BINNENLAND. Balteolaodsch Overzicht. s boort te staan dan booge rente. Indien nir ondanks die lagere rente toch zulk een aan zienlijk bedrag gedeponeerd is, dan is zulks wel een bewijs dat de postspaarbank in eene behoefte voorziet. Eene inrichting als deze behoort natuurlijk de kosten harer administratie zelf te drageneen deel der gekweekte rente is dan ook bestemd tot bestrijding der ad ministratieve onkosten, die voor eene over het geheele land werkende bank niet ge ring zijn. Aan het eind van dejpe tienjarige periode zijn alle onkosten, die tot dusver door den Staat waren voorgeschoten, terugbetaald en kan er gerekend worden op een jaarlijksch overschot, dat in een reservekas moet worden gestort. Is deze eenmaal voldoende gevuld de wet spreekt niet van een bepaald cijfer dan zou men aan reute-verhooging kunüen gaan denken, maar het is waarschijnlijk, dat men veeleer zal overgaan tot uitbreiding van den werkkring der Bank tot meerder gemak en grooter voordeel van het Nederlandsche volk. Op dit oogeublik wordt er gedacht aan maatregelen om door de Postspaarbank voor inleggers inschrijvingen op het Grootboek ver krijgbaar te stellen. In de Eerste Kamer is daarover reeds bjj de begrooting van gedachten gewisseld. Andeie plannen zijn ook geopperd om de bespaarde gelden dienstbaar te maken tot het verleenen van landbouw-crediet of an derszins. Doch steeds dient op den voorgrond te staan, dat de Staat absoluut de ingelegde gelden waarborgt. Dat is de groote kracht der bank en haar beste aanbevelingsbrief bij de mindere standen, die door bittere onder vinding geleerd wel oen»* «huiverig zijn om hunne zuur verwoi^en spaarduiten uit hun handen te geven/ Wij hopen, dat deze nuttige instelling in het tweede decennium even rijke vruchten zal afwerpen als in het eerste en dat de landsre- geering zich zal beijveren om aan de wet, welke haar in het aanzijn riep, al die uitbrei ding te geven, welke de eischeu van den tijd mogelijk en wenschelijk maken. Zonder eenige opoffering van den kant der belastingschuldi gen is hier een voortreffelijk werk verricht, dat aantoont hoe nuttig staatsbemoeiing in sommige gevallen werkt, wanneer maar de grondslag goed is. GOUDA, 2 Februari 1992. Hedenmorgen heerschte een vroolijkheid langs onze straten ran belnng. Vooraf gegaan door het muziek corps der dd. Schutterij trokken de kinderen, in feest gewaad gedoscht, wien, dank zij de de IJsclub tot ondersteuning tan minvermogenden in „Ons Genoegen" een heerlijke dag was bereid, in optocht door de (zegt ze wanhopig) te zien of ik in 'tdorp ook wat wol kan koopen, die er bij paste, en toen ben ik hierheen geloopen, en...." „Wat een mop! Is dat nu de beste die je ver zinnen kunt? Waarom zeg je niet liever dat je hier een jong meisje moest spreken 't Was om wol 1" houdt zij somber vol. „Neen, dat gaat zoo niet 1 Dacht je dat ik niet wist hoe de vork in den steel zit Wacht maar op Bridget! Zij heeft nog een appeltje met je te schil len, geloof me maar 1 Er ligt nog heel wat voor je in 't zuur, daar kan je op aan." „Bridget zal niets zeggen," herneemt zij, en on vast voegt ze er aan toe „Zij teminste is altijd goed voor me geweest." „Ja, 't mocht watDenk maar niet dat ze je zal ontzien. Zij zit op je te wachten om je de volle laag te geven en met grof geschut ook 1" „Breng my bij haar," zucht Dulcinea onder den invloed van lichamelijke en geestelijke vermoeidheid. «Waar ben je zoo moe van vraagt hij en tracht haar in 't gelaat te zien. „Je schijnt doodop te we zen. Je wilt toch njet zeggen (want plotseling is hem een gedachte door 't hoofd gegaan) dat je hier heen bent geloopen? Heb je dien heelen weg te voet afgelegd, door die kouden en vochligen damp, om