BINNENLAND. Bultenlandsch Overzicht. ZPOSTBÏR^CTJElSr. geven aan iemand buiten het district, zoolang het district zelf nog personen bevatte, die be antwoorden aan zekere aan een Kamerlid te stellen eischen, in haar algemeenheid onpractisch en gevaarlijk noemen. Dat zon ons leiden tot eeue kamer, hoofdzakelijk besta inde uit céléhrités de clocher, waarin voor onze eerste mannen op politiek gebied schier geen plaats te vinden zou zijn. In de gegeven omstandigheden van ons district kunnen wij, althans tot op zekere hoogte, met hem meegaan, maar in streken waar een vrij voldoende liberale meer derheid gevonden wordt, zouden wij aan een uitstekend politicus de voorkeur geven boven een minder bekwaam <hstricter, ook al voldeed deze laatste in het algemeen aan de gestelde eischen. Eerlijke menschen, ook in de politiek, zijn er, goddank, in ons goede Nederland nog in overvloed voorhanden iedereen heeft een dosis gezond verstand, het is maar de vraag hoe qroot die dosis is hoeveel ontwikkeling noodig is om staatszaken te beoordeelen, laat zich zoo maar niet eventjes onder een formule brengen. De kiezers doen wijs, als zjj hun gezond verstand gebruiken om, bij meerdere beschikbare per sonen, de eerepalm uit te reiken aan hem, die het meest aan die eischen voldoet, zonder angstvallig en meer dan volstrekt noodig is te letten op de omstandigheid of hij woont onder den rook van de hoofdplaats van het district. Den heer Grootendorst zouden wij met alle bescheidenheid willen vragen, of het niet in het belang van den goeden naam van Bur gerplicht tijd wordt bij gelegenheden als deze zijne bekende stokpaardjes op stal te laten. Hij heeft al zoo dikwijls daarmede in het publiek rondgereden, dat deaardigheid er af is. Het kwam ons zelfs voor, dat deze spreker met zijne bekende vrijmoedigheid bjj het stellen zijner vraag aan den voorgestelden candidaat wat te ver ging; dergelijke ondergeschikte punten zijn niet ge- wicht.g genoeg om er den schijn aan te geven, dat het lot van een candidaat er van afhangt. Na het met eenig vertoon van gewicht ge vraagde verlof om den candidaat te interpel- leeren, hetgeen de komst van den heer v. d. B. in de vergadering noodzakelijk maakte •zoo iets alsof een delinquent gedaagd was voor de balie van het huis der Lords hadden wij er ons op gespitst iets bijzonders te vernemen. Het ligt misschien aan ons, maar ondanks den ernst en de stemverheffing van den interpellaut maakte het geval op ons een komischen indruk. Het deed onj denken aan het bekende: parturiunt montee. naecetur ridieulus mus't welk overgezet zijnde betee- kent: >de bergen baren en er komt eene be- laeblijke muis ter wereld. GOUDA, 13 November 1891. Zoo zijn dan de drie vroolijke Don Juan's, die achtereenvolgens alle couranten doorwandelden en alle gemeenten bezochten, ook thans in ons blad verschenen. Gelyk elders zullen zy ook hier zeker de algemeene aandacht trekken. Wy twijfelen er niet aan of Donderdag a. st. zal onze schouwburg zaal zeer goed bezet zijn en ieder, die van een jolig, vroolijk, luchtig stuk houdt, kan worden aangeraden de voorstelling by te wonen. Dat Willem van Zuylen daarin optreedt, is natuurlijk een reden te meer om daarheen te gaan. Tot derden adsistent-geneesheer in het Ziekenhuis aan den Coolsingel te Rotterdam is benoemd de heer W.,van Krimpen, med. doet. en arts. Beuoemd voor het studiejaar 1891/92 tot inwo nend adsistent in liet Binuengastbuis te Amsterdam de heer D. W. C. Van Dort Kroon, arts. Op het Buroel van den Garnizoens-Kommandant werd hedenmorgen aanbesteed het wasschen der wollen eu linnen Nachtlegergoederen ten dienste van het Garnizoen alhier. Eenige inschrijver