L Buitenlandsdi Overzicht. Gelukkig maakt mij en in elk opzicht bemoedigend stemt mij de zekerheid, dat de modewerking, mijnen ▼ader steeds op zoo heusche wijze verleend, ook het deel zal zijn van den zoon, die geroepen is, diens ambtelijke nalatenschap o»er to nemen, die tot u komt met een verleden, waarvan geene bladzijde.^ onbekend is, met een toekomst, waarmede die van de gemeente zoo nauw is verbonden. M. H.l Ik vertrouw op uwe welwillendheid, ik durf rekenen op uwen steun, en hoop aldus, onder den onmisbaren zegen des Allerhoogston, werkzaam te zijn in het waarachtig gelang van gemeente en ingezetonen. t Ik verklaar het presidium van den Raad dozer gemeente te aapvaarden. Het ernstig woord van den jongeu burgemeester, vol uitdrukking gesproken, werd ouder de diepste stilte aangehoord, er. maakte blijkbaar een gfQoten indruk op het talrijk gehoor. Na bet sluiten der vergadering begaf do Raad zich naar de woning dos burgemeoster9, waar eonige tijd in gezellig samenzijn werd doorgebracht. Wegens familie-rouw konden goen feestelijkheden plaats hebben. Aan het verslag van tien toestand van het Lager Onderwijs, alhier, gedurende 1891, door der Com missie van Toezicht op het Lager Onderwijs opge maakt, ontleeneu wij nog het volgende Als bewijs dat de studielust bij verschillende on derwijzers en onderwijzeressen niet ontbreekt dient dat, raej. Sytsma de Hoofdacte verwierf, dat de heer J. Slop met gunstigen uitslag examen aflegde voor de acte Engelsch Lager Onderwijs, en dat de heer J. G. de Vries de acte Middelbaar onderwijs in de Aardrijkskunde verwiert, terwijl de heeren E. A. Zwaaneveld en G. H. Kruisheer met gunstigen uit slag examen aflegden in de vrije en orde-oefeningen der Gymnastiek. De heer H. J. W. Huber, Hoofd van de lste Burgerschool voor Jongens herdacht den lOden April den dag waarop hij vóór 25 jaren aan bet hoofd dezer school werd gesteld. Door de welwillendheid van den Gemeenteraad, die de verdiensten van dezen be kwamen onderwijzer openlijk wmschte te erkennen, werd hem op verzoek van den Raad, door den voor zitter der Commissie van Toezicht, die met alle le den in het fraai versierde schoollokaal verschenen was, namens den Gemeenteraad, het college van Bur gemeester en Wrethouders en zijne medeleden in zeer waardeerende bewoordingen geluk gewenscht met het voorrecht, dat den jubilaris op dien dag ten deel wiel. De spreker herdacht de verdiensten van den heer Huber als hoofd der school, die onder zijne leiding tot bloei gekomen was en bood hem uit naam van den Gemeenteraad een geschenk aan, bestaande xtit eene fraaie pendule met coupes. ry Dat de Jubilaris zich in de sympathiMzijner oud- leerlingcn mocht verheugen^loekluit het feit, dat namens hen eene Commissie op het feest tegenwoor dig was, om hem hartelijk geluk te wenschen, met het schoone feest door hem gevierd en hem namens zijne ond-leerlingoc een geschenk aan te bieden be slaande in een schrijfbureau. Eindelijk was het de beurt van de thans nog schoolgaande leerlingen om hunnen geachten en be- minden onderwijzer eon blijk te geven hoezeer zij rijtie degelijke leiding en stipte rechtvaardigheid waardeerden. Bij monde van den oudsten leerling werd hij namens alle leerlingen in eenige welgemeende I en hartelyko woorden geluk gewenscht en werd hom evenzeor een fraai geschenk aangeboden. Ook de onderwijzers aan zijne school