Buitenlandse!) Overzicht. penning moet kannen toonen vanwege de politie verstrekt. Dit is om het aantal en daardoor de concurrentie aan gepatenteerde winkeliers te beperken. Er mogens 'aldus slechts 6000 vergunningen worden gegeven, maar er z|jn wel tweemaal zooveel penningen in gebruik, omdat bij het overlijden van den recht hebbende de penning niet altijd wordt teruggegeven. Bovendien koopen sommige groentenhandelaars de penningen op en laten door hun knechts soms met dertig wagens rondventen. Om dit tegen te gaan, is nu bepaald, dat de penning zal worden vervangen door een boekje, dat behalve den naam en het signalement van den venter zijn photographie bevat I Er zullen dus 6000 afbeeldingen moeteh worden gemaakt, wat den photografen der politie heel wat werk zal geven. In de Kaapkolonie is eene hoogst belangrijke oud heidkundige ontdekking gedaan men heeft er name lijk de overblijfselen opgegraven van eenen tempel, die ontwijfelbaar van Phoenicische afkomst is. De muren zijn 16 voet dik en 40 voet hoog. In het midden der ruïne bevindt zich een toren, waarin vermoedelijk voorwerpen van groote waarde gevonden zullen worden, want de muren zijn inwendig nog geheel gaaf. «Ook een met blauw en groen email versierd altaar werd ontdekt, evenals een olitant in fayence, die echter in elkaar viel toen hij met de buitenlucht in aanraking kwam. De uitgravingen worden voortgezet. Over het geschil tusschen de Koningin-Regentes en den minister van oorlog, schrijft de briefschrijver uit de hofpad van de MiddCt.: „Daargelaten of H. M. werkelijk eon hoofdofficier uit hare oumidde- lijke omgeving met hyt commando over het regiment grenadiers en jagers wil belasten of een ander het staat vast, dat zij niet tot kolonel van dat «keur korps" wen8cht aan te stellen dengene, dien de mi nister van oorlog daarvoor bestemd had. Deze wil een stafofficier, die tót het wapen der artillerie b^l hoort, aan het hoofd plaatsen van genoemd regiment infanterie. Dit acht H. M. niet geheel ton onrechte verkeerd voor dat regiment en onbillijk jegens zoo vele infanterie officieren, die toch al zoolang op pro motie wachten. Daarbij komt nog, dat de door den overste Seyffardt uitverkorene eigenlijk nooit een troep gecommandeerd heeft, doch bijna altijd op bureau's bij den staf eu elders is werkzaam geweest. „Intusschen bestaat er een antecedent, waarop de minister zich kan beroepen en waarlijk niet zonder grond. De tegenwoordige inspecteur der cavalerie was te voren koloqel van een regiment van dat wapen, en werd daartoe benoemd; terwijl ook hij tot de artilleristen behoorde. En waarlijk was kolonel van Helden geen van de minste<tgimei»ts-cömmandanten. „Hoe de stand der zaak op'dit oogentriik is, zal wel niemand, die er buiten staaC kunnen zeggen dat hrt geschil iiituwcheo, hoog is geloöpeu, mag wei als zeker worden aangenomen men ^fluistert zelfs van eene ontslag-aanvrage vaft den n&init&er van oorlog en van eene behandeling daarvan, dia» reeds in den ministerraad zou hebben plW'ts gehad0 - In het kanton Zurich \s onlangs door don Heer Jacob Heierli, archeoloog en professor te Zürich, tusschen de Katzensee en 't dorpje Riimlang in het Glatthal een oude pottebakkerij ontdekt. De over blijfselen van 't vaatwerk waren niet zeer beduidend, maar genoeg voor den ouderzoeker, om te bepalen dat deze pottebakkerij dateert van het begin van het bronstijd perk, d. i. dus van ongeveer 1600 jaar vóór Christus. De heer Heierli zal een studie over zijn vondst