KENNISGEVING.
Buitenlandse!) Overzicht.
In Mei 1877 werden de pensioenen Tan de mili
tairen bij de landmacht aanmerkelijk verhoogd, doch
lij die op dat tijdstip reeds gepensionneerd waren
deelden niet in deze gunstige wetswijziging, natuur
lijk voor hen een grooto teleurstelling.
Zy beproefden alles om nog in die wet begrepen
te worden, doch te vergeefsch, toen besloten zij
deze vereeniging te stichten om met medewerking
▼an natie en leger de meest hulpbehoevenden onder
hen te steunen.
Alhoewel dit niet afdoende is, heeft de vereeni
ging toch reeds gedurende haar 12-jarig bestaan
ruim f 100,000 kinnen uitkeeren en genieten in
den regel 300 hulpbehoevende leden en 140 weduwen
tweemaal per jaar eene uilkeering, doch slechts van
f 12.50 per keer, en dat bedrag is onvoldoende.
Daarom blijft meerdere hulp dringend gewenscht.
daar de jaren en daarmede de behoeften van de
oud-gepensionneerden toenemen.
De afd. „Gouda" telt 4 beschermers, 53 dona
teurs en 1 donatrice.
Eere-voorzitter der afdeeling is - de heer A. K.
van der Garden, Oud-Officier der Infanterie en
Majopr-Commandant der rustende Schutterij, terwijl
hot 'Bestuur bestaat uit de hh. H. J. Steenbergeu,
voorzitter en L. de Boer, penningmeester.
Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting
van Woensdag 16 December 1891.
De begrooting van financiën bood weinig belang
wekkends aan na de rede van den minister. Ver
schillende replieken volgden en ook bij de artikelen
werd weinig bijzonders te berde gebracht. Na aau-
neming van Hoofdstuk VII volgde het leeuingsont-
werp. De heer Pierson moet wel over «ene groote
overredingskracht en niet minder groote mate kennis
beschikken om zooals hij ifeed alle gemaakte be
denkingen en bezwaren door eene eukele rede te doen
verstommen. Er was aangevoerd dat men te gelijker
tijd voor Indië moest leenen en dat het 3 pCt.type
de voorkeur verdiende boven een 3Vi P^l« fonds.
Doch nn den minister gehoord te hebben koos de
kamer diens partij zonder verder tegenspartelen.
Het ontwerp werd bekrachtigd met 76 tegen 10
stemmen.
Ook de wet tot vaststelling der grondbelasting
in 1892 en die op de Middelen gingen zouder stem
ming door.
In de avondzitting is de algemeene beraadslaging
over het Hoofdstuk Oorlog afgeloopen.
Het vergaan van het Engelsche driemastschip
„Kuterkin," op do Galloper-bank, in den nacht van
Zaterdag, bewijst overtuigend de nootlottige gevolgen
van het gemis van gemeenschap t,usschen lichtschepen
en den wal. Te Ramsgate is reeds sedert jaren
aangedrongen op het leggen van eenen telegraafdraad
naar het lichtschip op de Galloper; parlementsleden
hebben er de noodzakelijkheid van aangetoond, doch
de onverschilligheid waarmede de geheele zaak der
kustwacht in Engeland behandeld wordt, is oorzaak
dat het Galloper-lichtschip steeds zonder telegraphi-
scbe verbinding is gebleven. Men houdt het 6r
stellig voor, dat indien de stranding van de „Euterkin"
bij tijds te Ramsgate bekend was geweest, de be
manning gered had kunnen worden. Thans is van
de dertig meuscheiilevens alleen behouden dat van
een negentienjarigeu lichtmatroos, die op zijn hulp
geroep door eene voorbijvarende visscherssmak met
Ik dacht er niet aan. Trouwens moest het
kapitaal door rente op renie ieder jaar vermeerderen.
Hoe groot was het oorspronkelijk?
Tachtig duizend gulden.
En deedt gij in het geheel niets, om den
rechtmatigen erfgenaam op te zoeken?