verhouden en zijne collega's bleven niet achter om den heer Huber blaken te geven van hunne hoogachting en waardeering. Den vorigen dag herdacht de hoer R. Leopold, hoofd der 2de B. vior jongens den dag waarop hij voor 25 jaren als onderwijzer werd aangesteld. De Commissie van Toezicht, hoewel niet officieel met dit feit bekend, meende toch dit niet onopge merkt te mogen voorbijgaan, en zond den heer Leo pold een brief van gelukwensehing. Aan de R. C. School van liofdadigheid werd raej. C. van der Voort vervangen door raej,, G. J. L. Peers eu mej. J. M. vart den Ronden. Aan de school voor Christelijk Nal. Onderwijs werd de heor J. Gravesteyn met l Februari vervangen door den heer K. van den Berg. Do R. C. Jongensschool verloor door het overlijden van den heer J. Korterihoef oen zeer verdienstelijk onderwijzer en veelbelovend jongmensoh. Zijne plaats werd ingenomen door den heer P. van den Breoraer. Van de Schoolbibliotheken, die verbonden zijn aan de beide kostelooze scholen en aan de Tusschen- scho<|l werd voortdurend gretig gebruik gemaakt. De boeken bevinden z»ch in goeden staat, met uit zondering van enkele exemplaren die zeer in den smaak schijnen te vallen, en welke vernieuwing be hoeven, waartoe de hoefden der scholen in staat ge steld worden, door een toelage van 30.-— 's jaars, die de Gemeente aan elk dezer bibliotheken verleent. Het aantal boekwerken 19 vermeerderd en bedraagt thans respectievelijk 410, 314 en 316 boekdeelen. Do in het vorig jaar in gebruik genomen nieuwe lokalen aan de tweede Kostelooze School voldoen, bij voortduring, uitstekend. Het gemis van een gym nastieklokaal doet zich, vooral bij slecht weder, erg gevoelen. Eene regeling voor het dagelijksch reinigen en schoonhouden der verschillende lokalen, alsmede het aaumaken van kachels, het vullen der kolenbakkeu kwam in 1890 tot stand. Deze regel ng schijnt doel te treffen, want gedurende het jaar 1891 kwam ons geen enkele klacht dienaangaande ter ooren. Het schoolverzuim was op de le Kostelooze School een weinig erger tengevolge van de influenza en an dere ziekten. Het was 4.38 pCt. tegen 2.85 pCt. in het vorig jaar. Op dë andere openbare scholen was het gering, alleen heeft de Je B. voor M. in de drie eerste maanden vele kinderen moeten mis sen ten gevolge van ziekte. Op de R. C. Jongensschool was het schoolverzuim i voor de betalende leerliugen 3 pCt, voor de niet be- I talenden 11 pCt. j Op de school voor Chr. Nat. Onderwijs was het i gemiddeld 8 a 9 pCt., doch in de twee laatste maan- den van bet jaar tengevolge van de influenza nog grooter. Op de Vrije School op gereformeerden grondslag bedroeg het 10 pCt. Met waardeering maken wy wederom melding van I de door het Burgerlijk Armbestuur verstrekte advie zen betreffende het onvermogen van die ouders of voogdeQ, welke kostelooze toelating voor hunne kin deren hadden aangevraagd. Door de hier gevestigde afdeeling der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werd eene school voor volwassonen geopend, welke gedurende de winter maanden aan volwassenen van alle gezindten kosteloos onderwijs verstrekt. Het aantal leerlingen bedroeg by de opening in October 67, op 31 December 1891 52, die door 2 onderwijzers werden onderwezen. Het is ons eene aangename taak, dit te kunnen mededeelcn, daar deze school, indien zij bestendigd blyft, waaraan wij reden hebben niet te mogen