0. .ZEN, I I t i 1892. Zaterdag 9 Januari. K° 4728. en m BINNENLAND. «STMASSSBO. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. I I i 1 i I t ch. ar resp. FEUILLETON. enz. en iricatie eer van beth n ts. ien, roort- iteld- Ldem- itbeker boten ■j Oe inzending van advertentiön kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave. Afzonderlijke N otnmers V IJ F CENTEN. national ■tlon de (Uit het Duitech.) naam XXXV. teeta- -- - V.VU wvu 'V1UC1 maken, zeide Gronau kortwegik zal andere ««■a. •burg. De heer A. van den Bosch, hoofd der Openbare lagere School te Moercappele, hoopt den 14en dezer zijn 25-jarig jubilé als zoodanig te vieren. ■«rhe hel duu.ji [eachilderde anekerk te nis der St. ningen enz. ijjk levens- Gebroeders 'JKMAN. gqudsche courant. bliek lelijk De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. dan zal ik deze documenten 1 was ophoudenik ant woord u eenvoudig, dat ik niet aan de quitantie geloof, en wanneer u ze mij niet nog heden vertoont, aan een advocaat ter baron Von Buchenau, -1- ik een vermoeden »ijn vader hij verweet "’jn vermogen ver- Baron Von Buchenau is mij slechts bij i GOUDA, 8 Januari 1892. In de gisterenavond gehouden vergadering van de op te richten Coöperatieve Broodbakkerij, die door 143 leden werd bijgowoond, werden de statuten en het huishoudelijk reglement na eenige kleine op merkingen goedgekeurd. De vereeniging zal den naam dragen van On» voordeel. Wegens het verge vorderde uur konden al de benoemingen niet afge daan worden. ADVERTENTIÈN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. is van De sergeant-majoor Calff, do verdienstelijke kapel meester van een der muziekkorpsen van de jagers, is Woensdagavond in s’rijks hospitaal te Amsterdam overleden, na een langdurig lijden. Zooals men weet, was den heer Calff, door van de Scheveningsche stoomtram te springen, een ongeluk overkomen. Het stoffelijk overschot van den kapelmeester zal naar Den Haag worden overgebracht en a. s. Zondag voormiddag op de Israelietische begraafplaats aldaar met militaire eer worden tor aarde besteld. Bovendien worden alle Advertentien gratis opgeuomen in het ADVERTENTIEBLAD ’twelk des Maandags verschynt. het mij sllen. j öeKenrt, antwoordde de uitbetaling is jaren geleden ge- geld niet uitbetaald. Een goud- en zilverhandelaar te Amsterdam komt op een goeden dag tot de onaangename ontdekking dat zijn bediende voor circa 1000 aan goederen ont vreemd heeft. De koopman i^natuurlijk tamelijk ont daan door deze ontdekking; maar gelukig verneemt hij, dat de dief zijn plan heeft te kennen gegeven om des middags om 1 uur met de boot naar Amerika te vertrekken. Eerst in den morgen van denzelfden dag dat de boot vertrekken zou, komt dit den bestolene ter oore. Hij snelt aanstonds naar het politie-bureau on De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De oude heer schudde ontkennend het hoofd. U herinnert u vroeg Zeker; hij was mijn vriend. En hij vertrouwde u zijn vermogen toe? Dat deed hij. U moest dit vermogen beheeren, en later ter hand stellen. Juist, en c u schied. Aan wien Aan een heer, die zich als uw voogd bij mij aanmeldde. Hoe heet hij Ik kan hem niet noemen.... Maar gij zult een quitantie hebben? Zeker. Dan moet ik u verzoeken, mij die quitantie later ontvreemd werden, boodt te vertoonen, zeide de kaptein. Mij uitkeeren aan mijn voogd niets bekend. Gij waart destijds nog zeer jong; wellicht - uw yQQgd wa8j antwoordde vraagt of eenige agenten hem naar de boot mogen vergezellen. wJa, mijnheer, dat is eeh lastige quaestie.; dat kan ik zoo maar niet op mijn eigen verantwoording doen," geeft de wachthebbende superieur ten antwoord. «Weet u wat, komt u van avond om 7uurnogeens terug." Toen de bestolene des avonds om 7 uur nog eens terug kwam, was de dief in volle zee. (Echo.) 129) De redenen die mij noopten, het van de hand te wijzen, kunt u wel raden, antwoordde Theodoor; het zou- een slechte vriendschapsdienst zijn geweest, als ik dien man van zijn vermogen beroofd had. Zoo na staan wij nog niet voor een bankroet 1 riep Homberg toornig. Maar hij hield op, want kaptein Von Gronau trad eensklaps binnen en wendde zich direct tot den bankier, met het verzoek om een onderhoud onder vier oogen. Rombergs gezicht werd vaal. Heb je geheimen, die ik niet hooren mag? vroeg Theodoor half schertsend. Ik spreek er later met je over, antwoordde de kaptein ernstig. Een oogenblik later trad Gronau in do prachtig gestoffeerde salon. Het is een ver van aangename zaak, die mij tot u voert, begon de kaptein het gesprek; maar ik geloof te mogen aannemen, dat u er reeds