openbaar maken. Berichten uit Japan bewyzen dat de aardbeving ontzettend is geweest en zich b|jna over alle streken der Niphoneilanden heeft uitgestrekt. Een stad met 200,000 inwoners, Nagoya, alsmede twee andere be langrijke steden, Gifoe en Ogaki, niet ver van Kioto, werden gedeeltelijk verwoest. Het tot dusver vast gestelde cijfer der omgekomen personen bedraagt 7000. De ramp ging vergezeld van oen vloedgolf, die vele schipbreuken veroorzaakt en van een brand te Nagoya, die een groote volkswijk vernielde. Slechts enkele Europeanen kwamen om. 23,000 huizon z\jn vernield. J.l. Vrijdag werd te Monte-Carlo de balfjaarlijk- sche vergadering gehouden van de aandeelhouders in de Société Anonyme des Bains de Mer et du Cercle des Etrangers de Monaco, of in andere woor den, van de speelzaalmaatschappij. Om daarin te kunnen medestemmen moet een aandeelhouder min stens 200 nieuwe aandeelen van 500 fr. oorspronke lijke waarde of voor fr. 100,000 aandeelen hebben, en het bestuur is dan ook feitelijk in slechts weinige handen. Blijkens het verslag is het afgeloopen jaar het voordeeligste geweest, dat de maatschappij nog gehad heeft, daar de out vangsten 21 millioen francs bedroegen, of 1 millioen meer dan het vorige jaar werd aangekondigd, niettegenstaande het feit, dat in Maart j.l. eenige spelers bijca dagelijks de bank deden springen en met een millioen francs heengin gen. In plaats, van 12 millioen francs onder de 60,000 aandeelhouders te verdeelen, konden de di recteuren slechts eea weinig meer dan II millioen verdeelen. Elk aandeel draagt een vaste jaarlgksche reqte van 5 percent, welke in October betaald wordt, en in April wordt het dividend bekend gemaakt. In April van dit jaar was dit 165 fr., waardoor de in komsten per aandeel tot 190 fr. stegen, zijnde onge veer, 9 percent op de tegenwoordige en 38 percent op de oorspronkelijke waarde der aandeelen. In 1890 waren do inkomsten 170 fr. en in 1889 160 fr. Tegen het einde van den vorigen winter daal den de aandeelen zeer melkbaar, tengevolge van de bovenbedoelde verliezen, maar z|j hebben zich her steld eu kosten thans 2ÖfoO fr. Een millioen francs is gevoegd bij het reservefonds, dat vgf jaton gele den werd ingesteld, zoodat tegen het eindt van de concessie 1913, indien deze dan niet vernieuwd wordt, de aandeelhouders de volle nominale waarde hunner aandeeleu kunnen terugontvangen. De exploitatiekosten bedroegen negen millioen francs. Van dit bedrag werden l1/i millioen be taald voor de concessie. Maar Prins Albert van Monaco, die gebonden is door het contract, dat zijn vader met de maatschappij sloot, raakt dit geld niet aan. Het wordt gebruikt voor de voltooiing van het paleis, voor de voltooiing van het kathedraal en voor andero werken in Jiet Prinsdom. 125,000 francs worden aangewend voor „publiciteit", de term, dien de directeuren gebruiken voor betalingen aan zekere bladen, wegens hunne verdraagzamer houding tegenover de ondernoming. De werkelgke exploita tiekosten en salarissen voor het groote personeel van croupiers, politie, detectives, den schouwburg troep, het orkest van het Casino, enz., bedragen b,00 0.000 fr. 