Buitenlandse!) Overzicht.
penning moet kannen toonen vanwege de politie
verstrekt. Dit is om het aantal en daardoor de
concurrentie aan gepatenteerde winkeliers te beperken.
Er mogens 'aldus slechts 6000 vergunningen worden
gegeven, maar er z|jn wel tweemaal zooveel penningen
in gebruik, omdat bij het overlijden van den recht
hebbende de penning niet altijd wordt teruggegeven.
Bovendien koopen sommige groentenhandelaars de
penningen op en laten door hun knechts soms met
dertig wagens rondventen. Om dit tegen te gaan,
is nu bepaald, dat de penning zal worden vervangen
door een boekje, dat behalve den naam en het
signalement van den venter zijn photographie bevat I
Er zullen dus 6000 afbeeldingen moeteh worden
gemaakt, wat den photografen der politie heel wat
werk zal geven.
In de Kaapkolonie is eene hoogst belangrijke oud
heidkundige ontdekking gedaan men heeft er name
lijk de overblijfselen opgegraven van eenen tempel,
die ontwijfelbaar van Phoenicische afkomst is. De
muren zijn 16 voet dik en 40 voet hoog. In het
midden der ruïne bevindt zich een toren, waarin
vermoedelijk voorwerpen van groote waarde gevonden
zullen worden, want de muren zijn inwendig nog
geheel gaaf. «Ook een met blauw en groen email
versierd altaar werd ontdekt, evenals een olitant in
fayence, die echter in elkaar viel toen hij met de
buitenlucht in aanraking kwam. De uitgravingen
worden voortgezet.
Over het geschil tusschen de Koningin-Regentes
en den minister van oorlog, schrijft de briefschrijver
uit de hofpad van de MiddCt.: „Daargelaten of
H. M. werkelijk eon hoofdofficier uit hare oumidde-
lijke omgeving met hyt commando over het regiment
grenadiers en jagers wil belasten of een ander het
staat vast, dat zij niet tot kolonel van dat «keur
korps" wen8cht aan te stellen dengene, dien de mi
nister van oorlog daarvoor bestemd had. Deze wil
een stafofficier, die tót het wapen der artillerie b^l
hoort, aan het hoofd plaatsen van genoemd regiment
infanterie. Dit acht H. M. niet geheel ton onrechte
verkeerd voor dat regiment en onbillijk jegens zoo
vele infanterie officieren, die toch al zoolang op pro
motie wachten. Daarbij komt nog, dat de door den
overste Seyffardt uitverkorene eigenlijk nooit een
troep gecommandeerd heeft, doch bijna altijd op
bureau's bij den staf eu elders is werkzaam geweest.
„Intusschen bestaat er een antecedent, waarop de
minister zich kan beroepen en waarlijk niet zonder
grond. De tegenwoordige inspecteur der cavalerie
was te voren koloqel van een regiment van dat wapen,
en werd daartoe benoemd; terwijl ook hij tot de
artilleristen behoorde. En waarlijk was kolonel van
Helden geen van de minste<tgimei»ts-cömmandanten.
„Hoe de stand der zaak op'dit oogentriik is, zal
wel niemand, die er buiten staaC kunnen zeggen
dat hrt geschil iiituwcheo, hoog is geloöpeu, mag wei
als zeker worden aangenomen men ^fluistert zelfs van
eene ontslag-aanvrage vaft den n&init&er van oorlog
en van eene behandeling daarvan, dia» reeds in den
ministerraad zou hebben plW'ts gehad0 -
In het kanton Zurich \s onlangs door don Heer
Jacob Heierli, archeoloog en professor te Zürich,
tusschen de Katzensee en 't dorpje Riimlang in het
Glatthal een oude pottebakkerij ontdekt. De over
blijfselen van 't vaatwerk waren niet zeer beduidend,
maar genoeg voor den ouderzoeker, om te bepalen
dat deze pottebakkerij dateert van het begin van het
bronstijd perk, d. i. dus van ongeveer 1600 jaar
vóór Christus. De heer Heierli zal een studie over
zijn vondst openbaar maken.
