L
Buitenlandsdi Overzicht.
Gelukkig maakt mij en in elk opzicht bemoedigend
stemt mij de zekerheid, dat de modewerking, mijnen
▼ader steeds op zoo heusche wijze verleend, ook het
deel zal zijn van den zoon, die geroepen is, diens
ambtelijke nalatenschap o»er to nemen, die tot u
komt met een verleden, waarvan geene bladzijde.^
onbekend is, met een toekomst, waarmede die van de
gemeente zoo nauw is verbonden.
M. H.l Ik vertrouw op uwe welwillendheid, ik
durf rekenen op uwen steun, en hoop aldus, onder
den onmisbaren zegen des Allerhoogston, werkzaam
te zijn in het waarachtig gelang van gemeente en
ingezetonen. t
Ik verklaar het presidium van den Raad dozer
gemeente te aapvaarden.
Het ernstig woord van den jongeu burgemeester,
vol uitdrukking gesproken, werd ouder de diepste
stilte aangehoord, er. maakte blijkbaar een gfQoten
indruk op het talrijk gehoor.
Na bet sluiten der vergadering begaf do Raad
zich naar de woning dos burgemeoster9, waar eonige
tijd in gezellig samenzijn werd doorgebracht.
Wegens familie-rouw konden goen feestelijkheden
plaats hebben.
Aan het verslag van tien toestand van het Lager
Onderwijs, alhier, gedurende 1891, door der Com
missie van Toezicht op het Lager Onderwijs opge
maakt, ontleeneu wij nog het volgende
Als bewijs dat de studielust bij verschillende on
derwijzers en onderwijzeressen niet ontbreekt dient
dat, raej. Sytsma de Hoofdacte verwierf, dat de heer
J. Slop met gunstigen uitslag examen aflegde voor
de acte Engelsch Lager Onderwijs, en dat de heer
J. G. de Vries de acte Middelbaar onderwijs in de
Aardrijkskunde verwiert, terwijl de heeren E. A.
Zwaaneveld en G. H. Kruisheer met gunstigen uit
slag examen aflegden in de vrije en orde-oefeningen
der Gymnastiek.
De heer H. J. W. Huber, Hoofd van de lste
Burgerschool voor Jongens herdacht den lOden April
den dag waarop hij vóór 25 jaren aan bet hoofd
dezer school werd gesteld. Door de welwillendheid van
den Gemeenteraad, die de verdiensten van dezen be
kwamen onderwijzer openlijk wmschte te erkennen,
werd hem op verzoek van den Raad, door den voor
zitter der Commissie van Toezicht, die met alle le
den in het fraai versierde schoollokaal verschenen
was, namens den Gemeenteraad, het college van Bur
gemeester en Wrethouders en zijne medeleden in zeer
waardeerende bewoordingen geluk gewenscht met het
voorrecht, dat den jubilaris op dien dag ten deel
wiel. De spreker herdacht de verdiensten van den
heer Huber als hoofd der school, die onder zijne
leiding tot bloei gekomen was en bood hem uit naam
van den Gemeenteraad een geschenk aan, bestaande
xtit eene fraaie pendule met coupes. ry
Dat de Jubilaris zich in de sympathiMzijner oud-
leerlingcn mocht verheugen^loekluit het feit, dat
namens hen eene Commissie op het feest tegenwoor
dig was, om hem hartelijk geluk te wenschen, met
het schoone feest door hem gevierd en hem namens
zijne ond-leerlingoc een geschenk aan te bieden be
slaande in een schrijfbureau.
Eindelijk was het de beurt van de thans nog
schoolgaande leerlingen om hunnen geachten en be-
minden onderwijzer eon blijk te geven hoezeer zij
rijtie degelijke leiding en stipte rechtvaardigheid
waardeerden. Bij monde van den oudsten leerling
werd hij namens alle leerlingen in eenige welgemeende I
en hartelyko woorden geluk gewenscht en werd hom
evenzeor een fraai geschenk aangeboden.
Ook de onderwijzers aan zijne school verhouden
en zijne collega's bleven niet achter om den heer Huber
blaken te geven van hunne hoogachting en waardeering.