's jaars. Het resteerende dient tot delging van de onkosten der gemeeente, die de maatschappij volgens het contract betalen moet. Als men in aanmerking neemt, dat dit de eenige speel-inrichting in Europa is, dan kan men de ont vangsten nauwelijks buitengewoon hoog noemen voor een onderneming van deze soort. De directie wil hare operatiën hèt volgend jaar intusschen nog meer uit breiden. Een nieuwe vleugel wordt afgemaakt en tweo roulette-tafels zullen daar geplaatst worden, zoodat er in het .drukke seizoen 10 tafels voor dat spel en 2 voor trente et quarante zullen z|jn. Do andere gedeelten worden schoongemaakt en opnieuw verguld. Dit alles bewgst, dat de directie vertrouwen inde toekomst heoft en geen tusschenkomst van Regee- ringBwege verwacht, althans niet vdor de comcessie afloopt. De heer Jules Simon, die in de laatste jaren zich veel heeft bezig gehouden met de studie vau de groote hedendaagsche vraagstukken der samenleving, heeft een boek uitgegeven over „De vrouw in de twintigste eeuw." De Par|j8che correspondent der JV. Rott. Ct. deelt daaruit het volgende mede Het gronddenkbeeld van Simon in dit boek is, dat de negentiende eeuw in zeer Óele opzichten vooruit is bij den vroogeren tijddat alle burgers gelijk zijn geworden voor de wet, dat allen, die voorheen de stiefkinderen der meuschelijke samenleving waren, thans op gelijke lijn worden gesteld met de rest van het mensebdom, dat een groot aantal ontdek kingen en uitvindingen hot leven hebben veraange naamd en de afstanden hebben weggemaakt, zoodat de aardbol weldra te klein zal zijn voor onze werk zaamheid dat in één woord de algemeene zedelijk heid, wat men zou kunnen noemen de openbare, de staatkundige zedelijkheid, is vooruitgegaan. Maar.... daartegenover staat, dat w|j niet vooruitgaan in per soonlijke zedelijkheid. De oneerlijkheid neemt toe, tegelgk met het roerend vermogeu. De familieband is slapper geworden, de huiselijke deugden worden bespot, en het ouderlijke gezag vermindert. De nieuwe wet heeft de kinderen jonger mondig verklaard en hen vroeger'gelijk gemaakt aan hunno ouders. De echtscheiding, waarvan de schrijver een beslist tegenstander is, heeft de instelling van het huwelijk benadeeld. In ééa woord, het openbare staatkundige leven is in de negentiende eeuw ver beterd, maar ten koste van he4 huiselijke leven, dat achteruitgaat. Jules Simon vraagt aan de vrouw van de twintigste eeuw, dat z|j het huisgezin opbeure en in dit opzicht herstelle, wat in de achttiende en negentiende eeuw daaraan te kort gedaan ia. H|j wil dat de huiselijke zeden van de zeventiende eeuw wederkeeren, toen min eu vrouw souverein waren in hUn huis. De vrouw in de twintigste eeuw zal, volgens Jules Simon, in dit opzicht eene zware taak hebben, want zij mist onderscheidene krachten, die haar vroeger ten dienste stonden, den godsdienst, de kracht der traditie en der gewoonte, do kracht van den rang en van den eerbied, de kracht van den on vervreemdbaren eigendom. verleden, teide hij zacht ik mag nu weer trotach op je zijn. En wanneer ik ernstig over het voor gevallene nadenk, dan zie ik er een beschikking der Voorzienigheid in. Ge zgt nu de gast der familie, waarmee ik je wilde vereenigen, om je toe komst te yerzekeren en daar je dit huis zoo spoedig nog niet verlaten kunt, zult ge ruimschoots gelegen heid vinden, je belangen te behartigen. De familie' Romberg is je grooten dank schuldig, en wanneer hrt je gelukt, het hart der jonge dame te veroveren, dan jral de bankier j^Itaar hand niet weigeren. Dat ia een leveosquaestie voor je en, ik wil het toegeven, ook voor mij. Als iemand uw woorden hoorde 1 m Ik spreek zoo zacht dat niemand mij hooren kan. Natuurlijk mag ik er mij niet openlijk mede bemoeienmen mag oiet vermoeden dat dit plan door ons is gemaakt, en ook is het raadzaam dat wij onze