Buiteolandscli overzicht.
De iaieidiug ia voorloopig opgedragen aan den
heer A. Blankenstein, te Oegatgeest.
Het statistiek instituut heeft zich ton verzoeke
Tan de Vereeniging voor de statistiek in Nederlaud,
gesteuud door den miuistèr van binnenlaudsche zaken,
die, blijkens vroegere aauschrijviug vau meeuing was
dat bet voorgenomen onderzoek voor bet algemeen
rijksbestuur van groot belang en nut zoude zijn, tot de
burgemeesters gewend, mot uitnoodiging om, ten einde
een deugdelijk onderzoek naar do armenzorg te kun -
nen instellen, eene lijst, bevattende 42 vragen, be
trekking hebbende op do bedeelden en verpleegden, zoo
nauwkeurig mogelijk te willen invullon en verder e
inlichtingen op deze zaak betrekking hebboude, te
geven.
Den len November is bet 25 jaren geleden dat de
te Rotterdam gevestigde «Vereeniging tot hot ver-
leenen van hulp aau minvermogende ooglijders voor
Zuidholland" door den bekenden oogarts dr. de Haas
werd gesticht. Het gobeele aantal patiënten in die
kwarteeuw, door dr. De Haas als directeur-genees
heer der vereeniging geholpen, bedraagt circa 74000
het aantal verpleegden iu bet gesticht der vereeniging
3100 met 86000 verpleegdageu, het aantal adviezen
466000, de afgeleverde brillen 20000, het getal
groote operation 4500. De vereeniging int 3400
aan jaarlijksche bijdragen en geuoot 4400 subsidie
van gemeenten en provincie.
In de laatste maanden is het gesticht belangrijk
uitgebreid, eoue ruimere wachtkamer gebouwd voor
de polikliniek, betere lokalen voor do administratie,
meer ruimte gemaakt voor ligplaatsen van bet steeds
toenemend aantal verpleegden.
Uit de Kon. Utrechtsche fabriek van zilverwerk
des hoeren C. J. Begeer is, naar mon aan de A.
R. Ct. mededeelt, weder een fraai stuk werks geko
men, namelijk een gedreven zilveren bloemenbak, welke
door de inwoners van Driebergen en Rijsenburg is aan
geboden aan hunnen burgemeester, baron Vjin Heem
stra, bij gelogenheid zijner zilveren bruiloft. Het is
een op vier versierde poolen rustende, lange bak,
waarvan de vorm aan een rank vaartuig herinnert.
Aan de eene zijde ziet men de wapens van Driebergen
en Rijsenburg, omgeven door attributen van laud-
bouw en handel; aan de andere zijdede familiewapens
van Van Heemstra en zijne echtgenoote.
In een dorp van het district Sivas (Aziatisch Tur
kije) heeft dezer dagen een man zijn 152en verjaardag
gevierd, naar het officieel blad van Sivas verhaalt. De
naam van dien Mohammedaanschen Alothuzalem is
Mustapha Raba. Hij heeft een kleinzoon van 90
jaren. De Turksche Regeering heeft hem een jaargeld
toegekend.
Een bruidspaar met een zeer talrijk familie is dezer
dagen le Buriana, in Spanje, getouwd. De bruigom,
Jozef Ripollès, was een man van 82 jaren, had 12
kinderen, 64 klein- en 35 achterkleinkinderen. De
bruid, een weduwe van 66 jaren, had 8 kindereu
en 14 kleinkinderen. Zoo vormden alleen de kinderen
en kleinkiuderen van het paar een bruidstoet van ruim
200 personen.
Men meldt uit Wogeningon aan het Hblad
Gister avond is mr. W. F. Schimmel, vroeger ad
vocaat en procureur te Arasterdam, door den officier
vau justitie in zijne woning in hechtenis genomen
hij is gevankelijk naar Amsterdam overgebrncht.
