Balteolandscb Overzicht.
Do heer Merkus. Ik weet niet of ik wel in allen
deele den heer Pijpers goed heb verstaan, de
noorderwind speelt mij vandaag weer parten,
doch uit zijn gesticulatiën heb ik meenen op te
maken, dat het geachte lid mij bedreigt, omdat ik -
mot hem in meening verschil over de kermis
De heer Pijpers, (verbaasd.) Ik
De Voorzitter. Maar, mijnheer Merkus
De heer Merkus (die niet verstaat). Dat het in
werkliedenvereenigingen misschien gewoonte is dat
men au bout des argumentselkaar met de vuist
tracht te overtuigen, kan ik mij denken, doch hier
in den Raad, waar ieder lid de belangen der ge
meente naar eigen „overtuiging en beste weten be
hartigt
De Voorzitter. Mijnheer Merkns
De hoer Merkus. (Nog altyd niet verstaande.)
Ik doe bijgevolg een beroep op uwe bevoegdheid als
voorzitter dezer aqhtbare vergadering, om mij na
afloop der zitting door politie te laten beschermen
tegen eventueele molestatie.
(Gelach
Do Voorzitter. U liet mij ciet aan het woord
komen, mijnheer Merkus, anders had ik u al dade
lijk kunnen geruststellen
De heer Merkus. Wat zegt u? I
De Voorzitter. U |ebt den heer Pijpers geheel
en al verkeerd verstaan, nietwaar mijnheer Pijpers.
De heer Pijpers. Ik doe nog geen vlieg kwaad
en dan weet ik als raadsiid mijn fatsoen wel te
houden, jandorie
De heer Merkus. O, zoo! Ik dank u, mijnheer
de voorzitter, dan is er geen politie noodig.
De vraag of de postzegels onderwerp kunnen zijn
van kunstindustrieele kritiek, werd in eenejl. Zater
dag avond gehouden vergadering van de vereeniging
Arti of Industriae" te 's-Hage, beslist bevestigend
beantwoord. De commissie van onderzoek, bestaande
uit twee deskundigen, de heeren S. Lankhout en J.
M. Lion, verklaarde in haar door oerstgenoerade
voorgelezen rapport Volmondigja te antwoorden
op die vraag, en de vergadering nam dat rapport
eensteraming aan. De rapporteurs traden vervolgens
in eene beoordeeling van het postzegel, na den dood
des konings ingevoerd en kwamen tot de slotsom,
dat het in alle opzichten afkeuringswaardig moest
genoemd worden. Gravure, vórm en kleur voldeden
volstrekt niet en het z^gel zondigde zoowel tegen
de eischen van techniek als die van goeden smaak.
Vooral waar de beeltenis van een kind kan gebruikt
worden had inen al de gegevens om iets werkelijk
fraais te leveren, en was men uiet meer gebonden
aan den ouden vorm. Was het oordeel der rap
porteurs over het bestaande zegel zeer afkeurend,
alleen omdat het mandaat het fcun n*et opdroeg,
hadden zij zich Onthouden, de eischen te behande
len die men aan een nieuw zegel zou mogen stellen
en de vraag na te gaan, of deze Vereeniging niet
door het uitschrijven van eene prijsvraag een smaak
voller zegel zou kunnen doen ontstaan.
Naar aanleiding van dit rapport werd uitvoerig
van gedachten gewisseld, in hoever „Arti's" optre
den nuttig kon zijn, en ten slotte werd besloten,
dat van wego het bestuur eene uitnoodiging zal
gericht worden aan alle leden oir een ontwerp voor
een nieuw postzegel in te zenden voor de volgende
maand vergadering. Het bestuur, aangevuld desnoo-
dig door eenige andere heeren, zal dan de meest
mij zaten te wachten. Het ongeluk wil, dat zij noch
ik den met bloemen getooide a weg naar dat too ver
laad hebben gevondeuf en dat wij zijn gebleven in
de rue de l'Abreuvoir, waar wij gp pretendenten
wachten, die, indien &ij al komen, zeker geen prinsen
zullen zijn en misschien niet eens mooi.
