Buitenlandse!) Overzicht. Kleinhandel in Sterken Drank. f aeteaalleen bij het stilhouden zullen zij er iel9 van gevoelen. Zulk een vervoermiddel, dat aan Hildebrand's pro fetie van den onderaardsohen schietblnasbalg doet denken, zou ook al de verwezenlgking eener phan- tasie van Jules Verne zijn. Staten-Qeneraal. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 26 November 1891. Nog steeds blgft de stroom der welsprekendheid mildelijk vloeien op het Binnenhof en wel het meest aan liberale zijde, daar de tegenpartij wijselijk oene afwachtende houding aanneemt. De heer Van Beuningen opende de rij met een woord van vertrouwen in het kabinet. Daarna in formeerde de heer Vau Dedem (de eenige spreker der rechterzijde) naar de homogeniteit der Begeering op het stuk der defensie en der kiesrechtshervor- miog en vroeg haar of zij het op sociaal gebied eens is met den heer Poelman. De heer Hmtzen trachtte ook de Begeering, tegeuover de ideëu van het nieuwe lid uit Winschoten, aan te manen tot bezadigdheid en verstandig overleg. De heeren De Beaufort en Van Houteu vermaanden de meerderheid tot ge duld, vooral het meer geavanceerde doel daarvan, terwijl de heer Butgers op zijn eigen sqfcerpe wijze met die voorhoede den spot dreef. De lreer Borge- sius wees weer op do noodzakelijkheid van sociale verbeteringen en zag dio met vertrouwen te gemoet. Naar het ons voorkomt, konden een groot deel van die adviezen gerust achterwege blijven en zou men deu tijd beter besteden, indien men vast aan den arbeid ging. Dat heen en weer gepraat tusschen partijgenooten van diverse schakeeriug leidt maar tot misverstand en men heeft elkanders steun zoo noodig. Heden is de Begeering aan het woord, als niet onverhoopt nog meer sprekers opdagen. Vau de nieuwe leden kwam heden nog de heer Boessingh aan het woord met een goedgemeend en niet onver dienstelijk pleidooi voor het platteland. Uit Amerika, het land der zonderlinge dingen, komt het verhaal van een jong meisje te North Plains Connecticut, Julia Hepburn genaamd, lijdende aan eeue eetziekte. Onlangs had zij een landlooper, die aan haar vaders huis een stuk brood kwam vragen, afgewezen. Onder het heengaan zeide de man „God vervloeke u Sedert kon zij zich deze woor den niet uit het hoofd zetteu en werd op een goeden dag wakker met een razendeu honger. Zij verslindt letterlijk alles wat men haar voorzet en alle pogin gen om haar, ook door hypnotisme, te genezen, bleven vruchteloos. Voor het overige is zij zeer wel bij haar verstand en kan, al etende, hare ge- wono bezigheden verrichten. Door den Engelschen zeeofficier D'Arcy Irvine is is een nieuw reddiugtoestel uitgedacht voor dreukelic- geu. Het is een achterlaadgeweer met sluitroecha- nisme vau het chassepot. Het projectiel is eene holle raetaleu buis, die iret gecompirraeerd koolzuur gevuld eu van voren in den loop wordt gebracht, waarbij het voorste deel buiten de monding uitsteekt. Aau dit gedeelte is een zak bevestigd, vervaardigd van eenige lagen darm vlies deze zak is gevouwen en lanes het geweer gelegd. Verder draagt het uit stekende deel der buis aan twee metalen draden een ring, waarop mep de l\jn steektdeze is geborgen in eene metalen doos onder aan het gewoer, vóór het slot. Wanneer het schot afgaat, wordt de klep, die hot uitstrooinen van het gas belette, gelicht; het gas stroomt door do zeer kleine opening in den zak deze heeft echter geen tijd om zich te vullen gedu rende den één of twee seconden langen vlucht tijd, maar vult zich, te water liggende, en dient aldus tot boei. De vrouw van den landbouwer W. te Lichtvoorde, reeds eenige tgd ziekelijk, werd dagelijks door hare 14jarige dochter opgepast en verzorgd. Volgens ouder gewoonte ging het meisje Dinsdag middag uit, om eenige dooie takken te verzamelen, eu zag bij hare thuiskomst dat een