BINNENLAND.
Balteolaodsch Overzicht.
s
boort te staan dan booge rente. Indien nir
ondanks die lagere rente toch zulk een aan
zienlijk bedrag gedeponeerd is, dan is zulks
wel een bewijs dat de postspaarbank in eene
behoefte voorziet. Eene inrichting als deze
behoort natuurlijk de kosten harer administratie
zelf te drageneen deel der gekweekte rente
is dan ook bestemd tot bestrijding der ad
ministratieve onkosten, die voor eene over
het geheele land werkende bank niet ge
ring zijn. Aan het eind van dejpe tienjarige
periode zijn alle onkosten, die tot dusver door
den Staat waren voorgeschoten, terugbetaald
en kan er gerekend worden op een jaarlijksch
overschot, dat in een reservekas moet worden
gestort. Is deze eenmaal voldoende gevuld
de wet spreekt niet van een bepaald cijfer
dan zou men aan reute-verhooging kunüen gaan
denken, maar het is waarschijnlijk, dat men
veeleer zal overgaan tot uitbreiding van den
werkkring der Bank tot meerder gemak en
grooter voordeel van het Nederlandsche volk.
Op dit oogeublik wordt er gedacht aan
maatregelen om door de Postspaarbank voor
inleggers inschrijvingen op het Grootboek ver
krijgbaar te stellen. In de Eerste Kamer is
daarover reeds bjj de begrooting van gedachten
gewisseld. Andeie plannen zijn ook geopperd
om de bespaarde gelden dienstbaar te maken
tot het verleenen van landbouw-crediet of an
derszins. Doch steeds dient op den voorgrond
te staan, dat de Staat absoluut de ingelegde
gelden waarborgt. Dat is de groote kracht
der bank en haar beste aanbevelingsbrief bij
de mindere standen, die door bittere onder
vinding geleerd wel oen»* «huiverig zijn om
hunne zuur verwoi^en spaarduiten uit hun
handen te geven/
Wij hopen, dat deze nuttige instelling in
het tweede decennium even rijke vruchten zal
afwerpen als in het eerste en dat de landsre-
geering zich zal beijveren om aan de wet,
welke haar in het aanzijn riep, al die uitbrei
ding te geven, welke de eischeu van den tijd
mogelijk en wenschelijk maken. Zonder eenige
opoffering van den kant der belastingschuldi
gen is hier een voortreffelijk werk verricht,
dat aantoont hoe nuttig staatsbemoeiing in
sommige gevallen werkt, wanneer maar de
grondslag goed is.
GOUDA, 2 Februari 1992.
Hedenmorgen heerschte een vroolijkheid langs onze
straten ran belnng. Vooraf gegaan door het muziek
corps der dd. Schutterij trokken de kinderen, in feest
gewaad gedoscht, wien, dank zij de de IJsclub tot
ondersteuning tan minvermogenden in „Ons Genoegen"
een heerlijke dag was bereid, in optocht door de
(zegt ze wanhopig) te zien of ik in 'tdorp ook wat
wol kan koopen, die er bij paste, en toen ben ik
hierheen geloopen, en...."
„Wat een mop! Is dat nu de beste die je ver
zinnen kunt? Waarom zeg je niet liever dat je hier
een jong meisje moest spreken
't Was om wol 1" houdt zij somber vol.
„Neen, dat gaat zoo niet 1 Dacht je dat ik niet
wist hoe de vork in den steel zit Wacht maar op
Bridget! Zij heeft nog een appeltje met je te schil
len, geloof me maar 1 Er ligt nog heel wat voor je
in 't zuur, daar kan je op aan."
„Bridget zal niets zeggen," herneemt zij, en on
vast voegt ze er aan toe „Zij teminste is altijd
goed voor me geweest."
„Ja, 't mocht watDenk maar niet dat ze je
zal ontzien. Zij zit op je te wachten om je de volle
laag te geven en met grof geschut ook 1"
„Breng my bij haar," zucht Dulcinea onder den
invloed van lichamelijke en geestelijke vermoeidheid.
«Waar ben je zoo moe van vraagt hij en tracht
haar in 't gelaat te zien. „Je schijnt doodop te we
zen. Je wilt toch njet zeggen (want plotseling is
hem een gedachte door 't hoofd gegaan) dat je hier
heen bent geloopen? Heb je dien heelen weg te
voet afgelegd, door die kouden en vochligen damp,
om dien kerel te zien
Zij knikt toestemmendspreken kan zij haast niet
meer.
