iEN. IJ. T. 1892. N° 4778. IG‘> ,h. ing JN, arkt. I L00, tal. Dinsdag 8 Maart. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Bene constitutioneels ketterij. tEVILLETOX I IT. lM 1 "CTit Ixet ZLeT7-®zi_ Haart SN zjjn De inzending van advertentiön kan geschieden tot eön uur des namiddags van den dag der uitgave. -—S3— I Con- (Naar het Fransch.) EERSTE DEEL. jeuaar. ikamp. It Zoon, V» ware zoo genomen een 1 Bovendien worden alle Advertentj|n gratia opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 'twelk dee Maandags rerschgnt. de con- ÏANN >or een eer aan c E. d. by den ;r, co., .lm» te e dagen aprjjzen hen «Z ben ala en euezen dit on- “ze op- De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. I De prys per drie maanden is 1.25, franco per post f 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Het komt mij voor, dat dit niet volstrekt - 0 in zijn oojren te lezen, goüdsche courant. om het zoeken I XI. 23^ I Niets, sprak de notaris. Niets, hernam de kantonrechter. Toen wendden zij de blikken koken hem i - - - aanmoediging naar Barinczij aan met een glimlach, die tegelijk een o’ om te blijven hopen en een vriend schappelijke gelukwcnsch scheen. tZou wel kunnen zjjn, dat er geen testament bestond, meende de notaris. Dat zou heel goed kunnen, herhaalde de kan tonrechter. Ik begin het te gelooven, sprak de griffier, die het nog niet gewaagd had, een meening te uiten. Wilt ge do andere laden nakijken? vroeg Ba> fine, met een stem, bevende van ontroering. Zeker. De tweede lade, met dezelfde voorzorgen en dezelfde angstige nauwgezetheid onderzocht, bleek slechts onbeteekenendo papieren te bevatten, bijeen- ADVEBTEN TIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. een goedkeurenden De dagbladen meldden dezer dagen, dat de heer Tydens voornemens is de Regeering in de Tweede Kamer te interpelleeren over da benoeming van een kolonel bjj het regiment grenadiers en jagers. De aanleiding daartoe zal dan wel zjjn de praatjes, die allerwegen en ook in de pers geloopen hebben over ver schil van meening tusschen de konuaiu- regentes en den minister van oorlog. ^Wor de reputatie van den vei tegen woordigelr der radicale partij in de kamer hopen wjj, dat hij geen gevolg zal geren aan dat plan immers het is te voorzien, dat hij daarbjj slecht van die reis zou komen. Wat er ook aan de be noeming moge vooraf zjjn gegaan, volgens ons staatsrecht heeft de minister door zjjn Contra seign de verantwoordelijkheid voor de benoe ming van den nieuwen commandant aanvaard; deze regeeringsdaad is voor de Kamer alleen een voorwerp van critiek, indien het blijkt, dat daarbjj eenige wet is geschonden of het landsbelang niet is in het oog gehouden wi het zal den minister niet moeiljjk vallen aan te toonen, dat de overplaatsing van den kolonel van het 4e regiment Infanterie naar de Gre nadiers volkomen correct is. Op andere vra gen kan of mag hjj geen antwoord geven de hütoire intime dezer benoeming is geen onderwerp van debat in de Kamer geen mi nister zal ten onzent zjjn constitutioneelen plicht om door zijne verantwoordelijkheid de onschendbaarheid der Kroon te dekken zoo- |i,i, zaak, door sommigen opgeblazen tot question brulante onzer politiek, geeft ons aan leiding tot de opmerking, dat de radicalen, ge- avanceerden of hoe die malcontenten zich beeten mogen, met de uit Frankrjjk overgenomen luidruchtigheid en oppervlakkigheid ook mede gebracht hebben die zekere voorliefde voor praatjes, voor potini, welke df intransjgeeten langen behoorlijk zjjn overwogen, en andere uiterste partijen daar te lande on derscheiden. De zucht tot babbelen, de lust om door onderhandsche mededeelingen zijne welingelichtbeid omtrent allerlei staats- en hofzaken, vooral persoonlijke quaestiën, te toonen is er ten allen tjjde geweest. Maar tegenwoordig is een praatje niet zoo dwaas of het vindt zijn weg in de courant. Elke richting heeft eeu of meer spreekbuizen en het zjjn meestal de kleinere provinciale bladen of de organen der kleine politieke partijen, wier correspondenten zich tot tolk maken van alle min of meer gegronde geruchten der bot en residentiekringen. Dit is de schaduwzijde der vrjje persdaartegenover staan echter zeer u t het oog verliezen, dat bjj zich zal uit laten over zjjne besprekingen en voordrachten aan de Koningin en daarover debat