TOOFEBL. reglement, (lat voor de kwaden gemaakt is, kent het ook 'de goeden en breng ik die hier gaarne namens het bestuur een woord van dank voor hun mode- werkiug en ijver in het belang der vereeuiging betoond. En nu mijne heeren zal ik U even een overzicht gevon van den staat van zaken gedurende het le kwartaal. De ontvangsten bedroegen aan contributie 748.10 Aan donatiën- 150. Aan reglementen - 1.50 Te zamen aldus 899.60 De uitgaven daarentegen: aan 92 zieken 1190.05 n 27 kraamvr. - 135. de wed. de Jong- 50. Bijdrage voor 't gebouw - 116.84 Toelaag Secs.-Bhr. en Bode - 58.42 M Penumr. - 14.61 Restitutie - —.91 Toelaag Bestuur - 12.50 Totaal 1578.33 Zoodat dit kwartaal met een nadoelig saldo is afgesloten van 678.33. Hieruit blijkt dat aan zieken, kraamvrouwen en 1 weduwe, samen 120 personen in 13 wekeu 1375.05 is uitbetaald. Wanneer men nu weet dat vóór 2 jaren, mede tijdeus de heerschende influenza, in het le kwartaal aan 93 zieken 762.65 werd uitgekeerd tegen 1190.05 in dit kwartaal, dus nu 427.40 meer, dan kau men daaruit afleiden dat de ziekte, door een gerekend, een kwaadaardiger karakter heeft ge had en de aangetasten langer ziek bleven. Dat de accurate yitbetaling op tijd, het dagelijksch bijkomen en verminderen van het aantal zieken, mede veel inspanning heeft gekost, kan men nagaan als men weet dat het aantal zieken in één week tot 42 klom en gedurende de 13 weken 354 ziekekwitan- tiëu zijn uitbetaald. En hiermede reken ik aan mijne verplichting te hebben voldaan en eindig mijne mede- deeling met den wensch dat, even als vóór 2 jaren, de volmaaktste gezondheid onder U mag heerschen, opdat dan ook weder spoedig het geledeu verlies zij ingehaald. Ik heb gezegd! Het applaus der vergadering was het bewijs van instemming met het medeg«deelde. Nadat de Voorzitter den Secretaris-Boekhouder had dank gezegd voor zijne mededeeliogen eu accurate administratie, noodigt hij de leden, die lid wenschen te worden van de Steenkolenvereeniging ,/de Voor zorg* uit, zich bij den Secs.-Bookhr. op te geven. Behalve de 70 leden van het vorige jaar, meldden zich daartoe nog 12 personen aan. Nadat, op herhaalde vraag van den Voorzitter, niemand iets had te vragen, mede te deeleu of op- of aan te merken, werd de vergadering, onder dank- zegging voor de verleende attentie en de uitste kende orde, door den Voorzitter gesloten. De Arnh. Ct. verneemt, dat de regeering het plan heeft in elk schooiarrondisseraent een cursus te openen in de vrije- en ordeoefeningen. Voor eiken cursus zal 200 'sjaare toegestaan worden. De onderwij zers kunnen gratis zulk een cursus bijwonen. Voor de rechtbank te Utrecht, kamer van burger lijke zaken, werd gisteren weder gepleit over de sommige menschen, die nooit willen toegeven, dat zij een verkeerden weg zijn ingeslagen, vervolgde hij Daarom juist spijt het mij zoo, dat ik van avond niet genoodigd ben in do rue de 1' Abreuvoir, omdat ik zoo gaarne eens had gezien, hoe oen jonge dame, die met een blauwe baret op het hoofd naar haar atelier gaat, iets wat dadelijk eenvoud en goeden smaak verraadt, het aanlegt om een man aan te haken.... Plotseling werd de deur van Barinc geopend, en eer Wellevend, van zijn verbazing bekomen, zich daartegen had kunnen verzetten, ontving hij eee krachtigen vuistslag in het aangezicht, die hem in de kooi van Jugu deed tuimelen. Ik had je gezegd, je mond te houden, barstte Barinc los. Alle ambtenaren haastten zich het gangpad te be reiken, en alvorens Wellevend zich weder had opge richt, hadden zij post gevat tusschen Barinc en hem. Maar deze tusschenkomst scheeu tamelijk overbo dig, daar Wellevend blijkbaar even weinig lust had de bestrafling betaald te zetten, als Barinc om er mee voort te gaan. Dat is een laagheid! buldorde Wellevend, tusschen