Bultenlamlsch Overzicht. 338"° Staats-loterij. - INGEZONDEN. gevangenis in aanraking kwam. Trouwens het trot seren van de gevaugenisschap behoort tot oen soort van ophakkerij, die de sociaal-democratie geen stap vooruit brengt. Spr. beweert ook van zijn zijde offers te hobbeu gebracht voor de goede zaak. Nog nimmer, zegt hijheeft Domela Nieuwenhuis meer gedaan deze heefi nooit omdat hij gefortuneerd is, schade moeten lijden in zijn broodwinning. Hartstocht staat bovenal bij de redactie van R. v. J. voor. In het bespreken van brochures gelooft hij niet dat één courant zoo slecht geredigeerd wordt, behalve misschien het Handelsblad. Spr. wijst o. a. op de brochure van een «ingewijde" en op die tegen Van Markenby de laatste plaatste de redac tie zich op twee standpunten en bij de bespreking vau de eerste is Domela Nieuwenhuis in gebreke gebleven zyn tegenstander slechts eenigszins matig te woord te staan. Nadat de heer Vau der Goes nog geruimen tijd op denzelfden voet was voortgegaan, tal van bijzonder heden uit Recht voor Allen aanhalende, den hoer Domela Nieuwenhuis verwijtende, dat ny nooit daar was waar gevaar was, valt de voorzitter hem iu de *ede, wijst op den tijd die verstrijkt de heer Van der Goes heeft reeds ongeveer drie kwartier uur gesproken en zegt hem, dat zijn taktiek niets au- ders is dan om de afgevaardigden te vervelen, pro test te lokken, om alsdan te kunnen zeggen, dat men hem hoewel uitgenoodigd, niet heeft willen lateu uitspreken. Hij verzoekt hem kort te zijn. De heer Vau der Goes: ik ben nog lang niet klaar. De afgevaardigde van den Haag pro esteert tegen de houding van den voorzitter. Men had, zegt hij, alsdan Van der Goes het recht niet moeten geven om te spreken. In naaiu van het vrije woord, ver langt hij dat deze doorgaat. De afgevaardigde van Rotterdam verwijt den heer Van der Goes, slechts insinuaties te gebruiken. «In een vergadering van Belgen of Franscben," roept hij uit, «was je reqds lang de deur uitgebliksemd Verschillende afgevaardigden vragen nu den heer Van der Goes hoe lang hij nog wil spreken. Deze noemt nog tal van onderwerpen op, o. a. de brochure Treub, de zaak-Barnekow enz., waarop do afgevaar digde van Gorredijk den voorzitter aanraadt om waar de heer Van der Goes nu waarlijk genoeg gezegd heeft, dezen verder niet meer aan het woord te laten. De voorzitter vraagt nu den heer Van der Goes of hij niet kort kan zijn, waarop deze antwoordt, dat hy dit niet kan doen, omdat dit niet ligt in het kader van zyn betoog, men heeft feiten gewild, welnu hjj zal feiten geven. De heer Domela Nieuwenhuis merkt op dat het toch alle moeite heeft gekost om den heer Van der Goes in de vergadering te krijgen. Gisteren avond zou hij nog niet komen en daarom heeft hjj Domera Nieuwenhuis, hem schriftelijk gesommeerd om te verschynen, waartoe hy toen nog niet den moed scheen te hebben. De heer Van der Gots: «Dit ia een ontzagge lijke onwaarheid, ik heb alles lang vooruit gereed gemaakt, omdat ik voornemen» was te komen. De heer Domela Nieuwenhuis «Lieg nu niet in •het openbaar De heer Van der Goes «Uw geheele houding is verdachtmaking en lrngen De heer Domela Nieuwenhuia protesteert en de heer Van der Goes protesteert, terwijl de Voorzitter bezig is [delftafel te beharaeren. Eindelijk krijgt Den Haag« nogmaals het woord en blijft er op nandringen, dat den hoer Van der Goes het woord niet wordt ontnomen. Het voorstel van «Gorredyk" om den heer Van der Goe6 niet langer te laten doorgaan, wordt in stemming gebracht en verworpen met 31 tegen 10 stemmen. Aan het verzoek om kort te zijn wordt echter nogmaals door den heer Van der Goes gewei gen gehoor te geven. Hij zegt zelfs in geen half uur te kunnen klaar zijn. Hij stelt echter voor een commissie te benoemen die de verdere grieven zal onderzoeken. Hiortoe wordt besloten. Deze commissie zal bestaan uit leden