Wij heriijneron, dat do heer S. reeds eeuigo maan
den gel» den, wegeus verdenking van misdadige han
delingen in zyn betrekking tot Transvaalsche onder
nemingen, in hechtenis was geuomen, doch pa eenige
dagen op vrije voeten werd gea'eld. Het onderzoek
werd intusschen voortgezet, en daarbij sehijneu ge
noegzame redenen te zijn aan den dag gekomen om
htm wederom gevangtn te doen nemen. Hij had
zijne woonplaats naar Wageniugeu verplaatst, maar
heoft van de hem intusschen gelaten vrijheid geen
gebruik wiiLu maken om hot land te verlaten.
Gisteren had te 's-Hertogenbosch een bijeenkomst
plaats van de katholieke leden der Eerstu en T weede
Kamer, die zich als «Centrums-club" bobben ge
constitueerd. (^W)
Ouder het opschrift: «Altijd verdachtmakingen"
schrijft de Zutph. Ct.
De anti-revolutionaire pers, de Standaard voorop
de kleine bladen uatuurlyk iu de achterhoede
vindt het verschrikkelijk, dat Mr. Hubrecht benoemd
is tot lid van den Raad vau State. «Men ziet nu,
hoe onverbiddelijk de lijst van exclusieve partijbe-
noemingeu al weer aau het groeien is"Precies
zooals de coterie altijd gedaan heoft."
Ja, het is toch wel erg als een liberaal ministerie
een liberaal ambtenaar voor eene benoeming durft
voordragen
Het vorige ministerie deed geheel anders. Het
deed niet aan partij benoemingen. De Zutph. Ct.
haalt eenige voorbeelden aan van door dat ministerie
gedane benoemingen, waaronder die van den heer
Lobman tot gouverneur vau Suriname en van diens
zoon tot ambtenaar -bij het ministerie van koloniën,
nog voordat hij in Nederland was teruggekeerd, en
van den kapitein der artillerie Fabius tot inspecteur
van het L. O., en gaat dan voort
Inderdaad, het is ai te brutaal, na betgeeu er in
de laatste jaren op het punt van benoemingen ge
schied is, uu onmiddelljk te jammeren als niet een
der anti-revolutionaire grootheden door het liberale
ministerie in den raad van State geplaatst wordt.
Is mr. Hubrecht niet eeu kundig man Is hy
niet wat thans, nu gelijk de Standaard erkent,
«telkens advies moet worden uitgebracht over de
schoolsubsidiën," van belang is eene erkende
specialiteit op hdl gebied der onderwijswetgeving
Maar dat komt niet in aaumerking. Als er een
liberaal benoemd wordt, dan is dat eene schande
lijke partij benoeming. Werd er een katholiek be
noemd, dan zou bet heeten dat de liberalen by de
katholieken «in 't gevlei" trachten te komenalleen
wanneer anti-re vol utiouaire broeders tot hooge ambten
worden geroopeuhandelt het liberale ministerie
behoorlijk
Wij zouden het al wel vinden, indien het vorige
anti-liberale ministerie even goede redenen kou aan
voeren voor de benoeming van mr. Brouwers in den
raad van State, als het liberale ministerie voor die
van mr. Hubrecht.
Voor de maatschappelijke stelling van de engel-
sclie journalisten is de volgeude anecdote karakte.
ristiek. Vóór eenige maanden was Gladstone van
plan by een politiek diner een rede te honden, d&
vertegenwoordigers der verschillonde bladen waren
uitgenoodigd, men liet ben echter in een zaal uaast
die waar Gladstone zou sproken, diueeren. Gedureude
den maaltijd deelde meu den grooten staatsman mede
dat alle reporters waren heeugegaan, Waarom P*
«Zij ziju beleodigd, omdat men lien in de kleine
zaal liet diueeren." «Zij hebben galijk. Ik ga
ook weg. Ik zal niet spreken. Indien ik het ge
weten had, was ik ook iu de kleine zaal gegaan, ik
ben ook journalist." Zoo gezegd, zoo gedaan, hy
verliet de zaal, terwijl hij de candidaat-afgovaardig.
den, die op ziju redennursgave gehoopt hadden om
hun candidaturen te stelleu, geheel verbluft achterliet.