collega'stusschen collega's 1 zonder te waar schuwen. En mei de vuist, raaar op een afstand, bedreigde i hij den collega, terwij^Jhij zich in postuur stelde en het hoofd fier omhoog hiefhij zag er werkelijk niet naar uit, een tegenstander te zijn, dien men vaststelling van eon schadcstaat in het proces van een der slachtoffers van het spoorwegongeluk bij Ruiuerwold op 2 Januari 1888 tegen de Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen. De 17-jarige J. Q. D. M., te Groningen, werd bij deze ramp op droevige wjjze verminkt voor zijn geheel volgend leven. Ook hier is do verplichting tot schadevergoeding door de rechtbank bij interlocutoir vonnis uitgespro. ken. Daarbij is tevens uitgemaakt, dat ook de schade moet worden vergoed, die geleden is omdat, tenge volge van de vormiukiug, de hoop is verloren ge gaan, om een passenden werkkring in de maatschappij te vervullen, wanneer mocht zijn gebleken, dat de jeugdige D. M. vóór het ongeluk was een lichamelijk en geestelijk behoorlek ontwikkeld jougmensch, die zich met goede verwachtingen voor zulk een werk kring voorbereidde. Ten einde zich daarover en omtre »t den toestand van den jongen D. M., vóór en na het ongeluk, te doon voorlichten, werden door de rechtbank deskundigen benoemd. Sieuneude op het rapport, door deze deskundigou uitgebracht, werd thans, namens mevrouw de wed. D. M., die als voogdes van haar minderjarigen zoon als eischeros is opgetreden, door mr. L. van Lier het gevorderde schadebedrag toegelicht. Over de 2454.n1/». Hie teruggevorderd worden wegens kosten van geneeskundige hulp tot aan den dag der dagvaarding, bestaat geen verschil tusschen partijen. Verder wordt gevorderd een tegen den penning 3'/g gekapitaliseerd bedrag 15 a 16,000) tot vergoe ding van de kosten, (lie (le verminkte jaarlijks zal moeten maken *oor geneeskundige huip; die kosten worden op 525 berekend, op grond van wat in de jaren 1889, '90 en '91 is uitgegeven, waarvan bewijs is aangeboden. Eindelijk wordt, als vorgoeding voor wat de verminkte zal moeten uitgeven om te gemoei te komen aan zijne infirmiteit, en voor het verlies van zijne door het ongeluk voorgoed gefnuikte werkkracht, een bedrag van 50,000 gevorderd. Jhr. mr. E. N. de Brauw, dio voor de maatschappij optrad, bestreed deze vordering, die hij in haar ge heel als overdreven eu in eenige barer onderdooien, speciaal wat de wegens verloren werkkracht geëischte vergoeding betreft, als ongegrond beschouwde; vooits kwam hij er tegen op, dat tot bepaling van bet bedrag der schadevergoeding zou worden gekozen de uitkeering van een kapitaal, dat, tegen 31/, pet. uil- gezet, den verminkte aan rente oplevert hetgeen hij noodig heeft. Wil meu een kapitaal ineens uitkee- ren, dan behoort men het te geven op den voet van lijfrente, maar z. i. verdiende het de voorkeur, aan de maatschappij de ver|(liohting tot het doen eener jaarlijksche uitkeering op te leggen. Het O. M. zal over drib wekeo in deze zaak con clusie nemen. Ia een schrijven aan de Dordr. Courant deelt do heer J. Bossors, geneesheer te 's-Gravendeel, mede, dat door zijnen zoon, den heer A. J. Bossers, can- didaat-arts te Leiden, bij eene vrouw te 's-Graven deel, die aan rheumatiek lijdeude was, hetzelfde succes is behaald inot sla-olie en terpentijn, ais door Sequah wordt teweeggebracht bij middel van zijne olio. De bedoelde vrouw had zich, voorzien van een volledig bewijs van onvermogen, bij Sequah vervoegd, met verzoek door hem gratis behandeld te mogen worden. Dit werd haar geweigerd, waarop Je Se" noemde heer A. J. Bossers haar in hare woning opzocht en vroeg, ot hij haar mocht wrijven met licht behoefde te tellen, en in oen strijd met een meer lenigen en krachtigen man gelijk Barinc zou hij, een jonge man van ongeveer dertig jaar, met zijn breede