Balteolandscb Overzicht. Do heer Merkus. Ik weet niet of ik wel in allen deele den heer Pijpers goed heb verstaan, de noorderwind speelt mij vandaag weer parten, doch uit zijn gesticulatiën heb ik meenen op te maken, dat het geachte lid mij bedreigt, omdat ik - mot hem in meening verschil over de kermis De heer Pijpers, (verbaasd.) Ik De Voorzitter. Maar, mijnheer Merkus De heer Merkus (die niet verstaat). Dat het in werkliedenvereenigingen misschien gewoonte is dat men au bout des argumentselkaar met de vuist tracht te overtuigen, kan ik mij denken, doch hier in den Raad, waar ieder lid de belangen der ge meente naar eigen „overtuiging en beste weten be hartigt De Voorzitter. Mijnheer Merkns De hoer Merkus. (Nog altyd niet verstaande.) Ik doe bijgevolg een beroep op uwe bevoegdheid als voorzitter dezer aqhtbare vergadering, om mij na afloop der zitting door politie te laten beschermen tegen eventueele molestatie. (Gelach Do Voorzitter. U liet mij ciet aan het woord komen, mijnheer Merkus, anders had ik u al dade lijk kunnen geruststellen De heer Merkus. Wat zegt u? I De Voorzitter. U |ebt den heer Pijpers geheel en al verkeerd verstaan, nietwaar mijnheer Pijpers. De heer Pijpers. Ik doe nog geen vlieg kwaad en dan weet ik als raadsiid mijn fatsoen wel te houden, jandorie De heer Merkus. O, zoo! Ik dank u, mijnheer de voorzitter, dan is er geen politie noodig. De vraag of de postzegels onderwerp kunnen zijn van kunstindustrieele kritiek, werd in eenejl. Zater dag avond gehouden vergadering van de vereeniging Arti of Industriae" te 's-Hage, beslist bevestigend beantwoord. De commissie van onderzoek, bestaande uit twee deskundigen, de heeren S. Lankhout en J. M. Lion, verklaarde in haar door oerstgenoerade voorgelezen rapport Volmondigja te antwoorden op die vraag, en de vergadering nam dat rapport eensteraming aan. De rapporteurs traden vervolgens in eene beoordeeling van het postzegel, na den dood des konings ingevoerd en kwamen tot de slotsom, dat het in alle opzichten afkeuringswaardig moest genoemd worden. Gravure, vórm en kleur voldeden volstrekt niet en het z^gel zondigde zoowel tegen de eischen van techniek als die van goeden smaak. Vooral waar de beeltenis van een kind kan gebruikt worden had inen al de gegevens om iets werkelijk fraais te leveren, en was men uiet meer gebonden aan den ouden vorm. Was het oordeel der rap porteurs over het bestaande zegel zeer afkeurend, alleen omdat het mandaat het fcun n*et opdroeg, hadden zij zich Onthouden, de eischen te behande len die men aan een nieuw zegel zou mogen stellen en de vraag na te gaan, of deze Vereeniging niet door het uitschrijven van eene prijsvraag een smaak voller zegel zou kunnen doen ontstaan. Naar aanleiding van dit rapport werd uitvoerig van gedachten gewisseld, in hoever „Arti's" optre den nuttig kon zijn, en ten slotte werd besloten, dat van wego het bestuur eene uitnoodiging zal gericht worden aan alle leden oir een ontwerp voor een nieuw postzegel in te zenden voor de volgende maand vergadering. Het bestuur, aangevuld desnoo- dig door eenige andere heeren, zal dan de meest mij zaten te wachten. Het ongeluk wil, dat zij noch ik den met bloemen getooide a weg naar dat too ver laad hebben gevondeuf en dat wij zijn gebleven in de rue de l'Abreuvoir, waar wij gp pretendenten wachten, die, indien &ij al komen, zeker geen prinsen zullen zijn en misschien niet eens mooi. Als ze niet naar uw zin zijn, neemt