Bultenlandsch Overzicht.
ongelukkige fisscher een besluit om te tnohten zich
OB lijn kind te redden.
Hij plaatste het knaapje op zgne schouders eu
schrijlings op eene plank gezeten, zwom hij in do
richting van het kustlicht van Strgen.
Met bovenmenschelgke inspanning gelukte het hem,
zich drijvende te houden en langzaam den veiligen
oever te bereiken.
Ten 7Vs ure voelde de koene zeeman grond onder
de voeten en was gered.
Afgemat en verkleumd van koude, werden de arme
schipbreukelingen te Strijen op menschlievende wgze
verpleegd by den beurtschipper De Graag aldaar
en konden zij nog denzelfden dag naar Bergen-op-
Zoom terugkeeren.
De vreugde van hel talrijk gezin van den visscher,
bestaande uit vrouw en 10 kinderen, laat zich niet
beschrijven. Dankbaar voor de redding van zich-
zelven en zgn kind, is de man troosteloos over het
verlies van zijn vaartuig, waarmede hg op eerlijke
wijze in de behoeften voor zich en de zguen voorzag.
Stateil-Generaal. Tweede Kamer. Zitting
van Woensdag 9 December 1891.
De begrooting van Justitie (hoofdstuk IV) is af
gehandeld.
Schoon verscheiden replieken volgdon en een enkel
nieuw spreker optrad, kon de tweede rede van den
minister aanmerkelijk korter zijn uan de eerste. De
voornaamste zaken waren 1. de scheiding van kerk
en staat, waarover do heeren Noordtzg en Keucbenius
hun theorieën verkondigdendie alle practisch
belang misten en waaraan de minister zich dan ook
ten slotte, op raad van den heer Van der Kaay,
wijsolgk onttrok; 2. het notariaat, waarover de
heeren Bevers, De Kanter en Clerx spraken in den geest
van geleidelijke verbetering van den toestand der
titularissen, zonder op geheele hervorming der in
stelling aan te dringen.
Een bgzonder punt besprak nog de radicale afge
vaardigde, de heer Tgdens, die zich verplicht achtte
zich tot echo te maken van de Amsterdamsche mee
ting, die op het begenadigen van Geel aandrong.
De belangen van een interessanten gevangenen te
bepleiten staat iedereen vrij, maar waar de spreker
verder ging en vroeg, of de Minister de voorwaar
delijke invrijheidstelling van Geel in den Minister
raad zou aanhangig maken of aan de Regentes zou
voorstellen, weigerde de Minister, meer streng con
stitutioneel dan zijn voorganger, elk antwoord.
Bij de artikelen werden slechts enkele zaken aan
geroerd, waaronder de vermakelgke schildering der
conversaties tusschen do logés van de gevangenis te
Nieuw er-Arastel door den heer Rutgers de Kamer
eenige aangename oogenblikken verschafte, maar de
Regeering voor een lastig vraagstuk stelde en het
talentvolle pleidooi voor hooger bezoldiging van de
leden der rechterlijke colleges in groote steden door
den heer Levy den bedachtzamen en zuinigen Min.
een herhaald ondubbelzinnig principüs obsta ontlokte.
De begrooting werd spoedig afgehandeld, terwijl in
't voorbijgaan 't wetje tcft verlenging der enquête
tot 1 Oct. werd aangenomen. Hierbij verklaarde
de Minister in antwoord aan den heer Zaager, dat
hij zeer ^genegen was een enquête ook omtrent den
veldarbeid in. te stellen, maar deze taak om verschil
lende redenen niet aan de taak van deze commissie
had vastgekoppeld.
Hoofdstuk V (Binnenl. Zaken) gaf den heer Zijp
Dwaasheidwij hebben immers de papie-f
ren nog.
Bob ging in het kabinet terug en rolde den stoel
weer voor de schrijftafel.