schouders en zijn forsche gestalte waarschijn- lgk de overhand hebben gehad; maar klaarblijkelijk had hij geen zin den tweestrijd aan te gaan; hij bepaalde er zich toe, uit de verte te herhalen 'tls een laagheid! Een collega! Ge hebt slechts wat ge verdient, sprak Mori- set; Barinc had je gewaarschuwd. Spring alleen was op zyn plaats blijven zitten; toen hij het stukje vletsch, waaraan hij bezig was, had opgegeten, verliet hij insgelijks zijn kooi, trad op Barinc toe, schudde hem krachtig de hand en zeide All right! Dadelijk daarop volgden allen zijn voorbeeld en kwamen Barino de hand drukken. Hadt ge geen grijze haren, sprak Wellevend, steeds meer en meer opgewonden, dan zou ik in staat zijn u te vermoorden. Zeg toch zulke dingen niet, voegde Moriset hem toe wij welen allemaal wel, dat ge niemand lust zoudt hebben te vermoorden. Beleedigen, dat is iets anders, sprak Ladvenu, maar vermoorden niet. Ge zijt lafaards, bulderde Wellevend, 't is laag u allen tegen mij te kanten. Tien lijfeigenen tegen een edelman, zeide Jugu j&chend. sla-olie en terpentijn. Dit geschiedde. De vrouw kon vóór het wrijven slechts mot groote mdeite langs eu met behulp van stoelen en tafels looperi; de beo- nen op een stoel loggen kon zij onmogelijk. Ook had zij hare handen slechts zeer gebrokkig tot haren dienst. Na een uur wrijven aldus deelt de heer B. mede zeide (le vrouw zelve: wik zou haast te hard loopen." De heer Bossers Sr. bezocht haar den volgenden dag en, zegt hij «zjj kan oven suel de beenen op een stoel leggen als ik, en liep, «als een kip", geheel vrij in de kamer, terwijl zij de handen volkomen goed kau bewegen eu dezen even snel kau toeknijpen en openen als ik." De Stand, komt, naar aanleiding van een artikel van dr. H. W. Bakhuis Rooseboom in de «Bood schapper", terug op de samenwerking tusschen anti revolutionairen eu r. katholieken bij de aanstaande Statenverkiezingen. Zij schrijft, uaal aanleiding van dit artikel «Hij is vol moed. En .dit is begrijpelijk. Hij gevoelt toch zeer goed, dat er in schier alle distric ten een zeer sterke neiging zal bestaan, ora toch maar weer in het oude spoor te loopeu. Dit is zóó Waar, dut we vast overtuigd zijn, dat, al adviseerde het Centraal Comité, ja, al adviseerde do Deputaten-vergaderiug, voor niet sumonwerking, in tal van districten die saamwerking tooh door be langhebbenden zal worden doorgozet. Men ziet, we uiaken ons omtrent den toestand in het land niet de minste illusie. Kon men echter in hrt land eens rondvragen, wie ons, althans in zijn hart, gelijk geeft, en wie het sterkst op bestendiging van saam werking aandringen, dan maken we ons sterk, dat het plebisciet nog al te onzeii faveure mee zou vallen. Want al herhalen we, hoe ook wij een open oog hebben voor do belangen die op het spel staan, en al geven we nogmaals iu abstructo toe, (lat zich een gezamenlijke actie met de Hoomscheu voor de Pro vinciale Staten op zich zelf zeer goed denken liet, ook al stonden we in de politieke actie vuur en vlam tegenover elkander; toch kennen we ons volk te goed, om niet zeer wel te weten, dat in (le praktijk dit onderscheid op een pure fictie neerkomt. Samenwerking in Mei voor de Provinciale Staten hoeft voor ons volk geen andere beteekeuis, dan dat men de actie van 187891 nog poogt te be stendigen. Tyuelyk is er dan wel een deel van de Room- scheii, dat op ons knort en balsturig is. Maar, zoo deukt men, die bui gaat wel weer over, en dan gaat het straks weer op de oude manier. En daar juist steekt het gevaar in, dat tot eiken prijs moet afgewend." Men schrijft uit Davos aan de N. R. Ct. onder dagteekening von 9 dezer Het heeft do laatste dagen alhier zóó gesneeuwd dat Davos ten deelc van l et verkeer met de buiten wereld is afgesloten. De treinen rijden niet meer