Als ze niet naar uw zin zijn, neemt ge ze niet
aa^nwat dwingt je zoo'n haast te maken
Alles: miju leeftijd en het verstand.
Een-en-twintig jaar is nog niet oud.
Dat hangt er van af; een meisje zonder bruid-^
schat is op haar twintigste jaar eeu oude-jongeju^
frouw, maar iemand met geld is op zijn vierentwin
tigste ,jsar nog een jong meisje. Ik behoor tot de
klasse zonder bruidschat, zonder een duit zelfs.
Daarom juist zou ik willen, dat ge niet zoo n
haast maaktet met een keuze. Hebt ge nu geen
bruidschat, onze omstandigheden kunnen keeren,
morgen misschien, of, om nu eens niet te overdrij
ven, weldra. Ik helylle reilen te veronderstellen,
dat men geneigd zal zijn octrooi op mijn theetocstel
te nemen, en al zal ons dat niet rijk makeu, wij
krijgen het er toch beter door. De proefnemingen
op de Westerspoor met mijn systeem tot het afhaken
van wagens hebben de beste resultaten opgeleverd
het is gebleken, dat alle schommeling daarmede
werd voorkomende ingenieurs erkennen eenstemmig,
dat mijn uitvinding zeer nuttig is.- Dat vgaat dus
ook naar wensch, en daarom zou ik zoo gaarne willêu,
dat je nog een weinig geduld had.
ge wensch te modellen uitkiezen en, met toezending
van het rapport der commissie, onderwerpen aan het
oofdeel der regeering.
Door den heer J. Keppel werden nog eenige na
dere mededeelingen gedaan omtrent de violetkleu
rige vensterruiten, die nog in sommige huizen te
Amsterdam, Delft, enz. worden aaugetroffert. Zij
zijn ontstaan in een tijdvak, toen men nog niet de
kunst verstond wit glas to maken, en het groene
glas trachtte te verbeteren.
Feitelijk is de violetkleur dus meer een gebrek
dan eeue verdienste. Tegenwoordig wordeu ook ge
blazen ruiten geheel wit gemaakt, zelfs van groote
afmetingen. Belgie heeft de reputatie, ofschoon er
over Belgie, veel Duitsch glas wordt ingevoord.
Naar aanleiding van deze mededeeling werd door
sommigen verwondering uitgesproken, dat in ons
land geen vensterglasblazerijen bestaan, en meende
men dat de oorzaak daaraan toch niet alleen gelegen
kan zijn in de groote hoeveelheid brandstof, die
voor de ovens benoodigd is en waarvan de aanvoer
te kostbaar zou worden. Wellicht zal de vereeni
ging nog lator op dit punt terugkomen.
In handen van eene commissie werd gesteld een
nieuw ingekomen vraagpunt«Op welke wijze moe
ten, om den meest decoratieven indruk te verkrij
gen, do vlaggen in "eene feestvierende stad aan de
huizen worden bevestigd Wat is daaromtrent be
kend uit vroegere eeuwen
Door een aantal lotelingen of hunne vaders of
voogden te Leiden zijn bezwaarschriften ingediend
bij Gedeputeerde Staten dezer provincie, houdende
verzoek tot vernietiging van de voor de gemeente
Leiden plaats gehad hebbende loting voor de natio
nale militie. l)e onregelmatigheid, welke tot dit
verzoek heeft aanleiding gegeven, zou, naar beweerd
wordt, hierin bestaan, dat twee lotingsnoramers, beide
het cijfer 365 bevattende, zijn gebleken in de lotings
bus aanw- zig te zijn, waardoor aan twee lotelingen
éénzelfde nommer is ten deel gevallen. In verband
hiermede zou ook één nommer te weinig zich in
de bus hebben bevonden, tengevolge waarvan de
laatstopgeroepene der voor de militie ingeschrevenen
niet aan de loting \eeft kunnen deelnemen. Uit
overweging dat een 'en andef van beslissenden in-^
vloed op den uitslag der loting is geweest, hebben
belanghebbenden alzoo aan Gedeputeerde Staten
verzocht eene nieuwe loting voor deze gemeente te
willen bevelen. u.
