Bultenlamisch Overzicht. PETROLEUM-NOTEERINGEN Kantongerecht te Gouda Cantzla&r k Schalkwijk, te Rotterdam klopt werd en clj rmi»l gevraagd is buiten to komen; loon eohter is aan dat verzoek geen gevolg gegeven. De justitie uit Middelburg vertrok heden weder naar Meliskerke. Gisteren werd te Dordrecht de 21ste algemeene vergadering van den Nederlaiulscheu Protestantenbond geopend door dr. J. Knappert, hoogleeraar te Am sterdam, als voorzitter. Hij heette de vertegenwoordigers van al de duizen den in den lande, die met onze richtiug instemmen, hartelijk welkom aan deze plaats en gedenkt met weemoed het verscheiden van onzen Koning, waar wij heden voor 't eerst samen zijn, nadat d^ laatste mannelgke telg uit het huvq van Oranje vdqr een aantal maanden ons is ontvallen. Gedenkt den Ko ning, roept hg on9 too, want de liefde voor ons vorstelijk huis valt bij ons volk samen met de liefde voor het vaderland, daarom scharen wij ons met in nige trouw roudom de beide Vorstiunen, bovenal waar zooals bij de Regentes geschiedt, zich manne lijke kracht paart aan groote, vrouwelijke teederheid. Daarna heette spr. de aanwezigen welkom in Dordt, beroemd door handel, door kuust, sind9 vele eeuwen, bekend om de eens hior gehouden Synode, en dit laatste zou hem prikkelen kunnen om eene vergelijking te maken tusschen het toen en het thans, maar daarvoor is het nu de ure niet. Toch wijst hij er op dat de geschiedenis ons de ontwikkeling leert kennen van het godsdienstig leven, want voor waar, er is vooruitgang, er is gekomen een godsdienst van hoogere orde, het geloof is zelfstandiger gewor den. Het ideaal der Synode is niet bereikt, maar langs andere wegen, dan zij zich voorstelde, heeft God ous geleid, geen dwang is er meer, het recht van elk op zijne overtuiging wordt erkend. Men bedonke echter dat wij alleen roemen in het heden in vergelijking van het verleden, want wij erkennen het met weemoed, dot de onverschilligheid op gods dienstig gebied steeds groot is, dat wij door de leugen de waarheid ten onder houden. Doch wij strijden met moed onzen strijd en voelen het ook, wij worden geleid, ook wij hebben nog onzuivère;- onvolkomen idealen. De eeuwen die na ons komen, zullen nieuwe openbaringen zien laat on9 maar het goede zaaien. Veel van onzen arboid zal vergaan, maar wij kenne 1 den godsdienst als de groote kracht van bet menschonleven, ouzo arbeid is, de schat van menschelijke grootheid te vermeerderen, het ware humanisme te bevorderen. Gods wil te doen moet onze wet zijn. Eene grootsche taak is ons opgelegd en die gedachte drukt wel neder, maar heft ook op, geeft ook kracht, want wij voelen het, het godsdienstig leven is het hoogste zieleleven. Met dankbaarheid zien wij terug op hetgeen onze Bond ook weer in 't verloopen jaar heeft gedaan, op den nieuwen liederenbundel, dien wij ontvingen (algemeen applaus), op het wekelijkfch woord door zoovelen gesproken, op den arbeid van nl de vrouwen en meisjes aan het onderwijs op de Zondagsscholen gegeven. Doch over dit alles later meer, voor 't oogen- blik verklaart do voorzitter de vergadering geopend. Dit de presentielijst blijkt, dat er 98 afgevaardig den zijn opgekomen en dat er in het geheel 136 leden in de vergadering tegenwoordig zijn. De commissie, benoemd voor het nazien der reke ning, brengt rapport uit en deelt mede dat tegenover eene ontvangst van f 21,147.52,/§ eene uitgaaf staat verlietaller aandacht was onverdeeld bij de mede- deelingen van Daniël, die nog niet geëindigd had, toen de jager terugkeerde. En zoo heeft hg zijn rechtmatig loon ont vangen, eindigde de oude manwant al wordt het doodvonnis niet ten uitvoer gelegd, dan zal hij toch zijn overige dagen in het tuchthuis moeten slijten. En dat hij den moord heeft bedreven, is