dien kerel te zien Zij knikt toestemmendspreken kan zij haast niet meer. „Goede genade 1 dan moetje wel dol op hem zijn 1" y I stad. Zooals van zelf spreekt badden zij veel be kijks, tal van belangstellende toeschouwers genoten bij het gezicht van die vroolgke kiuderschare, reeds genietende van alle heerlijkheden, die hen wachtten. Jammer dat het wéér niet wat gunstiger was, doch daar het eigenlijke feest niel in de open lucht ge geven werd was dit bijzaak. In «Ons Genoegen" aangekomen was het feest spoedig in vollen gang. De tact van de heeren, die de leiding der feestelgkheden op zich genomen had den, maakte dat alles zeer geregeld ging en dat de jongens en meisjes bepaald grooten schik hadden. Om 2 uur had de feestelijke maaltijd plaats in de zaal Kunstmin" die voor deze gelegenheid keurig versierd was. De foestdisch zelf prijkte met tal van fraaie bloemen en planten. Als gewoonlijk waren vele dames en heeren tegenwoordig om van hot feest getuige te z\ju. Daar dit bij het afdrukken van dit nr. nog in vollen gang is, hopen wij morgen den afloop te ver melden. Het ziokenfonds «de Voorzorg" van de Aartsbroe derschap de Heilige Familie (de congregatie van mannen) zal eene zeer gewonschte verandering en uitbreiding ondergaan. Werd tot heden deu leden, voor eene wekelijksche storting van 5 ct., ingeval van ziekte 8.per week uitgekeerd, na de re glementswijziging zal elk lid 10 ets. per week moe ten storten en minstens J 5.uitkeering erlangen, terwijl bovendien aan kraamvrouwen mede 5. zal wordeu uitbetaald, cn ingeval van overlijden van een lid, zal eeue fatsoenlijke begrafenis uit de kas der vereenigiug worden verstrekt. Een hoofdbepaling voor de leden is, dat zij geen lid van eene andere vereenigiug, zich ten doel stel lende uitkeering bg ziekte te verstrekken, mogen zijn. Blijkens aohterstaande advertentie zgn bij den heer S. D Boon nlhier verkrijgbaar gesteld de Engelsche Anthracit Nootjes der Otoaun-Cae-Gvrtoen-Colliery Companydie blijkeus het getuigenis van de eerste Duiische fabrikanten vac Reguleer-vul-kachels van uitstekende qualiteit zijq en een groote verwarmings kracht bezitten. Door den hevigeu winq is heden morgen een wagon met hooi geladen te Waddinxveen op de kerkweg te water geraakt. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. De godsdienstoefeningen der Ned. Herv. gemeente te Berg-Ambacht worden weder in de Kerkekamer gehouden, totdat de kerkbankeu afgeverwd eu goed droog zijn. De binnenbetimraering nadert haar einde. Dokter Déef, Sequah's assistent, die te Dordrecht bij een apotheker 400 m.G. cocaïne gekocht had, omdat hij die bij een kleine operatie van een zijner patiënten moest gebruiken, heeft nu tegen den apotheker een vervolging ingesteld wegens het open baar maken van recepten. Wij lezen in «Brieven uit de Hofstad" van de Amh. Ct. Er heerscht, naar ik bemerk, groote beweginson- «Dat ben ik niet!" autwoordt zij met een flauwe opflikkering van haar ouden moed. «Je denkt zeker, dat ik dat gelooven zal, terwijl je toch dien heelen weg hebt afgelegd, eenvoudig om afscheid van hem te nemen en hem te zien vertrek ken, niet waar?" «Ja ja" zegt zij, maar met zulk een overdroven ijver om te bekennen, dat zij hem nu de geheele waarheid doet zien. /'Om^^net hem van door te gaan,"< zegt hij IfiHÉHl^Bk89 *iet ^at wer^e''j^ D, Dulcie 1" T^^iyUKjijriinkl zoo verwijtend, dat zij er als hef ware onderHezwijkt. «O Andy! 