tusschen Klosters en hier, en de massa sneeuw is zóó groot nat de post heden met groote moeite door middel »an sleeden wordt opgevoerd. Oude Davosers verklaren, dat er sedert 1817 niet zulk eene hoe veelheid sneeuw is gevallen. Zij ligt tot eene hoogte van meer dan twee meter, en de groote weg in Davos-Platz zelf is. niettegenstaande het voortdurend Komaan, edelman, trek je degen riep Ladvienu. Wellevend rolde verschrikkelijk met de oogen, liep vau dun een naar den ander en zocht naar een beleedigiug, waarmede hij zich tou kunnen wreken. Hij vond er geene, die krachtig genoeg was en rukte met veel beweging de deur open. Wij zien elkaar weder! riep hij dreigend uiL Dat hopen wij, groote goden Welk een leed zou het ook voor ons zijn, in dien wij zulk een beminnelijken collega moesten missen. Onze eerbiedige groeten. Pas op voor de trap. Alvorens hij de deur had kunnen sluiten, waren deze woorden dicht als hagel op hem neergedaald. Heeren, neemt mij kwalijk, verzocht Barinc, toen Wellevend vertrokken was. Wij wenschen u geluk met uw houding. Toen ik zoo over mijne dochter hoorde spre ken, was ik myzelven niet meer meesterhij had moeten begrijpen, dat er geen wreeder boleediging was, dan mij in mijn vaderlijke liefde aan te tasten. Dat wist hij wel, wees daar zeker van, zeide Jugu. Ik veronderstel alleen, sprak Spring met vol len mond, dat hij niet verwacht heeft, dat ge zoo ver zoudt gaan. {Wordt vervolgd. rijdfl vau Wie&on is opgehouden. Allcnvcge is het plittwkeu der sneeuw, meer dan een meter opge boomd- Hot naburige Eugadin is van deze zijde ge- bode afgesloten, terwijl ook het verkeer naar de pmar van lawines ontstaan reeds kwam eene in jflorfl!i" neder, die vijf stallen totaal vernield heeft, Ywarbij twoe stuks vee zijn omgekomen. En steeds blijft de luoüt vol zware wolken, die zich in dikke ineeuwmassa's ontlasten. Onderstaando circulaire is aan don Boekhandel .verzonden. I De ondorgeteekfinden, van meeuing zijnde dat do voortdurende coucurrontie-uitgaveu van vertaalde boeken op de i duur leiden moeten lot schade van den boekhandel in het algemeen, en dat zij het daar om zoowel voor debitanten als uitgevers van het hoog ste belang achten om do op vertaalde boeken ver kregen rechten te eerbiedigeu, doelen u mede dat ZÏj overeengekomen zijn voortaan het debiet van der gelijke coucurrentie-uitgaven niet te bevorderen. Te dien einde hebben zij zich verbonden om met de ■itgave van Marlitt's Romans door den heer Bolle uiet te werken, muur uitsluitend de uitgave daarvun van de heeren Gebr. Cohen ten verkoop aan te bieden. Zij noodigeu hunne Confraters uit, die iu dit op licht met beu eenstemmig denken, zich daartoe bij ben aan te sluiten. Arnhem, 8 Februari 1892. P. Goudu Quint, Stenfert Kroese v. d. Zande, 8. v. d. Berg, H. B. Breijer, L. Diepenhorst, G. A. De Groot, J. Heuvelink, H. B. Jansen, J. J. van Mustrigt, A. Meijer, De Muinck Co., en G. W. f. d Wiel Co. Gisteren was het 50 jRar geleden, dal het Neder- landsch Onderwijlen-genootschap le 's-Gravenhage werd opgericht, weA feit (zooals men weet) in Juli te Amsterdam feesteiyk zal herdacht worden. Het Genootschap, welks stichting een denkbeeld was van den heer D. Buddingh te Delft, had en heeft nog ten doelde voortgaande verbetering van het lager onderwijs en het lager schoolwezen iu Ne derland, en de behartiging der belangen van alle onderwijzers en onderwijzeressen, inzonderheid de bevordering van hunne vorming en ontwikkeling; hun itoffelijken welstand en dien hunner nablijvonden. Pat loei tracht het te bereiken door hei bevorde ren vau bijeenkomsten ter bespreking der belangen van het onderwas eu de onderwijzers door bet be- vordeien van de uitgave en de verspreiding van doelmatige leermiddelendoor het bevorderen van de studie der