Berichten uit Japan bewyzen dat de aardbeving
ontzettend is geweest en zich b|jna over alle streken
der Niphoneilanden heeft uitgestrekt. Een stad met
200,000 inwoners, Nagoya, alsmede twee andere be
langrijke steden, Gifoe en Ogaki, niet ver van Kioto,
werden gedeeltelijk verwoest. Het tot dusver vast
gestelde cijfer der omgekomen personen bedraagt
7000. De ramp ging vergezeld van oen vloedgolf,
die vele schipbreuken veroorzaakt en van een brand
te Nagoya, die een groote volkswijk vernielde.
Slechts enkele Europeanen kwamen om. 23,000
huizon z\jn vernield.
J.l. Vrijdag werd te Monte-Carlo de balfjaarlijk-
sche vergadering gehouden van de aandeelhouders
in de Société Anonyme des Bains de Mer et du
Cercle des Etrangers de Monaco, of in andere woor
den, van de speelzaalmaatschappij. Om daarin te
kunnen medestemmen moet een aandeelhouder min
stens 200 nieuwe aandeelen van 500 fr. oorspronke
lijke waarde of voor fr. 100,000 aandeelen hebben, en
het bestuur is dan ook feitelijk in slechts weinige
handen. Blijkens het verslag is het afgeloopen jaar
het voordeeligste geweest, dat de maatschappij nog
gehad heeft, daar de out vangsten 21 millioen francs
bedroegen, of 1 millioen meer dan het vorige jaar
werd aangekondigd, niettegenstaande het feit, dat
in Maart j.l. eenige spelers bijca dagelijks de bank
deden springen en met een millioen francs heengin
gen. In plaats, van 12 millioen francs onder de
60,000 aandeelhouders te verdeelen, konden de di
recteuren slechts eea weinig meer dan II millioen
verdeelen.
Elk aandeel draagt een vaste jaarlgksche reqte
van 5 percent, welke in October betaald wordt, en
in April wordt het dividend bekend gemaakt. In
April van dit jaar was dit 165 fr., waardoor de in
komsten per aandeel tot 190 fr. stegen, zijnde onge
veer, 9 percent op de tegenwoordige en 38 percent
op de oorspronkelijke waarde der aandeelen. In
1890 waren do inkomsten 170 fr. en in 1889 160
fr. Tegen het einde van den vorigen winter daal
den de aandeelen zeer melkbaar, tengevolge van de
bovenbedoelde verliezen, maar z|j hebben zich her
steld eu kosten thans 2ÖfoO fr. Een millioen francs
is gevoegd bij het reservefonds, dat vgf jaton gele
den werd ingesteld, zoodat tegen het eindt van de
concessie 1913, indien deze dan niet vernieuwd
wordt, de aandeelhouders de volle nominale waarde
hunner aandeeleu kunnen terugontvangen.
De exploitatiekosten bedroegen negen millioen
francs. Van dit bedrag werden l1/i millioen be
taald voor de concessie. Maar Prins Albert van
Monaco, die gebonden is door het contract, dat zijn
vader met de maatschappij sloot, raakt dit geld
niet aan. Het wordt gebruikt voor de voltooiing
van het paleis, voor de voltooiing van het kathedraal
en voor andero werken in Jiet Prinsdom. 125,000
francs worden aangewend voor „publiciteit", de term,
dien de directeuren gebruiken voor betalingen aan
zekere bladen, wegens hunne verdraagzamer houding
tegenover de ondernoming. De werkelgke exploita
tiekosten en salarissen voor het groote personeel
van croupiers, politie, detectives, den schouwburg
troep, het orkest van het Casino, enz., bedragen
b,00 0.000 fr. 's jaars. Het resteerende dient tot
delging van de onkosten der gemeeente, die de
maatschappij volgens het contract betalen moet.
Als men in aanmerking neemt, dat dit de eenige
speel-inrichting in Europa is, dan kan men de ont
vangsten nauwelijks buitengewoon hoog noemen voor
een onderneming van deze soort. De directie wil hare
operatiën hèt volgend jaar intusschen nog meer uit
breiden. Een nieuwe vleugel wordt afgemaakt en tweo
roulette-tafels zullen daar geplaatst worden, zoodat er
in het .drukke seizoen 10 tafels voor dat spel en 2
voor trente et quarante zullen z|jn. Do andere gedeelten
worden schoongemaakt en opnieuw verguld.
