BulteDlandsch Overzicht. PETR0LEUM-NOTEËKÏ!\ÖË\ kn?pt",PRArde ponuinKen vreder en werd laler ..ge- byt"ni,abetngd'r;D <l° handal"»fd^ Clantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam Burgerlijke Stand. Moordrecht Reeuwijk seer veel kachels zijn in gebruik genomen, welke I zonder de noodige voorzorgen, inderdaad wel wat meet daü de tot dusverre gebruikte, gevaren opleveren voor de gezondheid. Ik heb hier op het oog de zoogenaamde Amerikaansche vulkachels en in het bij zonder de naar deze nagemaakte. Het systeem, waarnaar de meeste dezer gebouwd zyn, is dat met neerslaande vlam. Hiervoor is aan de achterzijde van het lyf aangebracht een ver tikaal kanaal, door eene tong in deszelfs midden in twee deelen gescheiden. De rook en de verhitte gassen verlaten den vuurpot gaande naar omlaag, door het eene gedeelte van het kanaal tot op den voet, stijgen van daar omhoog door het andere naar de rookpijp. Nu kan deze beweging niet geschie den zonder fijne aschdeeltjes, en bij kolen van min der goed gehalte, eenig roet mede te voeren. Dit roet nu en dize achdeeltjes blijven grootcndeels op den bodem liggen, hoopen zich zoe'jes aan op, en eindigen met den doorgang, die in dit systeem toch niet al t6 wijd is, geheel te verstoppen. Bij kachels met zoogeuaamde voetwarming, waar- i bij de rookdoorgang eene rondtrckkinge beweging I maakt door den geheelen voet, wordt er dit niet beter op. Hier zit het gevaar. Elk deskundig j kachelverkooper zal niet nalaten, zijne afnemers hier- j op opmerkzaam te maken, en tevens aanwijzingen doen om dit te voorkomen. Van dezen kant wordt dus het gevaar niet in de hand gewerkt, doch wel door de afnemers zeiven, welke aanwijziugon verwaar- loozcn, of vergeten. Dit is ous binnenkort nog gebleken met eene dergelijke kachel, welke men drie 1 winters achtereen gebruikte, en toen klaagde dat er steeds eene onaangename lucht was en het er 's nachts, de kamer geslooten bly vende, uiet was uit te houden. Geen wonder dan ook; de voet was geheel vol asch er was geen doorgang meeren men had daaraan niet meer gedacht. En nu de middelen, of liever eene gebruiksaan- wijzing. Er behoort te zyn, en er is meestal, aan elke zoodanige kachel eene gelegenheid die toelaat den rook, vooral bij het aanmaken, rechstroeks naar de rook'ouis. te leiden. Hierdoor voorkomt men het al ie spoedig agnladen der rookkanalen^ Brandt het vuur goed door, dun, doch eerst dan, i die gelegenheid door de bestaande klep *f te slui ten. Vervolgens moet men van tyd tot tyd de ver ticale en de voetkanalen reinigen. Dit geschiedt door de ter noodige plaatse aangebrachte openingen. Hier is bij sommige kachels het zwakke punt. Namelijk: die openingen behooren ie zijn zoo dat ze gemak- f kelyk door de gebruikers zei ven. zonder behulp van een deskundig werkman, kunnen daargesteld en gesloten worden. Eene reden om bij aankoop hierop toe te zien. Men lette op de twee hieraan gegeven punten als zijnde in dit geval de voornaamste, namelijk op l den rechtatreekschen rookuitgaug bij het aaDmaken, en op het tijdig reinigen der rookkanalen.