Let nu wel op, wat ik u zeg, zoide hij, zon
der zich aan de woedende blikken van zijn offer te
storen
Wij hadden je de papieren voor veertigduizend
guldeu aangeboden, en als je daarmede tevreden was
geweest, hadt ge een goeden ruil gedaan; want ze
zijn je veel meer waurd. Maar ge dacht met dom
koppen te doen te hebber., die een schooljongen
bedriegen kan. Dat was een vergissing, waarvoor
je thans moet boeten. Een betaling, in mindering
van rekening hebbon wij gehaald, en je moest je
schamen, dat wij zoo weinig vonden. Schande is
het, zoo weinig in kas te hebben! Het is belache
lijk! De papieren behouden wij, vergeet dat niet!
Wanneer je een aanklacht indient en een van ons
door je toedoeD gearresteerd wordt, dan geven wij
de papiertjes aan den officier van justitie; daar kan
je op rekenen.
Of aan den eigenaar, zeide de «docter". Die
zal kort proces met je maken, en al gaan wij ook
weder in de gevangenis, van het geld zie je geen
duit terug.
Neen, waarachtig nietvervolgde Bob. Zoo
dom «ijn we niet; wat wij eenmaal hebben, dat
houden wij vast. Je bereikt dus door een aanklacht
nietsintegendeel je brengt daardoor je zeiven in
aanleiding tot een warm pleidooi voor de afschaffing
der weeg- ep wikloonen in de Noord-Hollandsche
steden.
In de avond-vergadering zgn eenige algemeene
beginselen dit hoofdstuk betreffende, door verschil
lende sprekers met veel talent besproken.
De heeren Houwing en W. de Beaufort wezen op
de noodzakelijkheid eener spoedige regeling der
gemeonte-finanoiën, door hen als van meer dringeu-
den aard beschouwd dan eene regeling van het kies
recht. Die regeling der gem een ie-fiuanciëu zou ech
ter niet het karakter van bedeeling moeten hebben,
doch behooren te bestaan in eene grondige wijziging
van het geheele stolsel oratrem de verhouding tus-
schen de rijks- en gemeentefinanciëu.
Eenigszins hiermede in verband verdedigde de heer
Roëll de algemeene stelling, dat het niet wenache-
lijk is telkens posten op de begroeting te breugen
zonder dat het onderwerp bg de wet is geregeld.
Werd dit goede beginsel te zeer uit het oog verlo
ren, dan vreesde hij dat de aandrang op de Regee
ring tot uitzetting der uitgaven te zeer zal toenemen
zonder dat de Minister voldoende gewapend ia om er
paal cn perk aan to stellen.
Zeker verdienen deze beschouwingen ernstige over
weging, hoewel toch niet kan wordon tegengesproken
dat het bevorderen eener nuttige zauk als het ambachts-
onderwijs niet steeds kan wachten op eoae voorafgaan
de wettelijke regeling, waaruit dan de begrootings-
post moet voortvloeien. Het trok veler aandacht, dat
de heer Roëll op eene spoedige regeling van het
kiesrecht aandroug, en daarbg eene andere regeling
wenschte van het kiesrecht voor de gemeenteraden
dan voor do algemeene vertegenwoordiging.
Zich in zekere opzichten bg deze beschouwingen
aansluitende, verdedigde de heer Sanders het nemen
eener proef met het proportioneele stelsel voor de
gemeeuteradon, waarbij natuurlijk het stelsel van
enkelvoudige districten in het belang eener ver
tegenwoordiging van minderheden niet kan worden
toegepast.
Heden is de Minister aan het woord.
Henry Tiudal hoeft eenige opmerkingen het licht
doen zien naar aanleiding van de Begrooting van
Oorlog. Daarin zegt hij over de quaestie van het
duel bet volgende
Van groot gewicht acht ik de duelquaestio, die in
de stukken ter sprake wordt gebracht.
Wij hebben hier te doen met een zeer ernstig feit.
Ons nieuwe wetboek van strafrecht stelt het twee
gevecht strafbaar, nochtans schijnen er in het leger
gebruiken te big ven heerscheii, die daarmede geheel
in strijd zijn.