„Goede genade 1 dan moetje wel dol op hem zijn 1"
y
I
stad. Zooals van zelf spreekt badden zij veel be
kijks, tal van belangstellende toeschouwers genoten
bij het gezicht van die vroolgke kiuderschare, reeds
genietende van alle heerlijkheden, die hen wachtten.
Jammer dat het wéér niet wat gunstiger was, doch
daar het eigenlijke feest niel in de open lucht ge
geven werd was dit bijzaak.
In «Ons Genoegen" aangekomen was het feest
spoedig in vollen gang. De tact van de heeren, die
de leiding der feestelgkheden op zich genomen had
den, maakte dat alles zeer geregeld ging en dat de
jongens en meisjes bepaald grooten schik hadden.
Om 2 uur had de feestelijke maaltijd plaats in de
zaal Kunstmin" die voor deze gelegenheid keurig
versierd was. De foestdisch zelf prijkte met tal van
fraaie bloemen en planten. Als gewoonlijk waren
vele dames en heeren tegenwoordig om van hot feest
getuige te z\ju.
Daar dit bij het afdrukken van dit nr. nog in
vollen gang is, hopen wij morgen den afloop te ver
melden.
Het ziokenfonds «de Voorzorg" van de Aartsbroe
derschap de Heilige Familie (de congregatie van
mannen) zal eene zeer gewonschte verandering en
uitbreiding ondergaan. Werd tot heden deu leden,
voor eene wekelijksche storting van 5 ct., ingeval
van ziekte 8.per week uitgekeerd, na de re
glementswijziging zal elk lid 10 ets. per week moe
ten storten en minstens J 5.uitkeering erlangen,
terwijl bovendien aan kraamvrouwen mede 5.
zal wordeu uitbetaald, cn ingeval van overlijden van
een lid, zal eeue fatsoenlijke begrafenis uit de kas
der vereenigiug worden verstrekt.
Een hoofdbepaling voor de leden is, dat zij geen
lid van eene andere vereenigiug, zich ten doel stel
lende uitkeering bg ziekte te verstrekken, mogen
zijn.
Blijkens aohterstaande advertentie zgn bij den heer
S. D Boon nlhier verkrijgbaar gesteld de Engelsche
Anthracit Nootjes der Otoaun-Cae-Gvrtoen-Colliery
Companydie blijkeus het getuigenis van de eerste
Duiische fabrikanten vac Reguleer-vul-kachels van
uitstekende qualiteit zijq en een groote verwarmings
kracht bezitten.
Door den hevigeu winq is heden morgen een wagon
met hooi geladen te Waddinxveen op de kerkweg te
water geraakt. Persoonlijke ongelukken kwamen
niet voor.
De godsdienstoefeningen der Ned. Herv. gemeente
te Berg-Ambacht worden weder in de Kerkekamer
gehouden, totdat de kerkbankeu afgeverwd eu goed
droog zijn. De binnenbetimraering nadert haar einde.
Dokter Déef, Sequah's assistent, die te Dordrecht
bij een apotheker 400 m.G. cocaïne gekocht had,
omdat hij die bij een kleine operatie van een zijner
patiënten moest gebruiken, heeft nu tegen den
apotheker een vervolging ingesteld wegens het open
baar maken van recepten.
Wij lezen in «Brieven uit de Hofstad" van de
Amh. Ct.
Er heerscht, naar ik bemerk, groote beweginson-
«Dat ben ik niet!" autwoordt zij met een flauwe
opflikkering van haar ouden moed.
«Je denkt zeker, dat ik dat gelooven zal, terwijl
je toch dien heelen weg hebt afgelegd, eenvoudig om
afscheid van hem te nemen en hem te zien vertrek
ken, niet waar?"
«Ja ja" zegt zij, maar met zulk een overdroven
ijver om te bekennen, dat zij hem nu de geheele
waarheid doet zien.
/'Om^^net hem van door te gaan,"< zegt hij
IfiHÉHl^Bk89 *iet ^at wer^e''j^ D, Dulcie 1"
T^^iyUKjijriinkl zoo verwijtend, dat zij er als
hef ware onderHezwijkt.
«O Andy! 'tis heelemaal zoo als jij het daar
zegt 1 Vader en sir Ralph en jij zelf ook, waren
zoo onvrieudelijk 'tegen mij. En hij, al gaf ik niet
veel om hem, hg wa(8 vriendelijk, en hij vroeg me
om met hem mee te gaan, om van al die onaange
naamheden verlost te zijn...."
