Baltenlandsch Overzicht.
D. 10 uur.
E.11»/,,
F. 12
G.
1
H.
2
I.
8
J.
8'/,
K.
4'/,,
L.
6
noemden Burgemeester Mr. J. T. C.
Viruly. r
Vertrek Tan den Optocht van Stolwijker-
sluis naar Haastrecht.
Installatie van den Burgemeester te
Haastrecht.
Aanspraak van den Voorzitter der Feest
commissie en aanbieding van jden Eere-
wijn bij Mej. de wed. L. Blanken.
Vertrek naar Vlist.
Installatie te Vlist en aanbieding van
den Eerewijn in het Gemeentehuis.
Vertrek uit Vlist. 4
Aankomst te Haastrecm en doortocht
naar het „Huis te Vliet".
Aaukomst te Vliet.
Terugkomst te Haastrecht en ontbiu-
ding der Eerewacht.
Hedenavond zal een fakkel-optocht door Haastrecht
worden gehouden en tevens een illuminatie worden
ontstoken.
Het programma van de optocht luidt aldus:
'No. 1. .Banierdrager met de Hollandsche vlag.
20 Kuiters.
Muziek.
Banierdrager met het wapen van Haastrecht.
10 Kuiters.
Een rgtuig voor de Leden van den Ge
meenteraad van Haastrecht.
10 Ruiters.
Banierdrager met het Wapen van de familie
Viruly.
10 Kuiters.
Een Rijtuig, bespannen mer 4 paarden,
voor den nieuwbenoemden Burgemeester,
waarbij aan weerszijden een Lid der Feest
commissie zal rijden.
Eerewacht te voet.
2 Rijtuigen voor de familie van den Wel-
EdelGestr. Heer Mr. J. T. C. Viruly.
10 Ruiters.
Banierdrager met het Wapen van Vlist.
10 Ruiter*.
2 Rijtuigen voor de Leden van den Ge
meenteraad van Vlist.
10 Ruiters.
2 Rijtuigen voor de Leden der Feestcom
missie.
Muziek.
10 Ruiters op Hitten.
Mej. M. Nugteren te Moordrecht deed te 's Gra-
venhage met gunstigen uitslag het examen in de
nuttige handwerken.
Een jongetje van 6 jaren van den bakker van den
A. te Zevenhuizen is in een fornuis gevuld met
kokend water gevgllen en den volgenden dag aan
de gevolgen overleden.
No. 2.
No. 3.
No. 4.
Te Oudewater, eene plaats van even 2700 zielen,
bedroeg het aantal niet-schoolgaande kinderen tus-
schen 6 en 12 jaar op 1 Januari 1.1. niet minder
dan 30.
Een jongen, die zich te Oudewater te vroeg op
het ijs waagde, zakte er door en zou verdronken
zijn, als niet tijdige hulp was komen opdagen.
Aan de Arnh. Ct. wordt uit den Haag gemeld,
dat de minister van oorlog, ten gevolge der gemaakte
opmerkingen, zijne noodwet zal introkken en op het
voorbeeld zgaor voorgangers zich tot eene voordracht
ter verlenging van den diensttgd voor twee lichtingen
zal bepalen.
Eeuige dagen geleden heeft het comité van voor
bereiding van het IVde internationale congres tegen
het misbruik van bedwelmde dranken, onder leiding
van mr. J. Heemskerk Az., te 's-Gravenhage eene
bijeenkomst gehouden. Volgens besluit van eene
vprige vergadering zal dit oongres 8, 9 en 10 Sep
tember van dit jaar te 's-Gravenhage wordea gehou
den. In de genoemde bijeenkomst is besloten, dat
de volgende punten zullen worden besproken
1°. Het^ alcoholisme met betrekking tot zedelijk
heid en hygiène.
2°. De middelen ter voorkoming en overreding,
aangewend om het misbruik van bedwelmende dran
ken te bestrgdeu de vereenigingen, de vergaderingen
de pers, de populaire ontspanniugsplaatsen.