Den vorigen dag herdacht de hoer R. Leopold,
hoofd der 2de B. vior jongens den dag waarop hij
voor 25 jaren als onderwijzer werd aangesteld.
De Commissie van Toezicht, hoewel niet officieel
met dit feit bekend, meende toch dit niet onopge
merkt te mogen voorbijgaan, en zond den heer Leo
pold een brief van gelukwensehing.
Aan de R. C. School van liofdadigheid werd raej.
C. van der Voort vervangen door raej,, G. J. L.
Peers eu mej. J. M. vart den Ronden.
Aan de school voor Christelijk Nal. Onderwijs werd
de heor J. Gravesteyn met l Februari vervangen
door den heer K. van den Berg.
Do R. C. Jongensschool verloor door het overlijden
van den heer J. Korterihoef oen zeer verdienstelijk
onderwijzer en veelbelovend jongmensoh. Zijne plaats
werd ingenomen door den heer P. van den Breoraer.
Van de Schoolbibliotheken, die verbonden zijn
aan de beide kostelooze scholen en aan de Tusschen-
scho<|l werd voortdurend gretig gebruik gemaakt.
De boeken bevinden z»ch in goeden staat, met uit
zondering van enkele exemplaren die zeer in den
smaak schijnen te vallen, en welke vernieuwing be
hoeven, waartoe de hoefden der scholen in staat ge
steld worden, door een toelage van 30.-— 's jaars,
die de Gemeente aan elk dezer bibliotheken verleent.
Het aantal boekwerken 19 vermeerderd en bedraagt
thans respectievelijk 410, 314 en 316 boekdeelen.
Do in het vorig jaar in gebruik genomen nieuwe
lokalen aan de tweede Kostelooze School voldoen,
bij voortduring, uitstekend. Het gemis van een gym
nastieklokaal doet zich, vooral bij slecht weder, erg
gevoelen.
Eene regeling voor het dagelijksch reinigen en
schoonhouden der verschillende lokalen, alsmede het
aaumaken van kachels, het vullen der kolenbakkeu
kwam in 1890 tot stand. Deze regel ng schijnt doel
te treffen, want gedurende het jaar 1891 kwam ons
geen enkele klacht dienaangaande ter ooren.
Het schoolverzuim was op de le Kostelooze School
een weinig erger tengevolge van de influenza en an
dere ziekten. Het was 4.38 pCt. tegen 2.85 pCt.
in het vorig jaar. Op dë andere openbare scholen
was het gering, alleen heeft de Je B. voor M. in
de drie eerste maanden vele kinderen moeten mis
sen ten gevolge van ziekte.
Op de R. C. Jongensschool was het schoolverzuim
i voor de betalende leerliugen 3 pCt, voor de niet be-
I talenden 11 pCt.
j Op de school voor Chr. Nat. Onderwijs was het
i gemiddeld 8 a 9 pCt., doch in de twee laatste maan-
den van bet jaar tengevolge van de influenza nog
grooter.
Op de Vrije School op gereformeerden grondslag
bedroeg het 10 pCt.
Met waardeering maken wy wederom melding van
I de door het Burgerlijk Armbestuur verstrekte advie
zen betreffende het onvermogen van die ouders of
voogdeQ, welke kostelooze toelating voor hunne kin
deren hadden aangevraagd.
Door de hier gevestigde afdeeling der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen werd eene school voor
volwassonen geopend, welke gedurende de winter
maanden aan volwassenen van alle gezindten kosteloos
onderwijs verstrekt. Het aantal leerlingen bedroeg
by de opening in October 67, op 31 December 1891
52, die door 2 onderwijzers werden onderwezen.
Het is ons eene aangename taak, dit te kunnen
mededeelcn, daar deze school, indien zij bestendigd
blyft, waaraan wij reden hebben niet te mogen twy-
felen, in eene werkelijke behoefte voorziet. De op
richting dezer sohool kan aar. de Herhalingsschool
slechts ten goede komen, daar op die school nu
werkelyk niet anders dan Herhalingsonderwys zal
gegeven worden.
