Baltenlandsch Overzicht. D. 10 uur. E.11»/,, F. 12 G. 1 H. 2 I. 8 J. 8'/, K. 4'/,, L. 6 noemden Burgemeester Mr. J. T. C. Viruly. r Vertrek Tan den Optocht van Stolwijker- sluis naar Haastrecht. Installatie van den Burgemeester te Haastrecht. Aanspraak van den Voorzitter der Feest commissie en aanbieding van jden Eere- wijn bij Mej. de wed. L. Blanken. Vertrek naar Vlist. Installatie te Vlist en aanbieding van den Eerewijn in het Gemeentehuis. Vertrek uit Vlist. 4 Aankomst te Haastrecm en doortocht naar het „Huis te Vliet". Aaukomst te Vliet. Terugkomst te Haastrecht en ontbiu- ding der Eerewacht. Hedenavond zal een fakkel-optocht door Haastrecht worden gehouden en tevens een illuminatie worden ontstoken. Het programma van de optocht luidt aldus: 'No. 1. .Banierdrager met de Hollandsche vlag. 20 Kuiters. Muziek. Banierdrager met het wapen van Haastrecht. 10 Kuiters. Een rgtuig voor de Leden van den Ge meenteraad van Haastrecht. 10 Ruiters. Banierdrager met het Wapen van de familie Viruly. 10 Kuiters. Een Rijtuig, bespannen mer 4 paarden, voor den nieuwbenoemden Burgemeester, waarbij aan weerszijden een Lid der Feest commissie zal rijden. Eerewacht te voet. 2 Rijtuigen voor de familie van den Wel- EdelGestr. Heer Mr. J. T. C. Viruly. 10 Ruiters. Banierdrager met het Wapen van Vlist. 10 Ruiter*. 2 Rijtuigen voor de Leden van den Ge meenteraad van Vlist. 10 Ruiters. 2 Rijtuigen voor de Leden der Feestcom missie. Muziek. 10 Ruiters op Hitten. Mej. M. Nugteren te Moordrecht deed te 's Gra- venhage met gunstigen uitslag het examen in de nuttige handwerken. Een jongetje van 6 jaren van den bakker van den A. te Zevenhuizen is in een fornuis gevuld met kokend water gevgllen en den volgenden dag aan de gevolgen overleden. No. 2. No. 3. No. 4. Te Oudewater, eene plaats van even 2700 zielen, bedroeg het aantal niet-schoolgaande kinderen tus- schen 6 en 12 jaar op 1 Januari 1.1. niet minder dan 30. Een jongen, die zich te Oudewater te vroeg op het ijs waagde, zakte er door en zou verdronken zijn, als niet tijdige hulp was komen opdagen. Aan de Arnh. Ct. wordt uit den Haag gemeld, dat de minister van oorlog, ten gevolge der gemaakte opmerkingen, zijne noodwet zal introkken en op het voorbeeld zgaor voorgangers zich tot eene voordracht ter verlenging van den diensttgd voor twee lichtingen zal bepalen. Eeuige dagen geleden heeft het comité van voor bereiding van het IVde internationale congres tegen het misbruik van bedwelmde dranken, onder leiding van mr. J. Heemskerk Az., te 's-Gravenhage eene bijeenkomst gehouden. Volgens besluit van eene vprige vergadering zal dit oongres 8, 9 en 10 Sep tember van dit jaar te 's-Gravenhage wordea gehou den. In de genoemde bijeenkomst is besloten, dat de volgende punten zullen worden besproken 1°. Het^ alcoholisme met betrekking tot zedelijk heid en hygiène. 2°. De middelen ter voorkoming en overreding, aangewend om het misbruik van bedwelmende dran ken te bestrgdeu de vereenigingen, de vergaderingen de pers, de populaire ontspanniugsplaatsen. 3°. De middelen ter beteugeling, door wetgevers en overheden aangewend, om de dronkenschap uit te roeien of te beperken. De verhaudelingen kunnen in het Frausch, Duitsch of EngeUch wordeu ingeleverd en voorgedragen. De beraadslaging zal echter ook in het Nederlaudsch en Vlaamsch mogen worden gevoerd. f De circulaires, houdende nadere inlichtingen en uitnoodiging tot deelneming aan het congres, zullen zeer spoedig gereed zijn. Met het oog op dé groote kosten, aan dit oongres verbonden, is steun van staatswege gevraagd. De leden van het congres betalen 5, waardoor zg recht op een exemplaar van het verslag verkrijgen. Voor Nederlanders is ook de gelegenheid