Buiteulanüscb Overzicht. Van April 1881 tot 1 April 1891 lpopt haar eerste decennium. Over dit tijdperk heeft nu de directeur der in stelling, de heer Armand Ph. Sassen, een overzicht bearbeid, dat tot in byzonderhederi, een nauwkeurig beeld geeft van haar werking en invloed gedurende dit tiental jaren. Zooals wij reeds meldden is het jaarlijksch bedrag der bij de postspaarbank ingelegde gelden van jaar tot jaar aanzienlijk toegenomen. Over het eersto jaar was dit bedrag nog slechts 858.000 eu op 1 April 1891 was het reeds ge klommen tot de aanzienlijke som van bijna 22 rail- lioen gulden. Nu rijst bij deze cijfers al terstond de vraag of dit hooger bedrag van inleg bij de Post-Spaarbank niet verkregen wejd ten koste van den inlog bij de Dog al talrijke particuliere Spaarbanken. En als antwoord op deze vraag vinden wij dan ook in het tienjarig overzicht enkele gegevens. Melding wordt nl. gemaakt van een 49 tal par ticuliere spaarbanken, die in het tijdvak 18801888 werden opgeheven omdat iu die plaatsen «door de oprichting van een Rijkspostspaarbank voldoende ge legenheid tot sparen" gegeven was. Doch hiertegenover staat weer het feit, dat de stijging van het aantal boekjes op 1000 zielen, voor de Rijkspostspaarbank over het tijdvak 18851888, slechts van 25 tot 44 en voor de particuliere banken over hetzelfde tijdvak van 63 tot 72 bedroeg, terwijl ook na 1881 nog eenige particuliere spaarbanken zijn opgericht. Hieruit blijkt dus, dnt in die jaren het bedrag der ingelegde spaarpenningen in het geheei aan zienlijk is toegenomen. En dit verschijnsel is te belangrijker, daar uit de desbetreffende statistieken met vrij groote zekerheid kan worden geconcludeerd, dat de meerderheid van deze inleggers, althans bij de postspaarbank, gevon den wordt onder den z. g. derden stand, en voor een klein deel ook nog onder den z. g. vierden stand. 3C0, met 120 predikanten. Meer dan 100 oefenaars zyn reeds door de olassikalo vergaderingen onder zocht en toegelaten. In de Duitsche «Reichsanzeiger" wordt nog eens de aandacht gevestigd op het feit, dat ook in het tijdvak van Nov. 1889 tot Nov. 1891 weer tal van schepen voor de Duitsche Rijn scheep vaart op Neder- landsche werven zijn gebouwd. Vroeger geschiedde dit, omdat de Duitsche werven niet tegen de Nederlandsche op konden, maar het geschiedt ook thans nog nu de groote inrichtingen in Duitschland, wat den bouw van Rijnscheper, be treft, niet meer bij de Nederlandsche ten achter staan. Deze voorkeur in Duilschland aan de Hollandsclie werven gegeven, is uiet alleen te danken aan het 1 gebruik van goedkooper materiaal, maar ook aan de gemakkelijkheid in de betaling, die den kooper in Holland toegestaan. De dadelijk te betalen som is hier betrekkelijk gering. De rest van de koop- som kan in termijnen worden betaald en het schip wordt als pand gegeven of wél de bouwmeester treedt als deelnemer in do reederij van het schip op. Het blad geeft nu den raad, dat men ten minste j bij bestelling van een schip aan een Nederlandsche werf, de voorwaarde stelle, dat zooveel mogelijk Duitsch materiaal voor den bouw worde gebruikt. Het aantal doleerende kerkeu bedraagt thans Men weet, zegt de Nederlander", hoe de heer Mackay als Minister van Koloniën den Gouverneur van Suriname, de Savprnin Lobman, door dik en •dun verdedigde. Zijne tactiek daarbij was o. a. dien Gouverneur voor te stellen als een man, die met ijzeren