was T. N. Joosten en wel voor: een- en tweemans wollen dekens 12 cent; een- en tweemans bed- of stroozak 5 ct.een eenmans kun- senzak l'/j ot.een een- en tweemaua bedlaken 3,;| cent. De regeering, het weuschelijk oordeelende door het instellen van eene nieuwe ridderorde de gelegen heid te vermeerderen tot het verleenen van verterende onderscheidingen, heeft een daartoe strekkend wetsontwerp bij de Tweede Kamer ingediend. Er wordt eene orde ingesteld, strekkende tot ver terende onderscheiding van Nederlanders of vreem delingen, die zich jegens H. M. en den Staat of jegens do maatschappij op bijzondere wijze hebben verdienstelijk gemaakt. Deze orde draagt den naam van «de orde van Oranje-Nasaau." Het grootmeesterschap van deze orde is onafschei delijk aan de kroon der Nederlanden verbonden. Do orde bestaat uit vijf klassen; eene eeremedaille is daaraan verbonden. Alle benoemingen in de orde geschieden bij kon. besluit. In do Memorie van Toelichting motiveert de re geering de instelling der nieuwe orde door de be hoefte om voor het onderhouden van goede betrek kingen met andere Mogendheden met minder beperking over decoratiën te kunnen beschikken. Maar ook vele Nederlanders eu vreemdelingen, wier werkzaam leven door bevordering van het alge meen welzijn op geestelijk, zedelijk en stoffelijk ge bied meer dan dat van anderen vruchtbaar was, bleven verstoken van eene onderscheiding, door het Hoofd van den Staat verleend, omdat de wet van 1815 op hon bezwaarlijk kan worden toegepast. Is hierdoor ook aan velen eene teleurstelling bereid, meer recbtstrreksche nadeelen heeft ook de Staat dikwijls hierdoor ondervonden. Menig voorwerp van kunst-, van wetenschappelijke of geschiedkundige waarde heeft hierdoor geen plaats in onze openbare verzamelingen gevonden, en niet zelden is het gebeurd, dat reizigers in onze koloniën de vruchten van hun wetenschappelijk onderzoek niet afstonden aan onze musea, doch aan die van het buitenhuid, omdat zij zich daar wel, doch hier uiet met eene ridderorde zagen begiftigd. Voor de toekenning van de Oranje-Nassauorde volgens art. 1, wordt door de regeering gedacht aan het eeren vau hen, die door aankweekiög vau Gods dienstzin, zedelijkheid eu menschenliefde, of door werkzaamheid op het gebiedjvan kunst en wetenschap, van handel eu zeevaart, van nijverheid en landbouw de geestelijke en stoffelijke belangen der natie op meer dan gewone wijze hebben bevorderd. Een zeer eigenaardig voorval had onlangs by de Belgische spoorwegen plaats, dat zelfs in dezen tijd, waarin gofti week voorbijgaat, zonder oen mededee- ling over een of ander ongeval op oen spoorweglijn, nauwelijks zijn «gelijke zal vinden. De van Duitsch,- land komende exprestrein naar Ostende buigt bij Leuven van den weg naar Brussel af on gaat direct over Mechelen door, zonder de Belgische hoofstad aan te doen. Men kan zich dus de verbazing voor stellen van de beambten van het Noorderstation te Brussel, toen zij onlangs des nachts twoe uur plotse ling den exprestrein naar Ostende zagen binnenstoo- meu. De trein was éénvoudig op verkeerde rails geloopen. In plaats van in Leuven op de rails in de richting Mechelen te gaan, had do trein, door valsche signalen, zegt men, misleid, do route naar Brussel genomen. Het is te begrijpon, dat het zeer lasting voor den stationschef was, te beslissen, wat men met een dergelijken uit de lucht gevallen ex prestrein moest uitvoeren. Men besloot hem op een zijlinie in aansluiting met de hoofdlijn naar Ostende te brengen. Op alle kleine stations, waar de trein aankwam, keken do beambten hem als een spook aan. Dikwijls werd zelfs uit do signaalhuisjes de passage