rollea verder spelenik blijf uw oom tot uw verloving. Dat ons plan op een of anderen hinderpaal zal schipbreuk lgden, vrees ik niet. Je werpt een adellijk wapen in de- weegschaaldat' is voor den bankier meer dan rgkdom, -en Flora is schoon. Misschien al te schoon Hoe bedoel je dat? Haar broeder seide mg, dat dit huis zeer dik* wijls bezocht wordt door graai Hohenhauaenh|j was gister»avoad nog hier, en ik'vrees dat Flora in die richting hare netten uitwerpt Het kan zijn, maar dat is van geen beteekenis. Uit vertrouwbare bron weet ik, dat Hohenhauaen om de band van freule Buchenau aanzoek zal doen dan moeten die droombeelden dus een einde nemen. Ge hebt zeker Flora sedert niet teruggezien Neen. 1 Zij zal natuurlijk de ziekekamer niet betreden maar later, als herstellende, zgt ge dikwijls met haar samendan is 't de hoofdzaak, beminnenswaardig te zijn. En4 dat is alles,' wat u over mijne toekomst te zeggen hebt? vroeg het jonge mensch. Is die niot gewaarborgd, als ge Floik trouwt? Gewaarborgd Ik geloof niet, deze vraag onvoorwaardelijk te kunnen bevestigen. Moet ik m|j door mijn vrouw het verwgt laten doen, dat z|j mij onderhoudt Ik zou het niet kunnen verdragen, en even onverdragelgk zou het mij zijn, mg'n tijd met niets doen te moeten slijten. Daar heb ik ook over nagedacht, maar ik weet niet, welken raad ik je geven moet. Als je eenmaal een vasten bodem ondér de voeten hebt, zal er zioh achter wel een geschikt* 'bezigheid voor je voordoen, een of andere, lief hebberg.... Daarvan kan men zich niet voeden 1 Je zult toch geen handwerk willen leeren Deze vraag is zoo bespottelijk niet, seide Adal bert; men moet het leven van de ernstige z|jde be schouwen. Het is nog altgd vroeg genoeg om iets te leeren. Zeker ik er niets tegen, zeide de baron. Heb je misschien al een besluit genomen Zoover ik het nemen zal, ja. De vraag blfft^ alleen, of de bankier mijn verzoek zal inwilligen.. Romberg? Wat heeft b|j daarmede te maken? Mij'dunkt, als h|j mij in zijn zaak opnam, en mij wellicht de correspondentie toevertrouwde, in de Fransche, Èngelsphe of Duitsche taul, dan zou ik er naar streven, m|j met dien arbeid zoo spoedig mo gelijk vertrouwd te makenmen leert schielgk, wanribeiLde goede wil aanwezig is. Maar Adalbert eén baron Adlerberg klerk b|j een bankier? Wij zullen den „baron" maar achterwege lat^n de titel is heel fraai, maar h|j brengt niets op. En waarom zou een baron .niet deolgenoot van een ban kier kunnen zijn? Dat is waar, maar tusschen deelgenoot 1hi klerk is een hemelsbreed verschil. - Staat de correspondent van een .bankiersfirma met den klerk van een koopman op gelgken voet? En kan men niet aan hen, wien het belang inboe zemt, zeggen, dat ik de betrekking alleen heb aan genomen, om mij in het vak te bekwamen Hei kan ook een bgzoudere liefhebberij, of, zoo ge wilt, eert gril van mij zgq.; en wat gaat het trouwens den menschen aan Ik krgg daardoor de bekwaamheden, waarop ik in ieder geval mg'n toekpmat kan grond vesten dit yaoet alle bezwaren uit den weg ruimen. Wordt vervolgd.) t Deze stellingen worden ontwikkeld in eene lange reeks van hoofdstukken, die nu en dan zeer practi- iche denkbeelden bevatten. Zoo verdedigt de schrij ver in het hoofdstuk „De vrouw als geneeskundige", dat het vak van apotheker in handen van vrouwen behoorde te zijn, en dat deze veel beter deden zich daarop toe te "leggen, als naderende tot de kookkunst der keuken, dan om haar leven lang dikw|j!s te zit ten wachten op eene betrekking