wil de misbruiken op het gebied der belas tingen aantastte- en daardoor zich den haat van velen die op dat punt niet zuiver waren, op den hals haalde. Zoo deelde de Minister in de vergadering der Tweede Kamer van 16 Januari 1891 met ophef mede, dat de Gouverneur nu had woten gedaan te krijgen, dat betere aaus'.agen voor de persoueele belasting werden vastgesteld. «Eerst kort geleden", zeide de heer Mackay, «heb ik de opgaven ontvangen en het heeft mij getroffen, dat de aanslag voor allen 90 en 100 pet. hooger is dan vroeger het geval was. Daar mede heeft de Gouverneur dan ook de «Corde Sen sible" aangeraaktdoch ik breng hem hulde voor hetgeen hij in die richting gedaan heeft." Welk een man, die Gouverneur van Suriname l zou men na zulk eeue mededeeling geneigd zijn uit te roepen, en men verwachtte i.u natuurlijk, dnt de opbrengst in het dienstjaar 1890, hetwelk de Minis ter bij zijne mededeeling op het oog had, 90 a 100 pet. hooger zou blijken te zijn dan het vorige jaar. Rn ziet, uit de mededeeling van den Gouverneur van Suriname bij de begrooting voor 1892 bleek inte gendeel, dat de personoele belasting nooit zoo weinig had opgebracht als juist in dat beroemde jaar 189U. Opheldering van dit verwonderingwekkend feit werd bij de mondelinge behandeling der begrooting voor 1892 in de Kolónialo Staten gevraagd, eu door den administrateur van Financiën verstrekt. Het bleek nu dat de Gouverneur aan den Minister had medegedeeld, dat door de commissie voor de perso- neele belasting 439 personen verhoogd waren en dat de verhooging gemiddeld 91,7 pet. vaa het Aange geven bedrag was geweest. Men had hier dus te dotn met een gewoon ver schijnsel, dat lolken jare voorkomteen aanslag tot een hooger bedrag dan door sommige belastingschul digen zeiven was aangegeven. Hoe de Minister Mackay er echter toe ge kernen is, vooreerst om mede te doelen, dat de aanslag 90 en 100 pet. hoo ger was, dan vroeger het geval was, en ten tweede om te zeggen, dat dit voor allen zoo was, blijft eeu raadsel, ook al noemde de administrateur van Fi nanciën het een zeer goed verklaarbaar en verschoon baar misverstand. De gunstigste verklaring voor den Minister Mac kay is (leze, dat hij op buitengewoon vluchtige wijze van het schrijven van den Gouverneur van Suriname heeft kennis genomen. Maar dan treft dien Minis ter toch de blaam, dat hij, zoo luchtig en vluchtig to werk gaande, er geen bezwaar in zag, eene ern stige beschuldiging tegen de ingezetenen van Suri name uil te spreken, om den Gouverneur Lohman te kunnen verheffen. Zoo is dan gebleken, dat, terwijl van de zwarte debetzijde van het bestuur van den Gouverneur Loh man niets afgaat, de 'creditzijde, die zijne vrienden er tegenover stelden, haar belangrijksten post heeft verloren. De rykstelogrnfen hebben sedert de vorhooging van bet binnenlandïcK tarief in 1686 eene hooger© opbrengst gegeven, liet voordeelig verschil was in 1890 lot ongeveer 2 ton gestegon. Hieruit volgt intussohen geenszins, dat de hoogero prys der telegrammen niet nadeelig heeft gewerkt op het verkeer. De hoer Linckens, ambtenaar by het departement van waterstaat, toont in het laatste nummer van het JournalséUgraphique, dat door het internationaal bureau te Bern wordt uitgogeven, uit de officieele cijfers aan, dat bij het bicnenlaudsch telegrafisch verkeer achteruitgang valt waar te nemen. Er zijn in 1890 155,000 binnenlandscho telegram men meer gewisseld dan in 1886 en 213,000 meer dan in 1881. Mnar bij do buitenlandsehe telegram men was het gunstig verschil vau 1890 met 1886 357,000 en met 1881 539,000, dus een aanzienlij ker stijging, zoowel volstrekt als betrekkelijk, want het geheele aantal binnonlandsche bedroeg iu 1881 1,972,158 en die naar en van het buitenland ver zonden slechts 1,057,697. Op elke 1000 inwoners was het getal dépêches: Binnenland. Buitenland. 