'tis heelemaal zoo als jij het daar zegt 1 Vader en sir Ralph en jij zelf ook, waren zoo onvrieudelijk 'tegen mij. En hij, al gaf ik niet veel om hem, hg wa(8 vriendelijk, en hij vroeg me om met hem mee te gaan, om van al die onaange naamheden verlost te zijn...." «Heb jo dan heusch met hem er over gespro ken je bij hem beklaagd over sir Ralph en over je vader?" «Dat heb ik gedaan. Ik zie du in hoe leelijk het van me was; maar.... hij was zoo aardig tegen me en ik voelde me zoo ongeli^kkig. En sir Ralph was zoo koel en zoo bereid mij de les te lezen, en...." Zij kan niet verder. «Nu, ik had 1 et niet van je gedacht," zegt Andy en schudt treurig het hoofd. «En Auketell, je ver loofde, en zoo'a beste kerel! Maar nu is de eenigei r t 4 0 der het steeds toenemend ras der postzegelverzame laars. Geen afgestempelde postzegol op een slinge rend couvert is hun heilig, want het zeggen gaat, dat de pas ingovoerde zegels met het borstbeeld van de Koningin, omdat ze zoo leelijk zijn, spoedig zul len vervangen worden, waardoor ze, niettegenstaande die leelgkheid, een groote waarde zullen verkrijgen. Nu leelgk zijn de nieuwe postzegels, en dwaas is het' zeker, dat men, behal e haar eigen portret, in het Koninginnekopje nog drie andere gezichten kan ontdekken. Maar de leelijkheid is op dit gebied nog geen reden tot intrekking en vervanging. Wij hebben twintig jaren lang 't met de laatste postze gels van Willem III moeten doen, ofschoon die niet minder leelijk waren dan de tegenwoordige. Met een kleine variant past hier het bekende gezegde: «Rien ne dure comme le laid." De mail uit Japan brengt het bericht, dat, na een zorgvuldig onderzoek van ambtswege, de totale materieele schade, veroorzaakt door de aardbeving, op ongeveer 24 millioen gulden wordt geschat. In een rapport van het centraal meteorologisch observatorium to Tokio Wordt aangetoond, dat de oorzaak der aardbeving washet plotseling verzakken vau den grond over een uitgestrektheid van 2 Eng.. mijlen diameter, in het noordwesten der pro vincie Mino, nan de oevers van het meer Biwa. De golvende aardbeweging, daardoor veroorzaakt, strekte zich over de omringende provinciën uit en beroerde in meerderen of minderen graad drie vijfde der op pervlakte van het Rijk. Men zegt, dat do uitwerking daarvan zeer verwoes tend was voor den fraaien kegel van den vulkaan Fujiyama, waarvan de zuidwestelijke helling geheel is vernield door hot wegzakken eener massa, laag 4000, broed 2000, en diep 1000 voet. De Ned. Bakk.-Ct. waarschuwt haar lezers tegen een zoogenaarr.den reiziger in cacao, die hij levert, volgens zijn zeggen, met vanille, tegeu 80 cent. Een monster van zijn «cacao", door de heeren Kuyt en Farensbach onderzocht, bleek geen spoor van cacao te bevatten. Het bestond uit de fijn ge wreven houterige deelen van een zaadkorrel. De man, die deze «cacao" had verkocht, is lROfC en schraal'iijn houding heeft iets militairshij had een btondeu snor, langen hals en ging gekleed in een grijzen demi-saison. De politie is met het feit in kennis gesteld. Te 's Gravenhage is door B. en W. aan den Ge meenteraad voorgesteld, om wegens toeneming van het aantal verpleegde krankzinnigen den subsidie- post aan het krankzinnigengesticht aldaar met 3300 te verhoogon, en dus te brengen op 53,300. De dezor dagen zooveel besproken stichting zal dus vanzelf eerstdaags ook in den Raad ter sprake komen. En dan zal zeker over den voorgestelden post niet kunnen worden beslist, voor en aleer af doende zekerheid verkregen is, omtrent de ernstige beschuldigingen, die dezor dageu tegen de innchtiug zijn ingebracht. Naar aanleiding van Mevr. Stuten s brochure, zegt de Haagsche correspondent van het U. D. nog het volgende over do sfichting «Is 'tniët meer dan verwonderlijk, dat er zulx een aanleiding noodig was om die klachten aan den vraag hoe je weer thuis komt. 