Een hoofdofficier verklaart dat als een jong officier
na een hem aangedane beleedigiug niets bad ge
daan'', de hoofdofficier zich genoodzaakt zou hebben
gezien hem voor een Raad van Onderzoek te roepen.
Voor diengene, die niet op de hoogte is van duel-
quaesties eu de daarbij gebruikelijke terminologie,
dient het volgende
Volgens dezen hoofdofficier moest do jonge man
zijn beleediger «voldoening" vragen voor de hem
aangedane beleediging. Deze «voldoening" kan be
staan in excuses, door den beleediger te maken in
termen, waarmede de beleedigde grnoegen neemt, of
wel in een tweegevecht.
Deze hoofdofficier eisclite dus van een zijner onder
hebbende officieren, dat hij zijn beleediger tot een
de gevangenis, eu voor zulke fijne aristokrateuhanden
is het wolspiunou geen aangename arbeid. Nu weet
je, hoe de zaken staan bega dus geen dwaasheid
zij zou jo duur te staan komen
Zullen wij hora losbinden? vroeg Kallor.
't Is beter dat wij dit aan anderen overlaten
hij heeft dan den tijd, om kalm na te denken. Vaar
wel, mijnheer Romberg, tol ziens
De bankier hoorde, dat ze heengingen en do
deuren achter zich sloten niet bij machte om bewe
ging te maken of een geluid te doen veruemen, zat
hij voor dö schrijftafel, waarop de dieven den inhou4
der laden Iffirtdeu opgestapeld. Hij moest over de laatato
woorden der dieven nadenken en het verhoogde zijn
woede, dat h<j zich niet kon wreken.
Wanneer hij hen vervolgde, clan was hij ook ver
loren. Het wapen, dat zij tegen hem bezaten was
verschrikkelijk in dien strijd moest hij bet niet wagen,
zich met Ren te meten.
Het was maar goed, dal^zij niet meer gevonden
hadden Maar het verMÉjË^toLroot hom toch hij
zou er zich zelfs over heenwebuen gezet, als de dieven
hem maar do papieren haddeu achtergelaten Maar
jnist uw had hij behoefte aan contantenDoch kon
hij deze inbraak zich niet ten nutte maken
Als een bliksemstroaal ging die gedachte door zijn
goest
Stond hij voor een faillissement, dan kon een ge
deelte der schuld aan de inbraak worden geweten.
Wel wist de kassier, dat de kas slechts achtdui-
tweegevecht zou uitdagen, indien de beleediger hem
geeu voldoende excuses wilde uanbiedou.
Ziedaar de uitlegging van hetgeon men hier be
doelt met «iets doen."
Het uitdagen tot een tweegevecht i« volgens het
weiboek van strafrecht eene strafbare daad. Geheel
afgezien dus van het duel dat heeft plaats gehad
erkent de hoofdofficier geëischt te hebben, dat een
zguer onderhebbende officieren eene strafbare daad
zou plegen. Wilde het jonge meusch dit niet doen,
dan verzekert zijn chef, dat hij hera voor een Raad
van Onderzoek zou hebben gel rokken. In dit geval
liep de officier kans, dat men hem zonder meer uit
het leger zou ontslaan.
Het niet willen uitvoeren van eene straf bare daad
zou dus misschien het jonge monsch zijne betrek
king hebben gekost, hom wellicht broodeloos hebbeu
gemaakt.
De vraag is nu, mag men dergelijke toestanden
laten voortbestaan
Om deze toestanden te vergoeieltfken, spreekt men
over de eer van het leger. Mg dunk, als zóó iets
raogelgk is, moest men eerder van de schande van
hot leger spreken.
