BulteDlandsch Overzicht.
PETR0LEUM-NOTEËKÏ!\ÖË\
kn?pt",PRArde ponuinKen vreder en werd laler ..ge-
byt"ni,abetngd'r;D <l° handal"»fd^
Clantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam
Burgerlijke Stand.
Moordrecht
Reeuwijk
seer veel kachels zijn in gebruik genomen, welke I
zonder de noodige voorzorgen, inderdaad wel wat
meet daü de tot dusverre gebruikte, gevaren opleveren
voor de gezondheid. Ik heb hier op het oog de
zoogenaamde Amerikaansche vulkachels en in het bij
zonder de naar deze nagemaakte.
Het systeem, waarnaar de meeste dezer gebouwd
zyn, is dat met neerslaande vlam. Hiervoor is
aan de achterzijde van het lyf aangebracht een ver
tikaal kanaal, door eene tong in deszelfs midden
in twee deelen gescheiden. De rook en de verhitte
gassen verlaten den vuurpot gaande naar omlaag,
door het eene gedeelte van het kanaal tot op den
voet, stijgen van daar omhoog door het andere naar
de rookpijp. Nu kan deze beweging niet geschie
den zonder fijne aschdeeltjes, en bij kolen van min
der goed gehalte, eenig roet mede te voeren. Dit
roet nu en dize achdeeltjes blijven grootcndeels op
den bodem liggen, hoopen zich zoe'jes aan op, en
eindigen met den doorgang, die in dit systeem toch
niet al t6 wijd is, geheel te verstoppen.
Bij kachels met zoogeuaamde voetwarming, waar- i
bij de rookdoorgang eene rondtrckkinge beweging I
maakt door den geheelen voet, wordt er dit niet
beter op. Hier zit het gevaar. Elk deskundig j
kachelverkooper zal niet nalaten, zijne afnemers hier- j
op opmerkzaam te maken, en tevens aanwijzingen
doen om dit te voorkomen. Van dezen kant wordt
dus het gevaar niet in de hand gewerkt, doch wel
door de afnemers zeiven, welke aanwijziugon verwaar-
loozcn, of vergeten. Dit is ous binnenkort nog
gebleken met eene dergelijke kachel, welke men drie 1
winters achtereen gebruikte, en toen klaagde dat er
steeds eene onaangename lucht was en het er 's nachts,
de kamer geslooten bly vende, uiet was uit te houden.
Geen wonder dan ook; de voet was geheel vol asch
er was geen doorgang meeren men had
daaraan niet meer gedacht.
En nu de middelen, of liever eene gebruiksaan-
wijzing. Er behoort te zyn, en er is meestal, aan
elke zoodanige kachel eene gelegenheid die toelaat
den rook, vooral bij het aanmaken, rechstroeks naar
de rook'ouis. te leiden. Hierdoor voorkomt men het
al ie spoedig agnladen der rookkanalen^
Brandt het vuur goed door, dun, doch eerst dan, i
die gelegenheid door de bestaande klep *f te slui
ten. Vervolgens moet men van tyd tot tyd de ver
ticale en de voetkanalen reinigen. Dit geschiedt door
de ter noodige plaatse aangebrachte openingen. Hier
is bij sommige kachels het zwakke punt. Namelijk:
die openingen behooren ie zijn zoo dat ze gemak- f
kelyk door de gebruikers zei ven. zonder behulp van
een deskundig werkman, kunnen daargesteld en
gesloten worden. Eene reden om bij aankoop hierop
toe te zien.
Men lette op de twee hieraan gegeven punten
als zijnde in dit geval de voornaamste, namelijk op l
den rechtatreekschen rookuitgaug bij het aaDmaken,
en op het tijdig reinigen der rookkanalen.*
Dat het maken van zoogenaamde „bonne fausse
monnaie* vooral in ons Indië zou geschiedou, is nooit
gebleken, en als het gebeurde, zou het zeker niet lang
onopgemerkt bly ven. Als Nederland door die „bonne
fausse monnaie* bedreigd werd, zou ze uit andere
lauden moeten komen, maar ook daarvan is nooit een
spoor van ontdekt. Dit verklaarde ook de president
der Javasohe Bank, mr. N. P. van den Berg, in 1888.