«Heb jo dan heusch met hem er over gespro
ken je bij hem beklaagd over sir Ralph en
over je vader?"
«Dat heb ik gedaan. Ik zie du in hoe leelijk
het van me was; maar.... hij was zoo aardig tegen
me en ik voelde me zoo ongeli^kkig. En sir Ralph
was zoo koel en zoo bereid mij de les te lezen,
en...." Zij kan niet verder.
«Nu, ik had 1 et niet van je gedacht," zegt Andy
en schudt treurig het hoofd. «En Auketell, je ver
loofde, en zoo'a beste kerel! Maar nu is de eenigei
r t
4
0
der het steeds toenemend ras der postzegelverzame
laars. Geen afgestempelde postzegol op een slinge
rend couvert is hun heilig, want het zeggen gaat,
dat de pas ingovoerde zegels met het borstbeeld van
de Koningin, omdat ze zoo leelijk zijn, spoedig zul
len vervangen worden, waardoor ze, niettegenstaande
die leelgkheid, een groote waarde zullen verkrijgen.
Nu leelgk zijn de nieuwe postzegels, en dwaas is
het' zeker, dat men, behal e haar eigen portret, in
het Koninginnekopje nog drie andere gezichten kan
ontdekken. Maar de leelijkheid is op dit gebied
nog geen reden tot intrekking en vervanging. Wij
hebben twintig jaren lang 't met de laatste postze
gels van Willem III moeten doen, ofschoon die niet
minder leelijk waren dan de tegenwoordige. Met
een kleine variant past hier het bekende gezegde:
«Rien ne dure comme le laid."
De mail uit Japan brengt het bericht, dat, na
een zorgvuldig onderzoek van ambtswege, de totale
materieele schade, veroorzaakt door de aardbeving,
op ongeveer 24 millioen gulden wordt geschat.
In een rapport van het centraal meteorologisch
observatorium to Tokio Wordt aangetoond, dat de
oorzaak der aardbeving washet plotseling verzakken
vau den grond over een uitgestrektheid van 2
Eng.. mijlen diameter, in het noordwesten der pro
vincie Mino, nan de oevers van het meer Biwa. De
golvende aardbeweging, daardoor veroorzaakt, strekte
zich over de omringende provinciën uit en beroerde
in meerderen of minderen graad drie vijfde der op
pervlakte van het Rijk.
Men zegt, dat do uitwerking daarvan zeer verwoes
tend was voor den fraaien kegel van den vulkaan
Fujiyama, waarvan de zuidwestelijke helling geheel
is vernield door hot wegzakken eener massa, laag
4000, broed 2000, en diep 1000 voet.
De Ned. Bakk.-Ct. waarschuwt haar lezers tegen
een zoogenaarr.den reiziger in cacao, die hij levert,
volgens zijn zeggen, met vanille, tegeu 80 cent.
Een monster van zijn «cacao", door de heeren
Kuyt en Farensbach onderzocht, bleek geen spoor
van cacao te bevatten. Het bestond uit de fijn ge
wreven houterige deelen van een zaadkorrel.
De man, die deze «cacao" had verkocht, is lROfC
en schraal'iijn houding heeft iets militairshij
had een btondeu snor, langen hals en ging gekleed
in een grijzen demi-saison.
De politie is met het feit in kennis gesteld.
Te 's Gravenhage is door B. en W. aan den Ge
meenteraad voorgesteld, om wegens toeneming van
het aantal verpleegde krankzinnigen den subsidie-
post aan het krankzinnigengesticht aldaar met 3300
te verhoogon, en dus te brengen op 53,300.
De dezor dagen zooveel besproken stichting zal
dus vanzelf eerstdaags ook in den Raad ter sprake
komen. En dan zal zeker over den voorgestelden
post niet kunnen worden beslist, voor en aleer af
doende zekerheid verkregen is, omtrent de ernstige
beschuldigingen, die dezor dageu tegen de innchtiug
zijn ingebracht.
Naar aanleiding van Mevr. Stuten s brochure, zegt
de Haagsche correspondent van het U. D. nog het
volgende over do sfichting
«Is 'tniët meer dan verwonderlijk, dat er zulx
een aanleiding noodig was om die klachten aan den
vraag hoe je weer thuis komt. 't Zal wel een tijdje
duren eer we een rijtuig kunuen krijgen uit dat gat
van een dorp ginds, en voor dat we dan thuis zijn
zal je vader zoo woedend wpzen dat er geen houden
aan is."