Ik kon verwachten, dat hij wel zou komen.
Ik geloofde eindelijk, dat hij uiet meer tot de leven
den behoorde; eorst toen de papieren mij ontstolen
waren, vernam ik, dat hij nog leefde.
De inspecteur zag somber voor zich; bij kon na
zulk een bekentenis dezen man niet meer achten,
maar het hem geschonkeu vertrouwen wilde en mocht
hij niet misbruiken.
En die papieren? vroeg hij? Waaruit be
staan zij?
Het zijn drie documenten, antwoordde lioro-
berg: de brief, waarin mijn vriend een ontvangbe
wijs van de aaudeelen vraagt, het testament en mijn
quitantie.
Blijkt uit die papieren den naam van den erf
genaam? t\ x #l_
Ja, De erfgenaam woont in deze stad. rfat ik
het vaste plaD had, het geld terug te geven, moet
iedereen gelooven ik zou in een andor geval de pa
pieren al lang vernietigd hebben.
Dat is slechts een schijnbewijs, zeide de in
specteur, en ik kan niet meer ontveinzen, dat het
vermoeden van opzettelijke verduistering op u rusten
blijft. Daartegen kunt gij u niet rechtvaardigen, mijn -
veel moeite|[enJ gevaar gered werd. De schipper
van de smak verhaalt, dat terwijl hy Zondagochtend
in de nabijheid vau het wrak was, er eene sleep
boot voorbijkwam, en te een unr 's middags ander
maal eene, met de reddingboot achter zich. Waar
schijnlijk was deze van Harwich gekomen, ten ge
volge der seinen van het lichtschip, om het wrak
te zoeken; doch door gemis van telegraphische ge
meenschap kon de plaats der ramp niet aangeduid
worden, en in de duistornis kreeg de boot evenmin
het gestrande schip als het licht van de smak in
het oor.
De stranding gebeurde vyf mijlen Z.Z.W. van het
lichtschip, te ougeveer zes uur's avonds, bij eenen
storm uit W.Z.W. De redding van den lichtmatroos
had plaats bij het aanbreken van den dag. Indien
dus in deu vóórnacht, bij lichte maan, eene reddings
boot in de nabijheid van het wrak had kunnen ko
men, dan waren vermoedelyk de schipbreukelingen,
die met reddiuggordels aan in het want gevlucht
waren, zoo niet alle, dan toch meerendeels gered
geworden.
In de gisteren gehouden vergadering van don ge
neeskundigen Raad tan Zuid-Holland is breedvoerig
gesproken over den typhus te Scheveninggn. De
inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht deelde
mede, dat het aantal sterfgevallen aan die besmotte-
lyke ziekte weinig is en dat de ziekte een goedaardig
verloop heeftdat er vooruitzicht bestaat op plaatsing
van eene barak te Soheveningen tot afzondering van
lijders, en de onbewocnbaarverklaring van ongezonde
krotten wordt onderzocht. Do bron der besmetting
was niet niet opgespoord, verondersteld werd dat de
kiem was overgebracht door visschers uit Engelaud.
In den Haag waren ook eenige gevallen geconsta
teerd, die vermoedelijk waren overgebracht uit Scheve-
ningen.
Er werd vertrouwen uitgesprokon in de wijze van
handelen vau den inspecteur, doch van verschillende
zijden werd aangedrongen op krachtige aanwending
van desiufectie-maatregelen en het isoleer en der lijders.
Eveueens werd in den Raad gewezeu op het gevaar
lijke van het op elkaar begraven van te veel lijken.
Het Haagsche gemeentebestuur zal hierover worden
aangeschreven.
De secretaris, dr. Tcllegen, bracht een voorloopig
verslag uit omtrent het onderzoek naar de oorzaken
der kindersterfte in het 1ste levensjaar.
De conclusie was, dat de oplossing van deze belang
rijke aangelegenheid ligt op den weg van den staat,
niet van liet geneeskundig staatstoezicht, omdat hier
sociale toestanden eene groote rol spelen.