eenigs- zins op zijt voorbereid. De koe gaat vóór, bij een goeden boer vóór alles zelfs. Te Mildenau, in het Usergebergte, was een boer met zijn 11 jarigen zoon bezig het hooi binnen te brengen, toen een oaweder losbarstte. De boer joeg zijn koeien naar don stal, maar inmiddels schrikte het paard en viel de hooiwagen om, hel kind onder het begravend. De boer zag het ongeluk, maar bleef có—t voor zijn koeien zorgen, en toen allen binnen ’-J «...J was ondertusseben gestikt. weet gij niet eens, wie Romberg. Ik verzoek om de quitantie. Ik zal last geven, haar op te zoekenmaar u moet eenige dagen geduld hebbenmijn personeel is met bezigheden overladen. wilt mij ontwijken en u eenvoudig, dat ik niet ontsporing waarschijnlijk zijn geweest vroeg do rechtbank den als deskundige gedagvaarden spoor- weg-opzichter. Niet slechts waarschijnlijk, maar stellig onvermij delijk, luidde hot antwoord, nader nog bevestigd door de verklaring van den stoker. Dit nu, in verband gebracht met de uiting van de bekl. had ik die twee borrels niet gebruikt leidt tot de gevolgtrekking, die ook de ambtenaar van het O. M. maakte, dat de tot dusver steeds plicht getrouwe man door die hoeveelheid sterken drank zich aan een betreuren* waardig plichtverzuim heeft schuldig gemaakt en bevestigt de woorden van den president, dat een spoorwegwacbter zich in de eerste plaats van sterken drank dient te onthouden. En hoeveel anderen mochten die vermaning niet evenzeer in gedachte houden ’s Mans onbesproken verleden was oorzaak, dat nu slechts eene gevangenisstraf van 1 maand togen hem geëisclit werd. Voor de Utrechtsche rechtbank verscheen Woens dag een man, reeds sinds jaren belast met toezicht van een gedeelte Centraalspoorweg tusschen De Bilt en Soest. Steeds had hij zijn plicht betracht, straf nimmer beloopen. Zoo nadert de 13de October, op welken dag de eenzaam levende wachter zijn leven ziet opgevroolijkt door de komst van wegwerkers, met zich voerende een lorrie en jenever. Gul hartig worden den man twee borrels aangeboden hij neemt ze, en daarmee was de oorzaak gelegd van een spoorwegongeval en een,ra$|itzaak. Immers, do man heeft zelf verklaard, dat' indien hij die twee borrels niet gebruikt had hij zich niet aan plichtsver zuim zou hebben schuldig gemaakt. Wat toch ge beurde? De man raakt opgewonden, verlaat zijn wachthuisje om de wegwerkers gezelschap te houden, let er niet op, dat de door dezen meeg^brachte lor rie is blijven staan op het spoor (enkel spoor), waar langs straks de eiken middag om 2.06 van Utrecht eerst w o vertrekkende trein zal komen, ja verklaarde volmon- waren, ging hij zijn zoontje redden. Het arme kind dig voor de rechtbank den heelen trein vergeten te hebben I Deze nadert; de machinist, niet gewaar schuwd voor het gevaar, en dat gevaar, (de lorrie) zelf niet kunnende zien, wijl deze juist in eene krom ming van den weg staat, rijdt door, verbrijzelt de lorrie, en gelukkig zóó, dat de stukken alle ter zijden der rails vliegen. Ware dit niet gebeurd, of ware een stuk van de ijzeren stang op de rails blijven liggen, zou dan oen Omtrent de ontdekking van den influenza-bacillus vernoemt men nader het volgendeKort na de verschijning der influenza te Berlijn in November be gon de privaat-docent dr. Richard Pleiffer, directeur der wetenschappelijke afdeeling bij Koch’s inrichting voor besmettolijke ziekten, aldaar en tevens in de ziekenafdeeling dezer inrichting experimenieele studiën dus niet meer myn vader? j hand stellen. Mijn voogd Gronau, die dit antwoord niet verwacht had. mijn oom hij had evenmin als ik I van de nalatenschap van mi, I zelfs den overledene, dat hij zijn kwist had. j - .J UCUUU bekend, antwoordde de bankierhem heb ik het Wanneer gij het werkelijk aan een ander be- i taald hebt, dan heeft men u bedrogenmaar ik j herhaal u nogmaals, dat ik er geen geloof aan hecht Mijnheer gij.... i Met uw verlof, waarom is dan ook het i ment niet overgegeven j Het is vergeten. Zoo iets vergeet men niet I Toen deze papieren later ontvreemd —orden, boodt u er een groote som dat voor. Waarom hechtte u zulke groote waarde aan 1 de documenten, wanneer een quitanti kon bewijzen, dat ik niets meer te vorderen het) Ik kan u slechts herhalen, dat ik de quitantie zal opzoeken, antwoordde Romberg, een brutalen toon aanslaande. Dat mij de documenten ten ge volge van een inbraak zijn ontstolen, weet u waar schijnlijk ook. Ik trad met de misdadigers in on- derhandeling, niet om deze, maar om andere docu menten. Ik heb^met uw uitvluchten verder niets te -J wegen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 1