van den Sociaal Deraocratischen Bond. De heer Domela Nieuwenhuis zegt, dat de heer Van der Goes bij voorbaat reeds heeft uitgemaakt dat zij die niet met hem modegingen bevooroordeeld waren en zich zelf als een moedig man geposeerd om in doze vergadering te verschijnen. Wie het-ft, vraagt hij, Vaa der Goes het recht gegoven om hier namens vele leden op to treden. Wanneer dezen getold zouden worden, zou bet bly- kon hoe pr<»fer hun aantal is. Dat er klachten bestaan tegen het blad, spreekt van zelfspr. zou wel eens willen zien of oen partij blad gedurende een jaar kan geredigeerd worden zonder klachten. Precies hetzelfde wordt in Duitsch- land van do V-orwdrts gezegd. Het redacteurschap van een partijblad is geen benijdenswaardig baantje! Spr. kan cootrolecren de kaualen waaruit Van der Goes heeft geput. Deze agitatie dateert niet van eergisteren maar van het jaar 1889 van het congres te Parijs, waar de Hollanders de woede hebben op gewekt van do Duitsche partijgenooten sinds dien tijd is spr. daar overal verdacht gemaaktinen heoft hem zelfs een anarchist, een verkapten politiespion genoemd. De heer Van der Goes laat zich gebrui ken door een der Duirscbe partijleiders. De heer Van der GoesBewijzen Bewijzen De heer Domela Nieuwenhuis zegt, de hr. Bahl- maun is uw zegsman hij heeft dit zelf tegen myn broer, die geen socialist is, gezegd. Men wil spr. verwijderen om een partijgenoot in do plaats te stollen die onder den invloed is van de Duitsche leiders. De heer Van der Goea hoeft het orgaan verweten, dat het onbemind en onbesuisd is, dat de redacteur laag en niet ter goeder trouw is. De sociaal-democr. partij moet dan wel te beklagen zijn, dat zy tien ja ren zulk een persoon in haar midden duldde. Verder bespreekt' de heer Domela Nieuwenhuis de verschillende 4for den heer Van der Goes ge noemde grieven tegen R. v. A. Als er maar een woordje misplaatst is, zegt hij, trekt men er tegen op; maar hoewel spr. de aan sprakelijkheid draagt, zijn er verschillende zaken ingekomen, waarvan hy niets wist, omdat hy op een propagandareis was.' Wanneer spr. zich had kunnen voorbereiden zooals de heer Van der Goes, hij zou uit diens brochures ook vele inconsequenties kunnen aantoonen. De heer Van der Goes heeft zooveel ge daanteverwisselingen ondergaan, dat consequentie iets anders is dan zijn persoon. Spr. heeft zich altijd van dreigementen onthouden en meermalen in de hoofdartikelen het standpunt van de redactie uiteeugezet. De subjectieve meeningen van den heea v. d. G. acht spr. voor zijn rekening te kunnen laten. Dat men boosA wordt over een artikel waarin een brochure niet wordt aangehaald, door den heer v. d. G. ge schreven acht spr. te zijn auteursnij^elheid. Het ia onaangenaam voor hem, dat zijn brochures zoo weinig verkocht worden, vooral wanneer men een grootheid is van den eersten rang, die zooals hij zelf gezegd beeft te vroeg is geboren. Dat spr. nooit zou geweest zijn op plaatsen waar gevaar was, daarvan weet de heer Van der Goes niots want hij heeft daarvan niets by gewoond en nu komt iemand als by, die een blauwen Maandag in de partij is, alhier over die zaken praten. Nu kan men spr. voor een blagueur of bluffer uit maken, maar wie de grootste is, spr, of de heer Van der Goes, laat hij aan het oordeel van het publiek over. I)e heer Van der Goes sprak ook met minachtiug van spr's gevangenisstraf maar nu is het tooh verma kelijk dat hij de gevangenisstraf van do Duitschers zoo hoog stelt. De dingen wordeu eenvoudig uit hnn verband ge rukt. Spr. heeft nooit beweerd dat hij zooveel voor de party heeft gedaan, de heer Van der Goes lydt in zijn broodwinning, maar ware spr. eerder gevan gen gezet, dan zot hij onterfd zijn geweest en thans veel minder bezitten dan de heer Van der Goes. Waar de tegenpartij erkent dat door spr. het poli tieke leven is opgewekt, de vraagstukken door