De vergadering benoemde eene commissie, om in de
volgende vergadering een definitief besluit voor te
stellen. Tot leden werden benoemd de rapporteur
dr. Tellegen, dr. Vroesom de Haan, hot derde lid
la.er aan te wijzen.
Uit mededeeliugen omtrent het hoerschen van in
fluenza bleek, dat die ziekte in den omtrek van
Schoonhoven en Goriuchem vrij hevig heerscht, maar
dat in andere steden der provincie weinig gevallen
zijn geconstateerd.
Maatregelen vau wege het staatstoezicht om de
verspreiding tegen te gaan, werden nog niet noodig
geacht.
Op deze vergadering, meer bepaaldelijk op het punt
der kindersterfte, zal nader worden teruggekomen.
heer Romberg Het was uw plicht, aanstonds na den
dood van uw vriend het gerecht er van kennis te
geven, dat het vermogen van deu overledene u was
toevertrouwden 'wanneer gij dit verzuimde, om
redenen waarover ik geen kritiek wil uitoefenen,
dan moest gij den erfgenaam opzoeken en het aan
hem overlaten, of "hij het geld terugnemen of het
beheer daarvan ook verder aan uw zorg wilde toever
trouwen.
Ik ontken dat niet, bracht de bankier half
luid in het raidden. De toenmalige tijdsomstandig
heden.!.
Verontschuldigen u niet, evenmin als de dief
zich daarmede kan verontschuldigen, dat hij uit hon
ger gestolen heeft. Gij hebt het geld, behouden en in
uw eigen belang besteed, en wanneer de justitie daar
van kennis kreeg, dan moest zij u volgens al de ge
strengheid der wet bestraffen.
De bankier liet het hoofd op de borst zinken;
hij had dit alles tot zich-zelven gezegd, en een
vermoeden rees bij hem op, dat hij beter zou ge
daan hebben, als hij zijn geheim niet bad prijsge
geven.
Ik vertrouw op uw belofte, zeide hij. Gij hebt
my stiizwijgen beloofd.
En ik zal uw vertrouwen niet teleurstellen,
maar Bob en zijn handlanger kunnen dit geheim
onthullen, en dan zijt ge, zooals ge zelf zegt, ver
loren.
Juist daarom mag ik niets doen, wat de dieven
Dinsdag is voor het Hof van gezworenen van
Namen het proces begonnen tegen een menschelijk
ondier, Gustave van dor Auwera geheeten, den oud
sten reeds gehuwden zoon van boerenarbeiders te
Ligny, die vyf zijner broeders en zusters achtereen
volgens met rattekruid vergiftigd heeft, ten einde by
den dood zijner ouders eenig erfgenaam te zyn van
een kleiu huisje en weinige aren bouwland. Zijne
ouders zijn oppassend en godvruchtig; ook de be
schuldigde was om zijne vroomheid bekend on sloeg
geen mis over, maar zoomin vóór zijne schuldbeken
tenis als daarna heeft hij ooit door eenige gemoeds
beweging ook maar een eukel spoor van gewetens
wroeging getoond.
De zoon van een armen boer in Wicselburg (W.-
Hougarije), die zestien jaar geleden zijn geluk in
Amerika was gaar. beproeven, keerde dezer dagen
in het ouderlijk huis terug met een aardig spaarduitje,
ongeveer 3000 dollar op zak. Hij maakte zich
echter voorloopig niet aan zijn ouders bekendzijn
vader herkende den zoon niettemin, doch hield het
geheim voor zich, om de verrassing voor de moeder
des te grooter te doen zijn. Tegen het vallen van
deu nacht legde de gast zich to slapen. Zijn moeder
werd aangegrepen door een alles ovprheerschende
begeerte naar het goed van den vreemde; sloop diros
slaapvertrek binnen on sneed hem den hals af. Toen
haar man haar ontdekte, dat zij haar eigen zoon had
vermoord, viel zij dood neder.