3°. De middelen ter beteugeling, door wetgevers
en overheden aangewend, om de dronkenschap uit
te roeien of te beperken.
De verhaudelingen kunnen in het Frausch, Duitsch
of EngeUch wordeu ingeleverd en voorgedragen. De
beraadslaging zal echter ook in het Nederlaudsch en
Vlaamsch mogen worden gevoerd. f
De circulaires, houdende nadere inlichtingen en
uitnoodiging tot deelneming aan het congres, zullen
zeer spoedig gereed zijn.
Met het oog op dé groote kosten, aan dit oongres
verbonden, is steun van staatswege gevraagd. De
leden van het congres betalen 5, waardoor zg
recht op een exemplaar van het verslag verkrijgen.
Voor Nederlanders is ook de gelegenheid opengesteld
als lidbegunstiger deel te nemen, tegen betaling van
10.
Penningmeester is de heer E. J. W. Koch te
Scheveningen.
De Deli Ct. van 16 Januari, melding makende
van de benoeming van kolouel C. Deijkerhoff tot
gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden, deelt
eenige bijzonderheden mede omtrent de militaire loop
baan van dezen officier. Wij outleenen daaraan het
volgende
Na zijne opleiding te hebben ontvangen aan de
Kon. Militaire Academie te Breda, werd de heer
Degkerhoff den löden Juni 1861 op een-en-twintig-
jarigen leeftijd tot 2de-luitenant benoemd.
Na gedurende gèheelen luiteeantstijd bij den
troep gediend te hebben, nam hij als jong kapitein
aan de 2e Atjeh-iexfteditie deel. Bij eene der v^le
staven ingedeeld zgflde, had hij, evenals nagenoeg
alle stafofficieren, het geluk zich zoo te onderschei
den, dat hem bij kon. besluit van 6 Oct. 1874
No. 10 de Militaire Willemsorde 4de klasse toege
kend werd.
Na afloop der expeditie met verlof naar Nederland
vertrokken, woonde Deijkerhoff aldaar Als toehoorder
de lessen der toenmalige stafschool bij en *ord bij
terugkomst in Indië geplaatst als kapitein bg den
generated siaf.
Hij bleef deze betrekking bekleeden tot aan zijne
bevordering tot hoofdofficier, den 8sten April 1881,
waarna bij korten tijd oen der veldh*taljons te Ba
tavia in garnizoen commandeerde.
Spoedig evenwel werd bg weder tot stafdienst ge»
roepen en bekleedde jarenlang de gewichtige functio
van sous-chef van den Generalen Staf.
Als zoodanig smaakte hij de voldoening, dat hom
uithoofde van buitengewone verdiensten eene benoe
ming tot Ridder van den Ned. Leouw te beurt viel.
Eeuige jaren na zijne bevordering tot luit.-kolonel
werd hij als gewestelijk militair commandant in de
Westor-atdeeling van Borneo benoemd en leidde als
zoodanig oenigo maanden geloden de expeditie tegen
de Tebidah-Dajaks.
Ten slotte deelt de Deli Ct. nog mede, dat kolo
nel Deijkerhoff niet groot vau stuk, doch breed en
flink gebouwd is en mot zgD grijzenden, echt mili
tairen kop een goed figuur maakt. Opgewekt, le
vendig, nu en dan in het gesprek gesticuleerend als
een Italiaan, is hij een gansoh ander man dan de
ernstige, stroeve, afgetreden Gouverneur, met wien
hij evenwel even groote werkkracht en ambitie ge
meen heeft.
Naar aauleiding van het oude rijmpje: Op «den
Eersteu April Verloor Alva zijn Bril," door prof.