opengesteld als lidbegunstiger deel te nemen, tegen betaling van 10. Penningmeester is de heer E. J. W. Koch te Scheveningen. De Deli Ct. van 16 Januari, melding makende van de benoeming van kolouel C. Deijkerhoff tot gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden, deelt eenige bijzonderheden mede omtrent de militaire loop baan van dezen officier. Wij outleenen daaraan het volgende Na zijne opleiding te hebben ontvangen aan de Kon. Militaire Academie te Breda, werd de heer Degkerhoff den löden Juni 1861 op een-en-twintig- jarigen leeftijd tot 2de-luitenant benoemd. Na gedurende gèheelen luiteeantstijd bij den troep gediend te hebben, nam hij als jong kapitein aan de 2e Atjeh-iexfteditie deel. Bij eene der v^le staven ingedeeld zgflde, had hij, evenals nagenoeg alle stafofficieren, het geluk zich zoo te onderschei den, dat hem bij kon. besluit van 6 Oct. 1874 No. 10 de Militaire Willemsorde 4de klasse toege kend werd. Na afloop der expeditie met verlof naar Nederland vertrokken, woonde Deijkerhoff aldaar Als toehoorder de lessen der toenmalige stafschool bij en *ord bij terugkomst in Indië geplaatst als kapitein bg den generated siaf. Hij bleef deze betrekking bekleeden tot aan zijne bevordering tot hoofdofficier, den 8sten April 1881, waarna bij korten tijd oen der veldh*taljons te Ba tavia in garnizoen commandeerde. Spoedig evenwel werd bg weder tot stafdienst ge» roepen en bekleedde jarenlang de gewichtige functio van sous-chef van den Generalen Staf. Als zoodanig smaakte hij de voldoening, dat hom uithoofde van buitengewone verdiensten eene benoe ming tot Ridder van den Ned. Leouw te beurt viel. Eeuige jaren na zijne bevordering tot luit.-kolonel werd hij als gewestelijk militair commandant in de Westor-atdeeling van Borneo benoemd en leidde als zoodanig oenigo maanden geloden de expeditie tegen de Tebidah-Dajaks. Ten slotte deelt de Deli Ct. nog mede, dat kolo nel Deijkerhoff niet groot vau stuk, doch breed en flink gebouwd is en mot zgD grijzenden, echt mili tairen kop een goed figuur maakt. Opgewekt, le vendig, nu en dan in het gesprek gesticuleerend als een Italiaan, is hij een gansoh ander man dan de ernstige, stroeve, afgetreden Gouverneur, met wien hij evenwel even groote werkkracht en ambitie ge meen heeft. Naar aauleiding van het oude rijmpje: Op «den Eersteu April Verloor Alva zijn Bril," door prof. M. de Vries in de jongste aflevering van het Woor denboek der Nederland8che taal op het woord April aangehaald, wijst dr. R. Fruin in de lste aflevering van het «Tijdschrift voor Noderlandsche taal- en letterkunde" er op, dat de rggels, als spotternij op gevat, geen doel treffen, omdat ze lijjnreoht in strijd met do waaiheid ziju. De hertog hooft nooit zulk een scherpen blik gohad als in hetzelfde jaar 1672, zoodat men allerminst zeggen kon dat Alva bij het verlies van Don Briel ook zijn bril had verloren. Intusschen was er behalve dit rijmpje, dat blijkens do getuigenis van Bor kort na de inneming van den Briel is ontstaan, even vroeg, en waarschijnlijk reeds vroeger, nog een onberijmd gezegde in omloop, dat met Alva den spot dreef, zonder aan de waarheid te kort te doen. Dit komt voor in de „Chroniik, Historie der Nederlandsche oorlogen", door rheophi- lus 1579, waar bij de beschrijving van het inuomen van Den B^Éfkp den kant staat aangeteekend «Do Hertog krijgt oen Bril op die Neuzo". Juist het tegenovergestelde van hetgeen het rijmpje zegt! Tot verklaring diene, dat het woord bril in tweeërlei beteekenis schijnt gebruikt te zijn, èn als kijkglas, èn als breidel vandaar «brillen; ieinanden brey- deleu" (Kilian). Zulk een breidel, houten klem in den vorm van een hoefijaer, aangebraoht