Onder de valsche munten, die in de laatste jaren in
Indie in beslag werden genomen en te Utrecht onder
zocht, waren er zeer goed nagemaakte, maar men kon
ze toch terstond van de echte onderscheiden. Vol
strekt onmogelyk, zegt de beer S. v. E., is hot zeker
niet, dat er invoer plaats had van uitmuntend uage-
maakte stukken als ze niet te onderscheiden zyn van
echte munt, kan natuuilyk de absolute zekerheid
nooit gegeven worden. Daar staat echter tegenover
j dat de invoer op groote schaal niot gemakkelijk ver-
borgen blijft, en dat dus, als men er niets van hoort
of ziet, zonder groot gevaar voor misrekening, kan
worden geconcludeerd, dat het kwaad, zoo het al be
staat, geen groote uitbreidiug kreeg.
Voorts doet de schrijver uitkomen, dat, zoo men op
groote 3chaal rijksdaalders wilde maken, men daar
voor aauzieulyk kapitaal zou moeten hebben, en groote
kapitalisten laten zich niet ligt in mot een gevaar
lijk bedrijfann minvermogenden, die hiervoor geld
viagen, zou men geen kapitaal toevertrouwen. Nu
zijn er in het Oosten wel landen, waar men de
justitie en politie zou kunnen omkoopen, maar in die
landeu is er niet veel kapitaal. En ais er 20 a 30
pCt. met dat ïiamakcn gewonnen wordt, wat moet er
dan af om het clandestiene bedrijf te kuunen uit
oefenen Want voor weinig geld inongt men zich
niet in ongeoorloofde zaken.
Er bestaat dus niet veel grond *oor de vrees, dat
wij door bonne fausse mommie" overstoomd zullen
worden.
Prager had in de laatste jaren met zijne vrouw
geen gelukkig leven en moet hair eens in eene
vlaag van grarastorigheid te Ostende hebben mi«-
handeld. Althans zoo beweert zij. Ten slotte ging bjj
voor een geruimen tijd op reis. Na zij no terugkomst
werd de wederzijdsche verhouding nog erger, vooral
doordien hy in baar schrijfbureau verscheidene brieven
had gevonden, die liera op het vermoeden brachten dat
zy ontrouw jegens hem pleegde. Hut govolg van een en
ander wag, dat hy aandrong op echtscheiding. Daarin
kwam zy hem echter voor, door zelve eene aanklacht
ten behoeve van scheiding iu te dienen, en wel op grond
van mishandeling. Do advocaat gaf haar evenwel don
raad, by onderlinge schikking elkaar te verlaten, daar
de man door middel der gevonden brieven hare schuld
zou kunnen bowyzen. Hieromtrent dient te worden op-
gemerkt, dat wauneer eene vrouw wegens mishandeling
eene eebtsehoiding verkrijgt, de man haar een onder
houd naar haren stand moet verschaffen, terwijl jy
iu geval van bewijs barer schuld niets krijgt. Ofschoon
het huiselijk ongenoegen tusschen man en vrouw inmid
dels reeds tot den allorhefstigsten graad was gestegen,
woonden zij toch in hetzel du huismuar ieder
afzonderlijk in eigen kamers. De broeder der vrouw,
Schweizer genaamd, geëmploieerde op een handels
kantoor, mocht er niet aan huis komen. Prager had
hem dit verboden, en ten slotte zou ook zij eindelijk
naar den wil van haren man de gemeenschappelijke
woning verlaten.
Tegen den nacht vóór den dag van haar vertrek was
de broeder heimelijk het huis binnengeslopen eer
Prager terug was, en toen had zy hem in de slaap
kamer van haren mau achter een gordijn by eene
toilettafel doen verschuilen. Toen Prager te huis
gekomen, naar bed gegaan eu ingeslapen was, sloop
Sohweizer naar het hoofdeinde van het ledikant.
Prager door het schuifelen ontwaakt, richtte zich op
en sloeg licht. Op dat oogenblik loste Schweizer
op hem een revolverschot en trof hem iu den nek.