hem aan de orde zijn gesteld, daar vindt hij het toch kleingeestig dat die eer hem door Van der Goes nog niet eens wordt gegund. Spr. had verwacht, dat de grieven van de heer Van der Gops van ernstiger aard waren. Hij heeft niet veel gehoord, dat hij zich aantrok. De uitspraak onderwerpt hij gaarne «au een commissie, hoewel hy daarvan het voordeel niet inziet. Do heer Van der Goes heeft zich zyn bestrijding zeer gemakkelijk gemaakt. Hij hoeft oen potlood genomen en een jaargang van R. v. A. bestudeerd en komt nu met een portefeuille vol onder zijn arm hier spr. aanvallen. Iedereen zal toch wel inzien, dat een dergolyke taktiek niet opgaat. De langdra digheid van het betoog, de omhaal van woorden is een bewijs van de zwakheid der stellingen. «(Toe juichingen Den Haag stelt nu de volgende motie voor «Het congres gehoord de insinuatie van Van der Goes als zouden de afgevaardigden te onontwikkeld zijn om oeu oordeel te vellen over de theorie van het socialisme, spreekt zijn verontwaardiging ait over de verregaande aanmatiging van deze persoon." Deze motie wordt met algemeene stemmen aange nomen. Stateil-Generaal. Eerste Kamer. Zitting van Dinsdag 24 December 189 L. Het leeningsontwerp is, gelijk als de overige aan de orde zijnde zaken, z nder verzet ot belangrykc discussie aangenomen. Trouwens in de Tweede Kamer was de zaak aan alle kanten bekeken, Do Kamer is daarop tot 11 Januari naar huis gegaan, iets dat zeker velen met ons vreerad zal voorkomen. Jaren achtereen is steeds veroordeeld de onregel matige toestand, waarin de Eerste Kamer door hare woordenrijke zustor aan de overzijde, ten aanzien van do Staatsbegrooting gebracht wordt. Zij heeft z'ch hierover telken jaro opnieuw beklaagd, en de I gegrondheid dier klachten werd algemeen erkend. Hackert bleef baar by, en het was tevergeefs, dat zij haar gedachten met andere dingen trachtte bezig te houden zij keerde altijd tot die herinnering terug. In deze stemming was het haar zelfs onaangenaam, dat Alma haar bezoek liet aankondigenzy zou liefst alleen «ijn gebleven; maar weigeren kon zij haar vriendin niet, zelfs niet onder het voorwendsel van een ongesteldheid. Ook Alma was ernstig, wat bij haar te moer in het oog moest loopen, daa» zij anders altijd uitge laten opgeruimd was. Werner zendt je zyn hartelijkste groeten, zeide zy, haar vriendin de hand reikendehy zal waarschyn- lyk van avond een uurtje komen. Je kunt je over bem niet beklagenbij is oplettender jegens zyn aanstaande, dan je broeder. Bezoekt Kurt je dan zelden vroeg Unica. Ik kan my daarover niet beklagen, man»- je kent zelf zijn kalmte, en koelheid. Wanneer het waar is, dat hij mij bemint, dan moet hij het be wijzen, voor namelijk omdat hij weet, dat hy myn liefde nog veroveren moot. Maar als je hem niet bemint, waarom gaf je hem dan het jawoord zei Unica, verbaasd over deze bekentenis, dio zy voor de eerste maal vernam. Alma haalde zuchtend de schouders op. Waarom antwoordde zij. Ik wildo geen vrede breuk in ons huis verwekken. Wordt vervolgd de moord van den matroos gestraft is een ander boet immers voor deze misdaad. Maar ik denk daar anders over. En dan wil ik nog alleen daarop uw aandacht vestigen, dat ik niet meer zonder een ge weer in het bosch ga wee hem, die het nog eens waagt, een kogel op mij af te sturenik zal hem zeker treffen myn kogel mist zelden of nooit zyn doel. Ik zeg u nogmaalswat gij ook doen moogt, uw lot zult gy niet ontgaan ge hebt tegenstan ders, die gy niet kent en togen wie gij machteloos ■■jijt. f In de «narennende bibliotheekkamrr, die met het kabinet door een portière verbonden was, nat Unica bleek en bevend met toenemende ontsteltenis over de aanklacht nadenkend, die de jager haren broeder in het gezicht bad geslingerd. Geen woord van verdediging was over zijn lippen gekomen Waarom had hij niet de bedienden geroe pen, om dien