M. de Vries in de jongste aflevering van het Woor
denboek der Nederland8che taal op het woord April
aangehaald, wijst dr. R. Fruin in de lste aflevering
van het «Tijdschrift voor Noderlandsche taal- en
letterkunde" er op, dat de rggels, als spotternij op
gevat, geen doel treffen, omdat ze lijjnreoht in strijd
met do waaiheid ziju. De hertog hooft nooit zulk
een scherpen blik gohad als in hetzelfde jaar 1672,
zoodat men allerminst zeggen kon dat Alva bij het
verlies van Don Briel ook zijn bril had verloren.
Intusschen was er behalve dit rijmpje, dat blijkens
do getuigenis van Bor kort na de inneming van den
Briel is ontstaan, even vroeg, en waarschijnlijk reeds
vroeger, nog een onberijmd gezegde in omloop, dat
met Alva den spot dreef, zonder aan de waarheid
te kort te doen. Dit komt voor in de „Chroniik,
Historie der Nederlandsche oorlogen", door rheophi-
lus 1579, waar bij de beschrijving van het inuomen
van Den B^Éfkp den kant staat aangeteekend «Do
Hertog krijgt oen Bril op die Neuzo". Juist het
tegenovergestelde van hetgeen het rijmpje zegt! Tot
verklaring diene, dat het woord bril in tweeërlei
beteekenis schijnt gebruikt te zijn, èn als kijkglas,
èn als breidel vandaar «brillen; ieinanden brey-
deleu" (Kilian). Zulk een breidel, houten klem
in den vorm van een hoefijaer, aangebraoht op een
neus van een stier, geeft dezen het voorkomen als
was hg gebrild,
Het afgeleide werkwoord «brillen", beteekent nipt
alleen breidelen, nutar ook beetnemen, omdat i»et
toepassing op dón stier het door don bril in zijnen
moedwil gefnuikte beest er inderdaad verlegen en
bedrogen uitziet.
Ook de hoefsmeden gebruiken het wo®rd bril voor
eene tang of praam, «waarmede zij onhandelbare
paarden bg den neus vasthouden."
Bij het licht dezer verklaring wordt Theophilu*'.
zeggen «de Hertog krijget een Bril op die Neuze"
even juist als zijne woordspeling grappig. Want na
den eersten April mocht hetde recht in een geuzen
liedje dier dagen heeten«Due d'ADens, rijeke
heeft een ent!" Zijne hooge sprongen hadden uit.;
ajs «en gebrilde booze stier stond hij daar.
Het Centrum geeft den wenscht te kennen, waarbij
wg ons gaarne aansluiten, dat de heer Deckers, die
rinc was op zijn kasteel van Üurteau in Béarn door
een beroerte getroffen en het telegram, een paar
minuten geleden door hen ontvangen, liet hen in
groote onrust, want eerst den volgenden ochtend
zouden zij hooron, hoe de toestand van den zieke
,wa$. Mijnheer Barinc was de eenige wettige erfge
naam, want de broeder was nooit getrouwd geweest
maar vijftigduizend gulden rente konden het leed
niet wegnemen. Men moest haar echtgenoot dus
verontschuldigen, indien hij «niet zoo vroolijk was,
én maar doen, alsof men het niet opmerktehij
hield heel veel van zijn oudsten broeder.
Deze woorden hadden weldra de ronde gedaan,
en mgn sprak algemeen over het buitenkansje voor
Anie.
Vijftigduizend gulden reute.
In Ga8C0gnei
Laten wij dan zeggen vijfentwintig, twaalf
misschien, dat is dunkt mij toch aardig voor een
meisje, dat nu oen japonnetje van papier moet
dragen.
Als ge oens wist....
Zij, die wist, had dienzolfdeuavond op de eenige'
japon van haar dochtertje, een kleedje van witte
zijde, rose tulle gespeld, om do lila, indigo, hemels
blauw, groeue, gele, oranje en foode tulló*te vervang
gen, waarmede dit japonnetje in de laatste twee jaar
was gegarneerd geweest, en drie uur lung had het
meisje geduldig stil gestaan, sonder een klacht te
uiten. De goede vrouw sprak dan ook breedvoerig
over de kunstvorrichtingieu, waartoe moeders zonder
gold genoodzaakt zijn, indien zij verlangen, dat hare
dochters behoorlijk gekleed in gezelschappen komen.