ge ze niet aa^nwat dwingt je zoo'n haast te maken Alles: miju leeftijd en het verstand. Een-en-twintig jaar is nog niet oud. Dat hangt er van af; een meisje zonder bruid-^ schat is op haar twintigste jaar eeu oude-jongeju^ frouw, maar iemand met geld is op zijn vierentwin tigste ,jsar nog een jong meisje. Ik behoor tot de klasse zonder bruidschat, zonder een duit zelfs. Daarom juist zou ik willen, dat ge niet zoo n haast maaktet met een keuze. Hebt ge nu geen bruidschat, onze omstandigheden kunnen keeren, morgen misschien, of, om nu eens niet te overdrij ven, weldra. Ik helylle reilen te veronderstellen, dat men geneigd zal zijn octrooi op mijn theetocstel te nemen, en al zal ons dat niet rijk makeu, wij krijgen het er toch beter door. De proefnemingen op de Westerspoor met mijn systeem tot het afhaken van wagens hebben de beste resultaten opgeleverd het is gebleken, dat alle schommeling daarmede werd voorkomende ingenieurs erkennen eenstemmig, dat mijn uitvinding zeer nuttig is.- Dat vgaat dus ook naar wensch, en daarom zou ik zoo gaarne willêu, dat je nog een weinig geduld had. ge wensch te modellen uitkiezen en, met toezending van het rapport der commissie, onderwerpen aan het oofdeel der regeering. Door den heer J. Keppel werden nog eenige na dere mededeelingen gedaan omtrent de violetkleu rige vensterruiten, die nog in sommige huizen te Amsterdam, Delft, enz. worden aaugetroffert. Zij zijn ontstaan in een tijdvak, toen men nog niet de kunst verstond wit glas to maken, en het groene glas trachtte te verbeteren. Feitelijk is de violetkleur dus meer een gebrek dan eeue verdienste. Tegenwoordig wordeu ook ge blazen ruiten geheel wit gemaakt, zelfs van groote afmetingen. Belgie heeft de reputatie, ofschoon er over Belgie, veel Duitsch glas wordt ingevoord. Naar aanleiding van deze mededeeling werd door sommigen verwondering uitgesproken, dat in ons land geen vensterglasblazerijen bestaan, en meende men dat de oorzaak daaraan toch niet alleen gelegen kan zijn in de groote hoeveelheid brandstof, die voor de ovens benoodigd is en waarvan de aanvoer te kostbaar zou worden. Wellicht zal de vereeni ging nog lator op dit punt terugkomen. In handen van eene commissie werd gesteld een nieuw ingekomen vraagpunt«Op welke wijze moe ten, om den meest decoratieven indruk te verkrij gen, do vlaggen in "eene feestvierende stad aan de huizen worden bevestigd Wat is daaromtrent be kend uit vroegere eeuwen Door een aantal lotelingen of hunne vaders of voogden te Leiden zijn bezwaarschriften ingediend bij Gedeputeerde Staten dezer provincie, houdende verzoek tot vernietiging van de voor de gemeente Leiden plaats gehad hebbende loting voor de natio nale militie. l)e onregelmatigheid, welke tot dit verzoek heeft aanleiding gegeven, zou, naar beweerd wordt, hierin bestaan, dat twee lotingsnoramers, beide het cijfer 365 bevattende, zijn gebleken in de lotings bus aanw- zig te zijn, waardoor aan twee lotelingen éénzelfde nommer is ten deel gevallen. In verband hiermede zou ook één nommer te weinig zich in de bus hebben bevonden, tengevolge waarvan de laatstopgeroepene der voor de militie ingeschrevenen niet aan de loting \eeft kunnen deelnemen. Uit overweging dat een 'en andef van beslissenden in-^ vloed op den uitslag der loting is geweest, hebben belanghebbenden alzoo aan Gedeputeerde Staten verzocht eene nieuwe loting voor deze gemeente te willen bevelen. u. Wat is socialisme Deze