Naar de ineeuing van den president der rechtb ok
had Schweizer dei» loop op het voorhoofd gericht
maar was wegens oen l»eving in zijue band de kogel
anders gegaan. Prager verkeerde langen tijd in le
vensgevaar. Dat Schweizer en zijne zuster naar een
overlegd plan waren te werk gegaan, bleek uit het
feit dat hij op zyn kantoor te voren verlof had ge
vraagd tot een uitstapje naar Hamburg. Hij was
toen ook daarheen gegaan en had van daar brieven
geschreveu, om later een alibi te kunnen bewijzon.
Maar daarop was hy, onder vermomming met eec
valschen baard en verder door een grooteu mantel
onkenbaar, naar Berlijn terug en by zyne zuster
gekomen, die hem den boven genoemden schuilhoek
had aangewezen. Na den moordaanslag de vlucht
nemende, had hij mantel, baard en hoed vergeten,
die in het bed der vrouw verborgen werden gevonden.
Toen het schot was gelost, d« man om hulp riep
en met het dienstpersoneel ook de buren wsreu
komen aauloopen, was mevrouw Pragor stil te bed
blijven liggen. De politie ging dus naar haar toe.
In het eerst ontkende zij, iets van hot voorgevallene
te weten. Spoedig daarna stelde do voortvluchtige
broeder zich te Fleusberg ter beschikking der justitie.
En thans hebben br >eder en zuster e<ne verdediging
gevolgd in dezer voege Zy geeft toe, dat zij haren
broeder het slaapvertrek heeft binnengesmokkeld, en
hy erkent, op zyu zwager te hebben geschoten, maar
beweert, wetens en willens niets anders voornemens
te zijn gowoest dan voor zijno zuster de compromit-
In het weekblad Nederland behandelt de redacteur
mr. Sprenger van Eijlc de vraag, of er millioenen
valsche rijksdaalders in omloop zijn, zooals tegenwoor
dig «beweerd wordt. Hij betwyfelt bet, evenals reeds
de heer Rochussen in zijn geschrift «Ie biraetaHisme
international*, die zeide, dat er geen feiten aanwezig
waren, welke recht gaven om het te gelooven wel
daarentegen feiten, die er toe leiden moesten om het
te betwijfelen.
Bij de rechtbank van gezworenen te 3erlyn is de
zer dagen een sensatieproces begonnen, waarbij de
zaal tot in het afgelegenste hoekje, door toehoorders
bezet was. In den nacht vau 18 September des vo-
rigen jaars ras er namelyk een moordaanslag gepleegd
op dr. Prager, een te Berlijn algemeen bekend
rechtsgeleerde. Zijne vrouw wurdt beschuldigd als
aanlegster van het moordplan. Haar broeder was
de dadertegen hem luidt de aanklachtpoging tot
moord. Dr Prager ia een welgesteld man, schrijft
van tijd tot tyd bet een er. ander en geeft aan jon
gelieden uil ryke fatniliën privaat les, om hen in
te wijden in de hoogere fijnheden der rechtsweten
schap. Hij is 44, *ijn« vrouw 33 jaar. Elf jaar
geleden beeft hij haar als onbemiddeld meisje ge
huwd, doordien hij zich door hare schoonheid bijzon
der aangetrokken gevoelde. Zij staat bekend als een
kou.l eu ijdel wezen. Van hare ijdelheid by de
arrestatie worden zelfs potsierlijke dingen verhaald.
Ook heden in de rechtzaal verscheen zij in eene
coquette kleeding en frisuur. Zij is ook over het
geheel eene elegante persoonlijkheid, eene brunette
met bleek gelaat. Haar broeder is iemand van dertig-
jarigen Icftijd, schraal opgewassen, en verkeerde thans
io eene uiet geringe opgewondenheid maar een ze
nuwachtige levendigheid was hem reeds vóór zijne
gruwelduad eigen. Dr. Prager is een forsch, breod-
geschouwderd, bruinuebtig man, die wel met een
enkelen vuistslag den aanrander had kunnen neder-
vellen.
dan niet van me
Weten, wat?"