Dit alles bewgst, dat de directie vertrouwen inde
toekomst heoft en geen tusschenkomst van Regee-
ringBwege verwacht, althans niet vdor de comcessie
afloopt.
De heer Jules Simon, die in de laatste jaren zich
veel heeft bezig gehouden met de studie vau de
groote hedendaagsche vraagstukken der samenleving,
heeft een boek uitgegeven over „De vrouw in de
twintigste eeuw."
De Par|j8che correspondent der JV. Rott. Ct. deelt
daaruit het volgende mede
Het gronddenkbeeld van Simon in dit boek is, dat
de negentiende eeuw in zeer Óele opzichten vooruit
is bij den vroogeren tijddat alle burgers gelijk zijn
geworden voor de wet, dat allen, die voorheen de
stiefkinderen der meuschelijke samenleving waren,
thans op gelijke lijn worden gesteld met de rest
van het mensebdom, dat een groot aantal ontdek
kingen en uitvindingen hot leven hebben veraange
naamd en de afstanden hebben weggemaakt, zoodat
de aardbol weldra te klein zal zijn voor onze werk
zaamheid dat in één woord de algemeene zedelijk
heid, wat men zou kunnen noemen de openbare, de
staatkundige zedelijkheid, is vooruitgegaan. Maar....
daartegenover staat, dat w|j niet vooruitgaan in per
soonlijke zedelijkheid. De oneerlijkheid neemt toe,
tegelgk met het roerend vermogeu. De familieband
is slapper geworden, de huiselijke deugden worden
bespot, en het ouderlijke gezag vermindert.
De nieuwe wet heeft de kinderen jonger mondig
verklaard en hen vroeger'gelijk gemaakt aan hunno
ouders. De echtscheiding, waarvan de schrijver een
beslist tegenstander is, heeft de instelling van het
huwelijk benadeeld. In ééa woord, het openbare
staatkundige leven is in de negentiende eeuw ver
beterd, maar ten koste van he4 huiselijke leven, dat
achteruitgaat.
Jules Simon vraagt aan de vrouw van de twintigste
eeuw, dat z|j het huisgezin opbeure en in dit opzicht
herstelle, wat in de achttiende en negentiende eeuw
daaraan te kort gedaan ia. H|j wil dat de huiselijke
zeden van de zeventiende eeuw wederkeeren, toen
min eu vrouw souverein waren in hUn huis.
De vrouw in de twintigste eeuw zal, volgens
Jules Simon, in dit opzicht eene zware taak hebben,
want zij mist onderscheidene krachten, die haar
vroeger ten dienste stonden, den godsdienst, de
kracht der traditie en der gewoonte, do kracht van
den rang en van den eerbied, de kracht van den
on vervreemdbaren eigendom.
verleden, teide hij zacht ik mag nu weer trotach
op je zijn. En wanneer ik ernstig over het voor
gevallene nadenk, dan zie ik er een beschikking
der Voorzienigheid in. Ge zgt nu de gast der
familie, waarmee ik je wilde vereenigen, om je toe
komst te yerzekeren en daar je dit huis zoo spoedig
nog niet verlaten kunt, zult ge ruimschoots gelegen
heid vinden, je belangen te behartigen. De familie'
Romberg is je grooten dank schuldig, en wanneer
hrt je gelukt, het hart der jonge dame te veroveren,
dan jral de bankier j^Itaar hand niet weigeren. Dat
ia een leveosquaestie voor je en, ik wil het toegeven,
ook voor mij.
Als iemand uw woorden hoorde 1 m
Ik spreek zoo zacht dat niemand mij hooren
kan. Natuurlijk mag ik er mij niet openlijk mede
bemoeienmen mag oiet vermoeden dat dit plan
door ons is gemaakt, en ook is het raadzaam dat
wij onze rollea verder spelenik blijf uw oom tot
uw verloving. Dat ons plan op een of anderen
hinderpaal zal schipbreuk lgden, vrees ik niet. Je
werpt een adellijk wapen in de- weegschaaldat' is
voor den bankier meer dan rgkdom, -en Flora is
schoon.