geweigerd. In dit geval stoomde do trein tot dicht by het huisje en de machinist begon met den baanwachter te onderhandelen. «Welke trein is het dan vroeg de wachter. //Ex prestrein naar Ostende," zeide de machinist. Maar wat hebt gij dan hier te zoeken?" //Er is mij een verkeerd spoor gewezen" «Onmogelijk Ie het dan werkelijk de expres voor Ostende «Ja verduiveld, en laat mij iiu passeeren, ik ben reeds twee uur te laat." Zoo ging de zwaarbeproefde trein door, met luid gegil zijn onverwacht bezoek aankondigende. Wat de passagiers er over dachten, wordt niet medege deeld het laat zich echter wel raden. Te verwon deren is het, dat er geen ongelukken gebeurden, daar de lijn van Brussel naar Ostende 's nachts door vele goederentreinen wordt boreden. De regeering heeft een streng onderzoek bevolen. De storm die Woensdag avond woedde, heeft ook in het Haagsche Bosch nogal schade aangericht. Tusschen de vijvers heeft een beuk eeu eik midden door geslagen. Evenzoo viel oen ryzige beuk in een der lanen bij den tweedon vijver, terwijl een eind verder een fraaie eik was neergestort. In een der vijvers, bij het Kerkepad, dreef de kruin van een grooten boom. Vooral aan dien kant scheen de Ook hij nam zijn hoedtoen hij op de straat kwam, stond de inspecteur nog altijd voor de deur. Houd mij een vraag ten goede, zeide hij, zgt gij niet mijnheer Paul Vetter, de vertegenwoordiger der firma Gebroeders Vogel? Dat was ik, antwoordde Paulnu sta ik op eigen beeneu. Gij waart getuige in het proces tegen Reimann, niet waar? Tegen den koddebeier, juist En wel een zeer gewichtige getuige; want gij waart betrekkelijk de laatste, die den vermoorden matroos hebt gezien en voldoende uitsluitsel daarom trent geven kon. Ik heb het proces met onverdeelde aandacht gevolgd; weet u wat mijn opinie is? Nu? Dat de vraag, waarom de matroos naar Ho- henhauscn ging, grootendeels onbeantwoord is ge bleven. Is u dat ook niet opgevallen? Natuurlijk! zeide Paul, en dat keur ik ook af. De graaf heeft wel verklaard, dat de matroos hem geld had te leen gevraagd maar ik denk er andors over. En mag ik vragen, hoe uwe zienswijze luidt? Dat zou ik eerst wol eens van u willen ver nemen. Ik zou geneigd zijn, te gelooven, dat tusschen hen een geheim bestond maar men moet zich in dit opzicht niet e veel laten ontglippen, wanneer men geen gevaar wil loopen, van laster te worden beticht. Paul zag om zich heen, als vreesde hij, dat een spion hem op de hielen zathet geheim van don ouden heer raakte een thema, dat ook hem buiten gewoon veel belangstelling inboezemde. Een geheimantwoordde hij. Dat is het ware woord. Maar niemand heeft het der moeite waard geacht, dat geheim uit te vorschen. j Heeft de matroos in het gesprek met u er iets van losgelaten? i Geen woord. Gaf hij dan aanwijzingen? Ja, dat deed hij, en als mijn geheugen mij niet bedriegt, dan zeide hij, dat er binnenkort een gebeurtenis zou plaats hebben, die opzien moest baron. Gold dit gezegde den graaf? Had het be trekking op het een of ander? Op hem zelf zeker. j En deedt gy geen verder onderzoek? Zeker deed ik dat; maar de matroos was een ware bullebak, eu wanneer men met zulke lieden zich te veel inlaat, heeft men kans op een pak slaag of iets dergelijks. Ik begrijp u, zeide de inspecteurhij wilde niets loslaten. Kg wilde zonder twijfel van dat ge heim gebruik maken, om een aanzienlijke som van deu graaf af te persen. En dat is hem niet gelukt, want hij heeft zich met vierhonderd gulden iïioeten tevreden stellen. I Kon dat niet een betaling op afrekening zijn? Dat betwist ik niet. Als ik goed dver de zaak nadenk, houdt mij alleen do vraag bezig, of Heimann werkelijk den moord