Dr. Bertillon heeft op het laatste te Londen ge
houden congres van hygiene eenige mededeelingen
gedaan betreffende den invloed van het beroep op
den leveusduur, waaraan wij het volgende outleenen:
Van alle beroepen is dat van koetsier het gevaar
lij ltste. De sterfte is voor een deel toe te schrijven
aan alcoholisme, maar in hoofdzaak zijn het long
aandoeningen, die deu dood teu gevolge hebben.
Gedwongen werkeloosheid en gebrek aan beweging
werken daartoe mede. Bij karrevoerders althans, die
ook aan deu alcohol verslaafd zijn, is de sterfte min
der groot, omdat zij, uuast hunne paarden loopeude,
beter tegen de koude bestand zyn dan koetsiers, die
steeds op den bok zitten. Ook bij wijnhandelaren
komt een hoog sterftecijfer voor, maar dit geldt meer
voor Zwitserland en Engeland dau Frankrijk.
In 't bijzonder zijn die beroepen gevaarlijk, waarin
stof en voorn! hard stof ingeademd wordt, zoouls door
slotenmaker» steenhouwers, metselaarsbij bakkers,
die een zacht stof iuademen, is de 3terfte Tets minder.
Dal de sterfte opÜer kleeder- en schoenmakers te
Parijs groot is, is misschien daaraan toe te schry ven,
dat deze beroepen door minder krachtig gebouwde
en ziekelijke mannen gekozen wordenby smeden is
de sterfte gering, wellicht omdat deze reeds forsch
en gehard zijn bij bet aanvaarden van hun beroep.
Het langst leven landbouwers, tuinlieden, onder
wijzers en geestelijken. Dit geldt eveneens voor
Zwitserland en Engeland. Evenwel winnen het de
Entreische geestelijken van de Katholiekenwier
sterftecijfer merkwaardigerwijze belangrijk grooter is.
Engelsche on Zwitsor»che geneeskundigen worden
met zoo oud als hunne collega's in Frankrijk (Parijs).
Natuurlijk oefeneu vele geueesheereu hunne pracrijk
op het land uit en vertcecren dan onder dezelfde
omstandigheden als koetsiers, d. w. z. zij zijn evenals
tegeu mij kan ophitsen. Ik moet zwijgen.
En de rechtmatige erfgenaam der u toevertrouwde
som vroeg de inspecteur.
Ik zal hem zijn vermogen terugbetalen.
Dan spreekt vau zelfge hadt het terstond
moeten doen, toen gij vernaamt, dat hij bier
woonde.
Al die verwijten troffen den trotschen man als
speldeprikkenhij zou zich nimmer tot zulk een
bekentenis vernederd hebben, wanneer niet de wanhoop
hem daartoe genoodzaakt had.
De omstandigheden zijn nog niet gunstig, zeide
hy van de nieuwe onderneraingeu, hebben het de
meeste niet kunnen volhouden vele zijn reeds ban
kroet andere staan aan den vooravond van een fail
lissement, en dat de groote bankiers daarbij betrok
ken zijn, spreekt van ze!f.
De solide firma's hebben mot dien zwendel
niets te maken, bromde de inspecteur, wien het ver
droot, dat hij in een zoo vuile ztiak zijn bijstand moest
1 verleenen.
j Ook de soliedste bankier kon er zich niet ge-
heel van ^onthouden, antwoordde Romberg ik ben
er ondanks mijn "oorzichtigheid iügeloopen, zonder
zelf te weten hoe. Ia deze omstandigheden mag
zulk een groote som niet aan de zaak onttrekken
ik zou daardoor mijn geheelen ondergang bewerken^
Wordt vervolgd
deze veroordeeld het beste deel van hun leven te
paard of in een rytuig door te brengen.
vorigen verslagtijd. De stand der beri-beri is dus
gunstiger. Het sterftecijfer is hooger.
bindmiddel der nationale eenheid zeide by, moest
behouden blijven.