Hoo, in onzen tijd wordt een jongmensch, die nog
wel als officier een bijzouderen eed heeft gedaan van
gehoorzaamheid aan de wet, met do zwaarste straf
bedreigd, indien hg niet wil handelen tegen de wet I
En over een dergelijk feit wordt kalm, lang en breed
geredeneerd, als of hR doodnatuurlijk ware
Ik kan niet begrijpen dat, nu hot geval ter kennis
is gebracht van de Staten-Generaal, niet onmiddel
lijk wordt geëischt, dat aan derszelgke ongezonde
toestanden zonder verwijl en met kracht eeu einde
worde gemaakt.
Er zgn zelfs Kamerleden die voorstellen voor der
gelijke gevallen een «Ebreurath" te benoemen. Het
is niet aan te nemen dat deze heeren over hun
voorstal hebben nagedacht. Misschien zgn zg niet
geheel op de hoogte wat een «Ehrenrath", zooals zg
voorstellen, eigenlijk is.
Zij stellen met andere woorden voor, door een
raad te doen uitmaken of iemand verplicht is eene
strafbare daad te plegen.
Kan het onzinniger
Het volk dat steeds eerbied aan de wet wordt
voorgehouden, zal dit lezendo wel een vreemd denk
beeld krijgen van de eerbied die eukele Kamerleden
toouen voor de wet te hebben.
Nu de Nederlandsche strafwetten het tweegevecht
strafbaar stellen, is geen middenweg meer opeu.
Het duel is zoowel in als buiten het leger ver
boden.
Elk militair chef is verplicht zijn mindere voor te
houden, dal iemand die een eed heelt gedaan van
gehoorzaamheid aan de wet, nog veel minder dan
elk ander staatsburger opzettelijk mag handelen tegen
die wet.
tien chef die niet in dezen geest handelt onder
mijnt het gezag van de wet en van de krijgstucht,
en is alzoo ten eenenrnale ongeschikt om eenig be
vel te voeren.
Naar aanleiding van deze duelquaestio weuscb ik
eeu paar woorden te wijden aan de middeleeuwsche
inrichting van de zoogenaamde Raden van Onderzoek.
Het voortbestaan van deze raden in onzen tijd be
hoort ook tot een der vele raadselen van onze mili
taire roohuplegiog.
Ken Raad van Onderzoek ia eene Jury, die bijv.
zend gulden bevatte, en een zoo onbeduidend verlies
kou immers onmogelijk den val eener groote firma
te weeg brengen
Maar de gedachte was nu eenmaal tot rijpheid
gekomen, eu Romberg bleef er bij; zij kon hem
wellicht tot voordeel strekken.
Een pijnlijk uur was verloopen; het sloeg één uur
op de pendule; het dienstpersoneel moest reeds lang
te bed ziju.
Het was verschrikkelijk, te moeten aannemen, dat
die kwellende toestand tot den morgen zou duren.
Hij trachtte nogmaals, door inspanning van al zijne
krachten een arm te bevrijden, maar het gelukte hem
niet; het touw maakto nog slechts oen diepere snede.
Daar vernam hij buiten voetstappen.
Kwamen de dieven terug, om ook de effecten te
halen
De deur werd geopend.
Kan ik naar bed gaan, mijnheer, of hebt u
nog orders voor mij? vroeg een stem.
De bankier was verrasthg had de stom van zgn
bediende herkend. Maar hij kon niet antwoorden,
zich niet eons door een teeken verstaanbaar maken.
Zag de bediende de touwen dan niet
In hef eerste oogenblik had hg ze zeker niet be
merkt; hij meende, dat de oude heer was ingeslapen;
maar toen hij naderbij trad, uitte hij een kreet van
ontsteltenis.
Wordt vervolgd.')
in dit geval zou hebben moeten uit maken, of het
weigeren om eene strafbare daad te plegen in strijd
zou zijn met do waardigheid van den officiersrang.
Aan een dergelijke raad worden de volgende vra
gen voorgelegd I
1. Is de aangeklaagde schuldig aan hetgeen hem
ten laste wordt golegd
en indien de beslissing daarop bevestigend is,
2. moot de beschuldigde dienvolgens uit den
dienst worden ontslagen terwijl, bg de toestemmende
beantwoording dezer vraag, nog de vraag wordt ge
daan zgn er verzachtende omstandigheden aanwezig?