«Kunnen we niet te voqt gaan?"
«Dat duurt nog langer, geloof ik. Ik weet hoe
dat met meisjes gaatstruikelen over eiken steen
en schrikken voor elke schaduw. Neea, daar zouden
uren mee heen 'gaan en dan zou de oude zich nog
maar een paan. duim dikker maken. Als we zoo
laat'thuis komen, zou er geeu land mee te bezeilen
zijn en zou hij te keer gaan als een dolleman.
«Wat zullen we dan doen?" vraagt zij, terwjjl
zij wanhopig rondziet.
«Ik wou dat ik het wist. Het is het beste dat
gin hier blijft tot ik in het dorp het een of ander
vctortuig heb opgescharreld. Waarachtig," zegt hg
boas«je hebt 't hem eens geleverd "en mooi ook
Op dit oogenblik gebeurde het, dat Dulcinea, nie
door spijt en berouw er. wanhoop verteerd wordt,
het hoofd omwendt. Zij had ihet opzet den blik
van haren neef die om 't op zijn zachtst uit to
drukken zeer scherp was vermeden. Maa%daar
ze* niet bedacht is op de vreemde lichteffecten van
de stationslantarens, draait zij zich zoo, dat hij haar
nu vlak in 't gezicht kan zien.
Wordt ve volgd.)
V O
dag te brengen Dat menigeen nu komt aanzetten
met feiten van drie, vier jaren geleden, en daarover
niet al lang een aanklacht bij de publieke opinie
heeft ingebracht? Dat nu blijkt hoe algemeen men
in de omgeving van het gesticht weet van dronken
schap ouder het personeel, enz. Ik zeg meer dan
verwonderlijkniet omdat ik er niet aan geloof,
helaas daarvoor bestaat te weinig reden, maar
wgl ik eigenlijk ergernis gevoel over de koelbloe
digheid van het Nederlandsche volk, dat zulke din
gen weet en er stillekens het zwijgen toe doet, in
plaats van in verontwaardiging los to barsten en
desnoods hemel en aarde le bewegen om verbetering
in den toestand te verkrggen. Want wel terecht
merkt het christelgk weekblad de Boodschapper op,
dat deze onthulling niet minder dan dertig jaren
geleden de Havelaar «eene rilling door het land
moesten doen gaan*"
In Wales en Ierland heerscht groole agitatie onder
de raenschen die Edwards heeten of een Edwards
in hun familie gehad hebben. Het geldt een erfenis
van 70 millioen pond (840 millioen gulden). Eeu
zekere Edwards emigreerde in de zeventiende of
achttiende eeuw naar deu staat New-York, en kpcht
daar in Manhattan Island een groot stuk moerassig
land, voor een kleinigheid. Dit land gaf hij in ge-
brüik aan de Britsche regeering, eu er werd een
groot stuk van de stad Now-York op gebouwd. De
Britsche regeering deed het na den onafhankelijk
heidsoorlog in 1774 over aan de Vereenigdo Staten,
en deze zullen nu de som aan de erfgenamen moe
ten uitkeeren.
Aan de Fabrieksbode is het volgende ontleendj
Men weet, dat, toen in Duitschland de verplichte
verzekering tegen ongelukkon werd ingevoerd, de
werkgevers der verschillende beroepen iu vereenigin-
gen zijn bijeengebracht, en dat velen de verwachting
koesterden, dut deze vereeniging van gelijke belang
hebbenden nog verdere voordeelen zou opleveren
voor arbeider en werkgever.
Met genoegen zien wij thans dat in die richting
een zeer nuttige maatregel ophanden is, volgens eeno
raededeeling in het eerste nommer van de fVohl-
farts-Gorrespundemeen blad, dat, door de zeer be
kwame hand van prof. Julius Post geschreven, eene
nuttige taak gaat verrichten mededeelen wat in het
belang der minderbedeelden gedaan wordt en kan
worden.
De zaak is deze.
De werkman wien een ongeluk overkomt, krijgt
eene uitkeering, evenredig aan het ongeluk dat hem
getroffen heeft. Wie bijvoorbeeld ééne hand verliest,
krggt minder dan hij die beide handen verliest. Nu
is het echter eene groote moeielgkbeid voor den één-
handige om eene bezigheid te vinden, die voor bem
geschikt is. Of hij deze vindt of niet vindt, daar
mede houdt de uitkeering geen rekening. Eu de
straf van den lediggang is ook voor een arbeidzaam
man niet gering.