* Dat het maken van zoogenaamde „bonne fausse monnaie* vooral in ons Indië zou geschiedou, is nooit gebleken, en als het gebeurde, zou het zeker niet lang onopgemerkt bly ven. Als Nederland door die „bonne fausse monnaie* bedreigd werd, zou ze uit andere lauden moeten komen, maar ook daarvan is nooit een spoor van ontdekt. Dit verklaarde ook de president der Javasohe Bank, mr. N. P. van den Berg, in 1888. Onder de valsche munten, die in de laatste jaren in Indie in beslag werden genomen en te Utrecht onder zocht, waren er zeer goed nagemaakte, maar men kon ze toch terstond van de echte onderscheiden. Vol strekt onmogelyk, zegt de beer S. v. E., is hot zeker niet, dat er invoer plaats had van uitmuntend uage- maakte stukken als ze niet te onderscheiden zyn van echte munt, kan natuuilyk de absolute zekerheid nooit gegeven worden. Daar staat echter tegenover j dat de invoer op groote schaal niot gemakkelijk ver- borgen blijft, en dat dus, als men er niets van hoort of ziet, zonder groot gevaar voor misrekening, kan worden geconcludeerd, dat het kwaad, zoo het al be staat, geen groote uitbreidiug kreeg. Voorts doet de schrijver uitkomen, dat, zoo men op groote 3chaal rijksdaalders wilde maken, men daar voor aauzieulyk kapitaal zou moeten hebben, en groote kapitalisten laten zich niet ligt in mot een gevaar lijk bedrijfann minvermogenden, die hiervoor geld viagen, zou men geen kapitaal toevertrouwen. Nu zijn er in het Oosten wel landen, waar men de justitie en politie zou kunnen omkoopen, maar in die landeu is er niet veel kapitaal. En ais er 20 a 30 pCt. met dat ïiamakcn gewonnen wordt, wat moet er dan af om het clandestiene bedrijf te kuunen uit oefenen Want voor weinig geld inongt men zich niet in ongeoorloofde zaken. Er bestaat dus niet veel grond *oor de vrees, dat wij door bonne fausse mommie" overstoomd zullen worden. Prager had in de laatste jaren met zijne vrouw geen gelukkig leven en moet hair eens in eene vlaag van grarastorigheid te Ostende hebben mi«- handeld. Althans zoo beweert zij. Ten slotte ging bjj voor een geruimen tijd op reis. Na zij no terugkomst werd de wederzijdsche verhouding nog erger, vooral doordien hy in baar schrijfbureau verscheidene brieven had gevonden, die liera op het vermoeden brachten dat zy ontrouw jegens hem pleegde. Hut govolg van een en ander wag, dat hy aandrong op echtscheiding. Daarin kwam zy hem echter voor, door zelve eene aanklacht ten behoeve van scheiding iu te dienen, en wel op grond van mishandeling. Do advocaat gaf haar evenwel don raad, by onderlinge schikking elkaar te verlaten, daar de man door middel der gevonden brieven hare schuld zou kunnen bowyzen. Hieromtrent dient te worden op- gemerkt, dat wauneer eene vrouw wegens mishandeling eene eebtsehoiding verkrijgt, de man haar een onder houd naar haren stand moet verschaffen, terwijl jy iu geval van bewijs barer schuld niets krijgt. Ofschoon het huiselijk ongenoegen tusschen man en vrouw inmid dels reeds tot den allorhefstigsten graad was gestegen, woonden zij toch in hetzel du huismuar ieder afzonderlijk in eigen kamers. De broeder der vrouw, Schweizer genaamd, geëmploieerde op een handels kantoor, mocht er niet aan huis komen. Prager had hem dit verboden, en ten slotte zou ook zij eindelijk naar den wil van haren man de gemeenschappelijke woning verlaten. Tegen den nacht vóór den dag van haar vertrek was de broeder heimelijk het huis binnengeslopen eer Prager terug was, en toen had zy hem in de slaap kamer van haren mau achter een gordijn by eene toilettafel doen verschuilen. Toen Prager te huis gekomen, naar bed gegaan eu ingeslapen was, sloop