vol gens mijn bescheiden meening nog altijd niet be wezen, zeide Hackert, die zijn pijp aanstak. Als de herder een beter geheugen had, zouden uit de op eenstapeling van bewijzen verscheidene schakels los gegaan zijn. Behalve u zal niemand dit gelooven, antwoordde Daniël. Omdat er niemand over nagedacht heeft. Neen, omdat ieder weet, dat die getuige tegen wil en dank werd gedagvaard. Laat ieder er over denken, zooals hij wil, zeide Hackert ernstig; ik laat mij door het oordeel vhd audereu niet op oen dwaalspoor brengen. Hij verwijderde zich na deze woorden, die op alle aanwezigen, behalve op Daniël, eenigen indruk maakten. De oude kamerdienaar scheen dit te beseffen waut hij trachtte den jager in oen belachelijk tlag- licht te plaatsen, wat hem echter niet geheel en al gelukte. Te gelijk met hem verliet Vroni, het kamermeisje van f 19,128.6(M/8> zoodat er een voordeelig slot is van 2D23.9lV8. Daarna trad dr. J. van den Bergh op en sprak een ernstig en hartelijk woord, naar aanleiding van de stelling, als punt ter bespreking voorgesteld De leden van den Protestantenbond moeten me dewerken aan de uitbreiding onzer Veroeniging ook in plaatsen, waar de vrijzinnigen de meerderheid hebben in de kerkelijke gemeenten, opdat afdeelingen van den Bond aldaar haar eigenaardig werk verrioh- ten kunnen. De Spr. ontwikkelde boe de grenzen van onzen bond zich veel verder moeten uitstrekken dan tot heden. Alle vrijzinnigen, waar zg in de meerderheid zijn, moeten zich aausluiteu. Eene oproeping in dien geest is noodzakelgk. Voorzeker, waar de orthodoxie in de meerderheid is, daar moeten afdeelingen worden opgericht, maar niet minder waar dit niet het gevj# is. De kleine afdeelingen moeten gesteund wordetif wij zijn allen solidair voor elkander aansprakelijk. En dit moet geschieden met geld, maar dat is niet genoog. Wg moeten onze personen geven. Al de leden van den Protestantenbond zijn feitelijk modern, niet in godgeleerden zin, niet als kerkelijke partij. Het is zelfs de vraag of de bladen wel goed doen, wat wg spreken en doen te vermelden onder de rubriek «Kerknieuws". Modern toch is de naam van eene eigenaardige centrale levensmaoht, die eiken levenskring van het godsdienstig leven wil doordringen; de godsdienst moet de bezielende macht worden onder ons volk. Het lidmaatschap van onzen bond is hoog noodig. Zegge niemand wg gaan ter kerk, wij be vorderen toch uw doel. Hoevelen komen daar niet, daar nooit, de invloed der kerk op de zoodanigen is niet groot. Wil iemand geen lid van den bond worden, maar wel geldelijk steunen, houd hem voor- loopig vast, noem zijne gave aan, maar tracht hem te overtuigen, dat hij meer moet doen dit. Er zgn, het i9 verleden jaar naar waarheid gezegd, er zijn teekenen van betere dagen, dio komen zullen. Maar zullen deze komen, dan moeten allo vrijzinnigen, in beschaafde kringen, maar niet minder in arbeiders kringen, medewerken met alle kracht en gelgk het reeds heden geschiedt in menig opzicht, zoo moet er uit onze afdeelingen een zegen uitgaan, onder alle standen dor maatschappij, Na dit opwekkend woord, waarmede de vergade ring zoo hartelijk instemde, sloot de voorzitter deze eerste samenkomst. De uitnoodiging, door 14 Kamerleden die zich tot een Ceutrum3of'«b hebben vereenigd, tot hunne overige r.-katholiekè medeleden gericht om zich bij hen aan te sluiten, wordt door den eersten onder- teekenaar, rnr. L. Haffmans, in het Venl. tceekbl. ge kenschetst als «een poging tot hereeuiging", die door de zoogenaamde dissidonten is gedaan. Hij schrijft «Men ziet, hier is geen quaestie van een program, maar slechts van twee leidende beginselen, die zeer eenvoudig zijn en eigenlijk van zelf spreken. Wie zal de wemchelijkheid betwisten, dat de r.