Deze omstandigheden hebben den Boud der Duitsche
beroepsvereeuigingen aanleiding gegeven om de quaes-
tie ter hand te nemen der stichting van leerinrich-
tingen voor dodr ongelukken geschondenen en van
een arbeidsbeurs voor invalide arbeiders.
Men gaat daarbij uit van de opvatting, dat de
arbeidgever, bij wieu do arbeider het ongeluk heeft
gekregen, zedelgk verplicht is, zooveel mogelijk den
arbeider voort te helpen. En sommige directeuren
van groote fabrieken hebben dan ook reeds bijzon
dere invaliden-werkplaatsen ingericht voor werk, dat
door verongelukten gedaan kan worden.
En zoo-worden, als gevolg van do bovengenoemde
organisatie, zoowel de arbeiders als de beroepsver-
eenigingen gebaat, en bovendien in het algemeen
belang kraohten nuttig aangewend, die anders nut
teloos zouden verloren gaan.»
Volgens de Electric Reviewvan New-York, zijn
in het doofstomraon-instituut te Indianapolis belang
rijke proeven genomen met deu phonograaf en de
doof8topmen. Het bleek dat de phonograaf het ge-1
luid aan het oor op zulke wijze conoentreert, dat
rele leorlingen, anders doof konden hooren. Van 56
jongens en meisjes konden drie in het geheel niets
hooren, terwijl 40 muziek konden hooren en 26 ge-
sprokon woorden konden onderscheiden.
Onlangs heeft zioh in de Colorado woestijn een
meer gévormd van ongeveer 7500 Ms eene ge
beurtenis, die voor*de geheele omstreek vau groot
belang is, vooral omdat daarvan eene verbetering
ran het klimaat verwacht kan worden. V
Wat botreit het ontstaan van dat meer ligt, de
Onderstelling voor de hancl, dat het water van den
Coloradostrdom een weg gevondpn heeft naaf het
&ger geleden bekken. Dezo groote rivier voert steeds
Rroote /hoeveelheden slik en zand mede, die zich aan
de mending ophoopen en deze verstoppen, zooda/'
-
zijne wateren zich een anderen uitweg moeten banen.
In vroegere tijden moet de loop van de Colorado
zich herhaaldelijk hebben gewgzigd en moet het
tegenwoordige meer dan ook vroeger reeds meer
bestaan hebben.
De inspanning ïan een brievenbesteller. Aan een
Duitscb blad wordt, naar aanleiding ran distantio-
marschen als lichaamsoefening, geschreven Sedert
Seume zyn bekende wandeling naar Syracuse af<rele»d
en beschreven hoeft, gelooft iedereen, die lust krijgt
bij eene lange wandeling den spoorweg te ontloopen,'
daarvoor door de geheele wereld op de handen té
moeten worden gedragen. Toch zijn er menschen
genoeg, die iuspanneude voetreizen, zonder uitzicht
op pryswiunen of krantenreclame, alleen als plicht
en beroep, by zeer geringe belooning, algelegd heb
ben. Van de inspanning van een brievenbesteller
geeft het volgende bericht uit Elbing een maatstaf.
Do horlogemaker Z. aldaar had, naar de Mtpreus-
tüche Zeitung verhaalt, den brievenbesteller van een
gedeelte van de binnenstad, uit weetgierigheid, tot
gebruik gedurende de laatste dagen van het jaar een
podometer gegeven. Met absolute zekerheid teekent
zu.k een ding elke schrede op, die zyn drager maakt.
Volgens dit had de bewuste brievenbesteller in zijn
heen- en weergaan, trap op, trap af, in den tijd
van 31 December 's morgeus tot 2 Januari 's voor
middags tO uur, juist 58,900 schreden gedaan,
dat zijn, iu geograpbiscbe myleu berekend, per mijl
9600 schreden, ruim 17 geographische mijlen.
Oude kaas.
In eeu deel van Zwitserland bestaat het gebruik,
dat de vrienden van een bruid en bruidegom dezen
op hun huwelijksdag een kaas aanbieden, welke bij
bet jonge echtpaar als familieregister dienst doet.