1881 479 257 1886 462 282 1890 479 '49 Voor het buitenlandsch verkeer dus een zeer sterko toeneming bij verlaagde tarieven, in het binnenland volstrekt geen vooruitgang. Integendeel achteruit gang. Want sedert 1881 is hier te lundo het getal telegraafkantoren van 418 tot 754 vermeerderd, dus met 336, waarvan 226 van de rijkstelegraaf. Die nieuwe staatskantoren hebben in 1890 246,992 be taalde depeches behandeld. Ware nu de omzet by de 418 oude kantoren in gelijke evenredigheid als de bevolking toegenomi n, dan zouden daar alleen in 1890 2,188,107 depeches moeten zijn verzonden. Maar het gehoele aantal biunenlambche was slechts 2185116 zoodat er aau de oude kontoren ongeveer 250000 telegrammen minder zijn geweest dan in 1881. Wel is de opbrengst per telegram door de tariofverhoo— ging gestegen met ruim 1,6 cent, rauar de schat kist zou in 1890 toch 38.500 meer hebben ont vangen dan werkelijk het geval is gewoost, wanneer het telegrafisch verkeer gelijken tred had gehouden met de bevolking en het tarief niet ware verhoogd De slotsom is dan ook volstrekt niet gewaagd, dat het verhoogd telegramtarief belemmerend heeft ge werkt op de ontwikkeling van hot telegrafisch ver keer. De paar ton, die de Staat meer dan in 1886 ontvangt, komen dan ook bijna uitsluitend uit het verkeer roet het buitenland. Hoezeer ook iu het binnenland höt verkeer tóe-"" neemt als de tarieven laag blijven, toonen do pos terijen. Het getal overgebrachte binnenlandsche brie ven is van 1881 tol 1891 van 44 tot bijna 5lmil- lioen vermeerderd, het getal briefkaarten zelfs van 15 tot 26 millioen. Zal nu de regeeriug weldra tot het inzicht komon, dat verlaging van het binuen— landsch telegramtarief noodzakelijk is? Naar aanleiding van do uitzetting van den Fran- schei» journalist Chadourne uit Bulgarije, herinnert de Hamb. Corresp. aan een voorval, dat te Petersburg voorviel met een Amerikaan tijdens de heer Curtin daar gezant was, Een correspondent van een der groote Amerikaan- scho bladen bracht, pas in Rusland aangekomen, den gezant een bezoek en verzocht dezen hem aan den. klaren, terwijl we nu onze schulden allen stipt betalen. Zal iemand vragen, van waar wij het geld genomen hebben? Het succes beslist, Theodoor; wie het succes aan zijn zijde heeft, die kan aan het oordeel der openbare meening gerust het hoofd bieden. En wauner het eens mislukt is? Ja, dan weet ik niet, wat ons de toekomst zal baren. Voor jou ben ik niet bevreesd, jij zult wel vooruit komenmaar Flora baart miju zorg. Flora zou in betrekking moeten gaan, tot Adlerberg een toereikend inkomen heeft. Adlerberg? vroeg de bankier. Wat heeft hij.... Flora bemint hem. Ik heb nog eeD woord mede te sproken, ant woordde de bankier outevreden. Wie is die barou Von Adlerberg? Ik ken zijn vader niet; zijn oom bezit niets, en hij zelf wil als klerk bij mij in dienst treden. Wanneer hij een flink mensch is, dan zou ik niet weten, wat op die verbuidtenis viel aan te merken, zeide Theodoor