twy- felen, in eene werkelijke behoefte voorziet. De op richting dezer sohool kan aar. de Herhalingsschool slechts ten goede komen, daar op die school nu werkelyk niet anders dan Herhalingsonderwys zal gegeven worden. Over de inrichtingen tot opleiding van onderwij zers zegt do Commissie het volgende. I. De cursus 18911892 begou den le April 1891 met 59 leerlingen (29 M. en 30 Vr.) van deze leerlingen waren er 49 woonachtig in Gouda en 10 in de naburige gemoentou. Gedurende den cursus werd do inrichting verlaten door 12 leerlingen (7 M. en 5 V.); hiervan verkre gen 7 (4 M. en 3 Vr.) de acte van onderwijzer of onderwijzeres, 2 verlieten de Gemeente, 1 werd aan eene kweekschool geplaatst en 2 ontbrak het aan de noodige geschiktheid. Het önderwyzend personeel, dat geone veranJeriug ondergiiig, bestaat uit 10 onderwijzefs en l onder wijzeres. Hunno namen en de vakken waarin zij les geven zijn de volgende H. J. W. Huber, Geschiedenis en Paedagogiek. J. Gondja, Rekenen. S. Posthumus, Kennis der Natuur-en Wiskunde. P. C. Schriek, Aardrijkskunde. R. Leopold, Lezen, Schrijven en Ned. Taai» B. P. van Gittert, Fransche Taal. Mej. M.jP. Wijnrox, Fransche Taal en Nutt. Handw. C. de Rpoy, Teekeuen. H. J. Steenbergen. Gymnastiek. P. H. vjan Koon, Zingen. De lö eersten wonen in Gouda do laatste is woouaoh'tig te Rotterdam. De lessen worden dagelijks gegeven in de lokalen der eerste Openbare Burgerschool voor Jongens. II. De Inricnting tot opleidiDg van Bewasrschool- houderessen (Directeur de heer J Gonda) begon hare lessen op den ïen October 1890 met 7 leer lingen, en deu len i 891 met 6 leerlingen, waaron der eene voor enkele lessen. Hun ouderdom was respectievelijk 2} (voor enkele lessen,) 19, 17, 16, 15 eu 14 jaren. Twee leerlingen, mej. Joh. B. vsn Es, eu mej. Joh. F. de Jong verwierven ('len 22en April 1891 de acte van Bewaarschool bouderes. De eerstgenoemde heeft daarop terstond de lesser, verlaten. Twee andere leerlingen verlieten nog de inrichting eeno wegens verandering van Woonplaats, de tweede om andero redenen. Toegelaten werden op 1 December 1890 twee leerlingen. De lessen werden geregeld gegeven volgens het programma 5 uren per week, waarvan 2 door raej. E. P. VisserSchotel, en 3 door den Directeur. Verzuimen kwamen zeer weinig voor en dan bijna uitsluitend wegeus ongesteldheid. Het gedrag en de ijver der leerlingen waren zeer voldoende; de vorderingen slechts matig, hetgeen niet anders te verwachten ia bij de weinige lesuren en het groot aantal vakken, dat daarin moet worden onderwezen. niet vinden. Ik antwoorn u hierop hetzelfde als papa Waarom niet Ik zou het liefst zien, dat ge u nu niet meer over mij bekommerde. Zon je te Orteau willen w:aen Zeker. Je lijkt wel gek. Wanneer men gedoemd is geweest in de rue PAbreuvéir te wonen, neemt meu alles aanwat geen Montmarire Uzooveel te liever dus, wanneer dit alles bestaat in een kasteel, gelegen in een mooie; Je kent de streek niet. Ik ben er in. Daar de doekter haar vader was te hulp gekomen, wilde bij haar nu rok niet in den steek laten. Wat ik voor ons verlang, is niet het eentonige bestaan van een landeigenaar, die geen andere aflei ding haeft dan die welke men vindt in de slaperig heid van een gemakkelijk leven, zonder zorgen en i zonder gedachten. Toen ik daar straks tegen u zeide, dat de inkomsten van dit laodgoed zouden kanten stijgen tot tien of twaalf