„Geen man mag me liefhebben," zegt ze en steekt
beide handen uit of zij alle liefde van zich af wil
werén.
„Maar waarom niet?"
«Omdat ik verloofd ben en ga trouwen," antwoordt
zij met zonderlinge plechtigheid.
Daar hij een man van den wereld is, zou deze
verklaring hem in elk ander geval stof tot vroolijk-
heid hebben gegeven; doch daar hij een man van
don wereld is en het ernstig meent met zijn liefde,
wekt zij verslagenheid bij hem op.
„Veiloofd!" is al wat hij zeggen kan.
«Ja, Ja! Heusch en ze laat bet hoofdje hangen.
Er «preekt zoo weinig vreugde uit 't geen zij zegt,
zoo weinig anders dan verdriet, dat hij weer moed vat.
„Eene verlovingWat beleekent dat roept
Eyre heftig uit. „Eene verloving kan verbroken
worden. Neen, als ge nu getrouwd waart.... hoewel
ook dan.... maar eene "erloving
„O, maar je weet het niet. Deze verloving kan
niet worden verbroken."
„Waarom niet? En wie is het, Dulcie! daar hadt
je me toch wel vroeger iets van kunnen zeggen."
t Is nooit bij me opgekomen. Nooitgeen
oogenblik
„Nooit bij je opgekomenJe verloving niet
Kom, daar zal je toch heusch wel eens em rnkelen
keer aan gedacht hebben
„Daaraan? Onzin. Wat niet bij me opgekomen
is, dat was dat jij dat jij „nu dat
je je weet wel."
„Dulcie roept hij uit.
„O, neenRaak me niet aan. 't Is zoo gek.
In een maand kan je toch uiet verliefd op me wor
den dat kan toch niet
„Kan dat niet? Waarom niet?"
„Nu goed, maar al kan het," zegt ze en schudt
treurig het hoofd, „'i helpt toch niet. Vader heeft
er zyn zinnen op gezet, dat ik hem zal trouwen."
„Wieu
„Sir Ralph Anketell."
„Anketell
„Ja."
„Maar hij is tèker wel tweemaal zoo oud alsjy."
„O, neen, dat is bij niet!" zegt zij snel. „Hij is
vier-en-dertig."
„Hij ziet er eerder uit als ieraRnd van vier-en-
negentig vind ik, en hij ia zoo leelijk als de nacht."
„Ik heb wel pens gelezen, dat de nacht altijd
mooi is," antyooittt zij kort.
„Dan is Anketell zoo leelijk als iets anders, maar
hij is toch leelijk,niet
„Ik vind hem niet zoo leeiyJpH^lj hero vindt,"
zegt zij ontwijkend.
„Ik geloof, dat je verliefd op hem bent," zegt
Eyre ietwat mokkend.
„Je raoogt gelooven, wat je wilt," antwoordt zij
van uit de hoogte.
Een oogonblik van stilte volgt.
„Welnu, ben je op bem verliefd?" vraagt do jong»
man, ten laatste blijkbaar ontstemd
„Ik ben op niemand verliefd," zegt zij op een
j toon, waaruit blijkt, dat zij dit punt als afgehandeld
wenscht te beschouwen„maar vader gelooft, <ïat
j het voor mij het beste zal wezen sir Ralph te huwen."
j „En hij sir Ralph weet hij, dat je ged won-
i gen wordt tot het huwelijk?"
„Ik weet niet, wat hij weet/'
„Als hy 'tweet, dan is hij een gemeene fielt,1,r
roept Eyre woedend uit.
„Hij is geen gemeene fielt," zegt hi-t meisje snel.
„'t Kau zijn, dat ik hem niet wil trouwen, dat ik
overgehaald ben om mij met hem te verloven 't kan
sya dat ik volstrekt niets om hem geef; maar
is niet gemeen, en hij is een van de beste menschen,
die ik ooit ontmoet heb."
„Nu, laten we daar niet over twisten," zegt Eyre.