De eigenaar van een bekend kloerenmagazijn te
Amsterdam kreeg iu de vorige week eeu bestelling
van iemand uit de nieuwe stad, zich noemende 8.
do Vr. Toen het pak werd geleverd, volgde geen
betalingook niettoon de quitantie herhaalde
malon werd aangeboden. Eeu dezer dagon meldde
zich de goedo klant weer aan hut magazijn, zeker
om den magazijn houder opnieuw met zijn gunst te
voreoren, maar word nu gedwongen het vroeger be-
stolde pak, dat hij toevallig aan had, uit te trekken
en zich in een oud, afgedragen pak te steken. Ver
gezeld van drie bedienden, ging nu de patroon met
den wanbetaler naar diens huis en eiachte daar be
taling van het geleverde, waaraan, zooals vanzelf
spreekt, niet voldaan werd. Het nieuwe en het
oude pak werden nu meegonomeu. Vóór de kleer
makers echter buiten waren, werden zy door drie
mannen aangevallen eu zoo toegetakeld, dat zy zich
naar het Gasthuis moesten laten voeren, om daar
bun wonden te doen verbinden. Er is natuurlyk
proces-verbaal opgemaakt van het gebeurde. (Ueko.)
Aan een particulior schrijven dd. 9 September uit
het bivak Nanga Tobidak ontleent de Mldd. Ct. het
volgende omtrent de expeditie in het Sintangsche
Vóór een jaar onder de Rokka's óp Flores, en nu
sedert den 16n Augustus weder ten stryde toege
rust in het hartje van Borneo. Maar de corres
pondentie met mijn betrekkingen zal wel niet zoo
gomakkelijk gaan als toen, want de geheole rivier,
die wij van Pontianak af gedurende drio weken op
voeren, ia tot een paar dagreizen beneden ons onvei
lig. Voortdurend knallen er de geweerschoten. Wat
hier evenwel interessants te zien is en voorvalt zal
ik trachten ook nu te uwer kennis te brongen. Van
Pontianak dan gingen wij per stoomer den Kapoesi
op naar Sintangdoch hier begonnen de zwarighe
den. Door den zeer lagon waterstand moesten trj
allen met onze bagage en munitie ons overschepen
in weinig diepgaande prauwen en andere lichte
vaartuigen. En zoo steveude den 26n Audustuseen
vloot van 42 grootere en kleinere prauwen do Me-
lan-rivier op, die by Sintang in den Kapoeas valt.
't Was een vroolijk gezicht al die met vlaggen en
wimpels getooide scheepjes
Ik-zelf had een uilstekenden «bidar# met acht
roeiers eu een stuurman, die de ondiepten en ge
vaarlijke plekken goed kende. Die gevaarlijke plek
ken waren er in grooten getale. Zij zijn bekend
ouder den naam «riam", d. i, een groote, dwars
door de rivier loopende rotsbank, waarover het water
zich met verbazend veel kracht naar beuedeo storj
en daardoor watervallen of beter gezegd stroomver.
De rentenier Meijer scheen inderdaad een groot
kunstliefhebber te zijn, maar een voornaam kenner
was hij nietDaniël zag zich ten minste genoopt,
oVer het oordeel van den ouden heer te lachen, die
somwijlen voor een werk van twijfelachtige waarde
•taan bleef, om het aandachtig te beschouwen, en
dan weder een kunststuk van den eersten rang ge
heel niet zag. De wapens beschouwde de rentenier
tamelijk lang, en, naar het scheen, met een ken
nersblik maar het oordeel, dat hij zich veroor
loofd owas zeer oppervlakkig en soms geheel
v&lsch.
De oude Daniël sloeg daar geen acht ophij
voerde thans den vreemden heer iu een pronkzaal
en hier waren het bovenal de portretten der grafelijke
familie, die zijn aandacht boeiden.
Dit was waarschijölijk het portret van den
overleden graaf Von Hohenhausen vroeg hij, en
toen Daniël bevestigend kniktevervolgde hij
Ik heb den ouden beer gekend het was een
zeer voorkomend edelmaneen beminnenswaardig
karakter.