kalm. En welke aanspraak kunnen wij nu nog maken Er werd geklopt, en Paul Vetter trad binnen, nog altijd de oude, levendi: eu opgeruimd als altijd. Men ziet u in 't geheel niet meer, zeide hij tegen Theodoor. Maar ik kom wegens een kleine geldzaak, heeron Gij weet dat ik geërfd heb. Een gedeelte heb ik in de zaak van mijn schoonmoeder gestoken, maar nu weet ik niet, wa* met het andere gedeelte moet aanvangen. Koop staatspapieren, zeide Theodoor dat is tegenwoordig de beste geldbelegging. Dat kan zjjn, maar voordeelig is het niet, want ze staan hoog. De Beurscouraut bevat oen zeer gunstig bericht omtrent da Bouwbank. De aandoe- len staan zeer laag, en als het dividend inderdaad goed uitvalt.... Om 's Hemels wil, blijf buiten dien zwendel, riep Theodoorgij zoudt uw kapitaal reddeloos zien verloren gaan. Nu, dan Diet! Maar ik zit met mijn veertig duizend gulden, voor u een bagatel, maar voor mg een vermogen. Het zou mij aangenaam zyr., wan neer u de goedheid wilde hebben, u met het koopen van papieren te belasten. Wij houden ons daarmede niet gaarne bezig, antwoordde Theodoor schielijk. De oude heer schudde afkeurend het hoofd. Waarom wees Theodoor de zaak vau de hand Het was gereed geld, dat in do tegenwoordigo crisis de zinkende hulk boven water kon houden. Maar Theodoor wilde Paul's vermogen niet aan het zinkende vaartuig toevertrouwen, daar het mot de schipbreuk ten gronde kon gaan. Wanneer je heden namiddag aan de beurs wilt komen, dan zal ik je gaarne een handelsvriend aanbevelen, op wiens rechtschapenheid je staat kunt maken, zeide hij. Hij zal je wei raden, welke pa pieren je moet koopen. Hartelijk dank, antwoordde Paul. En nu wil ik u niet larigur storen, hoeren; tiid is geld. Theodoor volgde zijn vriendiu den corridor bleef Paul staan. Je vader was erir afgemeten, zeido hjj; waa mijn bezoek hem onaangenaam? Ik zou daarvoor geen reden weten, antwoordde Theodoor; maar je weet dat iodere zaak hare be slommeringen medebrengt. Eu jij bent ook niet meer de oude! Ik? Nu ja, die beslommeringen treffen ook mij; maar laten we daarover niet spreken. Hoe bevalt je het echtgerootschap? Opperbest! Weet je wat: trouw ook, rcge waarde; dan kan jo zingen: wie een lief vrouwtje heeft verworven, dio is gelukkig op deez' aard. Je hebt geen moed, dat is de fout. Dus tot heden middag aau de beurs, tot ziens. Die man is een dwaas, zei'Je de bankier, die zijn ergernis nog niet was te boven gekomen. Hij was altijd zoo, antwoordde Theodoor be daard maar ik benijd zijn geluk en zijn humor. Kom. geluk is vergankelyk.... Zeker, wij hebben er het bewijs van gegeven, zeide Theodoor op bitteren toon. Je hadt het geld moeten aannemen. Wij kun nen evengoed als ieder ander de papieren koopen. Wordt vervolgd.) Czaar voor te stellen. De gezant antwoordde, dat dit niet kou gebeuren, maar do keizer was to zien als hij 's morgens uitreed. Den volgenden dag be vonden zich de beide Amerikaansche heeren op <ie plaats, waar de keizerlijke sleden moesten voorbijko men. Reeds te voren boog de Czaar vriendelijk toen hij Curtin zag. Deze boog diep en nam zijn hoed af, maar zijn landgenoot bleef met bedekten hoofde staan. «Waarom hebt ge uw hoed niet afgenomen vroeg de gezaui. «Ik gevoel mij niet verplicht, mijn hoed af to nemen voor iemand die ik niet ken", ant woordde de journalist. Den volgenden dag kreeg don heer Curtin een hoffelijken brief van vorst Gortschakoff, met