Bij h&ar was dat goddknk niet coo maar dit nam
niet weg, dat zij altgd te doen h^d met de armoe
dige omstandigheden van mevrouw Dé &aint-
Oisteau.
Intusschen hield hét wooderkind, dat in niets
belang stelde, zich bezigf met kussens op een stoel
té stapelen, teneinde de toetsen te kunoen bereiken.'
Toen het genoeg was, heesch men baar daarop, en
men zag de kromme beentjes, die mager wjeren ge
bleven, door het weinige gebruik, slap neerhangen.
Nu liet zij den blik door de zaal gaan, om stilte
te gebieden, en op éen wenk harer moeder begon
zij te spelen, terwijl Barinc zijne vrouw ging aflossen,
die in .de b*»ll de achterblijvers ontving.
Was er onder hen niet een, waarmede hij genoeg
zaam in nauwe betrekking stond of wieq^hij zoo
kou vertrouwen, dat hij hem vijftig guldeé kon te
leen vragen voor de reis? Dat was de vraag, die
hem het geheeie uur, in de feestzaal doorgebracht,
had gefolterd. Maar toen hij eindelijk in het salon
moest tcrugkeereo en aan de piano piaats nemen,
had hg niemand gevonden, tot wien hij zijn verzoek
had durven richten, met kans op inwilligingde
een was niet voel rijker dan hij; de ander zou, al
kon hij, het toch niet willen doen.
Met den blik gericht op zijn dochter, dio bezig
was vis-a-vis te geven ahu pareu, die or nog geen
hadden, wachtte hij af, tot Anie hem het 'sein zou
geven oin te beginnen.
De glimlach waarmede zij hein aankeek, gaf hen»
weder kracht; haar blik was zoo deelnemend, dat
zijn hart week werd, on met lust sloeg hg de eerste
tonen eau van de quadrille uit de «Mascotte".
Na deze ■quadrille kwam een wals, toen een polka
en daarna weder andere quadrilles, andere walsen
en andere polka's.
Met den rug naar het venster gezeten, zag hij
de dansende paren voorbij zweven en in deze. war
reling had hij alleen oogen voor zijn dochter.
Wat zag zg er lief uit, terwijl zg met haar groote,.
zachte oogen iedereen toelachte; haar gezichtje was
zoo bewegahjk, haar roode lippen zoo uitdagend l
Haar lachje was buitengewoon liefelijkbuitengewoon,
ook de luchtige bevalligheid harer bewegingen!
Maar hoe leclijk, lomp, slecht gebouwd of onhan
dig vond hij daarentegen haar dansers, als zij het
al niet alles tegedyk warenen een van hen zou zij
misschien tot echtgenoot nemen. Nooit nog was de
ijverzucht in zijn vaderhart binnengeslopen,üooit
nog had de gedachte hem leed gedaan, dat zij hem
eenmaal zou verlaten om een echtgenoot lief te heb
ben en gelukkig te leven aan de zijde van een man,
die de plaats zou innemen, waarop hij, de vader,
tot nog toe alleen recht had gehad.
{Wordt vervolgd.)
A
Zondag van het Bossohe publiek afscheid heeft ge
nomen, zich ook nog eens voor het Nederlandsche
publiek, en wel in Amsterdam, tot afscheid laten
hooren, voor eenig liefdadig doel. «De deugd der
liefdadigheid koti hiermee evenzeer beoefend worden
als die der dankbaarheid en hoogachting jegens dezen
bij uitstek Nederlandschen zanger."