percent minstens meende ik niet, dat dit zou gebeuren, indien men met de armen over elkander zat af te wachten, wat de oogst zou opbrengen. Om een betere uitkomst te verwachten, moet men er zijn zorgen, zijn weten- sehap, zqn tijd aan besteden. Door allerlei oorzaken wm Gaston er toe gekomen, de zaken te laten gaan zooals het toeval verkoos zijn druivenstokken waren ziek en hij deed er niets aan, zoodat een gedeelte van zijn goederen nu geen rente geven. Wil je die zieke wijnstokken genezen Ik wil die wijnstokken uitroeien en van den grond weiland maken. Dank zij het vochtige en koude klimaat, dank ook de gesteldheid van deu grond, zijn wij hier in het land van gras, even goed ala in de vruchtbaarste streken van N#rmaodië. Daar heeft men slechts party van te trekken de weilanden uil te breidenboter te laten maken, die natuurlijk van do beste kwaliteit kan zijn, en roet den afgeroom de melk de varkens vet te mesten ik heb mijn plannen reeds opgemaakt Wij zijn verloren! riep mevrouw Barinc uit. Waarom verloren? Omdat ge u gaat begeven in nieuwe plaiinen, die de erfenis van je broeder wel weer zullen ver slinden. Ik zal geen verwijten maken; maar ik weet bij ondervinding, hoe een fortuin, hoe groot ook, versmelt, indien het moet dienen voor een uit vinding. Er is hier geen sprake van uitvindingen. Ik weet best hoe dat gaat; men begint met een uitgave van tien galden en men eindigt met honderdduizend. Hier werd het twistgesprek afgebroken, doordien zij den top van den heuvel hadden bereikt. Zonder zyn vrouw te antwoorden, beval Barinc den koetsier, het rijtuig dwars op den weg te plaat sen vervolgens strekte hij met een fiere beweging de hand uit, keek zyn dochter aan en sprak: Daar zijn de Pyreneeënvan dien laatsten top links af, de Anie, tot aan die toppen rechts; de Khune en de Trois-Couronnes, dat ie Biskaye ons land. Zij zweeg en staar ie langen tijd in het nevelach tig verschiet; toen wendde zij zich tot haar vader. Dot ik nog zoo weinig ken, sprak zij, heeft één voordeel, namelijk, dat het eerste grootsche en schoone wat ik zie ons land is; ik verzetagfi, dvt de indruk, dien ik er van zal meedragen, diep ge noeg is om nooit te worden uitgewisoht. Is het niet schoon? vroeg bij, Uotsch op de aandoening zijner dochter. Maar mevrouw Barinc maakte dadelijk een einde aan die bewondering. Kijk, daar heb je ons kasteel, zeide zij, terwijl zy woes op don witten gevel aan den oever van de Gave. 'tZiet er waarlijk voornaam uit. Uit de verte, voegde zij er minachtend bij. Eu van dichtby ook, ge zult het zien, ant woordde Barinc. Ik zou het gaarne zoo gauw mogelijk zien, sprak zy ik heb honger. Men was weldra beneden, en na het dorp te zyn doorgereden, waar alle menschen aan rte deur kwa men kijken, hield de calèche stil voor het wydge- opende hek van het kasteel, eu de portier meldde de aankomst door krachtig aan de schel te trekken. {Wordt vervolgd.) Hierover broeder uit te weiden acht de Comrais- *»ie onnoodig, daar zij dan slecht" zou moeten her- hal.en, wat zij in hare vroegere verslagen meermalen uitvoerig hooft uiteengezet, en de toestand in het afgeloopen jaar niet verbeterd is. De Vereniging van spoorwegpersoneel had 38 exemplaren van het door haar ontworpen adres om lotsverheteriug aun den directeur-generaaal der Maat schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen opge zonden. Thans is