Hare plotselinge verdediging van deu man, dien zy i
blijkbaar niet lief heeft, heeft hem getroffen als een
bewijs van den adel van haar karakter. En hij kan
dien karAktortrok te meer bewonderen, daar er uit
schijnt te blijken, dat de liefde vreemd is aan haar
pleidooi. „Dulcie! Kijk me eens aanl Zeg nu*
dat je je best zult doen mij lief te hebben."
Wordt vervolgd.)
teerende brieven te stelen, die Prager altoos in zijne
jaszak bij zich hield, zoodat er geene andere knus
bestond orn zo machtig te worden. Verder dat hij, 1
toen Prager verschrikt oprees, iu eene zenuwachtige
opwinding blindelings een schot had gelost, om zijne j
vlucht te dekkttn. Een aantal bijzonderheden pleiten
echter tegen deze voorstelling. De jas, waarin de
brieven waren, hing namelijk juist dóar wnar de
moordenaar verscholen zat en niet aan het uiteinde
van het ledikant, waar hij het schot heeft gelost.
Bovendien had mevr. Prager reeds eenigen tijd te
voren het gerucht verspreid, dat het zich liet aan
zien alsof baar man zich nit verdriet we) van kant
zou maken. In de acte van beschuldiging wordt dan
ook aangenomen, dat er met overleg een moord was
beraamd, waaraan de schijn van zelfmoord zou wor- I
den gegeven. De vrouw zou dan erfgename van het I
vermogen zijn geworden het huiselijk leven met
haren man zou bij het publiek wel in het vergeet
boek geraken, en zoo zou zij in baren stand hebben
kunnen voortleven.
Woensdag is in deze zaak uitspraak gedaan. De
gezworenen verklaarden Schweizer en zijne zuster
schuldig aan poging tot doodslag. Het openbaar
ministerie had voor beide beschuldigden vier jaar
tuchthuisstraf en drio jaar verlies van eer geëischt.
Het gerechtshof ging echter veel verder; het veroor
deelde Schweizer tot vijf jaar tuchthuisstraf eu ins
gelijks tien jaar verlies van eer mevrouw Prager,
ala aanlegster yan het plan, lot zes jaar tuchthuis
straf en insgelyks tien jaar verlies van eer. Mevr.
Prager viel snikkende voorover en haar echtgenoot
was edelmoedig genoeg, haar nog in de rochtzaal
vergiffenis te schenken, onder belofte van persoonlijk
by den Keizer een verzoek ohi gratie te zullen
inbrengen.
i Bij vonnis van de arrondisseraonts-rochtbauk te
's-Gravenhage van 13 Juni 1882 werd H. B. Tb.,
voormalig koopman in huiden en leer aldaar, op
verzoek van de firma W. te Waalwijk, failliet ver
klaard, met ingang van 8 Juni te voren.
Do curator, mr. II. J. H. Modderman, begaf zich
naar de woning van den gefailleerde No. 144, en
vond» niets dan eenige snippers papier zonder waarde.
Later bleek dat beklaagde tussohen den 8en en 13en
Juni zyn geheelen inboedel voor 275 aan een up-
kooper had verkocht en hy zich naar Londen had
begeven. Ter zake van op bedrieglijke wijzo de
rechten van zijne schuldeischers te hebben Verkort,
had do voornoemde koopman zich gisteren voor do'
yrroudissements-rechtbank te 's-Hage te verant
woorden.
Beklaagde erkende de door hem gevoerde handels
zaken mot do firqia die zijne faillietverklaring had
aangevraagd, doch betwistte, zooals hy in 1882 reeds
per brief aan de rechtbank had gedaan, de juistheid
van het gevorderde cyfer, erkende zijn inboedel ver-
kocht te hebbeu, doch met het bedrag loopende
sgbulden te hebben afbetaald, terwijl hij slechts 1 5
had achtergehouden voor zijn overtocht naar Londen.
Uit het getuigenverhoor bleek voorts, dat de be
klaagde tot die soort van „kooplieden" behoorde,
die er geen koopsraausboekeu op nahouden, en alles
kunnen gebruiken, wat blind vertrouwende leveran
ciers willen afzenden die overal prijsopgaven vragcu
en in elk artikel bestellingen doen.