vraag deed de Figaro aan haar lezers, V Was haar niet te doen om een doorwrochte verklaring van het socialisme, maar meer om de geestigheden, die zoudeu gemaakt worden. De Figaro is daarin' geslaagd. Op do vraag: Wat is socialisme? zijn verschillende antwoorden inge komen. Socialisme is -7T- De koetsier van den grooteu heer, die hem zon der tegenspreken zijn plaats op (lpn bok zou laten, om zelf op de kussens in de coupé te gaan zitten. De iuktflesch. Visschen in troebel water. Een koekoek, die de eieren in het nest van anderen breekt, om" do zijne daarin te leggen. 1 Het socialismo is het opportuuisme van het com- j muuisme. Het socialisme is het geld van anderen. Het socialisme is het egoïsme van onderen, dat het egoïsme van boven tracht te verstikken. Ik verzeker q, dat ik niet twijfel aan de uit muntendheid uwer uitvindingen^ maar wanneer zal dat iets geven? Morgen? Over vijf of zes jaren? Ge weet beter dau jemand anders, dat bij uitvindin gen alles mogelijk is, zelfs hot onwaarschijnlijke. Over zes jaar ben ik zeven-en-twintig; wie wil mij dan nog hebben? Laat mij dus maar nemen wien 'ik krijgen kan, al is het morgon, nu ik nog een arm meisje ben, zonder geld, dat geen recht heeft zooveel eischen te stellen als do dochter van den rijken uitvinder. Hebt gedan redei* te denken, dat er onder 'onze gasten iemand zal wezen, diö'je hand wil vragen Het is mij voldoende, dat er iemand bij kan zijn, om te wenschen, dat deze niet wordt terug gehouden. Verleden jaar waren de uitnoodigingen zoodanig ingericht, dat de jongelui alleen met de gehuwde dames wilden dansen en de gehuwde hee ren met de jonge dames; dit jaar zijn er weinjg getrouwde dames gevraagdde jonge heeren moetën ons dus wel nemen, en ik hoop dat er onder hen een z>jn zal, die het huwelijk niet als een last boven zijn krachten beschouwt. Ik verzeker u, dat ik noch moeilijk, noch veel-* eischend zal zijn; als hij één woord zegt, zal ik er twee zeggen. Hoe nu, arm kind, zijt.ge reeds zoo ver ge komen Zoo ver meent ge daariyee dat ik ben terug gekomen yan mama's groote verwachtingen Ja. Het moderne socialisme is de revolutie van de maag, die sedert een eeuw volgt op de revolutie van het verstand. Het socialisme is in de negentiende eeuw datgene wat „de natuur" was in de achttiendehet woord, dat iedereen in de mond heeft, en dot niemand be- grypt- Wat het socialisme is Voor den politicus 9000 frs. rentg en een vrijkaart op den spoorweg.. Het socialisme is het recht, niet van honger te sterven, dat de ongelukkigen in een land hebben waar zoovelen sterven aan ziekten in de spijsverterings organen. Het socialisme is een party, waarvan de leidors de kwakzalvers der sociale wetenschappen zyn. Het socialisme is een verzameling van pogingen en theorieën, wolke ten doel hebben tusscheu alle menschen de grootst mogelijke gelijkheid in rijkdom of armoede te vormen door verschillende middelen van wettelijken dwang, Dit laatste antwoord werd het beste gekeujrd. «Bij koninklijk besluit van 10 dezer is de heer H. A. Loder, thans chef, vroeger gemachtigde van de firma De Lange Co. in Atjeh en onderhoorig- heden, benoemd tot riddér 4o klasse van de Mili taire Willemsorde, en zulks'ter zake vau zijn hou ding bij verschillende gevechten in Atjeh, in het bijzonder in de maanden Juui 1882, Juli 1883 en Januari 1885." Dit bericht las men de laatste dagen in schier alle Nederlandsche dagbladen. Op de hooge bete kenis vau dat bericht