Sohweizer naar het hoofdeinde van het ledikant. Prager door het schuifelen ontwaakt, richtte zich op en sloeg licht. Op dat oogenblik loste Schweizer op hem een revolverschot en trof hem iu den nek. Naar de ineeuing van den president der rechtb ok had Schweizer dei» loop op het voorhoofd gericht maar was wegens oen l»eving in zijue band de kogel anders gegaan. Prager verkeerde langen tijd in le vensgevaar. Dat Schweizer en zijne zuster naar een overlegd plan waren te werk gegaan, bleek uit het feit dat hij op zyn kantoor te voren verlof had ge vraagd tot een uitstapje naar Hamburg. Hij was toen ook daarheen gegaan en had van daar brieven geschreveu, om later een alibi te kunnen bewijzon. Maar daarop was hy, onder vermomming met eec valschen baard en verder door een grooteu mantel onkenbaar, naar Berlijn terug en by zyne zuster gekomen, die hem den boven genoemden schuilhoek had aangewezen. Na den moordaanslag de vlucht nemende, had hij mantel, baard en hoed vergeten, die in het bed der vrouw verborgen werden gevonden. Toen het schot was gelost, d« man om hulp riep en met het dienstpersoneel ook de buren wsreu komen aauloopen, was mevrouw Pragor stil te bed blijven liggen. De politie ging dus naar haar toe. In het eerst ontkende zij, iets van hot voorgevallene te weten. Spoedig daarna stelde do voortvluchtige broeder zich te Fleusberg ter beschikking der justitie. En thans hebben br >eder en zuster e<ne verdediging gevolgd in dezer voege Zy geeft toe, dat zij haren broeder het slaapvertrek heeft binnengesmokkeld, en hy erkent, op zyu zwager te hebben geschoten, maar beweert, wetens en willens niets anders voornemens te zijn gowoest dan voor zijno zuster de compromit- In het weekblad Nederland behandelt de redacteur mr. Sprenger van Eijlc de vraag, of er millioenen valsche rijksdaalders in omloop zijn, zooals tegenwoor dig «beweerd wordt. Hij betwyfelt bet, evenals reeds de heer Rochussen in zijn geschrift «Ie biraetaHisme international*, die zeide, dat er geen feiten aanwezig waren, welke recht gaven om het te gelooven wel daarentegen feiten, die er toe leiden moesten om het te betwijfelen. Bij de rechtbank van gezworenen te 3erlyn is de zer dagen een sensatieproces begonnen, waarbij de zaal tot in het afgelegenste hoekje, door toehoorders bezet was. In den nacht vau 18 September des vo- rigen jaars ras er namelyk een moordaanslag gepleegd op dr. Prager, een te Berlijn algemeen bekend rechtsgeleerde. Zijne vrouw wurdt beschuldigd als aanlegster van het moordplan. Haar broeder was de dadertegen hem luidt de aanklachtpoging tot moord. Dr Prager ia een welgesteld man, schrijft van tijd tot tyd bet een er. ander en geeft aan jon gelieden uil ryke fatniliën privaat les, om hen in te wijden in de hoogere fijnheden der rechtsweten schap. Hij is 44, *ijn« vrouw 33 jaar. Elf jaar geleden beeft hij haar als onbemiddeld meisje ge huwd, doordien hij zich door hare schoonheid bijzon der aangetrokken gevoelde. Zij staat bekend als een kou.l eu ijdel wezen. Van hare ijdelheid by de arrestatie worden zelfs potsierlijke dingen verhaald. Ook heden in de rechtzaal verscheen zij in eene coquette kleeding en frisuur. Zij is ook over het geheel eene elegante persoonlijkheid, eene brunette met bleek gelaat. Haar broeder is iemand van dertig- jarigen Icftijd, schraal opgewassen, en verkeerde thans io eene