van dezen bij haar bericht ont vangen, dat vijf dor onderteekeiiaren door hem ten gehoore zullen worden ontvangen, om het adres toe te lichten en dat zij voor de deswege to ma ken reis vrij vervoer zullen hebben. Aan den gemeenteraad van Edam is het volgende adres verzonden De ondergoteekenden, allen ingezetenen van Edam hebben tot hunne groote verbazing vernomen, dat vier ambtenaren van de Gemeente door don burge- mèester voor eene week iu hunne betrekking zijn geschorst, op den enkeion grond dat zij op Zondag den 28 Febr. 11. in den namiddag, dus in hunnen 'vrijen tijd, eeno vergadering hebben bijgewoond, waarin de hoer Dornela Nieuwenhuis sprak over «Maatschappelijke Hervorming". Zij achten dit een zoo ongehoord willekeurige daad dat zij. indien zij het niet wisten, het niet zoudeu kunnen gelooven. Zy nemen daarom met volle vrijmoedigheid de vrijheid UEd. Achtbare hoeren te verzoeken die wil lekeurige daad van hot hoofd der geraeonto zooveel mogelijk ongedaan te maken, en te besluiten uw af keuring daarover uit te spreken, en aan de bedoelde ambtenaren alsnog het hun ingehouden weekloon te doen uitbetalen. Zij twijfelen goen oogenblik ofUEil. Achtb. zijn van de noodzakelijkheid hiervan doordrongen. Er mag vau onze gemeente niet kuiinen wordeu gezegd dat hier «Macht gaat boven recht." (Volgen 66 handteekeningen). 1 0 Onlangs was oen schip gestrand op de kust van Northumberland. Het vaartuig lag daar al eeuigo dagen niet ver van den vasten wal en men verwacht te dat het weldra uiteen zou worden geslagen. Op een kalinen dag roeiden eenige personen naar het schip om te zien of er nog iets merkwaardigs aan boord wa*. Toen zy het vaartuig hadden bereikt eu sommigen reeds op het dek liepen, hoorden zy opeens een vreese'yk geschreeuw on gepiep. Ratten! Bij duizenden kwamen zij aanrennen, hongerige, uit* gemergelde, groote raiten sommigen hadden geen staart meerdie was opgegeten. De roeiers wisten niet hoe spoedig zy weg zouden koinen en eenigen moesten in het tuig klimm »n, van waar zij met voel moeite weer in de boot kwamen. Toen de ratten de boot in 't oog kregen, lieten zij zich dadelijk langs de touwen noer en wilden in de boot sprin gen men moest haar in allerijl afzetten. De dieren schenen een voorgevoel te hebben van den dreigen den dood, waut zy hoopten zich alle aan één zijde van het schip op, van waar de boot vertrokken was. Hun geschreeuw en gepiep was erbarmelyk. {Hand.) De komische zijde vau het drama. Voor eenige dagen werd in den Tivoli-!?cliouwburg te Arasterdam ter benefice van don heer Barendse, *de Gebochelde" opgevoerd. In hel loatsto bedrijf behoorde Gonzague (Lagemnn), door een degenstoot van Lagardère (Ba rendse) doodelyk gewond, neer te zinken. Of het tooneel niet behoorlyk was voorbereid, of <le acteurs elkaar niet begrepenGonzngtté viol niet Een bezoeker beklaagde zich in De Echo over het mislukken van deze scène, eu in een aardig ingezon den stuk antwoordt de heer Lagoman op dien klacht. «Ik veronderstel, dat die «bezoeker" zich teleur gesteld vond schrijft hij in mij geen falsaris te vinden, zooals hij mij dien gaarne wenscht name lijk n iet aeo langzaraen sluiptrek, rollende oogen en holle grafstem, doch dit is niet mijnen schuld, doch dis vau de directie die mij in dht stuk een roDoebedêel- de, gel eel huiten mijn emplooi, nrasr die ik,gebonden cnotra^t, toch verpjicht bon te