Overigens verklaarde Bismarck dat gewichtiger
redenen noodig waren dan deze om hem te bewegen
in den Rijksdag tegen de regeoring een strijd te
aanvaarden.
De douane-coromissii/ der Frausche Kamer heeft
den minister van buitenlandsche zaken gohoord over
het onlangs vermeld! wetsontwerp betreffende
Fraukrijks positie tegeVover verschillendo landen,
welker handelsverdragen kijn opgezegd, en vervolgeus
heeft zij zich verklaard\jroor een nieuwen tekst,
waarbij^de Regeering gemachtigd wordt om geheel
of gedeeltelijk voorloopig te verlengen
1. De op 1 Fobruari aanst. verstrykende handels-
en scheepvaartverdragen, behalve wat de bepalingen
betreft een tarief inhoudende voor bepaalde koop
waren
2. de op genoemden datum verstrijkende over
eenkomsten betreffende weerkeerigen waarborg voor
de litterairon, artistieken of'iudustrieelen oigendom,
onder voorbehoud evenwel, dat Frankrijk die kunnen
doen ophouden door daarvan twaalf maanden te
voren kennis te geven.
Voorts wordt de Regeering gemachtigd om geheel
of gedeeltelijk het aanhangig minimum-tarief toe te
passen op de voortbrengselen van of de koopwaren
herkomstig uit do landen, voor welke thans het
conventioneel tarief van kracht is en welke hunner
zijds er in toestemmen op Fransche waren de behan
deling naar den wet van meest begunstigde natie
toe to passen ook dit onder het voorbehoud, dat de
Fransche Regeering er door eene kennisgeving, twaalf
maanden van te voren, een einde aan kunne maken.
De heer Móline is tot rapporteur benoemd.
Tot de weinige benijdenswaardige staten mag men
in de eersto plaats de Zwitsersche republiek rekenen.
Niet dat hot ook hier niet aan biunenlandsehe moei
lijkheden ontbreekt, maar dank zij de door en door
gezonde vrijzinnige staatsinstellingen en het gezond
verstand der bavolking, ontwarren zich deze gewoon
lijk langs geleidelijken weg en blijft de kalmte in
het land bewaard. Zoo is het mogelijk, dat thans
een wijziging in den bondsraad plaats vindt zonder
dat er naar buiten r.f veel ophef van deze verande
ring van regeeringspersoon gemaakt wordt. Den 17
Dec. a. komen steudenraad en nationale raad bijeen
om oen bonds-president en vice-president voor 1892
en een bondsraad voor den op 1 Jan. a. aftreden-
den bondspresident Welti te kiezen.
Omtrent de redenen, welke den bondspresident
Welti bewogen zijn ontslag te nemen, verneemt men
nader, dat hij voor zich z«lf overtuigd was, dat hij
na het verwerpen door het referendum van den aan
koop van den centraal-spoorweg voor jaren machteloos
zou zijn in zijn departement, dat der spoorwegen, en
hij dientengevolge zich in een on vruchtbaren stryd
zou afbeulen. A&n de eene zijde zou hy te doen
hebben met de spoorwegmaatschappijen en haar raad
gevers, die de instructies van het departement ran
spoorwegen zoo goed als van nul en geener waarde
beschouwen, waar tegenover dat departement bijna
machteloos staal. Aan deu anderen kant staat hy
bloot aan de critiek var. het publiek, dat afdoende
maatregelen eischt van zijn bestuur tegenover de
spoorwegmaatschappijen en dat ten slotte ongeduldig
en ontevreden wordt, wanneer alles bij het oude blijft.
Nog langer dezen strijd voort te zetten, daartoe ont
breekt den heer Welti de moed en de kracht,
waarom hij besloot zijn ambt neer te leggen.