onbeschaamde te tuchtigen zooals hij het verdiende Waarom Het hij zich dat alles in zyn eigen huis welgevallen, vaÜi zu'k een man Hackert was de ecnige, die haar zekerheid kon geven maar met hem over haar broeder te spreken, daartegen kwam haar trots op. Zou zij er met Kurt over spreken Neen, het was immers te voorzien, dat hij baar niet de waarhei, zon zeggen; en hij moest ook met vernemen, dat zij hoewel tegbn haren wil, geluisterd had. Zij vreesde, dat hq haar verwijten zou, dat zij opzettelijk gespionneerd had, om zijn geheimen uit te vorschen dat zij met Daniël en Hackert samen- spande om hem in het verderf te storten. Hij had haar immers reeds verwijten gedaan, toen zij den ouden trouwon kamerdienaar in bescherming nam zij wist uit ervaring, dat hij ook tegenover haar i ruimschoots zijn driften kon botvieren. Snel besloten stoud zij opzij hoorde haar broe- i der in het aangrenzende vertrek met zware stappen heen eu weer gaanhet was niet raadzaam, hem in dien opgewonden toestand aan te spreken. I Zij wilde do bibliotheek verlaten, en trachtte daar bij ieder gedruisch te vermijdenmaar zooals meer malen gebeurt, wanneer men uiterst' voorzichtig wil zijn, gebeurde het ook baarin het voorbijgaan stiet i ze aan eon tafel, die met boeken en kaarten is bedekt in het midden der kamer stond. De graaf had het gedruisch gehoord. Ontsteld i trad hij binnen en zac het lichte kleed van Unica achter do deur verdwijnen. Woedend st>mpte hij met den voot. Had zij geluisterd en de woorden van Hackert vernomen Of was zij eerst later gekomen, om uit de bibliothooh een boek balen Wanneer zij alle9 gehoord had, dan Maar wat deerde hem de aanklacht van zulk een rr.an Hij nam weder plaats voor de schrijftafel, om zijne bezigheden te hervatten Unica was in haar boudoir gevlucht, maar vond ook hier geen rustdeherinnering aan de woorden van Dit jaar was de Tweede Kamer, vooral door de krach tige leiding van de nieuwen president, met de ge heele staatsbegrooting den 19en December gereed. Indien de Eerste Kamer nu had kunnen besluiten het afdoelingsonderzóek dezo week to doen plaats hebben, waartoe de gelegenheid niet had ontbroken, wanneer zij Maandagmiddag in plaats van Maandag avond ware bij engekomen, dan had de geheele begrooting tusschen het Kerstfeest en Nieuwjaar kun nen worden afgehandeld. Indien dezo krachtsinspanning echter te «root ware geoordeeld, dan schoen het toch de natuurlijkste zaak der wereld, dat in elk geval liet afdeelingson- derzoek voor Januari plaats had. Dan toch vond de Kamer, wanneer zij in de eerste dagen van» het nieuwe jaar terugkwam, den begrootingsarbeid in staat van wijzen. Doch niets van dat alles is ge schied. Alsof de Tweede Kamer niet vroeger dan gewoonlijk met haren arbeid gereed is geweest, komt de Eerste Kanier fyeel kalmpjes d<n lldon Januari terug, om dan met liet afdeelingsonderzoek der begrooting te beginnen, zoodat zij, op de gewone wyze werkende, nog moeite zal hebben do verschil lende hoofdstukken in Januari geheel af to handelen. Te recht hoeft de heer Van de Putte een woord van protigt tegen dezo wijze van werken doen hooren. Do schuld (an de ongrondwettige en onregelmatige wijzo van handelen ligt ditmaal uitsluitend bij de Eerste Kamer. By de behandeling der handelsverdragen met Duitschland en Oostenrijk in de afdeelingen der Belgische Kamer van Vertegenwoordigers is tot dusver gebleken, dat drie afdeelingen voor on drie tegen de ontwerpen zijn en dat vele leden zich ont hielden. De Regeering hoopt ten slotte do onthou ders tot hare zyde over te halen en de verdragen aldus te doen aannemen, zonder dat zij de kabinets- qiiaestio behoeft te stellen. De rechterzijde van den Senaat heeft eene eerste byeenkomst gehouden voor de herziening der Grond wet. Zij heeft hot vraagstuk der reorganisatie van den Senaat onderzocht. Zonder zich eenigszins om de