Wat is socialisme Deze vraag deed de Figaro
aan haar lezers, V Was haar niet te doen om een
doorwrochte verklaring van het socialisme, maar meer
om de geestigheden, die zoudeu gemaakt worden.
De Figaro is daarin' geslaagd. Op do vraag: Wat
is socialisme? zijn verschillende antwoorden inge
komen.
Socialisme is
-7T- De koetsier van den grooteu heer, die hem zon
der tegenspreken zijn plaats op (lpn bok zou laten,
om zelf op de kussens in de coupé te gaan zitten.
De iuktflesch. Visschen in troebel water. Een
koekoek, die de eieren in het nest van anderen
breekt, om" do zijne daarin te leggen.
1 Het socialismo is het opportuuisme van het com- j
muuisme.
Het socialisme is het geld van anderen.
Het socialisme is het egoïsme van onderen,
dat het egoïsme van boven tracht te verstikken.
Ik verzeker q, dat ik niet twijfel aan de uit
muntendheid uwer uitvindingen^ maar wanneer zal
dat iets geven? Morgen? Over vijf of zes jaren?
Ge weet beter dau jemand anders, dat bij uitvindin
gen alles mogelijk is, zelfs hot onwaarschijnlijke.
Over zes jaar ben ik zeven-en-twintig; wie wil mij
dan nog hebben? Laat mij dus maar nemen wien
'ik krijgen kan, al is het morgon, nu ik nog een
arm meisje ben, zonder geld, dat geen recht heeft
zooveel eischen te stellen als do dochter van den
rijken uitvinder.
Hebt gedan redei* te denken, dat er onder
'onze gasten iemand zal wezen, diö'je hand wil vragen
Het is mij voldoende, dat er iemand bij kan
zijn, om te wenschen, dat deze niet wordt terug
gehouden. Verleden jaar waren de uitnoodigingen
zoodanig ingericht, dat de jongelui alleen met de
gehuwde dames wilden dansen en de gehuwde hee
ren met de jonge dames; dit jaar zijn er weinjg
getrouwde dames gevraagdde jonge heeren moetën
ons dus wel nemen, en ik hoop dat er onder hen
een z>jn zal, die het huwelijk niet als een last boven
zijn krachten beschouwt.
Ik verzeker u, dat ik noch moeilijk, noch veel-*
eischend zal zijn; als hij één woord zegt, zal ik er
twee zeggen.
Hoe nu, arm kind, zijt.ge reeds zoo ver ge
komen
Zoo ver meent ge daariyee dat ik ben terug
gekomen yan mama's groote verwachtingen Ja.
Het moderne socialisme is de revolutie van de
maag, die sedert een eeuw volgt op de revolutie van
het verstand.
Het socialisme is in de negentiende eeuw datgene
wat „de natuur" was in de achttiendehet woord,
dat iedereen in de mond heeft, en dot niemand be-
grypt-
Wat het socialisme is Voor den politicus 9000
frs. rentg en een vrijkaart op den spoorweg..
Het socialisme is het recht, niet van honger
te sterven, dat de ongelukkigen in een land hebben
waar zoovelen sterven aan ziekten in de spijsverterings
organen.
Het socialisme is een party, waarvan de leidors
de kwakzalvers der sociale wetenschappen zyn.
Het socialisme is een verzameling van pogingen
en theorieën, wolke ten doel hebben tusscheu alle
menschen de grootst mogelijke gelijkheid in rijkdom
of armoede te vormen door verschillende middelen
van wettelijken dwang,
Dit laatste antwoord werd het beste gekeujrd.
«Bij koninklijk besluit van 10 dezer is de heer
H. A. Loder, thans chef, vroeger gemachtigde van
de firma De Lange Co. in Atjeh en onderhoorig-
heden, benoemd tot riddér 4o klasse van de Mili
taire Willemsorde, en zulks'ter zake vau zijn hou
ding bij verschillende gevechten in Atjeh, in het
bijzonder in de maanden Juui 1882, Juli 1883 en
Januari 1885."
