WEST
nn
BINNENLAND.
eSTKASSSB».
It
•i
Maandag 2 November.
1S91.
N° 4672.
en
dGES
nlngen.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
>ouda.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON.
SF
(3^
Dit Nummer bestaat uit TWEE
BLADEN.
COT
en Zn.
len,
roort-
iteld*
De inzending van advertentlön kan geschieden tot een uur des namiddags van den, dag der uitgave.
S
Afzonderlijke N o turner n VIJF CENTEN.
i hart
>dt,
ook de middenstand
veel verbeterd, maar
•P uil de
TROM-
j.dringt
K'ng
(Uit het Duitech.)
XIX.
thans gezien had,
diiij
2J
u
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden ia 1.25, franco
per poat 1.70.
cionse
ik».
5 eest,
'atao.
ikkers
(tb
Jurg,
a.
“•burg,
m van een
ahalte.
ubllck
lelijk
inderen.
r.
SN.
GOUDSCHE COURANT.
idem-
itbeker
boven
vixs
u Moimv
«che
Cental
het
doosje
Bovendien worden alle Advertentién gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschynt.
W
g
B K
ar
ADVERTENTIËN worden geplaatst
van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Voor de betrekking van onderwijzer met hoofdacte
aan de le Openb. School, (jaarwedde 600), te
Stolwijk hebben zich slechts twee sollicitanten aange
roeid. Beiden hebben deze week proeven van practi-
sche bekwaamheid afgelegd. Binnen zeer korten tijd
zal eene voordracht den gemeenteraad worden aan
geboden.
weg te bereiken, zag hij den graaf in rijkostuum
onder het portaal staan.
De graaf bemerkte hem en kwam hem langzamer
hand te gemoet.
Hebt gij iets nieuws ontdekt? vroeg hy op
een toon, die eer ironie dan nieuwsgierigheid liet
doorschemeren. Of hebt ge geen navorschingen
gedaan
Navorschingen? antwoordde de rentenier, schijn
baar verbaasd. Wat sou mij daartoe nopen? Ik
heb slechts het tooneel der misdaad in oogenschouw
genomen, en de sporen gevolgd, die destyds tot het
vinden van het lijk hebben geleid. Het was waar
schijnlijk dezelfde plaats aan den oever, waarop het
lijk der dochter van Reimann gelegen heeft
Ja, zeide de graaf; uw nieuwsgierigheid is nu
waarschijnlijk bevredigd Mij komt bet onbegrijpe
lijk voor, dat men in dergelijke misdaden zulk een
levendig belang kan stellen, ten minste indien men
geen justitie-beambte is
De inspecteur sloeg voor den wantrouwenden blik
van den edelman de oogen niet neer een goedhartige
glimlach zweefde óp zijne lippen,
De een is niet geschapen als de ander, ant-
,m op en stiet hem in het water. woordde hijik heb altijd belang gesteld in de
Zocht hij ook hier iets, of wilde hij slechts de 1 schaduwzijden der samenleving.
72)
Zijn gelaat vertoonde nog altijd dezelfde vriende-
lijke uitdrukkingmaar nu en dan zweefde een
zegevierende trek op zijn lippen, en zoo vaak dit
geschiedde, glinsterde het in zijn oogen, en een
zeker teeken, dat hij met den uitslag van zijn be
zoek tevreden was. Het loof was reeds lang van de
boomen gevallen het kraakte onder de voeten van
den ouden man, en een scherpe wind speelde met
wind en wolken
sneeuwbui.
do grijze lokken.
Het was winter geworden, en
voorspelden een in aantocht zijnde
Do inspecteur gevoelde niets daarvan hij liep
langzaam verder en niets ontging zijn aandacht, niet
het geringste waar eon ander geen acht op zou ge
geven bobben.
Hy moest reeds eenmaal hier zijn geweest; want
hij wist zeer nauwkeurig de plaats, waar de matroos
naar allen schijn was neergeveld.
Hier bleef hij staan, en wanneer de graaf hem
1.1, zou hij de argeloosheid van dien
//rentenier” niet meer geloofd hebben. Iedere struik, diepte van het water meten
iederen tak bezichtigde de oude man, met zijn aan- Hij haalde den haak weer te voorschijn en
teekenboek en potloood in de handdaarna drong den weg, langs welken hij gekomen was, weer terug-
hij in het struikgewas, het spoor volgend, dat de Toen hij het slot wilde voorbijgaan, om den straat,
inspecteur' van politie gevolgd had.
Eenige takken hingen nog geknakt aan de strui
ken; men kon nog op den grond den weg volgen,
waarlangs de moordenaar zijn offer naar het meer
had gesleeptmaar dit alles moest de inspecteur
reeds vroeger gezien hebbenhij wijdde daar geen
de minste waarde aan. Op eenige plaatsen trapte
hij het mos met de voeten weg, voortdurend zoe
kende, en eindelijk scheen hij gevonden te hebben
wat hij zocht. Het was de wel wat zwakke, maar
duidelijk zichtbare indruk eener schoenzool op het
vochtige, weeke mos.
De oude man knielde neder en haalde een duim
stok uit den zak; met b wonderenswaardige nauw
keurigheid mat hij den indruk om daarna de uit
komst in zijn aanteekenboek op te schrijven.
Daarmede nog niet tevreden, ontwierp hij in het
boek een toekening van de zool op verkleinde schaal,
en nadat dit geschied was, bedekte hij hot bepaald
gewichtige spoor met dorre takken, waarschijnlijk om
hot te beschutten en het later terug te kunnen vinden.