als onderwijzeres, die door duizenden begeerd wordt. Daartegenover keurt Jules Simon het af, dat de vrouw, hoe geschikt zij moge zijn voor ziekenoppasseres, zelve de geneeskunst uitoefent, waartoe zij nooit het noodige gezag over hare rieken hebben zal. In den oorlog van 1870 hebben onderscheidene vrouwen, bijvoorbeeld Sarah Bernhardt en Madeleine Brohan, groote diensten bewezen in de ambulances te Parijs. Maar de vrouw mist de noodige kalmte en koelbloedigheid, om als heelmeester of als geneeskundige op te treden. Andere hoofdstukken munten uit door de korte, krachtige manier, waarop de toestanden geschilderd worden, bij voorbeeld dat van het huwelijk op het stadhuis, in tegenstelling van het huwelijk in de kerk. ,/Onze zielen", zegt Jules Siraon, „z|jn minder mate rialistisch dfln onze gewoonten. Wij denken dat wij beele kerels zijD, omdat wij de godsdienstige formules en de kerkelijke plechtigheden hebben afgeschaft, maar nauwelijks hebben wij ze ter zijde gesteld, of er is een geheim instinct, dat ons dringt om ze door andere te vervangen. De traditie van een of twee eeuwen ontbreekt ons dan 'evenals aan den grooten Napoleon, die zeideWaarom ben ik mg'n eigen kleinzoon niet?" Jules Simon is een groot voorstander van de ker kelijke plechtigheden. Hij behoort tot de oude school der spiritualistische republikeinen van 1848, die de vrijheidsbooraen lieten zegenen door de pastoors. Het is waar dat drie jaren later in,.de Notre Dame een „te Deura" gezongen werd na den staatsgreep, die de republiek omver geworpen had. Maar Jules Simon is van meening dat het huis gezin zoowel als het onderwijs onder geen betere hoede zouden kunnen zijn dan onder de Kerk. Om dit te betoogen, is zijne thans verschenen studie grootonileels geschreven. Hij is hierin het werktuig van zijne oigon gemoedelijkheid. Maar hij heeft den moed van zijne overtuiging, en hij laat geen oogen- blik voorbggaan, zonder daarvan te getuigen. En daartoe heeff bij een groot talent van schrijven tot z|jn dienst. Het hoofdstuk over „le Désert a Paris", waarin verhaald wordt, hoe de weduwe van eeqft§£ol- landachen schilder te Parijs met hare twee kinderen tot volslagen armoede vervielna in weelde te hebben geloefd, en hoe zij to vergeefs aan alle deuren klopte om onderstand te krggen, totdat zij eindelijk dienstmeid worden moest, om hare twee kinderen te onderhouden, is een van de beste bladzijden van dit boek. De strijd, dien hij volhoudt tot ondersteuning van behoeftige kinderen is overal, maar vooral in het hedendaagsche Frankrijk met zijne niet toene mende bevolking, inderdaad eene grootsche onder neming. Ook in dat opzicht bevat het werkje veel vuldige pleidooieu. Te Parijs ia het eene zeld zaamheid, zelfs in de lagere burgerklasse, als eene ■oeder haar eigen zuigeling voedt. Van daar eene groote sterfte onder de kinderen, die wel is waar in de laat8te jaren cenigszins verminderd is door het 'strenge toezicht van rogeeringswege op de lieden, die de zuigelingen in den kost nemen. Maar do toestand is toch nog verre van gunstig, en er is nog plaats voor het streven van velen, om de kindersterfte vooral in de mindeze klasse der groote steden te beperken.