mag wel met een enkel woord worden gewezen. De Militaire Willemsorde, de hoogste^ onderschei ding voolr den uederlnndschen krijgsman, wordt al leen verleend voor schitterende wapenfeitën, voor buitengewone daden van moed, beleid en trouw, lö reeds dat ourekruis zeldzaam voor den militair, slechts aan enkele niet tot het leger of de vloot behooren den is dit konioklyk eereblijk verleend. Aan een of meur ambtenaren vay het binnenlandsch bestuur, dio nog in zekeren zin tot de expeditionaire macht behoorden, bijv. aan het tegenwoordige lid vau den Raad in Nederlandsch-Indië den heer A. Pruys van der Hoeven, werd, als jong controleur op Sumatra, dat ridderkruis uitgeYeikt. Een 35 tal jaren geleden bracht oen scheepskapitein, flie zijn schip voor den overvoer der troepen bij een der in- dische expeditiën had verhuurd, ooflogs-aramunitie in zijn sloep naar het strand-bevoü'ac ondar hot grootste gevafir over. In 1,874,en 1875, "tijdens den tweeden veldtocht naar Atjeb, verricKtte de verte genwoordiger van het Rdpdo Kruis, de heer Von Bulzinglowe, die werd .genoemd de eerste flankeur van het indische le#er, schitterende daden vau roen- schenliefde en zelfopoffering. Beiden werden door onzen ridderlijken Koning met de Militaire Willems orde begiftigd. Thans wordt den heer Loder, die de chef is van de firma, welke aan de troepen en de vloot de vele, benoodisdheden levert, do man, dio staat geheel buiten het leger, dat kruis op de borst gehecht. Voorwaar een hoogst zoldzarae onderscheiding, wnar- op de bijzondere aandacht van het nederlandsche volk wel mag worden gevestigd. (Ons Noorden.) Uit Parijs wordt aan de Frankfurter Zeitung ge- Het is misschien vreemd, dat de dochter en niet de moeder ,een helderen blik in het leven slaat, maar het is toch zoo. Zoodra ik begreep, dat het tijd voor mij werd om tot een huwelijk te komen, heb ik $1 mijn illusies en jonge-meisjesdroomen be graven, en ik heb mijn gedachte meer bepaald op het huwelijk dan op den echtgenoot. Het zou een onwaarheid zijn, als ik u vertelde, dat ik met een blij- en luchtig hart daartoe ben besloten het heeft mij veel gekost, heel veel zelfsmaar ik behoor niet tot degenen, die opzettelijk de oogen sluiten, omdat hetgeen zij zien, haar mishaagt, haar hindert of beangstigt. Ik heb op die wijze menige les ont vangen. De dood van mijnheer Touchard was wel -de meest treffende. Het liet zich aanzien, dat hij negentig jaar zou worden en zijn dochters uithuwe lijken zooals hij verkoos. Hij was vijf-en-vyftig toen hij stierf, en Bertha zingt in een café-concert te Toulon en Amélio in een dergelijke inrichting te Bordeaux. Wat zou er van ons worden? als wij u verloren? Ik zou niet eens de hulpmiddelen heb ben van Bertha en Amélie, want ik kan niet zingen. Spreek daar niet van dat is juist mijn groot ste zorg. Ik moet u wel zeggen; waarom ik er op ge steld ben te trouwen want ge moogt niet denkan, dat het hit gekheid is, of omdat ik weg wil. (Wordt vervolgd.) schreven: Da intervieuw-manie wint meer en meer terrein. Er kan geen vraag aan de orde komen of onraiddelyk zwermen groote benden reporters uaar alle richtingen der stad uit, om de groote mannen op te zoeken en hun meening te vragen. Over alle din gen op aarde of in den hemel moeten die arme groote mannen meeningen hebben, en wel des te meer naar mate zij minder met bet vraagpunt in betrekking staan. Het geniale van den reporter bestaat juist daarin, dat hij de