het verzoek aan het Ministerie van Buitenlandsehe Zaken te komeu. «Mijnheer Curtin", zeide de vorst, «gis teren is opgemerkt, dnt de heer, die bij u was, zijn hoed ophield toen de Czaar voorbijkwam. Dit is zeer zeker uit verstrooidheid geschied?" De ver tegenwoordiger der Unie, te trotsch en te eerlijk om verontschuldigingen te maken, antwoordde «Uwe Doorluchtigheid 1 Deze heer heeft zijn hoed opge houden, omdat hij dat verkoos J" Vier en Twintig uui later ontving de Amerikaan een ambtelijk stuk in du Russische taal hij ging hiermede naar deu gezant om het te laten vertalen. «Waarde vriend", zeide Curtin, hierin wordt u eenvoudig medegedeeld, dat gy «verlof" hebt, Rusland binnen enkele uren te verlaten en ik kan u niet beter raden, dun dadelijk te vertrekken!" «Ik? Nooit!" riep du journalist. «Ik ben een vrij Amerikaansch burger en zal blijven zoolang het mij bevaltDenzelfden middag hield voor zijn woning een slede stil, door gendarmen ge ëscorteerd, de politiebeambten pakten er den Ameri kaan inet zijn pagage mot geweld iu en vooruit ging hét naar het station, waar andere gendarmen voor de verdere begeleiding naar de grenzen zorgden." Het merkwaardigste blad van Amerika is zeker wel ^e Broadax te Pittsburg in Penrisylvauië ver schijnend, welk blad de langdurigste abonnementen ter wereld heeft. Volgens do Kölnische Volkszeitung wordt dit blad door een neger van denzelfden naam uitgegeven, dio tegelijk redacteur, zetter, corrector, drukker en expediteur i9. Het wordt verzonden al naar den lust van den uitgever. L)e Broadax is een politiek republikeinsch blad en kost jaarlijks 1 dollar. Daar de zotter over zeer onvoldoend materiaal be schikt, ziet het blad er zeer vermakelijk uithij begint met een zekere lettersoort en gebruikt tot alle letters op zijn, daarna neemt hij eeri volgende soort en zoo door. Is de courant afgedrukt dan lijkt het meer een proefblad vau een letterfabriek. Op spelling en juiste schrijfwijze wordt niet gelet. Is er weinig nieuws medo te deeleu, dan doopt de redacteur eenvoudig zijn hand in den drukkersinkt en muakt zoo een afdruk op het papier. Het is ge beurd, dat maanden lang het blad niets anders dan dezen afdruk bevatte, zonder dat- een der lezers zich beklaagde. Zij waren met dit teekon van leven tevreden. De abonaés die betalen ontvangen het blad nooit, liet wordt daarentegen kosteloos ondor de negerbevolking van enkele streken verspreid. De Broadax bezit onder do negers voel invloed. Vele politici te Washington steunen daarom dan ook den redacteur. Deze neemt echtor nooit Cribes (omkoopingsgelden) aan. zooals vele andere bladen, maar stelt den senatoren en andere politici, die door hem weuschon te worden aanbevolen, voor, een abon nement voor langen tijd op zijn blad te nomeu, te gen vooruitbetaling natuurlijk. Op deze wijze heeft liet blad abonnementen voor 100, 200, 300, 400 en 500 jaar. De senator Quay heeft echter het langdurigste abonnementhet vorige jaar heeft lig zich voor 900 jaren geabonneerd, welk feit met waardeering iu de kolommen van do cou rant werd vermeld en als een navolgenswaardig voor beeld werd geprezen. Tijdgordels. De Nederlandsche spoorwegmaat schappijen hebben verlof gekregen met den zomer dienst den inwendigen dienst te regelen naar den zoogenaamden zóuentijd, hetgeen voor ons land den localen tijd van Greenwich zou wezeu. De dienst regeling voor het publiek zal echter evenals tegen