Daarna ging hij verder naar het meer.
Een der haken, waarmede het lijk van don matroos
opgehaald was geworden, lag daar noghij hief
hem op enq stiet hem in het water,
t.«ril
GOUDA, 31 October 1891.
Hoe langer zoo meer ondervindt de gemeente Stol
wijk de voordooien van de verbinding der Vaart met den
IJsel. Door tal van schepen wordt die gem. tegenwoor
dig bezochtvooral nu dé winter in aantocht is,
voorzien vele vaartuigen haar van den noodigen winter
voorraad. Een belangryke verbetering heeft kort ge
leden nog plaats gehad, toen door de zorg van het
gemeentebestuur eene flinke losplaats voor de schepen
is in orde gebracht.
De werkzaamheden aan den herbouw van kerk en
toren te Berg-Ambacht vorderen uitstekend. Het
weder begunstigt den arbeid zeer. Het leien dak
der kerk is reeds afgewerkt, ook do ramen zijn ge-
plaatst. De torenspits nadert mede hare voltooiing.
Het 3 meters hooge kruis is daarop geplaatst. De
toren heeft nu een aanmerkelijke hoogte, zoodat hij
op verren afstand zichtbaar is.
Gisteravond trad in het lokaal «Oranje en Neder
land” voor de Vereeniging //Patrimonium” in eene
openbare vergadering als spreker op de heer P. van
Vliet Jr., ter behandeling van het onderwerp „het
arbeidersvraagstuk en de politiek" Nadat de Voor
zitter, de heer P. Scholten, de vergadering met ge
bed en het leze» van een Psalm had geopend, werd
genoemde heer uitgenoodigd syn onderwerp te be
spreken.
Na eene korte inleiding omtrent de beoordeeling
ovèr zijn persoon die als Christen-socialist optreedt,
zet spr. in het breeds uitben dat politiek en
Christendom zeer goed kunnen-samengaan en wijst
op hetgeen reeds door het Staats-socialisme is verbe
terd en wat er nog is dat hoog noodig op hervor
ming en verbetering wacht, in hoofdzaak aangaande
het arbeidersvraagstuk.
Door de snelle ontwikkeling van het stoomwezen
het opheffen der gilden en de ophooping van het
kapitaal is de toestand der arbeiders geheel ver
anderd, zoodot betere levensvoorwaarden moeten
getracht worden te verkrijgen,, ey wij, zeide spr. als
christenen, daarvoor een open' oog hebben en daartoe
medewerken.
De thans bestaande toestand is dat de rijken rijker
en de armen armer worden en
tot de armen gaat behooren.
De stoomkracht heeft zeer
neemt bet werk van den arbeider uit de handen.
De zelfzucht, nl. //ieder voor zich en God voor
allen” moet ophouden te heerschen en elk moet het
zyne doen om de nooden der steeds aangroeiende
menigte te helpen lenigen en voorkomen.
Met cijfers toont spr. den toestand in Friesland
aan, die treurig is. Spr. verklaart dat aldaar
gezinnen met 4 a 6 kinderen een jaarloon van/150
a 200 ontvangen. De armenbelasting bedroeg
dafi ook in 1888 aldaar 1.500.600.Spr.
-'---t daarom aan op een Wet op den arbeid,
een pensioenwet, loonsregeling, kamers van arbeid
enz., en in de eerste plaats uitbreiding van het
kiesrecht, ten einde tot een en ander te geraken.
Nadat spr. zijn standpunt zeer duidelyk had
uiteengezet aangaande vorenstaande hervormingen
moedigt hij allen aan daartoe mede te werken, inzon
derheid „Patrimonium" die als christelijke arbeiders
vereniging in het midden staat, tot geleidelyke,
eerlijke en rechtvaardige verbeteringen, opdat den
arbeid beter geregeld en de opbrengst rechtvaardiger
onder de voortbrengers verdeeld worde, sluit hy
zijne met de meeste aandacht gevolgde voordracht.
Het daverend appiaus bew'ees dat de heer van
Vliet in den geest der vergadering had gesproken.
Op de vraag van den Voorzitter of er onder de
aanwezigen waren, die in debat wenschto te komen,
meldde zich aan burger Helsdingen, Voorzitter der
afd. Rotterdam van de Soc.-Dem. Bond, die toe
stemming vraagt en van den Voorzitter erlangt den
katheder te mogen beklimmen.
Spr. vangt aan met te zeggen dat hy niet uit
antipathie ten tweeden male in deze week tegen
den heer van Vliet optreedt, hy gaat zelfs zeer ver
met hem mee, doch niet met alles. De slaven van
vroeger, zegt hij, werden beter behandeld dan thans
de arbeiders en daarom moeten de vereenigiugen
dien toestand trachten op te heffen. Niet te veel
over den godsdienst gesproken in de vergaderingen
zooals dit bij „Patrimonium" het geval is, maar
gezamenlijk naar middelen gezocht den toestand te
verbeteren. Spr. wil kiearocht, ook voor vrouwen
en geen huismanskiesrecht.
Loonsvorhooging geeft niets voor hen die geen
werk kunnen vinden. Kamers van arbeid zouden
de kracht tot uitvoering missen, maar onteigening
van alle machinerieën ten algemeenen nutte, 8-urigen
arbeidsdag enz., want het kapitaal is onze vijand
omdat dit zich van alles heeft meester gemaakt. De
godsdienst is geen beletsel eindigt spr. om met de