vervullen* Wat het beweren betreft, als zou ik dien avond den dood ge vreesd hebben, ik geef dien «bezoeker" de verzeke ring dat noeb jaloezie over het succes van den avond noch onverschilligheid tegenover het publiek, noch het do»J dm de zaak in nmcrediet te brengen, mij op dét oogenblik aau het loven bonden^ Ieder weett, dal* niemandMijmoedïger en met meer verlangen den dood tegomooigaat als de acteur op het tooneel ®n voor mijn vriend Barendse zou ik gaarne duizend dooden (de tooneoluiatigo d >od wol te vorstaan) ge storven zijn. Maar die dood dient toch ten minste een schijnbare oorzaak te hebben. Het stuk eischt dat ik op het slot door eeu stoot van Lagardèie's degen in het voorhoofd doodulyk getroffen wordt. De heer Barendse behoorde mij (lus eon schijnstoot naar de bedoelde plek toe to brengen. Lagardère deed eenige uitvallen met zijn degen ruim oen hal ven meter boveu mijn hoofd en ik vermeende te veel vau de fantaisie van het publiek te vergen door hen dit als een stoot in de hersenen te doen slikken. Ik wachtte dus op eeu nieuwen uitval. I)e lieve dood lachte mij reeds toe, maar ik zag nog geen motief mij in zijn armen te werpen. Daar laat Lagardère plotseling den degen zakken, uitroepende Nevèrrr ;ie bont gowrrroken ik stond nog altijd springlevend. Hadde ik geweten, dat Lagardère zoo spoedig den moed opgaf, dan had ik ,in der haast maar eene beroerte voorgewend en was toch gestorven. Daar'too was evenwel do tyd te kort l^et wa9 uit, het scherm viel en Gonzague leefde jiog in al zijne boosheid voortdoch aan wie de schuld Eehe Huagsche dienstbode die het loon dat zij overhield naar de spaarbank van het Nut bracht, geraakte buiten betrekking en nam tijdelijk haar intrek bij de echtelieden H. in de Saksen-Weimarlaan te 's Hage. Na eenigen tijd kreeg zij weer eene betrekking als noodhulp doch liet haar koffor voor- loopig nog in het kosthuis. Toen zij na eenige da gen iets uit dien koffer wilde halen was haar spaar bankboekje, waarop nog 283 stond, verdwenen en toen zij aan de spaarbank ging informeoren, bleek het dat de bespaarde duitjes door eeu ander wren afgehaald en daarvoor was gequiteerd inet den naam van de dienstbode. Toen ging de justitie aan het onderzoeken en legde de hand op M. G., huisvrouw van Ph. J H., waar de dienstbode thuis had gelegen, eu die vrr- dacht werd de valsche handteekening op hei spaar bankboekje te hebben geplaatst. Deswege stond uu vrouw H. voor de Haagscho rechtbank toricht. J Van bekeunen was geen sprake. Wat wist vrouw H. van een spaarboekje! Het raensch had het ding nooit gezien en de deskundigen, de hoeren Ykema en Straub, konden vertellen wat zij wilden en praten over «dikke ophalen en dunue neerhalen", van ovor- eenkomst tusscben Ps en Gs, zij, vrouw H. wist van geen boekje en van geen valsche handteekeniug; zy was zelfs op geen Spaarbank geweest. De des kundigen waren evenwel zeer stellig in hunne ver klaringen en de bode van de Spaarbank meende de beklaagde, in de instructie by den rechter-commis- saris, te herkennen als de vrouw die het geld had gehaald; heden, ter terechtzitting, durfde hij echter die verklaring niet bevestigen daar het voorval on geveer 8 maanden geleden was. Maar, er kwamen nog een paar zeer bezwarende ^getuigen voor de be klaagde, en wel iemand, die haar op 6 Augustus in het lokaal van de Spaarbank had ontmoet, ja, zelfs mot haar had