Daarop worden de geboorte, de dood en de huwe
lijken van de verschillende familieleden vermeld. Soni-
migo oude familien kunnen kazen tooueu uit de
16de eeuw. Op ren landbouwtentoonstelling, te Ges-
seay, trokken deze kazen zeer de aandacht.
Een lakenfabrikant in Bristol was de/eerste, die
in 1340 de wollen dekens uitvond en tl gebruikte.
Blanket was de naam van den uitvinder en naar
hem noemt inen een wollen deken in 't Engelsch
blanket«. Thomas Blanket was een der drie
Vlaamsche broeders, die zich te Bristol vestigden.
Zijne ontdekking, evenuls zoo menigeen, geschiedde
heel toevallig. De winter van 'tjaar 1840 was zeer
koud, en eens 's nachts daarvan veel te lijden heb
bende, legde Blanket tot dek -een stuk wollen stof
op zijn bed, hetgeen hem dadelyk voldoende warmte
schonk. Dit wekte hem tot nadenken op en het
gevolg daarvan was, dat hij wollen dekens in den
handel bracht, welke dadelijk veel aftrek vond.n.
Blanket werd lid van den raad, ja zelfs burgemees
ter van Bristol, terwijl men op zijn graf een kost
baar gedenktueken oprichtte.
Edison, die de wereld nog steeds verbaast door,
om zoo te zeggen elke maand,1 een nieuwe uitvin
ding, was als kleine jongen reeds zeer vindingrijk.
Vóór hij als krantenjongen langs de Amerikaansche
spoorwegen de bladen liep te venten, verkocht hij
lucifers te Nieuw-York.
Dezer dagen vertelde hij hier 'l volgende
„Op een avond zie ik twee heeren, druk met el
kaar staan praten in een donkere straat. Ik ga
naar hen toe „en vraag
„Heeft een van de heeren in deze straat ook eeu
dollar verloren?»
Zij voelden beiden in hunne zakken en een van
do twee zei
„Die zal van mij zijn waar is hij
„Ik heb hem niet gezien», antwoordde de kleino
koopman, „maar indien ge hier een dollar vorloren
hebt, zult ge er wel naar willen zoeken en hier heb
ik puike lucifers, die goed en lang brayOen».
De andere heer vertelde Edison begon har
telijk te lachen, kneep mij in de wang en gaf my
een heuschen dollar, terwijl bij riep 'f
„Pukje weg, schelm. Moet jij zoo iemand'beet
nemen I»
Het spijt mij nog altijd verklaarde de groote
uitvinder dat ik nooit geweien heb, wie de man
geweest is. Wat zou ik liera 'dankbaar zijn, want
met dien dollar heb ik gewoekerd.
Een „literarisch burau» te Berlijn, handelende
deder de firma Paul Kohïfr, sohreof eeneu prijskamp
uit voor de beste novelle. De tweede prijs werd'
toegewezen aan een van de ingezonden wer
ken, doch toen eeue dame zich als auteur daarvan
bekond maakte, werd haar medegedeeld dat zij de
toegekende belooning, groot f 150, alteen antvangen
kon op de'voorwaarde, dat zy zich verbond, al hare
toekomstige werken aan het „bureau» af te staan
tot den 31n December 1894 tegen bon honoraruim
van 3 Pfennige (1,8 cent),
'c "iu)1'™ datUm 104 31 December 1897 'oor Pt
en daarna ^levenslang?) voor 10 Pfi, 0f cent de
regel, ïan gemiddeld 15 lettergrepen.
Dramatische werken waren hieronder begrepen en
recht"'tal"" h6t <""°°r™"delijke eigendom^
De gelukkige prijskampster vond dat dit veel van
geestelgke lgfeigenschap zou hebben, en bedankte
voor den prijs.