meestuiteenloopende geesten en voorwerpen met elkaar in een interview samenbrengt, en de hoogste kunst is, den voorzitter der Kamer te onder vragen over de voorjaarshoeden der dames of den componist van den „Faust" over het duurder worden van het schapevleesch. In 't kortde groote mannen zyn dag noch nacht meer veilig voor te weetgierige verslaggevers, die door alle winden worden aange voerd en door alle sleutelgaatjes kunnen kruipen. Men meet dit alles weten, om het geestige entre filet te waardeeren, dat Albin Valabrègue in den Figaro heeft laten opnemen. Het is getiteld „Tarif" en luidt als volgt[lk heb de eer, mijn collega's journalisten, die zich speciaal met interviewen bezig houden, mee te deelen, dat ik dagelijks van 10 tot 12 uur voormiddags te hunner -beschikking ben, onder de volgende voorwaarden Het uur 20 francs. Het half uur 11 franos. Het kwartier 6 francs. Elk begonnen kartier wordt tegen het volle tarief bere kend. Op deze voorwaarden verbind ik mij te spro ken over alle gebeurtenissen van den dag antwoord te geven op alle vragen, betrenende de kunst, lite ratuur, wetenschap en dergelijke ouderwerpen, en mijn meeuing te zeggen over do opgevoerde tooneel- stukken en de daarin optredende spelers. De redacteurs van provincialo bladen behoeven slechts den halven prijs to betalen, maar hebben dan alleen recht op een gesprek met raijr. secretaris. Hij zal hun inlichten over het uur, waarop ik opsta, over mijn ontbyt, over mijn werkuren en over mijn meening van de regie sigaren. De reporters van buiteulandscho bladen be- hooronde tot het gebied der triple-slliantie, worden niet ontvangen. Persoonlijk echter zal ik mij begeven naar de woningen van de oorrespondenten der Rus sische bladen. Ik kan mijn collega's niet genoeg op- kken van deze matigo prijzen te profiteeron ik ben' van plan ze te verdubbelen, zoodra een van mijn stuk ken in de „Comédie Frauyaise" zal worden opgevoerd. Uit Dordrecht meldt men van Zondag aan de N. R. Ct.: Sequali hoeft hiorierstcde juist lang genoeg ver loofd om zijnen roem te overleven. De oerste weok van zijn verblijf ging men eerst schoorvoetend, later met toenemende belangstelling naar zyne séances, en nam het publiek, dat "in de zaal van „Musis" ge tuige was van zijue „geuezingen," steeds in getale toein de tweede we*k bereikte zijne glorio haar toppunt, kon de zaal dé nieuwsgierigen ternauwernood bevatten, en dreigde de vloer in letterlijken zin te bezwijken onder het gewicht der bezoekers (het be stuur van «Musis" vorderdo daarvoor zelfs eene schadevergoeding die, onder protest, werd toegestaan); in de tierde week daalde zijn gesternte bij den dag, de zaal werd bij lange nrt niet meer gevuld, en de séances kregen l et grootste gebrek dat men zich denken kan, zij worden vervelend. 4 De ziekte van den apotheker Stüterheira heeft daartoe veel bijgedragen. Heden ochtend is de man overleden hij is gestorven in eene der kleedkamers Van «Musis," waarin zyne apotheek stond. Gestor ven, terwijl tot zyn sterfbed d«- tonen der muziek en het gejuich en getrappel van Sequah's bewonderaars doordrongen. Wel had Davenport aan het publiek verzocht, de muziek te doen zwijgen, maar het pu bliek, onbarmhartig nis altijd, was^van oordeel dat het voor zyn dubbeltje alles moest hebben wat er voor te krijgen wasón de man, die leeft vau de guust Van het publiek, en steeds gewoon is de uit spraak van „vox populi" te aanvaarden als een *vox l)ei," n\pest