Misschien al te schoon
Hoe bedoel je dat?
Haar broeder seide mg, dat dit huis zeer dik*
wijls bezocht wordt door graai Hohenhauaenh|j was
gister»avoad nog hier, en ik'vrees dat Flora in die
richting hare netten uitwerpt
Het kan zijn, maar dat is van geen beteekenis.
Uit vertrouwbare bron weet ik, dat Hohenhauaen
om de band van freule Buchenau aanzoek zal doen
dan moeten die droombeelden dus een einde nemen.
Ge hebt zeker Flora sedert niet teruggezien
Neen. 1
Zij zal natuurlijk de ziekekamer niet betreden
maar later, als herstellende, zgt ge dikwijls met haar
samendan is 't de hoofdzaak, beminnenswaardig
te zijn.
En4 dat is alles,' wat u over mijne toekomst te
zeggen hebt? vroeg het jonge mensch.
Is die niot gewaarborgd, als ge Floik trouwt?
Gewaarborgd Ik geloof niet, deze vraag
onvoorwaardelijk te kunnen bevestigen. Moet ik m|j
door mijn vrouw het verwgt laten doen, dat z|j mij
onderhoudt Ik zou het niet kunnen verdragen, en
even onverdragelgk zou het mij zijn, mg'n tijd met
niets doen te moeten slijten.
Daar heb ik ook over nagedacht, maar ik weet
niet, welken raad ik je geven moet. Als je eenmaal
een vasten bodem ondér de voeten hebt, zal er zioh
achter wel een geschikt* 'bezigheid voor je voordoen,
een of andere, lief hebberg....
Daarvan kan men zich niet voeden 1
Je zult toch geen handwerk willen leeren
Deze vraag is zoo bespottelijk niet, seide Adal
bert; men moet het leven van de ernstige z|jde be
schouwen. Het is nog altgd vroeg genoeg om iets
te leeren.
Zeker ik er niets tegen, zeide de baron. Heb
je misschien al een besluit genomen
Zoover ik het nemen zal, ja. De vraag blfft^
alleen, of de bankier mijn verzoek zal inwilligen..
Romberg? Wat heeft b|j daarmede te maken?
Mij'dunkt, als h|j mij in zijn zaak opnam, en
mij wellicht de correspondentie toevertrouwde, in de
Fransche, Èngelsphe of Duitsche taul, dan zou ik er
naar streven, m|j met dien arbeid zoo spoedig mo
gelijk vertrouwd te makenmen leert schielgk,
wanribeiLde goede wil aanwezig is.
Maar Adalbert eén baron Adlerberg klerk
b|j een bankier?
Wij zullen den „baron" maar achterwege lat^n
de titel is heel fraai, maar h|j brengt niets op. En
waarom zou een baron .niet deolgenoot van een ban
kier kunnen zijn?
Dat is waar, maar tusschen deelgenoot 1hi klerk
is een hemelsbreed verschil. -
Staat de correspondent van een .bankiersfirma
met den klerk van een koopman op gelgken voet?
En kan men niet aan hen, wien het belang inboe
zemt, zeggen, dat ik de betrekking alleen heb aan
genomen, om mij in het vak te bekwamen Hei
kan ook een bgzoudere liefhebberij, of, zoo ge wilt,
eert gril van mij zgq.; en wat gaat het trouwens den
menschen aan Ik krgg daardoor de bekwaamheden,
waarop ik in ieder geval mg'n toekpmat kan grond
vesten dit yaoet alle bezwaren uit den weg ruimen.