paedagogische wetenschapdoor het Jjfl «.and brengen en onderhouden van inrichtingen ïo het belang van het onderwijs en de onderwijzers; door het voorstaan der belangen van het lager on derwijs bij do overheid en bet publiek en door het aaoknoopen eu onderhonden van betrekkingen met maatschappijen en vereenigingen van overeeukomsti- gen aard in Nederland eu elders. Io alle provinciën van ons land, met uitzondering van Limburg, zy» thans afdeelingen van het Genoot schap, welks ledental 5000 bedraagt, gevestigd. De afdeeÜDgen iu éóne eu dezelfde provincie vormen eens gewestelijke vereeniging. Aanvankelijk had het hoofdbestuur zijti zetel in de Hofstad, waarvan hy in 1845 overgobrucht werd naar Groningen, en van daar in 1859 naar Amster dam waar deze nog gevestigd is. Het genootschap raag room dragen op de schoone ïnrichtingeu die het in den loop der tijden hoeft gesticht, als daar zijn de Onderwijzers-spaarbank, de Levensverzekeringmaatschappij, het Ondersteu- tnnpfonds en de Paedagogische biblotheek. Opzijn initiatief is voorts door het Genootschap, in vereeni ging met de leeraren van het middelbaar onderwijs en van de gymnasiën, het Nederlaudsch Schoolmu seum opgericht. Van rogeeringswege mocht het Genootschap steeds waardeering vinden, en menigen keer vonden zijne opmerkingen ten aanzien van wetten en besluiten, net lager onderwijs betreffende, gehoor bij de wet gevende macht. Niet alleen dus dat het Genootschap in de 60 ▼erloopen jaren veel goeds tot stand gebracht, maar o°* dat het een vriendschappelykeu broederband tusschen de onderwyzers in het algemeen aange knoopt heeft, geeft het wel recht 11 Februari 1892 met onopgemerkt voorbij te laten gaan. De heer dr. H. van de Stadt te Arnhem is «profeian volapüka" en schrijft in de Arnh. Ct. nu 0n dan artikelen tot aanprijzing der wereldtaal, «eden deelt hy o. m. mede, dat het aantal der door eyer .gediplomeerde tidels thans tot 1500, dat tiM tot 488 en dat der profesans (welke e die van plofed vervangt) tot 203 gestegen is. w er de ciauwo gediplomeerden vinden wij de vol- m Nederlanders vermeld "ot tidel zijn benoemd de heeren S. F. Duur- voort aan de Beneden-Para bij Paramaribo en J. Wildeboer te Amsterdam; tot löptidel de heer J. G. Reijnders te Diemen en mej. K. W. Eek te 's-Gravenhage. Als een klein bewijs in welke mate volapük inter nationaal mag worden genoemd, deelt de hoer Van de Stadt mede, dat uit Spanje en uit Canada De stellingen zijn ingekomen op den te Arnhem ver schenen volapük-scheurkalender, en wel naar aan leiding van eene advorientie in Kosmopolan, welk blad te Sidney ver .chijnt Te Pretoria (Zuidafrikaanscho republiek) is een volapiikaclub opgericht, die bij hare oprichting 20 leden telde. Ook te Ispahau in Perzië is eene vo- lapük-vereeuiging opgerioht, die voorloopig 8 le den telt. Beneden-Para, Pretoria, Ispahan, het volapük schijut eene groote aantrekkingskracht te hebben voor menschen die in de taal hunner omgeving weinig conversatie hebben. Door rniddol van de telepboon. Eene niet onver makelijke en leerzame historie verhaalt het //Journal- do Bordeaux." De directeur van een dagblad, dat sterk geijverd had om bij eene verkiezing den candidaat der regeo- ring do overwinning te verschaffen tegenover den gekozene der katholieke party, ontving uit de geheime fondsen van hol^ miuisterie 8000 francs belooning voor zijn artikelen. Dit sommetje was den vaderlandslievonden direc teur te weinig en in gezelschap van een Kamerlid ging hij den minister van financiën te Parijs een bezoek brengen. Hoe hij daar ook alle kracht eu welsprekendheid outwikkelde, om den minister te overtuigen, uat 8000 francs te woiuig was voor de leverantie van een zuiver republikeinscheu afgevaardigde, Zijne Excellentie bleef doof aan dat oor en gaf geen stui ver