ook ditmaal gehoorzamen. De tragische dood van Stüterheim is een sl t dat kt aan het droef-eindend blijspel, Jat de'agont r Sequah-maatschappij hier gedurende drie weken heeft opgevperd. Zeker soort van publiek, dat zijne aanwezigheid beschouwde als eene soort van Dordtsche kermis zonder draaimolens en poffertjeskramen, zal aan zyne vertooningen veel missen. Want gedaan is het nu, daar de verkoop van de Sequah-middelen door Stüterheims dood gestaakt moet worden. Blijft alles, zooals door Sequah bopaald werd, dan vertoeft Davenport nog tot Woensdag alhier om (Jaarna natuurlyk wanneer hij in dien tyd een apotheker kan bekomen in jde residentie zyne séances en dgn verkoop zijner geneesmiddelen voort te zetten. - Zijn wij goed ingelicht* dan wacht hem voor dien tyd nog eene sernade, te geven door eene volkszang- vereeniging. Een jong Hollandsch echtpaar, Heystee genaamd in Nov. 11. te Amsterdam getrouwd dat om streeks half Januari te Parijs in de Rue de Cléry een koffiehuis „Grand Café Hollandais" had geopend, is plotseling spoorloos verdwenen^ Zondagavond was het „Caféllollandais" vol be zoekers, zoo verhaalt de Figaro'oon een heer die Fransch sprak met een sterk Vlaamsch of Hollandsch accent, op eens riep „Gaat naar huis, heeren. Er wordt gesloten. Het koffiehuis krijgt een ande ren eigenaar." De bezoekers waren zeer verwon derd, maar zij voldeden aan het verzoek. Zij be taalden hunne vertering en gingen de een na den ander heen. Daarna werd het café gesloten. w Maar den volgenden dag werd het niet geopend. Dinsdag ook niet en Woensdag evenmin. De buren gingen toen do politie waarschuwen. Deze maakte de deur openmaar er was niemand in huis. Van Heystee en zijne vrouw was geen spoor te ont dekken. Men verdiept zich in gissingen over de reden van die zonderlinge verdwijning. De zaak ging aanvan kelijk niet kwaad, do Heystee's hadden geen noe menswaarde schuld, hun huur was een halfjaar voor uit betaald, en wat zij achterlieten is meÓT dan ge noeg om hunne geringe openstaande rekoningen te voldoen. De sleutels van den kelder zijn verdwe nen. Men heeft ftl het vermoeden geopperd of de vermisten misschien in dien kelder zouden zyn, maar de politie heeft dit nog niet onderzocht. Het door den ingenieur A. C. Broekman op last der regeering ingesteld onderzoek naar de oorzaak van de instorting dei* brug te Möncheustein, op den léden Juni van het vorige jaar, beeft, blijkens het door hem daaromtrent uitgebracht, thans by het Koninklijk Instituut van ingenieurs ingekomen, ver slag, geleid tot de volgende resultaten: lo. Wegens de buitengewoon hooge spanningen in verschillende deelen van de boofdwanden, voor- uamelijk het gevolg van de excentrische bevestiging der diagonalen aan Je randen, en wegens de geringe zekerheid tegen knik, speciaal van de gedrukte mid den-schoren, was de brug, onder den voor haar bestemden last, niet voidoeude betrouwbaar te achten. Nochtans bestuat er geen afdoende grond om met genoegzame zekerheid daaraan de instorting too te schrijven. 2o. Uit de ligging der» brug na de instorting, en de vervorming en verbreking harer deelen, in verband beschouwd met de drukkingeu, waaraan de kruisschoren van het bovenraam waren onderworpen, onder omstandigheden verhoogd door den invloed der temperatuur, laat zich verklaren dat de eerste breuk kan hebben plaats gehad in een der schoron van het laatste veld van h<H bovenraafm, zijde Mön cheustein. Door bet onderbreken vaü een der scho ren op de kruising en eene minder goede lasso hijig aldaar, werd de weerstand van dit belangrijke con structie-deel verminderd. 