Over de inrichtingen tot opleiding van onderwij
zers zegt do Commissie het volgende.
I. De cursus 18911892 begou den le April
1891 met 59 leerlingen (29 M. en 30 Vr.) van
deze leerlingen waren er 49 woonachtig in Gouda
en 10 in de naburige gemoentou.
Gedurende den cursus werd do inrichting verlaten
door 12 leerlingen (7 M. en 5 V.); hiervan verkre
gen 7 (4 M. en 3 Vr.) de acte van onderwijzer of
onderwijzeres, 2 verlieten de Gemeente, 1 werd aan
eene kweekschool geplaatst en 2 ontbrak het aan de
noodige geschiktheid.
Het önderwyzend personeel, dat geone veranJeriug
ondergiiig, bestaat uit 10 onderwijzefs en l onder
wijzeres.
Hunno namen en de vakken waarin zij les geven
zijn de volgende
H. J. W. Huber, Geschiedenis en Paedagogiek.
J. Gondja, Rekenen.
S. Posthumus, Kennis der Natuur-en Wiskunde.
P. C. Schriek, Aardrijkskunde.
R. Leopold, Lezen, Schrijven en Ned. Taai»
B. P. van Gittert, Fransche Taal.
Mej. M.jP. Wijnrox, Fransche Taal en Nutt. Handw.
C. de Rpoy, Teekeuen.
H. J. Steenbergen. Gymnastiek.
P. H. vjan Koon, Zingen.
De lö eersten wonen in Gouda do laatste is
woouaoh'tig te Rotterdam.
De lessen worden dagelijks gegeven in de lokalen
der eerste Openbare Burgerschool voor Jongens.
II. De Inricnting tot opleidiDg van Bewasrschool-
houderessen (Directeur de heer J Gonda) begon
hare lessen op den ïen October 1890 met 7 leer
lingen, en deu len i 891 met 6 leerlingen, waaron
der eene voor enkele lessen. Hun ouderdom was
respectievelijk 2} (voor enkele lessen,) 19, 17, 16,
15 eu 14 jaren.
Twee leerlingen, mej. Joh. B. vsn Es, eu mej.
Joh. F. de Jong verwierven ('len 22en April 1891
de acte van Bewaarschool bouderes. De eerstgenoemde
heeft daarop terstond de lesser, verlaten.
Twee andere leerlingen verlieten nog de inrichting
eeno wegens verandering van Woonplaats, de tweede
om andero redenen.
Toegelaten werden op 1 December 1890 twee
leerlingen.
De lessen werden geregeld gegeven volgens het
programma 5 uren per week, waarvan 2 door raej.
E. P. VisserSchotel, en 3 door den Directeur.
Verzuimen kwamen zeer weinig voor en dan bijna
uitsluitend wegeus ongesteldheid.
Het gedrag en de ijver der leerlingen waren zeer
voldoende; de vorderingen slechts matig, hetgeen
niet anders te verwachten ia bij de weinige lesuren
en het groot aantal vakken, dat daarin moet worden
onderwezen.
niet vinden.
Ik antwoorn u hierop hetzelfde als papa
Waarom niet Ik zou het liefst zien, dat ge u nu
niet meer over mij bekommerde.
Zon je te Orteau willen w:aen
Zeker.
Je lijkt wel gek.
Wanneer men gedoemd is geweest in de rue
PAbreuvéir te wonen, neemt meu alles aanwat
geen Montmarire Uzooveel te liever dus, wanneer
dit alles bestaat in een kasteel, gelegen in een mooie;
Je kent de streek niet.
Ik ben er in.
Daar de doekter haar vader was te hulp gekomen,
wilde bij haar nu rok niet in den steek laten.