Door de studenten te Bern, met uitzondering der
ultra-Roomsch-kavholieken, is den afgetreden bonds
president een schitterende ovatie gebracht, waarmede
duizenden en duizenden menschen uit do bevolking
hun instemming betuigden. „Wij waren zoo trotscli
op u riep de woordvoerder der studenten den
lieer Welti toe. Gy hebt ons Zwitserland in de
moeilijkste tijden waardig en beleidvol tegenover het
buitenland vertegenwoordigd. Gij hebt in het bin
nenland flink en onverschrokken de banier van het
geheele vaderland omhoog gehoudeu. Geloof ons,
uw beeld heeft zich onwrikbaar vastgeworteld in ons
hart,, het zal ons als maiinen eenmaal als het ideaal
van een Zwitsers eeu republikeinsch staatsman voor
oogen staan!"
In hot autwoord van den aftredewden bonds-pre
sident schermde het leedwezen en de teleurstelling
over den oudervonden tegenspoed door, doch dank
baar toonde hy zich voor de warme deelneming, die
hem gegeven werd om hem zijn gemoedsrust weder
te schenken en alle bitterheid van hem af te nemen.
Als vermoedelyk plaatsvervanger van den bondsraad
Welti wordt genoemd dr. Roth, Zwitsersch gezant te
Berlijn, wiens candidatuur in vrijzinnige kringen gun
stige beoordeeÜDg vindt.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda,
brenger, ter kennis van de ingezetenen;
dat het le aanvallings kohier der plaatselijke di-
Uit Kolham, wordt van 13 December gemeld
Hedeu naoht is bier een verschrikkelijk ongeluk
gebeurd. B. Kolhek, die iu eene slechte verhouding
met zijne vrouw leefde, sliep alleen, en had de ge
woonte een lampje op zijn beddeplank neer te zet
ten, terwijl hij de deuren van het bed sloot. Te
middernacht werd een zijner kindoren wakker van
den rook, dien het meende te ruiken. De vrouw
staat op en gaat eerst tiaar den zolder, «vaar een
paar kinderen sliepen, om te zien of alles in orde
was. Na dit goed bevonden te hebben, gaat zij naar
het bed van haar man en doet een deur open.
Meteen sloegen de vlammen haar in het gezicht.
Zoo spoedig mogelijk trachtte men daarop den man
aan de vlammen te ontrukken, maar te laat. Naar
alle waarschijnlijkheid is hij spoedig gestikt. Het
lampje is van de beddeplapk gevallen. Hut lijk is
erg gehavend.
De buren, die op den kreet om hulp toeschoten',
bluschten den baand, zoodat het huis bewaard ge
bleven is.
Door de S. S. Maatschappij is besloten, dat de
werklieden der voormalige Rijnspoormaatschappij, die
met behoud vau rechten bij eerstgenoemde Maat
schappij ziju overgegaan, en verplicht worden, meer
dan 12 uur dienst per dag te verrichten, voor die
overuren een extra belooning zullen ontvangen.
De werklieden der Staatsspoorweg-maatschappij,
die ook deze meerdere diensten moeten bewijzen,
zijn echter van deze gratificatie buitengesloten.
(4vp)
„Zijne schaapjes op hei droge brengen."-— Niet
een, ieder is het waarschijnlijk bekend, dat genoemde
uitdrukking eigenlijk niets met „schaapjes" to maken
heeft. Oorspronkelijk luidde zy „zijn seheepken op
't droge brengen", het geen ook wel aan te nemen
is met het oog op onze vroeger zoozeer bloeiende
scheepvaart op de koloniën. Waarschijnlijk is het
woord „seheepken" in den mond van het volk lang
zamerhand tot „schaapjes" verbasterd.