De discussie in het Pruisische Huis van afgevaar
digden bij eerste lezing (algemeene beschouwingen)
der schoolwet zgn Zaterdag afgeloopcn. Do lijst der
ingesohreven sprekers was nog wel niet uitgeput maar
gewoonlijk komen ook niet alle ingeschrevene aan het
woord. Vi anneer er uit elke partg een of meer hebben
gesproken en het genoegzaam blijkt dat er geen nieuwe
gezichtspunten meer worden geopend, of niet te
openen zgn dan maken voor-en tegenstanders alleen
nog georuik van de gelegboheid om het een of ander
in bet gesprokene te verduiitaen maar dan volgt
er toch veelal spoedig ediTYoorstel om het debat
te sluiten. Zoo ging het ook Zaterdag. Wanneer het
dien dag nog even heftig was toegegaan als op de vorige
dagen, zou bet voorstel tot sluiting misschien no» niet
zgn aangenomen. Het debat was echter toen veel
kalmer en daar het toch niets meer opleverde dan
wederzydscbe herhalingen, zal men hebben be„repen
dat het beter was, het nu maar er bg te laten. Al
thans op het voorstel volgde gcene enkele tegenspraak
en het einde van alles was een besluit om het wets
ontwerp in handen te ateljen van eene commissie van
28 leden
Eén gewichtig verschijnsel heeft het debat echter
nog op het laatste oogenblik opgeleverd, namelijk dat
Gaprivi toen tegenover de nationaal-libera'en eene ge-
heel andere taal voerde dhu daa?s te voren. Hij erkende
nu, zich toen te hebben vergist in de meening dat de
uationaal-liberalen het reeds lang te voren in stilte
hadden toegelegd op vorming eener groote liberale
partg. Hg verklaarde, in hePpartgleven niet bijzonder
te huis te zgn en van partg belangen niet veel verstand
te hebben, maar wel te woten, dat men drie mogelijk
heden iu aanmerking moet nemen: Ten le dat er
tusschen do reg<«ng er. eene partij voortdurend over
eenstemmingbestaat, en dit is in Pruisen hoogst
onwaarschijnlijk, doordien men er geen parlements-
ministerie heeft. Ten 2e dat eene partij de regeering
op sleeptouw neemt, en daartegen zou hij zichten
allen tijde verzotten. Ten 3e dat eeno partij zich door de
regeering op sleeptouw laat nemen, en dit zou hn
van de nationaal-liberalen nooit willen vergun. Intns-
schen viel er nu voor hem nog één misverstand uit den
weg te ruimen. Een der sprekers had het zooeven doen
voorkomen alsof zijn vredelievende toon van heden kon
worden beschouwd als een teekeri van veranderde
zienswijze. Dit moest hij tegenspreken. „Als men uit
mijn toon van heden besluit, dat ik over do zaak anders
denk dan ik gisteren deed.» zeide hij „dan zou
mijn toon weer een misverstand teweegbrengen en
zou ik barre taal moeten blijveu spreken. Gisteren
ben ik m dien toon vervallen doordien ik bij het
wezenlijkste gedeelte van mgn vertoog gedurig in de
rede werd gevallen door het geroep van „Ongehoord 1»
Ik ben zoo iets niet gewoon, en ik bob het missohien
meer ter harte genomen dan noodig was. Mijne be-
oordeelinjrvan gisteren is thans wel gewgzigd, maar
slechts ïMPover, dat ik van daag heb geleerd, dat
er wan de groote liberale partij, die, gelijk ik nu zie
eigenlijk een werk van den afgevaarde Rickert had
moeten worden, eigenlijk niets is. Maar kvat de
schoolwet betreft, daaromtrent ben ik heden dezelfde
die is gisteren yas, en morgen zgn zal 1»
De laatste dagen der verkiezingen in Hongarije
brachten, behalve eenige meer ernstige ongeregeld
heden, tevens eene versterking van de oppositie.
De regeoring heeft, al behoudt rij de meerderheid,
nu reeds 21 zetels verloren en de tegenpartij boopt
bg de herstemming n nog meer veroveringen te
te behalen. In qualiteit is het verlies nog grooter
dan in hoeveelheid. Mat Falk bgv., redacteur der
Pesther Lloyd, eeu der bekwaamste, meest ervaren en
kundigste staatslieden der liberale partij, die vootal
van de financieele toestanden voortreffelijk op de hoogte
is, werd niet herkozen.jsjl'00 ook verloren August
Pulszky en de onderminiflir van staat Alex. Matle-
kovics hun mandaat. Oe belangwekkendste strjjd
werd te Presburg gevoerd tusschen graaf Apponyi
.eider der gematigde oppositie, en do heef Szilagyi,
minister van justitie. Laatstgenoemde werd met eene
meerderheid van 96 van de 882 stemmen gekozen.
Gedurende de stemming heerschte de grootste opge
wondenheid en werden luidruchtige betoogingen ge
houden in de straten. ,f
'pberpe strijd tusschen de verschillende par
tijen bij deze verkiezingen loimt meer over personen
dan over staatkundige brginsflen. Dit blijkt wel
si.