uitlokken. Het antwoord is dus te voorzien<de benoe ming is in het belang van het land en ik aanvaard daarvoor de geheele verantwoorde lijkheid.» Indien de minister niet voornemens te handel •n, dan bad hij zjjn ontslag en de bewuste regeeringsdaad aan ander overgelaten. Hetgeen in de pers is geschreven over deze xi- x-x een zooveel zegeningen, dat wjj verstandig doen met het vele goede dit kleine kwaad in kalme berusting te aanvaarden. Wjj gaan echter verder en beweren, dat, al is in hoofdzaak waar, wat er omtrent be doeld^ benoeming is verteld, er nog geen reden bestaat om de Regentes hard te vallen of wraak te roepen over bofcliek en camarilla, die met onze constitutioneele instellingen om springen op eene wjjze, die voor het vervolg ernstig gevaar kan opleveren. (»Midd. Ct.<) De zaak zou dan eenvoudig deze zjjn, dat het hoofd van den staat bij regeeringsdadeu wel eens raad inwint bjj anderen dan bjj zjjn ver antwoordelijke ministers. Ouzes inziens is de kroon volgens onze grondwet niet alleen daartoe bevoegd, maar zelfs verplicht, indien er bjj haar twjjfel ontstaat of alle landsbe- Haar rol is niet eenvoudig de stukken te teekenen, die de ministers hebben klaargemaakt. Bestaat er bezwaar tegen eene voordracht, dan hokt natuurlijk de regeeringsmachine tijdelijk. Er heeft overleg plaats, heen- en weergeschrjjf, en ten slotte moet een der partijen toegeven. In den regel zal een krachtig en verstandig minister het pleit winnen, want hij stelt niets voor, dat niet op goede gronden rust en waar van hjj de wenscbeljjkheid niet daghelder kan maken. Met die overleggingen, welke dageljjks moeten voorkomen, waar een denkend hoofd de kroon draagt, beeft het publiek niet noodig. Het resultaat is dat de minister een besluit contrasig neert en dus voor zijne rekening neemt of we; gegaard door een man, die de manier had, alle aanteekeniugen, die hij nam, te bewaren, zelfs al waren zij van het minste belang. Met de derde en-vierde lade was het eveneens zoo gesteld. - Niets I sprak Bébénac, met glimlach. Niets! herhaalde de rechter. Ik heb altijd wel gedacht, dat er geen testa ment zon zijn, zeide do griffier. Indien men had gehoor gegeven aan het zenuw achtig ongeduld van Barinc, zou het onderzoek steeds sneller zijn gegaan, maar Rébcnac die nooit haast oordeel niet, maakte, legde enkel papier uit de handen, zonder het eerst doorloopen, betast en doorbladerd te hebben, j Wij zijn bijna aan het einde, zeide hij. Intusschen was men aan de laatste lade van de i schrijftafel genaderdnauwelijks was deze geopend, I of de notaris toonde meer haast met de papieren er I uit te halen. Indien er een testament is, sprak hij, dan moeten wij het hier vinden. Deze lade scheen dan ook dingen te bevatten, die op' den kaptein betrekking haddenop verscheidene pakjes was met de hand van Gaston de naam Va- i lentin geschreven, op een en ander de naam Leontme. j Let op I sprak de notaris. Maar zijn aanbeveling was overbodig; want aller i oogen waren onafgewend gericht op h^t pakje papie- I ren, dat hij uit de lade te voorschijn haalde. Altijd stelselmatig begon de notaris met het pak ket, waarop de naam Leontine stond’t was immers volgens den regel, dat men zoo begonde moeder voor den zoon. De omslag werd opengescheurd en het eerste wat men te zien kreeg, was het verbleekte portret van een jonge vrouw. Ge ziel, dat zij er aardig uitzag, sprak de notaris, terwijl h j Barinc het portret overreikte. Haar zoon gelijkt op haar, ten minste wat de fijnheid van gelaatstrekken betreft. Maa$ de kantonrechter en de .griffier deelden dit Laat ons verder gaan, zei de notaris. Vervolgens vond hij oen groote lok zwart en zijde- I achtig haar daarna eenige verdroogde bloemen, zoo I gebroken, dat zij moeilijk meer waren te herken- I nen eindelijk brieven, geschreven op papier in ver- I schillend formaat en gedateerd van Peyreborade, van i Bordeaux en van Rouaan. De notaris opende er een om te gaan lezen, maar i Barinc hield hem terug. I Het komt mij voi noodzakelijk is, sprak hij. Bébénac keek hem aan, om I wat hem die opmerking ingaf: de eerbied voor de geheimen zijns broeders of de haast naar een testament voor te zetten. Deze brieven kunnen van groot belang zijn, sprak hijmaar ik stem toe, dat het voor het oogen-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 1