Van den heer Vader van 's-Gravenpolder, «een
reeds hoogbejaard en hooggeëerd stadgenoot", ont
vangt het Haagsche Dagblad de volgende modedeeling
omtrent het veel besproken krankzinnigengesticht
/^Schrijver dezes werd in staat gesteld door de
vriendelijke medewerking van een geacht ingezetene,
die Óen zeer belangrijke betrekking bekleedt, om het
Krankzinnigengesticht aan het Slijkeinde dezer dagen
te bozoeken en een en ander in oogenschouw te
nemen.
«Dat bezoek gaf hem de overtuiging, dat nl. het
geen door hem werd bezichtigd, weersprak, wat in
gemelde brochuro is nedergelegd. J
«Immers het gebouw van binnon is nflPr zÜn
overtuiging ze.r doelmatig ingericht, de kanjjpre zijn
ruim voor al de klassen, de ventilatie ook van de
slaapkamers laat nietö te wenschen over; het licht
is overvloedig, de slaapplaatsen of kribben voor de
derde klasse goed ingericht, de matrassen (geen
stoomwatrassen) naar bohooren, de dekens enz. ge
noegzaam voorhanden, net, frisch en zindelijk, alles
in uitstekende oriie. Zoo ook voor de bewoners van
do le en 2e klasse, alwaar de lgderessen den nacht
doorbrengen in afzonderlijke, zeer doelmatig inge
richte kamersde trappen naar de verschillende
etages zijn breed en gemakkelijk.
«Eu wat de celleu betreft, dezen waren goed ver
warmd, de vloer goed geplaveid en door het aan
brengen van houten kuppen boven de deuren dor
cellen, de koude buitenlucht benomen.
«De kranken, met een enkele uitzondering, toon
den zich allen tevreden, voor zooverre die worden
toegesproken.
«De directeur verwijderde zich meermalen, terwijl
met de ougelukkigen werd gesprokenwellicht
om allen schijn te vermgden, dat hij op de zaken
invloed wenschte uit te oefenen.
«Schrijver dezes maakte met genoegen kennis met
den directeur en later ook met de huismeesteres;,
hij verneemt, dat beiden volkomen berekend zijn
voor de moeilijke en omvangrijke taak, waarmede
zijn belast.
«Wat het personeel van oppassers betreft, hierom
trent kan niets worden medegedeeeld, omdat uitslui
tend het verlangen zich uitstrekte hut gebouw te
bezichtigen, met den directeur en de huismeesteres
kennis ie maken en ook de kranke.n4to bezoeken;
alleen vernam de ondergeieekonde, dat de eerste
dpzichterea, juffrouw Kerlen, die in de brochuro
I (van mevr Stüton) niet vleieud wordt herdacht, niet
meer in hot gesticht in functie is."
Gisteren werd aan de stad Leiden door de Konin
ginnen een bezoek gebracht. Eenvohdig was de ont
vangst, omdat voor alle officieels eerbetooniug was
bedankt. B. en W. en enkele andere autoriteiten
waren ter plaatse aanwezig om H.H. M.M. te ont
vangen. De wachtkamer Je klasse was vorstelijk
ingericht ter ontvangst. De dochters van de wet
houders Juta en De Sturiëï, boden bouquetten aan.
Nu ging de tocht beginnen. ï)e Burgemeester in
een rijtuig voorop, daarna het koninklijk rijtuig met
vierspan on daarachter de andere hofrgtuigen. Langs
straten en grachten, overaj Was de vlag uitgestoken.