't Zal wel een tijdje duren eer we een rijtuig kunuen krijgen uit dat gat van een dorp ginds, en voor dat we dan thuis zijn zal je vader zoo woedend wpzen dat er geen houden aan is." «Kunnen we niet te voqt gaan?" «Dat duurt nog langer, geloof ik. Ik weet hoe dat met meisjes gaatstruikelen over eiken steen en schrikken voor elke schaduw. Neea, daar zouden uren mee heen 'gaan en dan zou de oude zich nog maar een paan. duim dikker maken. Als we zoo laat'thuis komen, zou er geeu land mee te bezeilen zijn en zou hij te keer gaan als een dolleman. «Wat zullen we dan doen?" vraagt zij, terwjjl zij wanhopig rondziet. «Ik wou dat ik het wist. Het is het beste dat gin hier blijft tot ik in het dorp het een of ander vctortuig heb opgescharreld. Waarachtig," zegt hg boas«je hebt 't hem eens geleverd "en mooi ook Op dit oogenblik gebeurde het, dat Dulcinea, nie door spijt en berouw er. wanhoop verteerd wordt, het hoofd omwendt. Zij had ihet opzet den blik van haren neef die om 't op zijn zachtst uit to drukken zeer scherp was vermeden. Maa%daar ze* niet bedacht is op de vreemde lichteffecten van de stationslantarens, draait zij zich zoo, dat hij haar nu vlak in 't gezicht kan zien. Wordt ve volgd.) V O dag te brengen Dat menigeen nu komt aanzetten met feiten van drie, vier jaren geleden, en daarover niet al lang een aanklacht bij de publieke opinie heeft ingebracht? Dat nu blijkt hoe algemeen men in de omgeving van het gesticht weet van dronken schap ouder het personeel, enz. Ik zeg meer dan verwonderlijkniet omdat ik er niet aan geloof, helaas daarvoor bestaat te weinig reden, maar wgl ik eigenlijk ergernis gevoel over de koelbloe digheid van het Nederlandsche volk, dat zulke din gen weet en er stillekens het zwijgen toe doet, in plaats van in verontwaardiging los to barsten en desnoods hemel en aarde le bewegen om verbetering in den toestand te verkrggen. Want wel terecht merkt het christelgk weekblad de Boodschapper op, dat deze onthulling niet minder dan dertig jaren geleden de Havelaar «eene rilling door het land moesten doen gaan*" In Wales en Ierland heerscht groole agitatie onder de raenschen die Edwards heeten of een Edwards in hun familie gehad hebben. Het geldt een erfenis van 70 millioen pond (840 millioen gulden). Eeu zekere Edwards emigreerde in de zeventiende of achttiende eeuw naar deu staat New-York, en kpcht daar in Manhattan Island een groot stuk moerassig land, voor een kleinigheid. Dit land gaf hij in ge- brüik aan de Britsche regeering, eu er werd een groot stuk van de stad Now-York op gebouwd. De Britsche regeering deed het na den onafhankelijk heidsoorlog in 1774 over aan de Vereenigdo Staten, en deze zullen nu de som aan de erfgenamen moe ten uitkeeren. Aan de Fabrieksbode is het volgende ontleendj Men weet, dat, toen in Duitschland de verplichte verzekering tegen ongelukkon werd ingevoerd, de werkgevers der verschillende beroepen iu vereenigin- gen zijn bijeengebracht, en dat velen de verwachting koesterden, dut deze vereeniging van gelijke belang hebbenden nog verdere voordeelen zou opleveren voor arbeider en werkgever. Met genoegen zien wij thans dat in die richting een zeer nuttige maatregel ophanden is, volgens eeno raededeeling in het eerste nommer van de fVohl- farts-Gorrespundemeen blad, dat, door de zeer be kwame hand van prof. Julius Post geschreven, eene nuttige taak gaat verrichten mededeelen wat in het belang der minderbedeelden gedaan wordt en kan worden. De zaak is deze. De werkman wien een ongeluk overkomt, krijgt eene uitkeering, evenredig aan het ongeluk dat hem getroffen heeft. Wie bijvoorbeeld ééne hand verliest, krggt minder dan hij die beide handen verliest. Nu is het echter eene groote moeielgkbeid voor den één- handige om eene bezigheid te vinden, die voor bem geschikt is. Of hij deze vindt of niet vindt, daar