woordig den Am8terdaraschen tijd ten grondslag hebben. Zooals bekend is worden onze maatschappijen door den Verein Deutscher Eisenbahn-Verwaltungen, dat dé invoering vau gordel- of zönentijd voor hare leden verplichtend stelde, tot dezen maatregel gedwongen. De aswenteling van onze aarde veroorzaakt, dat elke graad verschil in lengte een tijdverschil tenge volge hoeft van 4 minuten. Te Berlijn is het dus ongeveer 34 minuten later, te Parijs omstreeks 10 minuten vrorger dan te Amsterdam. Hel is duidelijk dat dit tijdverschil groote bezwn- ren oplevert bij spoorweg- en telegraafdieest. Europa eu Noord-Amerika hielden er tal van spoorwegtijden op na. Dit verschil in spoorwegtijd was niet alleen lastig, vooral op overgangsstatious, maar ook gevaar lijk. Het herleiden van* den spoorwegtijd tot den localen tijd gaf dikwijls aanleiding tot belangrijke fouten, waurvau ongelukken of verwarring het gevolg waren. Om deze moeilijkheden nu in het vervol* te voorkomen, werd voorgesteld oen wereldtyd aan te nemen Iu 1883 werd deze zaak dan ook op het congres voor graadmeting te Rome behandeld en werd besloten deu localen tijd van Greenwich als wereldtijd aau te nemen. Aan "dit voorstel waren echter groote practische bezwaren verbonden, zoodat hut nimmer ten uitvoer is gebracht. Het tijdver schil is op plaatsen, ver oostelijk of westelijk van Greenwich gelegen te groot, om het gebruik van deu tijd van Greenwich in deze plaatsen toe te laton. Was liet bijv. te Greenwich 12 uur, dan zou het te Weeuen 1 uur b*/* min. zijn, te Petersburg 2 u. 1 m., te Melbourne 9 u. 40 ra^; te San Francisco echier 3 u. 50 m. des morgens, te New-Orleans 5 u. 59 min. en te New-York 7 u. 4 m. in den morgen. Overtuigd van deze bezwaren kwamen gelijktijdig het Meteorologisch Genootschap te New-York en de heer Sandford Fleming, hoofdingenieur van den Ca nadian-Pacific met het voorstel voor den dag om de aarde iu tijdgordels te verdoelen en den tijd binnen doze gordels te regelen naar don localon tijd der plaatsen gelegeu ouder een meridiaan, die midden over het gordelgebied loopt. Nog werd voorgesteld 24 van deze gordels aan te nomen, ieder 15 graden breed, zoodat de tijd in twee aangrenzende gordolgebieden juist 15 X m- 60 min. zou verschillen en dus de klokken over de geheelo aarde altijd hetzelfde aantal minuten zou den aangeven. Op de oostgrens van het gordelge bied zou dus de tijd oen half uur na, op de west grens een half uur voor gaan op den locaaltijd. In do praktijk zou het natuurlijk ondoenlijk zijn de gordels juist langs de meridianen te trekken, men zal dus met de politieke en uatuurlijke grenzen, bergen en rivieren enz., Tekening moeten houden, in Europa zouden dus gowooulijk slechts nationali teiten van elkander gescheideu woruen. Alleen zal in dit geval het feitelijk tijdsverschil binnen eon gordel wol eons meer dan één uur bodragen. De tijd in den eersten gordel, do wereldtijd, zou bepaald worden door den meridiaan van Greenwich van hieruit zou deze tijd dagelijks over de geheele wereld bekend kunnen worden gemaakt. De spoorwegen in de Veroenigdo Staten hebben dit stelsel reeds in 1883 aangenomen en rekenen nu slechts naar den Eastern time (oostelijkeu tijd), den Central time (centralen tijd), den Mountain time (Rotsgebergte tijd) en den Pacific time (Groote Oceaan tijd), welke tijdeu door de meridianen op 60, 75, 90 en 105 graden W. L. vanj Greenwich worden