op een neus van een stier, geeft dezen het voorkomen als was hg gebrild, Het afgeleide werkwoord «brillen", beteekent nipt alleen breidelen, nutar ook beetnemen, omdat i»et toepassing op dón stier het door don bril in zijnen moedwil gefnuikte beest er inderdaad verlegen en bedrogen uitziet. Ook de hoefsmeden gebruiken het wo®rd bril voor eene tang of praam, «waarmede zij onhandelbare paarden bg den neus vasthouden." Bij het licht dezer verklaring wordt Theophilu*'. zeggen «de Hertog krijget een Bril op die Neuze" even juist als zijne woordspeling grappig. Want na den eersten April mocht hetde recht in een geuzen liedje dier dagen heeten«Due d'ADens, rijeke heeft een ent!" Zijne hooge sprongen hadden uit.; ajs «en gebrilde booze stier stond hij daar. Het Centrum geeft den wenscht te kennen, waarbij wg ons gaarne aansluiten, dat de heer Deckers, die rinc was op zijn kasteel van Üurteau in Béarn door een beroerte getroffen en het telegram, een paar minuten geleden door hen ontvangen, liet hen in groote onrust, want eerst den volgenden ochtend zouden zij hooron, hoe de toestand van den zieke ,wa$. Mijnheer Barinc was de eenige wettige erfge naam, want de broeder was nooit getrouwd geweest maar vijftigduizend gulden rente konden het leed niet wegnemen. Men moest haar echtgenoot dus verontschuldigen, indien hij «niet zoo vroolijk was, én maar doen, alsof men het niet opmerktehij hield heel veel van zijn oudsten broeder. Deze woorden hadden weldra de ronde gedaan, en mgn sprak algemeen over het buitenkansje voor Anie. Vijftigduizend gulden reute. In Ga8C0gnei Laten wij dan zeggen vijfentwintig, twaalf misschien, dat is dunkt mij toch aardig voor een meisje, dat nu oen japonnetje van papier moet dragen. Als ge oens wist.... Zij, die wist, had dienzolfdeuavond op de eenige' japon van haar dochtertje, een kleedje van witte zijde, rose tulle gespeld, om do lila, indigo, hemels blauw, groeue, gele, oranje en foode tulló*te vervang gen, waarmede dit japonnetje in de laatste twee jaar was gegarneerd geweest, en drie uur lung had het meisje geduldig stil gestaan, sonder een klacht te uiten. De goede vrouw sprak dan ook breedvoerig over de kunstvorrichtingieu, waartoe moeders zonder gold genoodzaakt zijn, indien zij verlangen, dat hare dochters behoorlijk gekleed in gezelschappen komen. Bij h&ar was dat goddknk niet coo maar dit nam niet weg, dat zij altgd te doen h^d met de armoe dige omstandigheden van mevrouw Dé &aint- Oisteau. Intusschen hield hét wooderkind, dat in niets belang stelde, zich bezigf met kussens op een stoel té stapelen, teneinde de toetsen te kunoen bereiken.' Toen het genoeg was, heesch men baar daarop, en men zag de kromme beentjes, die mager wjeren ge bleven, door het weinige gebruik, slap neerhangen. Nu liet zij den blik door de zaal gaan, om stilte te gebieden, en op éen wenk harer moeder begon zij te spelen, terwijl Barinc zijne vrouw ging aflossen, die in .de b*»ll de achterblijvers ontving. Was er onder hen niet een, waarmede hij genoeg zaam in nauwe betrekking stond of wieq^hij zoo kou vertrouwen, dat hij hem vijftig guldeé kon te leen vragen voor de reis? Dat was de vraag, die hem het geheeie uur, in de feestzaal doorgebracht, had gefolterd. Maar toen hij eindelijk in het salon moest tcrugkeereo en aan de piano piaats nemen, had hg niemand gevonden, tot wien hij zijn verzoek had durven richten, met kans op inwilligingde een was niet voel rijker dan hij; de ander zou, al kon hij, het toch niet willen doen. Met den blik gericht op zijn dochter, dio bezig was vis-a-vis te geven ahu pareu, die or nog geen hadden, wachtte hij af, tot Anie hem het 'sein zou geven oin te beginnen. De glimlach waarmede