meer. De directeur hield aan en do minister vroeg, ten einde raad, den afgevaardigde, die by het gesprek tegenwoordig was, even met hem iu eene kamer te guan, daar hij hem over staatszaken wilde spreken, doch (laar gekomeu, verzocht de minister hem om den lastigen geldvrager zoo spoedig mogelijk uit zijn kabinet te verwijderen. Voor den vorm bleef men nog even praten. In dien tijd echter kreeg de dagbladman de te- lephoou in 's ministers kamer in Het oog. Met een wip was hij er voor en na aansluiting gevraagd te hebben met den kassier van het bureau der uitbe talingen, telopboueerde hij//Ge^lpreekt met den minister van financiën en deze gelast u 30,000 francs uit te betalen aan den directeur van het blad, dat onzen candidaat deed zegevieren." //Zeer goed. Wanneer komt die heer?" «Terstond hij is hier." //In orde." Terwijl de minister en de afgevaardigde nog in de andere kamer zaLn, vloog de sluwe vogel de trap af, presenteerde zich aan de kas en streek de 30,000 francs op. Toen de minister Rouvier de stfeek hooide, was hy woedend, doch wilde zijn republikeinschen hel per niet vervolgen wegens oplichterij. Waarom niet vraagt het //Journal de Bordeaux." Uit Rotterdam wordt aun het* Utr. Dagbl. ge schreven De uitbreidiug der stad aan de Oostzijde is in den laatsten tijd belangrijk toegenomen. Het uitge strekt terrein aan de uiterste oostelijke grens der gemeente, palende aan (le Nieuwe Plantage, waarvan eenigen tijd geleden in een bericht in dit blad werd melding gemaakt, is reeds voor het grootste gedeelte volgebouwd. Dat terrein was vroeger eene laan met buiteiibuizen en tuinen aan weerszijden en een wei land, daaraan grenzend. Thans zijn er eenige lange straten, dwarsstraten en een plein aangelegd. De strook aan de zijde van de Nieuwe Plantage heeft fraaie huizen, die vooral in den zomer een aange naam uitzicht zullen hebben. Van die huizen waren er dan ook reeds eenige verhuurd, tóórdat zij ter bewoning gereed waren. Deze nieuwe buurt is in zooverre voltooid, dat met den aanleg der waterlei ding een begin kan worden gemaakt. Bij den aanleg dezer buurt heeft men een nieuw denkbeeld toegepast. Het terrein namelijk is gelijk gemaal met den kruin van den dyk, zoodat die straten niet in de diepte komen te liggen, zooals de vroeger aan den Oost-Zeedijk aangelegde straten. Hetzelfde .denkbeeld was ook reeds toegepast by het bouwen aan do Zuidzijde van den West-Zeedijk, toen het fraaie koningin-Erama-pleiu werd aangelegd. Trouwens het is hetzelfde denkbeeld, dat reeds in overoude tijden werd toegepast, toen op dezelfden dijk de Hoogstraat, Korte Hoogstraat en Schitdam- 8cbe dijk bebouwd werden daar namelijk werden j de huizen bebouwd op de kruin van den dijkpZoodat wie over die straten gaat, in het geheel niet gewaar wordt dat hij over een dijk gaat. Onze bekwame directeur dor gemeentewerken, de heer de Jongh, heeft terecht begrepen, dat voor de uitbreiding der stad do dijk, die reeds van ouds door de stad loopt, ook verder in beslag wordt genomen en wel aan weerszijden van de oude stad de welstand eischt, dat men niet bouwe aan den voet van don dyk, maar de nieuw te bebouwen terreinen gelijk make met de kruin, zoodal de straatweg in het midden het voorkomen van dijk verliest. Iu het Oosten heeft dit nu wel ten gevolge dat de Nieuwe Plantage als het ware in een dal komt te liggen, maar dit misstaat zoo heel erg niet, en bo- vondien laat het zich aauzien, dijit ook die Plaulago eenmaal iu bouwterrein zal veranderd wordon. Eene amlere belangrijke uitbreiding in het Oosten wordt verkregen door de demping van den Boezem singel tusschen do Nieuwe Veemarkt en den Goud- schen Rijweg, welke demping mogelijk is geworden (loor de verandering, die het oostelijk stoomgemaal heeft ondergaan. De stad heeft daar