Bezocht werd allereerst de Academie, waar de
rector magnificus prof. dr. H. Oort en de secretaris
pref. C. P. Tiele afi de assessoren HH. MM; ont
vingen. In het academiegebouw werd H. M. een
bouquet aangeboden door de dochter vén den ree»
tor; iti de senaatskamer ligg-en ter bezichtiging de
archiefstukken betreffende de prinsen die te Leiden
gestudeerd hebbeh en de stichtingsoorkonde van
prins Willem I. Toen ging het langs grachten' eu
straten voorbij Minerva, de Studenten-societeit, waar
de St.udenteu-vereenigingen met hare banieren zich
geposteerd hadden, naar het Rijks-Museum van Na
tuurlijke Historie, waar do directeur dr. F. A- Jen-
tink, de hooge bezoeksters ontving, terwijl zijn doch
ter en die van den oudsten cousorvator bloemenruikeïs
aanboden. Na op een en ander met hooge ingeno
menheid de aandacht gevestigd te hebben, vroeg de
directeur verlof om ter herinnering aan dit vorstelijk
bezoek, een nieuwen vogel naar de Koningin te mo
gen noemen (dicaoura Wilhelmine.). -
Vandaar langs de kweekschool voor Zeevaart, waar
de jongens hun saluut aan Koningin en hare moe
der op de gebruikelijke wijze brachten, langs Sin
gels enz. naar de Lakenhal. Hier werden H. H.
M. M. ontvangen door den directeur dr. W Pleite
en commissarissen, werd een prachtig gebonden exem
plaar van deft catalogus aangeboden, werd een èh
ander bezichtigd, waarna de Vorstelijke bezoeksters
naar 't station terugkeerden en te 4 ure vertrokken.
Overal waar de Koninginnen passeerden, werden
Haar hartelijke ovaties gebracht.
De Figaro bevat eenige merkwaardige bijzonder
heden over eene erfquaestie die in Frankrijk druk
besproken wordt; merkwaardig alleen daarom reeds,
omdat weer voor de zoovoelste maal blijkt hoe weinig
vertrouwbaar de uitspraak van zoogenaamde hand
schriftkundigen bij processen is.
In 1888 stierf de markies de La Boussinière en
liet aan den zeer rijken neef en de nicht zijner vrouw,
Lnncrau de Bréon genaamd, een vermogen na van
bijna 2.01)0,000 frs., dat hij grootendeels aan zijne
vrouw te danken had.
In 1890 werd evenwel aan de rechtbank
van Segré een tweede testament bezorgd, door wien,
dat was onbekend, waarbij het oude herroepen word
en een broeder van den overledene, een La Boussi
nière, die met zijn zoon een tamelijk armoedig leven
leidde te Genève, tot universeel erfgenamen benoemd
werd. Er volgde een proces, „deskundigen" ver
klaarden dat er niet aan de echtheid van het tweede
testament te twijfelen viel en zoo kregen de arme
edelmun en zijn zoon het buitenkansje. Maar na
verloop vau anderhalf jaar komen er telkens onge-
teekende brieven bij den ouden heer, waarin hij
aangemaand wordt tot het betalen van een zekere
som golds, daar hij in het bezit is van een erfenis
die hem niet toekomt.
Dio brieven worden in handen gesteld van het
gerecht en de schnjver wordt opgespoord, een zekere
Carpentier, die zich autograaf on calligraaf noemde.
De man bekende terstond en er is nu weer een
proces aanhangig om nogmaals van eigendom te ver
wisselen.
Carpentier is ton slotte ernstig ziek geworden en,
zooals meer het geval was, kwam er toen berouw.
Hij vertelde namelijk, dat hij het testament vervalscht
had teger. betaling van 350 francs, die hij ontving
van Guyard, den notaris van den arinen erfgenaam.
Voorts verklaarde hg, reeds vele handteekeniugen
van beroomdu personen te hebben vervalscht, zoodat
thans verscheidene verzamelaars handteekeningen van
hem bezaten.
Men vermoedt dat Guyard, die nu in de gevan
genis zit, het testament heeft doen vervalscheu om
door ougeteekende brieven den erfgenaam geld af
te persen.