Wat ik voor ons verlang, is niet het eentonige
bestaan van een landeigenaar, die geen andere aflei
ding haeft dan die welke men vindt in de slaperig
heid van een gemakkelijk leven, zonder zorgen en i
zonder gedachten. Toen ik daar straks tegen u
zeide, dat de inkomsten van dit laodgoed zouden
kanten stijgen tot tien of twaalf percent minstens
meende ik niet, dat dit zou gebeuren, indien men
met de armen over elkander zat af te wachten, wat
de oogst zou opbrengen. Om een betere uitkomst
te verwachten, moet men er zijn zorgen, zijn weten-
sehap, zqn tijd aan besteden. Door allerlei oorzaken
wm Gaston er toe gekomen, de zaken te laten gaan
zooals het toeval verkoos zijn druivenstokken waren
ziek en hij deed er niets aan, zoodat een gedeelte
van zijn goederen nu geen rente geven.
Wil je die zieke wijnstokken genezen
Ik wil die wijnstokken uitroeien en van den
grond weiland maken. Dank zij het vochtige en
koude klimaat, dank ook de gesteldheid van deu
grond, zijn wij hier in het land van gras, even goed
ala in de vruchtbaarste streken van N#rmaodië. Daar
heeft men slechts party van te trekken de weilanden
uil te breidenboter te laten maken, die natuurlijk
van do beste kwaliteit kan zijn, en roet den afgeroom
de melk de varkens vet te mesten ik heb mijn
plannen reeds opgemaakt
Wij zijn verloren! riep mevrouw Barinc uit.
Waarom verloren?
Omdat ge u gaat begeven in nieuwe plaiinen,
die de erfenis van je broeder wel weer zullen ver
slinden. Ik zal geen verwijten maken; maar ik
weet bij ondervinding, hoe een fortuin, hoe groot
ook, versmelt, indien het moet dienen voor een uit
vinding.
Er is hier geen sprake van uitvindingen.
Ik weet best hoe dat gaat; men begint met
een uitgave van tien galden en men eindigt met
honderdduizend.
Hier werd het twistgesprek afgebroken, doordien
zij den top van den heuvel hadden bereikt.
Zonder zyn vrouw te antwoorden, beval Barinc
den koetsier, het rijtuig dwars op den weg te plaat
sen vervolgens strekte hij met een fiere beweging
de hand uit, keek zyn dochter aan en sprak:
Daar zijn de Pyreneeënvan dien laatsten top
links af, de Anie, tot aan die toppen rechts; de
Khune en de Trois-Couronnes, dat ie Biskaye
ons land.
Zij zweeg en staar ie langen tijd in het nevelach
tig verschiet; toen wendde zij zich tot haar vader.
Dot ik nog zoo weinig ken, sprak zij, heeft
één voordeel, namelijk, dat het eerste grootsche en
schoone wat ik zie ons land is; ik verzetagfi, dvt
de indruk, dien ik er van zal meedragen, diep ge
noeg is om nooit te worden uitgewisoht.
Is het niet schoon? vroeg bij, Uotsch op de
aandoening zijner dochter.
Maar mevrouw Barinc maakte dadelijk een einde
aan die bewondering.
Kijk, daar heb je ons kasteel, zeide zij, terwijl
zy woes op don witten gevel aan den oever van de Gave.
'tZiet er waarlijk voornaam uit.
Uit de verte, voegde zij er minachtend bij.
Eu van dichtby ook, ge zult het zien, ant
woordde Barinc.
Ik zou het gaarne zoo gauw mogelijk zien,
sprak zy ik heb honger.
Men was weldra beneden, en na het dorp te zyn
doorgereden, waar alle menschen aan rte deur kwa
men kijken, hield de calèche stil voor het wydge-
opende hek van het kasteel, eu de portier meldde
de aankomst door krachtig aan de schel te trekken.
{Wordt vervolgd.)
Hierover broeder uit te weiden acht de Comrais-
*»ie onnoodig, daar zij dan slecht" zou moeten her-
hal.en, wat zij in hare vroegere verslagen meermalen
uitvoerig hooft uiteengezet, en de toestand in het
afgeloopen jaar niet verbeterd is.