dikke rookwolk de wo ning vulde. Haastig binnentredende vond zij bij nader onderzoek hare moeder, bij de brandende kacheldood ter neder zitten. Beeds was hier te lande het telegraphisch bericht ontvangen, dat de eerste-l ui tenant Cornelissen bij een gevecht op Atjeh gesneuveld is. Eeu schrijven aan het N. v. d. gedagteekend Kotta Badja, 24 October, deelt omtrent deze droevige gebeurtenis eenige bijzonderheden mede, waaraan wij het vol gende ontleenen: In den avond van Dinsdag 20 October trachtte een bende Atjehers bij den Kroeng Zingkar ons gebied binnen te sluipen, doch trok zich, toen ze door eeu salvo der daar geplaatste brigade maréchaus sees was ontvangen, tegen den spoordijk terug. Op dit salvo kwamen onmiddelgk uit de benliug Tjot Iri de le luiteuant Cornelissen met 20 bajo netten, en uit de beuting Lampermé de 2e luitenant Dijkstra inet een gelijk getal bajonetten, bij de hio- derlaag maréebaussées, om bij een eventueel gevecht hem krachtdadig te ondersteunen. De ondersteuning was niet noodig, waarom beide patrouilles terugkeerden. De patrouille van Lampermé kwam zonder stoornis in baar benting terug. Die van Tjot Iri echter was zoo gelukkig niet. Goed gesloten, met haar commandant, den kra- nigen le luitenant Cornelissen, stiet zij, dicht bij haar bentiug, op dezelfde Atjehers, die men dacht verdroten te hebben. De Atjehers lieten hun prooi tot op een paar passen naderen, gaveu daarop een goed gericht salvo eu verdwenen. Hoewel ontredderd, zond de patrouille op de weg- geloopen Atjehers trog een paar salvoos, en toen de maan met haar eerste stralen het terrein verlichtte, bescheen zij het lijk van oen veelbelovend en jong officier, die met een gapende kogel wond in het hart op den grond lag, en drie zwaar gekwetste inland- sche militairen. De 2e luitenant Dijkstra, die nauwelijks in de benting Lampermé terug was, spoedde zich met zijn manschap naar de plaats des onlieils, doch kon slechts het harHterscbeurend schouwspel waarnemen, dat zijn vroolijke, dappere eu solide kameraad gesneuveld op het gras lag. De doode en de gekwetsten worden naar de ben ting Tjot Iri vervoerd en van daar per extra-trein naar het hospitaal te Pauteh Perak. Des namiddags werd het lijk van den dapperen officier plechtig ter aarde besteld. De gouverneur, officieren van land- en zeemacht, ambtenaren, burgers en een groot getal mindere militairen deden, onder de tonen van een treurmarsch, den gesneuvelde uitgeleide tot aan zijn laatste rust plaats. De kist prgkte met drie groote kransen, waarvan één was van de minderen uit de laatst door hem gecommandeerde benting. ^Verliezen wij,« aldus besluit de briefschrijver, z/door zgn dood een flinken, vroolijken en goeden kameraad en het nederlandsch-indische leger een kranig en veelbelovend officier, zijn moeder en zus ter zijn door zijn vroegtijdig afsterven beroofd van een liefhebbenden zoon en broeder en van haar grootsten steun en verzorger. In het antwoord der Begeering op het voorloopig verslag over het hoofdstuk VIII deelt de minister mede, dat de indiening eener nieuwe Logerwet afhangt niet alleen van den wil der Begeering, doch «lat deze er ernstig naar zal streven, om die indiening te bespoe digen. De minister belooft een wettelijke organisatie van de landmacht, en stelt wijziging der vestingwet in het vooruitzicht. Wat het opperbevel betreft, meent de Begeering dat niet de ministers van oorlog of murine als leiders der verdediging kunnen optreden, wijl zij geen feite lijk commando kunnen uitoefenen. Versnippering der krijgsmacht langs de grenzen ligt niet in de bedoeling der regeering. Troepenverplaatsin gen geschieden alleen met het oog op de mobilisatie. De kapiteins-bataljonsadjudanten zullen geleidelijk door luitenants worden vervangen, Met den minister van koloniën is de minister in overleg