hoeft begaan. Twijfelt gij daar nog nan? Ik weet niet, wat ik gelooveu moet. Waarom ging de koddebeier, toen hij uit het tuchthuis ont slagen was, naar Hohenhausen Hij heeft het open lijk gezegd om wraak op den graaf te nemen. Dat was zyn eenige doelen dat die bewering waarheid behelsde, is mij duidelijk gebleken, toen de graaf voor de balie trad, om getuigenis tegen hem af te leggen. Hebt gij den blik niet gezien, dien Reimann op den getuige wierp Het was de blik van een tijger, de bloeddorstigheid van een hyena. De inspecteur knikte toestemmend en zag den jongeling aan, als wilde hij hem verzoeken, zijn zienswijze verder te openbaren. Wanneer wij nu aannemen, dat Reimann alleen daarom naar Hohenhausen ging, dan verloor hij ook zeker geen oogenblik dit doel uit hot oog, en de moord van den matroos moest dit doel daarentegen totaal verijdelen. Men kan daarover verschillende moeningen zijn toegedaan. Zeker, en ik zelf ben niet afkeerig van een scherpe oppositie, vervolgde Paulmaar gij zult moeten toegeven, dat mijn meening alleszins waar^ schijnlijk is. Wordt vervotgd.) storm het op do eiken gemunt te hebben. Een van het bekende tweetal boomen in de Maliebaan heeft er ook aan moeten gelooven, en menige schoone boom was ook langs het Malieveld neergerukt. Naar den kant van den Wa9senaarschen weg hadden de kruinen het vooral moeten ontgelden en de houtsprokkelaars hadden gisteren oen rijken oogst, daar allerwege de paden en wegen met takken bezaaid waren. Tot de slachtoffers van den jongsten storm behoort een boom, bij oud en jong bekend. De eeuwenoude beuk sedert tal vau jaren gekromd en ge9tut die de noord-westelijke zijde van h'et Malieveld sierde. Aan den wandelaar gaf die breedgetnkte boom een genotvol schaduwrijk plekje. Op den Loo8cluinsclien weg bezweek een gedeelte steenen tuinmuur voor den zwareu winddruk en stortte ih de vaart, terwijl daar ook tal vun boomen tegen den grond gingen. Het aantal afgewaaide pannen, schoorsteenbuizen enz, is legio. Een zware potbuis viel in een hofjo in het Westeinde op geen twee handen broeds af- stand8 achter een vrouwtje tegen den grond, terwijl de stukken als granaatscherven het oudje rond de ooren vlogon. Het aantal gebroken telephoondraden is mede groot en zelfs op plaatsen waar geen telephoonverbinding te bekennen is, lagen de stukken. Het dak van de gemeenteschool aan de Rtjswijksche straat is zwaar beschadigd. Het tramverkeer op den Delftschen weg onder vond door de omgevallen boomen veel vertraging. Een agent van politie te Haarlem nas belast met het overbrengen van een vrouwspersoon naar Alk maar. In den trein kwam het tweetal in aanraking roet een militair van het Indische leger, die pas had goteekend, alzoo veel geld had en zeer royaal was. Deze tracteerde gevangene en geleider, dronk zelf braaf mode, eu tamelijk beschonken kwam men te Alkmaar aan. Hier werd nog een herberg bezocht, waar de tractatio werd voortgezel met het gevolg, dat ze later zwaaiende over Alkraaars straten liepen en gezamenlijk werden goarre9teerd. Voor den agent had de tractatie ontslag uit zijn betrekking ten gevolge. Aan de timmerlieden van Nederland is het volgende rondschrijven verzonden: Vakgenooten Do noutrale Timmorlieden-veroeniging«Door Eendracht Verbeturing" te Arasterdam is van oordeel, dat tot verbetering van ons aller toestand noodig is een eendrachtig samenwerken der vakgenooten in ons land. Noodigt daarom besturen of afgevaardigden van allo timmerlleden-vereenigingon uit tot eene bespre king, te honden op een of zoo noodig beido Kerst dagen a. s., terwijl plaats van bijeenkomst zoo mo gelijk het centrum zal zijn van het uitgangspunt der