Ja dat was hijzuchtte Daniël. In vrede ruste
zijne assche en in eere zijne nagedachtenis.
En dit portret?
Wijlen mevrouw de graviD, de moeder van onzen
genadiger» heer.
Het portret van den laatsten is waarschijnlijk...
Nog niet geschilderd, mijnheer
Dan is het tijd zeide de rentenier schertsend.
Indien de dood hem plotseling wegrukte, bleef in de
rij der voorouders een leegte. Of bestaat er een por
tret uit zijn jongelingsjaren
Neen.
In bet geheel niet?
Niet eens eeu photografie 1
Gij ziet dus, hoe nabij het gevaar is, dat zyn
portret eenmaal zal ontbreken!
Hij is nog gezond en in het best van zyn
leven, zeide Daniël het gevaar zal dus nog zoo groot
niet zyn. En sedert bij uit Amerika is teruggekeerd,
zal hij waarschijnlijk geen tijd gehad hebben om er
aan te denken.
Hebt gij hem gekend, voor hy naar Amerika
ging vroeg de rentmeester, die thans aan de kuuat-
schatteu geen aaodacht meer schonk.
Ja zeker, ik ben reeds dertig jaren in dit huis.
Een lange tijd l En hebt ge hem bij zijn
terugkomst zeer veranderd gevonden
Ja en neen, antwoordde de kamerdienaar. 1
Toen hij heengiug, had hij nog geen baardhij j
droeg ook geen brilreeds dit gaf hem een ander
uitzicht. Ook is zijn gestalte hooger, krachtiger
geworden, en zijn stem heeft een dieperen klank
gekregen; overigens echter is hij dezelfde gebleven, i
Men zou denken, dat hij daar ginds ruw moest
geworden zijn, zeide de rentenier, maar de aristocraat J
verloochent zich nooithet onderhavige geval geeft
ons weder het bewijs daarvan. Ge dient dus reeds j
dertig jaren in dit huis? Dan zult ge wellicht op
pensioen aanspraak kunnen maken.
Ja, wanneer de oude graaf nog leefde.
Den dank dien hij u schuldig was, moet de
zoon kwyten.
Boo zegt men, maar niet ieder denkt zoo.
Dank? Waarvoor? Voor de trouwe diensten? Daar
voor wordt men immers betaald. Het klinkt zeer
fraai, waarde heer, maar het blyft bij woorden.
Hoe Zoudt ge reden hebben om u over
ondank te beklagen vroeg de rentenier, blijkbaar
verontwaardigd. Dat pleit ver van gunstig voor het
karakter van den graaf, en ik kan niet gelooven,
dat hij zoo ondankbaar zon zijn.
Daniël zweeg. Zijn verbittering over de raede-
deelingen, hem door Hackert en Vrqpi verstrekt,
kon zyn beklag over den graat wel reebtvaardigeo
maar hij wist niet of hy dien vreemdeling vertrou
wen mocht schenken. Indien de graaf van zijn be
klag kennis kreeg, dan was het mogelijk, dat het
hem tot voorwendsel voor een onverwijld ontslag zou
strekken.
De inspecteur drong ook niet verder aanhet
was hem voldoende, te weten dat hij aan dezen
bediende eeu bondgenoot kon hebben, zoodra het
hem wenschelijlc voorkwam en de omstandigheden
hem veroorloofden, zijn raeeoing ton beste te geven.
Hij gaf den ouden man een aanzienlijke fooi en
sloeg den weg naar het park in.
Wordt vervolgd.) i
snellingen vormt. Als we bij dergelijke «riams"
kwamen, moesten de prauwen gntladen worden en
dan door de vereende krachten van soms meer dan
100 roeiers tegeu de riains op en er overheen go-
sleept worden. Zoo kwamen wij den ln Sopt. te
Nanga Pajak, wuar reeds een versterking,' goed van
vivres voorzien, opgericht was. Vau hier zijn we
een paar dagen later naar Nanga Tebidak vertrok
ken, waar we thans in een versterkt bivak verblijf
houden. Morgen of overmorgen guat het vorder de
Tebidak-rivier op en zal ook het voetpad, dat langs
deze rivier loopt, voor den opmarsen benut worden.