3o. De deugdelijkheid van het materiaal, vooral ten aanzieii van de taaiheid, uiet boven allen twijfel verheven zijnde, bestaat de mogelijkheid dat dit de eerst ingetreden breuk bevorderd heeft. 4o. Ondanks de vele zorgen, die blijkbaar hebben voorgezeten bij de herstelling van de brug in 1888, blijft de mogelijkheid niet uitgesloten, dtt eenige beschadiging verborgen en onopgemerkt'is gebleven, en medegewerkt heeft tot het ontstaan van de eerste breuk. 1 öo. Er is geen grond gevonden, om de ramp aan eer. déraillement toe te scferijven. 6o. Dé brug verkeerde in zoodanige bijzondere omstandigheden, dat haar bezwijken in geen geval to't eenige ongerustheid behoeft te leiden met be trekking tot andere overeenkomstig de gebruikelijke eischen geconstrueerde bruggen. Men zal zich herinneren dat een gelijk onderzoëk van de zijde der Zwitsersche Bondsregeeriog werd opgedragen aan de professoren Ritter en Tetmajer te Zürich. Opmerking verdient, dat het dezerzijds ingesteld onderzoek geleid heeft tot het aanwijzen der plaats, waar niet onwaarschijnlijk de eerste breuk ontstaan is. Bij do voortgezetto beraadslaging over het adres van antwoord pp de troonrede is, met 179 tegen 158 stern men, verworpen het amendement van den heer Sexton, waarbij verklaard wordt, dat hot Engelsche Parlement onbevoegd is, wetten voor Ierland te maken. Het adres van antwoord is daarop aangenomen. Niettegenstaande het' besluit van het syndicaat, hebben zich 2000 werkstakende kolendragers in het Victoriapark te Londen vereenigd en besloten den arbeid niet te hervatten, voordat de door de ffirma Cameron ontslagen leden van het-syndicdat weder in dienst genomen zulten zyn. Allerlei geruchten in Duitschland dcfön een nieuwe i periode van reactionnairq maatregelen vermoeden, j De keizer moet dien kant uit willen en vindt na tuurlyk by de afgevaardigden der uiterste rechterzijde steun. Men zou met maatregelen tegen de socia listen beginnen. Ook wat de onderwijswet betreft, schijnt in Prui sische regeeringsktingen de stemming minder ver zoeningsgezind te zyn ge wordeu. Hoe zoer de toestand weer veranderd is, kan men duidelijk bemerken uit de volgende woorden van de Kölnische, afkomstig van haar Berlijuscheu corres pondent. „In pailementaire kringen hoort men veelal het gevoelen verkondigeu, dat de onderwijswet met weinig beteekende veranderingen uit het Huis van Afgevaardigden zal worden verzonden naar het Hee renhuis, en dat het niet raadzaam is zich illusies te maken over een anderen afloop of over byzor.dere toegevendheid van den kant der Regeering. Slechts een geweldige storm van verontwaardiging kan ver andering brengen in den toestand." Het wetsontwerp is intusschen bij de commissie en het eind van de behandeling daar is nog niet te zien. En 't is nog maar de eerste lozing, terwijl een aantal leden wel stemmen, maar onder voorbe houd, dat zij de eindbeslissing aan zich houden bij de behandeling in de Kamer. Een groot deel van de vrijconservalieven en de nationaal-liheralen zou gaarne alleen de financieele zijde thans regeleu en de rest onbehandeld laten, maar daar schijnt de Re geering volstrekt uiet aan te willen. Nader verneemt men, dat door de afgevaardigden voor Antwerpen, onder aanvoering van den beken den Vlaamsch-gezinden ambtgenoot Coremaus, het voorstel reeds is gedaan of althans gedaan zal wor den om in de grondwetsherziening nog vier artikelen op te nemen, en wel lo. Art. 15 inhoudende: „Niemand kan gedwon gen worden tot de handelingen of plechtigheden van eeu eeredienst mede te werken noch daarvan de rust dagen in acht te nemen." De voorstellers beoogen met het schrappon der laatste woorden, de con- /Stitutioneele belemmering weg te nemen tegen het wettelijk voorschrift eener verplichte Zondagsviering. 