De stemming geschiedt mei ongeteekende, dicht
gevouwen briefjes, die enkel de woorden «ja" of
«neen" mogen bevatten. Deze briefjes worden in
een bus gestoken en dadelijk na het opnemen der
steramen door den Voorzitter zelf vernietigd.
Men ziet, het is eeu soort van Veemgerecht.
Alleen de persoon lyke opvatting van de leden van
den Raad, «of iets al of niet in strijd is met de
waardigheid van officier," geeft den doorslag.
De zaak zelve is zóó dwaas, dat eigenlijk elke
•bespreking wel overbodig moet lijkon.
Wordt aan mij en vele anderen met mij deze
vraag gesteld, dan zouden wij o. a. zeker zeggen,
dat het tegen de waardigheid van elk fatsoenlijk
man, dus ook van een officier, strijdt, iets te zeggen
dat onwaar is.
Elk officier die dus in eene Sociëteit of Koffiehuis
eene onwaarheid zeide. zou meu voor oen Raad van
Onderzoek kunnen trekken en wellicht moeten ont-
sluan.
Het is vreemd, dat men alleen voor «officieren"
Raden van Onderzoek heeft noodzakelijk geacht om
de waardigheid van deze rang op te houden, tn dat
men geen behoefte heeft gevoeld dit ook voor andere
ambtenaren te doen, bijv. voor die van de Rechterlijke
Macht.
Ik overdrijf toch zeker niet, als ik zeg, dat deze
ambtenaren evengoed hun waardigheid hebben op te
houden als een officier.
Een Rechtbank die op deze wijze recht spreekt
geheel naar de persoonlijke opvatting van de leden,
met geheime stemming over een zeer rekbaar ge
voelen, behoort werkelijk niet meer thuis op het einde
van de negentiende eeuw.
Deze Raden dienen hoe eerder hoe liever te ver
dwijnen, zij zijn een schande voor onzen tijd.
In het Maandblad tegen de vervalsching critiseert
de redacteur, dr. F. P. ran Hamel Roos, de opmer
kingen, in de zitting van den Haagschen gemeente
raad van 27 October jl., door dr. J. Th. Mouton
gemaakt, tot bestrijding van bet denkbeeld dor op
richting vau een bureau van gemeentewege, waar
iedereen tegen geringen prijs eon onderzoek van
levensmiddelen kan erlangen. Dat zij die op der
gelijk onderzoek prijs stellen, dit uit eigen beurs
bekostigen, noemt het Maandblad volkomen juist, op
groud ook van eigen ervaring; docb daarom behoeft
meu zich nog niet tegen eeu stedelijk bureau te
verzetten. Behalve dat niet ieder er een «eigen
beurs" voor do betaling van uit den aard der zaak
tijdroovende en daardoor kostbare expertises op na
boudt, mag worden gevrnagdMoeten wij, behalve
door onze gewone belasting, nog extra betalen voor
de bescherming door politie en justitie tegen diefstal
er» aanvallen op onze veiligheid? En is vervolschiug,
hetzij mot "schadelijke of onschadelijke stoffen, wel
als iets anders te beschouwen? Gesteld eens oven-
wel, dat meu uit een financieel oogpunt toe zoude
geven, dat het systeem van gratis-inzending van
monsters door iedereen, te kostbaar en omslachtig
voor vele gemeenten zoude zijn, en zelfs aannemende,
dat dit eeu onnoodige bevoordeeling zoude zijn voor
gegoede personen, dan nog blijft eeu officieele keuring
als politiemaatregel hoogst noodzakelijk. In dat
geval zouden de ambtenaren zich bepalen tot een
behoorlijke iuspectio der winkels en ook, op speciale
aanwijzing vau particulieren, hunne bijzoudere aan
dacht aan een of ander verdacht artikel kunnen
wijden.