Wordt vervolgd.) t
Deze stellingen worden ontwikkeld in eene lange
reeks van hoofdstukken, die nu en dan zeer practi-
iche denkbeelden bevatten. Zoo verdedigt de schrij
ver in het hoofdstuk „De vrouw als geneeskundige",
dat het vak van apotheker in handen van vrouwen
behoorde te zijn, en dat deze veel beter deden zich
daarop toe te "leggen, als naderende tot de kookkunst
der keuken, dan om haar leven lang dikw|j!s te zit
ten wachten op eene betrekking als onderwijzeres, die
door duizenden begeerd wordt. Daartegenover keurt
Jules Simon het af, dat de vrouw, hoe geschikt zij
moge zijn voor ziekenoppasseres, zelve de geneeskunst
uitoefent, waartoe zij nooit het noodige gezag over hare
rieken hebben zal. In den oorlog van 1870 hebben
onderscheidene vrouwen, bijvoorbeeld Sarah Bernhardt
en Madeleine Brohan, groote diensten bewezen in de
ambulances te Parijs. Maar de vrouw mist de noodige
kalmte en koelbloedigheid, om als heelmeester of als
geneeskundige op te treden.
Andere hoofdstukken munten uit door de korte,
krachtige manier, waarop de toestanden geschilderd
worden, bij voorbeeld dat van het huwelijk op het
stadhuis, in tegenstelling van het huwelijk in de kerk.
,/Onze zielen", zegt Jules Siraon, „z|jn minder mate
rialistisch dfln onze gewoonten. Wij denken dat wij
beele kerels zijD, omdat wij de godsdienstige formules
en de kerkelijke plechtigheden hebben afgeschaft,
maar nauwelijks hebben wij ze ter zijde gesteld, of
er is een geheim instinct, dat ons dringt om ze door
andere te vervangen. De traditie van een of twee
eeuwen ontbreekt ons dan 'evenals aan den grooten
Napoleon, die zeideWaarom ben ik mg'n eigen
kleinzoon niet?"
Jules Simon is een groot voorstander van de ker
kelijke plechtigheden. Hij behoort tot de oude school
der spiritualistische republikeinen van 1848, die de
vrijheidsbooraen lieten zegenen door de pastoors. Het
is waar dat drie jaren later in,.de Notre Dame een
„te Deura" gezongen werd na den staatsgreep, die
de republiek omver geworpen had.
Maar Jules Simon is van meening dat het huis
gezin zoowel als het onderwijs onder geen betere
hoede zouden kunnen zijn dan onder de Kerk. Om
dit te betoogen, is zijne thans verschenen studie
grootonileels geschreven. Hij is hierin het werktuig
van zijne oigon gemoedelijkheid. Maar hij heeft den
moed van zijne overtuiging, en hij laat geen oogen-
blik voorbggaan, zonder daarvan te getuigen. En
daartoe heeff bij een groot talent van schrijven tot
z|jn dienst.
Het hoofdstuk over „le Désert a Paris", waarin
verhaald wordt, hoe de weduwe van eeqft§£ol-
landachen schilder te Parijs met hare twee
kinderen tot volslagen armoede vervielna in
weelde te hebben geloefd, en hoe zij to vergeefs
aan alle deuren klopte om onderstand te krggen,
totdat zij eindelijk dienstmeid worden moest, om
hare twee kinderen te onderhouden, is een van de
beste bladzijden van dit boek.
De strijd, dien hij volhoudt tot ondersteuning
van behoeftige kinderen is overal, maar vooral in
het hedendaagsche Frankrijk met zijne niet toene
mende bevolking, inderdaad eene grootsche onder
neming. Ook in dat opzicht bevat het werkje veel
vuldige pleidooieu. Te Parijs ia het eene zeld
zaamheid, zelfs in de lagere burgerklasse, als eene
■oeder haar eigen zuigeling voedt. Van daar eene
groote sterfte onder de kinderen, die wel is waar
in de laat8te jaren cenigszins verminderd is door het
'strenge toezicht van rogeeringswege op de lieden,
die de zuigelingen in den kost nemen.
Maar do toestand is toch nog verre van gunstig,
en er is nog plaats voor het streven van velen, om
de kindersterfte vooral in de mindeze klasse der
groote steden te beperken.^
De kwalen, die Jules Simon in de hedendaagsche
samenleving aanvalt, en daarbij hoofdzakelijk den
teruggang van het gemoedelijke familieleven, dat hy
meent terug te vinden in de zeventiende eeuw, han
gen samen met de oorzaken, die het openbare leven
io de negentiende eeuw ontwikkeld hebbon.