Recht voor Allen meldtDinsdag 11. vervoegde
zich de deputatie, door de1 Amsterdamsche werk
liedenverenigingen gukoztfr./'jfku he» ministerie van
justitie, om minister Sqtidf, te pleiten voor de
invrijheidstelling yvan Johau Herman Geel. Namens
de deputatiis fnJle Helsdingeq den minister de zaak
uiteen en omnjftndigde hem de bekende motie. De
minister gaf geen enkel bepaalde verklaring. Er
was iets in de gehoelo beweging voor Geels invrij-
heidsstel ling, wat hij niet begrijpen kon. Over de
vraag, ®f Geel volgens de .bestaande wetten al of
niet te z^aar gestraft was, kan men verschillen,
maar hoe' was het mogelijk dat, terwijl men in het
land geheel gezwegen heeft onder zijn voorganger,
men tba-qs, nadat nog wel een jaar vermindering van
straf gevolgd was, op eew in volksvergaderingen
begon te ijverên. De tgd (*/4 van de opgelegde
straf) die een gevangene moet hebbende doorgo-
bracht in de gevangenis, om voorwaardelijk in vrij
heid te kunnen worden gesteld, is nog niet verloopen.
Namens de deputatie werd natuurlijk geantwoord,
dat de partggenoolenan GeeJ verwacht hadden,
dat deze, nadat er 5 jaar verstreken waren, bp vrije
voeten zou worden gesteld.
Ten slotte legdé de minister de volgende ver
klaring af: «Wat ik u verzoeken mag, maak jelui
het de.rogeering nu niet .lAstig.
Tojü Helsdingcn den minister vroez, of deze woor
den in dien zin mo.esten worden opgevat, dat hg, do
minister, bereid was nog ifels meer te doen voor
onzen vriend Geel, luidde het antwoord «Ik heb
do heeren niets ,meer ta zeggen, wij hebben nu de
zaak besproken."
Voor 'de tweede maal sinds de «Morgue« te Parijs
gebouwd werd, is er sprake van, het gebouw af te
oreken. Ten eerstee is het inwendig^ alles behalve
opwekkend en ten tweede schijnt het niet groote gffc-
noeg te zijn. ,Er is eene oommissie uit den gemeóu-
teraad benoemd, om ovèr de zaak te beraadslagen.
Wanneer aan het voornemen gevolg gegeven wordt,
dan zal de tuin achter de «Notre Dame" doorgetrok
ken en eene «Morgue" aan het'«Hotel Dieu bijge
bouwd worden.
Er bejbdort tegenwoordig moed toe om Anaeri-
kaanscU /fmllionair te zijn. Sedert den dynamiet, aan
slag op #en heer Russel Sage, laven de Néw-Yorker
millionaire dag en nacht in vrees en angst. liVclen
yan hen hebben hunne gewoonten geheel veranderd.
Zg gaan niet meer als andere burgers vrij over de
straat, maar laten zich door lijfwachteu vergezellen.
Nooit bloeiden do private detectivebureau! zooals
thans. Een particuliere detective ontvangt voor zijn
gemakkelijk werk ongeveer 8 dollars per dag. Daar
voor behoeft hg alleeu, tot do tanden gewapend,
achter zijn patroou te wandelen en toe te zien op
allen die dezen trachten te naderen, of die zelfs maar
een taschje dragen. JSenige millionaire hebbeu reeds
gepantserde rgtuigen laten maken. De ruiten hiervan
zijn zoo dik dat de kogel van een gewonen zakre-
volver er nauwelijks doorgaat. Te New-York kan
men reeds veel van deze rijtuigen zien. De huizen
en kantoren worden bijna als forten ingericht. Over
al staan geheime politie-agenton op. Toen de dochter
van Jay Gould onlangs een partij gaf, wemelde het
er van detectives.
pe wet op do vereenigingen heeft in de Fransche
kamer reeds aanleiding gegeven tot eene ministerieele
crisis. Het geheeie kabinet heeft zijn ontslag gé-
nomen. Ziehier het telegram dat omtrent de zitting
van gisteren is ontvangen.