afgevaardigden, hetwelk echter tijdig genoeg zal wor den bekend gemankt. Ook kunnen zich doen vertegenwoordigen die plaatsen waar geen vereenigiiig bestaat, hetzij elke plaats afzonderlijk of kleinere plaatsen gecombineerd tot besparing van koston. In ieder geval vorzoekon wij alle timmerlieden zich te doen vertegenwoordigen, op welke wijze dan ook. De besprekingen 2u\len uitsluitend gewijd zijn aan de belangen der timmerlieden. Gaarne zagen wij echter in behandeling de vol gende punten lo. Wat is de oorzaak van den treurigen toestand van vak on vakgenooten? 2o. Welke zijn de middelen tot verbetering daartoe En wat verder ter tafel zal worden gebracht. Iedere deelnemende Vereeniging of groep heeft het recht punten van behandeling op de agenda te brengen. De afgevaardigden dienen een blanco mandaat te hebben. Zij die aan dit coogres willen deelnemen, worden verzocht hiervan kennis te geven uiterlijk 1 Decem ber aan P. Smitt, Focke Simonsstraat 76a, Amsterdam. Keizer Frans Jozef kreeg onlangs te Pest het volgende briefje «Aan den Hoogeerwaarden, Weledelgeboren Heer Koning Myn koe is dood met alle eerbied deel ik U dit mee en mijn oogst is door hagel vernield. Mijn goddelooze huisbaas plaagt mij erg, ofschoon hij de pleegvader van mijn schoonbroeder is Er is geen levende ziel ia Szanad, die mij een kreutzer kan leonen, omdat niemand een kroutzer heeft te Szanad, Indien myn Heer mij een paar guldon als hij ze voor eenigen tijd kan missen' zou willen leeneu, zend ik ze gaarne het volgend jaar terug als mijne maïs verkocht is. Ik wensch goede gezondheid aan mijn goeden Koning en zijn hoog huis en lieve familie. O, mocht ik eens de mooie handen van Uw hooggeboren Koningin kussen Alle geluk voor Uw Kon. Maj. van geheel de Uwe Pero Bati." Een paar dagon later Bati een antwoord van Koning, met oenige guldens er bij. Zaterdagavond werd Algiers door een vreestlijken storm geteisterd. De straten werden in bergstroo- raen veranderdhet water bereikte soms een hoogte van 40 tot 50 M. Het vorkeer was gestremd en de voorstelling in het Grand Theatre kon niet doorgaan. Het water dat vau da Arabische wijk naar beneden stroomde, vernielde de uitstallingen van vele winkels on sleurde verscheidene vrouwen en kinderen mede. De pleinen waren in meren veranderd. Door de drukking van het water barstte het metselwerk van eeu oud riool, waardoor eeu oppervlakte van 15 M. doorsnede instortte. De commissaris van politie liet met het oog op de veiligheid talrijke huizen ontruimen. Zelf werd hij gewond toen bij van bet terras van een huis op dat van eon ander oversprong. Op zee hadden geen ern stige ongelukken plaats, de storm liet zich vooral op de kust gevoelen toch was de branding zeer hevig en sloeg een gedeelte weg van de werken op den haven ara in de stad is de verwoesting aanzienlijk, de spoorweg is gedeeltelijk vernield, Overal stuit men op groote instortingen en verzakkingen. Gedurende den siorra tusschen 9 eu 12 uur, was de dienst met de personentreinen gestaaktbij Agha ontspoorde een locomotief. De trein van Oran derailleerde ongeveer te half elf. Hij verliet het station van Agha liep toen op een hoop steenen en aarde door het water medegevoerd. De machine ontspoorde maar de schok was niet hevig genoeg om de andere wagens eveneens te doen de- railleeren. Er had dan ook geen enkel persoonlijk ongeluk plaats. l)e stiknonkere nacht belette en bemoeilijkte de bewegingen. De treinen waren door water tot een hoogte van 50 M. omgeven. Het verkeer was den volgenden morgen hersteld. Des morgens te half negen toen do storm bedaard was, wilden drie werklieden, niettegenstaande do waar schuwingen van den inspecteur