Zaterdagavond omstreeks elf uur, keerden E. J.
Bak, 54 jaar, timmerman, en diens 18-jarige zoon,
wonende te Delft, terug van eene tjïpperij te Hoorn,
onder de gemeente Hof van Delft, alwaar^ eene ver-
loting van een varken was gehouden. Op korten
tfotand daarvan raakten zij, vermoedelijk door de
duisternis misleid,, in het water aan de Buitenwater-
sloot. Op Het hulpgegroep kwamen de aanwezigen
uit de tapperg opdagen. ^Spoedig werd de vader
op den kant gebracht, doch de pogingen, in het
werk gesteld om de levensgeesten weder op. *1 wek
ken, bleken vruchteloos. Het Ijjk van den soon
werd, nadat den geheelen nacht er"naar wat fkdregt,
te 5 uur in den morgen opgehaald.
.De boterfabrieken in Friesland, welke hoe langer,
hoe meer in aantal toenemen, x|jn er steeds op bedacht
om hot voor hunne melkleveronciers zoo gemakkelijk
mogelgk te maken en beijveren zich om zelfs van
zeer verafgelegen boerderijen melk te verkrijgen.
Zoo heeft de boterfabriek te Oudega (Wijmbr) beslo
ten, een opzettelijk voor dit doel ingerichten stoom-
bootdienst te openen op de wouddorpen in Frieslaud.
Dat de kleinere marktplaatsen op deze wijze zeer
beginnen te kwgnen, is te begrypen.
Vrijdag avond hoorden twee politieagenten aan de
Loirekade te Parijs gekerm in eene schuit. Zij von
den een man op den grond liggen, omrin«d en bedekt
door een menigte ratten die op hunne nadering ver
dwenen. De ongelukkige was deerlijk aan gezicht
en hauden gebeten, Hij verklaarde zonder dak en
uitgeput vaa honger in de schuit gekropen en daar
ingeslapen te zijn. H|j was te zwak om zich te ver
weren. De agenten brachten hem naar een gasthuis.
Een Parij8ch winkelier, Scliwalo, Vrijdag-avond
voorbij Rouaan in een spoorwagen ingedommeld,
werd door een ongewonen reuk gewekt en zag zijn
medereiziger, iemand die als een werkman in goeden
doen gekleed was, voor zich staan met een fleschje
in de eene en een revolver in de andere hand. Hij
had de tegenwoordigheid van geest den man bij den
arm te grijpen, roepende: „Help, moord!" Al wor
stelende vraagde hij „Waarom wilt ge mij ver
moorden? Ik heb maar 10 fres. b|j uie." Op de
belofte, dat Schwale van het gebeurde niets zeggen
zou, wierp de onbekende fleschje en pistool het
raampje uit en ging rustig zitten,. Aan een volgend
station deed Schwale hem echter gevangen nemen.
Te Parijs aangebracht, verklaarde hij Baradero te
heeten, 29 jaar oud en Amerikaansch onderdaan
te zijn.
Men schrijft aan de Haarlemmer Ct.:
De voorbereiding van de Internationale Sport>-
Visscherij- en Paardcntentoonstelling in" het volgeno"
jaar te Scheveningen te houden, vordert goed. Nadat
de Nederland8cho Regeeriug een bewijs van belang
stelling en sympathie in dezen wedstrijd heeft gege
ven, door de benoeming ran een Regeorings-Com-
missaris voor deze tentoonstelling, als hoedanig
de keus is gevallen op baron Van Brienen van de
Groote Lindt, kon hot uitvoerend comité met te
meer succes naar buiten optreden. Dadelijk nadat
deze officieele benoeming der Regeering een feit
werd, was de deelneming ook van België aan de
tentoonstelling op ruime schaal verzekerd en kreeg
een uitgebreid voorloopig Comité daar te lande een
definitief karakter. Aan het hoofd daarvan staat als
commissaris-generaal do heer Hyp. de Royerdo Dour.