zij hein aankeek, gaf hen» weder kracht; haar blik was zoo deelnemend, dat zijn hart week werd, on met lust sloeg hg de eerste tonen eau van de quadrille uit de «Mascotte". Na deze ■quadrille kwam een wals, toen een polka en daarna weder andere quadrilles, andere walsen en andere polka's. Met den rug naar het venster gezeten, zag hij de dansende paren voorbij zweven en in deze. war reling had hij alleen oogen voor zijn dochter. Wat zag zg er lief uit, terwijl zg met haar groote,. zachte oogen iedereen toelachte; haar gezichtje was zoo bewegahjk, haar roode lippen zoo uitdagend l Haar lachje was buitengewoon liefelijkbuitengewoon, ook de luchtige bevalligheid harer bewegingen! Maar hoe leclijk, lomp, slecht gebouwd of onhan dig vond hij daarentegen haar dansers, als zij het al niet alles tegedyk warenen een van hen zou zij misschien tot echtgenoot nemen. Nooit nog was de ijverzucht in zijn vaderhart binnengeslopen,üooit nog had de gedachte hem leed gedaan, dat zij hem eenmaal zou verlaten om een echtgenoot lief te heb ben en gelukkig te leven aan de zijde van een man, die de plaats zou innemen, waarop hij, de vader, tot nog toe alleen recht had gehad. {Wordt vervolgd.) A Zondag van het Bossohe publiek afscheid heeft ge nomen, zich ook nog eens voor het Nederlandsche publiek, en wel in Amsterdam, tot afscheid laten hooren, voor eenig liefdadig doel. «De deugd der liefdadigheid koti hiermee evenzeer beoefend worden als die der dankbaarheid en hoogachting jegens dezen bij uitstek Nederlandschen zanger." Van den heer Vader van 's-Gravenpolder, «een reeds hoogbejaard en hooggeëerd stadgenoot", ont vangt het Haagsche Dagblad de volgende modedeeling omtrent het veel besproken krankzinnigengesticht /^Schrijver dezes werd in staat gesteld door de vriendelijke medewerking van een geacht ingezetene, die Óen zeer belangrijke betrekking bekleedt, om het Krankzinnigengesticht aan het Slijkeinde dezer dagen te bozoeken en een en ander in oogenschouw te nemen. «Dat bezoek gaf hem de overtuiging, dat nl. het geen door hem werd bezichtigd, weersprak, wat in gemelde brochuro is nedergelegd. J «Immers het gebouw van binnon is nflPr zÜn overtuiging ze.r doelmatig ingericht, de kanjjpre zijn ruim voor al de klassen, de ventilatie ook van de slaapkamers laat nietö te wenschen over; het licht is overvloedig, de slaapplaatsen of kribben voor de derde klasse goed ingericht, de matrassen (geen stoomwatrassen) naar bohooren, de dekens enz. ge noegzaam voorhanden, net, frisch en zindelijk, alles in uitstekende oriie. Zoo ook voor de bewoners van do le en 2e klasse, alwaar de lgderessen den nacht doorbrengen in afzonderlijke, zeer doelmatig inge richte kamersde trappen naar de verschillende etages zijn breed en gemakkelijk. «Eu wat de celleu betreft, dezen waren goed ver warmd, de vloer goed geplaveid en door het aan brengen van houten kuppen boven de deuren dor cellen, de koude buitenlucht benomen. «De kranken, met een enkele uitzondering, toon den zich allen tevreden, voor zooverre die worden toegesproken. «De directeur verwijderde zich meermalen, terwijl met de ougelukkigen werd gesprokenwellicht om allen schijn te vermgden, dat hij op de zaken invloed wenschte uit te oefenen. «Schrijver dezes maakte met genoegen kennis met den directeur en later ook met de huismeesteres;, hij verneemt, dat beiden volkomen berekend zijn voor de moeilijke en omvangrijke taak, waarmede zijn belast. «Wat het personeel van oppassers betreft, hierom trent kan niets worden medegedeeeld, omdat uitslui tend het verlangen zich uitstrekte hut gebouw te bezichtigen, met den directeur en de huismeesteres kennis ie maken en ook de kranke.n4to bezoeken; alleen vernam