<ac
i2EN,
geschilderde
anskerk te
lis der St.
ringen enz.
ijk levens-
üe broeders
toth.
4108;
ping
BINNENLAND.
IES
GNTSASKEBB
'GEB.
Maandag 14 December.
IMH.
‘0
ïendew.
ill!!
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Onmtréken.
n Zn.,
a.
De inzending van advertentiën kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave.
EEIILLETO!\’.
nts.
I
PERSOON
iizoaderlgke Nommers VIJF CENTEN.
de Notaris.
XXVIII.
te
h
De prijs per drie maanden is 1.25, franco
per post t 1.70.
tot allerlei
UIN in de
108, kada-
17, groot 1
15 Januari
10, 11 en
iren en op
HUIS en
N No. 88
De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
SRF in de
315, ka-
groot 42
IKMAN.
De sedert 6 weken vermiste vrouw van R. van D
is heden middag achter de bleekerij van de Wed.
Nichting opgehaald.
Kapella a/d. Usel heeft be
de school op hot dorp den
1 1Ir I. a
Bovendien worden alle Advertentiën gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
’twelk des Maandags verschijnt.
iris
EVER,
1891, des
mis >Hab-
GDUDSCHE COURANT.
(Uit het Duüteh.)
2158 aan
ADVERTENTIËN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
De gemeenteraad van Schoonhoven heeft den bur
gemeester, den heer M. J. Chevallier, benoemd om
de gemeente te vertegenwoordigen in de op te rich
ten maatschappij, ten doel hebbende het maken van
een Locaal-spoorweg tusschen Schoonhoven, Ammer-
stol, Berg-Ambacht, Stolwijk, Haastrecht en Gouda.
IF in het
te Gouda,
d in Sectie
i 1818 ge-
Centiaren.
De influenza is te Moordrecht de laatste dagen
sterk toegenomen,
als kinderen.
Reeds 18
schrijven
De heer J. C. Idenburg te Haastrecht heeft hot
verzoek van B. en W., om de kbstelooze inenting
te verrichten gedurende de vacature ran gemeente
geneesheer, van dö hand gewezen.
vae den
Uit Haarlem wordt gemeld
Ook gisteren avond heeft het publiek de paarden
van Sequah’s rijtuig afgespannen en is hij onder gejuich
naar zijn hotel gereden. Deze maal werd eerst een
De gemeenteraad van
noemd tot onderwijzer aan de school op hot dorp den
heer A. Starreveld, van Schellinkhout, op eene jaar
wedde van 450.
de Kunsten
recteur der
'trecht
personen hebben zich als lid doen in-
en dit aantal zal, hoopt men, spoedig grooter
worden, wanneer het doel der Vereeniging en de
geringe kosten der toetreding meer algemeen aan
het publiek bekend zijn.
Voor het lidmaatschap kan men zich aanmelden
in bet /zVereenigingsgebouw.«
GOUDA, 12 December 1891.
Dr. J. Herman de Ridder, pred. te Meppel, hield
gisterenavond een voordracht in de afd. Gouda van
den Nederlandschen Protestantenbond. Hy ving aan
met een hartelijk woord van waardeering aan de
nagedachtenis van Prof. A. Kuenen, wiens overlijden
een groot verlies is voor ons vaderland erj de we
tenschap. Als oud-leerling gevoelde spr., optredende
in een kring van vrijzinnige Christenen, behoefte
met innige erkentelijkheid^ den man te herdenken,
aan wien de predikanten van moderne richting zoo
veel te danken hebben, wiens verdiensten in binnen-
en buitenland alterwege worden erkend en wiens
innige vroomheid zoo’n gunstigen invloed oefende.
Kuenen stond zóó hoog en was zóó groot, zeide
spr., dat iedere eeuw slechts enkele van zulke man
nan zag geboren worden, zoodat zijn heengaan een
groote leegte achterlaat.
Tot onderwerp zijner voordracht had spr. gekozen
Levensmoeheid. Spr. wenschte niet te treden in diep
zinnige bespiegelingen over het pessimisme, op het
voetspoor dor bekende Duitschc philosofen, maar
meende in een kring als deze op practisch terrein
te moeten blijven. Spr. ging daartoe achtereenvol
gens de verschillende oorzaken van levensmoeheid
na, besprak de middelen die tot bestrijding daarvan
aan de hand worden gedaan, van welke sommigen
den toets der critiek niet kunnen doorstaan, om ein
delijk aan te geven hoe met vrucht daartegep kan
worden gekampt en die droevige toestand kan worden
voorkomen.