Het comité njiag zich verheugen itrilu sympathie der
Belgische Regeering, waarvan fle tastbare blijken niet
zullen uitblijven. Vau deze guustige uitkomst over
tuigde zich eene commissie van het uitvoerend oomité,
bestaande uit de heeren mr. W. O. T. van Oud-
heusden, president; Ed. van Hoboken van Ouden-
lande, le penningmeester en W. Travaglino, gede
legeerd commissaris, toon zij in de vorige week te
Brussel eene bijeenkomst hadden met liet Belgisch
comité, waaraan eenige dagen te voren was vooraf
gegaan eene confieronte van genoemde gedelegeerden
met het Duitsch comité te Berlijn.
Ook daar had de benoeming van een Regeerings-
commissaris eon uitstekenden indruk gemaakt en werd
daardoor de sympathie, welke allerwegen voor de
tentoonstelling is gewekt, niet weinig versterkt.
Staande deze vergadering werd dan ook een hoofd
comité uit het algemeene benoemd, welks samen
stelling onlangs is medegedeeld. Dit hoofdcomité
bestaat uit graaf Wedel, Keiz. Kon. opperstalmeester
te Berlijn, presidentA. graaf von Bismarck, te
Baden-Baden G. baron vou Alten Linden, te Lin
dengraaf von Alvensleben-Schönborn, te Ostro-
metskoïJ. bijron von Landsberg, te Dreutsteinfurt,
in Westfalengraaf Mirbacli, vice-president van
den Algemeenon Duitschen Bond tot bescherming
der jacht, te SorqulttenEfl. baron von Oppenheim
te Keulen en G. Bobertag, oud-bflrgemeester te
Berlijn, secretaris. Eerstdaags nog vortrekken de
drie genoemde gedelegeerden van het uitvoerend
comité naar Parijs, om zich aldaar in betrekking te
stellen met eenige invloedrijke mannen ter regeling
en bevordering van Frankrgï's deelneming aan de
Sporttentoonstelling; terwijl met gel|jk dool de eerste
secretaris van dit coroitc E. L. graaf van Limburg
Stirum zich dezer dagen naar Londen heeft begeven.
Dit vluchtig overzicht van den stand der werkzaam
heden voor de tentoonstelling kan besloten worden
met het bericht, dat de aanbesteding der gebouwen
op 21 November a. at. is bepaald*
De Fransche bladen toonen sioh bijna alle verrast
over de vlugheid, die de beraadslagingen bij. de be
handeling der Wrooting heeft gekenmerkt. De
Siècle zegt, dat dit in vreemde tegenspraak ia met
lie vele bezwaren, die b|j de algemeene bergedsla$in-
gen te berde werden gebracht Het blad zag 'mót
vreugde hoe men brak met de gewoonte om alle
mogelijke quaeslies b|j de begrooting als met de
haren er bij te sleepen. maar nu is men in een
ander uiterste vervallen.
De République franqaise is verrukt over den loop
der zaken en ziet daarin het bewijs, dat de begroo
ting ditmaal met bijzonder talent werd voorbereid.
De Tempt komt er zelfs toe, ook deze „nieuwigheid"
aan de gevolgen der Kroonstad-dagen toe te schrij
ven, terwijl het Journal des Debate, hoewel ook zeer
tevreden, uitroeptC'est le silence dans levidef
Het budget van eeredienst is afgehamerd in min
der tijd dan men noodig heoft om oen ei te koken
Millioenen werden toegestaan in een paar minuten.
Zaterdag twee interpellaties in de Fransche Kamer.
De eene van den Boulangist Ernest Roche over de
weigering van den minister van justitie, om Paul
Lafargue, die veroordeeld is wegens opruiingen bij
de onlusten te Fourmies en dientengevolge in de
gevangenis zit, voorloopig op vrije voeten te stellen
ter verdediging zijner candidatuur roor de Kamer.
(Hy is namelijk candidaat te Rijssel, en heeft bij de
eerste stemming, waarbij geen volstrekte meerderheid
is verkregen, de meeste stemmen op zich vereenigd.)
De republikeinsche beginselen stelden het der re
geering tot plicht hem in de gelegenheid te stellen
voor de kiezers te verschijnen. Het is oen slag in
het aangezicht vau het algemeen stemrecht.