een geheel ander aanzien gekregen. De Hooge Boezem is daar ter plaatse een binnenwater geworden, waarlangs huizen gebouwd worden, aan de stadszijde op een opgehoogd terrein. Meer binnenwaarts ligt de uitgestrekte ruimte door het dempen van den singel verkregen en welke ruigte thans voor de bebouwing wordt geschikt ge maakt. Is men eenmaal rat-t die bebouwing gereed, dan zal ook daar een nieuw uitgestrekt stadskwartier verkregen zijn. Maar de stad zal dan ook iu het Oosten zoo dicht mogelijk bebouwd zijn, Een terreiu om er huizen te zetten zal daar niet meer te vinden wezen, en zelfs als Kraliugen bij Rotterdam wordt gevoegd, zullen de bouwouderneroers ver buiten de tegenwoordige palen der stad moeten gaan om nog bouwterrein te vinden, want ook het Kralingsche grondgebied aan do zijde van Rotterdam is over eene groote uitgestrektheid volgebouwd ten behoeve van de Rotterdammers, die bij vooikeur daar hunne tenten neerslaan. Gisterenavond werd voor een stampvolle zaal door het gezelschap van den Tivoli-Sch-uwburg uit Rot terdam het nieuwe blijspel van Willem van Zuylen opgevoerd getiteld: „De Rederijker". Hij doet daarmede een twoedo schrede op het glibberig pad van looneelschrijver eu hoewel hij ook thans, even als bij zijn eerste stuk liet is maar een Smid) bij een deel van het publiek eeuig succes behaalde, gelooveü wij toch dat hij verstandig zal doen voor taan zich te bepalen bij het tooneeispel. Als wij ons de vele gunstige beoordeelingen van genoemd stuk in gezaghobbende bladen als Paderlahd, han delsblad e. a. herinneren, dan kunnen wij het niet van ons afzetten dat de groote sympathie, die men heeft voor den acteur van Zuylen, velen er toe bracht een weinig zeemanschap te gebruiken bij de beoordeeling vau den auteur en zelfs hen, die ge woonlijk zeer streng zijn in hun critiek, ditmaal een zachte toontje deden aanslaan. Geeuszina wiilen wij ontkennen, dat van Zuylen's stuk eenige verdienste heeft en hier en daar doet lachen maar over 't geheel is het ons weinig bevallen. De enkele puntige gezegden, bons mots en aardige zet ten, die het bevat kunnen niet opwogen tegen het gemis aan .inhoud" en het prouveert zeer voor den smaak van ons Schouwburg-publiek dat er zoo weinig geapplaudisseerd werd on waar dat geschiedde, mogen wij dat gerust toeschrijven aan het werkelijk uitstekend spel van alle artisten. Dat van Zuylen uitstekend zou zijn was vooral thans te voorspellen eu de heer Roijaards aloud hem goed ter zijde, ter wijl de heer Alex. Faassen met de rol van Joop de knecht alle eer inlegde. Ook de dames-rollen werden verdienstelijk vertolkt. Het- psalm-rgezang van de jongelings-vereeniging hau, dunkt ons, achterwege moeten blijven. Velen zullen zich daaraan hebben geërgerd. Zeer aangenaam was het ons dat ditmaal als na- stukje geen flauwe klucht werd gegeven, maar het bekende: Een partij piket, van Fournier eu Meijer dat indertijd een ijjfstukjo was van Albregt, Hier zagen wij van Zuijlen weêr eens'jja-^lp 'kracht als karakterspeler. Over het geheel ^i^;*$ijjZuijlen, sinds hij aan deu T i v o i i - 5c h o uw b - ffir bótde n is, zeer weinig gelegenheid gegoven op te treden. Meestentijds speelt hij daar in kluchten als komiek, terwyl hij juist als karakterspeler zoo hoog staat. Bgna alle stukken waarmede in dien schouw burg .geld" werd gemaakt waren kluchten als de Don Juan's, Pension Scholier enz. die weken achter een met van Zuylen iu de hoofdrol vertoond werden, terwijl de mooiste zijde van zyn talent zelden tot haar recht kwam. Byzonder genoegen deed het ons daarom gisteren in de gelegenheid te zijn hem als Ridder de la Roche to zien spelen. Hij was geheel de arme edelman, die zich ver waardigd had geld aan te nemen van een pnrvenue

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2