- katholieken als geheel zelfstandige partij, los van elk blijvend verband met andero politieke partijen, in het parlement optreden Wie ontkent, dat het steunen of bestrijden van ministers en kabinetten alleen van hunne regeerings- dadea of ingediende wetsontwerpen, niet van hunne politieke kleur, afhankelijk mag worden gesteld van Unica, de dienstbodenkamer, en toen hij de trap opklom, volgdo zij hem. Boven op den corridor bleef zij staan. Wilt ge mij wat zeggen P vroeg hij. Ja, Daniël! gaf zij ten antwoord, ik was dit al lang voornemens, maar altijd ontbrak mij de ge legenheid. Is het een geheim? Zooals gij het nemen wilt; in elk geval moet ik om stilzwijgendheid verzoeken. Dat ik zwijgen kan, weet ge. Ik wil u waarschuwen, Daniël 1 zeide Vroni zacht; de graaf heeft iets tegen u; hij zoekt maar een voorwendsel om je te ontslaan. Is het al zoo ver gekomen? vroeg de oude man. Wat heeft hij tegen mij Ik heb zijn rader trouw gediendeen ouden, beproefden dienaar jaagt men niet zoo maar op stel en sprong weg. Dat heeft gravin Unica ook gezegd. En wat antwoordde hij? Gij waart een spion zijner stiefmoeder geweest, en hoofdzakelijk aan u was de breuk met zijn vader te wijten. Wanneer bij u op een of ander betrapte, zou hij geen rekening houden met veeljarigen dienst tijd trouw en gehechtheid verlangde hij van eiken ondergeschiktedaarvoor betaalde hij hun loon. Dat is dus de dank, dien een trouw dienaar van bem to wachten heeft? zeide Daniël. Wanneer heeft hij dit gezegd Dien Zondag, toen juffrouw Romberg voor de Het stond dus te verwachten, dat de uitgeuoodig- den zouden antwoorden «Wij kunnen ons best met deze stellingon vereenigen en daar gij geen andere voorwaarden stelt, treden wij toe tot het lidmaatschap der centrums-club." Van dit oogenblik af was de bestaande club der dissidenten getransformeerd in de club dor r.-katho- Heken, de eensgezindheid herboren, de samenwerking verzekerd. Helaasdit mocht niet gebeuren. Mr. Hnffranns drukt het antwoord af, dat de hoeren de Bruijn, lid der eerste Kamer, en Dobbel- mnn, Micliiels cn Waltor, loden der Tweede Kamer, gezamenlijk op deze uitnoodiging hebben gegeven, en laat dunrop volgen «Men lette op de door ons zwart gedrukte woor den «Zonder eenige goed- of afkeuring over het ontworpon program der opgerichte Club uit te spreken." Er wordt dus in het midden gelaten, of meu zich met de beide stellingen (die mon «ontworpen pro gram" gelieft te noemen) kan vereenigen, ja dan neen. Men zegt alleen Van toetreden tot uwe Club is onzerzgds geen quaestie. Het initiatief tot hereeni- giug mag niet van U uitgaan. Alle r.-katholieke Kamerleden moeten tot eene constitueerende ver gadering vereenigd worden. Roept gijlieden ze niet op, dan zullen wij het doen." Aldus de heereu De Bruyn, Dobbolman, baron Michiels van Verduynen en Walter. Wg twijfelen volstrekt niot aan de goede bedoe lingen dezer heeren, maar wel aan het welslagen hunner poging. Ik bid u, welke besluiten zal een vergadering der 36 r.-katholieke afgevaardigden, opgeroepon «tor verkrijging van een program", kun nen nemen Hadden de vier heereu nog goedge vonden hunne leidende beginselen te formuleeren en te stellen tegenover do twee stellingen der Cen trums-club, dan had die vergadering kunnen kiezen. Nu zullen, naar allen schijn, die discussion in het honderd loopen. Hoo dit zg, een feit is hot, dat de poging van do Centrums-club verijdeld is door de aangekondigde poging der heoren De Bruyn c. 8die op hare beurt weinig belooft. In geen geval komt er iets van te recht, zoolang men vasthoudt aan het denkbeeld van oen program. Een program bedenkt dit wol, mijne heeren is ontzettend moeilijk te piakon en dient boveudien nergens toe, wanneer men noch regeering noch re- geerende partij is. Wij katholieken