Dit bericht las men de laatste dagen in schier
alle Nederlandsche dagbladen. Op de hooge bete
kenis vau dat bericht mag wel met een enkel woord
worden gewezen.
De Militaire Willemsorde, de hoogste^ onderschei
ding voolr den uederlnndschen krijgsman, wordt al
leen verleend voor schitterende wapenfeitën, voor
buitengewone daden van moed, beleid en trouw, lö
reeds dat ourekruis zeldzaam voor den militair, slechts
aan enkele niet tot het leger of de vloot behooren
den is dit konioklyk eereblijk verleend.
Aan een of meur ambtenaren vay het binnenlandsch
bestuur, dio nog in zekeren zin tot de expeditionaire
macht behoorden, bijv. aan het tegenwoordige lid
vau den Raad in Nederlandsch-Indië den heer A.
Pruys van der Hoeven, werd, als jong controleur
op Sumatra, dat ridderkruis uitgeYeikt. Een 35 tal
jaren geleden bracht oen scheepskapitein, flie zijn
schip voor den overvoer der troepen bij een der in-
dische expeditiën had verhuurd, ooflogs-aramunitie
in zijn sloep naar het strand-bevoü'ac ondar hot
grootste gevafir over. In 1,874,en 1875, "tijdens den
tweeden veldtocht naar Atjeb, verricKtte de verte
genwoordiger van het Rdpdo Kruis, de heer Von
Bulzinglowe, die werd .genoemd de eerste flankeur
van het indische le#er, schitterende daden vau roen-
schenliefde en zelfopoffering. Beiden werden door
onzen ridderlijken Koning met de Militaire Willems
orde begiftigd.
Thans wordt den heer Loder, die de chef is van
de firma, welke aan de troepen en de vloot de vele,
benoodisdheden levert, do man, dio staat geheel
buiten het leger, dat kruis op de borst gehecht.
Voorwaar een hoogst zoldzarae onderscheiding, wnar-
op de bijzondere aandacht van het nederlandsche
volk wel mag worden gevestigd.
(Ons Noorden.)
Uit Parijs wordt aan de Frankfurter Zeitung ge-
Het is misschien vreemd, dat de dochter en niet
de moeder ,een helderen blik in het leven slaat,
maar het is toch zoo. Zoodra ik begreep, dat het
tijd voor mij werd om tot een huwelijk te komen,
heb ik $1 mijn illusies en jonge-meisjesdroomen be
graven, en ik heb mijn gedachte meer bepaald op
het huwelijk dan op den echtgenoot. Het zou een
onwaarheid zijn, als ik u vertelde, dat ik met een
blij- en luchtig hart daartoe ben besloten het heeft
mij veel gekost, heel veel zelfsmaar ik behoor
niet tot degenen, die opzettelijk de oogen sluiten,
omdat hetgeen zij zien, haar mishaagt, haar hindert
of beangstigt. Ik heb op die wijze menige les ont
vangen. De dood van mijnheer Touchard was wel
-de meest treffende. Het liet zich aanzien, dat hij
negentig jaar zou worden en zijn dochters uithuwe
lijken zooals hij verkoos. Hij was vijf-en-vyftig
toen hij stierf, en Bertha zingt in een café-concert
te Toulon en Amélio in een dergelijke inrichting te
Bordeaux. Wat zou er van ons worden? als wij u
verloren? Ik zou niet eens de hulpmiddelen heb
ben van Bertha en Amélie, want ik kan niet zingen.
Spreek daar niet van dat is juist mijn groot
ste zorg.
Ik moet u wel zeggen; waarom ik er op ge
steld ben te trouwen want ge moogt niet denkan,
dat het hit gekheid is, of omdat ik weg wil.