mede houdt de uitkeering geen rekening. Eu de straf van den lediggang is ook voor een arbeidzaam man niet gering. Deze omstandigheden hebben den Boud der Duitsche beroepsvereeuigingen aanleiding gegeven om de quaes- tie ter hand te nemen der stichting van leerinrich- tingen voor dodr ongelukken geschondenen en van een arbeidsbeurs voor invalide arbeiders. Men gaat daarbij uit van de opvatting, dat de arbeidgever, bij wieu do arbeider het ongeluk heeft gekregen, zedelgk verplicht is, zooveel mogelijk den arbeider voort te helpen. En sommige directeuren van groote fabrieken hebben dan ook reeds bijzon dere invaliden-werkplaatsen ingericht voor werk, dat door verongelukten gedaan kan worden. En zoo-worden, als gevolg van do bovengenoemde organisatie, zoowel de arbeiders als de beroepsver- eenigingen gebaat, en bovendien in het algemeen belang kraohten nuttig aangewend, die anders nut teloos zouden verloren gaan.» Volgens de Electric Reviewvan New-York, zijn in het doofstomraon-instituut te Indianapolis belang rijke proeven genomen met deu phonograaf en de doof8topmen. Het bleek dat de phonograaf het ge-1 luid aan het oor op zulke wijze conoentreert, dat rele leorlingen, anders doof konden hooren. Van 56 jongens en meisjes konden drie in het geheel niets hooren, terwijl 40 muziek konden hooren en 26 ge- sprokon woorden konden onderscheiden. Onlangs heeft zioh in de Colorado woestijn een meer gévormd van ongeveer 7500 Ms eene ge beurtenis, die voor*de geheele omstreek vau groot belang is, vooral omdat daarvan eene verbetering ran het klimaat verwacht kan worden. V Wat botreit het ontstaan van dat meer ligt, de Onderstelling voor de hancl, dat het water van den Coloradostrdom een weg gevondpn heeft naaf het &ger geleden bekken. Dezo groote rivier voert steeds Rroote /hoeveelheden slik en zand mede, die zich aan de mending ophoopen en deze verstoppen, zooda/' - zijne wateren zich een anderen uitweg moeten banen. In vroegere tijden moet de loop van de Colorado zich herhaaldelijk hebben gewgzigd en moet het tegenwoordige meer dan ook vroeger reeds meer bestaan hebben. De inspanning ïan een brievenbesteller. Aan een Duitscb blad wordt, naar aanleiding ran distantio- marschen als lichaamsoefening, geschreven Sedert Seume zyn bekende wandeling naar Syracuse af<rele»d en beschreven hoeft, gelooft iedereen, die lust krijgt bij eene lange wandeling den spoorweg te ontloopen,' daarvoor door de geheele wereld op de handen té moeten worden gedragen. Toch zijn er menschen genoeg, die iuspanneude voetreizen, zonder uitzicht op pryswiunen of krantenreclame, alleen als plicht en beroep, by zeer geringe belooning, algelegd heb ben. Van de inspanning van een brievenbesteller geeft het volgende bericht uit Elbing een maatstaf. Do horlogemaker Z. aldaar had, naar de Mtpreus- tüche Zeitung verhaalt, den brievenbesteller van een gedeelte van de binnenstad, uit weetgierigheid, tot gebruik gedurende de laatste dagen van het jaar een podometer gegeven. Met absolute zekerheid teekent zu.k een ding elke schrede op, die zyn drager maakt. Volgens dit had de bewuste brievenbesteller in zijn heen- en weergaan, trap op, trap af, in den tijd van 31 December 's morgeus tot 2 Januari 's voor middags tO uur, juist 58,900 schreden gedaan, dat zijn, iu geograpbiscbe myleu berekend, per mijl 9600 schreden, ruim 17 geographische mijlen. Oude kaas. In eeu deel van Zwitserland bestaat het gebruik, dat de vrienden van een bruid en bruidegom dezen op hun huwelijksdag een kaas aanbieden, welke bij bet jonge echtpaar als familieregister dienst doet. Daarop worden de geboorte, de dood en de huwe lijken van de verschillende familieleden vermeld. Soni- migo oude familien