Bekloagdo beweerde volstrekt liet doel niet gehad
te hebbeu zijne schuldeischers te ontloopen. Hem
was door zijn broer te Londen eene goede betrekking
aangeboden, welke hij aannam, spaarde in 9'/® jaar
ruim 600 over, en kwam daarmede in Nederland
terug om zyn schuldeischer te betalen. Maar
een fatum scheen op hem te rusten. Met vrouw
en kind in Arasterdam gekomen, kwam hy in aan
raking met zoogenaamde kwartjesvinders, verloor zijne
De substituut-offiêier vanjustitiomr. Van Buttingha
Wwhew ^K^jLrcqyisi^ aqp^neMr op te wy-
dat ta^; y^ü^Weljngen ,4opR bekl. bedreven
zyn, waarvoor hy, tengevolge van oene verandering
in de strafwetgeving, niet meer vervolgd kan wor-
acn Het feit waprvoor beklaagde thans terechtstaat
en ZEd. Achtb. noemde dit gelukkig zoo
wel binnen de grenzen der vroegere als van de thans
bestaande strafwet, en de justitie achtte het noodig
n B. Tb.* diu zich als oen gevaarlijk sujet,
a'« een „fleaschentrekker* heeft doen kennen, te
Bewijzen dat de, justitie steeds waakt, Toen bekl
to Amsterdam aangifte kwam doen dat hij bestolen
7'et "gerekend en stond gisteren terecht.
ij ac vorderde .oor den bekl. ter zake
van bedriegelyko bankbreuk 1 jaar gevangenisstiaf.
De toegevoegde verdediger, mr. Paap uit Amster
dam trachtte do rechtbank te overtuigen, dat het
verhaal van den bekl. omtrent de «kwartjesvinders"
met, zoo onaannemelijk is, ja, bem volkomen geloof
waardig voorkomt, na zijne informatiën bij de politie
te Arasterdam.
Voort, kwam pleiter op tegen de zijns-inziens
krasse bewoordingen „gevaarlijk sujet" en „flesschen-
trekkor en hy trachtte zijn cliënt in een gunstiger
aagltch. te ste.len. Er op wijzende, dat bet faillis
sement niet bad kunnen uitgesproken worden, waar
twUui5 l dVTt!,e,d T höt cijfer be
twistte, deed pleiter ook uitkomen, dat beklaagde
van do voor de meubelen ontvangen koopsom niets
verduisterd heeft, althans het O. M. in gebrek,- is
gebleven dit te bewjjzen. Daarna het begrip van
„"Iu™" 55™ !'ver<lulsl<"-™", „aan den boedel
onttrekken en „met verantwoorden" besprekende
betoogde pleiter, dat beklaagde zich no'ch aan ver
duistering, noch aan onttrekking van den boedel
noch aan met-verantwoording ,„n 2ijn boedei
heeft schuldig gemaakt. Van verduistering toch
kan, iu dit geval na de veranderde straf
wetgeving geen sprake zijn, evenmin kan sprake
zijn van onttrekking van den boedel aan den
boedel, integendeel bekl. heeft den geheelen inboedel,
zy het ook ui geld, bij zicb gestoken, en de niet
verantwoording vervalt van zelf waar geen invents-
risatie heeft plaats gehad.
Toen bekl. ter verantwoording van zijn geld is
geroepen, hoeft by dit op de .erste aanmaning daar-/
toe gedaan. Hij mocht vroeger gerust naar Lombrfi
gaan, want hij was door den curator niet ter Ver
antwoording geroepen; toen de curator kwam, was
beklaagde er niet.
Pleiter concludeerde tot vrijspraak, subsidiair tot
net oplejtgen van eeno zeer lichte straf.
Na repliek van het Openbaar Ministerie, waarbij
gewezen werd op de vroegere veroordeelingen van
den beklaagde ter zake van oplichting en misbruik
van vertrouwen, en dupliek van deu verdediger die
meende dat men met die veroordeelingen thans'niet
meer te maken heeft, werd de uitspraak bepaald op
Maandag 1 Februari.