108)
Ik kan je niet verzoeken, mij hier een bezoek
te brengen, vervolgde Unicawanneer mijn broeder
je hier ontmoette, zoudt ge aan groote onaangenaam
heden blootstaan voor hem is do zaak geheel uit,
en hij heeft je verboden, den drempel van dit huis
weer te overschrijden. Maar ge kunt mijn aanstaande
over eenige dagen bezoeken hij zal je dan het een
en ander mededeelen. Wellicht bezorg ik u na mijn
huwelijk een betrekking op Buchenauik zal er aan
denken.
De oude kamerdienaar dankte met warme woorden
voor de welwillendheid en nam afscheid.
Unica reikte hem de hand.
Weet je werkelijk in het geheel niets
brief? vroeg zij,
fteen I antwoordde Daniël. Als het een zoo ge
wichtige brief was, dan had mijnheer beter gedaan,
hem weg te sluiten. Ik heb mij nooit in de geheimen
van anderen gemengd.
Ik geloof jo, zeide Unica, en daar zij er niets
zoowel onder oudere menschen
In sommige huisgezinnen zijn drie,
vier en vijf zieken. Ook te Gouderak breidt do
ziekte zich uit, doch in mindere mate. Gelukkig
hebben zich tot nog toe geeue gevallen met doode-
lyken afloop voorgedaan.
Gisterenavond werd in het Z/Vereenigingsgebouw«
eene vergadering gehouden van de Besturen der
alhier bestaande Werklieden-Vereenigingen, ten doel
hebbende het oprichteu van een plaatselijke ver
eeniging, welke zal trachten door onderlinge samen
werking van Patroons en Werklieden, en zedelijke
en stoffelijke medewerking der meergegoeden, ver
betering te brengen in het lot der werklieden. De
vereeniging zal zich aansluiten bij het Algemeen
Nederlandsch Werlieden-Verbond en aldus in hoofd
zaak dat program volgen.
bijvoegde, verwijderde zich de oude man. 1
De laatste vraag der gravin had hem opnieuw
levendig aan zijn laatste onderhoud met Hackert
herinnerd. De brief moest toch werkelijk wél vah
groot gewicht zijn.
Vroni gaf voor, hem niet te hebben gezienmaar
zij was, toen hij or haar het eerst naar vroe£, zeer
verlegen en verward geweest; die verwarring had
den argwaan van Daniël versterkt. Hij zocht het
kamermeisje qp; de graaf was op Buchenau; een
ontmoeting had hy dus niet te vreezen.
Vroni ontstelde in het eerst, toen zij den ouden
man zag; een zuiver geweten had zij dus niet.
Wat doet gij hier? vroeg zij ontsteld. Als de
graaf u ziet, zal hij....
De graaf is op Buchenau, antwoordde Daniël;
bovendien kan hij me toch niet beletten, myn eigen
dom te halen. Je weet, Vroni, waarom ik ontslagen
ben; je hebt me reeds eenmaal verklaard, dat de
Amerikaansche brief niet in je bezit was; ik weet
dit beter.
Wat kunt gij weten?
Bedaar, kind I We zullen daarover niet twisten.
Je stelde al dadelijk belang in den brief, toen gravin
Unica hem beantwoordde. Jij maakte mij er op
merkzaam op, dat het een belangrijke brief mout
zijn, en beloofde mij, je daarvan te overtuigen, Jij
wist, dat de brief op de schrijftafel 4ag;jij hebt hem
I weggenomen misschien met het voornemen om hem
i er later weer neer te leggen, maar je waagde dit
Men schrijft uit Amsterdam aan de N. R. Ct.