gesproken on haar heden bepaald her kende. Evenzoo een ander persoon, die mede op den 6en Augustus geld had ingebracht. Vrouw H. ech ter bleef volhouden van niets te weten. Het O. M. betwijfeldo of die ontkeDtenis haar zou helpen. De koffor met het spaarboekje waren bij bekl. op zolder geweest, de deskundigen oordee- len dat de handteekening in het register door bekl. was gezet, en twee personen herkennen haar zeer stellig als de vrouw die met hen op 6 Augustus in het gebouw der Spaarbank in het West Einde is geweest. Ter zake van valschheid ifi geschrifte vorderde n»r. Pleijts 9 maanden. Uitspraak Maandag a. st. A Do Petite Republique te Parijs vertelt het volgende over den heer Prévot du Haud ray te Poiasy, die beweert, met behulp van phonograaf en miorophoon de taal der kippen te hebben geleerd. Om den redacteur van hot blad. die hera een bezoek bracht, te overtuigen, nam hij hem mede op een wandeling. Bij een boerderij zagen de beide wandelaars spoedig eenige kippen onder aanvoeriug van een haan, die juist op- dat oogenblifc- begwr te kraaien. /j-Ltrister eens", zeide Prévot, «de haan zegt uu het is mooi weer 1^ Werkelyk scheen dan ook de zon. Wij zul len nu, vervolgde de taalkenner, dieti schreeuwlar eens beetnemen eerst in het Fransch en dan in de kippentaal. De heer Prévot riep toen: «het regent." Do kippon schrikten vau het geroep man*' bleven rustig door pikken. Nu nam de heer Ktétrot eeu klein instrument uit zijn zak en stak dit in den mond om beter de keelionen der kippen te kunnen nadoen. D« redacteur begreep uiets van het gekraai, maar do kippen begrepen het zooveel te beter. Zy kt ken bezorgd naar boven en sohenen le willen vluchten. De haan, spoedig overtuigd van de onwaarheid, ging den taalkenner met woest gekraai te lijf. Prévot week uit eu vroeg: Zyt gy nu overtuigd? Wij zullen nu echter het gezelschap geruststellen. Ik zal hun in eigen taal vragen «Wie wil maïs, lekkere maïs?" Dadelijk veranderde de houding van haan en kippen en klokkend omringden zy den bezoeker om de welkome versnapering in ontvangst te nemen. Keizer Wilhelm heeft Zaterdag don huize van den Nederlandschen gezant te Berlijn, jhr. Van der Hoeven, eene bijzondere onderscheiding bewezen door een langdurig bezoek in het béeldhouwers-atelier der echtgenooto van den gezant. De Keizer had zich daags te voren door een telegram van den hof maarschalk doen aanmelden* Zaterdag namiddag ten 3 ure kwam Z. M. in het atelier, waar hij d(^)r den heer en mevrouw Van der Hoeven werd begroet. Na eene reeks kunstwerken van mevr. Van der Hoeven met alle aandacht te hebber» bezichtigd, gaf hij deu weuech te kennen, door de hand der be kwame beeldhouweres ook zelf in beeld te worden gebracht. Hiertoe bleef hij -terstond in het atelier en liet haar zijrie beeltenis modelleerde, terwijl hij met haar en den gezant allervriendschappelijkst en hoogst opgeruimd zat te praten. Het poseeren duurde anderhalf uur. Daarna nam de Keizer op bijzonder aangename wijze 'afscheid van het echt paar, met de belofte van spoedig weder eens iu het atelier t(? zullen komen, en dan wel vergezeld vau H. M. de Keizerin. Dit keizerlijk bezoek is eene zeer buitengewone attentie, die niet alleen de daarmede vereerde per sonen betreft, maar ook het land, hetwelk de gezant vertegenwoordigt. Eene nieuwe godsdienstige sekte, die vau de Flying Roll (het vlucht-archief) is