uiet geringe opgewondenheid maar een ze nuwachtige levendigheid was hem reeds vóór zijne gruwelduad eigen. Dr. Prager is een forsch, breod- geschouwderd, bruinuebtig man, die wel met een enkelen vuistslag den aanrander had kunnen neder- vellen. dan niet van me Weten, wat?" „Geen man mag me liefhebben," zegt ze en steekt beide handen uit of zij alle liefde van zich af wil werén. „Maar waarom niet?" «Omdat ik verloofd ben en ga trouwen," antwoordt zij met zonderlinge plechtigheid. Daar hij een man van den wereld is, zou deze verklaring hem in elk ander geval stof tot vroolijk- heid hebben gegeven; doch daar hij een man van don wereld is en het ernstig meent met zijn liefde, wekt zij verslagenheid bij hem op. „Veiloofd!" is al wat hij zeggen kan. «Ja, Ja! Heusch en ze laat bet hoofdje hangen. Er «preekt zoo weinig vreugde uit 't geen zij zegt, zoo weinig anders dan verdriet, dat hij weer moed vat. „Eene verlovingWat beleekent dat roept Eyre heftig uit. „Eene verloving kan verbroken worden. Neen, als ge nu getrouwd waart.... hoewel ook dan.... maar eene "erloving „O, maar je weet het niet. Deze verloving kan niet worden verbroken." „Waarom niet? En wie is het, Dulcie! daar hadt je me toch wel vroeger iets van kunnen zeggen." t Is nooit bij me opgekomen. Nooitgeen oogenblik „Nooit bij je opgekomenJe verloving niet Kom, daar zal je toch heusch wel eens em rnkelen keer aan gedacht hebben „Daaraan? Onzin. Wat niet bij me opgekomen is, dat was dat jij dat jij „nu dat je je weet wel." „Dulcie roept hij uit. „O, neenRaak me niet aan. 't Is zoo gek. In een maand kan je toch uiet verliefd op me wor den dat kan toch niet „Kan dat niet? Waarom niet?" „Nu goed, maar al kan het," zegt ze en schudt treurig het hoofd, „'i helpt toch niet. Vader heeft er zyn zinnen op gezet, dat ik hem zal trouwen." „Wieu „Sir Ralph Anketell." „Anketell „Ja." „Maar hij is tèker wel tweemaal zoo oud alsjy." „O, neen, dat is bij niet!" zegt zij snel. „Hij is vier-en-dertig." „Hij ziet er eerder uit als ieraRnd van vier-en- negentig vind ik, en hij ia zoo leelijk als de nacht." „Ik heb wel pens gelezen, dat de nacht altijd mooi is," antyooittt zij kort. „Dan is Anketell zoo leelijk als iets anders, maar hij is toch leelijk,niet „Ik vind hem niet zoo leeiyJpH^lj hero vindt," zegt zij ontwijkend. „Ik geloof, dat je verliefd op hem bent," zegt Eyre ietwat mokkend. „Je raoogt gelooven, wat je wilt," antwoordt zij van uit de hoogte. Een oogonblik van stilte volgt. „Welnu, ben je op bem verliefd?" vraagt do jong» man, ten laatste blijkbaar ontstemd „Ik ben op niemand verliefd," zegt zij op een j toon, waaruit blijkt, dat zij dit punt als afgehandeld wenscht te beschouwen„maar vader gelooft, <ïat j het voor mij het beste zal wezen sir Ralph te huwen." j „En hij sir Ralph weet hij, dat je ged won- i gen wordt tot het huwelijk?" „Ik weet niet, wat hij weet/' „Als hy 'tweet, dan is hij een gemeene fielt,1,r roept Eyre woedend uit. „Hij is geen gemeene fielt," zegt hi-t meisje snel. „'t Kau zijn, dat ik hem niet wil trouwen, dat ik overgehaald ben om mij met hem te verloven 't kan sya dat ik volstrekt niets om hem geef; maar is niet gemeen, en hij is een van de beste menschen, die ik ooit ontmoet heb." „Nu, laten we daar niet over twisten," zegt Eyre. Hare plotselinge verdediging van deu man, dien zy i blijkbaar niet lief