De bewering van dr. Mouton, dat sommige arti
kelen wel vorvalscht worden, doch niet schadelijk
zijn, torwijl de prijs veelal in overeenstemming is
inut hunne waarde, zoodat meu niet in de beurs
getroffen wordt, noemt het Maandblad volkomen
onjuist in zeer vele gevallen, daar wel degelijk vele
artikelen onder een verkeerden naam verkocht wor
den. Er werden b. v. zeer vele monsters chocolade
onderzocht met verschillende suiker- en moelgehal-
ten tegen nagenoeg dezelfde prijzen, verder zeep en
soda met vreemde bijmengingen, eveneens tegen
dezelfde prijzen of, in ieder geval niet evenredig aan
de waarde.
«Het is dringend noodzakelijk, schrijft het Maand
blad, dat eens eindelijk in ons land een behoorlijk
politie-toezicht uitgeoefeud worde op levensmiddelen
en handelsartikelen. Wij hebben nu onlangs weer
ondervonden, dat zonder officieele hulp, het particu
lier initiatief ter ontmaskering der vervalschingen
schier onroogelyk wordt. Toen wij nl. bij het nemen
van monsters soda, die wy zeker wisten vervalscht
te zijn, om officieele hulp der politie vroegen, werd
ons deze kortweg geweigerd; zoodat wij genoodzaak|
zouden zijn tot zeer omslachtige monsterneming met
getuigen over te gaan, waardoor de verkoopers der
vervalschte waren, argwaan krijgende, natuurlijk ook
aanwezige ouvervaïschte waar zouden geven, zoodat
aldus het doel geheel gemist zoude wordeu. Daarom
vragen wij vóór alles officieele wettelijke regeling en
streng politietoezicht, gepaard met wetenschappelijke
keuring. Wat zal t een geld kpsten hooren wij
roepen. Ja maar, waar zoo menigmaal geld onnut
besteed werd, raag waarlijk wel geen tegenspraak
zijn, indien 't, zooals hier, inderdaad groote volks
belangen geldt
«Ouzo regeering heeft in haar antwoord aan de
Tweede Kamer nadrukkelijk verklaard, bare aandacht
aan de levensmiddelen-keuring te zullen schenken,
wij vertrouwen dus met grond, dat wij nu spoedig
in het bezit van een behoorlijke regeling van dit
zoo gewichtig vraagstuk zullen geraken."
Meer eerlijk dan vleiend.
O, dominé ik ben altijd zoo big, als ik op 't briefje
zie, dat u preekt." «Wel, vrouwtje dat vind ik
hetl goed. Ën waarom zijt ge juist zoo blij, als ik
eene preekbeurt heb Wel, dominé omdat ik dan
altijd in de kerk zoo gemakkelijk eene plaats kan
krijgen."
In de Volksstem van Pretoria staat de volgende
advertentie
Kans voor een onderwijzer in het Hollandsch op
eene eerste private school. De onderwijzer moet
een getuigschrift hebben als een eerlijk man en hij
moet geeu sterken drank misbruiken. Voedsel vol
gens ons Boeren, dagelijks gebruiken. De onderge-
teekeude vraagt een zedig man van goed gedrag,
eeu persoon die zgne kinderen in de school Gods
dienstig opkweekt. De onderwijzer moet een alleen-
loopend persoon wezen en moet ook een getuigschrift
hebben dat bekwaam is voor onderwijzer. De appli
cant moet wel bedonken dat een eisch voor hoog
salaris zijn kans vermindert om goplaatst te worden
Antwo rden worden ingewacht voor of den laatsten
van November 1891. Verlangd salaris in applicatie
op te geven. J. P. NEL.