de ondergeieekonde, dat de eerste dpzichterea, juffrouw Kerlen, die in de brochuro I (van mevr Stüton) niet vleieud wordt herdacht, niet meer in hot gesticht in functie is." Gisteren werd aan de stad Leiden door de Konin ginnen een bezoek gebracht. Eenvohdig was de ont vangst, omdat voor alle officieels eerbetooniug was bedankt. B. en W. en enkele andere autoriteiten waren ter plaatse aanwezig om H.H. M.M. te ont vangen. De wachtkamer Je klasse was vorstelijk ingericht ter ontvangst. De dochters van de wet houders Juta en De Sturiëï, boden bouquetten aan. Nu ging de tocht beginnen. ï)e Burgemeester in een rijtuig voorop, daarna het koninklijk rijtuig met vierspan on daarachter de andere hofrgtuigen. Langs straten en grachten, overaj Was de vlag uitgestoken. Bezocht werd allereerst de Academie, waar de rector magnificus prof. dr. H. Oort en de secretaris pref. C. P. Tiele afi de assessoren HH. MM; ont vingen. In het academiegebouw werd H. M. een bouquet aangeboden door de dochter vén den ree» tor; iti de senaatskamer ligg-en ter bezichtiging de archiefstukken betreffende de prinsen die te Leiden gestudeerd hebbeh en de stichtingsoorkonde van prins Willem I. Toen ging het langs grachten' eu straten voorbij Minerva, de Studenten-societeit, waar de St.udenteu-vereenigingen met hare banieren zich geposteerd hadden, naar het Rijks-Museum van Na tuurlijke Historie, waar do directeur dr. F. A- Jen- tink, de hooge bezoeksters ontving, terwijl zijn doch ter en die van den oudsten cousorvator bloemenruikeïs aanboden. Na op een en ander met hooge ingeno menheid de aandacht gevestigd te hebben, vroeg de directeur verlof om ter herinnering aan dit vorstelijk bezoek, een nieuwen vogel naar de Koningin te mo gen noemen (dicaoura Wilhelmine.). - Vandaar langs de kweekschool voor Zeevaart, waar de jongens hun saluut aan Koningin en hare moe der op de gebruikelijke wijze brachten, langs Sin gels enz. naar de Lakenhal. Hier werden H. H. M. M. ontvangen door den directeur dr. W Pleite en commissarissen, werd een prachtig gebonden exem plaar van deft catalogus aangeboden, werd een èh ander bezichtigd, waarna de Vorstelijke bezoeksters naar 't station terugkeerden en te 4 ure vertrokken. Overal waar de Koninginnen passeerden, werden Haar hartelijke ovaties gebracht. De Figaro bevat eenige merkwaardige bijzonder heden over eene erfquaestie die in Frankrijk druk besproken wordt; merkwaardig alleen daarom reeds, omdat weer voor de zoovoelste maal blijkt hoe weinig vertrouwbaar de uitspraak van zoogenaamde hand schriftkundigen bij processen is. In 1888 stierf de markies de La Boussinière en liet aan den zeer rijken neef en de nicht zijner vrouw, Lnncrau de Bréon genaamd, een vermogen na van bijna 2.01)0,000 frs., dat hij grootendeels aan zijne vrouw te danken had. In 1890 werd evenwel aan de rechtbank van Segré een tweede testament bezorgd, door wien, dat was onbekend, waarbij het oude herroepen word en een broeder van den overledene, een La Boussi nière, die met zijn zoon een tamelijk armoedig leven leidde te Genève, tot universeel erfgenamen benoemd werd. Er volgde een proces, „deskundigen" ver klaarden dat er niet aan de echtheid van het tweede testament te twijfelen viel en zoo kregen de arme edelmun en zijn zoon het buitenkansje. Maar na verloop vau anderhalf jaar komen er telkens onge- teekende brieven bij den ouden heer, waarin hij aangemaand wordt tot het betalen van een zekere som golds, daar hij in het bezit is van een erfenis die hem niet toekomt. Dio brieven worden in handen gesteld van het gerecht en de schnjver wordt opgespoord, een zekere Carpentier, die zich autograaf on calligraaf noemde. De man bekende terstond en