heeft, heeft hem getroffen als een bewijs van den adel van haar karakter. En hij kan dien karAktortrok te meer bewonderen, daar er uit schijnt te blijken, dat de liefde vreemd is aan haar pleidooi. „Dulcie! Kijk me eens aanl Zeg nu* dat je je best zult doen mij lief te hebben." Wordt vervolgd.) teerende brieven te stelen, die Prager altoos in zijne jaszak bij zich hield, zoodat er geene andere knus bestond orn zo machtig te worden. Verder dat hij, 1 toen Prager verschrikt oprees, iu eene zenuwachtige opwinding blindelings een schot had gelost, om zijne j vlucht te dekkttn. Een aantal bijzonderheden pleiten echter tegen deze voorstelling. De jas, waarin de brieven waren, hing namelijk juist dóar wnar de moordenaar verscholen zat en niet aan het uiteinde van het ledikant, waar hij het schot heeft gelost. Bovendien had mevr. Prager reeds eenigen tijd te voren het gerucht verspreid, dat het zich liet aan zien alsof baar man zich nit verdriet we) van kant zou maken. In de acte van beschuldiging wordt dan ook aangenomen, dat er met overleg een moord was beraamd, waaraan de schijn van zelfmoord zou wor- I den gegeven. De vrouw zou dan erfgename van het I vermogen zijn geworden het huiselijk leven met haren man zou bij het publiek wel in het vergeet boek geraken, en zoo zou zij in baren stand hebben kunnen voortleven. Woensdag is in deze zaak uitspraak gedaan. De gezworenen verklaarden Schweizer en zijne zuster schuldig aan poging tot doodslag. Het openbaar ministerie had voor beide beschuldigden vier jaar tuchthuisstraf en drio jaar verlies van eer geëischt. Het gerechtshof ging echter veel verder; het veroor deelde Schweizer tot vijf jaar tuchthuisstraf eu ins gelijks tien jaar verlies van eer mevrouw Prager, ala aanlegster yan het plan, lot zes jaar tuchthuis straf en insgelyks tien jaar verlies van eer. Mevr. Prager viel snikkende voorover en haar echtgenoot was edelmoedig genoeg, haar nog in de rochtzaal vergiffenis te schenken, onder belofte van persoonlijk by den Keizer een verzoek ohi gratie te zullen inbrengen. i Bij vonnis van de arrondisseraonts-rochtbauk te 's-Gravenhage van 13 Juni 1882 werd H. B. Tb., voormalig koopman in huiden en leer aldaar, op verzoek van de firma W. te Waalwijk, failliet ver klaard, met ingang van 8 Juni te voren. Do curator, mr. II. J. H. Modderman, begaf zich naar de woning van den gefailleerde No. 144, en vond» niets dan eenige snippers papier zonder waarde. Later bleek dat beklaagde tussohen den 8en en 13en Juni zyn geheelen inboedel voor 275 aan een up- kooper had verkocht en hy zich naar Londen had begeven. Ter zake van op bedrieglijke wijzo de rechten van zijne schuldeischers te hebben Verkort, had do voornoemde koopman zich gisteren voor do' yrroudissements-rechtbank te 's-Hage te verant woorden. Beklaagde erkende de door hem gevoerde handels zaken mot do firqia die zijne faillietverklaring had aangevraagd, doch betwistte, zooals hy in 1882 reeds per brief aan de rechtbank had gedaan, de juistheid van het gevorderde cyfer, erkende zijn inboedel ver- kocht te hebbeu, doch met het bedrag loopende sgbulden te hebben afbetaald, terwijl hij slechts 1 5 had achtergehouden voor zijn overtocht naar Londen. Uit het getuigenverhoor bleek voorts, dat de be klaagde tot die soort van „kooplieden" behoorde, die er geen koopsraausboekeu op nahouden, en alles kunnen