hebben thans alleeu behoefte aan eenheid en onderling overleg en dus aan etne katholieke Centrums-club. Op wiens iuitiatief die club tot stand komt, i« geheel onverschillig. De veortien uilnoodigors zgn ook niet op die oer gesteld. Maar het was natuur lijk dat zij, als vormende de eenige bestaande club onder de kntholieko Kamerleden, de deur hunner club nog eens formeel voor allen wijd openstellen. Waren allen binnen gekomen, dan was het uiet meer hunne club, maar de club aller katholieken. Zietdaar wat zij beoogdenZich op te lossen in de katholieke Centrums-club. En hierin ligt toch niets aanmatigends. Integendeel dat getuigt van hun hartelijk verlangen, weer met de vrienden vereenigd te zijn. Hun stap is echter anders opgevat. Waarom, laat ik daar." eorste maal hier was. Ik geloof, dat ge eon aan- teekenboek van hem hadt gevonden. Ik herinnor mij dat; het was een vuil boek; ik kou eerst niet eens gelooven dat het zijn eigen dom zou zijn. Het scheen hom ver var. aangenaam te wezen, dat ge het gevonden hadt. Waarom Dat weet ik nietde toorn zijner slem verried ontsteltenis, toen bg aan de gravin vroeg, of het boek in uw handen geweest was. Hij zeide onmid dellijk daarop, dat hij den ouden gluipert niet ver trouwde. Daar steekt iets achter, bromde de oude man, wien deze laatste mededefoling blijkbaar bevreemdde. Dat oude, voddige boek moot die gewichtige aan- teekeningen bevatten; hebt ge er in gekeken? Hoe had ik dat kunnen doen antwoordde Vroni. Do gravin legde het niet uit haar handen zij heeft allo «aantoekeningen, van de eerste tot de laatste bladzijde, gelezen, on juist toen zij daarmede gereed was, kwam de graaf, die het boek in den zak stak. Ik zal het wol uitvinden, zeide Daniël zacht. Als mon zich bij zulk een meester wil staande hou den, dan moet men zijn geheimen uitvorschen. Neem jo in acht, waarschuwde het kamer meisje do graaf haat jehij zoekt slechts naar een voorwondsel, om je weg te jagen. {Wordt vervolgd.) Als een helaas! zeldzaam voorbeeld van eerlgk- heid wordt in een Engelsch blad verhaald van eene groote katoen spinnersfirma, die in 1865 to Glasgow tongovolgo van tegenspoed failliet ging met een acooord van ongeveer 65 pCt. Van dat tgdstip af tot in 1872 gingen de zakeu zoor voorspoedig, zoo dat in laatstgenoemd jaar de eenig overlevende fir mant bij tastamentaire beschikking bepaalde, dat na zgn dood aan alle crediteuren het bedrag hunner vordering, vermeerderd met 4 pCt rente op rente, moest worden uitgekeerd, waartoe een bedrag van 386 duizend gulden door hem werd vastgezet. Deze firmant stierf in 1873, nadat hij in dat jaar roeds een aanzienlijk bedrag aan zijne vroegere schuld- eischcr8 had afbetaald. De bo wind voerders in den boedel lieten echter het bedoelde kapitaal ten be- hoovo eener lijfrente onaangeroerd, daar zij vermeen den, dat do uitvoering der laatste wilsbeschikking volgens de bedoeling vau den overledene aan hunne discretie werd overgelaten. Nu echter dezer dagen, wegens overlijden der bedoelde heeren, andere be windvoerders moesten optreden, is do zaak op nieuw aanhangig gemaakt en eene vergadering van de oude croditeuren belegd, waarin hun mededeeling van dit schitterend buitenkansje werd gedaan en eeue som van 228 duizend gulden aan kapitaal en inte resten werd uitbetaald. Bij do beraadslaging over de begroeting van bui tenland sche zaken in de Franscho Kamer, drong de heer Deloncle er op aan, dat de regeering Frankrijk's rechton op Westelijk Afrika moet doen eerbiedigen. Een diplomatiek optreden zal ten deze voldoende zijn. De heer Delafosse bracht in het midden, dat Frank rijk bij het onthullen van het standbeeld van Gari- baidio to Nice alleen vertegenwoordigd was. Eene mededeeling van Frankrijk te dier zake aan Italië is