Beiden voetpad eu rivier heb ik oen paar
dagen geleden mogen verkennen. Eerst het voetpad,
dat van hier uit naar de Tebidakstrt-ek heette te
loopen en ergens deze riüur moest kruisen. Na een
gjarsoh van 4 uur vond ik dit kruispunt en ont
moette tevens etiii>se D.ijaks, vuil wie ik inlichtingen
betreffende den vijand kreeg.
Den volgenden dag werd ik uitgezonden, om de
rivier to verkennen. Om op hetzelfde punt te komen
had ik nu 5 uur roeicus noodig eu moesten er maar
eventjes 18 riains gepasseerd worden
Gistori n heeft de vijand iets van zich laten be
merken door een detachement, dat aan de verbetering
van het voetpad werkte, te beschieten, gelukkig zon
der gevolg.
Wat is het hier toch een vreerad land l Wij zijn
in een streek, waar nog nooit Europeanen zijn ge-
weo3t, en waaromtrent dus zoo good als niets be
kend ia.
Verbeeld u dan, dat een paar dagen geleden, toen
we oen kuil wilden graven, ten einde zandzakken te
vullen, de patjais afstuitte» op een laag steenkolen,
die zeer brandbaar bleken to zijn. Goud en dia
manten worden hier ook gevonden. Hoeveel jaren
zal het nog duren voordat deze schatten to voor-
schyii zullen worden gebracht
Voor het gerechtshof lo 's Huge werd Woensdag
do volgende zaak behandeld
Een orale heer, geneesheer op een dorp, had eene
huishoudster en wilde op zekeren tijd met haar
trouwen. De huishoudster voelde ook neiging tot
dat huwelijk, en de beide gelieve,n kwamen in het
„kustje." Toch schijnt er van verschillende zyderi
invloed "te zyn uitgeoefend op den ouden heer, al
thans het voorgenomen huwelijk ging niet door en
de huishoudster verliet hare betrekking.
Ongeveer eene maand later stierf de oude man
en de erfgename», nagaande zijne nalatenschap,
kwamen tot de overtuiging dat er een vrij aanzien
lijk bedrag aan effecten werd vermist. Z\j dachten
direct aau de huishoudster, die zich zoo spoedig
nadat het huwelijk was afgesprongen naar hare ge
boorteplaats had begeven en steen en been klaagde
dat zij in zulke armoedige omstandigheden achter
gebleven was, ja, dit ook volhield by de officieele
ondorvragiug.
De justitie echter deed huisonderzoek en vond
in do woning, in het bezit van die doodarme huis
houdster, de vermiste effecten, zelfs een effect waar
van het oouponblad was gevonden iu de nalatensohap
van den ouden heer.
De huishoudster werd nu in hechtenis genomen en
veroordeeld wegens diefstal Neen 1 'Aij produ
ceerde een geschrift, geheel door den ouden heer ge
schreven eu onderteekend, waarbij aan haar de be
wuste effecten geschonken, terwijl zy haar klagen
over armoede en haar outkentenis motiveerde met de
bewering, dat zy den ouden man had beloofd, van
het geschenk nooit iets te zullen zeggen.
Daarmee werd de instructie afgebroken en de ver
dachte huishoudster op vrye voeten gesteld.
Het spreekt intusschon wel van zelf, dat dit al
les behalve in den smaak viel van da erfgenamen,
die dan ook niet aarzeldon om onder handen van den
griffier bij do rechtbank te Zierikzee onder wiens be
rusting de teruggevonden effecten zioh bevonden,
revindicatoir arrest te leggen, beweerden eigenaars
van die effecten te zijn, welke, naar hunne overtui
ging, waren ontvreemd en vorderden dat aan hen
en niet aau do huishoudster de effecten zouden wor
den teruggegeven.
De griffier refereerde zich geheel aan het oordeel
der rechtbank, doch do rechtsgeleerde raadsman die
voor de huishoudster occupeerde, beriep zich op art.