er is nu weer een proces aanhangig om nogmaals van eigendom te ver wisselen. Carpentier is ton slotte ernstig ziek geworden en, zooals meer het geval was, kwam er toen berouw. Hij vertelde namelijk, dat hij het testament vervalscht had teger. betaling van 350 francs, die hij ontving van Guyard, den notaris van den arinen erfgenaam. Voorts verklaarde hg, reeds vele handteekeniugen van beroomdu personen te hebben vervalscht, zoodat thans verscheidene verzamelaars handteekeningen van hem bezaten. Men vermoedt dat Guyard, die nu in de gevan genis zit, het testament heeft doen vervalscheu om door ougeteekende brieven den erfgenaam geld af te persen. Recht voor Allen meldtDinsdag 11. vervoegde zich de deputatie, door de1 Amsterdamsche werk liedenverenigingen gukoztfr./'jfku he» ministerie van justitie, om minister Sqtidf, te pleiten voor de invrijheidstelling yvan Johau Herman Geel. Namens de deputatiis fnJle Helsdingeq den minister de zaak uiteen en omnjftndigde hem de bekende motie. De minister gaf geen enkel bepaalde verklaring. Er was iets in de gehoelo beweging voor Geels invrij- heidsstel ling, wat hij niet begrijpen kon. Over de vraag, ®f Geel volgens de .bestaande wetten al of niet te z^aar gestraft was, kan men verschillen, maar hoe' was het mogelijk dat, terwijl men in het land geheel gezwegen heeft onder zijn voorganger, men tba-qs, nadat nog wel een jaar vermindering van straf gevolgd was, op eew in volksvergaderingen begon te ijverên. De tgd (*/4 van de opgelegde straf) die een gevangene moet hebbende doorgo- bracht in de gevangenis, om voorwaardelijk in vrij heid te kunnen worden gesteld, is nog niet verloopen. Namens de deputatie werd natuurlijk geantwoord, dat de partggenoolenan GeeJ verwacht hadden, dat deze, nadat er 5 jaar verstreken waren, bp vrije voeten zou worden gesteld. Ten slotte legdé de minister de volgende ver klaring af: «Wat ik u verzoeken mag, maak jelui het de.rogeering nu niet .lAstig. Tojü Helsdingcn den minister vroez, of deze woor den in dien zin mo.esten worden opgevat, dat hg, do minister, bereid was nog ifels meer te doen voor onzen vriend Geel, luidde het antwoord «Ik heb do heeren niets ,meer ta zeggen, wij hebben nu de zaak besproken." Voor 'de tweede maal sinds de «Morgue« te Parijs gebouwd werd, is er sprake van, het gebouw af te oreken. Ten eerstee is het inwendig^ alles behalve opwekkend en ten tweede schijnt het niet groote gffc- noeg te zijn. ,Er is eene oommissie uit den gemeóu- teraad benoemd, om ovèr de zaak te beraadslagen. Wanneer aan het voornemen gevolg gegeven wordt, dan zal de tuin achter de «Notre Dame" doorgetrok ken en eene «Morgue" aan het'«Hotel Dieu bijge bouwd worden. Er bejbdort tegenwoordig moed toe om Anaeri- kaanscU /fmllionair te zijn. Sedert den dynamiet, aan slag op #en heer Russel Sage, laven de Néw-Yorker millionaire dag en nacht in vrees en angst. liVclen yan hen hebben hunne gewoonten geheel veranderd. Zg gaan niet meer als andere burgers vrij over de straat, maar laten zich door lijfwachteu vergezellen. Nooit bloeiden do private detectivebureau! zooals thans. Een particuliere detective ontvangt voor zijn gemakkelijk werk ongeveer 8 dollars per dag. Daar voor behoeft hg alleeu, tot do tanden gewapend, achter zijn patroou te wandelen en toe te zien op allen die dezen trachten te naderen, of die zelfs maar een taschje dragen. JSenige millionaire hebbeu reeds gepantserde rgtuigen laten maken. De ruiten hiervan zijn zoo dik dat de kogel van een gewonen zakre- volver er nauwelijks doorgaat. Te New-York kan men reeds veel van deze rijtuigen zien. De huizen en kantoren worden bijna als forten ingericht. Over al staan geheime politie-agenton op. Toen