(Wordt vervolgd.)
schreven: Da intervieuw-manie wint meer en meer
terrein. Er kan geen vraag aan de orde komen of
onraiddelyk zwermen groote benden reporters uaar
alle richtingen der stad uit, om de groote mannen op
te zoeken en hun meening te vragen. Over alle din
gen op aarde of in den hemel moeten die arme groote
mannen meeningen hebben, en wel des te meer naar
mate zij minder met bet vraagpunt in betrekking
staan. Het geniale van den reporter bestaat juist daarin,
dat hij de meestuiteenloopende geesten en voorwerpen
met elkaar in een interview samenbrengt, en de
hoogste kunst is, den voorzitter der Kamer te onder
vragen over de voorjaarshoeden der dames of den
componist van den „Faust" over het duurder worden
van het schapevleesch. In 't kortde groote mannen
zyn dag noch nacht meer veilig voor te weetgierige
verslaggevers, die door alle winden worden aange
voerd en door alle sleutelgaatjes kunnen kruipen.
Men meet dit alles weten, om het geestige entre
filet te waardeeren, dat Albin Valabrègue in den
Figaro heeft laten opnemen. Het is getiteld „Tarif"
en luidt als volgt[lk heb de eer, mijn collega's
journalisten, die zich speciaal met interviewen bezig
houden, mee te deelen, dat ik dagelijks van 10 tot
12 uur voormiddags te hunner -beschikking ben,
onder de volgende voorwaarden Het uur 20 francs.
Het half uur 11 franos. Het kwartier 6 francs. Elk
begonnen kartier wordt tegen het volle tarief bere
kend. Op deze voorwaarden verbind ik mij te spro
ken over alle gebeurtenissen van den dag antwoord
te geven op alle vragen, betrenende de kunst, lite
ratuur, wetenschap en dergelijke ouderwerpen, en
mijn meeuing te zeggen over do opgevoerde tooneel-
stukken en de daarin optredende spelers. De redacteurs
van provincialo bladen behoeven slechts den halven
prijs to betalen, maar hebben dan alleen recht op
een gesprek met raijr. secretaris. Hij zal hun inlichten
over het uur, waarop ik opsta, over mijn ontbyt, over
mijn werkuren en over mijn meening van de regie
sigaren. De reporters van buiteulandscho bladen be-
hooronde tot het gebied der triple-slliantie, worden
niet ontvangen. Persoonlijk echter zal ik mij begeven
naar de woningen van de oorrespondenten der Rus
sische bladen. Ik kan mijn collega's niet genoeg op-
kken van deze matigo prijzen te profiteeron ik ben'
van plan ze te verdubbelen, zoodra een van mijn stuk
ken in de „Comédie Frauyaise" zal worden opgevoerd.
Uit Dordrecht meldt men van Zondag aan de N.
R. Ct.:
Sequali hoeft hiorierstcde juist lang genoeg ver
loofd om zijnen roem te overleven. De oerste weok
van zijn verblijf ging men eerst schoorvoetend, later
met toenemende belangstelling naar zyne séances, en
nam het publiek, dat "in de zaal van „Musis" ge
tuige was van zijue „geuezingen," steeds in getale
toein de tweede we*k bereikte zijne glorio haar
toppunt, kon de zaal dé nieuwsgierigen ternauwernood
bevatten, en dreigde de vloer in letterlijken zin te
bezwijken onder het gewicht der bezoekers (het be
stuur van «Musis" vorderdo daarvoor zelfs eene
schadevergoeding die, onder protest, werd toegestaan);
in de tierde week daalde zijn gesternte bij den dag,
de zaal werd bij lange nrt niet meer gevuld, en de
séances kregen l et grootste gebrek dat men zich
denken kan, zij worden vervelend.
4 De ziekte van den apotheker Stüterheira heeft
daartoe veel bijgedragen. Heden ochtend is de man
overleden hij is gestorven in eene der kleedkamers
Van «Musis," waarin zyne apotheek stond. Gestor
ven, terwijl tot zyn sterfbed d«- tonen der muziek en
het gejuich en getrappel van Sequah's bewonderaars
doordrongen. Wel had Davenport aan het publiek
verzocht, de muziek te doen zwijgen, maar het pu
bliek, onbarmhartig nis altijd, was^van oordeel dat
het voor zyn dubbeltje alles moest hebben wat er
voor te krijgen wasón de man, die leeft vau de
guust Van het publiek, en steeds gewoon is de uit
spraak van „vox populi" te aanvaarden als een
*vox l)ei," n\pest ook ditmaal gehoorzamen.