De Vereniging van spoorwegpersoneel had 38
exemplaren van het door haar ontworpen adres om
lotsverheteriug aun den directeur-generaaal der Maat
schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen opge
zonden. Thans is van dezen bij haar bericht ont
vangen, dat vijf dor onderteekeiiaren door hem ten
gehoore zullen worden ontvangen, om het adres
toe te lichten en dat zij voor de deswege to ma
ken reis vrij vervoer zullen hebben.
Aan den gemeenteraad van Edam is het volgende
adres verzonden
De ondergoteekenden, allen ingezetenen van Edam
hebben tot hunne groote verbazing vernomen, dat
vier ambtenaren van de Gemeente door don burge-
mèester voor eene week iu hunne betrekking zijn
geschorst, op den enkeion grond dat zij op Zondag
den 28 Febr. 11. in den namiddag, dus in hunnen
'vrijen tijd, eeno vergadering hebben bijgewoond,
waarin de hoer Dornela Nieuwenhuis sprak over
«Maatschappelijke Hervorming". Zij achten dit een
zoo ongehoord willekeurige daad dat zij. indien zij
het niet wisten, het niet zoudeu kunnen gelooven.
Zy nemen daarom met volle vrijmoedigheid de
vrijheid UEd. Achtbare hoeren te verzoeken die wil
lekeurige daad van hot hoofd der geraeonto zooveel
mogelijk ongedaan te maken, en te besluiten uw af
keuring daarover uit te spreken, en aan de bedoelde
ambtenaren alsnog het hun ingehouden weekloon te
doen uitbetalen.
Zij twijfelen goen oogenblik ofUEil. Achtb. zijn
van de noodzakelijkheid hiervan doordrongen. Er
mag vau onze gemeente niet kuiinen wordeu gezegd
dat hier «Macht gaat boven recht."
(Volgen 66 handteekeningen).
1 0
Onlangs was oen schip gestrand op de kust van
Northumberland. Het vaartuig lag daar al eeuigo
dagen niet ver van den vasten wal en men verwacht
te dat het weldra uiteen zou worden geslagen. Op
een kalinen dag roeiden eenige personen naar het
schip om te zien of er nog iets merkwaardigs
aan boord wa*. Toen zy het vaartuig hadden bereikt
eu sommigen reeds op het dek liepen, hoorden zy
opeens een vreese'yk geschreeuw on gepiep. Ratten!
Bij duizenden kwamen zij aanrennen, hongerige, uit*
gemergelde, groote raiten sommigen hadden geen
staart meerdie was opgegeten. De roeiers wisten
niet hoe spoedig zy weg zouden koinen en eenigen
moesten in het tuig klimm »n, van waar zij met voel
moeite weer in de boot kwamen. Toen de ratten
de boot in 't oog kregen, lieten zij zich dadelijk
langs de touwen noer en wilden in de boot sprin
gen men moest haar in allerijl afzetten. De dieren
schenen een voorgevoel te hebben van den dreigen
den dood, waut zy hoopten zich alle aan één zijde
van het schip op, van waar de boot vertrokken
was. Hun geschreeuw en gepiep was erbarmelyk.
{Hand.)
De komische zijde vau het drama. Voor eenige
dagen werd in den Tivoli-!?cliouwburg te Arasterdam
ter benefice van don heer Barendse, *de Gebochelde"
opgevoerd. In hel loatsto bedrijf behoorde Gonzague
(Lagemnn), door een degenstoot van Lagardère (Ba
rendse) doodelyk gewond, neer te zinken. Of het
tooneel niet behoorlyk was voorbereid, of <le acteurs
elkaar niet begrepenGonzngtté viol niet
Een bezoeker beklaagde zich in De Echo over het
mislukken van deze scène, eu in een aardig ingezon
den stuk antwoordt de heer Lagoman op dien klacht.