Mooiffontein P. K. Begenderlijn. M. W. Stroom
Z. A. R.
Door de Kamers vau Koophandel en Fabrieken
te Enschede, Almeloo, Oldenzaal, Goor en Rijsen is
aan H. M. do Regentes een zeer breedvoerig adres
gericht met de bczwuren tegen het reeds zooveel
bosprokeu en gisteren ook weer in de Kamer behan
delde K. B. van Jö Juli 1881, De conclusie van
dit stuk luidt als volgt:
Het is deze overtuiging, die adrosseerende Kamer
vat» Koophandel en Fabrieken heeft doen besluiten,
tot Uwe Majesteit het ourbiedig doch ernstig ver
zoek to richten, het Kon. besluit van 15 Juli 1891,
in te trokken tot uitvoering van art. 4 der arbeids
wet een nieuw besluit uit te vaardigen, gegrond
op de regeling van die soorten van arbeid, die voor
vrouwen of persouon beneden de 16 jaren speciaal
meerder gevaar opleveren dan voor volwassen man
nelijke arbeiders
bij dit besluit duidelijk te oraschryven, wat men
wenscht te beperken of te verbiedon, zoodat ook de
werklieden en ile workgevers daarin eene voor hen
begrijpelijke aanwijzing vinden
voor berechting van verschillen, een beroep in te
stellen op een onpartijdig rechter, zooals dit bij de
EngóUcho wet op de eenvoudigste wijze is geregeld;
dil besluit te doen uitgaan van het ministerie van
Waterstaat, Handel en Nijverheid en dit departe
ment ook voortdurend met alle belaugen, de Nijver
heid betreffende, te belasten en eindelijk voorstellen
te doen om de wet van 28 Mei 1859 aan te vullen,
indien het noodig geacht wordt, ook toestellen die
ender druk werken en tevens vloeistoffen bevatten,
onder toezicht te stellen.
De tyd is natuurlijk nog te kort om nu reeds een
behoorlijk oordeel te kunnen verwachten over de
nieuwe handelsverdragen van Duitschland, Oostenrijk
en Italië. Toch zijn de meeste Oosten rij ksche bladen
reeds vol van lof, de officieuse, zooals het Fremden-
blatt en de Presse aan de spits. Of men daaruit de
gevolgtrekking moot maken, dat het verdrag voor
Oostenrijk voordeeliger is dan voor Duitschland, we
ten wij niet. In elk geval is de ingenomenheid in
Duitschland niet zoo groot. Het meest wordt de
Regeeriug hier geprezen door de vrijzinnigen, maar
op die eigenaardige manier, waarop die lieden dst
na het vertrek van Bismarck gewoon zgnzij loven
alles omdat hun blijdschap over het vertrek van den
ouden nog niet heeft uitgewerkt eu in de bijge'oo-
vige overtuiging dat nu alles -oed moet en zal wor
den. Dit is het begin van het betere, zegt de Freis.
Zeit., een verdere wijziging van het Duitsche tolta
rief zal volgen. De hoog-conscrvatieven verklareu
zich tegen het tractaat omdat, zooals de Kreuzzeit.
zegt, thans de deur is open gezet voor het vrijhan
delsstelsel. Indien deze heeren geen ander bezwaar
hebben, kunnen zij waarlijk wel vrede hebben met
het nieuwe werk. De gematigde conservatieven zijn
voor de goedkeuring van de verdragen, omdat zg
hun blijkbaar zijn meegevallen. De Post raadt cp
tactische gronden voor de handelsverdragen te stem
men. Anders, zegt het blad, zou fcet ongenoegen
der kiezers worden gewekt eu zouden andere partijen
naar de zijde der Regeeriug gedreven worden.
Zonder het nieuwe verbond met Napoleon's berucht
continentaal stelsel te vergelken, noemt de Times de
overeenkomst der Middeu-Europeesche staten een
opmerkelijk bewijs van lord Salisbury opmerkiug in
zijne Novemberrede, dat de internationale vijandschap
en naijver in deze dagen worden uitgevochten op
handelsgebied. Tevens is het een belangrijke stap
tot versterking en uitbreiding der Triple Alliantie.
«Williclit zou men, morkt bet Cityblad op, niet te
ver gaan, te zeggen, dot de voltooiing der staatkunde
die tot grondslag strekt voor dezo verdragen en
andere overeenkomsten met een zelfde doel, minstons
even belangrijk is als de betooging van Cronstadt.