kunnen kazen tooueu uit de 16de eeuw. Op ren landbouwtentoonstelling, te Ges- seay, trokken deze kazen zeer de aandacht. Een lakenfabrikant in Bristol was de/eerste, die in 1340 de wollen dekens uitvond en tl gebruikte. Blanket was de naam van den uitvinder en naar hem noemt inen een wollen deken in 't Engelsch blanket«. Thomas Blanket was een der drie Vlaamsche broeders, die zich te Bristol vestigden. Zijne ontdekking, evenuls zoo menigeen, geschiedde heel toevallig. De winter van 'tjaar 1840 was zeer koud, en eens 's nachts daarvan veel te lijden heb bende, legde Blanket tot dek -een stuk wollen stof op zijn bed, hetgeen hem dadelyk voldoende warmte schonk. Dit wekte hem tot nadenken op en het gevolg daarvan was, dat hij wollen dekens in den handel bracht, welke dadelijk veel aftrek vond.n. Blanket werd lid van den raad, ja zelfs burgemees ter van Bristol, terwijl men op zijn graf een kost baar gedenktueken oprichtte. Edison, die de wereld nog steeds verbaast door, om zoo te zeggen elke maand,1 een nieuwe uitvin ding, was als kleine jongen reeds zeer vindingrijk. Vóór hij als krantenjongen langs de Amerikaansche spoorwegen de bladen liep te venten, verkocht hij lucifers te Nieuw-York. Dezer dagen vertelde hij hier 'l volgende „Op een avond zie ik twee heeren, druk met el kaar staan praten in een donkere straat. Ik ga naar hen toe „en vraag „Heeft een van de heeren in deze straat ook eeu dollar verloren?» Zij voelden beiden in hunne zakken en een van do twee zei „Die zal van mij zijn waar is hij „Ik heb hem niet gezien», antwoordde de kleino koopman, „maar indien ge hier een dollar vorloren hebt, zult ge er wel naar willen zoeken en hier heb ik puike lucifers, die goed en lang brayOen». De andere heer vertelde Edison begon har telijk te lachen, kneep mij in de wang en gaf my een heuschen dollar, terwijl bij riep 'f „Pukje weg, schelm. Moet jij zoo iemand'beet nemen I» Het spijt mij nog altijd verklaarde de groote uitvinder dat ik nooit geweien heb, wie de man geweest is. Wat zou ik liera 'dankbaar zijn, want met dien dollar heb ik gewoekerd. Een „literarisch burau» te Berlijn, handelende deder de firma Paul Kohïfr, sohreof eeneu prijskamp uit voor de beste novelle. De tweede prijs werd' toegewezen aan een van de ingezonden wer ken, doch toen eeue dame zich als auteur daarvan bekond maakte, werd haar medegedeeld dat zij de toegekende belooning, groot f 150, alteen antvangen kon op de'voorwaarde, dat zy zich verbond, al hare toekomstige werken aan het „bureau» af te staan tot den 31n December 1894 tegen bon honoraruim van 3 Pfennige (1,8 cent), 'c "iu)1'™ datUm 104 31 December 1897 'oor Pt en daarna ^levenslang?) voor 10 Pfi, 0f cent de regel, ïan gemiddeld 15 lettergrepen. Dramatische werken waren hieronder begrepen en recht"'tal"" h6t <""°°r™"delijke eigendom^ De gelukkige prijskampster vond dat dit veel van geestelgke lgfeigenschap zou hebben, en bedankte voor den prijs. De discussie in het Pruisische Huis van afgevaar digden bij eerste lezing (algemeene beschouwingen) der schoolwet zgn Zaterdag afgeloopcn. Do lijst der ingesohreven sprekers was nog wel niet uitgeput maar gewoonlijk komen ook niet alle ingeschrevene aan het woord. Vi anneer er uit elke partg een of meer hebben gesproken en het genoegzaam blijkt dat er geen nieuwe gezichtspunten meer worden geopend, of niet te openen zgn dan maken voor-en tegenstanders alleen nog georuik van de gelegboheid om het een of ander in bet gesprokene te verduiitaen maar dan volgt er toch veelal spoedig ediTYoorstel om het debat te sluiten. Zoo ging het ook Zaterdag. Wanneer het dien dag nog even heftig was toegegaan als op de vorige dagen, zou bet voorstel tot sluiting