^ De kwalen, die Jules Simon in de hedendaagsche samenleving aanvalt, en daarbij hoofdzakelijk den teruggang van het gemoedelijke familieleven, dat hy meent terug te vinden in de zeventiende eeuw, han gen samen met de oorzaken, die het openbare leven io de negentiende eeuw ontwikkeld hebbon. Zaterdagavond omstreeks elf uur, keerden E. J. Bak, 54 jaar, timmerman, en diens 18-jarige zoon, wonende te Delft, terug van eene tjïpperij te Hoorn, onder de gemeente Hof van Delft, alwaar^ eene ver- loting van een varken was gehouden. Op korten tfotand daarvan raakten zij, vermoedelijk door de duisternis misleid,, in het water aan de Buitenwater- sloot. Op Het hulpgegroep kwamen de aanwezigen uit de tapperg opdagen. ^Spoedig werd de vader op den kant gebracht, doch de pogingen, in het werk gesteld om de levensgeesten weder op. *1 wek ken, bleken vruchteloos. Het Ijjk van den soon werd, nadat den geheelen nacht er"naar wat fkdregt, te 5 uur in den morgen opgehaald. .De boterfabrieken in Friesland, welke hoe langer, hoe meer in aantal toenemen, x|jn er steeds op bedacht om hot voor hunne melkleveronciers zoo gemakkelijk mogelgk te maken en beijveren zich om zelfs van zeer verafgelegen boerderijen melk te verkrijgen. Zoo heeft de boterfabriek te Oudega (Wijmbr) beslo ten, een opzettelijk voor dit doel ingerichten stoom- bootdienst te openen op de wouddorpen in Frieslaud. Dat de kleinere marktplaatsen op deze wijze zeer beginnen te kwgnen, is te begrypen. Vrijdag avond hoorden twee politieagenten aan de Loirekade te Parijs gekerm in eene schuit. Zij von den een man op den grond liggen, omrin«d en bedekt door een menigte ratten die op hunne nadering ver dwenen. De ongelukkige was deerlijk aan gezicht en hauden gebeten, Hij verklaarde zonder dak en uitgeput vaa honger in de schuit gekropen en daar ingeslapen te zijn. H|j was te zwak om zich te ver weren. De agenten brachten hem naar een gasthuis. Een Parij8ch winkelier, Scliwalo, Vrijdag-avond voorbij Rouaan in een spoorwagen ingedommeld, werd door een ongewonen reuk gewekt en zag zijn medereiziger, iemand die als een werkman in goeden doen gekleed was, voor zich staan met een fleschje in de eene en een revolver in de andere hand. Hij had de tegenwoordigheid van geest den man bij den arm te grijpen, roepende: „Help, moord!" Al wor stelende vraagde hij „Waarom wilt ge mij ver moorden? Ik heb maar 10 fres. b|j uie." Op de belofte, dat Schwale van het gebeurde niets zeggen zou, wierp de onbekende fleschje en pistool het raampje uit en ging rustig zitten,. Aan een volgend station deed Schwale hem echter gevangen nemen. Te Parijs aangebracht, verklaarde hij Baradero te heeten, 29 jaar oud en Amerikaansch onderdaan te zijn. Men schrijft aan de Haarlemmer Ct.: De voorbereiding van de Internationale Sport>- Visscherij- en Paardcntentoonstelling in" het volgeno" jaar te Scheveningen te houden, vordert goed. Nadat de Nederland8cho Regeeriug een bewijs van belang stelling en sympathie in dezen wedstrijd heeft gege ven, door de benoeming ran een Regeorings-Com- missaris voor deze tentoonstelling, als hoedanig de keus is gevallen op baron Van Brienen van de Groote Lindt, kon hot uitvoerend comité met te meer succes naar buiten optreden. Dadelijk nadat deze officieele benoeming der Regeering een feit werd, was de deelneming ook van België aan de tentoonstelling op ruime schaal verzekerd en kreeg een uitgebreid voorloopig Comité daar te lande een definitief karakter. Aan het hoofd daarvan staat als commissaris-generaal do heer Hyp. de Royerdo Dour. Het comité njiag zich verheugen itrilu sympathie der Belgische Regeering, waarvan fle tastbare blijken niet zullen uitblijven. Vau deze guustige uitkomst over tuigde zich eene commissie van het uitvoerend oomité, bestaande uit de heeren