De tragische dood van Stüterheim is een sl t dat
kt aan het droef-eindend blijspel, Jat de'agont
r Sequah-maatschappij hier gedurende drie weken
heeft opgevperd. Zeker soort van publiek, dat zijne
aanwezigheid beschouwde als eene soort van Dordtsche
kermis zonder draaimolens en poffertjeskramen, zal
aan zyne vertooningen veel missen. Want gedaan
is het nu, daar de verkoop van de Sequah-middelen
door Stüterheims dood gestaakt moet worden.
Blijft alles, zooals door Sequah bopaald werd, dan
vertoeft Davenport nog tot Woensdag alhier om
(Jaarna natuurlyk wanneer hij in dien tyd een
apotheker kan bekomen in jde residentie zyne
séances en dgn verkoop zijner geneesmiddelen voort
te zetten. -
Zijn wij goed ingelicht* dan wacht hem voor dien
tyd nog eene sernade, te geven door eene volkszang-
vereeniging.
Een jong Hollandsch echtpaar, Heystee genaamd
in Nov. 11. te Amsterdam getrouwd dat om
streeks half Januari te Parijs in de Rue de Cléry
een koffiehuis „Grand Café Hollandais" had geopend,
is plotseling spoorloos verdwenen^
Zondagavond was het „Caféllollandais" vol be
zoekers, zoo verhaalt de Figaro'oon een heer die
Fransch sprak met een sterk Vlaamsch of Hollandsch
accent, op eens riep „Gaat naar huis, heeren.
Er wordt gesloten. Het koffiehuis krijgt een ande
ren eigenaar." De bezoekers waren zeer verwon
derd, maar zij voldeden aan het verzoek. Zij be
taalden hunne vertering en gingen de een na den
ander heen. Daarna werd het café gesloten. w
Maar den volgenden dag werd het niet geopend.
Dinsdag ook niet en Woensdag evenmin. De buren
gingen toen do politie waarschuwen. Deze maakte
de deur openmaar er was niemand in huis. Van
Heystee en zijne vrouw was geen spoor te ont
dekken.
Men verdiept zich in gissingen over de reden van
die zonderlinge verdwijning. De zaak ging aanvan
kelijk niet kwaad, do Heystee's hadden geen noe
menswaarde schuld, hun huur was een halfjaar voor
uit betaald, en wat zij achterlieten is meÓT dan ge
noeg om hunne geringe openstaande rekoningen te
voldoen. De sleutels van den kelder zijn verdwe
nen. Men heeft ftl het vermoeden geopperd of de
vermisten misschien in dien kelder zouden zyn,
maar de politie heeft dit nog niet onderzocht.
Het door den ingenieur A. C. Broekman op last
der regeering ingesteld onderzoek naar de oorzaak
van de instorting dei* brug te Möncheustein, op den
léden Juni van het vorige jaar, beeft, blijkens het
door hem daaromtrent uitgebracht, thans by het
Koninklijk Instituut van ingenieurs ingekomen, ver
slag, geleid tot de volgende resultaten:
lo. Wegens de buitengewoon hooge spanningen
in verschillende deelen van de boofdwanden, voor-
uamelijk het gevolg van de excentrische bevestiging
der diagonalen aan Je randen, en wegens de geringe
zekerheid tegen knik, speciaal van de gedrukte mid
den-schoren, was de brug, onder den voor haar
bestemden last, niet voidoeude betrouwbaar te achten.
Nochtans bestuat er geen afdoende grond om met
genoegzame zekerheid daaraan de instorting too te
schrijven.