gebruiken, wat blind vertrouwende leveran ciers willen afzenden die overal prijsopgaven vragcu en in elk artikel bestellingen doen. Bekloagdo beweerde volstrekt liet doel niet gehad te hebbeu zijne schuldeischers te ontloopen. Hem was door zijn broer te Londen eene goede betrekking aangeboden, welke hij aannam, spaarde in 9'/® jaar ruim 600 over, en kwam daarmede in Nederland terug om zyn schuldeischer te betalen. Maar een fatum scheen op hem te rusten. Met vrouw en kind in Arasterdam gekomen, kwam hy in aan raking met zoogenaamde kwartjesvinders, verloor zijne De substituut-offiêier vanjustitiomr. Van Buttingha Wwhew ^K^jLrcqyisi^ aqp^neMr op te wy- dat ta^; y^ü^Weljngen ,4opR bekl. bedreven zyn, waarvoor hy, tengevolge van oene verandering in de strafwetgeving, niet meer vervolgd kan wor- acn Het feit waprvoor beklaagde thans terechtstaat en ZEd. Achtb. noemde dit gelukkig zoo wel binnen de grenzen der vroegere als van de thans bestaande strafwet, en de justitie achtte het noodig n B. Tb.* diu zich als oen gevaarlijk sujet, a'« een „fleaschentrekker* heeft doen kennen, te Bewijzen dat de, justitie steeds waakt, Toen bekl to Amsterdam aangifte kwam doen dat hij bestolen 7'et "gerekend en stond gisteren terecht. ij ac vorderde .oor den bekl. ter zake van bedriegelyko bankbreuk 1 jaar gevangenisstiaf. De toegevoegde verdediger, mr. Paap uit Amster dam trachtte do rechtbank te overtuigen, dat het verhaal van den bekl. omtrent de «kwartjesvinders" met, zoo onaannemelijk is, ja, bem volkomen geloof waardig voorkomt, na zijne informatiën bij de politie te Arasterdam. Voort, kwam pleiter op tegen de zijns-inziens krasse bewoordingen „gevaarlijk sujet" en „flesschen- trekkor en hy trachtte zijn cliënt in een gunstiger aagltch. te ste.len. Er op wijzende, dat bet faillis sement niet bad kunnen uitgesproken worden, waar twUui5 l dVTt!,e,d T höt cijfer be twistte, deed pleiter ook uitkomen, dat beklaagde van do voor de meubelen ontvangen koopsom niets verduisterd heeft, althans het O. M. in gebrek,- is gebleven dit te bewjjzen. Daarna het begrip van „"Iu™" 55™ !'ver<lulsl<"-™", „aan den boedel onttrekken en „met verantwoorden" besprekende betoogde pleiter, dat beklaagde zich no'ch aan ver duistering, noch aan onttrekking van den boedel noch aan met-verantwoording ,„n 2ijn boedei heeft schuldig gemaakt. Van verduistering toch kan, iu dit geval na de veranderde straf wetgeving geen sprake zijn, evenmin kan sprake zijn van onttrekking van den boedel aan den boedel, integendeel bekl. heeft den geheelen inboedel, zy het ook ui geld, bij zicb gestoken, en de niet verantwoording vervalt van zelf waar geen invents- risatie heeft plaats gehad. Toen bekl. ter verantwoording van zijn geld is geroepen, hoeft by dit op de .erste aanmaning daar-/ toe gedaan. Hij mocht vroeger gerust naar Lombrfi gaan, want hij was door den curator niet ter Ver antwoording geroepen; toen de curator kwam, was beklaagde er niet. Pleiter concludeerde tot vrijspraak, subsidiair tot net oplejtgen van eeno zeer lichte straf. Na repliek van het Openbaar Ministerie, waarbij gewezen werd op de vroegere veroordeelingen van den beklaagde ter zake van oplichting en misbruik van vertrouwen, en dupliek van deu verdediger die meende dat men met die veroordeelingen thans'niet meer te maken heeft, werd de uitspraak bepaald op Maandag 