«Ik veronderstel, dat die «bezoeker" zich teleur
gesteld vond schrijft hij in mij geen falsaris
te vinden, zooals hij mij dien gaarne wenscht name
lijk n iet aeo
langzaraen sluiptrek, rollende oogen en
holle grafstem, doch dit is niet mijnen schuld, doch
dis vau de directie die mij in dht stuk een roDoebedêel-
de, gel eel huiten mijn emplooi, nrasr die ik,gebonden
cnotra^t, toch verpjicht bon te vervullen* Wat het
beweren betreft, als zou ik dien avond den dood ge
vreesd hebben, ik geef dien «bezoeker" de verzeke
ring dat noeb jaloezie over het succes van den avond
noch onverschilligheid tegenover het publiek, noch
het do»J dm de zaak in nmcrediet te brengen, mij
op dét oogenblik aau het loven bonden^ Ieder weett,
dal* niemandMijmoedïger en met meer verlangen
den dood tegomooigaat als de acteur op het tooneel
®n voor mijn vriend Barendse zou ik gaarne duizend
dooden (de tooneoluiatigo d >od wol te vorstaan) ge
storven zijn. Maar die dood dient toch ten minste
een schijnbare oorzaak te hebben. Het stuk eischt
dat ik op het slot door eeu stoot van Lagardèie's
degen in het voorhoofd doodulyk getroffen wordt.
De heer Barendse behoorde mij (lus eon schijnstoot
naar de bedoelde plek toe to brengen. Lagardère
deed eenige uitvallen met zijn degen ruim oen hal
ven meter boveu mijn hoofd en ik vermeende te veel
vau de fantaisie van het publiek te vergen door hen
dit als een stoot in de hersenen te doen slikken.
Ik wachtte dus op eeu nieuwen uitval. I)e lieve
dood lachte mij reeds toe, maar ik zag nog geen
motief mij in zijn armen te werpen. Daar laat
Lagardère plotseling den degen zakken, uitroepende
Nevèrrr ;ie bont gowrrroken ik stond nog altijd
springlevend. Hadde ik geweten, dat Lagardère
zoo spoedig den moed opgaf, dan had ik ,in der
haast maar eene beroerte voorgewend en was toch
gestorven. Daar'too was evenwel do tyd te kort
l^et wa9 uit, het scherm viel en Gonzague leefde jiog
in al zijne boosheid voortdoch aan wie de schuld
Eehe Huagsche dienstbode die het loon dat zij
overhield naar de spaarbank van het Nut bracht,
geraakte buiten betrekking en nam tijdelijk haar
intrek bij de echtelieden H. in de Saksen-Weimarlaan
te 's Hage. Na eenigen tijd kreeg zij weer eene
betrekking als noodhulp doch liet haar koffor voor-
loopig nog in het kosthuis. Toen zij na eenige da
gen iets uit dien koffer wilde halen was haar spaar
bankboekje, waarop nog 283 stond, verdwenen en
toen zij aan de spaarbank ging informeoren, bleek
het dat de bespaarde duitjes door eeu ander wren
afgehaald en daarvoor was gequiteerd inet den naam
van de dienstbode.
Toen ging de justitie aan het onderzoeken en
legde de hand op M. G., huisvrouw van Ph. J H.,
waar de dienstbode thuis had gelegen, eu die vrr-
dacht werd de valsche handteekening op hei spaar
bankboekje te hebben geplaatst.
Deswege stond uu vrouw H. voor de Haagscho
rechtbank toricht. J
Van bekeunen was geen sprake. Wat wist vrouw
H. van een spaarboekje! Het raensch had het ding
nooit gezien en de deskundigen, de hoeren Ykema
en Straub, konden vertellen wat zij wilden en praten
over «dikke ophalen en dunue neerhalen", van ovor-
eenkomst tusscben Ps en Gs, zij, vrouw H. wist
van geen boekje en van geen valsche handteekeniug;
zy was zelfs op geen Spaarbank geweest. De des
kundigen waren evenwel zeer stellig in hunne ver
klaringen en de bode van de Spaarbank meende de
beklaagde, in de instructie by den rechter-commis-
saris, te herkennen als de vrouw die het geld had
gehaald; heden, ter terechtzitting, durfde hij echter
die verklaring niet bevestigen daar het voorval on
geveer 8 maanden geleden was. Maar, er kwamen
nog een paar zeer bezwarende ^getuigen voor de be
klaagde, en wel iemand, die haar op 6 Augustus in
het lokaal van de Spaarbank had ontmoet, ja, zelfs
mot haar had gesproken on haar heden bepaald her
kende. Evenzoo een ander persoon, die mede op den
6en Augustus geld had ingebracht. Vrouw H. ech
ter bleef volhouden van niets te weten.