mr. W. O. T. van Oud- heusden, president; Ed. van Hoboken van Ouden- lande, le penningmeester en W. Travaglino, gede legeerd commissaris, toon zij in de vorige week te Brussel eene bijeenkomst hadden met liet Belgisch comité, waaraan eenige dagen te voren was vooraf gegaan eene confieronte van genoemde gedelegeerden met het Duitsch comité te Berlijn. Ook daar had de benoeming van een Regeerings- commissaris eon uitstekenden indruk gemaakt en werd daardoor de sympathie, welke allerwegen voor de tentoonstelling is gewekt, niet weinig versterkt. Staande deze vergadering werd dan ook een hoofd comité uit het algemeene benoemd, welks samen stelling onlangs is medegedeeld. Dit hoofdcomité bestaat uit graaf Wedel, Keiz. Kon. opperstalmeester te Berlijn, presidentA. graaf von Bismarck, te Baden-Baden G. baron vou Alten Linden, te Lin dengraaf von Alvensleben-Schönborn, te Ostro- metskoïJ. bijron von Landsberg, te Dreutsteinfurt, in Westfalengraaf Mirbacli, vice-president van den Algemeenon Duitschen Bond tot bescherming der jacht, te SorqulttenEfl. baron von Oppenheim te Keulen en G. Bobertag, oud-bflrgemeester te Berlijn, secretaris. Eerstdaags nog vortrekken de drie genoemde gedelegeerden van het uitvoerend comité naar Parijs, om zich aldaar in betrekking te stellen met eenige invloedrijke mannen ter regeling en bevordering van Frankrgï's deelneming aan de Sporttentoonstelling; terwijl met gel|jk dool de eerste secretaris van dit coroitc E. L. graaf van Limburg Stirum zich dezer dagen naar Londen heeft begeven. Dit vluchtig overzicht van den stand der werkzaam heden voor de tentoonstelling kan besloten worden met het bericht, dat de aanbesteding der gebouwen op 21 November a. at. is bepaald* De Fransche bladen toonen sioh bijna alle verrast over de vlugheid, die de beraadslagingen bij. de be handeling der Wrooting heeft gekenmerkt. De Siècle zegt, dat dit in vreemde tegenspraak ia met lie vele bezwaren, die b|j de algemeene bergedsla$in- gen te berde werden gebracht Het blad zag 'mót vreugde hoe men brak met de gewoonte om alle mogelijke quaeslies b|j de begrooting als met de haren er bij te sleepen. maar nu is men in een ander uiterste vervallen. De République franqaise is verrukt over den loop der zaken en ziet daarin het bewijs, dat de begroo ting ditmaal met bijzonder talent werd voorbereid. De Tempt komt er zelfs toe, ook deze „nieuwigheid" aan de gevolgen der Kroonstad-dagen toe te schrij ven, terwijl het Journal des Debate, hoewel ook zeer tevreden, uitroeptC'est le silence dans levidef Het budget van eeredienst is afgehamerd in min der tijd dan men noodig heoft om oen ei te koken Millioenen werden toegestaan in een paar minuten. Zaterdag twee interpellaties in de Fransche Kamer. De eene van den Boulangist Ernest Roche over de weigering van den minister van justitie, om Paul Lafargue, die veroordeeld is wegens opruiingen bij de onlusten te Fourmies en dientengevolge in de gevangenis zit, voorloopig op vrije voeten te stellen ter verdediging zijner candidatuur roor de Kamer. (Hy is namelijk candidaat te Rijssel, en heeft bij de eerste stemming, waarbij geen volstrekte meerderheid is verkregen, de meeste stemmen op zich vereenigd.) De republikeinsche beginselen stelden het der re geering tot plicht hem in de gelegenheid te stellen voor de kiezers te verschijnen. Het is oen slag in het aangezicht vau het algemeen stemrecht. De minister van justitie merkte op, dat men La fargue moeilijk kon loslaten, daar de man 