de dochter van Jay Gould onlangs een partij gaf, wemelde het er van detectives. pe wet op do vereenigingen heeft in de Fransche kamer reeds aanleiding gegeven tot eene ministerieele crisis. Het geheeie kabinet heeft zijn ontslag gé- nomen. Ziehier het telegram dat omtrent de zitting van gisteren is ontvangen. In de Kamer heeft de heer Le Hérissé de Re geering geïnterpelleerd over de beweegredenen der onthouding van het openbaar ministerie in de bekende zaak Laur-Constans. De minister ,De Fallières antwoordde dat het parket van meening was, geene gerechtelijke vervol ging te moeten instellen. Aangenomen werd eewe motie van orde, door den heer Le Hérissé voorgestehL houdende dat de Kamer van oordeel is, dat hot recm gelijk moet zijn voor allen. De heer Hubbard vroeg daarop de urgentie voor het ontwerp op de vereenigingen. De minister-president De Freycinet voerde het woord. Hij zeide 0. a., dat de heer De Cassagnac tevergeefs tracht verdeeldheid in de Republiek te zaaion. Het regeeringsoutwerp stelt zich niet ten doel, de Kerk te vervolgen. Sprekende over het manifest der kardinalen merkte, hij op, dat daarin de beteekenis ligt der scheiding van Staat en van de oude partijen. (Beweging in verschillenden zin.) De H. Stoel vereenigt zich niet in alle deelen met dit manifest. Hij prees verder den verzoenenden geest van den Paus, die de be tuiging aflegde van zijne welwillende gevoelens jegens Frankrijk. De ministor-president verklaarde verder, dat de Regeering de urgentie aanneemt, ten einde de stem ming over het ontwerp te verhaasten, maar niet als een voorbode om tot de schoiding tus9chen Kerk en Staat te komen. Wil de meerderheid deze scheiding zij heeft daartoe de macht, maar dan zullen andere ministers haar moeten verwezenlijken. Hij eindigde, met op de urgentie aan te dringen. De heer Clémenceau vroeg nadere inlichtingen. De heer de Freycinet antwoordde, dat men de Resreeriug scheen te willen drijven tot eene verkla ring over conclusiën, die in verschillenden zin kun nen worden opgevat. Komt men met eene duidelgk omschreven motie, dan zal de Regeering antwoorden. De voorzitter, de heer Floquet, las daarop ver schillende motiën van orde voor. De heer De Freycinet verklaarde zich voor de motie-Pourquéry, waarbij de Regeering wordt uitge- noodigd, tot het voortzetten der republikeinsche po litiek. De prioritett voor de motie-Pichon, houdende dat de Kamer overtuigd is van de noodzakelijkheid om den strijd van het burgerlijk gezag tegen dat der Kerk voort te zetten, werd verworpen. De minister-president verklaarde, dat indien de Kamer de motie-Pourquéry niet aannam, het Kabinet zou aftreden. Toch werd de motie-Pourquéry met 304 tegen 202 stemmen verworpen. De ministers verlieten daarop de zaal. De motie-Pichon, nu in stemmi ig gebracht, werd met 299 tegen 131 stemmen verworpen. Het centrum juichte dezen uitslag toe. De heer Hubbard zeide, dat thans het oogenblik gokomen was om den oorlog aan de katholieke kerk te verklaren, waaj-op de heer de Freycinet antwoordde dat df regeering nief; tot mandaat had, de scheiding iu9sob©u Kerk en Staat voor te bereiden. De motie ven de orde, ingediend door de heeren Trouillot en Lasserre en waarmede het Kabinet zich had' vereenigd, werd verworpen mot 304 tegen 212 stemmen, waarop de ministers onder de opgewon denheid der' leden de zaal «cff-lieten Na afloop der zitting heeft het geheeie Kabinet zijn ontslag bij tien president der Republiek ingediend. De begrootingscomröissie had in- den Duitschen Rijksdag bg de behandeling van den post „kosten van militaire rechtspleging" voorgesteld, aan de bondsregeeringen te verzoeken

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2