunst slechts
in hun vijandschap tegen Bismarck schijnt te be
staan. Do schrijver acht den terugkeer van den
ex-kanselier steeds waarschijnlijker, alleen hij kan de
kroon wedor in baar vroegeren luister herstellen.
Hot ganscbe Duitsche volk zou deze daad toejuichen
en don keizer toejubolen als ooit te voren.
Wanneer Bismarck dan weder rijkskanselier was
zou hij opnieuw in het binnenland steun zoeken bij
de agrariërs en de groot-iudustrieelen, en de graan
rechten, op welker verlaging thans van allo zijden
wordt aangedrongen, nog verhoogen. Hij zou oen
oiudo maken aan de vernederende toegeeflijkheid van
Duitscliland jegens Oostenrijk, zooals zich die in het
concept-handelstractaat tusschen de beide natiën heeft
geopenbaard. Hij zou tevens doen uitkomen, dat
Duit8ch)and wel Oostenrijks invloed in het Oosten,
maar niet dien van Engeland tegenover Rusland -nÓC
waarborgen. Hij zou daardoor oone toenadering tus
schen Duitschland eu Ruslaod mogelijk raakea, terwijl
de politiek van zijn opvolger juist Rusland in de
armen van Frankrijk heeft gedreven. De eenige
thans levende man, die het verbond tusschen Rusland
en Frankrijk weder kan losmaken, is vorst Bismarck,
omdat dit werk do voortzetting zou zijn van de poli
tiek welke hij zijn leven lang heeft toegepast. «Is
de terugkeer tot die politiek niet moer mogelijk,
dan moeten wij rekenen op.^en oorlog en dan
maar ook slechts dan komt de oorlog voor Duitsch
land hoo eer hoe beter, on dan zal hg minder schrik
wekkend zijn, wanneer vorst jlismarck weder rijks
kanselier is, on de heor Yon Caprivi een legerkorps
commandeert, dan wanneer de ,heer Von Caprivi di
plomatieke nota's opstelt en vorst Bismarck als veld
maarschalk eon deel der kustverdediging op zich
neemt."
Volen schrijven aan Bismarck zei ven het vader
schap dezer brochuro toe. Niet zouder beteokenis
is het derhalve dat de officieuse Nordd. Allg. Ztg.
oen woord van protest laat hooren tegen de «sofismen"
in dit geschrift, waarmede men stemming beproeft
te maken tegen de handels-politiek der regeering.
Tegelijkertijd deelt het blad mede dat de onderhan
delingen over een handelstractaat tusschen Oostenrijk
en Duitschland met Italië, to Munchon gevoerd, ge
ëindigd zijn en zoowel dit laatste als het Duitsch-
Oo8tenrijkscho handelstractaat den rijksdag in Nov.
a. s. zal voorgelegd worden, zoodat axioma's, als die
in de brochure, tegenover feiten geen doorgang meer
zullen vindon.
Uit Washington wordt gemeld, dat er Zaterdag
een buitengewone Ministerraad is gohouden, waarin
de President zich heftig moet uitgelaten hebben
tegon Chili, zeggende «Wij behooren aan Chili te
tooneo dat ons geduld uitgeput is. Wij behandel
den de Chileenon mild, torwgl zij alleronvriendelijkst
tegen ons optraden."
De aandon Amerikaanschen gezant bij de Chi-
leen8cbe Regeoring gezonden nota vraagt schade
vergoeding voor de betrekkingen der gedoode ma
trozen, de govaugennoining en bestraffing der aanran
ders en het vragen van verschooning voor de beleediging
der Amerikaansche vlag aangedaan. De nota moet
kras gesteld zijn, en de gezant moet onmiddellijk
antwoord eischen. Volgons dépêches uit Valparaiso
heeft de Junta opnieuw geweigerd een vrijgeleide te
goven aan de zoogenaamde vluchtelingen in het
Amerikaansche gezantschapshotel, op grond dat het
misdadigers zijn. De Amerikaanscho gezant dringt
daarentegen op een vrijgeleide aan. De Chileensche
Ministers van Financiën en van Binnenlandsche Zaken
hebber hun ontslag genomen, wegens de nederlaag
die hun partij bij de verkiezingen heeft geleden.