Het O. M. betwijfeldo of die ontkeDtenis haar
zou helpen. De koffor met het spaarboekje waren
bij bekl. op zolder geweest, de deskundigen oordee-
len dat de handteekening in het register door bekl.
was gezet, en twee personen herkennen haar zeer
stellig als de vrouw die met hen op 6 Augustus in
het gebouw der Spaarbank in het West Einde is
geweest.
Ter zake van valschheid ifi geschrifte vorderde
n»r. Pleijts 9 maanden.
Uitspraak Maandag a. st. A
Do Petite Republique te Parijs vertelt het volgende
over den heer Prévot du Haud ray te Poiasy, die
beweert, met behulp van phonograaf en miorophoon
de taal der kippen te hebben geleerd. Om den
redacteur van hot blad. die hera een bezoek bracht,
te overtuigen, nam hij hem mede op een wandeling.
Bij een boerderij zagen de beide wandelaars spoedig
eenige kippen onder aanvoeriug van een haan, die
juist op- dat oogenblifc- begwr te kraaien. /j-Ltrister
eens", zeide Prévot, «de haan zegt uu het is mooi
weer 1^ Werkelyk scheen dan ook de zon. Wij zul
len nu, vervolgde de taalkenner, dieti schreeuwlar
eens beetnemen eerst in het Fransch en dan in de
kippentaal. De heer Prévot riep toen: «het regent."
Do kippon schrikten vau het geroep man*' bleven
rustig door pikken. Nu nam de heer Ktétrot eeu
klein instrument uit zijn zak en stak dit in den mond
om beter de keelionen der kippen te kunnen nadoen.
D« redacteur begreep uiets van het gekraai, maar
do kippen begrepen het zooveel te beter. Zy kt ken
bezorgd naar boven en sohenen le willen vluchten.
De haan, spoedig overtuigd van de onwaarheid, ging
den taalkenner met woest gekraai te lijf. Prévot
week uit eu vroeg: Zyt gy nu overtuigd? Wij
zullen nu echter het gezelschap geruststellen. Ik zal
hun in eigen taal vragen «Wie wil maïs, lekkere
maïs?" Dadelijk veranderde de houding van haan
en kippen en klokkend omringden zy den bezoeker
om de welkome versnapering in ontvangst te nemen.
Keizer Wilhelm heeft Zaterdag don huize van den
Nederlandschen gezant te Berlijn, jhr. Van der
Hoeven, eene bijzondere onderscheiding bewezen door
een langdurig bezoek in het béeldhouwers-atelier
der echtgenooto van den gezant. De Keizer had
zich daags te voren door een telegram van den hof
maarschalk doen aanmelden* Zaterdag namiddag ten
3 ure kwam Z. M. in het atelier, waar hij d(^)r den
heer en mevrouw Van der Hoeven werd begroet.
Na eene reeks kunstwerken van mevr. Van der
Hoeven met alle aandacht te hebber» bezichtigd, gaf
hij deu weuech te kennen, door de hand der be
kwame beeldhouweres ook zelf in beeld te worden
gebracht. Hiertoe bleef hij -terstond in het atelier
en liet haar zijrie beeltenis modelleerde, terwijl hij
met haar en den gezant allervriendschappelijkst en
hoogst opgeruimd zat te praten. Het poseeren
duurde anderhalf uur. Daarna nam de Keizer op
bijzonder aangename wijze 'afscheid van het echt
paar, met de belofte van spoedig weder eens iu het
atelier t(? zullen komen, en dan wel vergezeld vau
H. M. de Keizerin.
Dit keizerlijk bezoek is eene zeer buitengewone
attentie, die niet alleen de daarmede vereerde per
sonen betreft, maar ook het land, hetwelk de gezant
vertegenwoordigt.