onbeantwoord gebleven. (Rumoer). De hoor Dela fosse herinnerde vervolgons aan hetgeen te Rome op 2 dezer is voorgevallen. Er is geroepen «Weg niet Frankrijken de Fransche vlag is vorschourd. Onze regeoring heeft evenwel niets gedaan. (Afkeu ring vau de banken van het centrum.) DeFranschen kan men in het buitenland beleedigen, zonder dat de regeoring iets daartegen doet. De spreker sprak verder zijno diepe afkeuring uit over do door de rogeering ingestelde vervolging tegon den aartsbisschop van Aix, en hij verweot don mi nister van justitio on eeredienst, dat hij de bakende oirculaire aan de bisschoppon gezonden had. De minister Ribot antwoordde in do eerste plaats betreffende do bedevaarten naar Rome. Do Italiaan- scho regeoring hooft aan de Fransche haar leedwezen over het voorgevallene doen betuigen. Do zaak- Dutonat is eoue eenvoudige politiezaak, die geen andor land aangaat. Ten aanzien van Egypte is de stand van zaken sedert oen jaar voor on9 verbeterd. Onzo belaogen, ouze invloed en onze taal dreigen goenzins schade to lijden. Do minister hoopt dat do Engelsche regeoring zal inzien, dat de ontruiming van Egypte overeenstemt met hare belangen en met de door haar gedane beloften. De Fransche regee ring zal, nadat de ontruiming zal hebben plaats ge had, niet weigerachtig blijven waarborgen te geven voor de cnzgdigverklaring van Egypte. Ten slotte zeide de minister, sprekende over de betrokkingen van Frankrijk met andero mogendheden, ■dat do vrede beter verzekerd is dan eenige maanden geleden. Dit is bet gevolg der toenadering tot Rus* lar.d, welke niet alleen op wederkeorige vriendschap pelijkheid, maar ook op gemeenschap van belangen gegrond is. Niemand in-Europa ontkent dat deze overeenstemming vruchten dragen zal, niet slechts voor de positie van Frankrijk, maar ook voor het behoud en de verzekering van den vrede. Onder deze omstandigheden is het geoorloofd, den toestand niet alleen met vertrouwen, maar ook met vastbera denheid te beschouwen. {Toejuichingen op vele banken,) Id antwoord op eene vraag van den heer Do Mun antwoordde de minister Ribot nog, dat de Italiaansche regeering de verzekering heeft gegeven, dat zij voor nemens is de orde te handhoven, dat zg haar leed wezen over het voorgevallene betuigd on de schul digen vervolgd heeft. Wg hebben van deze verklaringen akte genomen. Er werd hierna overgogaan tot de beraadslaging over de artikelen. Do eerste twee artikelen werden aangenomen. Naar aanleiding van het araendement- HubbarJ, strekkeude om het gezantschap bij den paus op te hoffen, betoogde de minister Ribot het staat kundige belang dat Frankrijk bij de handhaving van het gezantschap heeft en drong hij op verwerping van het amendement aan. Dit werd met 284 tegen 210 stommen verworpen, Waarnt de artikelen 821 aangenomen werden en de zitting opgeheven werd. De Berlijnsche sociaal-democraten zijn van Erfurt teruggekeerd en hielden terstond een algemeeue ver gadering, waarin rapport werd uitgebracht. Eenige leden van de «oppositie" waren tegenwoordig en mengden zich van tgd tot tijd in het debat op een manier, dat hun het woord ontnomen wotd. Met algemeene stemmen op éen na werd toen de houding van het bestuur te Erfurt goedgekeurd. De oppo sitie, de zoogenaamde jongeren zijn intusschèir druk bezig zich te organiseeren en men zegt, dat er onder hen verschillende personen zijn, die dat werk ver staan. Tusschen de scheuring binnen de sociaal-democra tische partij en een dezer dagen verschenen brochure van Bismarck'i bekend factotum Lothar Bucber is do aandacht der Borlijnsche politieke kringen ver deeld. Onder den titel«Verworpen of aannemen" richt zich het geschrift tegen het Duitsch-Oostenrijksch handelstractaat. In hoofdzaak evenwel bevat het een nieuwen