De bijzonderheden, die gemeld worden omtrent het
voorval in de Fransche Kamer, stellen de zaak niet
111 een fraaier licht. Het artikel in de „Intransi
gent", waarover de interpellatie liep, was door Ro-
chefort onderteekend. Er werd o. a. in gezegd, dat
Lonstans een dief was, een moordenaar, een valsche
speler enz., met vermelding der namen en datums.
De Freycinot gaf terstond te kennen dut de vragen
der heereu Laur en Leseune niet zouden worden be
antwoord, omdat hij begreep, dat deze ledeu het
bewuste stuk zouden voorlezen en dus no» meer
openbaarheid er aan zoudeu geven. Deze verklaring
werd met iniden bijval en met het geroep van I' ur"
geucel (dringend verklaring van bet voorstel) begroet
loen nu Laur verklaarde dat,, wanneer de interpel-
ahe doougezwegen werd, de Kamer do vrijheid der
leden opofferde, om een minister te verdedigen, die
door de openbare meening was gebrandmerkt, vloo»
Lonstans op hem af. Freycinot, die hum wil terug
houden wordt teruggeslingerd, evenzoo de secretaris
generaal Etienna; Delacretelle wordt uit den weg
gedrongen; een bode wordt omvergeloopen en nu
grijpt Cohstnns met de liukorhand Laur bij kras»,
dient hem met de rechterhand twee duchtige oorvij
gen toe, draait hem behendig om en geeft hem een
schop achterna. Toen riep Laur: „Gij schijnt u met
""J,,10 B'lllel1 meten; heel goed, gij zult uw zin heb
ben lnlusschen waren de Boulaugisten Laur to
hulp gesneld. Een onbeschrijfelijk rumoer ontstaat,
de zaal wordt een slagveld en het stof dwarrelt op
uit een hoop van vechtende menschen. Delpech
geeft Lasteliii een slag in 'tgezicht; Castelin slingert
een dik woordenboek naar den minister, dat den af
gevaardigde Mir in het gelaat kwetst. Men hoort
slraatvloeken en scheldwooiden uit de achterbuurt.
t Niet in staat de hartstochten te beteugelen, zet de
voorzitter Floquet zijn hoed op en schorst de zitting.
Bedienden snollen daarop de zaal binnen, ontruimen
do zaal, waarop het gevecht in de gangen en bijzalen
wordt voortgezet.
Gelijk men weet heeft de minister Constans, na
heropening der zitting, zijno verontschuldigingen ge
maakt. Het voorstel der regeering om de interpei-
latie-Lesenne niet toe te laten, werd, goedgekeurd.
Na do zittiug zond Castelin den afgevaardigde Del
pech zyne getuigen, een duel had plaats, nabij Parijs,
docb zonder dat een van beiden ernstig gekwetst
werd. Het voorval heeft algemeen verontwaardiging
gewekt, maar de geheéle openbare meening, mot
uitzondering van de „Intransigeant", trekt party voor
Constans en tegen do Boulaugisten.
Op eene uitdaging van Laur heeft Constans ge-
weis^erd met bene te duelleeren.
De heer Laur heoft daarop den procureur-gene
raal kenuis gegeven van zyn voornemen, een "aan
klacht tegen den heer Constans in te dienen, en
verzocht hem te dien einde een onderhoud toe te
staan.
De procureur-generaul heeft geweigerd de aanklacht
van Laur aan te nemen, omdat het feit gepleegd was
bet gebouw der Volksvertegenwoordiging.