of het moge lijk is, don majoorsrang hier te lande en in Indië op te heffen. Het duelleeren keurt de minister sterk af. De minister is voorstander der vrijwillige oefeningen in den wapenhandel de door hem gegeven bevelen zgn echter slechts aanvullingen van hetgeen op dit gebied reeds jaren ia geschied. De minister zal een blijvende regeling van het Militair Huis der Koningin overwegen en nagaan of het noodig is om voor de officieren der landmacht van dat Huis dezelfde bepalingen vast te stellen als voor die der zeemacht, met het oog op bevordering. Dringend noodig acht de minister het, dat aan den commandant van de stelling vau Amsterdam een chef van den staf, uit den generalen staf, wordt toegevoegd. Naar aanleiding van de telegrammen over den moord, op .Europeesche zendelingen eu iulandsche Christenen te China gepleegd, heeft de TiUfonaut be richten ingewonnen in het seminarie van Scheutveld, waar katholieke geestelijken uit België en Nederland worden opgeleid voor de zending in den Congostaat en in China. Men meende in het seminarie, dat de nainen der plaatsen verkeerd waren overgeseind, en dat met Sauchi waafschijnlijk San-Che-Kia-Ye (de 30 gezinnen) bedoeld zou zijn, waarin den laatsten tijd veel Cbiueezen tot het Christendom waren over gegaan, en waar de missie wetfd bestuurd door een Belgisch priester, Louis van Dijk, uit Mechelen. De mogelijkheid bestond echter, (iat ook een Hollandsch geestelijke, Mgr. Kutjes uit Utrecht. Sad-Cbe-Kia-Ye tot woonplaats had gekozen, wegens tie uitbreiding der gemeente aldaar. In het vicariaat van Oost-Mongoiië zijn acht Bel- Ik dacht terstond dat er iets anders achter den ren tenier moest schuilenals hij die beambte is, dan ken ik hem reeds. Dat weet ik niet, maar mijnheer Von Gronau zal het wel weten. Dus als gij den brief hebt, gu dan naar den kaptein en spreek met hemhij heeft er ook persoonlijk belang bij, den graaf te ontmas keren, natuurlijk in de onderstelling, dat onze ach terdocht op goede gronden rust. Ik kan het nog niet gelooveu En ik houd mij er aan, Daniël, tot ik van het tegendeel overtuigd ben. Zoodra ik went, waar ge woont, kom ik je opzoeken. Hackerl schudde na deze woorden den ouden man de hand eu ging ijlings hoen. XXV. Kaptein Von Gronau had inderdaad geen vermoe den van de verloving van Alma met Hohenhausen gehad. Des te meer moest hem de onverwachte tijding van dit feit bevreemden. Hij was in de laatste weken uiet meer op Buche- nau geweesthoewel hij het zijn familiebetrekkingen reeds lang euvel duidde, scheen het hem toch juist in den laatsten tgd, sedert den terugkeer van den verdwenen graaf, als wilde men hem verwgten, dat hij hetgeen hij geworden was aan hun ondersteuning te dauken had. Zijn oom had hem duidelijk te verstaan gegeven, dat van een huwelijk vau hem met Alma nooit sprake kon zijn: Werner had ofschoon opeen andere wijze, de woorden van zijn vader bevestigd, eu Alma had een verklaring, die hij meende to mogen eischen, ont weken. Het was dus beter, dat hg weg bleef van Buche- nau hij vond daar slechts nieuwe stof tot ergernis, en wanneer Alma den graaf het jawoord wilde geven, dan kou bij dat immers toch niet verhinderen. Tot op het laatste oogenblik had hij echter gehoopt; hij bleef verwachten, dat Werner hem opzoeken eu hom eenige woorden van verontschuldiging zeggen zou uo echter was de laatste hoop verdweuen eu de zoetste droom zijns levens ten einde. Het was onder zulke omstandigheden uiet minder dan natuurlijk, dat zijn haat tegen zijn raedeminaar aanwakkerde, en zelfs dach Gronau er aau, den graaf uit te dageu maar hij verwierp die gedachte weer, omdat het hem tegen de borst si uitte, een voorwendsel daarvoor te verzinnen. Of Alma beantwoordde ziju liefde niet, of zij was hem niet waardig; in beide gevallen had hij geen recht, zich over haar