Reeds langen tijd werden de plannen er toe overwo
gen maar door de toeuadering tusschen Frankrijk en
Rusland is de uitvoering verhaast. Het drievoudig
verbond heeft zijne gelederen gesloten, heeft zich
achter nieuwe bolwerken verschanst en heeft getracht
geheel Midden-Europu van de Middellandsche Zee
tot de Russische grens, en van de Noordzee tot den
Balkan, samen te smeden tot een bond, die wel op
commercieeleu groüd staat, maar niet zonder politieke
bedoelingen is."
De onmiddellijke gevolgou zullen volgens de Times
zijn, dat het drievoudig verbond versterkt wordt en
dat aan alle mogendheden, die zich bg de nieuwe
overeenkomst Hansluiteu, bijzonder belang zal worden
gegeven bij de handhaving van hot «status quo".
I rank rijk zal, hoewel in naam volgens het tractaat
van Frankfort de voordeelen der meest begunstigde
natio genietende, feitelijk worden buitengesloten.
Dit is niet meer dan het om zijn uitsluitende politiek
verdient, maar dit zal niet bijdragen om zijne goede
gezindheid jegens Italië, in den laatsten tijd toch
reeds sterk verminderd, te verbeteren. Het belang
rijkst zullen intusschen zijn de toestand in Italië en
de aanstaande strijd tusschen beschermiug en vrijen
handel in Duitschland.
De Londeusche Standard ziet in de verdragen oena
overwinning van den vrijen hnndel. Niets belet de gun
stige voorwaarden later ook tot andere landen uit te brei
den. Van de Europeesche landen zullen alleen Frank
rijk en Rusland ia de kou blijven staan, terwijl de
strijd verder niet minder tegen de Vereenigde Staten
ia gericht.
De Zwitsersche bondsvergadering en bondsraad zijn
in rep en roer. President Welti heeft wegens de
verwerping van het voorstel tot aankoop van den
centraal-spOorwog door den staat ontslag gevraagd.
Niemand had dit verwacht. Welti was juist gis
teren 24 jaar geleden in den Bondsraad gekozeo,
waarin hij steeds een voorname rol had gespeeld.
De Bondsraad en eenige partijleiders doen al het
mogelijke om den prosident vaa zijn voornomen af te
brengen en ook de stendenraad heeft met algemeene
stommen besloten, Welti to verzoeken zijn aanvraag
om ontslag terug te nemon.
De koppige Zwitser blijft echter bij zijn besluit.
Als hoofd van het departement der spoorwegen, zegt
hij, wordt hij door de volksstemming onmachtig
tegenover de maatschappijen, met welke hg reeds
jaren in strijd is. Welti gaf zich daarom de grootste
moeite om de overneming door den staat door te
zetten en had zelfs onder voorbehoud een aanzienlijk
bedrag aandeelen gekocht. Noor hem was de uitslag
der stemming daarom een zware slag.
Men acht het onwaarschijnlijk dat Welti zich zal
laten bewegen, zijn besluit te laten varen.
Pe motie van vertrouwen in het Ministerie werd
in <?e Italiaansche Kamer aangenomen, zooals men
weet, met 248 tegen 92 stemmen. Onder de te
genstemmers behooren, behalve de radicalen, Crispi
Zauardelli, Sani Billia en Antonelli. Ook Za'nartlelli'
Minister van Justitie onder Crispi, verklaarde zich
tegen do waarborgen wet en deelde mède, dat een
wijziging dier wet reeds door hem als Minister was
voorbereid. Had Italië een sterke Regeering, voegde
Zanardelli er bij, dan zou do Oostenrijksche Minister
Kalnoky 't niet gewaagd hebben zich uit to laten
zooals hij deed.
De Chineesche legatie te Londen beeft een offici
eel bericht ontvangen, waarin het dempen van do
opstand in Mongolië bevestigd wordt.