0 l ,iejK'sche Kamer van Vertegenwoordigen
diende de heer Do Naryer het voorstel in, omdé
specifieke rechten in de plaats te stellen van de rech
ten naar de waarde voor geweven goederen en klee-
dingstuklfen. De voorsteller vroeg verlof deze voor
dracht toe te lichten. De minister-president, da
eer ISeeruaert, verklaarde zich daartegen. De Ka-
de^h^T Cv t6r" Strijd mel deu Minister, dat
oil- IV - ?eyer ln de zi,ti"S ,an morgen die
toelichting zou kunnen houden
De ce .tr.le sectie heeft zich eenparig vereenigd
"elchl c d tot P' Waa,rbij d° IU"eUri"a w°rd'
mac&Ugd tot eene voorloopige regeling over te
gaan van de handelsbetrekkingen met de landen
waarmede de bestaande verdragen afloopen. In het
rapport Jordt er op gewezen, dat Belgische produc-
ten, bij uitvoer naar Spanje, tot 30 Juni e k Ge
bruik kunnen maken van het tegenwoordig tarief
evenals Engelsehe producten. Dank zij art 3 van
het ontwerp zal de Belgische regeeriug een dam
kunnen stellen tegenover de uitvoerpremiën welke
voortvloeien 10 Pra""ha
bereikt, Zwitserland voorloopig „a" FranMk de
zoYtoesZ,°P 'leD V06t d6r mee" ^"Bstigde natie
De onderhandelingen met Italië stuiten nog „Rijd
uitloop™™': M Zlj waarsohÜI,IÖk °P «"et» zullen
De Engelsehe vice-consul Ie Buenos-Ayres heeft
een belangrijk verslag uitgebracht over de landver-
huizing naar Argentinië.
Men leert daaruit, dat na 1880 de aanvoer van
ïsssgïnna 7noo tf)eHenonien- Het getal was in
1888 in' '.""'ii1,14'685 '«et land verlieten. In
1886 (laaide echter de aanvoer tot 93,116, terwijl
het vertrek ongeveer op ée'ne hoogte bleef. Daarom
oo de de regeering toen premiën uit, waarvan een
,aauwas het gevolg is geweest. In 1887, 1888
tot Un^S9gelVee»1fers der nieuwe «'"'"bten
tot 120,842, 155,632 en 260,909 terwiil iu dio
jaren 13.630, 16,842 en 40,649 weder heengingen
hnbl Pr-miB- 19 °"8eveer 10 millioen gulden uitbe
taald by wijze van voorschot, dat echter slechts zel
den kon worden terugbetaald. In 1890 werden die
Ï'ioTÓo gtr Ke'^kt- met het ge,olS dat '^BO""
110,500 dm aankwamen, 83,000 het land verlieten
een verschil dus van slechts 27,503. In 1891
kwamen tot 1 Aug. 44,63o aan, maar 72,000 gin
gen heen. 5
Volgens opgaaf van den directeur der immigratie
kan het land met meer dan 100,000 bekwame perso
nen sjaars gebruiken. Van de 134,000 die voor-
schotter«-regen, was twee-derde onbruikbaar. Er
waren 53,000 onder, die opgaven landbouwer te zijn.
maar veler, hadden oDjuiste verklaringen afgelegd om
de premie machtig te worden.
Van de immigranten der laatsie jaren waren 60
P Dallanen, 18 pCt. Spanjaarden, 10>/, pCt. Fran-
schen en 2 pCt. Engelschen. (De percentage der
a ederlanders wordt niet opgegeven.
Volgens het verslag bestaat er nog behoefte aan ge
schikte landbouwers, die een klein kapitaal bezitten.
De iconen zijn, wat de goudwaarde betreft, laag en
minder dan men in Engeland kan verdienen, maar
voor landbouwers bestaan vooruitzichten in enkele
provinces, bijv. i» Santé Fé. Daar kost de bewerking
van een acre voor tarwe "slechts/ 7.50, waarbij men
een kapitaal van 12 noodig heeft en dan een zui
vere winst kar. maken van 14. Toch raadt het
verslag aan Engelschen de landverhuizing niet aan
omdat de streek meer geschikt is voor Italianen.
van de Mafcel&ars
De marlet was heden onveranderd.
Loco Tankfust f 8.
Januari-levering 7.85. Februari-lerering f 7 40
Maart- levering 7.15 April- Mei- Juni-en Juli-'
levering 7.10 Augustus-levering 7.15. Septem
ber Uctober- November- en December-levering f 7.26.
GEBORENAaltje, ouders H. van Mullem en C
van den Berg.
OVERLEDEN': W. Kappetyn 83 j. A. Bloot
hmsvr. van G. Diepenhorst 34 j.
GEHUWD G. Alphënaar en M. Bloot.'
GEBORENAdrians Wilhelmina, ouders J. de