bepaald. Zweden eu Japan hebben het systeem ook reeds ingevoerd. De Oostenrijksche spoorwegen eveneens sedert 1 October, tie Duitsche alleen voor den inwendigen dienst sodert Juai. Met April zullen de Zuid-Duitsche spoorwegen het voor den in- en uitwendigten dienst aannemen, eji Beieren en Wur- tenberg zullen het voor den post- en telegraafdienst invoeren. De Belgische staatsspoorwegen nemen het systeem met Mei aan. De namen aan de verschillende gordols te geven, zullen nog wel eenige moeilijkheden veroorzaken het beste zal zijn een congres voor dat doel bijeen te roepen. Waarschijnlijk zal de Zvvifsorsche regee ring zich met deze taak belasten. In ons land zou het verschil van den Amsterdara- schen en dien van Greenwich met den localen tijd vau Sluis bedragen respectievelijk 58/4 m. en 13s/4 voor Vlissingen 5J/8 en 14' '6, Rotterdam lV»enl8, Amsterdam 0 en IS'/g, Arfthera 4 en 20,/8 en Gro ningen 68/4 en 261/, minuten. Voor het westen bedraagt dus het grootste verschil ongeveer 138/4, voor het Oosten ongeveer 27 minuten. Bij dit voor stel voegde de heer Fleming nog een ander, om nnmelijk voortaan de uren niet »an 1 tot 12, maar van 1 tot 24 te tellen, zooals reeds in Canada en gedeeltelijk ook in de Unie geschiedt. De ingenieur Waller, aan wiens artikel iu het Handelsblad wij het bovenstaande o ïtloenden, dringt er op aan dat de Nederlandsche regeering mede zal werken het bedoelde systeem 'van tijdgordels ep doorloopende dagverdeeling in te voeren. Bij dit systeem zoudm Groot Brittannië, België, Frankrijk met Corsica, Spanje, Portugal, Marokko, Algiers en Tu»i9 denzelfden tijd hebben als Ne derland, die volgens het voorstel van den heer Flo- ming de Greeuwich- of wereldtijd zou heeten. Het bericht van het VI. Bid., dat op vermoeden van vergiftiging dezer dagen Amsterdam een lijk zou zijn opgegraven, is, volgens het N. v. d. D., volkomen onwaar. De eenige grond, welke tot het praatje kan aanleiding gegeven hebben, is het vrij plotseling sterven van den bedoelden persoon eenige weken geleden. üe Fransche Senaat heeft voor de tweede maal zijne beslissing omtrent bet recht op de petroleum: 25 fr. op de gezuiverde on 18 fr. op de ongezui verde, met 223 steramen tegen 18 gehandhaafd. Het is dus ten derden male, dat hij dit recht hoeft vastgesteld. Maar ditmaal heeft hij daaraan eene bepaling verbonden, ten einde tot eene schikking met de kamer van afgevaardigden te komen. Over eenkomstig het voorstel der commissie, waarmede de regeering zich heeft veroenigd, heeft hij namelyk bepaald, dat dit recht van toepassin-» zal zijn tot 1 October. In dien tusschentijd kan de regeering, na rijp onderzoek, een nieuw voorstel indienen. Ee minister van financiën, daaraan zijne goed keuring schenkende, verklaarde dat de regeering bij het nieuwe voorstel rokening zal houden met de ver langen der Kamer (die een recht aangenomen van 12 én 7 fr.) Deze verklaring gaf den heer Dauphiu, rapporteur, aanleiding om te kennen te geven, dat de commissie zich door deze regeling niet wil verbinden om de door de Kamer vastgestelde cijfers aan te nomen. De memorie van de Bulgaarsche Regiering over het Chadourne- geval is verzondeu aan de Porte, naar 't schijnt niet aan do Mogendheden. De ons reeds bekende feiteu worden meegedeeld, o. a. ook het onderhoud, dat de Minister Grekow met deu Franschen gezant Lanel over Chadourno had deze werd verzocht aan zijn Rogeering