hoftigen aanval op Birmarck's opvolger en ia tovens oen warm pleidooi voor het herstel van den ex-kanselier in al zgn vroeger ambten en waar digheden. Met bedachtzaamheid den persoon des keizers sparend, wordt de tegenwoordige regeering verander lijke luim en slaafschheid verweten, terwijl de koizer omringd wordt door Heden, wier recht op gunst slechts in hun vijandschap tegen Bismarck schijnt te be staan. Do schrijver acht den terugkeer van den ex-kanselier steeds waarschijnlijker, alleen hij kan de kroon wedor in baar vroegeren luister herstellen. Hot ganscbe Duitsche volk zou deze daad toejuichen en don keizer toejubolen als ooit te voren. Wanneer Bismarck dan weder rijkskanselier was zou hij opnieuw in het binnenland steun zoeken bij de agrariërs en de groot-iudustrieelen, en de graan rechten, op welker verlaging thans van allo zijden wordt aangedrongen, nog verhoogen. Hij zou oen oiudo maken aan de vernederende toegeeflijkheid van Duitscliland jegens Oostenrijk, zooals zich die in het concept-handelstractaat tusschen de beide natiën heeft geopenbaard. Hij zou tevens doen uitkomen, dat Duit8ch)and wel Oostenrijks invloed in het Oosten, maar niet dien van Engeland tegenover Rusland -nÓC waarborgen. Hij zou daardoor oone toenadering tus schen Duitschland eu Ruslaod mogelijk raakea, terwijl de politiek van zijn opvolger juist Rusland in de armen van Frankrijk heeft gedreven. De eenige thans levende man, die het verbond tusschen Rusland en Frankrijk weder kan losmaken, is vorst Bismarck, omdat dit werk do voortzetting zou zijn van de poli tiek welke hij zijn leven lang heeft toegepast. «Is de terugkeer tot die politiek niet moer mogelijk, dan moeten wij rekenen op.^en oorlog en dan maar ook slechts dan komt de oorlog voor Duitsch land hoo eer hoe beter, on dan zal hg minder schrik wekkend zijn, wanneer vorst jlismarck weder rijks kanselier is, on de heor Yon Caprivi een legerkorps commandeert, dan wanneer de ,heer Von Caprivi di plomatieke nota's opstelt en vorst Bismarck als veld maarschalk eon deel der kustverdediging op zich neemt." Volen schrijven aan Bismarck zei ven het vader schap dezer brochuro toe. Niet zouder beteokenis is het derhalve dat de officieuse Nordd. Allg. Ztg. oen woord van protest laat hooren tegen de «sofismen" in dit geschrift, waarmede men stemming beproeft te maken tegen de handels-politiek der regeering. Tegelijkertijd deelt het blad mede dat de onderhan delingen over een handelstractaat tusschen Oostenrijk en Duitschland met Italië, to Munchon gevoerd, ge ëindigd zijn en zoowel dit laatste als het Duitsch- Oo8tenrijkscho handelstractaat den rijksdag in Nov. a. s. zal voorgelegd worden, zoodat axioma's, als die in de brochure, tegenover feiten geen doorgang meer zullen vindon. Uit Washington wordt gemeld, dat er Zaterdag een buitengewone Ministerraad is gohouden, waarin de President zich heftig moet uitgelaten hebben tegon Chili, zeggende «Wij behooren aan Chili te tooneo dat ons geduld uitgeput is. Wij behandel den de Chileenon mild, torwgl zij alleronvriendelijkst tegen ons optraden." De aandon Amerikaanschen gezant bij de Chi- leen8cbe Regeoring gezonden nota vraagt schade vergoeding voor de betrekkingen der gedoode ma trozen, de govaugennoining en bestraffing der aanran ders en het vragen van verschooning voor de beleediging der Amerikaansche vlag aangedaan. De nota moet kras gesteld zijn, en de gezant moet onmiddellijk antwoord eischen. Volgons dépêches uit Valparaiso heeft de Junta opnieuw geweigerd een vrijgeleide te goven aan de zoogenaamde vluchtelingen in het Amerikaansche gezantschapshotel, op grond dat het misdadigers zijn. De Amerikaanscho gezant dringt daarentegen op een vrijgeleide aan. De Chileensche Ministers van Financiën