2014 al. 1 B. W.«Met betrekking tot roerende
//goederen, die nóoh in renten bestaan, noch in inschul-
«den, welke niet aan toonder betaalbaar zijn, geldt
«het bezit als volkomen titel."
Wel boden nu de erfgenamen aan, verschillende
feiten te bewijzen waaruit blyken zou, dat de huis
houdster zich door oneerlijks middelen in het bezit
der effecten had gesteld, doch de rechtbank oordeelde
dat die feiten uiot ter zake dienende eu afdoende
waren, eu erkende de huishoudster als eigenares.
Hiorvan nu kwamen de erfgenamen in appèl en
beweerden gisteren voor het Hof, by monde van mr.
A. M. van Stipriaan Luïsoius dat het hier voorna
melijk gold de beteekenis, die door het Hof zou
wordtn gegeven van art. 2014 B. W., waaruit vol
gens pl. resulteerde, dat al geldt dan bezit van roe
rend goed als titel dit alleen geldt voor deu be
zitter te goedertrouw, die van deugene welke heeft
ontvreemd het bezit te goedertrouw heeft verkregen
zoodat in caeu ten beroep op dit artikel door de
huishoudster «niet opgaat. De gestelde feiten, welke
de appellanten aannemen te bewijzen, zijn voldoende
om bezit ter kwader trouw te coustateeren tu hij
vordert om alsnog tot bewijs dier bewering te wor
den toegelaten.
Mr. E. N. te Brauw, in deze voor de geïntimeerde
optredende, bestreed met kracht de hier omtrent dit
artikel verkondigde leer. Kwade trouw is een woord;
men moet feiten bewijzen waaruit de kwade trouw
blijkt, maar dat is hier niet voldoende, hier moet
ontvreemding bewezen worden, en zoolang, gesteld al
dat het aangeboden bowijs geleverd wordt, uit de
bewezen feiten zelfs niet uoodzakelijk de kwade trouw
volgt, maar schenking mogelijk blyft. zoolang heeft
meu niet de actie uit art. 2014 al. 2.
Hij concludeerde tot be\estigiug van het vonnis.
Den 23en November zal het O. M. conclusie nemen.
De telergaaf heeft bericht, dat de aartsbisschop van
Sens een brief heeft gezonden aan den Frauschen minis
ter van justitie en eeredienst, om zijne goedkeuring te
kennen te geven over diens circulaire aan de bis
schoppen. Dat klonk heel wat anders dan do aan
vallen, waaraan de minister te dier zake heeft bloot
gestaan van do zijde van prelaten, en ook wat anders
dun de betuigiugou van instemming en sympathie,
die de aartsbisschop van Aix wegens zijn heftig ant
woord aan den minister, van vele prelaten ontvangen
heeft. VVij hebben in ons vorig nummer be
richt den brief van den kardinaal-aarts-bisschop
van Sons bijna geheel medegedeeld. Maar wat
blijkt nu? Dat de brief eene fopperij was van
een spotvogel. Die soort van aardigheid is bij de
Franschen veel geliefd.
Wij gewaagden hierboven van de betuigingen van
instemrniug en sympathie, die den aartsbisschop vun
Aix ter zake zijner vervolging zijn geworden. De
clericale Monde meldt thans, dat de kardinaal-aarts
bisschop vun Parijs almede een schrijven van dien
aard tot ziju ambtgenoot te Aix heeft gericht.
Een strafvervolging, die onlangs te Berlijn is voor
gekomen, heeft thans de aandacht der geheele wereld
in beslag genomen, omdat de Duitsche keizer aan
leiding het ft gevonden, zich het geval aan te trekken.