tegenwerpingen, welke van alle kanten tegen hun drijven opdagen, te bekommeren, zetten de Franscho protectionisten huu arbeid voort. Men gaat daarbij met zulk een haast en lichtzinnigheid te werk, dat men reeds deze «reek in twjjfel verkeerde of een amendement ver worpen of aangenomen was. ol|jkens de monnrchale bladen is het bericht der «Daily News" onjuist, dat de graaf van Parijs, den •cn vrucht baren strijd tegen de republiek moede, alle politieke werkzaam heden wilde staken en er toe zou overgaan de royalistische comité's iu do departemen ten ontbinden. Bij de mededeeling van deze tegenspraak verklaart de «Figaro" zich gemachtigd tot de verklaring, dat de graaf van Parijs bij de tegenwoordige stemming der gemoederen een bevrediging of een verzoening, hoedanig ook, roet den tegen woordigen regeerings- vorm niet mogelyk acht. Voor het oogenblik alzoo wil de pretendent het hoofd nog niet buigen voor de republiek. Wat er later zal gebeuren, is af te wachten. Dat een ver zoening der royalistische partij met de repubilek in de toekomst niet tot de onmogelijkheid behoort de verklaring van den Figarowelke niet langer van een onwrikbaar vertrouwen in het beginsel der mo narchie gotuigt, doet het vermoeden. Voorloopig alzoo volhardt de graaf van Parijs by xyn .politiek. Zijn comités gaan voort aldus spot de Temp» de verkiezingen voor te bereiden met dezelfde energie en zonder twijfel... met hetzelfde succes. De werkstaking der Berlijnscbe boekdrukkers duurt voort. De beloofde onderstand komt geregeld aan en van den steun der Engelsche «trade-unions" is men verzekerd. Do Duitsclie wenklieden-veweoi- gingen verleenon hare medewerking. Ir. eene byeenkomst der voornaamste patroons van Leipzig is besloten, alleen het algemeen tarief van 1890 te .erkennen en zich niet aan de eisohen der werkstakers te onderwerpen. De toestand is van BiDBligen aard. Bij de Woensdag op bet Vaticaan gehouden re ceptie antwoordde de Paus ongeveer het volgende op de aanspraak van den kardinaal Lavalette. Het is om te gehoorzamen aan den plicht van myn apostolisch ministerie en gevolg te zeven aan mijne levendige begeerte om een groot deel van de lijdende menschheid te helpen, dat wij besloten hebben de moeielijke quaestie te behandelen welke de sociologen verdeeld houdt en waarbij zich zulke groote bezwaren hebben opgehoopt. Wij hebben eene wezenlijke op lossing voorgesteld in onze encycliek, zonder daar mede onze taak geëindigd te achten. Ten einde oene toenadering tusschen patroons en werklieden te bewerken, richtten wij ons tot (le Fran sche bedevaartgangers. Wij wisten, dot overal eene beweging tot het houden van bedevaarten in gaug was, (toch deze beweging werd plotseling op onwaar dige wijze gestuit. Men moet vooral beduchtheid koesteren voor de menigte, welke van de Kerk ver wijderd blyft, want daar vindt men de oproerigen. Het woord van den Paus is dat van vrede en recht vaardigheid. In den verderen loop zijner rede herinnerde de Paus aan de banden tusschen werklieden en patroons; hij beval hun aan elkander niet te bestrijden, maar als broeders te beminnen. Wanneer de Paus op zijne werkelijke onafhankelijk heid aandrong, dan bewees hij daardoor een bijzon- deren dienst aan de zaak van orde en vrede, maar de vijanden van het pausdom wilden het vernederd zien en bestreden zijne edelste ondernemingen. Men had evenzeer getracht de heilzame werking van den Paus in het vraagstuk der afschaffing van den slavenhandel legen te werken. De Paus zal niettemin voortgaan met zijne zonding, hem door de Voorzienigheid in de wereld opgedragen, eene zending van vrede en heil, voor het welzijn van hen die het pausdom bestrijden. Het ontslag, door den Luitenant-Gouverneur van Quebec (eene der provinciën van hr-tCanadasche Bonds- rijk) aan het ministerie Morcier gegeven, is thans ge volgd door het optreden van oen