De Junta hooft besluiten uitgevaardigd lot herope
ning der telegrafische gemeenschap tusschon Valpa
raiso en Iquique en tot hervatting der werkzaam
heden voor het verzamelen van guano op de Lobos-
eilandon. Met dat doel zijn inspecteurs benoemd.
ING E Z O N D E N.
Gouda, October 1891.
Geachte Stadgenooten
Op 22 October vergaderde de vereeniging «Tot
Heil des Volks" met het dool om iu den aanstaan
den wintertijd de belangen van arme kinderen te
behartigen.
Zij benoemde daartoe onderstaande Commissie,
die met bereidvaardigheid dit aangename doch tevens
zorgvolle werk aanvaardde. Onzo driejarige onder
vinding gaf ons daartoe de lust en vrijmoedigheid.
De lust als we ons voorstellen do van vreugde
stralende oogeo der arme kleinen, die ons als hunne
vrienden boschouwen, en geen wonder, wij bezorgen
hun eerst een prettig uur, en daarna worden zg aan
een welvoorziene tafel geplaatst om zich daaraan
te goed te doen.
En de vrijmoedigheid omdat wij door U, geachte
stadgenooten, daartoe in staat worden gesteld.
Dankzeggende aan de Redactie van dit blad,
deelen wij hier mede dat het ons voornemen
is, dit op dezelfde wijze te doen als in de vorige
jaren.
Algemeen is het bekend, dat wij kinderen van 6
tot 12 jaren, en liefst de armste onder do armen
trachten wel te doen, hierbij alleen lettende op
armoede. Mot een zeker vertrouwen komen wij bij
vernieuwing weder tot U met de bede«Help ons*
en stel ons nogmaals in de gelegenheid duizendtallen
van boterhammen voor hen gereed te maken, U
daarbij vriendelijk nijnoodigonde ons een bezoek te
brengen, in het lokaal «Tot Heil des Volks" iu de
Vogelenzang. Gij zult zekerlijk genot smaken van
uwe gaven, bij de aanschouwing van de vreugdeen
de verzorgiyg van honderden waarlijk arme kiuderen
bereid.
Door oodergeteekonde Commissie zal U een lijst
ter inteekening worden aangebodenons vleiende
met de blijken uwer goedkeuring.
Wij willen U ook nog in herinnering brengen
dat wij in den afgeloopen winter het voorrecht
haddon vele kinderen van een oud of nieuw kloe-
dingstuk te voorzien, dat dit eeu weldaad kan ge
noemd worden is to begrijpen, als we zieu hoe sober
gekleed ze tot ons komenhieromtrent nu reeds
een vorzoek te doen, zou wel wat voorbarig zijn,
doch bij voorbaat houden wij ons daarvoor aanbe
volen.
In het volle vertrouwon dat onze geachte stad
genooten onze bedoeling begrijpen en ons in de
gelegenheid stellen ons plan ten uitvoer te brengen,
blijven wij, hoogachtend, Uwe Dienstw. Dn.,
Namens de Commissie,
G. de RAADT.
H. A. TOEN.
B. BELONJE.
B. PUNSELIE.
K. M. de BRUIN.
G. J. VAN DER TOGT.
J. BIK.
H. VAN MAAREN.
van de Makelaars
De markt was heden ffauw.
Loco Tankfust 7.30. Geïmporteerd fust/"7.40.
Januari-, Februari- Maart- levering 1892 7.25.
Mei- Juni- Juli- levering 7.10. Augustus- levering
7.15. September October November- on Docember-
levering 1892 f 7.25.
Zitting van Woensdag 28 October 1891.
De volgende personen zijn veroordeeld wegens:
Hot doon arbeiden in eene werkplaats door een
persoon beneden 16 jaren oud later dan des namid
dags 7 nre.
G. W. en J. K., te Moordrecht, ieder tot 3 of 2
dagen hochtenis.
Het doen arbeiden door een persoon beneden 16
jaren ond in oene werkplaats later dan dos namid
dags 7 ure,^ en het doen arbeiden door eon kind
beneden 12 jaren oud.
J. van R., to Moordrecht, tot 2 geldboeten elk van
3 of 2 dagen hechtenis voor elke boete.
Rijden met een kar bespannen mot honden niet
voorzien van muilkorven gepleegd door een persoon
beneden de 16 jaren oud, met oordeel des onderscbeids
K. van B., to Haastrecht tot 0.50 of 1 dag
hechtenis.