Deze strafzaak heeft zeer treurige toestanden aan
het licht gebracht. Eeu nachtwacht werd ruim een
jaar geleden vermoord. Langen tijd duurde het, eer
de justitie den vermoedelijken dader op het spoor
kwam. Als zoodauig werd ten slotte zekere Heiuze
aangehouden, die tot het lage gild der Zuhaiter
(souteneur») behoort, personen die leven van het slecht
gedrag van hunne en andere vrouwen. Om achter
de waarheid te komen, moest hot gerechtshof een
aantal getuigen hooren van hetzelfde slag als Heinze
en zijne vrouw, ook velen die met den beschuldigde
in de gevangenis waren geweest en wie hy menige
on voorzichtige uitlating had doen hooren. Tot een
veroordeeiing van Heiuze en zijne vrouw, die mede
terecht stond, is het echter niet gekomen, want het
gerechtshof heeft gemeend do behandeling te moeten
schorsen. Er was namelijk tydens de instructie bij
deu rechter van onderzoek eeu brief uit Chicago in
gekomen, waarvan do schrijver, een Duitscher, te
kennen gaf, dat hij wist wie de dader was en voor
zekere geldsom dien wilde bekend maken. Aan die
bewering was geen geloof gehecht, maar het gerechts
hof besloot, op aandrang der verdedigers, naar dien
persoon onderzoek ie doeu.
By de behandeling der zaak kwamen zooals wy
zeiden vele treurige toefetaudou aan het licht
omtrent het schuim der Berlijnsche bevolking. Ook
bleek, hoe in de gevangenissen sterke drank en li
keuren koralen worden binnengesmokkeld en de ge
vangenen met elkander allerlei afspraken maakten.
Bovendien werd in de Berlijnsche bladen ernstig
geklaagd over de talrijke belemmeringen, welke de
beide verdedigers telkens opwierpen, in hot belang
der beschuldigden natuurlijk, en waarvan nu en dan
scherpe Woordenwisselingen met den president het
gevolg wareu geweest.
Ziedaar het geval, waarin de keizer aanleiding
heeft gevonden aan het ministerie een brief te schrij
ven, waarvan de telegraaf den hoofdinhoud over alle
landen heeft verspreid. In dat stuk zegt de keizer,
dat hij reeds aan den minister vaD justitie in het
bijzonder ower deze zaak zijn opvatting heeft te ken-
non gegevenen dat zoowel deze minister als die
van binneulandsche zaken maatregelen beramen om
tot wegneming der aan het licht gokomeu schandalen
te geraken. Hij vindt het echter bovendien noodig
zich tot het geheele ministerie te wenden met op-
draoht zoo spoedig doenlijk, op grond van het on^
der?oek door de beide genoemde ministers ingesteld,
voorstellen te doen. Hij acht zich geroepen tevens
te wijzen op hetgeen hem hoofdzaak voorkomt, om
dat in zijn naam recht wordt gesproken en hy de
hoogste hoeder is van recht en orde. In de eerste
plaats verlangt hij. een krachtiger bestrijding van
Kedtloosheid, eu zegt aan de ambtenaren van po-
litie eii justitie daarbij zijn erkantelijk en steun toe.
In oe tweede plaats wenscht hij, zoo noodig, ver-
scberping der strafwet, maar torens dat de rechters
bij de toepassing der bestaande bepalingen zich niet
door valscbe humaniteit laten leiden en reeds bij
een eerste vervolging de hoogste straf opleggen.
Verder Verlangt hij, dat bij het strafproces door ge
paste maatregelen worde voorkomen, «dat de verde
diger», in plaats va», gelijk hun plicht medebrengt,
tot opsporing dor waarheid bij te dragon, zich er
op toeleggen, het onrecht zelfs door lichtzinnige
(trivole) middelen to doen zegevieren," Ook behoort
de waardigheid der rechters, zoowel tegenover de
veriltdig ng als tegenover beschuldigden en publiek,
streng te wordtn gehandhaafd. Eindelijk acht hij
het noodig, gevallen, waarbij ergerlijke onzedelijk
heden ter sprake komen, met gesloten deuren te
behandelen.
Het stuk draagt enkel de ondeneekeuing des keizers,
als koning van Bruisen, niet tevens die van een zyner
ministers. Het is dus niet ten koninklijk besluit,
maar slechts een uiting van 's keizers persoonlijk ge
voelen, zooafs dan ook aan het slot gezegd wordt,
dat de keizer uiting heeft Willeu geven aan dé open
bare meeniug, die eenstemmig maatregelen heeft
verlangd.