In de Kamer heeft de heer Le Hérissé de Re
geering geïnterpelleerd over de beweegredenen der
onthouding van het openbaar ministerie in de bekende
zaak Laur-Constans.
De minister ,De Fallières antwoordde dat het
parket van meening was, geene gerechtelijke vervol
ging te moeten instellen.
Aangenomen werd eewe motie van orde, door den
heer Le Hérissé voorgestehL houdende dat de Kamer
van oordeel is, dat hot recm gelijk moet zijn voor
allen.
De heer Hubbard vroeg daarop de urgentie voor
het ontwerp op de vereenigingen.
De minister-president De Freycinet voerde het
woord. Hij zeide 0. a., dat de heer De Cassagnac
tevergeefs tracht verdeeldheid in de Republiek te
zaaion. Het regeeringsoutwerp stelt zich niet ten
doel, de Kerk te vervolgen.
Sprekende over het manifest der kardinalen merkte,
hij op, dat daarin de beteekenis ligt der scheiding
van Staat en van de oude partijen. (Beweging in
verschillenden zin.) De H. Stoel vereenigt zich niet
in alle deelen met dit manifest. Hij prees verder
den verzoenenden geest van den Paus, die de be
tuiging aflegde van zijne welwillende gevoelens jegens
Frankrijk.
De ministor-president verklaarde verder, dat de
Regeering de urgentie aanneemt, ten einde de stem
ming over het ontwerp te verhaasten, maar niet als
een voorbode om tot de schoiding tus9chen Kerk en
Staat te komen. Wil de meerderheid deze scheiding
zij heeft daartoe de macht, maar dan zullen andere
ministers haar moeten verwezenlijken. Hij eindigde,
met op de urgentie aan te dringen.
De heer Clémenceau vroeg nadere inlichtingen.
De heer de Freycinet antwoordde, dat men de
Resreeriug scheen te willen drijven tot eene verkla
ring over conclusiën, die in verschillenden zin kun
nen worden opgevat. Komt men met eene duidelgk
omschreven motie, dan zal de Regeering antwoorden.
De voorzitter, de heer Floquet, las daarop ver
schillende motiën van orde voor.
De heer De Freycinet verklaarde zich voor de
motie-Pourquéry, waarbij de Regeering wordt uitge-
noodigd, tot het voortzetten der republikeinsche po
litiek.
De prioritett voor de motie-Pichon, houdende dat
de Kamer overtuigd is van de noodzakelijkheid om
den strijd van het burgerlijk gezag tegen dat der
Kerk voort te zetten, werd verworpen.
De minister-president verklaarde, dat indien de
Kamer de motie-Pourquéry niet aannam, het Kabinet
zou aftreden.
Toch werd de motie-Pourquéry met 304 tegen
202 stemmen verworpen.
De ministers verlieten daarop de zaal.
De motie-Pichon, nu in stemmi ig gebracht, werd
met 299 tegen 131 stemmen verworpen.
Het centrum juichte dezen uitslag toe.
De heer Hubbard zeide, dat thans het oogenblik
gokomen was om den oorlog aan de katholieke kerk
te verklaren, waaj-op de heer de Freycinet antwoordde
dat df regeering nief; tot mandaat had, de scheiding
iu9sob©u Kerk en Staat voor te bereiden.
De motie ven de orde, ingediend door de heeren
Trouillot en Lasserre en waarmede het Kabinet zich
had' vereenigd, werd verworpen mot 304 tegen 212
stemmen, waarop de ministers onder de opgewon
denheid der' leden de zaal «cff-lieten
Na afloop der zitting heeft het geheeie Kabinet
zijn ontslag bij tien president der Republiek ingediend.
De begrootingscomröissie had in- den Duitschen
Rijksdag bg de behandeling van den post „kosten
van militaire rechtspleging" voorgesteld, aan de
bondsregeeringen te verzoeken