Eene nieuwe godsdienstige sekte, die vau de Flying
Roll (het vlucht-archief) is te Detroit (Michigan)
gevormd. De aanhangers dier sekte gelooven, dat
eerlang de wereld eeu groote ramp staat te wachten,
waarvoor slechts een redmiddel is hot verblijf te
Detroit, «de heilige stad." Zij gelooven aan een
soort van zielsverhuizing, leven in gemeenschap vau
goederen (de rijken staan gaarne hun overvloed af
voor de minderbedeelden), zijn voorstanders der vrije
liefde, gaan zeer eenvoudig gekleed on dragen lang
haar, dat nooit geknipt mag -worden. De naam der
sekte i9 ontleend aan een boekThe Flying Roll
van James Iczreel, die gewoonlijk «de heilige man"
wordt genoemd. De leider is H. S. Mills, die zich
«Vorst Michael" laat noemen. Hij woont to Detroit
in den Tempel der geraeonto mtt verscheidene vrou
wen, die /^Hemelsche Engelen" heeten. Op het
oogenblik is «Vorst Michael" in Engeland, om te
werken voor de sekte, en een der Engelen, Mevr.
Bell, bestuurt zoolang de zaken der gemeoute.
De sekte heeft in den laatsten tijd veel aanhan
gers gewonnen. Een aautal gezinnen uit andere ste
den zijn naar Detroit de «heilige stad", verhuisd.
Te Newcastle is men meer en meer geneigd te
gelooven, dat de mijnwerkers ran Durhan den arbeid
niet zullen staken. De mijneigenaren hielden heden
een vergadering om over den toestand te beraadsla
gen. Men bericht dat de mijnwerkers met een
loonsverlaging van 6 pCt. genoegen zullen nemen.
Wel is door de arbeiders met 40,000 op de 55,000
stemmen tot da werkstaking besloten, maar daar dit
cijfer geen 3/s van bet aantal leden vertegenwoordigt
moet een tweede stomming plaats hebben.
Volgens berichten uit Glasgow zal in Schotland
geen werkstaking plaats hebben. De helft der mijn
werkers werkt 5 dagen per week eu de spoorwegen
hebben brandstof in overvloed.
De Fransche Kamer van Afgevaardigden heeft
den heer Burdeau met 176 van 319 stemmen tot
onder-voorzitter gekozen. Dharna werd het ontwerp
betreffende de instelling van «conseil de prud'hom-
mes" dringend verklaard en na debat aangenomen
mot 347 togen 174 stemmen.
Het Engelsche Lagerhuis behandelde Vrijdag oen
voorstel der reaeering, strekkende om 20,000 be
schikbaar te stellen tor bekostiging der voorloopige
opmetingen voor eenen spoorweg van Mombasa naar
het Victoria-meer. Er werd bijzondere nadruk op
gelegd, dat een spoorweg, die van zelf de noodza
kelijkheid van lastdragers aan kant zou doen, veel
meer dan alle mogelijke repressieve maatregelen z ,u
bijdragen tot het in onbruik doen geraken van slaven
jachten in die streken. Het voorstel werd door
Labouchere, Haroourt en andere leden der oppositie
bestreden, doch ten slotte inet eene flinke meerder
heid! 211 tegen Ü3 stemmen, aangenomen.
Bij de verkiezing in South Derbyshire werd de
Gladstoniaanscbe caudidaat, de beer Broad, met eene
meerderheid van 1250 stemmen verkozen. Daaren
tegen zegevierde te Chertsey de unionistische caudi
daat, Harvey Combe, met eene meerderheid van
1838 stemmen over den Gladstoniaan Baker.
Zaterdag was te Londen de verkiezingsdag voor
den nieuwen Graafschapsraad. Deze verkiezing is
veelbeteekenend, omdat van den uitslag er van at-
hnnkelijk is, of de grootste stad der wereld al dan
niet eindelijk eens een behoorlijk ingerioht en aan
hare behoeften beantwoordend stedelijk bestuur er
langen zal. Het barre weder schijnt intusscben aan
de opkomst der kiezers en kiezeresseu (want ook