misschien no» niet zgn aangenomen. Het debat was echter toen veel kalmer en daar het toch niets meer opleverde dan wederzydscbe herhalingen, zal men hebben be„repen dat het beter was, het nu maar er bg te laten. Al thans op het voorstel volgde gcene enkele tegenspraak en het einde van alles was een besluit om het wets ontwerp in handen te ateljen van eene commissie van 28 leden Eén gewichtig verschijnsel heeft het debat echter nog op het laatste oogenblik opgeleverd, namelijk dat Gaprivi toen tegenover de nationaal-libera'en eene ge- heel andere taal voerde dhu daa?s te voren. Hij erkende nu, zich toen te hebben vergist in de meening dat de uationaal-liberalen het reeds lang te voren in stilte hadden toegelegd op vorming eener groote liberale partg. Hg verklaarde, in hePpartgleven niet bijzonder te huis te zgn en van partg belangen niet veel verstand te hebben, maar wel te woten, dat men drie mogelijk heden iu aanmerking moet nemen: Ten le dat er tusschen do reg<«ng er. eene partij voortdurend over eenstemmingbestaat, en dit is in Pruisen hoogst onwaarschijnlijk, doordien men er geen parlements- ministerie heeft. Ten 2e dat eene partij de regeering op sleeptouw neemt, en daartegen zou hij zichten allen tijde verzotten. Ten 3e dat eeno partij zich door de regeering op sleeptouw laat nemen, en dit zou hn van de nationaal-liberalen nooit willen vergun. Intns- schen viel er nu voor hem nog één misverstand uit den weg te ruimen. Een der sprekers had het zooeven doen voorkomen alsof zijn vredelievende toon van heden kon worden beschouwd als een teekeri van veranderde zienswijze. Dit moest hij tegenspreken. „Als men uit mijn toon van heden besluit, dat ik over do zaak anders denk dan ik gisteren deed.» zeide hij „dan zou mijn toon weer een misverstand teweegbrengen en zou ik barre taal moeten blijveu spreken. Gisteren ben ik m dien toon vervallen doordien ik bij het wezenlijkste gedeelte van mgn vertoog gedurig in de rede werd gevallen door het geroep van „Ongehoord 1» Ik ben zoo iets niet gewoon, en ik bob het missohien meer ter harte genomen dan noodig was. Mijne be- oordeelinjrvan gisteren is thans wel gewgzigd, maar slechts ïMPover, dat ik van daag heb geleerd, dat er wan de groote liberale partij, die, gelijk ik nu zie eigenlijk een werk van den afgevaarde Rickert had moeten worden, eigenlijk niets is. Maar kvat de schoolwet betreft, daaromtrent ben ik heden dezelfde die is gisteren yas, en morgen zgn zal 1» De laatste dagen der verkiezingen in Hongarije brachten, behalve eenige meer ernstige ongeregeld heden, tevens eene versterking van de oppositie. De regeoring heeft, al behoudt rij de meerderheid, nu reeds 21 zetels verloren en de tegenpartij boopt bg de herstemming n nog meer veroveringen te te behalen. In qualiteit is het verlies nog grooter dan in hoeveelheid. Mat Falk bgv., redacteur der Pesther Lloyd, eeu der bekwaamste, meest ervaren en kundigste staatslieden der liberale partij, die vootal van de financieele toestanden voortreffelijk op de hoogte is, werd niet herkozen.jsjl'00 ook verloren August Pulszky en de onderminiflir van staat Alex. Matle- kovics hun mandaat. Oe belangwekkendste strjjd werd te Presburg gevoerd tusschen graaf Apponyi .eider der gematigde oppositie, en do heef Szilagyi, minister van justitie. Laatstgenoemde werd met eene meerderheid van 96 van de 882 stemmen gekozen. Gedurende de stemming heerschte de grootste opge wondenheid en werden luidruchtige betoogingen ge houden in de straten. ,f 'pberpe strijd tusschen de verschillende par tijen bij deze verkiezingen loimt meer over personen dan over staatkundige brginsflen. Dit blijkt wel si.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2