verlies te beklagenook den graaf kon hij, goed beschouwd, geen verwijt maken. Gronau wilde zich verstrooien, om te vergeten, en toen hij in gedachten den kring zijner vrienden doorliep, herinnerde hij zich Theodoor, wien hij een bezoek beloofd had. Theodoor Bomberg had hem steeds onbaatzuchtigo vriendschap betoond en hem menigen dienst bowe- zen, dien honderd anderen hein niet zouden verstrekt hebben. Zoo begaf zich dan de kapitein in het middaguur op weg, om zijn belofte te vervullen, eu toen hg het kabinet vau den bankier binnentrad, ontving Theodoor hem met de meeste vriendelijkheid. De bankier was eveneens opgestaan. Theodoor stelde zijn vriend voor, maar hij ontsteldie, toen hg in het bleeke gezicht zij us vaders zag. Ook den kapitein bevreemdde de strakke blik van den ouden heer; hij kon toch niet aauoemen, dat zijn bezoek bem onaangenaam zou zijn. Intusschen maakte die verstoorde uitdrukking weldra plaats voor een vriendelijken, welwillenden glimlach, en toen Gronau zat en een sigaar had aaugestoken, gevoelde hij zich bijzonder op zijn gemak. Theodoor maakt er u nset recht een verwijt van, dat gij hum niet al sedert lang opgezocht hebt, ving de bankier het gesprek aan, en er was wel iets opvallends in, dat hij daarbij zoo angstig vermeed, den blik van den kapitein te ontmoeten. Gg woont reeds sedert eeu jaar in de stad, en als niet het toeval eon ontraoeiing had uitgelokt, dan zou den wij ons waarschijnlijk nooit in het genoegen van uw bezoek verheugd hebben. Gij moet het mij niet euvel duiden, antwoordde de kapiteinik drong mij niet gaarne op Maar hoe kan daarvan onder vrienden sprake zijn zeido Theodoor verwijtend. Wordt vervolgd). gische, twee Niderlandsche en 6 Chineesche zende lingen werkzaam onder de leiding van een UisscHbp. In het geheel heeft liet seminarie van Scheutvtilu 90 Belgen en Nederlanders als zendelingen naftf-ChlHa gezonden. Uit het Westland wordt geschreven 't Is wel opmerkelijk, boe de laatste jaren zich kenmerkten door bijna voortdurend ongunstige zomers, terwijl daarentegen bet najaar fraai weer met zich brengt. Ook dit jaar is weer hetzelfde het geval. Dat de zomer ongunstig was, daar zullen we muar niet veel woorden over zoek makende schade is voor onze tuinders eu boeren ontzaglijk groot; het najaar evenwel heeft vooral voor do boeren nog heel wat goed gemaakt. Welk weer September ons bracht, is bekend; het héérlijke zonnetje en do droge dagen deden het weiland, o zoo goed en het vee had over vloed van voedsel. Ook November houdt zich uit stekend. Met de eerste koudo dagen hebben ver scheidene boeren reeds hun vee binnengehaald, doch nog tot op 'toogenblik is er nog veel vee buiten en dat is zeker voor den tijd van 'tjaar eene groote bijzonderheid. Dat 't den boeren welkom k, bij de schraalte en duurte van 'tbooixen den hoogen prijs van 't droge veevoeder, is begrijpelijk; 't maakt voor allen dan ook een kolossaal onderscheiduit eeu der grootste veeteelt-districten van ons land hoorden wg dezer dagen van een veehouder, wien 't fraaie weer in een paar weken minstens 16 koevoer of ongeveer 80 voer hooi voordeel had bezorgd, doordat hg zijne beesten zooveel langer buiten kon luten, of op stal met gras voederen. Niet alleen voor de veeteelt workt echter het weer gunstig; ook de land en tuinbouw profiteoren er van het winterkoren is prachtig opgekomen en staat er uitstekend bij(hier en daar heeft het evenwel veel geleden van de slak ken). De werkzaamheden in de tuinen kunnen ongestoord doorgaande producten voor 't volgende jaar (uien enz.) kunnen geen beter weertje krijgen, en waar goed doorgewerkt kan worden, is er voor do arbeiders nog een duitje te verdienen. Beeds nu zijn de timmerlui al druk in de weer met het bouwen Van druivenkassen, waarvan er zeker weer vorscheidene gezet worden. Ook in tien vorigen