2o. Uit de ligging der» brug na de instorting,
en de vervorming en verbreking harer deelen, in
verband beschouwd met de drukkingeu, waaraan de
kruisschoren van het bovenraam waren onderworpen,
onder omstandigheden verhoogd door den invloed
der temperatuur, laat zich verklaren dat de eerste
breuk kan hebben plaats gehad in een der schoron
van het laatste veld van h<H bovenraafm, zijde Mön
cheustein. Door bet onderbreken vaü een der scho
ren op de kruising en eene minder goede lasso hijig
aldaar, werd de weerstand van dit belangrijke con
structie-deel verminderd.
3o. De deugdelijkheid van het materiaal, vooral
ten aanzieii van de taaiheid, uiet boven allen twijfel
verheven zijnde, bestaat de mogelijkheid dat dit de
eerst ingetreden breuk bevorderd heeft.
4o. Ondanks de vele zorgen, die blijkbaar hebben
voorgezeten bij de herstelling van de brug in 1888,
blijft de mogelijkheid niet uitgesloten, dtt eenige
beschadiging verborgen en onopgemerkt'is gebleven,
en medegewerkt heeft tot het ontstaan van de eerste
breuk. 1
öo. Er is geen grond gevonden, om de ramp aan
eer. déraillement toe te scferijven.
6o. Dé brug verkeerde in zoodanige bijzondere
omstandigheden, dat haar bezwijken in geen geval
to't eenige ongerustheid behoeft te leiden met be
trekking tot andere overeenkomstig de gebruikelijke
eischen geconstrueerde bruggen.
Men zal zich herinneren dat een gelijk onderzoëk
van de zijde der Zwitsersche Bondsregeeriog werd
opgedragen aan de professoren Ritter en Tetmajer
te Zürich.
Opmerking verdient, dat het dezerzijds ingesteld
onderzoek geleid heeft tot het aanwijzen der plaats,
waar niet onwaarschijnlijk de eerste breuk ontstaan is.
Bij do voortgezetto beraadslaging over het adres
van antwoord pp de troonrede is, met 179 tegen 158
stern men, verworpen het amendement van den heer
Sexton, waarbij verklaard wordt, dat hot Engelsche
Parlement onbevoegd is, wetten voor Ierland te maken.
Het adres van antwoord is daarop aangenomen.
Niettegenstaande het' besluit van het syndicaat,
hebben zich 2000 werkstakende kolendragers in het
Victoriapark te Londen vereenigd en besloten den
arbeid niet te hervatten, voordat de door de ffirma
Cameron ontslagen leden van het-syndicdat weder in
dienst genomen zulten zyn.
Allerlei geruchten in Duitschland dcfön een nieuwe i
periode van reactionnairq maatregelen vermoeden, j
De keizer moet dien kant uit willen en vindt na
tuurlyk by de afgevaardigden der uiterste rechterzijde
steun. Men zou met maatregelen tegen de socia
listen beginnen.
Ook wat de onderwijswet betreft, schijnt in Prui
sische regeeringsktingen de stemming minder ver
zoeningsgezind te zyn ge wordeu.
Hoe zoer de toestand weer veranderd is, kan men
duidelijk bemerken uit de volgende woorden van de
Kölnische, afkomstig van haar Berlijuscheu corres
pondent. „In pailementaire kringen hoort men veelal
het gevoelen verkondigeu, dat de onderwijswet met
weinig beteekende veranderingen uit het Huis van
Afgevaardigden zal worden verzonden naar het Hee
renhuis, en dat het niet raadzaam is zich illusies
te maken over een anderen afloop of over byzor.dere
toegevendheid van den kant der Regeering. Slechts
een geweldige storm van verontwaardiging kan ver
andering brengen in den toestand."
Het wetsontwerp is intusschen bij de commissie
en het eind van de behandeling daar is nog niet te
zien. En 't is nog maar de eerste lozing, terwijl
een aantal leden wel stemmen, maar onder voorbe
houd, dat zij de eindbeslissing aan zich houden bij
de behandeling in de Kamer. Een groot deel van
de vrijconservalieven en de nationaal-liheralen zou
gaarne alleen de financieele zijde thans regeleu en
de rest onbehandeld laten, maar daar schijnt de Re
geering volstrekt uiet aan te willen.