't niet gevraagd had. De radicale Milleraud stelde een motie voor, waarbij de Regeering wordt uitgenoodigd Lafargue los te latéfff De minister van justitie zegt, dat zulk een motie niet gaat. Dan is de Regeering nog minder liberaal dan Thiers en het Keizerrijk, merkt Roche aan. Nu rrengt de groote Clemecceau -rich in het debat en betoogt dat Lafargue moet -Wrden losgelaten omdat 5000 kiezers voor hem stemden; tegen de grondleggers van de Repu bliek moest men toegevend, tegen haar vijanden streng zijneen afgrond scheidde de aanhangers van de theocratische Regeering van de democratische. De hoofdman der radicalen bracht den hoofdman der Regeering, den miuister-president Freycinet aan het woord. Deze zag er geen heil in de agitoerende discussie voort te zettende Regeeriug volgde een politiek van kalmeering zonder zwakheid en was nimmer van haar program afgeweken; voor een goed- koope populariteit mocht zij echter haar plicht niet verzaken. Zon do rechterzijde de radicalen helpen Zij deed het ditmaal niet; met 240 tegen 160 stemmen ging de Regeering over tot de orde van den dag. Nog kwam een zelfde onderwerp aan de orde een interpellatie van Basly over de werkstaking te Vicoigne. Met 275 tegen 180 stemmen werd hier tot de eenvoudige orde van den dag besloten. De discussie was echter zeer levendig. Aan de Univers wordt uit Rome gemeld, dat de Paus een uitvoerig rapport gereed heeft gemaakt van de gebeurteuissen te Rome op 2 October. Dit stuk zou reeds voor eenige dagen openbaar gemaakt rijn, maar om diplomatieke redenen werd de open baarmaking uitgesteldhet zou een uiteenzetting zijn vau den oorsproug, het karakter en de beteekenis van de bekende gebeurtenissen. Leo XIII somt al de beleed igingen op, waaraan do I^eilige Stoel heeft blootgestaan Alles schijnt aan te duiden, zoo wordt gezegd, dat de revolutie in Italië besloten is den Heiligen Stoel af te sluiten van de Katholieke wereld; in elk geval zyn da gebeurtenis&en van 2 October een overtuigend bewijs van de onmogelijkheid van het samenzijn van twee souvereine machten te Rome. Tengevolge van dien nieuwen toestand zal de Paus, tot bot uiterste gebracht, zich verplicht zien zoodanige maatrogelen te nemen, als hij noodig zal achten om zijn onafhankelijkheid en de vrijheid der Katholieke wereld te verzekeren. De openbaarmaking va» dit stuk zou nu weldra plaats hebben. Men ziet, nieuws staat er niet iu. Hetzelfde is reeds meermalen ge- zegd; zonder dat het geholpen heeft, eenvoudig om dat de Paus sterk 'overdrijft en Z. H. 'tte Rome veel beter heeft dan h|j zeggen mag. Rusland's hongersnood blijft van alles wat thans in Europa geschiedt, het meest de aandacht vragen. I)e Petersburger correspondent van de Chronicle verklaart, op gezag van lieden die het weten kunnen dat het lgden der landbouwers in de provincies van het Zuid-Oosten veel verschrikkelijker is dan alge meen geloofd wordt, en dat vele ougelukkigen uit wanhoep zelfmoord plegen. Anderen laten hun han den hangen en weigeren te' werken, in het vaste vertrouwen, dat de czaar uit eigen middelen hun nood zal lenigen. Wel wordt er veel geld bijeengebracht en naar da noodlijdende districten gezonden, maar het ia de vraag, hoeveel daarvan inderdaad zyu bestemming bereikt. De regiering heeft de vracht voor graan- zendingen met 90 pCt. verhinderd en waggons vol broodkorsten, die in de steden verzameld woeden, rollen naar het Zuiden 'om den honger te stillen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2