mee te deelen, dat Chadourne bedreigd werd met uitzetting. In de memorie wordt uiteengezet, dat de Capitulaties met dit geval niet te maken hebben, daar in de Turksche drukpers wet van 1865 perszaken niet daaronder gebracht worden. Verder wordt gewezen op vroe gere gevallen van soortgelijken aard, waarbij Dooit hét recht der Bulgaarsche Regeering in twijfel is getrokken ook Rumenië en Servië hebben, toen d« Capitulaties daar no<z van kracht uwen, van het uitzetting8recht op dezelfde wijze gebruik gemaakt. Do memorie besluit mot den wensch, dat Frankrijk zijn onrecht zal inzien en de diplomatieke betrek kingen hervatten. Sir Charles Dilke bespreekt in het Januari-nuramer der Fortnightly Review de buitenlandsehe politiek der conservatieven. Vau belang zijn zijne opmerkingen in zoover, dat sir Charles minister van buitenlandsehe zaken \va8 ondor Gladstone. In de eerste plaats betoogt hij, dat de Tory-Re- geering, zonder een bepaald doel voor oogon te heb ben en zender eenig resultaat, aan Duitschland te voel heeft toegegeven. «Ze heeft aan Duitschland zocveel gegeven als ze maar kon. Zo heeft Duitsch land geholpen qra de Triple Alliantie tot stand te brengen door in Italië den indruk te wekken, dat Engeland, in geval van een oorlog met Frankrijk, Italië zou helpen, hoewel, zooals iedereen weet, het Lagerhuis zoo iets nooit zou toestaan. Frankrijk denkt er niet meer aan, de wereldlijke macht van den Paus te verdedigen en het zou Italië niet bedreigd hebben wanueer dit laad zicii uiet bij het Drievou dig Verbond had aangesloten. Sir Charles Dilke kan bovendien niet goedkeuren dat Helgoland aan Duitsch land is afgestaan en beweert dat wanneer Gladstone dit gedaan had, do Tories hem daarover zeker hefti* hadden aangevallen. Voorts acht hij het ook een misslag dat de regeering Frankrijk iu Madagascar vry spel liet. «Zij offerde daarmede een klein dap per, christenvolk op, dat vast besloten was tot het uiterste verzet tegen de heerschappij eener buiten landsehe mogendheid, en gaf tevens groote belanden prijs, zoowel van de Britsche zendelingen als van den handel." Sir Charles Dilke zou zelfs voor een oorlog met Fraukrijk niet terugschrikken, wanneer daarmede de schande aan de Engelsche zending be wezen, kon worden gewroken Het geheele artikel is oen nieuw bewijs hoe ijverig het pogen der oppositie is om wapenen te vinden tegen het bevind van lord Salisbury. Een kabinetscrisis staat in de Vereenigdo Staten voor rie deur. Als aanleiding wordt opgegeven het geschil met Chili. President Harrison keurt de houding van den minister Blaine in deze quaestie af en volgens te Londen ontvangen berichten, zou de heer Blaine voornemens zijn, deswege ontslag te nemen. Gelijk men weet was Blane's houding tegenover Chili zeer ruw en uitdagend in de bladen die hem door dik en dun volgen, werd Chili zelfs herhaalde lijk met een oorlog gedreigd. President Harrison heeft zich echter volstrekt niet afkeerig getoonJ van dit krijgsgeschreeuw, dat, naar de regeering hiopte, indruk zou maken op de repubiikeinsche kiezers. In de presideuts-Boodschap stelde Harrison zich dan ook geheel aan de zijde van Blaine, zoodat ieder dacht dat beiden het volkomen eens waren. Wellicht is daarom de Chileensche quaestie maar een voorwendsel en is de eigenlijke oorzaak persoon lijke naijver. Blaine wil ook den presidentszetel wel

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2