1 Februari. De bijzonderheden, die gemeld worden omtrent het voorval in de Fransche Kamer, stellen de zaak niet 111 een fraaier licht. Het artikel in de „Intransi gent", waarover de interpellatie liep, was door Ro- chefort onderteekend. Er werd o. a. in gezegd, dat Lonstans een dief was, een moordenaar, een valsche speler enz., met vermelding der namen en datums. De Freycinot gaf terstond te kennen dut de vragen der heereu Laur en Leseune niet zouden worden be antwoord, omdat hij begreep, dat deze ledeu het bewuste stuk zouden voorlezen en dus no» meer openbaarheid er aan zoudeu geven. Deze verklaring werd met iniden bijval en met het geroep van I' ur" geucel (dringend verklaring van bet voorstel) begroet loen nu Laur verklaarde dat,, wanneer de interpel- ahe doougezwegen werd, de Kamer do vrijheid der leden opofferde, om een minister te verdedigen, die door de openbare meening was gebrandmerkt, vloo» Lonstans op hem af. Freycinot, die hum wil terug houden wordt teruggeslingerd, evenzoo de secretaris generaal Etienna; Delacretelle wordt uit den weg gedrongen; een bode wordt omvergeloopen en nu grijpt Cohstnns met de liukorhand Laur bij kras», dient hem met de rechterhand twee duchtige oorvij gen toe, draait hem behendig om en geeft hem een schop achterna. Toen riep Laur: „Gij schijnt u met ""J,,10 B'lllel1 meten; heel goed, gij zult uw zin heb ben lnlusschen waren de Boulaugisten Laur to hulp gesneld. Een onbeschrijfelijk rumoer ontstaat, de zaal wordt een slagveld en het stof dwarrelt op uit een hoop van vechtende menschen. Delpech geeft Lasteliii een slag in 'tgezicht; Castelin slingert een dik woordenboek naar den minister, dat den af gevaardigde Mir in het gelaat kwetst. Men hoort slraatvloeken en scheldwooiden uit de achterbuurt. t Niet in staat de hartstochten te beteugelen, zet de voorzitter Floquet zijn hoed op en schorst de zitting. Bedienden snollen daarop de zaal binnen, ontruimen do zaal, waarop het gevecht in de gangen en bijzalen wordt voortgezet. Gelijk men weet heeft de minister Constans, na heropening der zitting, zijno verontschuldigingen ge maakt. Het voorstel der regeering om de interpei- latie-Lesenne niet toe te laten, werd, goedgekeurd. Na do zittiug zond Castelin den afgevaardigde Del pech zyne getuigen, een duel had plaats, nabij Parijs, docb zonder dat een van beiden ernstig gekwetst werd. Het voorval heeft algemeen verontwaardiging gewekt, maar de geheéle openbare meening, mot uitzondering van de „Intransigeant", trekt party voor Constans en tegen do Boulaugisten. Op eene uitdaging van Laur heeft Constans ge- weis^erd met bene te duelleeren. De heer Laur heoft daarop den procureur-gene raal kenuis gegeven van zyn voornemen, een "aan klacht tegen den heer Constans in te dienen, en verzocht hem te dien einde een onderhoud toe te staan. De procureur-generaul heeft geweigerd de aanklacht van Laur aan te nemen, omdat het feit gepleegd was bet gebouw der Volksvertegenwoordiging. 