conservatief Kabinet De Boucherville. Algemeen wordt dit voor sterk ge houden, vooral ook omdat het zoogenaamde ultramon- tannsche element goed vertegenwoordigd i*. l)e leus liberaal en Roomsch één, zal dus niet bij do verkie zing van een nieuw Parlement gehoord worden zooals bij hot ministerie Mercier het geval was. Men verwacht thans, dat de conservatieven de meerderheid znlleu bekomen. Het nieuwe Kabinet zal beginnen met eene leeuiug van twee raillioeu dollars uit te schrijven, daar de schatkist leeg is en het vorige Kabinet 1 250 000 dollars op ougeoorloofde wijzo heeft besteed. De optreding van bet nieuwe Kabinet is gevolgd door het verschijnen van een extra nummer van do «Official Gazette", do benoeming aankondigend eener koniiiklyke commissie die een onderzoek zal instellen naar al do knotderijeu van het vorige Gouvernement gedurende de laatste vijf jaren. Een groot aantal getuigen zullen gehoord en alle openbare uitgaven worden nagegaan. Intusschen begint de party des heeren Mercier thans beschuldigingen over geld verduistering tegen den Lui tenant-Gouverneur te richten. Maar daar deze, als hoofd van den Staat, nooit zonder de hulp vau een minister een besluit kan nemen, maken dergelijke be tichtingen niet byzonder veel iudruk. Met het optreden van -het nieuwe Kabinet in de provincie Quebec zijn thans in alle Staten van het Canadascho Bond->rijk do conservatieven aan het be wind. Een ou ander zal niet zoftder invloed zijn op het Rijksgouverneraent te Ottawa. Mijnheer de Redacteur De heer D. C. W. van der Laar noodzaakt ray op de brandgeschiedenis terug te komen, iets wat ik gaarne nagelaten had. Laat mij beginnen, M. de B,. U te zeggen, dat ik geen letter terugneem van hetgeen ik in Uw blad van den 23«» December jl. schreef. En nu het artikel van den heer van der Laar. Wat is de quaestie? Die is eenvoudig deze: I. welko spuit was het eerst op de-plaats des onheüs en 2. welke spuit gaf het eerst water De eerste vraag beantwoordt de heer van der Laar zelf in het voordeel dor militaire spuit, en de tweede ook; want de vraag is niet, welke spuit gaf het eerst de gfoatste hoeveelheid water, maar welke spuit gaf Ret .eerst .water, sjj (het pok xooals de heer van der Laar met welwillendheid opmerkt oen arm zalig waterstraaltje; toen was het water met emmers in de aanjager aangebracht en dus niet voldoende. Eenige oogenblikken daarna, gaf de militaire spuit voor de tweede maal voor het eerst water, hetgeen den heer van Berkel, Mr. smid alhier die in de meening verkeerde, dat do militairen niet het eerst waren aangekomen - aanleiding gaf tot den heer van Goer f— naar ik meen wethouder te zeggen *kjjknu geven de militairen toch nog het eerst water." Bij voorkour laat iè hier de getuigenis van militairen van hoogeren of lageren rang buiten sprake. Maar waarom maakt de hoer van der Laar geen gewag van het feit, dat de militaire spuit veel eer der en, aanvankelijk »eel meer water zou gegeven hebben, ware het niet dat oen burger haar daartoe moedwillig de gelegenheid bad afgesneden Ik mag niet aannemen, dat dit do aandacht van den heer van der Laar, die het werken der militaire spuit blijkbaar met belangstelling gevolgd hoeft, ontsnapt is. Voor zoover mij bekend en een nader door mij ingesteld onderzoek heeft mij doen blijken dat dit het geval was was de eerste order, die de militaire spuit ontviug, die van den waarneraenden burgemeester, deu heer Koning, om de stalhouderij der Wed. Blom nat te houden. Aan die order is onmiddelijk voldaan, zooals wij militairen trouwens gewoon zijn, eene gegeven order onmiddelijk op te volgen. Zoolang men als commandant eener spuit geeno bepaalde oPder ontvangt, spuit men daarheen waar het gevaar het groo||t schijnt. Wordt iemand onder die bedrijven nat - wat ik gaarne erken dat m een Decerabercacht niet byzouder prettig 18 Ja daar *9 niet veel aan