Dat zal onze Rosier Faassen niet hebben voorzien,
dat eeu lofdicht, door hem gemaakt op de geboorte
van den keizerlijken prins, in Maart 1856, en met
een begeleidend schrijven gezonden aan dt-n vader,
keizer Napoleon III, verzeild zou raken in de op
15 dezer alhier te houden veiling van autographen
en historische gedenkstukken. Het stuk dat voor
ontvangst gestempeld is: Cabinet de 1’empereur,
arrivé 27 Mars 1856, zal waarschijnlijk bij den val
van het Keizerrijk in andere handen geraakt zyn,
en keert nu tot de plaats van oorsprong terug. Rosier
Faassen was, toen hij zijne verzen schreef, nog
Fransch acteur, en voelde zich ook wat afkomst be
treft, meer Fransch dan Hollandsch burger. Het
lofdicht bestaat uit vijf strofen, waarvan de laatste
aldus luidt:
Le ciel eu te créant bel ange de la gloire
T’a destiné d’avance, uce page d Histoire,
Sébastopol, Alma, Inkermann, vos drapeaux
Kt vos lauriers conquis, ombragent sou berceau.
De bedoelde veiling, waarvan vele stukken afkom
stig zijn uit de vorzameling-Slagregen, is te zien in
de magazijnen van de firma Fredrik Muller Cie.,
Doelenstraat 10, en rijk aan historische documenten,
afkomstig van en gericht tot koniagen, prinsen,
véldheeren, admiralen, staatslieden uit alle landen
van Europa. Ook vindt men er collecties brieven,
van bekende kunstenaars. De autograaf van Faassen
ligt in de portefeuille, welke ook brieven bevat van
Sarah Bernhardt, Ward Bingley, Jelgerhuis, Rombach,
Majofski, Snoek, Wattier-Ziesenis enz. tn het schrij
ven van Jelgerhuis (22 Dec. 1822) vinden wy eene
klacht, die weerklank zal vinden in het hart van
vele hedendaagsche vaders„het komt mij voor,
dat de menigvuldige schoolboekjes vermeden moeten
worden aan mijn zoon te geeven. Hij beeft veele
wier inhoud daarmeede overeenkomt. Onnutte of
overbodige kosten hindere mij Of het ook
toen ter tijd reeds voorkwam, dat auteurs van
schoolboekjes in de herdrukken, den tekst steeds
zóó wijzigden of aan vulden, dat de voorgaande druk
ken bij het classicaal onderwijs niet langer bruik
baar zijn, en derhalve de noodzakelijkheid geboren
wordt de heele klasse van nieuwe drukken te voorzien?
Een eigenaardig licht op de toestanden van oen
40 jaar her, werpt eene quitantiê op den naam van
W. de Vos Jzn. te Amsterdam, waarin J. B. van
Bree erkent te hebben ontvangen de somma van »zes
gulden voor het bij wonen van 4 quartet-uitvoeringen.*
niet meer, nadat de graaf het verdwijnen van den
brief ontdekt had.
Die achterdocht' is beleedigendzeide Vroni
verontwaardigd.
Ik beb niet het doel, je te beleedigen, in
geenen deéle, antwoordde de oude man, het meisje
onafgewend aanziende; ik zeg je dit alles alleen in
ons wederzijdsch belang. Je zult ook ontslagen
worden, zoodra de graaf een voorwendsel vindt. Let
nu wél op, Vroni, en onthoud goed wat ik je zeg
gen zal. Hier is niet alles in den haak, dat heb je
wellicht even goed gemerkt als ik, eu die briet bê-
,vat het een of ander geheim...
In het geheel niet! liet Vroni zich ontvallen.
Ha, daar heb ik je gevangenJe erkent den
brief te hebben gelezenje bezit hem dus ook.
Nu ja, gelezen heb ik hem, antwoordde Vroni,
wie het speet, dat zij zich verraden hadhet is een
brief van zekere juffrouw Sandhauptzy wenscht
door den graaf te worden ingelicht, waar haar man
is en waarom hij niet schrijft.
Geef mij den brief.
Wat wilt ge ermede doen
Ik wil er gebruik van maken. J(
Gij zult er in het geheel niets in vinden.
Wellicht meer dan je vermoedt.
Gij zoudt er gebruik van maken om den graaf
bewijzen, dat hij onrechtvaardig jrgeps u was.
Ik zweer je, dat dit niet zal gebeuren, ant
woordde Daniël. Herinnert ge u niet hut verbond,