0 l ,iejK'sche Kamer van Vertegenwoordigen diende de heer Do Naryer het voorstel in, omdé specifieke rechten in de plaats te stellen van de rech ten naar de waarde voor geweven goederen en klee- dingstuklfen. De voorsteller vroeg verlof deze voor dracht toe te lichten. De minister-president, da eer ISeeruaert, verklaarde zich daartegen. De Ka- de^h^T Cv t6r" Strijd mel deu Minister, dat oil- IV - ?eyer ln de zi,ti"S ,an morgen die toelichting zou kunnen houden De ce .tr.le sectie heeft zich eenparig vereenigd "elchl c d tot P' Waa,rbij d° IU"eUri"a w°rd' mac&Ugd tot eene voorloopige regeling over te gaan van de handelsbetrekkingen met de landen waarmede de bestaande verdragen afloopen. In het rapport Jordt er op gewezen, dat Belgische produc- ten, bij uitvoer naar Spanje, tot 30 Juni e k Ge bruik kunnen maken van het tegenwoordig tarief evenals Engelsehe producten. Dank zij art 3 van het ontwerp zal de Belgische regeeriug een dam kunnen stellen tegenover de uitvoerpremiën welke voortvloeien 10 Pra""ha bereikt, Zwitserland voorloopig „a" FranMk de zoYtoesZ,°P 'leD V06t d6r mee" ^"Bstigde natie De onderhandelingen met Italië stuiten nog „Rijd uitloop™™': M Zlj waarsohÜI,IÖk °P «"et» zullen De Engelsehe vice-consul Ie Buenos-Ayres heeft een belangrijk verslag uitgebracht over de landver- huizing naar Argentinië. Men leert daaruit, dat na 1880 de aanvoer van ïsssgïnna 7noo tf)eHenonien- Het getal was in 1888 in' '.""'ii1,14'685 '«et land verlieten. In 1886 (laaide echter de aanvoer tot 93,116, terwijl het vertrek ongeveer op ée'ne hoogte bleef. Daarom oo de de regeering toen premiën uit, waarvan een ,aauwas het gevolg is geweest. In 1887, 1888 tot Un^S9gelVee»1fers der nieuwe «'"'"bten tot 120,842, 155,632 en 260,909 terwiil iu dio jaren 13.630, 16,842 en 40,649 weder heengingen hnbl Pr-miB- 19 °"8eveer 10 millioen gulden uitbe taald by wijze van voorschot, dat echter slechts zel den kon worden terugbetaald. In 1890 werden die Ï'ioTÓo gtr Ke'^kt- met het ge,olS dat '^BO"" 110,500 dm aankwamen, 83,000 het land verlieten een verschil dus van slechts 27,503. In 1891 kwamen tot 1 Aug. 44,63o aan, maar 72,000 gin gen heen. 5 Volgens opgaaf van den directeur der immigratie kan het land met meer dan 100,000 bekwame perso nen sjaars gebruiken. Van de 134,000 die voor- schotter«-regen, was twee-derde onbruikbaar. Er waren 53,000 onder, die opgaven landbouwer te zijn. maar veler, hadden oDjuiste verklaringen afgelegd om de premie machtig te worden. Van de immigranten der laatsie jaren waren 60 P Dallanen, 18 pCt. Spanjaarden, 10>/, pCt. Fran- schen en 2 pCt. Engelschen. (De percentage der a ederlanders wordt niet opgegeven. Volgens het verslag bestaat er nog behoefte aan ge schikte landbouwers, die een klein kapitaal bezitten. De iconen zijn, wat de goudwaarde betreft, laag en minder dan men in Engeland kan verdienen, maar voor landbouwers bestaan vooruitzichten in enkele provinces, bijv. i» Santé Fé. Daar kost de bewerking van een acre voor tarwe "slechts/ 7.50, waarbij men een kapitaal van 12 noodig heeft en dan een zui vere winst kar. maken van 14. Toch raadt het verslag aan Engelschen de landverhuizing niet aan omdat de streek meer geschikt is voor Italianen. van de Mafcel&ars De marlet was heden onveranderd. Loco Tankfust f 8. Januari-levering 7.85. Februari-lerering f 7 40 Maart- levering 7.15 April- Mei- Juni-en Juli-' levering 7.10 Augustus-levering 7.15. Septem ber Uctober- November- en December-levering f 7.26. GEBORENAaltje, ouders H. van Mullem en C van den Berg. OVERLEDEN': W. Kappetyn 83 j. A. Bloot hmsvr. van G. Diepenhorst 34 j. GEHUWD G. Alphënaar en M. Bloot.' GEBORENAdrians Wilhelmina, ouders J. de

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2