van politie, de werkzaam heden voortzetten op de timmerwerf Melina en werden toen levend bepraven onder een hoop steenen en kleiklompen ter hoogte van een meter. Zes undere werklioden in de nabijheid werkzaam wisten zich nog te juister tijd te redden. Onmid dellijk kwamen zij hunnen kameraden te hulp, wier lijken echter eerst te tien uren worden opgedolven. Men vertelt van een schildwacht die twee meters van zijn post is weggeslingerd. In de voorsteden zijn vele muren ingestort en de wegen vernield. Te St. Eugène is het postkantoor genaakbaar geworden. Te Bab-el Oued zijn allo maga zijnen onder water geloopen. Het vorkeer isgestremd. Hel circus vau Mustapha, waar wedrennen zouden plaats hebben, is bijna geheel onbruikbaar gewoiden. Het gerechtshof te 's Gravenhago deed^gïsteren uit spraak iu de door den Hoogen RaacUlaar dat college verwezen zaak van W. J. S., in eene apothook lo Waalwijk, die terechtstond wegens poging tot moord door middel van vergiftiging op zijne huisvrouw ge pleegd, terzako waarvan hij veroordeeld was door het hof te 's-liertogenbosch, Het hof te 's Graveuhage overwoog dat het niet uit wottige bewijsmiddelen de overtuiging had geput van bekl's schuld aan het hem ten laste gelegde, sprak hem derhalve daarvan vrij en beval zijne invrijheidstelling. De storm van Woensdag heeft ook over België met ontzettendo kracht gewoed. Behalve veel stoffelijke schade en tallooze ontwortelde boomen, zijn te Brussel ""bok persoonlijke ongelukken te betreuren. Op den Antwerpschen weg is een meisje door een uithang bord, dat uit de ijzeren haken woei, zoo op het hoofd getroffen, dat het korten tyd daarna overleed. Een be diende van den graaf van Vlaanderen is door de steenen van eeu omvallenden schoorsteen zóó gewond, dat voor zijn levensbehoud ernstige vrees bestond. Een schoor steen viel neer in liet glazen dak der «Passage du Commerce" en een dienstmeisje dat juist daardoor ging, heeft haar leven waarschijnlijk goreil door, in haar angst over het ontzettend leven, met de hand het hoofd vast te houden. Een brok glas is op haar hand gevallen en heeft die geheel doorboord en zoo verwond, dut zij waarschijnlijk zal moeten worden afgezet, haar hoofd is nagenoeg ongedeerd gebleven. Nog wordt van personen gemeld, die door den wind omgeworpen zijn en zich min of meer ernstig heb ben gewond. LIJST van brieven, geadresseerd aan onbekenden gedurende de 2e helft der maand October 1891 er. terug te verkrijgen door tusschenkomt van het post kantoor te Gouda. C. de Timmerman, Amsterdam; R. v. d. Pol, DelftAgatha Pot, don HaagD. Visser, Kromme nie Nijg, Leiden G. Boot, RotterdamWed. C. den Ouden, van WADDINGSVEEN: T. van Rooijen, Rotterdam. Gouda, 13 Nov. 1891. De Directeur van het Postkantoor, VORSTER. Graaf Zicby, voorzitter van de Hongaarsche Dele gatie, heeft in een tot den Keizer gehouden toespraak getuigenis afgelegd van trouw en toewijding jegens den Souverein, en de ingenomenheid der Delegatie betuigd met het feit, dat de internationale strijdpun ten sedert verleden jaar geen ornstiger karakter heb ben aangenomen. Hij zoide verder, dat de handelingen van rustverstoorders ten opzichte der sociale moei lijkheden met voorzichtigheid, doch tevens met geestkracht moetin bedwongen worden. Hij ver heugde zich over het behoud der vriendschappelijke betrekkingen van Oostenrijk met zijn bondgenooten, want daarin lag de beste waarborg voor de handha ving van den vrede, Hij hoopie, dat de quaestie der militaire strijdkrachten zou worden opgelost zonder verbreking van het evenwicht op de Staats- begrootiug. Bij de ontvangst der Delegatie heeft de Keizer gezegd Ik kan met voldoening