te Detroit (Michigan) gevormd. De aanhangers dier sekte gelooven, dat eerlang de wereld eeu groote ramp staat te wachten, waarvoor slechts een redmiddel is hot verblijf te Detroit, «de heilige stad." Zij gelooven aan een soort van zielsverhuizing, leven in gemeenschap vau goederen (de rijken staan gaarne hun overvloed af voor de minderbedeelden), zijn voorstanders der vrije liefde, gaan zeer eenvoudig gekleed on dragen lang haar, dat nooit geknipt mag -worden. De naam der sekte i9 ontleend aan een boekThe Flying Roll van James Iczreel, die gewoonlijk «de heilige man" wordt genoemd. De leider is H. S. Mills, die zich «Vorst Michael" laat noemen. Hij woont to Detroit in den Tempel der geraeonto mtt verscheidene vrou wen, die /^Hemelsche Engelen" heeten. Op het oogenblik is «Vorst Michael" in Engeland, om te werken voor de sekte, en een der Engelen, Mevr. Bell, bestuurt zoolang de zaken der gemeoute. De sekte heeft in den laatsten tijd veel aanhan gers gewonnen. Een aautal gezinnen uit andere ste den zijn naar Detroit de «heilige stad", verhuisd. Te Newcastle is men meer en meer geneigd te gelooven, dat de mijnwerkers ran Durhan den arbeid niet zullen staken. De mijneigenaren hielden heden een vergadering om over den toestand te beraadsla gen. Men bericht dat de mijnwerkers met een loonsverlaging van 6 pCt. genoegen zullen nemen. Wel is door de arbeiders met 40,000 op de 55,000 stemmen tot da werkstaking besloten, maar daar dit cijfer geen 3/s van bet aantal leden vertegenwoordigt moet een tweede stomming plaats hebben. Volgens berichten uit Glasgow zal in Schotland geen werkstaking plaats hebben. De helft der mijn werkers werkt 5 dagen per week eu de spoorwegen hebben brandstof in overvloed. De Fransche Kamer van Afgevaardigden heeft den heer Burdeau met 176 van 319 stemmen tot onder-voorzitter gekozen. Dharna werd het ontwerp betreffende de instelling van «conseil de prud'hom- mes" dringend verklaard en na debat aangenomen mot 347 togen 174 stemmen. Het Engelsche Lagerhuis behandelde Vrijdag oen voorstel der reaeering, strekkende om 20,000 be schikbaar te stellen tor bekostiging der voorloopige opmetingen voor eenen spoorweg van Mombasa naar het Victoria-meer. Er werd bijzondere nadruk op gelegd, dat een spoorweg, die van zelf de noodza kelijkheid van lastdragers aan kant zou doen, veel meer dan alle mogelijke repressieve maatregelen z ,u bijdragen tot het in onbruik doen geraken van slaven jachten in die streken. Het voorstel werd door Labouchere, Haroourt en andere leden der oppositie bestreden, doch ten slotte inet eene flinke meerder heid! 211 tegen Ü3 stemmen, aangenomen. Bij de verkiezing in South Derbyshire werd de Gladstoniaanscbe caudidaat, de beer Broad, met eene meerderheid van 1250 stemmen verkozen. Daaren tegen zegevierde te Chertsey de unionistische caudi daat, Harvey Combe, met eene meerderheid van 1838 stemmen over den Gladstoniaan Baker. Zaterdag was te Londen de verkiezingsdag voor den nieuwen Graafschapsraad. Deze verkiezing is veelbeteekenend, omdat van den uitslag er van at- hnnkelijk is, of de grootste stad der wereld al dan niet eindelijk eens een behoorlijk ingerioht en aan hare behoeften beantwoordend stedelijk bestuur er langen zal. Het barre weder schijnt intusscben aan de opkomst der kiezers en kiezeresseu (want ook

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2