Aan liet verslag over Atjoh van 11 tot en met
24 October jl. is uet volgende ontleend:
Gedurende dezen vefslairfijd was in de 26 Moekims
eenige meerdere bedrijvigheid bij den vijand, waar
nemen. In don avond vau 20 October bespeurde
eene brigade marechaussee, die tusschen do verster
king Tjot Iri en het blokhuis aan de Kroeng Ling-
kar in hinderlaag lag, dat eene Aijehsche bende
over de spoorbaan binnen de linie kwam. Eenige
salvo's deden de bende uit elkaar stuiven en ver
dwijnen. Toen kort na hot gebeurde eeno patrouille,
die, onder bevel van den commandant van Tjot Iri,
den lsten luitenant der infanterie J. H. Cornelissen,
uit de versterking naar het blokhuis aan de Kroeng
Liugkar gegaau was, terugkeerde, word deze onver
wachts door den vijand aangevallen, waarbij de lste
luitenant Cornelissen sneuvelde. De patrouille hield
stand en verdreef den vijand door haar vuur, doch
bekwam vier gevonden, waardoor één zwaar. Volgens
later ingekomen berichten werd de vijandelijke bende
aangevoerd door Ten koe Sahah en bestond zij uit
volgelingen van Habib Samalanha en vau Po Tjoet
Mat Tahir.
Noordkust. Onze versterking te Segli werd op
enkele dagen zwak en gedurende eenig dagen in
het geheel niet beschoten. De verdrijving van Teng-
koe Moeda Latief van Merdoe door zijn broeder,
het hoofd van genoemd landschap, had teugevolge, dat
eerstgenoemde metplm. 3000 van zijne volgelingen de
wijk nam naar de IX Moekims Kembangan, terwijl
zijne twee zonen, Teugkoe Soeltan en Teugkoe Rin-
Pakan, met hunne vrouwen en kinderen en een tach
tigtal volgolingen naar de zeezijde gevlucht, zich bij
een onzer oorlogschepen meldden en naar Segli over
gebracht werden. Van hieruit begaf het grootste
deel dor vluchteliogeu zich naar het gebied van Teug
koe Bintara Kembangan. Toen het stoomschip „Reael"
der Paketvaart-Maatschappij den 2Isten dezer door
de cederpa8sage naar Oloh-leh stoomde, werd het
van uit Poelau Augkassa vruchteloos door eenige
lieden beschoten.
Oostkust In het Edische was het door het gan-
sche land zeer rustig. Beoosten Edi heerscht rijst-
gobrek. Roofpartijen in Edi, Tjoet en Bagoh werden
door de hoofden dier landschappen krachtdadig ou-
dordrukt. Aan de monding der Soeugei Raja-rivier
werd een vaartuig door Langsareezon aangevalleu en
daaruit voor eene jyaarde van plra. 1500 Lire geroofd.
Westkust. Niets byzouders. Er woeien oosten
winden, gepaard met regens drukkende warmte.
De gezondheidstoestand is over het algemeen gun
stiger. Het gemiddelde ziektecijfer per dag in het
groot militair hospitaal to Kota Radja is 22.4 tegen
24.5 en dat beri-beri 7.6 tegen 8.6 gedurende den
In het dorpje Oosterbierum (Fr.) schijut tusschen
de twee daar bestaande kerkgenootschappen een
wedstrijd te beslaan op het gebied der weldadigheid.
Zoo hield o. a. deze week een wagen, beladen met
aardappelen, voor de woning van een behoeftige stil,
om dieus kelder te vullen. Ofschoon zeer dankbaar,
moest de man evenwel de gift van de hand wijzen,
daar hij even te voren dooi de andere partij zoo
goed was bedacht, datzijn kelder reeds geheel
was gevuld, en bij dus de nieuwe gift met kon ber
gen.
Dezer dagen heeft een blad van Madrid, de „Li
beral", een groot gedeelte der bevolking doodelijken
schrik op het lijf gejaagd. Onder den titel „De ramp
van dezen nacht. Spanje in rouw" deel le het
blad tot in zijne minste bijzonderheden de vernieling
door brand mee van hot beroemde Museum van
schilderijen te Madrid. Spoedig was het ni uws
door geheel de stad verspreid eji heele benden vulks
stroomden naar den Prado, velen met tranen van spijt
in de oogen. Zelfs toen men het Museum daar on
beschadigd zag staan, kon men toch niet gelooven
dat het nieuws valsch was.