Men mag dan ook verwachten, dal ijverig zal wor
den gearbeid aan de verbetering der wetgeving en
dat scherpere vervolging van onzedelijkhoden niet zal
uitblijven. Te recht wordt echter in oen der Ber
lijnsche bladen opgemerkt, dat de wet reeds voldoende
waakt tegtn verkeerde handelingen van verdedigors,
en zittingen met gesloten deuren toelaat. Bovendien
acht men het nog al bedenkolyk, dat de keizer wen
ken geeft aan de rechters. Deze moeten de, wet
toepassen naar hun overtuiging, en ook vrij zijn in
de toepassing van de mate der bedreigde straffen.
Het hoofd van den Staat behoort geen voodsel te
geven aan de verdenking, abof de rechterlijke macht
bevelen van boven ontvangt. De keizer heeft dat ver
moedelijk ook niet bedoeld, maar zijn uitlating over
„valsch© humauiteit" is niet erg voorzichtig.
De houding der verdedigers hoeft aan den Raad
van Orde (Anwaltskamrner) te Berlijn aanleiding ge
ven, hen ter verantwoording te roepen. Heden
wordt de zaak behandeld. Den verdedigers w rilt
o. a. ten laste gelegd dat zij don beschuldigden heb
ben aangeraden geen antwoord te geven op gedane
vragen, dat onware voorstellingen zijn gegeven over
den gezondheidstoestand van een der beschuldigden
en dat zij van het huis des voorzitters stukken heb
ben laten halon buiten diens voorkennis.
Uitvoerig wordt door de pers het bezoek bespro^
k°ën door den koning van Roemenië te Berlyn ge
bracht. Men weet welke beteekenis aan koning Kareis
reis wordt gehecht. Er zou sprake zijn van een
vaste aansluiting van Roemenië bij do triple-ftlliantie.
Het is alleszins begrijpelijk dat de sympathiëu van
koning Karei, een Hohenzolleai, naar het Drievou
dig verbond ovirhellen, doch Onzeker is het, of het
Roemeeusche ministerie en de meerderheid van het
Roeraeen8che volk hun goedkeuring zullen schenken
aan een buitenlandsche politiek, die noodzakelijker
wijze en jegens Rusland vijandelijk karakter in zich
zou sluiten.
Intusschen brengt men ook de reis van den Roe-
meenschen koning iu verband met do huwelijksplan
nen van den Roemoonschen kroonprins, beter ware
het hier misschien te schrijven van de huwelijksplan
nen, welke men uit politieke belangen, voor den troon
opvolger op het oog heeft. Er schijnt nog sprake
te zijn van zijn huwelijk met eon dochter van den
hertog van Edinburg, wat men vooral besluit uit het
bezoek van den hertogin *an Edinburg de vorigo
week te Berlyn gebracht, waar zij toen herhaaldelijk
een langdurig onderhoud mot den keizer had.
Ziehier een uittreksel uit het verslag van de cen
trale sectie uit de Belgische Kamer over grondwets
herziening. Het verslag verdedigt namens de meer
derheid het Engelsche stelsel op België toepasselijk
gemaakt. Het aantal kiesgerechtigden zou hierdoor
op 800,000 worden gebracht. De heer FrereOrban
verdedigt het capaciteitssysteem, overeenkomstig de
wet vau 1883, waardoor men 550,000 kiesgerech
tigden zoude krijgen. Het verslag verklaart uitdruk
kelijk dat nooit eene Kamer in België zal zwichten
voor bedreigingen en dat het laud eoue vreedzame
oplossing der moeilijkheden wenscht. De rechter
zijde is eenstemmig voor eenzelfde beginsel en zal
op het eens gekozen terrein vóór de kiezers treden.
Daar het laud eene vreedzame oplossing wil, tonde
de verantwoordelijkheid van een misslagen nederko-
mon op de partij, die zich volstrekt onverzoenlijk
mocht hebben betoond.