winter was dit het geval, doch de vorst had do menschen overvallen en daardoor waren vele kassen te laat gezet, zoodat de nieuwe over 't geheel dit jaar slechte uitkomsten hebben gegeven. (IV. Ct) Een inwoner van Poeldijk, L. K., tuinier aldaar, kreeg het op eeu avond in Sept. jl. te kwaad mot den veldwachter dier gemeente en voegde dezen, onder meer liefelijkheden toe //Ik zal morgen eens een boekje van je open doen bij den burge meester jij hebt drie jareu lang do gemeente be stolen, door mijn hond als kettinghond in rekening te brengen, in plaats van als losloopende, waardoor /elk jaar 60 centen >n je zak hebt gestoken. De behandeling der zaak gaf een onderling kijkje in de huishouding der gemeente Poeldijk. Do hon denbelasting mag daar met toestemming van don burgemeester aldus verklaarde de veldwachter aangegeven en geïnd worden door den veldwachter die daarvoor fooitjes ontvangt, odk al weer met toe stemming van den burgemeester. Een gevolg van die regeling schgnt geweest te zijn ecnig geknoei en naar aanleiding daarvau waren de verwijtende woorden gevallen. De beide wethouders der ge meente als getuigen gehoord, bevestigen do verkla ring van den veldwachter omtrent het fooieustelsel, dat zij zeer natuurlijk vonden en hetwelk dagteekende van vroegeren datum, toen in Poeldijk nog geen hulpkantoor voor de belasting was. Uit het getuigenverhoor bleek niets van de kwade trouw van den veldwachter. Het O. M. wees daarop iu zijn requisitoirkeurde sterk de genoemde re geling in zake de belasting af, doch verklaardo dat het een misbruik is dat in bijna allo 'plattelandsge meenten van ons land bestaat. De subst.-officier van justitie eischte 14 dagen gevangenisstraf. De verdediger mr. Van Stipriaan Luïscius betwistte dat het overtuigend bewijs was geleverd en verzocht den rechters, al ware ook het wettig bewijs geleverd, bekl. die algemeen geacht is in zijne gemeente, vrij spreken. Uitspraak over 8 dagen. De Engelsch-premier hield te Birmingham een gToote politieke rede, waarin hij verklaarde, dat de Regeering de vermeerdering van het aaDtal kleine landbezitters in de hand werkte, zelfs op kosten van den Staat. Een hervorming vau het Hoogerhuis achtte hg niet wenschulijk ora het gevaar voor een revolutie. Engelands macht hing af van zijn bui- te nlandsche bezittingen. Ierland prijs te geven ware een teeken van zwakheid, dat terstond den afval van de koloniën zou tengevolge hebl^on. De Fransche Senaat heeft het eerste artikel vau het ontwerp betreffende de toltarieven aangenomen en is daarna overgegaan tot de behandeling der tabel len in hare onderdeden. Bij den post //gezouten vleesch", verwierp de Se naat het minimum-tarief van 25 fr., door de regee ring voorgesteld, en evenzeer het maximum-tarief. De Tempssprekende van het thans geëindigde proces tegen deu aartsbisschop van Aix, zegt dat de regeering kwalijk de door dezen gebezigde woorden aan hot adres vau deu miuister van justitie en eere- dienst onvervolgd kon laten. Uit eeu staatkundig oogpunt kan men vragen, of de regeering niet beter gedatin had, vau haar recht geen gebruik te maken en de zaak met zwijgende minachting te bejegenen, gelijk men dikwijls in het particuliere leven doet, als men te doen heeft met zekere lieden, die de eerste regelen fjer betamelijkheid uit het oog verliezen. Doch het recht der regeering is onbetwistbaar. Ondersteld dat zij in dit geval had mogen nalaten gebruik te raakeu van haar recht, dan zouden de houding en het gedrag vau den aartsbisschop eu van zijue ver dedigers niettemin de onpartijdige lieden aan de zijde der regeering gebracht hebben. Immers, de prelaat en zijne verdedigers hebben op al te rumoerige wijze getoond, dat zij eene vervolging wenschin. Indien men gelooven kan, wat de Gaulois mededeelt, die het van den aartsbisschop zelf