De minister van justitie merkte op, dat men La
fargue moeilijk kon loslaten, daar de man 't niet
gevraagd had. De radicale Milleraud stelde een
motie voor, waarbij de Regeering wordt uitgenoodigd
Lafargue los te latéfff De minister van justitie zegt,
dat zulk een motie niet gaat. Dan is de Regeering
nog minder liberaal dan Thiers en het Keizerrijk,
merkt Roche aan. Nu rrengt de groote Clemecceau
-rich in het debat en betoogt dat Lafargue moet
-Wrden losgelaten omdat 5000 kiezers voor
hem stemden; tegen de grondleggers van de Repu
bliek moest men toegevend, tegen haar vijanden streng
zijneen afgrond scheidde de aanhangers van de
theocratische Regeering van de democratische. De
hoofdman der radicalen bracht den hoofdman der
Regeering, den miuister-president Freycinet aan het
woord. Deze zag er geen heil in de agitoerende
discussie voort te zettende Regeeriug volgde een
politiek van kalmeering zonder zwakheid en was
nimmer van haar program afgeweken; voor een goed-
koope populariteit mocht zij echter haar plicht niet
verzaken.
Zon do rechterzijde de radicalen helpen Zij deed
het ditmaal niet; met 240 tegen 160 stemmen ging
de Regeering over tot de orde van den dag.
Nog kwam een zelfde onderwerp aan de orde
een interpellatie van Basly over de werkstaking te
Vicoigne. Met 275 tegen 180 stemmen werd hier
tot de eenvoudige orde van den dag besloten. De
discussie was echter zeer levendig.
Aan de Univers wordt uit Rome gemeld, dat de
Paus een uitvoerig rapport gereed heeft gemaakt
van de gebeurteuissen te Rome op 2 October. Dit
stuk zou reeds voor eenige dagen openbaar gemaakt
rijn, maar om diplomatieke redenen werd de open
baarmaking uitgesteldhet zou een uiteenzetting zijn
vau den oorsproug, het karakter en de beteekenis
van de bekende gebeurtenissen. Leo XIII somt al
de beleed igingen op, waaraan do I^eilige Stoel heeft
blootgestaan Alles schijnt aan te duiden, zoo wordt
gezegd, dat de revolutie in Italië besloten is den
Heiligen Stoel af te sluiten van de Katholieke wereld;
in elk geval zyn da gebeurtenis&en van 2 October
een overtuigend bewijs van de onmogelijkheid van
het samenzijn van twee souvereine machten te Rome.
Tengevolge van dien nieuwen toestand zal de Paus,
tot bot uiterste gebracht, zich verplicht zien zoodanige
maatrogelen te nemen, als hij noodig zal achten om
zijn onafhankelijkheid en de vrijheid der Katholieke
wereld te verzekeren. De openbaarmaking va» dit
stuk zou nu weldra plaats hebben. Men ziet, nieuws
staat er niet iu. Hetzelfde is reeds meermalen ge-
zegd; zonder dat het geholpen heeft, eenvoudig om
dat de Paus sterk 'overdrijft en Z. H. 'tte Rome
veel beter heeft dan h|j zeggen mag.
Rusland's hongersnood blijft van alles wat thans
in Europa geschiedt, het meest de aandacht vragen.
I)e Petersburger correspondent van de Chronicle
verklaart, op gezag van lieden die het weten kunnen
dat het lgden der landbouwers in de provincies van
het Zuid-Oosten veel verschrikkelijker is dan alge
meen geloofd wordt, en dat vele ougelukkigen uit
wanhoep zelfmoord plegen. Anderen laten hun han
den hangen en weigeren te' werken, in het vaste
vertrouwen, dat de czaar uit eigen middelen hun nood
zal lenigen.
Wel wordt er veel geld bijeengebracht en naar da
noodlijdende districten gezonden, maar het ia de
vraag, hoeveel daarvan inderdaad zyu bestemming
bereikt. De regiering heeft de vracht voor graan-
zendingen met 90 pCt. verhinderd en waggons vol
broodkorsten, die in de steden verzameld woeden,
rollen naar het Zuiden 'om den honger te stillen.