Die ramp was door eenen dagbladschrijver uitge
vonden, om de aandacht der overheden in te roepen
op het groote brandgevaar waariu het Museum gedu
rig verkeert. Het uitgestrekt gebouw, waarin het ge
vestigd is, wordt tevens bewoond door talrijke familiën.
Hoe licht kan een voukjö geheel het gebouw in
vlam zetten en welke meesterstukken van „Velasquez,
Murillo, Rafiël, Rubens, Van Dijck, Rembrandt,
Titiaan" enz. zouden vernield worden.
Daar nu al de vermaningen vau de Pers, om een
einde te maken aan dien gevaarlijken toestand tot
niets dieuden, heeft de „Liberal ifl een verdicht verhaal
een brand en zijne gevolgen beschreven, evenals de
groote verantwoordelijkheid dio op de overheden rust.
Het blad zal ongetwijfeld zijn doel bereiken, want
reeds heeft de minister van Onderwijs persoonlijk een
ondsrzoek ingesteld
Uit Kedotig Rauteng schrijft men, d.d. 5 Nov.:
Toon gisteren namiddag, circa 10,/9 uur, de heer
Th. d« Roy van Zuijdewijn, administrateur van de
onderneming Kedong-Banteng, na een vormoeiden
rit van zijn werk terugkwam en zich op weg naar
naar huis begaf, werd Jiora dejmedodeoling gedaan,
dat een kolossaal groóte tijger iu do nabyheid van
zijn woning was. Het beest scheen door deze lang
durige droogte z jn heil in de lagere streken te heb
ben gezocht Op dit Tjericbt wapende de heer de
Roy van Zuijdewijn zich met eer. buks en spoorde
den tijger na, welke zich in een hol naast een brug
schuilhield. Verschrikt door het hondengeblaf en
de menschenstemmen hief het beest een vervaarlijk
gebrul aan.
Als een onverschrokken ja?er, wiens schot nimmer
mist, naderde de heer de Roy van Zuijdewijn den
woudkoning tot op 'circa 15 pas, en vóór de tijger
lot den'sprong overging, trof hem de kogel tusschen
zijne beide oogen.
In groote» triomf werd de buit naar huis gebracht,
terwijl de bevolking blijde was van een dergelijken
gevaarlijken eu onnoodigen gast verlost te zijn. De
heer Tb. do Roy van Zuijdewijn staat in Solo en
Madioen bekend als een uitstekend en moedig jager
Prins Bismarck heeft tot eene deputatio uit Sio-
gen, die hem het eereburgerschap der stad kwam
aanbieden, zijne meaning uitgesproken over do han
delsverdragen. Zyn voornaamste indruk was, dat
ook nu weder blijkt dat de landbouw het stiefkind
der bureaucratie is. Tevens echter zullen ook ver
soheiden takken van nijverheid door de nieuwe voor
stellen benadeeld worden. Bismarck kon niet zeggen
welke voordeelen uit de vordrageu zouden voort
vloeien eu begieep niet, hoe de Rijksdag in enkele
dagen zou kuuneu oordeelen over hetgeen de „hee-
ron van de groene tafel" in een jaar in het geheim
hebben uitgowerkt. Wie hebben de verauderingen
ontworpen Uitsluitend verbruikers, van wie be
weerde de oude rijkskanselier het bijbelwoord
zegt„zy zaaien niet, zij maaien niet en zamelen
niet iu de schuren". De bureaucratie was schuld.
Hij (Bismarck) zou den moed uiet gehad hebbon
voor een duur van 12 jaren een sprong in het duis
ter te doen. Spoedig genoeg zouden de slechte ge
volgen der verdragen bljjken.
Bismarck keurde af dat de verdragou zoolang ge
heim waren gehouden, waardoor de bcoordeeling er
van bempeielijkt werd, eu beweerde dat de Rijks
dag bevoegd was het betwistbare in de verdragen
te veranderen. Het gezag van den Rijksdag het