en van Binnenlandsche Zaken hebber hun ontslag genomen, wegens de nederlaag die hun partij bij de verkiezingen heeft geleden. De Junta hooft besluiten uitgevaardigd lot herope ning der telegrafische gemeenschap tusschon Valpa raiso en Iquique en tot hervatting der werkzaam heden voor het verzamelen van guano op de Lobos- eilandon. Met dat doel zijn inspecteurs benoemd. ING E Z O N D E N. Gouda, October 1891. Geachte Stadgenooten Op 22 October vergaderde de vereeniging «Tot Heil des Volks" met het dool om iu den aanstaan den wintertijd de belangen van arme kinderen te behartigen. Zij benoemde daartoe onderstaande Commissie, die met bereidvaardigheid dit aangename doch tevens zorgvolle werk aanvaardde. Onzo driejarige onder vinding gaf ons daartoe de lust en vrijmoedigheid. De lust als we ons voorstellen do van vreugde stralende oogeo der arme kleinen, die ons als hunne vrienden boschouwen, en geen wonder, wij bezorgen hun eerst een prettig uur, en daarna worden zg aan een welvoorziene tafel geplaatst om zich daaraan te goed te doen. En de vrijmoedigheid omdat wij door U, geachte stadgenooten, daartoe in staat worden gesteld. Dankzeggende aan de Redactie van dit blad, deelen wij hier mede dat het ons voornemen is, dit op dezelfde wijze te doen als in de vorige jaren. Algemeen is het bekend, dat wij kinderen van 6 tot 12 jaren, en liefst de armste onder do armen trachten wel te doen, hierbij alleen lettende op armoede. Mot een zeker vertrouwen komen wij bij vernieuwing weder tot U met de bede«Help ons* en stel ons nogmaals in de gelegenheid duizendtallen van boterhammen voor hen gereed te maken, U daarbij vriendelijk nijnoodigonde ons een bezoek te brengen, in het lokaal «Tot Heil des Volks" iu de Vogelenzang. Gij zult zekerlijk genot smaken van uwe gaven, bij de aanschouwing van de vreugdeen de verzorgiyg van honderden waarlijk arme kiuderen bereid. Door oodergeteekonde Commissie zal U een lijst ter inteekening worden aangebodenons vleiende met de blijken uwer goedkeuring. Wij willen U ook nog in herinnering brengen dat wij in den afgeloopen winter het voorrecht haddon vele kinderen van een oud of nieuw kloe- dingstuk te voorzien, dat dit eeu weldaad kan ge noemd worden is to begrijpen, als we zieu hoe sober gekleed ze tot ons komenhieromtrent nu reeds een vorzoek te doen, zou wel wat voorbarig zijn, doch bij voorbaat houden wij ons daarvoor aanbe volen. In het volle vertrouwon dat onze geachte stad genooten onze bedoeling begrijpen en ons in de gelegenheid stellen ons plan ten uitvoer te brengen, blijven wij, hoogachtend, Uwe Dienstw. Dn., Namens de Commissie, G. de RAADT. H. A. TOEN. B. BELONJE. B. PUNSELIE. K. M. de BRUIN. G. J. VAN DER TOGT. J. BIK. H. VAN MAAREN. van de Makelaars De markt was heden ffauw. Loco Tankfust 7.30. Geïmporteerd fust/"7.40. Januari-, Februari- Maart- levering 1892 7.25. Mei- Juni- Juli- levering 7.10. Augustus- levering 7.15. September October November- on Docember- levering 1892 f 7.25. Zitting van Woensdag 28 October 1891. De volgende personen zijn veroordeeld wegens: Hot doon arbeiden in eene werkplaats door een persoon beneden 16 jaren oud later dan des namid dags 7 nre. G. W. en J. K., te Moordrecht, ieder tot 3 of 2 dagen hochtenis. Het doen arbeiden door een persoon beneden 16 jaren ond in oene werkplaats later dan dos namid dags 7 ure,^ en het doen arbeiden door eon kind beneden 12 jaren oud. J. van R., to Moordrecht, tot 2 geldboeten elk van 3 of 2 dagen hechtenis voor elke boete. Rijden met een kar bespannen mot honden niet voorzien van muilkorven gepleegd door een persoon beneden de 16 jaren oud, met oordeel des onderscbeids K. van B., to Haastrecht tot 0.50 of 1 dag hechtenis.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2