langs vertrouwelijken weg moet vernomen hebben, dan zou de onstuimige priester het er op toegelegd hebben ora een beetje cachotstraf te ontvangen. Geen ware martelaar zonder gevan genzetting. Helaasdeze troost is hem ontgaan. Eene eenvoudige boete van 3000 fr. is al wat zijue strenge r cliters geoordeeld hebben dat hem toekwam. Hij moet zich dus tevreden stellen met die middel matige en alledaagsche eerekroon. Het algemeen ge- zon J versland kan zich dus voldaan rekeneu, en er is veel «goedo wil" en hartstocht noodig om die lichte straf, welke een eenvoudig roepen tot do orde is, voor te stelleu als eene satanische vervolging tegen den godsdienst. De iujaro heeft eeue inschrijviug geopend tot be strijding der boete en proceskosten, waartoe de aarts bisschop is veroordeeld. De boete, zegt het blad, is 3000 fr. en 2000 fr. zijn noodig voor de proces kosten. Do armen in het diocees Aix mogen hier onder niet lijden. Wij vragen dus 5000 fr., en houden ons overiuigd dat die som spoedig bijeen zal zijn. Het blad zelf heeft voor 500 fr. ingeschreven. Iu het Westersch werelddeel legt men militanten bisschoppen, die zich boven de wet en den wetge ver beproeven te plaatsen, betrekkelijk lichte straffen in den vorm van geldboeten op, in het Hemelsch ryk inaukt men kortere metten,piet de belijders van tien christelgkeu godsdienst, die in hun ijver de perken der verdraagzaamheid te buiten gaan. Wil men de Chineezeu gelooven, dan zijn de onverdraag zaamheid en het fanatisme der Ghristen-zendeliugen voor een voornaam deel schuld aau de voortdurende troebelen. Opnieuw wordt uit China over vreeselijke moord - tooneelen bericht. Iu het Noorden van het land hebben goed gewapende mannen een gebed district tot eeu woestenij gemaakt. Zij plunderden de Bel gische missies te Takou en Sauchi en staken daarna alles in brand. Meer dan i00 raen9chen, die het Christelijk geloof beleden, werden gedood. Do plaat selijke gouverneurs stellen Mongoolsche roovers voor deze gruweldaden verantwoordelijk. Er zijn troepen naar die streken gezonden. Niets is bekend omtrent het aantal Europeesche slachtoffers. Een Engelsch correspondent had een onderhoud met Li Hu Chang, dieu hij als een man van bijna zeventig jaar met een edel uiterlijk beschrijft. De onderkoning deed deu reporter allerlei vragen over de gevo*elen8 iu Europa tegenover Chiua en wilde weten, hoe de Europeesche mogendheden oordeelen over do jongste wanordelijkheden iu het Hemelsche rijk. Dat deze uitgebroken waren schreef hij alleen toe aan de onbezonnen, brutale bekeeringszucht der Fransche zendelingen. De overdreven godsdienstijver der zendelingen, door de inboorlingen als bemoeizieke handelingen veroordeeld, gaven benden onbezoldigde soldaten eeu gewenscht voorwendsel wanorde te stich ten, teneinde te kunnen veokten. //Zij willen oorlog zeide Li Hung Chang, opdat zij hun zakken met geplunderde goederen kunnon vullen, maar het zal huu niet gelukken." Volgens zgn verzekering had hij strikte bevelen aan de hoofdeu der provinciën gegeven om wanorde lijkheden te voorkomen en vreemdelingen te bescher men tegen beloedigingen en gewelddaden. Hij droeg zijn bezoeker op namens zijn regeering aan het Eu- gelsche volk te verklaren dat China ten opzichte van vredelievende vreemdelingen, die een wettig bestaan en hun belangen in Het Hemelsche rijk hebben, altijd welwilleudo gevoelens koestert en dat zij zich ver zekerd kunnen houden van het ernstige voornemen der Chineesche regeering om de orde te handhaven. Gelijke verklaringen had de onder-koning aan lord Salisbury getelegrapheerd. Omtrent do Engelschen verklaarde Li Hung Chang dat zij, wel is waar niet altijd overbeleefd, oprecht en eerlijk waren eu meenen wat «ij zeggen. De Britten beschouwt China als zijn natuurlijke boudge- nooten tegeuover de aaumatigiug van Busland. In den verderen loop van het ouderhoud meende de Chineesche onder-koning, sprekend over interna tionale aangelegenheden, dat onder de bestaande omstandigheden een inval van Rusland in China niet mogelijk was. Alle berichten, in Europa ver spreid over eeu toekomstige revolutie in China noemde hg onzin. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Mijn beweren als zou der liberalen moed ontbre ken schijnt de harten dier heeren getroffen te heb ben. Nu dat kan ik mij voorstellen. Met het oog op 't ontslag van Dr. Smit te Apeldoorn, het geval met den gasstoker Vervoestte Amsterdam, het passoeren van den onderwijzer Teunissen ook te Arasterdam, het weigeren van do Zaal der Sociëteit „Ons Ge noegen," hebben die heeren het recht mijn beschul diging onwaar te noemen. Ik wil dan ook amende honorable (loon, en getuige de aangehaalde feiten, hier* de bekentenis afleggen dat de moed der libe ralen zelfs zeer groot is. En nu de heer Stavenisse de Brauw. Bijzonder eerlijk vind ik uw bekentenis, dat gij van die zaken welke thans de vragen van den (lag zijn geen studie hebt gemaakt en bij gevolg niets afweet, maar clan wil ik u een raad geven. Be studeer ze in 't vervolg, misschien komt het U nog te pas. U beweert in uw critiek van het door ons ver spreide strooibiljet dat wij gezegd hebben t volk moet opgezet worden tegen onderdrukkers eu uit zuigers", maar nu moet ik U zeggen, dat U te vluchtig gelezen hebt. Wij beweerden, eD houden staande, (lat de kiezers (natuurlijk 't gros) door de heereu kamerleden bij den neus genomen worden wijl deze laatste alleen de belangen der kapitalisten en bourgois behartigen, om die der //kleine luijden" te vergeten. Ons oordeel over de spoorwegwet gronden wij op de uitspraak van den volgens ons tot oordeelen vol komen bevoegden (volgons U toch zeker ook wel afgevaardigden van Kerkwijk (zie slaatsbrieven van Houten 2e reeks Gij zegt dat het beweren omtrent hot weigeren vau «Ons Genoegen" niet bewezen is, gaarne ben ik bereid U en een ieder die wil inzage te geven der correspondentie gevoerd tusschen het bestuur der Sociëteit en mij, en dan zal U met ons de voorwendsels, waaronder ons die zaal geweigerd werd, leugenachtig noemen. Als wij volgons U, van den heer van der Breggen gelogen hebben, dan is dat te wijten aan de aan beveling van den candidaat door den heer Enno van Gelder. Want wat in ironisehen vorm omtrent den heer v. d. Breggeu gezegd is, hebben wij ont leend aan 't verslag van de vergadering van //Bur gerplicht." Zeer naif en wel eenigszins iu tegenspraak met de in 't begin van dit stuk aangehaalde feiten is uw opmerkiug „Nu een geest van verbroedering (nog maar sporadisch dat weet ik wel gevaren is in hen, die door het lot hooger geplaatst zijn." Die volgens een pas aanwezige eu z;ch maar sporadisch aantoouende verbroedering vertoont zich anders aan het volk op een zonderlingo wijze. Geloof mijnheer de Brauw, wanneer U de moeite naarat, om met, het eigentlijke volk in aanraking te komen, dan zoudt U bemerken, dat het volk in plaats van te gelooven aan uw „verbroedering" veeleer gelooft aan broedermoord, dio oorzaak is van al hun ellende. U dankende voor de plaatsruimte Mijnheer do Redacteur UEd. dw. W. F. CARRIÈRE Do cursiveering is van ons. BURGEMEESTER on WETHOUDERS van Gouda, brengen ingevolge art. 5 der Wet van 28 Augustus L88I (Staatsblad no. 97) ter openbare kennis: dat bij hen is ingekomen van de navolgende persoon een verzoekschrift waarbij vergunning wordt gèvraagd om in de bij zijn tlaam vermelde loca- liteit sterken drank in het klein te mogen verkoo- pen, als Naam van den Verzoeker, \anduiding der lokaliteit. W. Ham, Oost-Haven B No. 112. Gouda, den 27 November 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris BROUWER.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2