verklaren, dat wij zeer vriendschappelijke betrekkingen met alle Mogend heden onderhouden. Wij zijn het met onze bond genooten hierover volmaakt eens, dat de handhaving van den vrede te beschouwen is als de beste waar borg voor het geluk en do welvaart der volken. Mijn Regeering verliest dat doel niet uit het oog en wij ontvangen van alle Europeesche Kabinetten verzeke ringen van gelijke vredelievende strekking. Men is er, wel is waar, nog niet in geslaagd, allo gevaren te verwijderen, welke de staatkundige toestand iu Europa aanbiedt, noch een einde te maken aan de wapeningen, die overal plaats vindon, maar daar de behoefte aaii vrede zich eenparig en algemeen doet gevoelen is het geoorloofd te verwachten, dat men zal eindigen met den vrede te handhaven. Het is mij gegeven, aan mijn volk te verkondigen, dat de bezorgdheid over do tegenwoordige drukkende lasten en over do gevaren, die den vrede bedreigen, een einde hoeft genomen. De Keizer besprak daarop de voorstellen, die aan het onderzoek der Delegatie onderworpen zullen worden, en zeide Mijn Regeeringen hebben alleen gevraagd de onontbeerlijke credieten ten behoeve van leger en vloot, maar zij waren genoodzaakt zeer belangrijke uitgaven ten behoeve van het leger uit te stellen. Bosnië en de Herzogewiua gaan gestadig vooruit en voor het volgend jaar zullen do ontvang- steu aldaar de uitgaven dekken. De begrooling, welke den Delegatiën wordt aange boden de gemeenschappelijke uitgaven, bedraagt in eindcijfer 139 millioen, waarvan 119 millioen voor hot leger en 111/2 millioen voor de marine. De logeruitgaven zijn 43/10 millioen hooger dan verlo den jaar geraamd, en do Delegatiën zullen die be grooting wel goedkeuren de Oostenrijksche en de Hongaarsche Minister van Financiën hebben, gelijk men zich herinnert, reeds eenige weken geleden zoo veel van (le eischen van den Minister vau Oorlog geschrapt, dat voor de Delegation zoo goed als niets meer te schrappen overblijft. De Oostenrijksche De legatie koos tot voorzitter prins Schönburg, die ver leden jaar een belangrijk aandeel had in de onder handelingen over het Boheemsche Vergelijk. De Hongaarsche Delegatie koo9 tot voorster graaf Zichy oud-ambassadeur te Konstantinopclondervoorzitter der Hongaarsche Delegatie is graaf Lodewijk Tisza, broeder van den gewezen Minister-president. De Engelsche Minister Balfour heeft afscheid ge nomen van de ambtenaren te Dublin. In het Phoenix Park hield hij een toespraak tot officieren en man schappen der politie, die hij zeer prees voor hun gedrag tijdens de vier jaren dat hij aan het hoofd dor Iersche zaken stond. Ierland mocht trotsch zijn op defce Iersche mannen, maar niet Ierland alleen, ook het geheelo Vereenigd Koninkrijk. De inspec teur-generaal dankte den Minister en inzonderheid, dat door zijn zorgen het weduwen- en weezen-fonds der politie in goeden toestand was gebracht. Balfour werd toegejuicht. De Kamerverkiezingen in Noorwegen, die reeds in Juli begonnen,v zijn thans bijna geëindigd. De eigenaardige inrichting der kieswet is oorzaak dat deze verkiezingen als 't ware stap voor stap plaats hebben en zoo lang duren. De regeering heeft eene meerderheid behouden, die echter waarschijnlijk slechts klein zal blijven. Ër zal daarom vermoedelyk niet veel komen vau de beweging, door hare aanhangers begonnen tegen enkele punten van de vereeniging met Zweden. Het Dsensohe Folkething heoft met 60 tegen 30 stemmen een voorstel aangenomen van den afge vaardigde Lareen, ten doel hebbeude, den minister van financiën te verzoeken een hervorming van de rechtspraak voor te stellen. Bij de stemming over

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2