te doen. Ik vermoed echter, dat hetgeen de heer van der Laar schrijft ever het nat worden der post ia de poort naast het huis van den heer Omgert, plaats had toen de militaire spuit achter de kazerne plaats had genomen, en vandaar dè achterzijde der brandende perceelen, zoomede de houten loodsen tusschen de brandende perceelen, en de kazorne ouder water nam. Ja! daar is niets aan te doen. Eene spuit kan bij een brand, zoo dreigend als deze, moeielijk ophouden water te goven, omdat een stuk of wat menschen al waren het honderd nat worden. Do brand blus3chen, dat alléén is de zaak en worden daarbij enkele menschen nat of zelfs gewond (zooals bij deze gelegenheid het geval was met een der militairen), dat moge onaange naam zijn, maar mer. pruttelt daar niet over. Of zou do heer van der Laar denken, dat de militairen, die de spuit op de achterplaats der kazerne be dienden en daarbij water kregen van de spuit die de brandperceelen van voren bespoten, niet nat wer den. Ik heb dat beter gezien, ik heb een sergeant- majoor der infanterie gezien, die meer op een ijspop dan op^ een in uniform gekleed mensch geleek, maar hij evenmin als een ander der militairen, heeft ook maar met een enkelen kik geklaagd, ofschoon het wel als een onorastootelijk feit mag aangenomen worden een natte militair zich even onaangenaam gevoelt als een natte burger. Reeds te veel plaatsruimte, M. de R. vergde ik van Uwo welwillendheid. Ik zal op deze zaak niet ver der terugkomen, maar breng alvorens te eindigen gaarne mijn dank aan het billijkheids—gevoel van den heer van der Laar, dat hem openlijk in uw blad deed orkenueii, dat de militaire spuit het eerst op de plaats des onheils was en het eerst water gaf zij het dan ook (volgens ZEd.) een armzalig water straaltje. Gouda, 25 December 1891. De Luitenant-Kolonel, Garnizoens-Command., M. de SITTER. 4e Klasse. Trekking van Maandag 28 December. No. 5189 en 10287 1500. No. 10125 en 18634 1000. No. 15617 400. No. 372, 6366, 5745, 7328, 10866, 13309 en 15747 100. Prjjzen van 65. 8 2874 5796 8398 11502 13728 16026 18691 56 2932 5633 8406 11596 13736 16073 18695 110 2949 5917 8442 11612 13750 16100 18697 126 2972 6003 8449 11656 13784 16132 18711 213 3008 6015 8461 11667 13974 16233 18719 219 3011 6038 8697 11677 14056 16261 18745 291 3061 6060 8726 11721 14069 16271 18796 349 3072 6093 8728 11726 14078 16363 18812 415 3091 6140 8806 11756 14080 16424 18824 413 3098 61.56 8842 11821 14120 16425 18865 435 8221 6161 8846 11831 14131 16457 18929 654 3314 6253 8870 11877 14135 16473 18977 762 3324 6888 9007 11967 14236 16515 19050 786 3420 6590 9031 12085 14245 16556 19126 795 3467 6522 9237 12097 14276 16580 19221 808 3543 6680 936' 12123 14288 16612 19231 851 3553 6701 9387 12224 14311 16634 19240 870 3593 6706 9440 12245 1433. 16706 19256 912 3614 6746 9481 12294 14362 16721 19291 927 3637 6769 9486 12320 14465 16728 19321 1120 3646 6784 9487 124G4 14523 168*42 19333 1172 3674 6833 9507 12449 14561 16880 19341 1287 3691 8837 9599 12486 14586 16896 19399 1271 3706 6886 9730 12548 14591 16997 19434 1354 3730 6913 9740 12598 14605 17007 19459 1372 3804 7001 9815 12601 14622 17031 19461 1386 3815 7017 9893 12693 14637 17050 19505 1438 393S 7024 9929 12742 14659 17141 19524 1488 3972 7066 9974 12762 14668 17196 19547 1515 4028 7098 9992 12766 14672 17253 19560 1608 4128 7119 10013 12786 14829 17269 19633 1687 4136 7226 10016 12804 14S69 17337 19688 1720 4145 7246 10020 12813 14875 17357 19685 1770 4185 6o56 10063 12871 14915 17404 19810 1780 4244 7373 10114 12880 14962 17448 19842 1808 4280 7404 10299 12917 15078 17489 19843 1828 4293 7424 10311 12988 15133 17671 19-86 1898 4379 7437 10376 13028 15187 17681 19986 1922 4440 7528 10395 13042 15208 17716 20044 1967 4483 7531 10396 13054 15287 17765 2014

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1891 | | pagina 2