Nader verneemt men, dat door de afgevaardigden
voor Antwerpen, onder aanvoering van den beken
den Vlaamsch-gezinden ambtgenoot Coremaus, het
voorstel reeds is gedaan of althans gedaan zal wor
den om in de grondwetsherziening nog vier artikelen
op te nemen, en wel
lo. Art. 15 inhoudende: „Niemand kan gedwon
gen worden tot de handelingen of plechtigheden van
eeu eeredienst mede te werken noch daarvan de rust
dagen in acht te nemen." De voorstellers beoogen
met het schrappon der laatste woorden, de con-
/Stitutioneele belemmering weg te nemen tegen het
wettelijk voorschrift eener verplichte Zondagsviering.
2o. Art. 23 over het gebruik dor talen, met het
«loei om elke achterstelling van het Vlaamsch voor
het vervolg onmogelijk te maken.
3o. Art. 104, hetwelk bepaalt dat er in België drie
hoven van appèl zullen zijn (Brussel, Gent en Luik)
met de strekking om ook Antwerpen in het bezit te
kunnen stellen van een beroepshof.
4o. Art. 131, formaliteiten voorde herziening der
grondwet voorschrijvende, met het doel om in het
vervolg, bij elk voorstel tot grondwetsherziening, aan
stonds iu behandeling te kunnen brengen den tekst
welke het bestaande vervangen of aanvullen moet.
De „Réforme" welke deze voorstellen bestrijdt,
omdat zij de grondwetsherziening in gevaar brengen
(zoo dit al niet juist het doel isdoor ie met
quaesties te verwikkelen, zooals de rechten der Vlaam-
sche taal en de gewetensvrijheid, zoo uitorst geschikt
om de hartstochten aan het gisten te brengeu,
do Réforme zegt van de voorgestelde wijziging van
art. 131, dat daardoor grondwetsherziening nog
moeilijker gemaakt zou wordeu.
Dit is echter zeer te betwijfelen, naar het ons
voorkomt, daar toch vermoedelijk de medewerkiug
tot herziening van een grondwetsartikel eerder ver
kregen zal worden, als men weet wat er voor in de
plaats zal komen, dan zooals thans in België het ge
val is, waar de Kamer zekere grondwetsartikelen aan
herziening onderwerpt door hare opvolgster, ^welker
samenstelling zij onmogelijk kan voorzièn, zoodot zij
volstrekt niet kan weten in welken geest de herzie
ning zal plaats hebben.
Men meldt uit Bern, dat de onderhandelingen over
het handelsverdrag tusschen Zwitserland en Italië
langs diplomatieken weg voortgezet zullen worden.
De Italiaansche gedelegeerden zullen Woensdag a. s.
te Rome terug ziju, na oen kort oponthoud te Bern,
terwijl de Zwitsersche gedelegeerden morgen van Zu
rich naar Bern vertrekken. De heer Bavier is naar
Bern ontboden, om daar eene opdracht te ontvaugen
met het oog op de verdere onderhandelingen, daar
die voorloopig te Rome gevoerd zulllen worden.
In Griekenland heerscht een financieele crisis.
Volgens de verklaringen, door den minister-president
Delyannis in de Kamer van afgevaardigden gedaan,'
is de toestand zeer hachelijk, tengevolge van de
roekelooze financieele politiek der laatste jaren.
Tien jaren lang is schuld op schuld gestapeld.
By na geen jaar ging zonder een nieuwe leening
voorbij en deze goudregen gaf een schijn van wel
vaart, daar byna alle uitgaven door dit middel be
streden werden.
Toen de minister-president Tricoupis heenging,
bleek op hoe onvasten grond de geldelyke toestand
rustte en de minisior Delyannis is tot dusverre niet
geslaagd, het vertrouwen van het buitenland tefug
te winnen. Geen leening beeft de nieuwe regeering
tot dusverro in het buitenland kunnen plaatsen en
intusschen stygt het goudagio, wordt het handels
verkeer met lllpt buitenland hoe langer zoo moeilijker
en beginnen de invoerrechten, een» der voornaamste