2o. Art. 23 over het gebruik dor talen, met het «loei om elke achterstelling van het Vlaamsch voor het vervolg onmogelijk te maken. 3o. Art. 104, hetwelk bepaalt dat er in België drie hoven van appèl zullen zijn (Brussel, Gent en Luik) met de strekking om ook Antwerpen in het bezit te kunnen stellen van een beroepshof. 4o. Art. 131, formaliteiten voorde herziening der grondwet voorschrijvende, met het doel om in het vervolg, bij elk voorstel tot grondwetsherziening, aan stonds iu behandeling te kunnen brengen den tekst welke het bestaande vervangen of aanvullen moet. De „Réforme" welke deze voorstellen bestrijdt, omdat zij de grondwetsherziening in gevaar brengen (zoo dit al niet juist het doel isdoor ie met quaesties te verwikkelen, zooals de rechten der Vlaam- sche taal en de gewetensvrijheid, zoo uitorst geschikt om de hartstochten aan het gisten te brengeu, do Réforme zegt van de voorgestelde wijziging van art. 131, dat daardoor grondwetsherziening nog moeilijker gemaakt zou wordeu. Dit is echter zeer te betwijfelen, naar het ons voorkomt, daar toch vermoedelijk de medewerkiug tot herziening van een grondwetsartikel eerder ver kregen zal worden, als men weet wat er voor in de plaats zal komen, dan zooals thans in België het ge val is, waar de Kamer zekere grondwetsartikelen aan herziening onderwerpt door hare opvolgster, ^welker samenstelling zij onmogelijk kan voorzièn, zoodot zij volstrekt niet kan weten in welken geest de herzie ning zal plaats hebben. Men meldt uit Bern, dat de onderhandelingen over het handelsverdrag tusschen Zwitserland en Italië langs diplomatieken weg voortgezet zullen worden. De Italiaansche gedelegeerden zullen Woensdag a. s. te Rome terug ziju, na oen kort oponthoud te Bern, terwijl de Zwitsersche gedelegeerden morgen van Zu rich naar Bern vertrekken. De heer Bavier is naar Bern ontboden, om daar eene opdracht te ontvaugen met het oog op de verdere onderhandelingen, daar die voorloopig te Rome gevoerd zulllen worden. In Griekenland heerscht een financieele crisis. Volgens de verklaringen, door den minister-president Delyannis in de Kamer van afgevaardigden gedaan,' is de toestand zeer hachelijk, tengevolge van de roekelooze financieele politiek der laatste jaren. Tien jaren lang is schuld op schuld gestapeld. By na geen jaar ging zonder een nieuwe leening voorbij en deze goudregen gaf een schijn van wel vaart, daar byna alle uitgaven door dit middel be streden werden. Toen de minister-president Tricoupis heenging, bleek op hoe onvasten grond de geldelyke toestand rustte en de minisior Delyannis is tot dusverre niet geslaagd, het vertrouwen van het buitenland tefug te winnen. Geen leening beeft de nieuwe regeering tot dusverro in het buitenland kunnen plaatsen en intusschen stygt het goudagio, wordt het handels verkeer met lllpt buitenland hoe langer zoo moeilijker en beginnen de invoerrechten, een» der voornaamste

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2